Het behoeft geen betoog, dat zonder terdege rekening te houden met deze bei de aan elkaar grenzende vormen van on derwijs een opheffing van de bestaande tegenstellingen nooit zal zijn te vinden. Uitgaande van deze gedachten, heeft het hoofdbestuur voor geval het Fransch op de lagere school weer zou worden in gevoerd, de volgende denkbeelden ter overweging aan te bieden: 1. Alle ouders zullen in de gelegenheid worden, gesteld hun kinderen aan het on derwijs in het Fransch te doen deelnemen, voor zoöver hun kinderen bekwaam moe ten worden geacht in de desbetreffende klasse te worden toegelaten. 2. Het onderwijs in het Fransch zal zijn beperkt tot het vijfde en zesde, eventueel zevende, leerjaar. 3. Voor dit onderwijs zal per klasse en per week 2 uur worden uitgetrokken, als de aansluiting met het M. O. pas te ver krijgen is op het eind van het zevende leerjaar, of 3 uur per klasse en pe- week bij scholen, die sin het eind van het zes de leerjaar hun leerlingen naar de Mid delbare school plegen te zenden. PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. (Vervolg). Na heropening van de vergadering wordt z.h.s. aangenotaen het voorstel be treffende subsidie van ten hoogste 41.000 voor restauratie van de Oude Kerk te Delft. Bij het voorstel om het subsidie voor. restauratie van den toren der nieu we of St. Ursulakerk te Delft tot ƒ10.200 te verhoogen, komt de. heer KERSTEN (H.G.S.) op tegen de verplichting van as surantie van den toren. Deze verzekering is in strijd met de Gereformeerde leer. Spr. dient een amendement in, om de zen verzekeringsplicht uit het voorstel te schrappen. Dit amendement-Kersten wordt na eeni ge discussie verworpen met 59 tegen 3 stemmen. Het voorstel van Ged. Staten wordt z.h.s. aangenomen. Interpellatie-aanvraag. Van den heer HOFFMAN is een verzoek ingekomen om to mogen interpelleeren over de uitvoering van werkzaamheden aan de nieuwe Schutsluis nabij Gouda. Deze aanvraag wordt toegestaan. De in terpellatie wordt aan de agenda toege voegd. Zonder hoofdelijke stemming wordt na eenige discussie aangenomen een voorstel betreffende subsidie voor verbetering van wegen onder Spijkenisse. De Koadekerksche brag. - Aan de orde is vervolgens bet voorstel betreffende bediening en onderhoud van de Koudekerksche brug en opheffing van het provinciaal veer aan het Boeren- schouw. De heer W. WARNAAR brengt1 aan het college van Ged. Staten dank en hulde voor de uitnemende wijze waarop het in deze zaak tot overeenstemming is geko men met de locale autoriteiten. De heer BALVERS (R.K.) sluit zich hier bij aan en dringt er op aan, om de breed te van de brug te stellen op 12 M. inplaats van op 10 M. De heeren v. EGMOND (C.H.) en v. EES TEREN (C.H.) wenschen eveneens een breedte van 12 Meter. De heer KORTLAND (V.D.) kan zich niet met het voorstel vereenigen en geeft in overweging om de zaak no$ eens rustig en ernstig te onderzoeken met deskundi gen en belanghebbenden, teneinde te ko men tot een allen bevredigende oplossing, ook wat betreft de kosten. De heer BEEKENKAMP (V.B.) merkt op, dat er slechts een betrekkelijk gering bedrag meer noodig is om de zaak heele- maal goed in orde te maken. Daarover moeten we heen stappen. Spr. voelt daar om meer voor een breedte van 12 M. wel ke ook in de toekomst voldoende zal zijn. De heer VAN ECK (S.D.) betreurt even eens, dat de breedte niet op 12 M. is ge steld. Het komt spr. voor, dat Ged. Staten bij hun. voorstel' niet