CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Oil nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
9<i» JAARGANG
VRIJDAG 6 JULI 1928
NUMMER 2480
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. 1 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden SpISC®? Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/» cent
Ingezonden Mededeelingen dnbbel tarief
Bi; contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cent9
V Van de Eerste naar de
Tweede Kamer.
Na de verrassende verkiezing van
den heer Colijn tot lid van de Tweede
Kamer, komen, zooals te begrijpen
valt, verschillende kopstukken uit ons
politieke leven hun meening daarover
ten beste geven.
In onzen kring was het „De Rot
terdammer", die voorzichtig veronder
stelde, dat de heer Colijn vermoedelijk
wel niet naar de overzijde van het
Binnenhof zal verhuizen.
Daarentegen gaf de heer Roodhuy-
zen in „Het Vaderland" reeds een ge
documenteerd betoog voor den terug
keer van onzen leider naar ons Lager
huis.
„Wij vinden zoo zegt hij dat
verschillende gronden voor dit weder-
optreden van den heer Colijn in de
Tweede Kamer pleiten. Vooreeerst is
de heer Colijn zeker de aangewezen
opvolger van den bekwamen kolonia
len specialiteit van de anti-revolutio
naire partij in de Tweede Kamer, wij
len dr. Scheurei. De Indische vraag
stukken vorderen thans meer dan
ooit de aandacht van het Nederland-
sche volk en de Nedeilandsche poli
tieke partijen. Deskundigen op In
disch gebied zijn dan ook bij alle po
litieke partijen in de Tweede Kamer
zeer noodig. En nu willen wij niet te
kort doen aan de verdiensten van den
heer Bijleveld, die gedurende de ziek
te van den heer Scheurer de hem toe
gevallen taak van de behandeling der
koloniale aangelegenheden met
grooten ijver heeft vervuld. Maar wij
gelooven, dat deze de eerste zal zijn
om toe te geven, dat de hee~ Colijn
meer aangewezen is, om de Indische
aangelegenheden in de Tweede Kamer
van het standpunt van de antirevolu
tionaire partij te belichten, dan hij
zelf.
Daarbij komt, dat de lieer Colijn om
trent de staatkundige ontwikkeling
van Nederlandsch-Indië eigen denk
beelden heeft; denkbeelden, die hij bij
zijn jongste bezoek aan Indië opnieuw
aan de practijk heeft kunnen toetsen.
Men kan omtrent de wenschelijkheid
en uitvoerbaarheid var deze denk
beelden in verschillende opzichten een
afwijkende meening huldigen, en het
toch van groot belang achten, dat de-
zo denkbeelden ernstig worden over
wogen. De brochure, die daaromtrent
eerstdaags van de hand van den heer
Colijn zal verschijnen, zal ongetwij
feld tot een gedachtenwisseling in de
Tweede Kamer aanleidmg geven. Dit
debat zal alleen zijn volle waarde
kunnen hebben, als de leider van de
antirevolutionaire partij daaraan zelf
deelneemt, en 'het niet slechts uit de
hoogere regionen van de Eerste Ka
mer als toeschouwer gadeslaat.
Tenslotte nog dit. Wij hebben reeds
herhaaldelijk gewezen op het be
denkelijke verschijnsel, dat de Eerste
Kamer na haar verjongingskuur de
neiging heeft, zich steeds meer te la
ten gelden. Het gezag van de Tweede
Kamer dreigt door het herhaald in
grijpen van haar zuster aan de over
zijde van het Binnenhof ernstig te
worden geschaad. Tot dezen onge-
wenschten toestand werkt de om
standigheid, dat politieke figuren als
oud-minister Colijn in de Eerste en
riet in de Tweede Kamer zitting heb
ben, in hooge mate mede. Het zou dan
ook onsetwijfeld aan de juiste staats
rechtelijke verhoudingen ter goede
komen, als mannen als de heer Co
lijn hun invloed rechtstreeks in de
Tweede Kamer zouden laten gelden.
Ook daarom roepen wij den heer
Colijn toe, in de Tweede Kamer terug
te keeren, ook al zijn uit partijoogpunt
caaraan wellicht moeilijkheden ver
honden. Wij kunnen aan dit verzoek
in zijn geval niet de gebruikelijke ver
zekering verbinden, dat „alles verge
ven en vergeten is".
