Het behoeft geen betoog, dat zonder
terdege rekening te houden met deze bei
de aan elkaar grenzende vormen van on
derwijs een opheffing van de bestaande
tegenstellingen nooit zal zijn te vinden.
Uitgaande van deze gedachten, heeft
het hoofdbestuur voor geval het Fransch
op de lagere school weer zou worden in
gevoerd, de volgende denkbeelden ter
overweging aan te bieden:
1. Alle ouders zullen in de gelegenheid
worden, gesteld hun kinderen aan het on
derwijs in het Fransch te doen deelnemen,
voor zoöver hun kinderen bekwaam moe
ten worden geacht in de desbetreffende
klasse te worden toegelaten.
2. Het onderwijs in het Fransch zal zijn
beperkt tot het vijfde en zesde, eventueel
zevende, leerjaar.
3. Voor dit onderwijs zal per klasse en
per week 2 uur worden uitgetrokken, als
de aansluiting met het M. O. pas te ver
krijgen is op het eind van het zevende
leerjaar, of 3 uur per klasse en pe- week
bij scholen, die sin het eind van het zes
de leerjaar hun leerlingen naar de Mid
delbare school plegen te zenden.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
(Vervolg).
Na heropening van de vergadering
wordt z.h.s. aangenotaen het voorstel be
treffende subsidie van ten hoogste 41.000
voor restauratie van de Oude Kerk te
Delft. Bij het voorstel om het subsidie
voor. restauratie van den toren der nieu
we of St. Ursulakerk te Delft tot ƒ10.200
te verhoogen, komt de. heer KERSTEN
(H.G.S.) op tegen de verplichting van as
surantie van den toren. Deze verzekering
is in strijd met de Gereformeerde leer.
Spr. dient een amendement in, om de
zen verzekeringsplicht uit het voorstel te
schrappen.
Dit amendement-Kersten wordt na eeni
ge discussie verworpen met 59 tegen 3
stemmen.
Het voorstel van Ged. Staten wordt z.h.s.
aangenomen.
Interpellatie-aanvraag.
Van den heer HOFFMAN is een verzoek
ingekomen om to mogen interpelleeren
over de uitvoering van werkzaamheden
aan de nieuwe Schutsluis nabij Gouda.
Deze aanvraag wordt toegestaan. De in
terpellatie wordt aan de agenda toege
voegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt na
eenige discussie aangenomen een voorstel
betreffende subsidie voor verbetering van
wegen onder Spijkenisse.
De Koadekerksche brag.
- Aan de orde is vervolgens bet voorstel
betreffende bediening en onderhoud van
de Koudekerksche brug en opheffing van
het provinciaal veer aan het Boeren-
schouw.
De heer W. WARNAAR brengt1 aan het
college van Ged. Staten dank en hulde
voor de uitnemende wijze waarop het in
deze zaak tot overeenstemming is geko
men met de locale autoriteiten.
De heer BALVERS (R.K.) sluit zich hier
bij aan en dringt er op aan, om de breed
te van de brug te stellen op 12 M. inplaats
van op 10 M.
De heeren v. EGMOND (C.H.) en v. EES
TEREN (C.H.) wenschen eveneens een
breedte van 12 Meter.
De heer KORTLAND (V.D.) kan zich
niet met het voorstel vereenigen en geeft
in overweging om de zaak no$ eens rustig
en ernstig te onderzoeken met deskundi
gen en belanghebbenden, teneinde te ko
men tot een allen bevredigende oplossing,
ook wat betreft de kosten.
De heer BEEKENKAMP (V.B.) merkt
op, dat er slechts een betrekkelijk gering
bedrag meer noodig is om de zaak heele-
maal goed in orde te maken. Daarover
moeten we heen stappen. Spr. voelt daar
om meer voor een breedte van 12 M. wel
ke ook in de toekomst voldoende zal zijn.
De heer VAN ECK (S.D.) betreurt even
eens, dat de breedte niet op 12 M. is ge
steld.
Het komt spr. voor, dat Ged. Staten bij
hun. voorstel' niet voldoende rekening heb
ben gehouden met de belangen der ge
meente Leiden bij de doorvaart door deze
brug.
