NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
WOENSDAG 13 JUN11928
TWEEDE BLAD.
Gewijde en Ongewijde
Historie.
ELIM.
In het leven liggen dikwijls de
grootste tegenstellingen vlak naast
elkaar.
Zoo was het ook op de woestijn-
reis van de kinderen Israels. Eerst, na
dat zij drie dagreizen ver in de step
pe getrokken waren, kwamen zij te
Mara, waar zij het water niet konden
drinken, omdat het hitter was.
Daarna kwamen zij te Elim, waar
12 waterbronnen en zeventig palm-
boomen waren, en zij sloegen er hun
legerplaats op bij het water.
Elim wordt algemeen geïdentifi
ceerd met den Wadi Gharandel, die
C K.M. Zuidoostelijk van den Wadi
Ha war a (Mara) ligt.
H°t is thans nog een der. grootste
oasen van het Sinaï-schiereiland, al
moeten wij er ons geen overdreven
voorstelling van maken.
De woestijn van den Sinaï is zoo
armoedig en dor, dat, als men ergens
eenig groen en wat frisch water aan
treft, dit al dadelijk een bijzonder aan-
genamen indruk op de reizigers ma
ken moet.
Zoo is het te verklaren, dat vooral
Engelschen, die deze streek bezocht
hebben, wel eens zóó hoog den lof van
deze oase gezongen hebben, dat de
verwachtingen van wie na hen daar
kwamen, niet geheel bevredigd wer
den.
Men vindt in den Wadi Gharandel
wilde palmboomen, tamarisken, en
andere woestijnplanten, die onderhou
den worden door een beek, waarin ge
durende bijna het geheele jaar helder
water stroomt.
In het voorjaar, dus juist in den tijd
waarin de Israëlieten zich op deze
plaats bevonden, vertakt deze beek
zich en vormt zij meertjes, omgeven
met riet, waarin in overvloed water
en andere vogels voorkomen.
Hier en daar groeit ook gras en
kruiden in dit dal, terwijl de schoon
heid verhoogd wordt door kleine rots
partijen aan de randen ervan.
Bartlett, die 10 Februari 1874 Elim
bezocht heeft, beschrijft het in zijn
werk: „From Egypt to Palestine" op
de volgende wijze:
„Ons kamp lag te midden van ta
marisken, die boven vijf kleine pal
men uitstaken. De beek bevond zich
op eenigen afstand. In het zomerbed
van den wadi ontsprongen twee bron
nen, dicht bij elkaar; een eindje ver
der borrelde ook water op aan den
oèver van het beekje, dat zich in twee
of drie armen vertakte en murmelend
verder stroomde.
Aan den bodem was te zien, dat het
riviertje wel eens een breedte van
ruim 45 M. en een diepte van 60 c.M.
heeft.
ïöen ik de beek was overgetrok
ken, om mij naar het Noordwesten te
begeven naar een andere groep boo-
mén, telde ik ongeveer dertig jonge
palmboomen en tien oude tronken,
waarvan sommige nog brandsporen
droegen.
Overal vlogen kleine vogels en ik
plukte, hoewel het nog vroeg in het
jaar was, twee soorten bloemen.
Wij proefden het water en vonden
het uitstekend, even goed als dat van
den Nijl. Nergens in het geheele schier
eiland, behalve in den Wadi Feiran,
komt het zoo overvloedig voor".
Het schijnt met den plantengroei op
Elim op en neer te gaan; in sommige
perioden is zij veel weelderiger dan
in andere tijden. Het is daarom zeer
wel mogelijk, dat deze oase ten tijde
van den woestijntocht der Israëlieten
in veel betere condities verkeerde,
dan b.v. thans of in de vorige eeuw.
FEUILLETON.
De boer van „De Bork"
(Een Drenisch verhaal).
29) o—
En dat zou wel niet minder
zijn geworden. Zij zag er zelfs tegen
aan dat hij kwam. Zij werd eiken dag
ouder. Al die drukte en vermoeienis,
kon zij niet meer hebben.
Of hij nog zoo veel houdt van klim
men? vroeg Lammechie wel eens. Zij
dacht, hij zou nu wel wat bedaarder
zijn geworden en de pret er al af
hebben. Die kwajongensstreken, zou
den er wel uit zijn. En nestjes uitha
len, zou op 't schip wel niet voorval
len. Anders wist zij nog niet, waar hij
in staat toe was.
