CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Oil nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Hummer. 9<i» JAARGANG VRIJDAG 6 JULI 1928 NUMMER 2480 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. 1 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden SpISC®? Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/» cent Ingezonden Mededeelingen dnbbel tarief Bi; contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cent9 V Van de Eerste naar de Tweede Kamer. Na de verrassende verkiezing van den heer Colijn tot lid van de Tweede Kamer, komen, zooals te begrijpen valt, verschillende kopstukken uit ons politieke leven hun meening daarover ten beste geven. In onzen kring was het „De Rot terdammer", die voorzichtig veronder stelde, dat de heer Colijn vermoedelijk wel niet naar de overzijde van het Binnenhof zal verhuizen. Daarentegen gaf de heer Roodhuy- zen in „Het Vaderland" reeds een ge documenteerd betoog voor den terug keer van onzen leider naar ons Lager huis. „Wij vinden zoo zegt hij dat verschillende gronden voor dit weder- optreden van den heer Colijn in de Tweede Kamer pleiten. Vooreeerst is de heer Colijn zeker de aangewezen opvolger van den bekwamen kolonia len specialiteit van de anti-revolutio naire partij in de Tweede Kamer, wij len dr. Scheurei. De Indische vraag stukken vorderen thans meer dan ooit de aandacht van het Nederland- sche volk en de Nedeilandsche poli tieke partijen. Deskundigen op In disch gebied zijn dan ook bij alle po litieke partijen in de Tweede Kamer zeer noodig. En nu willen wij niet te kort doen aan de verdiensten van den heer Bijleveld, die gedurende de ziek te van den heer Scheurer de hem toe gevallen taak van de behandeling der koloniale aangelegenheden met grooten ijver heeft vervuld. Maar wij gelooven, dat deze de eerste zal zijn om toe te geven, dat de hee~ Colijn meer aangewezen is, om de Indische aangelegenheden in de Tweede Kamer van het standpunt van de antirevolu tionaire partij te belichten, dan hij zelf. Daarbij komt, dat de lieer Colijn om trent de staatkundige ontwikkeling van Nederlandsch-Indië eigen denk beelden heeft; denkbeelden, die hij bij zijn jongste bezoek aan Indië opnieuw aan de practijk heeft kunnen toetsen. Men kan omtrent de wenschelijkheid en uitvoerbaarheid var deze denk beelden in verschillende opzichten een afwijkende meening huldigen, en het toch van groot belang achten, dat de- zo denkbeelden ernstig worden over wogen. De brochure, die daaromtrent eerstdaags van de hand van den heer Colijn zal verschijnen, zal ongetwij feld tot een gedachtenwisseling in de Tweede Kamer aanleidmg geven. Dit debat zal alleen zijn volle waarde kunnen hebben, als de leider van de antirevolutionaire partij daaraan zelf deelneemt, en 'het niet slechts uit de hoogere regionen van de Eerste Ka mer als toeschouwer gadeslaat. Tenslotte nog dit. Wij hebben reeds herhaaldelijk gewezen op het be denkelijke verschijnsel, dat de Eerste Kamer na haar verjongingskuur de neiging heeft, zich steeds meer te la ten gelden. Het gezag van de Tweede Kamer dreigt door het herhaald in grijpen van haar zuster aan de over zijde van het Binnenhof ernstig te worden geschaad. Tot dezen onge- wenschten toestand werkt de om standigheid, dat politieke figuren als oud-minister Colijn in de Eerste en riet in de Tweede Kamer zitting heb ben, in hooge mate mede. Het zou dan ook onsetwijfeld aan de juiste staats rechtelijke verhoudingen ter goede komen, als mannen als de heer Co lijn hun invloed rechtstreeks in de Tweede Kamer zouden laten