Maar dit laatste zou een staatsman
als de heer Colijn zeker ook aller
minst wenschen!"
Naast dit sympathieke woord van
der. grijzen Liberalen staatsman,
stond gisteravond in „De Telegraaf"
een warm gesteld betoog van N -s
(vermoedelijk mogen wij dit toeschrij
ven aan den heer Nijpels), waarin
eveneens een woord van hulde ge
bracht wordt aan onzen Voorzitter
van het Centraal Comité.
Wij knippen daaruit:
„Colijn is een herder zijner kudde.
Het is zijn taak, en meer dan dat, zijn
roeping. Hij heeft Kuyper op zijn
sterfbed beloofd, de leiding der kudde
op zfch tp nemen. Hij heeft het ge-
ciaan: energiek, opofferend: rust. mo
gelijkheid tot groote winst en veel
economische macht. Geoogst heeft hij
veel verguizing, smaad naast warme
vriendschap. Maar deze stoere Calvi
nist heeft dit gewild, gekozen, gedurfd
en gedragen: wie een roeping heeft en
in contact met een hoogere wereld
leeft, kan dat.
Men moet dit altijd in Colijn voorop
stellen".
Nadat hij dan verder betoogd heeft
dat Colijn streed voor het herstel van
het evenwicht in onze staatsfinan
ciën, omdat hij daarin zag een strijd
voor het behoud van geestelijke waar
den, roemt hij hem als den moedige,
wiens persoon, ook al is men het za
kelijk niet met hem eens, ongerept
blijft. Maar dan komt aan het slot de
ze leerrijke ontboezeming:
„Is het aireede landsbelang, dat de
leider eener groep in de Kamer zit, de
bcteekenis van den heer Colijn gaat
uit hoven die van een partijleider.
Deze staatsman, uit den kring der en
igere partijgenooten in de sfeer van het
geheele nationale en internationale
leven. Hij kent Indië uit ervaring,
door studie en nieuw bezoek. Hij leeft
in de groote economische problemen
van dezen tijd. Hij is een waardig ver
tegenwoordiger va nons land en be
wijst ons allen groote diensten. Zulk
oen man in ons parlement verhoogt
het aanzien onzer volksvertegenwoor
diging. En het ware te wenschen, dat
onze Tweede Kamer een aantal figu
ren uit alle richtingen rijk werd, die
aan haar aanzien luiste*, aan haar de
batten hooger bezieling en breeder
vlucht zouden geven, en de volksver
tegenwoordiging weer zouder brengen
tot haar taak van de algemeene lijnen
van het regeeringsbeleid aan te ge
ven, en van controle, speciaal op de
uitgaven. Wat zou men denken van
een Kamer, waarin een plaats was
voor mannen als Fock, Lely, Limburg,
Kooien, Wibaut, Van Weideren Ren-
gers, dr. IJzerman en dr. Zimmerman,
prof. Van Vollenhoven en prof. Kra
nenburg, mannen van kennis, inzicht
en ervaring, die ieder op hun gebied
zooveel wijsheid omvatten, dat hun
woord noodzakelijk gezag zou hebben?
Als deze herder tot zijn kudde keert,
misschien dat meer kudden om een
herder zullen roepen".
Wanneer er in onzen kring al eens
gebrek aan bezieling mocht zijn, laten
wij dan ons oor eens te luisteren leg
gen bij deze steunpilaren van het oude
liberalisme, die in Colijn, en in den te
rugkeer van hem in het actieve poli
tieke leven, een stimulans ten goede
zten.
Wat de beslissing van Colijn ook
moge zijn, vopr deze woorden zijn wij
dankbaar. Dankbaar om den persoon
van Colijn, maar meer nog dankbaar
om onze beginselen welke hij zoo
meesterlijk dient.
STADSNIEUWS.
DRUKKERSPATROONSVEREENIGING.