Spr. betreurt, dat de Kamer van Koop
handel voor Rijnland niet spoediger de
aandacht van Gedep. Svaten heeft geves
tigd op de noodzakelijkheid van een door-
vaartwijdte van 12 M.
De industrie van Leiden is hiermede
ten zeerste gebaat, en tegenover de meer
dere uitgave, benoodigd om de breedte op
12 M. te brengen, staat dat de werkge
legenheid in Leiden wordt verruimd.
Spr. wil niet zeggen, dat bij een min
dere breedte, welke belemmerend werkt,
de industrie uit Lëiden zal worden ver
plaatst, maar toch wenscht hij er met na
druk op te wijzen, dat de mogelijkheid
daartoe bestaat en verplaatsing der in
dustrie zou voor Leiden een groote ramp
zijn. Door verbreeding van de doorvaart-
wijdte moet derhalve gezorgd worden, dat
de schepen Leiden gemakkelijk zullen be
reiken kunnen.
De heer VAN BOEYEN, lid van Ged.
Staten, merkt op, dat het gewenscht was,
om deze kwestie zoo spoedig mogelijk tot
een oplossing te brengen. Verder was er
de omstandigheid, dat het veerrecht moest
worden afgekocht, terwijl er een gemeente
was, die aanvankelijk meende bij deze
zaak geen belang te hebben en twee ge
meenten, die financieel onmachtig waren.
Voor dit vraagstuk zagen Ged. Staten zich
geplaatst, en zij zijn er in geslaagd tot
een oplossing te komen, zooals deze in
hun voorstel is belichaamd.
Spr. merkt verder op, dat het kosten-
vraagstuk niet culmineert in de vraag, of
de brug op een breedte van 10 of van 12
j M. moet worden gebracht. Wanneer aan
de brug een breedte van 12 M, wordt ge
geven, dan zitten hieraan allerlei conse
quenties vast en na een nauwgezet onder
zoek en na voorlichting van verschillen
de deskundigen zijn Ged. Staten tot de
conclusie gekomen, dat het onverant
woordelijk zou zijn, om de breedte te
brengen op 12 M.
Trouwens voor de binnenvaart is een
breedte van 10 M. ruim voldoende, het
geen de praktijk uitwijst eh spr, is er van
overtuigd, dat, wanneer de brug óp 12 M.
wordt gebracht, slechts een enkel schip
met een breedte van 11 M. hier zal passee-
ren, aangezien dergelijke schepen enkel
worden gebruikt in het transito-verkeer.
Laat men de schepen met een.breedte van
11 M. of meer toe, dan bestaan er twee
mogelijkheden: of de scheepvaart wordt
daardoor gestremd, of de kleine scheep
vaart komt geheel in het gedrang. Spr.
acht het toelaten van schepen met zoo
danige breedte derhalve onverantwoorde
lijk. Daarbij komt, dat de aan verbree
ding tot 12 M. verbonden consequenties
een hoogere uitgave van eenige tonnen zal
vorderen.
Het voorstel van Ged. Staten wordt
daarna z.h.s. aangenomen.
Aan de orde zijn daarna het voorstel be
treffende het buitengewoon lager onder
wijs met het voorstel-van Sleen.
De heer VAN SLEEN is van meenihg,
dat door het voorstel van Gedep. Staten
geen noemenswaardige veranderingen in
den thans bestaanden opbevredigenden
toestand zullen worden aangebracht.
Spr. verwijst naar de in de provincie
Noord-Holland bestaande subsidie-rege
ling betreffende het buitengewoon lager
onderwijs.
Gébleken is, dat men in die provincie
bemoeienis vanwege de provincie hard
noodig achtte, en spr. betreurt het, dat
Ged. Staten van Zuid-Holland zich niet
op dat standpunt hebben geplaatst.
Spr. breekt zijn rede af.
De vergadering wordt geschorst tot van
morgen 11 uur in de Ridderzaal.
