NIEUWE LEIDSCHE COURANT van DINSDAG 19 JUNI 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. DE VACANTIEREIS VAN H. M. DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA. Het Zweedsche Telegraaf Agent schap seint uit Stockholm d.d. gister: H. M. Koningin Wilhelmina, bege leid door H. K. H. Prinses Juliana is om 8 uur te Stockholm aangekomen. Na een bezoek aan het Neder- landsch gezantschap zullen de Vor stelijke personen de lunch gebruiken met den 'koning en de koningin van Zweden om 13 uur. De Koningin en de Prinses, die streng incognito reizen, zul1 n na de lunch zich weer weer naar den trein begeven om vanavond de reis naar Abisho voort te zetten. Z. K. H. DE PRINS. Z. K. H. de Prins is gisterochtend vroeg uit Den Haag naar Duitschland vertrokken om, gelijk dezer dagen reeds gemeld is, na een kort ver blijf daar te lande, zich naar Noor wegen te begeven, waar hij de Konin- ging en de Prinses zal ontmoeten. DE EX-KROONPRINS. Uit Doorn meldt men, dat de ex- kroonprins van Duitschland aldaar voor enkele dagen is aangekomen en dat de Minister van Binnenlandsche Zaken. Mr. Kan, gisteren met dezen en met den ex-keizer een bespreking bad. GENERAAL SNIJDERS NAAR INDIë Naar Aneta verneemt, heeft het be stuur der Nederlandsch-Indische Ver- et niging voor Luc'.tvaart te Welte vreden den generaal b.d. C. J. Snijders uitgenoodigd, als haar gast de ope ning van de Indische luchtverkeers- lijnen op Java te komen bijwonen. De gen -aal heeft deze, van zoo gioote waardeering getuigende uit- noodiging gaarne aangenomen. Het tijdstip, waarop bedoelde opening zal plaats hebben, staat nog niet geheel vast. GEEN VERPLAATSING VA!I RIJKSLANDBOUWr-'F'" \TIC"TS Ten vervolge op de beantwoording van vragen van den heer Braat betref fende verplaatsting van de Rijksland bouwproefstations voor veevreder en zaadcontrole van Wageningen naar Delft, heeft Minister Kan .lsnog doen weten dat het in het, door den Minis ter gegeven, voorloopig antwoord be deelde onderzoek, aangaande de vraag of hefc om bezuinigingsredenen wen- schelijk is de landbouwproefstations vcor zaadcontrole en voer veevoeder- onderzoek te verplaatsen, heeft plaats gehad. Gebleken is, dat tot een verplaat sing van eerstgenoemd station niet kan worden overgegaan, aangezien het station speciaal voor zijn doel is ingericht inbouw en inmetseling van eengedeelte van den inventaris en slechts door omvangrijke af- biaak en verbouwing en kostbare de monteering vooi een ander speciaal deel is bruikbaar te maken. L* zijn te- genwoordigen toestand is het dan ook voor onderbrenging van een der afdee- lingen van de Landbouwhoogeschool niet bruikbaar. Bovenaien profiteert de Landbouwhoogeschool in belangrij ke mate van de aanwezigheid te Wa geningen van dat station, zoodat ver plaatsing .Is een ernstig nadeel zou worden gevoeld. Wat aangaat het proefstation voor veevoederonderzoek, daarin is thans wel een deel van de bibliotheek der Landbou.vhoogeschool oi. n^ebracht slechts als tijdelijke maatregel doch met 't oog op het brandgevaar is het gebouw voor bibliotheek niet ee- schikt en ook niet brui' baar te ma ken, terwijl het bezwaarlijk voor een andere afdeeling van de Landbouw hoogeschool in gebruik kan -dejj FEUILLETON. EINDELIJK VREDE. 