Op de agenda van de Drukkerspatroons-
vereeniging voor gisteravond stond o.m.
vermeld: Causerie van den heer L. Beche-
rer over Italiaansche Bedrijfstoestanden
en Causerie van den heer N. de Bink over
zijn bezoek aan de Pressa-tentoonstelling
te Keulen. Deze vergadering werd ook bij
gewoond door den voorzitter- van het
hoofdbestuur, den heer S. S. Korthuis, uit
Den Haag.
De heer Becherer hield een interessan
te voordracht over de toestanden in Italië
in het algemeen en de toestanden in het
drukkersbedrijf in het bijzonder, waarna
zich tusschen de aanwezigen een aange
name discussie ontspon. Over het alge
meen kon worden aangenomen, dat het
welvaartspeil van werkgever en werkne
mer in het zonnige Zuiden ver beneden
dat van Nederland staat, wat ook geldt
voor de ons omringende landen.
Daarna werd het wóórd gegeven aan
den heer de Bink, directeur der N.V.
Drukkerij C. de Bink Zoon, die aanving
met de mededeeling, dat het niet doenlijk
is over een zoo geweldige tentoonstelling
als de Pressa in een korten tijd een cau
serie te houden, aangezien hij dan daar
voor zeker een volle dag zou noodig heb
ben en zich dan ook zou bepalen tot het
geven van een overzicht. Wij kunnen niet
anders zeggen, dan dat de heer de Bink
uitstekend geslaagd is ons een overzicht
te geven van al het interessante, dat zich
over een terrein van 4 kilometer lengte
aan de overzijde van Keulen uitstrekt.
Nadat de heer de B. ons eerst eenige in
lichtingen en wenken betreffende reis en
verblijf, zoomede over de stad Keulen en
den Rijn had verstrekt, vertelde hij ons
naar welke grondgedachten de Pressa is
opgebouwd en samengesteld, waardoor
iets tot stand is gekomen als nimmer te
voren vertoond. Voornamelijk de grond
gedachte, geen tentoonstelling als een
museum, maar alles levend toonen, is
voor alle afdeelingen der Pressa toonaan
gevend geweest. Zoo is de Pressa een ten
toonstelling geworden, die zich niet al
leen»: tot een bepaalde vakgroep wen-l'
doch als wereldtentoonstelling voor ieder
een interessant is.
Een geheele tentoonstellings-stad i9 op
den rechter Rijnoever tegenover het oude
Keulen ontstaan, grootsch troont het
nieuw gebouwde hoofdgebouw onmiddel
lijk aan het water, gekroond door een 85-
meter hoogen Pressatoren, van waaruit
des avonds draaiende zoeklichten worden
geworpen. Stroomopwaarts, gelegen tus
schen de beide Rijnbruggen, verheft zich
het rustig-voorname museum, het tehuis
der cultuur-historische afdeeling der
Pressa en verder het monumentale, in
halfrond gebouwde statenhuis, waar drie
en veertig landen uit de oude en nieuwe
wereld hun interessante inzendingen heb
ben ondergebracht. Verder zijn er nog
verschillende gebouwen voor bijzondere
tentoonstellingen waar vele machtige ma
chines van diverse drukmethoden den ge-
heelen dag doordraaien.
De afdee'ingen van het moderne pers
wezen, het dagblad en het tijdschrift wer
den daarna door den heer de B. behan
deld, om ten slotte te komen bij de ten
toonstellingen van den boekhandel, het
papier, de fotografie, de kinematografie,
de kabeltelefonie en de draadlooze over
brenging van beelden en berichten. Zeer
interessant is ook te zien de' wijze, waar
op voorgesteld woi'dt hoe een advertentie
op het publiek inwerkt en wat daarvan
over het algemeen de resultaten zijn. Om
alles op pakkende wijze den bezoekers te
toonen hebben maandenlang bekende
kunstenaars gewerkt om op een wijze,
zooals nog nooit vertoond, denkbeelden te
geven van het wereldverkeer der nieuws
berichten.
Hierna toonde de heer de B. ons nog een
serie schitterende groote fotografieën, die
ons, mede door zijn begeleidende verkla
ringen, een duidelijk beeld geven van den
geweldigen omvang der tentoonstelling en
zeker zal zijn opwekking, aan het slot
van zijn causerie bij velen niet te ver
geefs zijn geweest, n.l. om zelf te gaan
aanschouwen, wat hij getracht heeft ons
in weinig tijd duidelijk te maken en te
laten zien.