Z.h.s. werden in deh loop der vergade
ring nog aangenomen de voorstellen be
treffende; subsidie restauratie St. .Pieters
kerk te Leiden; subsidie restauratie N. H.
kerk te Oudewater; subsidie restauratie
en verbouwing stadhuis te Schoonhoven;
vaststelling verordening ingevolge art. 38
le lid der Wegenhelastingv et; het verzoek
van Veur om vrijstelling van de betaling
van de bijdrage voor den weg Rijswijk
De Vink; vaststelling tarief veerrecht Ha-
gesteinTuil en 't ".Vaa1; herziening alge
meen reglement op overzetveren in Zuid-
Holland; vaststelling verenreglement; sub
sidie vernieuwing brug over de Strekvaart
te Hillegersberg.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
(Vergadering van gisteren).
Wijziging Dienstplichtwet
Voortgezet worden de beschouwin
gen over het ontwerp tot wijziging van
de Dienstplichtwet.
De heer KRIJGER (C.-H.) bestrijdt
uitvoerig den heer K. ter Laan en be
toogt, dat de bijzondere vrijwillige:
landstorm eer demonstreert de be
trouwbaarheid van het leger, dan dat
hij tegen het leger zou moeten worden
gebruikt. De bijzondere vrijwillige
landstorm is geen klasseinstituut,
doch dient uitsluitend het wettig ge
zag. Spr. critiseert het afbreken door
den minister van het vooroefeningen
instituut. Het motief bezuiniging aan
vaardt hij niet.
,De heer M ARCH AN T (V.D.) is met
zorg vervuld over het plan, dat de mi
nister voorlegt inzake vrijwillige
dienstneming.
Spreker betoogt verder, dat in het
plan PosthumaBoele de vrijwilli
gers een stilzwijgende delegatie van
de werkgevers zullen uitmaken.
Van de agenda wordt afgevoerd het
wetsontwerp betreffende de school
geldregeling, nadat dr. De Visser be
toogd had, dat thans de tijd ontbreekt
•voor de behandeling van deze inge
wikkelde materie.
Bij de voortzetting van de behande
ling van de wijziging der Dienstplicht
wet juicht de heer DECKERS (R.-K.)
de reorganisatie van het vooroefe
ningsinstituut toe. Door vervroeging
van de loting zal met meer animo
worden geoefend. Hij geeft echter in
Gverweging het verblijf in de kazerne
van voorgeoefenden niet te verlangen.
Spr. en zijn geestverwanten zullen
met verlenging niet meegaan, als de
noodzakelijkheid niet wordt aange
toond.
Spr. is niet geestdriftig gestemd
voor dit plan. D© rede van den heer
v. Rappard maakt spr. geenszins tot
de zijne. Doch hij apprecieert de goe
de dingen, die 't plan brengt. Het is
een schrede op den wèg naar de af
schaffing van den dienstplicht.
Spr. wenscht van den minister to
weten, of hij tot aanvaarding van het
plan-Posthuma-Böele gekomen is om
dat hij het leger meer betrouwbaar
wil maken. Is dit inderdaad zoo, dan
acht spr. daarmede het nationaal ka
rakter van oiis leger aangetast en
het plan verwerpelijk.
De heer ALBARDA (S.D.) heeft in
al de jaren dat hij Kamerlid is, geen
stuk gelezen, zoo naïef als U. tweede
memorie van antwoord. Deze memo
rie, geeft blijk vair een absoluu- gemis
van het besef, dat xiit voorstel de ern
stigste gevaren in zich sluit. Het ge
il eele kabinet-De Geer dient voor zulk
een voorstel ver.ai)t>voordelijk te zijn.
Het gaat erom, de samenstelling
van het leger moet overeenkomen met
de samenstelling van het volk. Dan
kan het leger nooit worden een in
strument in handen van een minder
heid. In dit vérband ziet men het
voordeel van den algemeenen dienst
plicht.
Het plan-Posthuma heeft duidelijk
ten doel de zuivering van het leger
van haarden van anti-militairistische
neigingen. De Twentsehe arbeiders
RECLAME.
Doorzitten SgJ 0 h
Stukloopen I
Zonnebrand 9 ra
en Smetten j SW»
hebben nooit, een dag vacantia kun
nen krijgen van hun werkgevers,
maar' diezélfde h'eerefi zijn direct be
reid tot het geven Van vacantïe als
het gaat om den dienst. In tijden van
malaise, zullen vele arbeiders voo: de
verléiding bezwijken óm op deze ma
nier een kans te krijgen op een be
trekking!