1; o HOOFDSTUK I. Dokter Van Ende was zeer zwaar moedig gestemd. Een sombere wolk hing over zijn fijnbesneden gezicht, toen hij uit de tram stapte, niet letten de op het bonte gewoel om hem heen, de krachtige polss.. van het drukke leven in een groote stad. Dokter Van Ende lette er niet op, en beant woordde ternauwernood de groeten zijner kennissen. Zijn stap was niet zoo veerkrachtig als anders, terwijl hij den weg insloeg naar het militair hospitaal, waar zijn dagelijksch werk hem wachtte. Het scheen, dat een ge weldige last hem neerdrukte. En het was een zware last. De hel dere zon, die pas kor' geleden voor hem was opgegaan, was door zwarte wolken bedekt, ja dreigde in een don keren nacht voor altijd onder te gaan Een zacht gekerm ontsnapte onwil lekeurig zijne lippen: „Mijn God! hoe zal ik haar redden?" God? Daar btstond immers geen God! Gek, dat men zoo'n woord op de lippen neemt, terwijl het slechts een holle klank is. iets dat niet bestaat, dat niets betee- kent. Dokter Van Ende had de ge woonte niet, om dat woord gedachte loos uit te spreken, zooals zoovelen de gewoonte hebben, zoovelen, die niet genomen. Het is dan ock raadzaam, den bestaanden toestand voor het oogenblik te handhaven. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Ochten (Gld.) J. van Amstel, te Piitfen o. d. Veluwe. Voor Lemmer, D. M. Vermet, te Balk. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Hoofddorp, K. Siets- ma, te Schoondijke. Te Woudsend, D. de Groot, cand. te Amsterdam. Te Helmond, J. Wristers, cand. te Utrecht. Bedankt: Voor St. Annaparochie, W. K. Gerritsma te Oudega. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Bussum, J. Jonge- leen, te Hilversum. Voor Hillegom, J. A. Riekel te Sliedrecht. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Aagtekerke, J. Fraanje te Barneveld. Bedankt: Voor Kampen en voor Scherpenisse, D. Vreugdenhil, te Brui- nisse. DOOPSGEZINDE GEMEENTEN. Zestal: Te Joure, A. L. Broer, te Hin- deloopen en Koudum; T. O. M. H. Hijlke- ma, te Giethoorn; J. F. Knipscheer, te Oude-Biltzijl;J. Koekebakker, te Middel burg en Goes; B. P. de Vries, te Balk en Woudsend en N. v. d. Zijpe, te Zijldijk. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Cand. H. C. Touw, van Utrecht, is voor nemens om Zondag 22 Juli a.s. zijn in trede te doen bij de Ned. Herv. Gem. van De Kaag, na 's morgens bevestigd te zijn door Ds. D. Tromp, van Heerlen. Ds. J. Jansen, te Texel, die bet be roep heeft aangenomen naar Tubbergen, (bij Almelo), is voornemens 8 Juli afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Texel om op 15 Juli zijn intrede te doen te Tubbergen, na bevestiging door zijn voorganger Ds. Th. C. Vriezen, thans te Sittard. Ds. J. H. Th. Rappard hoopt 24 Juni afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Barneveld om 1 Juli intrede te doen te Dinteloord. Bevestiger is Ds. K. J. v. d. Berg te Amersfoort. Ds. D. P. Kalkman hoopt 5 Augus tus afscheid te nemen van de Geref. Kerk te Krimpen a. d. Lek, om 19 Aug. cLa.v. intrede te doen te Moordrecht. Bevestiger is Ds. J. v. d. Sluis te Ouderkerk a. d. IJsel. Na bevestigd te zijn door zijn zwager Ds. J. Hettinga, van Wyckel en Balk, met een predikatie over Efeze 1 4a, deed jJ. Zondagavond Ds. J. de Koning, van Vries, intrede in de Geref. Kerk te Schipluiden, met een predikatie over 2 Cor. 217. Ouderling A. van Dorp sprak namens den Kerkeraad Ds. de Koning toe. Ds. W. Moene van De Lier sprak namens de clas sis Den Haag, Ds. T. J. Hagen van Delft als consulent, terwijl ten slotte gesproken werd door den heer J. Pouwer, hoofd der Geref. School. Toegezongen werd Psalm 134 3. Dr. H. Schokking