voldoende rekening heb ben gehouden met de belangen der ge meente Leiden bij de doorvaart door deze brug. Spr. betreurt, dat de Kamer van Koop handel voor Rijnland niet spoediger de aandacht van Gedep. Svaten heeft geves tigd op de noodzakelijkheid van een door- vaartwijdte van 12 M. De industrie van Leiden is hiermede ten zeerste gebaat, en tegenover de meer dere uitgave, benoodigd om de breedte op 12 M. te brengen, staat dat de werkge legenheid in Leiden wordt verruimd. Spr. wil niet zeggen, dat bij een min dere breedte, welke belemmerend werkt, de industrie uit Lëiden zal worden ver plaatst, maar toch wenscht hij er met na druk op te wijzen, dat de mogelijkheid daartoe bestaat en verplaatsing der in dustrie zou voor Leiden een groote ramp zijn. Door verbreeding van de doorvaart- wijdte moet derhalve gezorgd worden, dat de schepen Leiden gemakkelijk zullen be reiken kunnen. De heer VAN BOEYEN, lid van Ged. Staten, merkt op, dat het gewenscht was, om deze kwestie zoo spoedig mogelijk tot een oplossing te brengen. Verder was er de omstandigheid, dat het veerrecht moest worden afgekocht, terwijl er een gemeente was, die aanvankelijk meende bij deze zaak geen belang te hebben en twee ge meenten, die financieel onmachtig waren. Voor dit vraagstuk zagen Ged. Staten zich geplaatst, en zij zijn er in geslaagd tot een oplossing te komen, zooals deze in hun voorstel is belichaamd. Spr. merkt verder op, dat het kosten- vraagstuk niet culmineert in de vraag, of de brug op een breedte van 10 of van 12 j M. moet worden gebracht. Wanneer aan de brug een breedte van 12 M, wordt ge geven, dan zitten hieraan allerlei conse quenties vast en na een nauwgezet onder zoek en na voorlichting van verschillen de deskundigen zijn Ged. Staten tot de conclusie gekomen, dat het onverant woordelijk zou zijn, om de breedte te brengen op 12 M. Trouwens voor de binnenvaart is een breedte van 10 M. ruim voldoende, het geen de praktijk uitwijst eh spr, is er van overtuigd, dat, wanneer de brug óp 12 M. wordt gebracht, slechts een enkel schip met een breedte van 11 M. hier zal passee- ren, aangezien dergelijke schepen enkel worden gebruikt in het transito-verkeer. Laat men de schepen met een.breedte van 11 M. of meer toe, dan bestaan er twee mogelijkheden: of de scheepvaart wordt daardoor gestremd, of de kleine scheep vaart komt geheel in het gedrang. Spr. acht het toelaten van schepen met zoo danige breedte derhalve onverantwoorde lijk. Daarbij komt, dat de aan verbree ding tot 12 M. verbonden consequenties een hoogere uitgave van eenige tonnen zal vorderen. Het voorstel van Ged. Staten wordt daarna z.h.s. aangenomen. Aan de orde zijn daarna het voorstel be treffende het buitengewoon lager onder wijs met het voorstel-van Sleen. De heer VAN SLEEN is van meenihg, dat door het voorstel van Gedep. Staten geen noemenswaardige veranderingen in den thans bestaanden opbevredigenden toestand zullen worden aangebracht. Spr. verwijst naar de in de provincie Noord-Holland bestaande subsidie-rege ling betreffende het buitengewoon lager onderwijs. Gébleken is, dat men in die provincie bemoeienis vanwege de provincie hard noodig achtte, en spr. betreurt het, dat Ged. Staten van Zuid-Holland zich niet op dat standpunt hebben geplaatst. Spr. breekt zijn rede af. De vergadering wordt geschorst tot van morgen 11 uur in de Ridderzaal. Z.h.s. werden in deh loop der vergade ring nog aangenomen de voorstellen