Wanneer de Wassen in d<- maat
schappij zich gaan wèpenen, kan het
gemakkelijk komen tot een burger
oorlog. Dit wetsontwerp is een eerste
slap daartoe: De mogelijkheid om een
afzonderlijk leger vaa Vrijwilligers te
maken, sluit dit ontv. erp niet uit. Het
kan een deel-van het leger in handen
spelen van eenige fascistische officie
ren.
Laat de Kamer dn dezen niet licht
zinnig zijn, de Kamér beseft op dit
oogenblik haar verantwoordelijkheid
niet. maar de tijd zal komen, dat de
geschiedschrijver die verantwoorde
lijkheid vastlegt.
De heer J. J. C, VAN DIJK (A.-R.)
kan meegaan niet de vervroeging der
loting, nu de minister heeft toegezegd,
dat niet meer dan één jaarklasse te
gelijk zal worden voprgeoefend.
De mogelijkheid van vooroefeening
buiten militair verband acht spr. be
denkelijk. Daardoor zal tekort worden
gedaan aan de militaire eischen. De
bepaling betreffende de verlenging
van diensttijd voob de voorgeoefenden
juicht spr. toe.
Tenslotte betoogt, spr., dat de bijz.
yrijw. landstorm (iliet onder het zeg
genschap staat van de Nat. Land
stormcommissie en alleen de regee
ring dien kan oproepen, voorts, dat de
zaak der vrijwilligers dik is opgebla
zen door de tegenstanders.
Alles wat er tegen gézegd is, ging
tegen het plan Posthuma-Boelen,
doch dit plan mag men niet vereen
zelvigen met het voorstel der regee
ring, die voor ie.dereen de gelegen
heid wil openstellen tot vrijwillige
dienêtnemng.
Regeling van werkzaamheden.
Dr. DE VISSER (C-H.) stelt aan de
Kamer voor van de agenda af te voe
ren het wetsontwerp betreffende de
schoolgeldregeling. Het ontwerp be
treft een zeer ingewikkelde materie,
ter behandeling waarvan thans de
tijd ontbreekt.
- Het voorstel wordt z. b. s. aange
nomen.
De vergadering wordt geschorst tot
's avonds 8 uur.
Avondvergadering.
Het Klompenvoorstel.
Aan de orde is-het voorstel van wet
van de heeren Fleskens en Smeenk
tot tijdelijke heffing van een invoer
recht op klompen.
Besloten wordt de algemeene be
schouwingen te houden bij art. 1.
Bij art. 1 licht de heer SNOECK
HENKEMANS (C.-H.) een amende
ment toe, waarvan de strekking is,
dat wordt afgezien van eenigen bij
zonderen maatregel van uitgesproken
protectiopistischen aard, ten opzichte
van de klompen.
Bij aanvaarding van hetgeen in dit
amendement wordt voorgesteld, zou
den klompen gelijkgesteld met schoe
nen, laarzen en klompschoenen en he
iast worden met het gewone recht
van 8 pCt.
De heer VAN GIJN (Lib.) wijst er
op, dat het tijdelijk karakter van het
voorstel van de heeren Fleskens en
Smeenk geheel tot uiting komt in den
considerans en daarmede is het voor-
stel-De Visser absoluut in strijd. Spr.
diept daarom een voorstel van orde
in, om het amendement-De Visser on
toelaatbaar te verklaren.
De heer VLIEGEN (S.D.) kan zich
geheel aansluiten bij de conclusie
van den heer Van Gijn om dit
amendement ontoelaatbaar te verkla
ren.
De héér J, TH. DE VISSER (C.-H.)
kan niet inzien, waarom zijn amende
ment ontoelaatbaar zou zijn. Zoowel
zakelijk als formeel is tusscben het
wetsvoorstel en het amendement een
materieele samenhang en waar dit
zoo is, is het amendement alleszins
toelaatbaar.
Spr. hoopt .dan ook, dat de Kamer
haar verzet zal laten varen, opdat zij
niet den schijn yan partijdigheid op
zich lade.