De voorzitter betuigde dan ook onder
applaus der vergadering zijn hartelijken
dank aan beide sprekers voor de wijze,
waarop zij hun onderwerpen hebben be
handeld, waarna de heer Korthuis nog
den heel* de Bink verzocht zijn causerie
ook voor Jiet district Den Haag te willen
herhalen.
HET CONCERT VAN „CRESCENDO".
Aangezien het Orkest van de Harmonie-
kapel „Crescendo" van het H.T.M.-perso-
neel uit Den Haag 50 man sterk is en de
tent op het van der Werf f park geen vol
doende plaatsruimte biedt, zal het con
cert van Donderdag 12 Juli a.s. gegeven
worden in den tuin van „Musis Sacrum",
welwillend beschikbaar gesteld door het
Sociëteitsbestuur.
Wij herinneren er aan dat de tuin voor
het publiek toegankelijk is en dat men
daar rustig, voor zoover de ruimte het
toelaat, kan zitten luisteren.
Kinderen beneden 14 jaar worden ech
ter zonder geleide niet toegelaten.
ARBEIDSBEURS
Bij de Arbeidsbeurs stonden op 5
Juli 1928 ingeschreven 461 werkzoe
kenden. Op denzelfden datum van
het jaar 1927 bedroeg bet aantal in
geschrevenen 593.
WATERPOLO.
Gisteravond had in de Zweminrich
ting aan De Zijl, de ontmoeting plaats
tusschen het eerste zevental van de
zwemclub „De Zijl" alhier en 't eerste
zevental van de vereeniging „Ziam"
uit Den Haag.
Te ongeveer acht uur had zich reeds
een groot aantal belangstellenden
voor het loket geschaard, de een den
ander verdringende, om zich tijdig
een goede plaats te verzekeren. (De
kaartverkoop hij dergelijke wedstrij
den laat veel te wenschen over). Met
veel moeite trachtte ieder een toe
gangsbiljet to verkrijgen en het dient
gezegd, dat zij, die in 't verdringen
virtuoos zijn, als eerste de controle
passeeren. We mogen hopen, dat het
bestuur van De Zijl hierin spoedig
verbetering zal brengen.
Voor den aanvang van den wed
strijd moest het geduld der toeschou
wers op een zware proef worden ge
steld, daar door het .iet opkomen
van den scheidsrechter de wedstrijd
bijna een uur later kon aanvangen dan
oorspronkelijk was vastgesteld.
De heer Planjer, met spoed ontbo
den, was zoo welwillend dezen wed
strijd te leiden en de leiding was bij
hem in goede handen.
Reeds dadelijk bij den aanvang
word het doel der Leidenaars onder
schot genomen, doch keeper Peters
wist voorloopig 't gevaar te bezweren.
Fcn sterk overwicht der Hagenaars
was merkbaar. Hun aangeven en op-
zwemmen met den bal was beter dan
dat van hun tegenstanders. De Haag
se he keeper bleef vrijwel werkeloos.
::codat het dan ook niet lang duurde
of Ziam scoorde haar eerste doelpunt.
Het vele loslaten van de tegenpartij
was oorzaak, dat het Leidsche doel
menig gevaar liep. Voor de rust werd
er echter niet meer gedoelpunt.
Na de rust een opleving in de Leid
sche gelederen. Door goed aangeven
van v. d. Horst in de achterhoede, wist
deze den aanval aan 't werk te zetten.
Door goed samenspel slaagde Kramp
er tenslotte in gelijk te maken. Meer
en meer komt de Zijl in den aanval
en Snoeker scoort een twijfelachtig
punt, dat evenwel door den scheids
rechter wordt erkend.
Ziam, niet ontmoedigd, trekt ten
aanval en de gelijkmaker ligt in 't net,
spoedig gevolgd door een goed schot,
dat den stand op 32 brengt. Nog een
enkele minuut is te spelen. De Zijl
komt duchtig opzetten en het is weer
Kramp, die voor het doel liggend, met
een hard schot den gelijkmaker scoort.
In dezen stand kwam geen verande
ring meer, zoodat deze wedstrijd
eindigde met 33.