be treffende; subsidie restauratie St. .Pieters kerk te Leiden; subsidie restauratie N. H. kerk te Oudewater; subsidie restauratie en verbouwing stadhuis te Schoonhoven; vaststelling verordening ingevolge art. 38 le lid der Wegenhelastingv et; het verzoek van Veur om vrijstelling van de betaling van de bijdrage voor den weg Rijswijk De Vink; vaststelling tarief veerrecht Ha- gesteinTuil en 't ".Vaa1; herziening alge meen reglement op overzetveren in Zuid- Holland; vaststelling verenreglement; sub sidie vernieuwing brug over de Strekvaart te Hillegersberg. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. (Vergadering van gisteren). Wijziging Dienstplichtwet Voortgezet worden de beschouwin gen over het ontwerp tot wijziging van de Dienstplichtwet. De heer KRIJGER (C.-H.) bestrijdt uitvoerig den heer K. ter Laan en be toogt, dat de bijzondere vrijwillige: landstorm eer demonstreert de be trouwbaarheid van het leger, dan dat hij tegen het leger zou moeten worden gebruikt. De bijzondere vrijwillige landstorm is geen klasseinstituut, doch dient uitsluitend het wettig ge zag. Spr. critiseert het afbreken door den minister van het vooroefeningen instituut. Het motief bezuiniging aan vaardt hij niet. ,De heer M ARCH AN T (V.D.) is met zorg vervuld over het plan, dat de mi nister voorlegt inzake vrijwillige dienstneming. Spreker betoogt verder, dat in het plan PosthumaBoele de vrijwilli gers een stilzwijgende delegatie van de werkgevers zullen uitmaken. Van de agenda wordt afgevoerd het wetsontwerp betreffende de school geldregeling, nadat dr. De Visser be toogd had, dat thans de tijd ontbreekt •voor de behandeling van deze inge wikkelde materie. Bij de voortzetting van de behande ling van de wijziging der Dienstplicht wet juicht de heer DECKERS (R.-K.) de reorganisatie van het vooroefe ningsinstituut toe. Door vervroeging van de loting zal met meer animo worden geoefend. Hij geeft echter in Gverweging het verblijf in de kazerne van voorgeoefenden niet te verlangen. Spr. en zijn geestverwanten zullen met verlenging niet meegaan, als de noodzakelijkheid niet wordt aange toond. Spr. is niet geestdriftig gestemd voor dit plan. D© rede van den heer v. Rappard maakt spr. geenszins tot de zijne. Doch hij apprecieert de goe de dingen, die 't plan brengt. Het is een schrede op den wèg naar de af schaffing van den dienstplicht. Spr. wenscht van den minister to weten, of hij tot aanvaarding van het plan-Posthuma-Böele gekomen is om dat hij het leger meer betrouwbaar wil maken. Is dit inderdaad zoo, dan acht spr. daarmede het nationaal ka rakter van oiis leger aangetast en het plan verwerpelijk. De heer ALBARDA (S.D.) heeft in al de jaren dat hij Kamerlid is, geen stuk gelezen, zoo naïef als U. tweede memorie van antwoord. Deze memo rie, geeft blijk vair een absoluu- gemis van het besef, dat xiit voorstel de ern stigste gevaren in zich sluit. Het ge il eele kabinet-De Geer dient voor zulk een voorstel ver.ai)t>voordelijk te zijn. Het gaat erom, de samenstelling van het leger moet overeenkomen met de samenstelling van het volk. Dan kan het leger nooit worden een in strument in handen van een minder heid. In dit vérband ziet men het voordeel van den algemeenen dienst plicht. Het plan-Posthuma heeft duidelijk ten doel de zuivering van het leger van haarden van anti-militairistische neigingen. De Twentsehe arbeiders RECLAME. Doorzitten SgJ 0 h Stukloopen I Zonnebrand 9 ra en Smetten