van Den Haag be vestigde Zondag cand. G. J. Streeder in de Ned. Herv. Kerk te Heinenoord met 'n predikatie over Ef. 411b en 12. Gebruikelijke toespraken werden ge houden. Ds. Streeder werd toegesproken door zijn vader, den heer G. J. Streeder Sr., Godsdienstonderwijzer te Den Haag; door Ds. J. Weener, te Geervliet, studie vriend; door den heer H. Tonnon, theoL cand. te Den Haag, namens enkele stu denten-disputen en door Ds. J. ten Bok- kel Huinink, consulent. Toegezongen werd Psalm 134C. Aan wezig waren o.m. verschillende predikan ten en de burgemeester. DE KERK EN HET SOCIALE LEVEN. De algemeene vergadering van den Cbr. Zeeliedenbond op 10 en 17 Jan. j.l. te Scbeveningen gehouden, benoemde een commissie, die haar oordeel nader had uit te spreken over het uitvaren op Zon dag in het visscherijbedrijf. In deze commissie namen zitting de heeren Ds. W. M. A. Kalkman, Ned. Herv. predikant te Katwijk aan Zee; Ds. J. G. Feenstra, Ger. predikant te Scheveningen en Ds. L. H. v. d. Meiden, Chr. Geref. pre- in het bestaan van een God zeggen te gelooven, en onophoudelijk Zijn Naam misbruiken. Slechts een enkel oogenblik hield de jonge dokter zich met deze gedach te bezig, om dadelijk weer tot het punt van uitgang terug te keeren: „O kon ik haar maar redden! Ja, zij moet, zij zal gered worden! Zij mag niet sterven. Zij kan niet sterven!" En hij verhaastte zijn stap, die een oogenblik tevoren zoo zwaar was. Hij zou zich haasten om zijne dagtaak te volbrengen, dan eenige collega's raad plegen over dat geval, dat al zijne ge dachten bezighield; en dan terugkee- ren, terugijlen. De kunst zou wonde ren doen. Zijne Helena zou gered worden Nog maar een paar weken geleden had zijne gelukszon zoo helder ge schenen. Als officier van gezondheid was hij uit Nederland teruggekeerd. Dij had zijne studiën prachtig geëin digd, en in het land zijner geboorte zcuden ze rijke winst vfwerpen, en zóó zou hij in staat worden gesteld, de zelfopoffering van zijne goede, trouwe eenige zuster te beloonen, die het '*or- tuin, hun beiden door hun vader na gelaten. voor 't grootste gedeelte aan den oudsten broer had afgestaan, om hém in staat te stellen, eene geschikte plaats in de maatschappij te verove ren. Aan froord had de jonee dokter ken nis gemaakt met het innemendste, keftalligste schepseltje, dat hij ooit dikant te 's-Gravenhage, de reeders J. J. de Niet en P. J. de Mos en de visschers en schippers J. Groen Dzn., G. Guyt en K. H. de Graaf. De commissie heeft met algemeene stemmen als haar gevoelen uitgesproken: le. Dat alleen noodzakelijke arbeid op Zondag mag worden verricht; 2e. dat ieder naar zijn consciëntie, in gebondenheid aan Gods Woord, dient te weten wat hij onder „noodzakelijken ar beid" heeft te verstaan; 3e. dat het uitvaren op Zondag, anders dan in noodgevallen, moet gerekend wor den als te zijn in strijd met de Wet des Heeren; 4e. Dat de commissie hoopt en ver trouwt dat allen, zoowel reeders als schip pers, als alle matrozen zullen medewer ken, dat in het visscherijbedrijf de Zon dag als dag des Heeren en rustdag ge heiligd wordt. ZENDINGSFILM VOOR MIDDEN-JAVA EN SOEMBA. Ds. D. Pol te Rijsoord schrijft ons na mens het Comité-Zendingsfilnl voor Mid- den-Java en Soemba: Het comité voor bovengenoemde film meldt met dankbaarheid, dat uit greote- re en kleinere plaatsen talrijke aanvra gen om een vertooning reeds ontvangen werden. Alle antwoorden' op de gezonden vragenlijsten zijn nog