Het was jammer, dat enkele spelers
van De Zijl hun tegenstanders te veel
loslieten, waardoor het mogelijk was,
dat de tegenpartij vaak op gemakke
lijke wijze kon doelpunten. Evenwel
mogen de Leidsche spelers op een
goeden wedstrijd terugzien.
HET INTERNATIONAAL
ASTRONOMISCH CONGRES.
De plechtige opening te 's-Gravenhage
In tegenwoordigheid van een groot
aantal belangstellenden heeft gister
middag in de Ridderzaal te 's Graven-
hage de officieele opening plaats ge
had van het congres van de Internati
onale Astronomische Unie.
Rede Minister Waszink.
De Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, Mr. A. M. Waszink
begroette in naam der Nederlandsche
regeering het congres, dat ten doel
heeft de beoefening van de oudste al
ler wetenschappen en dat in waarheid
internationaal mag heeten.
De Nederlandsche regeering en het
Nederlandsche volk hebben steeds 'n
groote belangstelling aan den dag ge
legd voor nationalen en internationa
len wetenschappelijken arbeid.
Wij zijn er trotsch op, dat wij in ons
land tellen zes universiteiten en vier
hoogescholen, terwijl wij bezig zijn in
Oost-Indië bet universitair onderwijs
op breeder basis te ontwikkelen. Het
spreekt vanzelf, dat onze geleerden,
waarop wij evenzeer trotsch zijn als
ieder uwer op het zijne, het groote be
lang der nationale samenwerking heb
ben begrepen.
Daarmede immers wordt niet alleen
bereikt, een voor de wetenschap zoo
nuttige en noodige uitwisseling van
gedachten, maar wordt ook bevorderd
de internationale toenadering, die he
laas door omstandigheden, aan ons al
len bekend, zoo langen tijd verbroken
is. Ik breng dan in naam der Neder
landsche regeering ook oprechte hul
de aan de astronomen, wien het ge
lukt is, wat hun wetenschap betreft,
de vooroordeelen te overwinnen, die
aan de toenadering in den weg staan.
Met de beste wenschen voor het
congres besloot spr. zijn begroetings
rede.
Rede Prof. Went.
Prof. Dr. F. A. T. C. Went, voorzit
ter van de Kon. Academie van Weten
schappen, sprak uit naam der Neder
landsche wetenschap eveneens zijn
groote vreugde erover uit, dat het con
gres van thans het eerste na den we
reldoorlog is, waarop 28 landen verte
genwoordigd zijn en dat werkelijk in
ternationaal zal zijn. Nederland was
er trotsch op, dat op zijn gebied thans
de weg tot een algemeene goede ver
standhouding werd ingeslagen.
Het doet ons genoegen, dat de as-
stronomen dezen eersten stap gedaan
hebben, aldus vervolgde Prof. Went.
Ons land, hoewel er zeer wel van
doordrongen, dat de wetenschap geen
grenzen kent, beroemt er zich toch op,
dat het verscheidene beroemde ster-
rekundigen binnen zijn grenzen heeft
zien geboren worden. Ik wil slechts
twee namen noemen: hij, die de lijst
in de 17de eeuw opent: Huyghensv en
om niet van de levenden te spreken,
hij, die de lijst in onze dagen afsluit:
Kapteyn.
Dit waren ook twee mannen, die,
verre van een bekrompen nationalis
me, steeds de universaliteit der we
tenschap hebben verdedigd, die alles
hebben gedaan om de slagboomen op
dit gebied op te doen heffen; Kapteyn,
dien de meesten uwer nog wel ge
kend zullen hebben, heeft meer dan
iemand anders geleden door de ver
wijdering, die tusschen de volkeren is
ontstaan.
Rede Prof. Wenslnck.
De rector-magnificus der Leidsche
universiteit, Prof. Dr. A. J. Wensinek.
sprak daarna zijn begroetingsrede uil
Binnenland.
De officieele opening van het Int.
Astronomisch Congres.
Het rapport omtrent art. 2 (de
grondslag) der Vrije Universiteit met
bijna algemeene stemmen goedge
keurd.
Bollenland.