j SW» hebben nooit, een dag vacantia kun nen krijgen van hun werkgevers, maar' diezélfde h'eerefi zijn direct be reid tot het geven Van vacantïe als het gaat om den dienst. In tijden van malaise, zullen vele arbeiders voo: de verléiding bezwijken óm op deze ma nier een kans te krijgen op een be trekking! Wanneer de Wassen in d<- maat schappij zich gaan wèpenen, kan het gemakkelijk komen tot een burger oorlog. Dit wetsontwerp is een eerste slap daartoe: De mogelijkheid om een afzonderlijk leger vaa Vrijwilligers te maken, sluit dit ontv. erp niet uit. Het kan een deel-van het leger in handen spelen van eenige fascistische officie ren. Laat de Kamer dn dezen niet licht zinnig zijn, de Kamér beseft op dit oogenblik haar verantwoordelijkheid niet. maar de tijd zal komen, dat de geschiedschrijver die verantwoorde lijkheid vastlegt. De heer J. J. C, VAN DIJK (A.-R.) kan meegaan niet de vervroeging der loting, nu de minister heeft toegezegd, dat niet meer dan één jaarklasse te gelijk zal worden voprgeoefend. De mogelijkheid van vooroefeening buiten militair verband acht spr. be denkelijk. Daardoor zal tekort worden gedaan aan de militaire eischen. De bepaling betreffende de verlenging van diensttijd voob de voorgeoefenden juicht spr. toe. Tenslotte betoogt, spr., dat de bijz. yrijw. landstorm (iliet onder het zeg genschap staat van de Nat. Land stormcommissie en alleen de regee ring dien kan oproepen, voorts, dat de zaak der vrijwilligers dik is opgebla zen door de tegenstanders. Alles wat er tegen gézegd is, ging tegen het plan Posthuma-Boelen, doch dit plan mag men niet vereen zelvigen met het voorstel der regee ring, die voor ie.dereen de gelegen heid wil openstellen tot vrijwillige dienêtnemng. Regeling van werkzaamheden. Dr. DE VISSER (C-H.) stelt aan de Kamer voor van de agenda af te voe ren het wetsontwerp betreffende de schoolgeldregeling. Het ontwerp be treft een zeer ingewikkelde materie, ter behandeling waarvan thans de tijd ontbreekt. - Het voorstel wordt z. b. s. aange nomen. De vergadering wordt geschorst tot 's avonds 8 uur. Avondvergadering. Het Klompenvoorstel. Aan de orde is-het voorstel van wet van de heeren Fleskens en Smeenk tot tijdelijke heffing van een invoer recht op klompen. Besloten wordt de algemeene be schouwingen te houden bij art. 1. Bij art. 1 licht de heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) een amende ment toe, waarvan de strekking is, dat wordt afgezien van eenigen bij zonderen maatregel van uitgesproken protectiopistischen aard, ten opzichte van de klompen. Bij aanvaarding van hetgeen in dit amendement wordt voorgesteld, zou den klompen gelijkgesteld met schoe nen, laarzen en klompschoenen en he iast worden met het gewone recht van 8 pCt. De heer VAN GIJN (Lib.) wijst er op, dat het tijdelijk karakter van het voorstel van de heeren Fleskens en Smeenk geheel tot uiting komt in den considerans en daarmede is het voor- stel-De Visser absoluut in strijd. Spr. diept daarom een voorstel van orde in, om het amendement-De Visser on toelaatbaar te verklaren. De heer VLIEGEN (S.D.) kan zich geheel aansluiten bij de conclusie van den heer Van Gijn om dit amendement ontoelaatbaar te verkla ren. De héér J, TH. DE VISSER (C.-H.) kan niet inzien, waarom zijn amende ment ontoelaatbaar zou zijn. Zoowel zakelijk als formeel is tusscben het wetsvoorstel en het amendement een materieele samenhang en waar dit zoo is, is het amendement alleszins toelaatbaar. Spr. hoopt .dan ook, dat de Kamer haar verzet zal laten varen, opdat zij niet den schijn yan partijdigheid op zich lade. De heer BËUMER (A.