niet binnen; spoedi ge beantwoording is noodig, om nog in het herfst- of winterseizoen een voorstel ling te kunnen verkrijgen. Ter toelichting van sommige punten moge medegedeeld worden: Voor de aparte voorstelling voor kin deren, tot den leeftijd van 16 jaar (te ge ven van plm. 5 tot 7 uur) stelde het Co mité de entrée op ƒ0.10.. dat moge een schadepost geven, de poging om alle kin deren, knapen en meisjes, de zendings film te laten zien en vcor de zending te winnen, mocht daarom niet nagelaten worden. Zouden de schoolhoofden een handje mee willen helpen? De entréeprijzen voor de tweede, op die voor de kinderen volgende vertooning, uitsluitend voor volwassenen bestemd, werden gesteld op ƒ0.60 en voor wie het betalen kunnen op ƒ1, 1.25 en 1.50. Doch dat mag geen verschil in de plaat sen maken. Geen rangen! Zouden onze meisjesvereenïgingen met den verkoop der spoedig te verzenden kaarten zich zoo spoedig mogelijk willen belasten? Met zoo'n vóórverkoop zouden zij een uitnemend werk doen. Immers al wat in komt boven de waarborgsom van 150 (óók voor een kleine plaats toch niet te hoog: b.v. 150 kinderkaarten a 10 ets.; 150 kaarten a 60 ets.; 40 kaarten a ƒ1 en 10 a 1.50 geeft al een bedrag van 160) is geheel ten bate van de zending. Met dat laatste is niet bedoeld de plaat selijke zendingskas, doch een bijdrage voor de zending in haar geheel, welke zoo billijk mogelijk zal verdeeld worden, ter beslissing aan de onderscheidene zen- dingsdeputaten. Aan -commissies op klei ne plaatsen, niet bij machte voor de ge vraagde waarborgsom in te staan, wordt geraden met omliggende gemeenten over leg te plegen en samenwerking te zoeken; tot een 200 a 300 kaarten kunnen zij het immers allicht brengen. De kerkeraden willen allicht voor de filmvertooning het kerkgebouw wel gra tis beschikbaar stellen. De zendingsfilm belooft een prachtstuk te worden. Laat er dan een ernstige be spreking over dit voor de zending uitne mende propagandamiddel alom gevoerd worden, met het vaste voornemen om wat te doen. MIDDELB. AKTES FRANSCH, DUITSCH EN ENGELSCH. Bij K. B. van 30 Mei 1928, Staatsbl. No. 194 zijn in het programma ^an de exa mens middelb. onderwijs Fransch, Duitsch en Engelsch de volgende wijzigingen aan gebracht: bij de examens A. en B. vervalt de bepaling, dat vreemdelingen, die ver klaren de Nederlandscbe taal niet mach tig te zijn, de vertaling kunnen vervan gen door een opstel en een paraphrase van een gedicht in de taal, waarover het examen loopt. Voor de akte A wordt de volgende be paling ingevoegd: „Het maken van een opstel in de taal, waarover het examen loopt, en/of van een schriftelijke vertaling van een niet te gemakkelijk stuk proza uit de vreemde gezien had, eene arme wees, die naar Indië kwam om met het geven van muzieklessen haar brood te verdienen. Spoedig had hij haar hart veroverd, en hare teedere liefde en aanhanke lijkheid had hem overgebracht in een wonderland, een paradijs, waarvan hij tot nu toe het bestaan niet had ver moed. Terwille van zijn werk in het hos pitaal te Weltevreden, had hij het aan bod van een bejaarden dokter, den boezemvriend zijns vaders, aangeno men, om bij hem in te wonen, daar hij dan in de nabijheid van zijn dage lijksch werk was. Maar eiken namid dag, wanneer zijne dagtaak afgeloo- pen was, had men hem in de tram kunnen zien stappen met een geluk kigen glimlach op zijn mannelijk ge laat; en nooit reed de tram hem snel genoeg om den korten