De heer BËUMER (A.-R.) acht dit
amendement wel niet zoo ernstig,
maar hij heeft daartegen zoodanig
formeel bezwaar, dat hij zijn stem
niet aan de toelaatbaarheid van het
amendement kan geven.
Het voorstel van orde, om het amen
dement-De Visser ontoelaatbaar te
verklaren, wordt daarna verworpen
met 45 tegeri 33 stemmen.
Voor het voorstel verklaarden zich
de geheel© aanwezige linkerzijde, be
nevens van rechts de heeren Beumer
(A. R.) er; Schouten (A.-R.).
Het woord is daarna aan den heer
DROP (S.D.). Spr. merkt op, dat de
heeren Fleskens en Smeenk voor de
door hen gewenschte hulp aan de
klompenindustrie den slechtst denk
baren vorm hebben gekozen. Spr. en
zijn fractiekunnen met dit voorstel
dan ook niét tneegaan.
Het eenige voordeel van dit voor
stel is, dat deze wijze van hulpverlee
ning aan de schatkist geen cent kost.
De regeering is volens spr. echter
\erplicht om de klompenmakers op
andere wijze te helpen.
Motie.
Spr dient een motie in. waarin de
Kamer als haar oordeel uitspreekt,
dat het verleenen van hulp aan de
klompenindustrie, wenschelijk is en
waarin de regeering wordt uitgenoo-
digd de stichting van een verkoopbu
reau te overwegen, in samenwerking
met de belanghebbenden en onder
haar toezicht werkende, teneinde den
afzet van hel hier te lande vervaar
digde product van deze industrie zoo
veel mogelijk ié bevorderen.
Deze motie werd dadelijk in behan
deling gonemen
Dë heer BAKKER (C.-H.) gelooft,
dat noch door het wetsvoorstel, noch
c'oor het amendement de klompenin
dustrie zal worden geholpen.
Wanneer de klompen duurder wor
den gemaakt, dan zal het gebruik van
schoenen zeer toenemen.
De heer LEENSTRA (A-.R.) merkt
op, dat de klompenindustrie voorna
melijk huisindustrie is, zoodat men
niet mag zeggen, dat deze industrie
wordt beïnvloed dtfor de dure sociale
wetgeving, welke hier in Nederland
wordt beweerd te bestaan. Spr. vraagt
nog eenige nadere inlichtingen van
de voorstellers, en zegt zijn standpunt
over de kwestie nog nader te zullen
bepalen. Wellicht zouden er maatre
gelen te nemen zijn, om de klompen
industrie op hooger peil te brengen.
Een nauwgezet onderzoek naar deze
mogelijkheid zou zeer zeker ge
wenscht zijn.
De heer BULTEN (R.-K.) zegt, dat
de loonen in de klompenindustrie in
het geheele land laag zijn en dat de
klompenmakers door hun arbeid geen
behoorlijk bestaan vinden. Voor spr.
staat het vorder vast, dat deze Neder-
landsche industrie zal verdwijnen,
wanneer niet spoedig wordt ingegre
pen, wanneer niet iets wordt gedaan,
om deze industrie door een moei
lijke periode heen te helpen. Volgens
spr. is de sociale dumping de oorzaak
van de malaise in de klompenindus
trie.
Wanneer het wetsontwerp het
Staatsblad zal bereiken, mag naar
sprekers oordeel worden verwacht,
dat de klompenindustrie in staat zal
zijn zich er weder boven op te werken
en zich weder konkurrenzfahig te
maken.
De hr. VAN VOORST TOT VOORST
(R.-K.) merkt op, dat er niets buiten
sporigs geschiedt, wanneer óf het
wetsvoorstel óf het amendement
wordt aangenomen, want hetgeen
daarbij wordt voorgesteld, kennen we
reeds in onze Tariefwet. Deze voor
stellen vallen binnen het kader der
Tariefwet. Bij aanneming van een der
beide voorstellen zal echter de klom
penindustrie worden geholpen.
De heer OUD (V.D.) heeft den in
druk dat het kleinbedrijf langzamer
hand overgaat in een machinaal be
drijf en deze ontwikeling van de klom
penindustrie zal door het heffen van
een recht worden tegengehouden.