-R.) acht dit amendement wel niet zoo ernstig, maar hij heeft daartegen zoodanig formeel bezwaar, dat hij zijn stem niet aan de toelaatbaarheid van het amendement kan geven. Het voorstel van orde, om het amen dement-De Visser ontoelaatbaar te verklaren, wordt daarna verworpen met 45 tegeri 33 stemmen. Voor het voorstel verklaarden zich de geheel© aanwezige linkerzijde, be nevens van rechts de heeren Beumer (A. R.) er; Schouten (A.-R.). Het woord is daarna aan den heer DROP (S.D.). Spr. merkt op, dat de heeren Fleskens en Smeenk voor de door hen gewenschte hulp aan de klompenindustrie den slechtst denk baren vorm hebben gekozen. Spr. en zijn fractiekunnen met dit voorstel dan ook niét tneegaan. Het eenige voordeel van dit voor stel is, dat deze wijze van hulpverlee ning aan de schatkist geen cent kost. De regeering is volens spr. echter \erplicht om de klompenmakers op andere wijze te helpen. Motie. Spr dient een motie in. waarin de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat het verleenen van hulp aan de klompenindustrie, wenschelijk is en waarin de regeering wordt uitgenoo- digd de stichting van een verkoopbu reau te overwegen, in samenwerking met de belanghebbenden en onder haar toezicht werkende, teneinde den afzet van hel hier te lande vervaar digde product van deze industrie zoo veel mogelijk ié bevorderen. Deze motie werd dadelijk in behan deling gonemen Dë heer BAKKER (C.-H.) gelooft, dat noch door het wetsvoorstel, noch c'oor het amendement de klompenin dustrie zal worden geholpen. Wanneer de klompen duurder wor den gemaakt, dan zal het gebruik van schoenen zeer toenemen. De heer LEENSTRA (A-.R.) merkt op, dat de klompenindustrie voorna melijk huisindustrie is, zoodat men niet mag zeggen, dat deze industrie wordt beïnvloed dtfor de dure sociale wetgeving, welke hier in Nederland wordt beweerd te bestaan. Spr. vraagt nog eenige nadere inlichtingen van de voorstellers, en zegt zijn standpunt over de kwestie nog nader te zullen bepalen. Wellicht zouden er maatre gelen te nemen zijn, om de klompen industrie op hooger peil te brengen. Een nauwgezet onderzoek naar deze mogelijkheid zou zeer zeker ge wenscht zijn. De heer BULTEN (R.-K.) zegt, dat de loonen in de klompenindustrie in het geheele land laag zijn en dat de klompenmakers door hun arbeid geen behoorlijk bestaan vinden. Voor spr. staat het vorder vast, dat deze Neder- landsche industrie zal verdwijnen, wanneer niet spoedig wordt ingegre pen, wanneer niet iets wordt gedaan, om deze industrie door een moei lijke periode heen te helpen. Volgens spr. is de sociale dumping de oorzaak van de malaise in de klompenindus trie. Wanneer het wetsontwerp het Staatsblad zal bereiken, mag naar sprekers oordeel worden verwacht, dat de klompenindustrie in staat zal zijn zich er weder boven op te werken en zich weder konkurrenzfahig te maken. De hr. VAN VOORST TOT VOORST (R.