afstand tot Meester Cornells af te leggen. Heer lijke uren werden daar in het kleine gezellige huisje gesleten, waar zijne zuster met hartelijke liefde de arme wees had welkom geheeten. Het wa ren de kostelijkste uren van den. dag wanneer Frank in haar midden was, en de innigste liefde omsnoerde deze c'rie warme, liefhebbende harten. Al te spoedig waren ze voorbij, wanneer Frank laat in den avond afscheid nam om zijn oksthuis weer op te zoeken. En nu was ze sedert eenige dagen zwaar ziek, zij. zijne aangebedene, zijn Helena; en een oogenblik scheen het bloed in zijne aderen als gestold te taal in het Nederlandsch. De examencom missie beslist, of een opstel, dan wel een vertaling zal worden opgegeven, of wel beide; van vreemdelingen wordt in elk geval een vertaling geëischt. In het tweede lid van het programma voor#de akte B vervallen de woorden „mondeling of", terwijl wordt ingevoerd de bepaling: „Het maken van een schrif telijke vertaling van een niet te gemak kelijk stuk proza uit de vreemde taal in het Nederlandsch. Deze wijzigingen tre den in werking met 1 Januari 1929. Gemeenteraad Leiden. (Vervolg van gisteren). 14. Voorstel inzake de beschikbaar stelling van gelden ten behoeve van de uitbreiding van de Electriciteits- fabriek met een turbo-generator, t "ee stoomketels en een schakelhuis met bijbehoorende hulpmachines en ver dere toebehooren. De heer G r o e n e v e 1 d (S. D.) merkt op, dat de teekening bij de stukken ontbrak. Voorts vraagt hij\ hoe het gaat met de aldaar ontworpen weg. Spr. vraagt ook, of het geen over weging verdient, de fabriek te ver plaatsen. De roetplaag is hinderlijk en maakt de omgeving haast onbewoon baar. Spiv vernam, dat nu 2 millioen verbouwd zal worden, terwijl een cen trale huiten 4 millioen zal kosten. De heer M a n d e r s (R. K.) is ook verwonderd, dat geen volledige finan cieel© inlichtingen worden verstrekt. Ook spr. vestigt de aandacht op de roetplaag, vooral uit hygiënisch oog punt moet daarop de aandacht geves tigd. De uitbreiding der fabriek is naar spr.'s meening eerst in aller hoogste instantie en slechts tijdelijk verleend. Bestaat er zekerheid, dat deze uitbreiding verkregen wordt? Spr. vestigt de aandacht op de ver hoogde productie der fabriek die den overlast verhoogt. De heer Spendel (R. K.) komt er tegen op, dat men zoo gemakkelijk met de cijfers omspringt. Procentsge- wijze is de roetplaag niet met de uit breiding meegegaan. Commissarissen accepteeren niet alles. De heer Rosmalen (C. H.) maakt een opmerking die onverstaanbaar is. De heer S c h u 11 e r (S. D.) zou het niet kwalijk nemen, als een van zijn partijgenooten een afwijkend stand punt zou innemen. Voorts heeft spr. zich verwonderd, dat de partij, die tijdens de verkiezin gen bouquetjes uitdeelde, nu nog niets heeft gezegd. De heer Bosman (V. B.) heeft de aangelegenheid eens besproken met den Directeur, maar werd daardoor niet geheel bevredigd, Technisch wil spr. het liefst aan de Directie overla ten. Verplaatsing is om de ruimte niet noodig. Wanneer dus verplaatsing noodig zou zijn, is het om de roet plaag. Maar spr. vraagt dan toch voor af bestrijding met mechanische of eventueel chemische middelen. Spr. vraagt ook overweging van het gedeel telijk gebruik van de voorhanden gel den. De heer W i 1 m e r (R. K.) hoewel niet behoorende tot de leden, die a priori de roetplaag onoverkomenlijk achten, heeft spreker toch veel inte resse voor de zaak. Spr. vraagt, welke