gelden. Ook daarom roepen wij den heer Colijn toe, in de Tweede Kamer terug te keeren, ook al zijn uit partijoogpunt caaraan wellicht moeilijkheden ver honden. Wij kunnen aan dit verzoek in zijn geval niet de gebruikelijke ver zekering verbinden, dat „alles verge ven en vergeten is". Maar dit laatste zou een staatsman als de heer Colijn zeker ook aller minst wenschen!" Naast dit sympathieke woord van der. grijzen Liberalen staatsman, stond gisteravond in „De Telegraaf" een warm gesteld betoog van N -s (vermoedelijk mogen wij dit toeschrij ven aan den heer Nijpels), waarin eveneens een woord van hulde ge bracht wordt aan onzen Voorzitter van het Centraal Comité. Wij knippen daaruit: „Colijn is een herder zijner kudde. Het is zijn taak, en meer dan dat, zijn roeping. Hij heeft Kuyper op zijn sterfbed beloofd, de leiding der kudde op zfch tp nemen. Hij heeft het ge- ciaan: energiek, opofferend: rust. mo gelijkheid tot groote winst en veel economische macht. Geoogst heeft hij veel verguizing, smaad naast warme vriendschap. Maar deze stoere Calvi nist heeft dit gewild, gekozen, gedurfd en gedragen: wie een roeping heeft en in contact met een hoogere wereld leeft, kan dat. Men moet dit altijd in Colijn voorop stellen". Nadat hij dan verder betoogd heeft dat Colijn streed voor het herstel van het evenwicht in onze staatsfinan ciën, omdat hij daarin zag een strijd voor het behoud van geestelijke waar den, roemt hij hem als den moedige, wiens persoon, ook al is men het za kelijk niet met hem eens, ongerept blijft. Maar dan komt aan het slot de ze leerrijke ontboezeming: „Is het aireede landsbelang, dat de leider eener groep in de Kamer zit, de bcteekenis van den heer Colijn gaat uit hoven die van een partijleider. Deze staatsman, uit den kring der en igere partijgenooten in de sfeer van het geheele nationale en internationale leven. Hij kent Indië uit ervaring, door studie en nieuw bezoek. Hij leeft in de groote economische problemen van dezen tijd. Hij is een waardig ver tegenwoordiger va nons land en be wijst ons allen groote diensten. Zulk oen man in ons parlement verhoogt het aanzien onzer volksvertegenwoor diging. En het ware te wenschen, dat onze Tweede Kamer een aantal figu ren uit alle richtingen rijk werd, die aan haar aanzien luiste*, aan haar de batten hooger bezieling en breeder vlucht zouden geven, en de volksver tegenwoordiging weer zouder brengen tot haar taak van de algemeene lijnen van het regeeringsbeleid aan te ge ven, en van controle, speciaal op de uitgaven. Wat zou men denken van een Kamer, waarin een plaats was voor mannen als Fock, Lely, Limburg, Kooien, Wibaut, Van Weideren Ren- gers, dr. IJzerman en dr. Zimmerman, prof. Van Vollenhoven en prof. Kra nenburg, mannen van kennis, inzicht en ervaring, die ieder op hun gebied zooveel wijsheid omvatten, dat hun woord noodzakelijk gezag zou hebben? Als deze herder tot zijn kudde keert, misschien dat meer kudden om een herder zullen roepen". Wanneer er in onzen kring al eens gebrek aan bezieling mocht zijn, laten wij dan ons oor eens te luisteren leg gen bij deze steunpilaren van het oude liberalisme, die in Colijn, en in den te rugkeer van hem in het actieve poli tieke leven, een stimulans ten goede zten. Wat de beslissing van Colijn ook moge zijn, vopr deze woorden zijn wij dankbaar. Dankbaar om den persoon van Colijn, maar meer nog dankbaar om onze beginselen welke hij zoo meesterlijk dient. STADSNIEUWS. DRUKKERSPATROONSVEREENIGING. Op de agenda van de Drukkerspatroons- vereeniging voor gisteravond stond o.m. vermeld: Causerie van den heer L. Beche- rer over Italiaansche Bedrijfstoestanden en Causerie van den heer N. de Bink over zijn bezoek aan de Pressa-tentoonstelling te Keulen. Deze vergadering werd ook bij gewoond door den voorzitter- van het hoofdbestuur, den heer S. S. Korthuis, uit Den Haag. De heer Becherer hield een interessan te voordracht over de toestanden in Italië in het algemeen en de toestanden in het drukkersbedrijf in het bijzonder, waarna zich tusschen de aanwezigen een aange name discussie ontspon. Over het alge meen kon worden aangenomen, dat het welvaartspeil van werkgever en werkne mer in het zonnige Zuiden ver beneden dat van Nederland staat, wat ook geldt voor de ons omringende landen. Daarna werd het wóórd gegeven aan den heer de Bink, directeur der N.V. Drukkerij C. de Bink Zoon, die aanving met de mededeeling, dat het niet doenlijk is over een zoo geweldige tentoonstelling als de Pressa in een korten tijd een cau serie te houden, aangezien hij dan daar voor zeker een volle dag zou noodig heb ben en zich dan ook zou bepalen tot het geven van een overzicht. Wij kunnen niet anders zeggen, dan dat de heer de Bink uitstekend geslaagd is ons een overzicht te geven van al het interessante, dat zich over een terrein van 4 kilometer lengte aan de overzijde van Keulen uitstrekt. Nadat de heer de B. ons eerst eenige in lichtingen en wenken betreffende reis en verblijf, zoomede over de stad Keulen en den Rijn had verstrekt, vertelde hij ons naar welke grondgedachten de Pressa is opgebouwd en samengesteld, waardoor iets tot stand is gekomen als nimmer te voren vertoond. Voornamelijk de grond gedachte, geen tentoonstelling als een museum, maar alles levend toonen, is voor alle afdeelingen der Pressa toonaan gevend geweest. Zoo is de Pressa een ten toonstelling geworden, die zich niet al leen»: tot een bepaalde vakgroep wen-l' doch als wereldtentoonstelling voor ieder een interessant is. Een geheele tentoonstellings-stad i9 op den rechter Rijnoever tegenover het oude Keulen ontstaan, grootsch troont het nieuw gebouwde hoofdgebouw onmiddel lijk aan het water, gekroond door een 85- meter hoogen Pressatoren, van waaruit des avonds draaiende zoeklichten worden geworpen. Stroomopwaarts, gelegen tus schen de beide Rijnbruggen, verheft zich het rustig-voorname museum, het tehuis der cultuur-historische afdeeling der Pressa en verder het monumentale, in halfrond gebouwde statenhuis, waar drie en veertig landen uit de oude en nieuwe wereld hun interessante inzendingen heb ben ondergebracht. Verder zijn er nog verschillende gebouwen voor bijzondere tentoonstellingen waar vele machtige ma chines van diverse drukmethoden den ge- heelen dag doordraaien. De afdee'ingen van het moderne pers wezen, het dagblad en het tijdschrift wer den daarna door den heer de B. behan deld, om ten slotte te komen bij de ten toonstellingen van den boekhandel, het papier, de fotografie, de kinematografie, de kabeltelefonie en de draadlooze over brenging van beelden en berichten. Zeer interessant is ook te zien de' wijze, waar op voorgesteld woi'dt hoe een advertentie op het publiek inwerkt en wat daarvan over het algemeen de resultaten zijn. Om alles op pakkende wijze den bezoekers te toonen hebben maandenlang bekende kunstenaars gewerkt om op een wijze, zooals nog nooit vertoond, denkbeelden te geven van het wereldverkeer der nieuws berichten. Hierna toonde de heer de B. ons nog een serie schitterende groote fotografieën, die ons, mede door zijn begeleidende verkla ringen, een duidelijk beeld geven van den geweldigen