-K.) merkt op, dat er niets buiten sporigs geschiedt, wanneer óf het wetsvoorstel óf het amendement wordt aangenomen, want hetgeen daarbij wordt voorgesteld, kennen we reeds in onze Tariefwet. Deze voor stellen vallen binnen het kader der Tariefwet. Bij aanneming van een der beide voorstellen zal echter de klom penindustrie worden geholpen. De heer OUD (V.D.) heeft den in druk dat het kleinbedrijf langzamer hand overgaat in een machinaal be drijf en deze ontwikeling van de klom penindustrie zal door het heffen van een recht worden tegengehouden. Spr. vraagt vervolgens of ©r ten aanzien van de klompenindustrie werkelijk sprake is van een noodtoe stand en of deze noodtoestand, zoo hij bestaat, door den voorgestelden maat regel zal verdwijnen. De heer VAN GIJN (Lib.) zal gaarne zijn stem geven aan de motie-Drop, doch niet aan het amendement-De Visser. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, de heer SLOTEMAKER DE BRUINE, bespreekt de ingedien de motie-Drop. Spr. wenscht een in grijpen van overheidswege als in de motie wordt bedoeld, slechts in het al leruiterste geval. De ervaring met dergelijke overheidsbemoeiing is on gunstig. Bovendien, zegt spr., staat het niet vast, dat van de belangheb benden medewerking zal worden ver kregen. Spr. kan aanneming van de motie dan ook niet aanbevelen. De heer FLESKENS (R.-K.) verde digt het wetsvoorstel. Spr. consta teert, dat vele leden van meening zijn, dat er voor dè klompenindustrie iets gedaan moet worden; alleen verschilt men over de wijze, waarop maatrege len moeten worden getroffen. Naar aanleiding van gemaakte op merkingen over de sierlijkheid van Nederlandsche en Belgische klompen deponeert spr. eenigeparen van bei de soorten klompen op de tafel van den voorzitter, welke klompen werden aangeduid door Nederlandsche en Belgische vlaggetjes. Wat ten slotte de prijzen van de klompen aangaat, zal ook naar spre kers meening na aanneming van het voorstel de prijs der Belgische klom pen worden verhoogd. Daardoor zal de Nederlandsche klompenindustrie in staat Worden gesteld zich weer te herstellen, en zal de Nederlandsche klompenmaker ziïn brood weer beter kunnen verdienen. De groote stroom van Belgische klompen moet worden tegengehouden. Voor prijsstijging van de Nederland sche klompen behoeft naar sprekers meening geen vrees te bestaan. Waar algemeen vaststaat, dat de toestand in de klompenindustrie al lerellendigst is en dat de arbeiders in dit bedrijf hongerloonen verdienen, dringt spr. er op aan, dat door de Ka mer zijn voorstel zal worden aange nomen, opdat aan den ongunstigen toestand zoo spoedig mogelijk een ein de wordt gemaakt. Wanneer er geen hulp komt, zullen verschillende be drijven moeten worden stopgezet. Spr. hoopt, dat de heer Drop zijn afwijzende houding zal herzien. De door dezen ingediende motie brengt geen directe hulp. Tenslotte neemt spr. mede om tac tische redenen liet amendement-De Visser over. De heer DROP repliceert. Besloten worclt over de motie heden te stemmen. Artikel 1 wordt z. li. t>. aangenomen, ovenals art. 2. De heer FLESKENS brengt den considerans in overeenstemming met het overgenomen amendement. Het wetsvoorstel komt heden in stemming. De vergadering wordt te 12.40 uur geschorst tot heden 1 uur. EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Ingekomen zijn berichten van ver hindering van den heer Rink, wegens ziekte, deze week en van den heer De Muralt, deze maand. Geloofsbrieven. De heer VAN DER HOEVEN (C.-H.) brengt verslag uit namens de Com missie in wier handen zijn gesteld de geloofsbrieven van de heeren J. Gel- el erm an (V.B.) en A. Pollema (C.