middelen denkt de heer Bosman tot bestrijding van de roetplaag te nemen. Weth. Go sl in ga verblijdt er zich over, dat deze zaak niet zonder dis cussie passeert. Spr. spijt het, dat de overzichtelijke teekening niet heeft ter inzage gelegen Dat is een onopzettelijk verzuim. De verbinding Volmolengracht-Maresin- gel is steeds onmogelijk geacht en is ook thans nog onmogelijk, omdat de ze verbinding dwars door de fabriek zou moeten gaan. Straks, als de be graafplaats mag worden afgegraven kan deze verbinding komen. Als we tachtig jaar geleden geweten hadden, dat Leiden zich zou zou uitbreiden, zouden wij een ander terrein gekozen hebben. Maar dat is nu eenmaal niet anders. Het stichten van een nieuwe fabriek zijn, toen hij constateerde, dat het ty phus was, die als een wreed monster zijne klauw had gelegd op dat teedere, liefelijke wezen. Den ganschen nacht hadden ze te zamen bij de lieve zieke gewaakt. Eene betere ziekenverpleeg ster dan zijne trouwe zuster had hij Dergens kunnen vinden; en ook nu wist hij, dat ze volmaakt veilig was onder Ruth's teedere zorgen. Toch was hij gejaagd hij het vol brengen van zijne dagtaak, terwijl hij de zalen doorliep, en de lijders, die aan zijne zorgen waren toevertrouwd, te woord stond. Er moest juist dezen morgen eene. operatie worden verricht, en in de operatiekamer stonden een paar dokters op hun colle°a te wach ten. Terwijl hij zich daarheen spoedde, ontmoette hij zijn ouden vriend, bij wien hij inwoonde. „Wel, mn jongen!" zeide dokter Steenbergen, hem vriendelijk op den schouder kloppende, „hoe gaat het ermee?" „O dokter! het was een vreeselijke nacht", was het sombere antwoord, terwijl de jonge man zijn gelaat een oogenblik met de hand bedékte. „Ik moet u zoo meteen spreken, als de operatie daarginds afgeloopen is. De kunst moet toch een middel hebben om doze vreeselijke ziekte te stuiten 1" „Moet jij bij die operatie assistee- ren? Op mijn woord* je ziet nu al zoo wit als de muur. Wacht even! ik zal vragen, of een ander ja plaats voor de- RECLAME. Zomersproefen ver dwijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. zal niet eerder mogen plaats hebben, dan wanneer deze onvoldoende blijkt. Dan moet de nieuwe geleidelijk de productie overnemen. Een kapitaal van 4 millioen is slechts het begin. Dat kost geruimen tijd van voorbereiding Bovendien moet niet vergeten wor den, de mogelijkheid van samenvoe ging met de andere Zuid-Hollandsche electriciteits-voorzieningen. Men heeft de toename der belasting met gemengde gevoelens gade gesla gen. Voor den winter 1929 moet de uitbreiding hebben plaats gehad om voldoende zekerheid te hebben bij sto ring. De maximale belasting is nu reeds 42.500 K.W.U. Gelukkig is de afname niet op eenig moment tot dat aantal opgevoerd, maar in elk geval moet voor eind 1929 de uitbreiding komen. De roetplaag is ernstig. Maar de hee ren vergissen zich, als zij meenen, dat de roetplaag door deze uitbreiding zal toenemen. Integendeel, de nieuwe ke tels verbeteren den toestand en wer ken ook economischer. Overwogen wordt, nog een beter soort kolen te gebruiken, maar ook nu reeds worden betere kolen gebruikt dan elders. Ge heel wegnemen van de roetplaag is nog onmogelijk, gelijk pas nog in den Amsterdamschen Raad bleek. De heer Manders vroeg, of de ver gunning wel verkregen zal worden. Dat is een zaak van Ged. Staten, maar spr. betwijfelt niet, dat de ver gunning verkregen zal worden. Spr. wijst