Spr. vraagt vervolgens of ©r ten
aanzien van de klompenindustrie
werkelijk sprake is van een noodtoe
stand en of deze noodtoestand, zoo hij
bestaat, door den voorgestelden maat
regel zal verdwijnen.
De heer VAN GIJN (Lib.) zal gaarne
zijn stem geven aan de motie-Drop,
doch niet aan het amendement-De
Visser.
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid, de heer SLOTEMAKER
DE BRUINE, bespreekt de ingedien
de motie-Drop. Spr. wenscht een in
grijpen van overheidswege als in de
motie wordt bedoeld, slechts in het al
leruiterste geval. De ervaring met
dergelijke overheidsbemoeiing is on
gunstig. Bovendien, zegt spr., staat
het niet vast, dat van de belangheb
benden medewerking zal worden ver
kregen.
Spr. kan aanneming van de motie
dan ook niet aanbevelen.
De heer FLESKENS (R.-K.) verde
digt het wetsvoorstel. Spr. consta
teert, dat vele leden van meening zijn,
dat er voor dè klompenindustrie iets
gedaan moet worden; alleen verschilt
men over de wijze, waarop maatrege
len moeten worden getroffen.
Naar aanleiding van gemaakte op
merkingen over de sierlijkheid van
Nederlandsche en Belgische klompen
deponeert spr. eenigeparen van bei
de soorten klompen op de tafel van
den voorzitter, welke klompen werden
aangeduid door Nederlandsche en
Belgische vlaggetjes.
Wat ten slotte de prijzen van de
klompen aangaat, zal ook naar spre
kers meening na aanneming van het
voorstel de prijs der Belgische klom
pen worden verhoogd. Daardoor zal
de Nederlandsche klompenindustrie
in staat Worden gesteld zich weer te
herstellen, en zal de Nederlandsche
klompenmaker ziïn brood weer beter
kunnen verdienen. De groote stroom
van Belgische klompen moet worden
tegengehouden.
Voor prijsstijging van de Nederland
sche klompen behoeft naar sprekers
meening geen vrees te bestaan.
Waar algemeen vaststaat, dat de
toestand in de klompenindustrie al
lerellendigst is en dat de arbeiders
in dit bedrijf hongerloonen verdienen,
dringt spr. er op aan, dat door de Ka
mer zijn voorstel zal worden aange
nomen, opdat aan den ongunstigen
toestand zoo spoedig mogelijk een ein
de wordt gemaakt. Wanneer er geen
hulp komt, zullen verschillende be
drijven moeten worden stopgezet.
Spr. hoopt, dat de heer Drop zijn
afwijzende houding zal herzien. De
door dezen ingediende motie brengt
geen directe hulp.
Tenslotte neemt spr. mede om tac
tische redenen liet amendement-De
Visser over.
De heer DROP repliceert.
Besloten worclt over de motie heden
te stemmen.
Artikel 1 wordt z. li. t>. aangenomen,
ovenals art. 2.
De heer FLESKENS brengt den
considerans in overeenstemming met
het overgenomen amendement.
Het wetsvoorstel komt heden in
stemming.
De vergadering wordt te 12.40 uur
geschorst tot heden 1 uur.
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Ingekomen zijn berichten van ver
hindering van den heer Rink, wegens
ziekte, deze week en van den heer De
Muralt, deze maand.
Geloofsbrieven.
De heer VAN DER HOEVEN (C.-H.)
brengt verslag uit namens de Com
missie in wier handen zijn gesteld de
geloofsbrieven van de heeren J. Gel-
el erm an (V.B.) en A. Pollema (C.-H.),
benoemd ter voorziening in de vaca
tures ontstaan door het overlijden
van de heeren baron Van Nagell van
Ampsen en De Vries.
De commissie stelt voor de beide
heeren, als lid der Kamer toe te la
ten na aflegging in handen van den
Voorzitter van de gevorderde eeden
of beloften.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Installatie der heeren Gelderman en
Pollema.
De heeren Gelderman en Pollema,
door den Griffier binnengeleid, nemen
zitting, na in handen van den Voor
zitter de gevorderde eeden te hebben
afgelegd en door dezen met hun be
noeming te zijn gelukgewenscht.
Regaling van werkzaamheden.