omvang der tentoonstelling en zeker zal zijn opwekking, aan het slot van zijn causerie bij velen niet te ver geefs zijn geweest, n.l. om zelf te gaan aanschouwen, wat hij getracht heeft ons in weinig tijd duidelijk te maken en te laten zien. De voorzitter betuigde dan ook onder applaus der vergadering zijn hartelijken dank aan beide sprekers voor de wijze, waarop zij hun onderwerpen hebben be handeld, waarna de heer Korthuis nog den heel* de Bink verzocht zijn causerie ook voor Jiet district Den Haag te willen herhalen. HET CONCERT VAN „CRESCENDO". Aangezien het Orkest van de Harmonie- kapel „Crescendo" van het H.T.M.-perso- neel uit Den Haag 50 man sterk is en de tent op het van der Werf f park geen vol doende plaatsruimte biedt, zal het con cert van Donderdag 12 Juli a.s. gegeven worden in den tuin van „Musis Sacrum", welwillend beschikbaar gesteld door het Sociëteitsbestuur. Wij herinneren er aan dat de tuin voor het publiek toegankelijk is en dat men daar rustig, voor zoover de ruimte het toelaat, kan zitten luisteren. Kinderen beneden 14 jaar worden ech ter zonder geleide niet toegelaten. ARBEIDSBEURS Bij de Arbeidsbeurs stonden op 5 Juli 1928 ingeschreven 461 werkzoe kenden. Op denzelfden datum van het jaar 1927 bedroeg bet aantal in geschrevenen 593. WATERPOLO. Gisteravond had in de Zweminrich ting aan De Zijl, de ontmoeting plaats tusschen het eerste zevental van de zwemclub „De Zijl" alhier en 't eerste zevental van de vereeniging „Ziam" uit Den Haag. Te ongeveer acht uur had zich reeds een groot aantal belangstellenden voor het loket geschaard, de een den ander verdringende, om zich tijdig een goede plaats te verzekeren. (De kaartverkoop hij dergelijke wedstrij den laat veel te wenschen over). Met veel moeite trachtte ieder een toe gangsbiljet to verkrijgen en het dient gezegd, dat zij, die in 't verdringen virtuoos zijn, als eerste de controle passeeren. We mogen hopen, dat het bestuur van De Zijl hierin spoedig verbetering zal brengen. Voor den aanvang van den wed strijd moest het geduld der toeschou wers op een zware proef worden ge steld, daar door het .iet opkomen van den scheidsrechter de wedstrijd bijna een uur later kon aanvangen dan oorspronkelijk was vastgesteld. De heer Planjer, met spoed ontbo den, was zoo welwillend dezen wed strijd te leiden en de leiding was bij hem in goede handen. Reeds dadelijk bij den aanvang word het doel der Leidenaars onder schot genomen, doch keeper Peters wist voorloopig 't gevaar te bezweren. Fcn sterk overwicht der Hagenaars was merkbaar. Hun aangeven en op- zwemmen met den bal was beter dan dat van hun tegenstanders. De Haag se he keeper bleef vrijwel werkeloos. ::codat het dan ook niet lang duurde of Ziam scoorde haar eerste doelpunt. Het vele loslaten van de tegenpartij was oorzaak, dat het Leidsche doel menig gevaar liep. Voor de rust werd er echter niet meer gedoelpunt. Na de rust een opleving in de Leid sche gelederen. Door goed aangeven van v. d. Horst in de achterhoede, wist deze den aanval aan 't werk te zetten. Door goed samenspel slaagde Kramp er tenslotte in gelijk te maken. Meer en meer komt de Zijl in den aanval en Snoeker scoort een twijfelachtig punt, dat evenwel door den scheids rechter wordt erkend. Ziam, niet ontmoedigd, trekt ten aanval en de gelijkmaker ligt in 't net, spoedig gevolgd door een goed schot, dat den stand op 32 brengt. Nog een enkele minuut is te spelen. De Zijl komt duchtig opzetten en het is weer Kramp, die voor het doel liggend, met een hard schot den gelijkmaker scoort. In dezen stand