-H.), benoemd ter voorziening in de vaca tures ontstaan door het overlijden van de heeren baron Van Nagell van Ampsen en De Vries. De commissie stelt voor de beide heeren, als lid der Kamer toe te la ten na aflegging in handen van den Voorzitter van de gevorderde eeden of beloften. Dienovereenkomstig wordt besloten. Installatie der heeren Gelderman en Pollema. De heeren Gelderman en Pollema, door den Griffier binnengeleid, nemen zitting, na in handen van den Voor zitter de gevorderde eeden te hebben afgelegd en door dezen met hun be noeming te zijn gelukgewenscht. Regaling van werkzaamheden. De VOORZITTER deelt mede, dat de Centrale Afdeeling besloten heeft, hedenavond in Comité-Generaal de Huishoudelijke Raming te behande len, daarna afdeelingsonderzoek te houden en morgenochtend 11 uur te behandelen het wetsontwerp inzake de naamlooze vennootschappen. Hier voor hebben zich reeds 14 sprekers opgegeven en misschien zullen zich nog meer opgeven. In verband daar mede zal niet Vrijdag, doch Donder dagavond afdeelingsonderzoek plaats hebben. Mocht men Vrijdagmiddag niet gereedkomen, dan zal eene avond zitting plaats hebben. Dinsdagavond zal het ontwerp- Pensioenwet in de afdeelingen wor den onderzocht. De volgende dagen zal een openbare vergadering plaats hebben. Hoe langer de vergaderingen duren, des te korter zal het reces zijn. De heer WIBAUT (S.D.) moet be zwaar maken tegen de voorgestelde wijziging der agenda. Spr. had gere kend op een afdeelingsonderzoek Vrijdag. Wil de Voorzitter Vrijdag stemming over het wetsontwerp op do r.aamlooze vennootschappen, dan zul len verschillende leden niet aanwezig kunnen zijn. Alle leden, die niet on gesteld ;n, zullen er prijs op stellen aan de stemming deel te nemen. Spr. vraagt dus in ieder geval de stemming te verschuiven naar de volgende week. De VOORZITTER antwoordt, dat er geen bezwaar bij hem tegen bestaat om als men Vrijdag niet klaar komt, ae stemming te laten houden Dins dagavond. De heer WIBAUT zegt dat het juist zijn bedoeling is om de stemming la ter te doen plaats hebben, als we Vrij dag wèl klaar komen. De VOORZITTER zegt toe, dat a.s. Dinsdagavond bij den aanvang der vergadering over het wetsontwerp be treffende de naamlooze vennoot schappen zal worden gesteemd. De vergadering gaat hierop in Co mité-Generaal. Scheepstij dingen. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. EDAM 12 v. Rott. n. N.-Orleans. LEERDAM 12 v. Rott. te N.-Orleans. BINNENDIJK Rott. 11. Baltimore p. II Suly. EEMuIJK Rott. n. Vanc. n 200 m. W, v. Bishops. BEEMSTEKDIJK 10 v. Rott. te Phii DRECHTDIJK Rott. n. Vanc. 11 te Cristobal. NICTHEROY Vanc. n. Rott. ri te Li verpool. HOLLANDAFRIKA-LIJN. SUMATRA 12 v. Hamb. n. Aatw. RANDFONTEIN thr. n te Durban: JAGERSFONTEIN thr. 11 v. Genua. RI[PERKERK u-itr. 11 9.38 y.m. 20m. 2. v. Niton. HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN. DRECHTSTROOM thr. 10 te Grand Bas- sam. VLIELAND thr. 14 te Amst. yerw. ALGENIB uitr. 10 v. Port Harcourt HELDER uitr. 11 te Tenieriffe. RIJNLAND uitr. n te Lagos. KON. HOLLANDSCEE LLOTD. EEMLAND thr. 10 v. B.-Ayres. ROTTERDAMS CHS LLOTD. fiORONTALO 12 y. Bat te Rott SIBAJAK uitr. 12 7v.1n1. te Belawan. TAMBORA thr. 12 1 v.m. v. Pt Said, MODJOKERTO uitr. p. 11 Ouessant. STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND". PRINSES JULIANA to. 11 v. Algiers. ROEPAT uitr, j). 11 Gibraltar. EARIMATA uitr. 10 4.48 n.mi. 40 m. W. y. Niton. SA.PAROEA thr. 11 v. Padang. KON. PAKETVAART MIJ. NIEUW HOLLAND' 12 y. Amst. te Bat RANTAUPANDANG 9 te Batavia. HOUTMAN 10 v. Sydney, te Melbourne.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6