De VOORZITTER deelt mede, dat
de Centrale Afdeeling besloten heeft,
hedenavond in Comité-Generaal de
Huishoudelijke Raming te behande
len, daarna afdeelingsonderzoek te
houden en morgenochtend 11 uur te
behandelen het wetsontwerp inzake
de naamlooze vennootschappen. Hier
voor hebben zich reeds 14 sprekers
opgegeven en misschien zullen zich
nog meer opgeven. In verband daar
mede zal niet Vrijdag, doch Donder
dagavond afdeelingsonderzoek plaats
hebben. Mocht men Vrijdagmiddag
niet gereedkomen, dan zal eene avond
zitting plaats hebben.
Dinsdagavond zal het ontwerp-
Pensioenwet in de afdeelingen wor
den onderzocht. De volgende dagen
zal een openbare vergadering plaats
hebben.
Hoe langer de vergaderingen duren,
des te korter zal het reces zijn.
De heer WIBAUT (S.D.) moet be
zwaar maken tegen de voorgestelde
wijziging der agenda. Spr. had gere
kend op een afdeelingsonderzoek
Vrijdag. Wil de Voorzitter Vrijdag
stemming over het wetsontwerp op do
r.aamlooze vennootschappen, dan zul
len verschillende leden niet aanwezig
kunnen zijn. Alle leden, die niet on
gesteld ;n, zullen er prijs op stellen
aan de stemming deel te nemen. Spr.
vraagt dus in ieder geval de stemming
te verschuiven naar de volgende week.
De VOORZITTER antwoordt, dat er
geen bezwaar bij hem tegen bestaat
om als men Vrijdag niet klaar komt,
ae stemming te laten houden Dins
dagavond.
De heer WIBAUT zegt dat het juist
zijn bedoeling is om de stemming la
ter te doen plaats hebben, als we Vrij
dag wèl klaar komen.
De VOORZITTER zegt toe, dat a.s.
Dinsdagavond bij den aanvang der
vergadering over het wetsontwerp be
treffende de naamlooze vennoot
schappen zal worden gesteemd.
De vergadering gaat hierop in Co
mité-Generaal.
Scheepstij dingen.
HOLLAND—AMERIKA-LIJN.
EDAM 12 v. Rott. n. N.-Orleans.
LEERDAM 12 v. Rott. te N.-Orleans.
BINNENDIJK Rott. 11. Baltimore p. II
Suly.
EEMuIJK Rott. n. Vanc. n 200 m. W,
v. Bishops.
BEEMSTEKDIJK 10 v. Rott. te Phii
DRECHTDIJK Rott. n. Vanc. 11 te
Cristobal.
NICTHEROY Vanc. n. Rott. ri te Li
verpool.
HOLLANDAFRIKA-LIJN.
SUMATRA 12 v. Hamb. n. Aatw.
RANDFONTEIN thr. n te Durban:
JAGERSFONTEIN thr. 11 v. Genua.
RI[PERKERK u-itr. 11 9.38 y.m. 20m.
2. v. Niton.
HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN.
DRECHTSTROOM thr. 10 te Grand Bas-
sam.
VLIELAND thr. 14 te Amst. yerw.
ALGENIB uitr. 10 v. Port Harcourt
HELDER uitr. 11 te Tenieriffe.
RIJNLAND uitr. n te Lagos.
KON. HOLLANDSCEE LLOTD.
EEMLAND thr. 10 v. B.-Ayres.
ROTTERDAMS CHS LLOTD.
fiORONTALO 12 y. Bat te Rott
SIBAJAK uitr. 12 7v.1n1. te Belawan.
TAMBORA thr. 12 1 v.m. v. Pt Said,
MODJOKERTO uitr. p. 11 Ouessant.
STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND".
PRINSES JULIANA to. 11 v. Algiers.
ROEPAT uitr, j). 11 Gibraltar.
EARIMATA uitr. 10 4.48 n.mi. 40 m.
W. y. Niton.
SA.PAROEA thr. 11 v. Padang.
KON. PAKETVAART MIJ.
NIEUW HOLLAND' 12 y. Amst. te Bat
RANTAUPANDANG 9 te Batavia.
HOUTMAN 10 v. Sydney, te Melbourne.