kwam geen verande ring meer, zoodat deze wedstrijd eindigde met 33. Het was jammer, dat enkele spelers van De Zijl hun tegenstanders te veel loslieten, waardoor het mogelijk was, dat de tegenpartij vaak op gemakke lijke wijze kon doelpunten. Evenwel mogen de Leidsche spelers op een goeden wedstrijd terugzien. HET INTERNATIONAAL ASTRONOMISCH CONGRES. De plechtige opening te 's-Gravenhage In tegenwoordigheid van een groot aantal belangstellenden heeft gister middag in de Ridderzaal te 's Graven- hage de officieele opening plaats ge had van het congres van de Internati onale Astronomische Unie. Rede Minister Waszink. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. A. M. Waszink begroette in naam der Nederlandsche regeering het congres, dat ten doel heeft de beoefening van de oudste al ler wetenschappen en dat in waarheid internationaal mag heeten. De Nederlandsche regeering en het Nederlandsche volk hebben steeds 'n groote belangstelling aan den dag ge legd voor nationalen en internationa len wetenschappelijken arbeid. Wij zijn er trotsch op, dat wij in ons land tellen zes universiteiten en vier hoogescholen, terwijl wij bezig zijn in Oost-Indië bet universitair onderwijs op breeder basis te ontwikkelen. Het spreekt vanzelf, dat onze geleerden, waarop wij evenzeer trotsch zijn als ieder uwer op het zijne, het groote be lang der nationale samenwerking heb ben begrepen. Daarmede immers wordt niet alleen bereikt, een voor de wetenschap zoo nuttige en noodige uitwisseling van gedachten, maar wordt ook bevorderd de internationale toenadering, die he laas door omstandigheden, aan ons al len bekend, zoo langen tijd verbroken is. Ik breng dan in naam der Neder landsche regeering ook oprechte hul de aan de astronomen, wien het ge lukt is, wat hun wetenschap betreft, de vooroordeelen te overwinnen, die aan de toenadering in den weg staan. Met de beste wenschen voor het congres besloot spr. zijn begroetings rede. Rede Prof. Went. Prof. Dr. F. A. T. C. Went, voorzit ter van de Kon. Academie van Weten schappen, sprak uit naam der Neder landsche wetenschap eveneens zijn groote vreugde erover uit, dat het con gres van thans het eerste na den we reldoorlog is, waarop 28 landen verte genwoordigd zijn en dat werkelijk in ternationaal zal zijn. Nederland was er trotsch op, dat op zijn gebied thans de weg tot een algemeene goede ver standhouding werd ingeslagen. Het doet ons genoegen, dat de as- stronomen dezen eersten stap gedaan hebben, aldus vervolgde Prof. Went. Ons land, hoewel er zeer wel van doordrongen, dat de wetenschap geen grenzen kent, beroemt er zich toch op, dat het verscheidene beroemde ster- rekundigen binnen zijn grenzen heeft zien geboren worden. Ik wil slechts twee namen noemen: hij, die de lijst in de 17de eeuw opent: Huyghensv en om niet van de levenden te spreken, hij, die de lijst in onze dagen afsluit: Kapteyn. Dit waren ook twee mannen, die, verre van een bekrompen nationalis me, steeds de universaliteit der we tenschap hebben verdedigd, die alles hebben gedaan om de slagboomen op dit gebied op te doen heffen; Kapteyn, dien de meesten uwer nog wel ge kend zullen hebben, heeft meer dan iemand anders geleden door de ver wijdering, die tusschen de volkeren is ontstaan. Rede Prof. Wenslnck. De rector-magnificus der Leidsche universiteit, Prof. Dr. A. J. Wensinek. sprak daarna zijn begroetingsrede uil Binnenland. De officieele opening van het Int. Astronomisch Congres. Het rapport omtrent art. 2 (de grondslag) der Vrije Universiteit met bijna algemeene stemmen goedge keurd. Bollenland. Het