er op, dat de gemeente vooruit moet. In 1924 werd tot uitbreiding be sloten, die in 1926 tot stand kwam. Deze uitbreiding komt eerst in 1929 tot stand. Het kapitaal moet door de gemeente worden verstrekt in een ka pitaal, dat tegen een bepaalde rente wordt verstrekt. De beschikbare mid delen moeten zoodanig worden be heerd, dat rentabiliteit verzekerd blijft. Een afschrijvingsfonds moet aanwezig blijven. De heer Bosman (V. B.) meent, dat het afschrijvingsfonds inderdaad blijven moet, maar de reserve is veel grooter, daarom kan men voor nieuw bouw daarvan nemen, ook al met het oog op renteverlies. Spr. vraagt, of niet met een kleine re machine kan volstaan worden, maar spr. dringt daarop niet aan. De heer Manders (R. K.) bespreekt ook nog de verplaatsing-uitbreiding. Verplaatsing moet geleidelijk plaats hebben, maar dan kan dat punt ook nu overwogen worden. Spr. vraagt, of we niet nog een belangrijke reserve aan K. W. U. hebben, en vraagt daar om, kunnen we niet nog eens de kat uit den boom kijken. De heer G r o e n e v e 1 d (S. D.) wijst er op, dat inderdaad een stuk terrein dat indertijd voor weg bestemd was, voor uitbreiding benut wordt. In 1924 bleef dit in het midden, nu wordt de weg eenvoudig weggenomen In de stad zijn verschillende fabrie ken door wegen gescheiden. Dat kan ook hier. Spr. bedoelde niet een ver binding Volmolengracht-Mar esingel, maar een doorgaande verbinding tus- schen Zuid Noord van de stad. Spr. heeft respect voor de kennis van den heer Spendel, maar weet toch niet, of deze kennis hier boven verden king staat. De roetplaag moge procentsgewijze dalen, absoluut stijgt ze toch. Wat de wethouder hier zeide is vroeger door wethouder Sanders ook gezegd, spr. kan daar geen vertrouwen in stel len. Wat de verplaatsing aangaat. Deze zou kosten 4 millioen, maar dan toch minus deze uitbreiding. Spr. geeft in overweging dat te overwegen. De heer De R e e d e (C. H.) wijst er op. dat de lichtfabrieken over een enorm kapitaal aan liquide middelen beschikken, n.l. 1.400.000 aan depots bij den ontvanger. Deze gedeeltelijk te zen morgen kan innemen". De vriendelijke oude dokter was spoedig terug. „Nu 't is in orde, hoor! Ga jij nu maar zoo spoedig mogelijk terug. En vooral, maak je zelf niet van streek. Je weet bet zelf zoo goed als ik, dat medicijnen bij zoo'n geval bitter weinig uitwerken. Het is de zorgvuldige verpleging, die de patiënt kan behouden; en ik ben er zeker van, dat het haar in dat opzicht aan niets zal ontbreken. Onze goede Ruth is een uitstekende ziekenverpleegster. Maar jullie moet je zeiven sparen. Ga nu om beurten wat rusten; anders zal geen van beiden het kunnen volhouden. Ik zal de zaak wel voor je in orde maken, dat je eenige dagen verlof krijgt; want onder zulke omstandigheden heeft men zijne gedachten onmogelijk goed bij elkaar. Geen dank, geen dank, beste jon gen! Houd je maar goed! Zoodra mijn werk hier afgeloopen is, kom ik.eens even kijken. Adieu, tot straks!" En de goedhartige oude man riep hem nog na, terwijl de jonge dokter de trappen haastig afliep: „Moed hou den, hoor je! Ze is jong, en de jeugd heeft eene verbazende veerkracht!" Maar zich omkeerend, mompelde hij: „Arme jongen! dat juist zoo'n teer gestelletje door zulk eene kwaadaar dige ziekte moest worden aangetast! En de verschijnselen, die hij beschreef, bevallen me heelemaal niet, heele maal niet!" CWordt Ttffolgü)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5