Het rapport van Nobile over het on
geluk met de Italia
De Duitsche rijksdag heeft de regeo*
ringsverklaring goedgekeurd
De viering van den „Onafhanke*
iijkheidsdag" in Amerika heelt 69
slachtoffers gekost
De Grieksche Kamer zal ontbonden
worden.
Een voorloopig rapport der bespre
kingen over den industxieelen vrede in
Engeland.
In zijn toespraak heette hij het con
gres welkom uit naam van den Senaat
der Leidsche Universiteit.
Hij gaf vervolgens een historisch
overzicht van de geschiedenis der
Leidsche Sterrenwacht, welke de con
gressisten herhaaldelijk zullen bezoe
ken, en die een tijdperk van ongeveer
300 jaar omvat.
Hij sprak van vermaarde leeraren
aan de Leidsche Universiteit van
Snellius, Golius, Gravesande, Lulofs,
Van Beeck Calkoen en Frederik Kai
ser, Van de Sande Bakhuyzen.
De tegenwoordige directeur, uw
voorzitter, aldus Prof. Wensinek,
maakte plannen tot algeheele reorga
nisatie, die onder zeer moeilijke om
standigheden tot stand werd gebracht
In 1924 werd het nieuwe observato
rium geopend. Onze universiteit is er
trotsch op te weten, en zij prijst zich
gelukkig, dat het werk blijvende we
tenschappelijke waardq bezit.
De senaat, aldus besloot de rector-
magnificus, is er wel van doordron
gen, dat boven alles de studie der
sterrekunde een samenwerking op
groote schaal van noode heeft. Wij we
ten, dat een internationaal congres
het beste middel is om plannen te be
ramen en om nieuwen arbeid voor te
bereiden.
Rede Prof. de Sitter.
Aan het slot der plechtige openings
bijeenkomst sprak Prof. Dr. W. de Sit
ter, voorzitter van het Congres, harte
lijke dankbetuigingen uit voor de ont
vangst, het congres bereid.
In zijn toespraak wees hij er ver
der op, dat het Leidsche congres het
grootste astronomische congres is, dat
ooit werd gehouden.
Juist door haar uiterste nutteloos
heid is de sterrekunde de nuttigste
aller wetenschappen, zeide spr., daar
zij de ideëele doeleinden van het
menschdom nastreeft. Maar dit nut
teloos ideaal is oorzaak, dat het ge
zelschap astronomen klein blijft en
dat individueele sterrekundigen van
dit klein verband voordeel trekken,
waardoor het mogelijk is, dat zij el
kander allen kennen. Waar een sterre-
kundige, van welke natie ook, heen
gaat, hij is er zeker van in het tehuis
van welken anderen sterrekundige
ook, een hartelijk welkom te vinden,
als bij een ouden vriend.
Ik eindig met de hoop en het ver
trouwen uit te spreken, aldus Prof. de
Sitter, dat in de atmosfeer, geschapen
door de vriendelijke uitnoodiging en
het hartelijk welkom, dat de Interna
tionale Astronomische Unie hier vindt
deze onderlinge vriendschap tusschen
sterrekundigen van alle landen zal
groeien en vrucht zal dragen ten ba
te van onze w^enschap en door haar
van de geheele mensehheid.
De algemeene vergadering.
Hedenmorgen is in de Stadsgehoor
zaal alhier het Internationaal Astro
nomisch Congres aangevangen.
De groote zaal van de Stadsgehoor
zaal, welke voor dit congres kosteloos
door de gemeente is afgestaan, prijkt
met keurige plantengroepen en mot
de vlaggen van de naties, die op dit
congres zijn vertegenwoordigd, waar
van 23 bij de Internationale Astrono
mische Unie zijn aangesloten, n.l.:
Zuid Afrika, Vereenigde Staten van
N. Amerika, Argentinië, Australië,
Canada, Denemarken. Egypte, Enge
land, Frankrijk, Italië, Japan, Neder
land, Noorwegen, Polen, Portugal, Roe
menië, Spanje, Tsjecho Slowakije.
Zweden en Zwitserland.
Als gasten zijn aanwezig: China,
Duitschland, Esthland, Hongarije, Li-
tb auen, Oostenrijk en Rusland.