rapport van Nobile over het on geluk met de Italia De Duitsche rijksdag heeft de regeo* ringsverklaring goedgekeurd De viering van den „Onafhanke* iijkheidsdag" in Amerika heelt 69 slachtoffers gekost De Grieksche Kamer zal ontbonden worden. Een voorloopig rapport der bespre kingen over den industxieelen vrede in Engeland. In zijn toespraak heette hij het con gres welkom uit naam van den Senaat der Leidsche Universiteit. Hij gaf vervolgens een historisch overzicht van de geschiedenis der Leidsche Sterrenwacht, welke de con gressisten herhaaldelijk zullen bezoe ken, en die een tijdperk van ongeveer 300 jaar omvat. Hij sprak van vermaarde leeraren aan de Leidsche Universiteit van Snellius, Golius, Gravesande, Lulofs, Van Beeck Calkoen en Frederik Kai ser, Van de Sande Bakhuyzen. De tegenwoordige directeur, uw voorzitter, aldus Prof. Wensinek, maakte plannen tot algeheele reorga nisatie, die onder zeer moeilijke om standigheden tot stand werd gebracht In 1924 werd het nieuwe observato rium geopend. Onze universiteit is er trotsch op te weten, en zij prijst zich gelukkig, dat het werk blijvende we tenschappelijke waardq bezit. De senaat, aldus besloot de rector- magnificus, is er wel van doordron gen, dat boven alles de studie der sterrekunde een samenwerking op groote schaal van noode heeft. Wij we ten, dat een internationaal congres het beste middel is om plannen te be ramen en om nieuwen arbeid voor te bereiden. Rede Prof. de Sitter. Aan het slot der plechtige openings bijeenkomst sprak Prof. Dr. W. de Sit ter, voorzitter van het Congres, harte lijke dankbetuigingen uit voor de ont vangst, het congres bereid. In zijn toespraak wees hij er ver der op, dat het Leidsche congres het grootste astronomische congres is, dat ooit werd gehouden. Juist door haar uiterste nutteloos heid is de sterrekunde de nuttigste aller wetenschappen, zeide spr., daar zij de ideëele doeleinden van het menschdom nastreeft. Maar dit nut teloos ideaal is oorzaak, dat het ge zelschap astronomen klein blijft en dat individueele sterrekundigen van dit klein verband voordeel trekken, waardoor het mogelijk is, dat zij el kander allen kennen. Waar een sterre- kundige, van welke natie ook, heen gaat, hij is er zeker van in het tehuis van welken anderen sterrekundige ook, een hartelijk welkom te vinden, als bij een ouden vriend. Ik eindig met de hoop en het ver trouwen uit te spreken, aldus Prof. de Sitter, dat in de atmosfeer, geschapen door de vriendelijke uitnoodiging en het hartelijk welkom, dat de Interna tionale Astronomische Unie hier vindt deze onderlinge vriendschap tusschen sterrekundigen van alle landen zal groeien en vrucht zal dragen ten ba te van onze w^enschap en door haar van de geheele mensehheid. De algemeene vergadering. Hedenmorgen is in de Stadsgehoor zaal alhier het Internationaal Astro nomisch Congres aangevangen. De groote zaal van de Stadsgehoor zaal, welke voor dit congres kosteloos door de gemeente is afgestaan, prijkt met keurige plantengroepen en mot de vlaggen van de naties, die op dit congres zijn vertegenwoordigd, waar van 23 bij de Internationale Astrono mische Unie zijn aangesloten, n.l.: Zuid Afrika, Vereenigde Staten van N. Amerika, Argentinië, Australië, Canada, Denemarken. Egypte, Enge land, Frankrijk, Italië, Japan, Neder land, Noorwegen, Polen, Portugal, Roe menië, Spanje, Tsjecho Slowakije. Zweden en Zwitserland. Als gasten zijn aanwezig: China, Duitschland, Esthland, Hongarije, Li- tb auen, Oostenrijk en Rusland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1