't Huis was vertimmerd en de
schuur aanmerkelijk vergroot. Men
melkte nu acht koeien, had drie pin
ken en twee kalveren, de schapen
niet eens medegerekend. Voorts een
paard en verscheiden varkens. Zoo
dat Lammechie een meid ter harer
beschikking had. Want op moeder
Marychie viel niet meer te rekenen.
Zij werd gedurig zwakker en kon niet
langer zoo vroeg opstaan als voorheen
De klaver, op den nieuw ontgonnen
grond, stond uitmuntend. Vader Ma-
chiel had met Frens overlegd, dat
men in 't najaar nog maar weer een
Btuk zou aanmaken.
•In dit verband is het merkwaardig,
de getuigenissen van enkele reizigers
die achtereenvolgens deze streek be
zochten teciteeren:
Burckhardt, dié in 1810 het Sinaï-
schiereiland heeft bereisd, spreekt
van een landstreek van een mijl breed
vol boomen.
In den loop der vorige eeuw ging de
plantengroei evenwel langzaam achter
uit.
Hoe het in 1874 was, haalden wij
zoo straks aan van Bartlett en de be
vindingen van den Egyptoloog G. E-
bers, die ongeveer in denzelfden
tijd een „reis van Gosen naar den berg
Sinaï" maakte, kwamen vrijwel met
die van Bartlett ovéreen.
In het begin dezer eeuw was het er
nog doodscher.
Schoenfeld, die in 1903 te Elim was,
vond er alleen enkele tamarisken,
geen enkelen palmboom en slechts 'n
zeer smal stroompje water.
Dan komt er evenwel weer opleving.
De bekende geleerde Flinders Petrie
vond er omstreeks 1905 enkele dozij
nen jonge palmen, en tamarisken in
grooten getale. Hij is zoo opgetogen
over deze plek, dat hij haar een para
dijs noemt.
En de Baedeker van 1912 spreekt
van een weelderigen plantengroei,
waaronder palmen, tamarisken en
gharkadstruiken.
De Wadi Gharandel gaat alzoo in
den tegenwoordigen tijd weer overeen
komst vertoonen met de oase Elim
uit den tijd van den woestijntocht
der Israëlieten, die voor alle eeuwen
het symbool is geweest van de over
vloedige zegeningen Gods voor Zijn
volk.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Amsterdam, W. Deur, te
Schoonhoven; F. G. Hospers, te Noordwijk
aan Zee; en W. M. A. Kalkman, te Kat
wijk aan Zee. Te Delfshaven, A. Meyers,
te Hoogeveen; G. A. Pott, te Bodegraven;
en S. C. van Wijngaarden, te Veenendaal.
Beroepen: Te St. Annaland, N. C.
Bakker, te Benschop.
Aangenomen: Naar Dorkwerd, J. J.
van Oosterzee, te Bergentheim. Naar
Drachtster Compagnie, J. W. F. Warners,
cand. te Haarlem. Naar Opperdoes, .T. A.
Kwint, cand. te Utrecht.
Bedankt: Voor Colmschate (standpl.
Okkenbroek), J. A. Kwint, cand. te Utrecht.
Voor Haarlemmermeer (Hoofddorp), P. F.
van Noort, te Oud-Loosdrecht. Voor Hier-
den bij Harderwijk, E. Schimmel, te Lun-
teren. Voor Nigtevecht, H. Dekker, te
Haskerhorne c.a.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Drachtster Compagnie
W. v. d. Heide, cand. te Ferwerd.
Bedankt: Voor Hilversum, Dr. E. D.
Kraan, te Vlaardingen.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Sneek," C. S. v. d. Ven,
te Arnhem.
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Ds. A. J. A. Vermeer, Ned. Herv. predi
kant te 's-Gravenhage, aan wien, na 41-
jarigen diensttijd, eervol emeritaat is ver
leend, zal Zondag 23 Sept. a.s. 's avonds 7
uur in de Groote Kerk afscheid nemen
van zijn geipeente.
Ds. Vermeer gaat te Doorn wonen.
Ds. D. TOM Wzn.
Gisteren was het 30 jaar geleden, dat
Ds. D. Tom Wzn., de nestor der Hilver-
sum9che Geref. predikanten, zijn intrede
deed bij de Geref. Kerk aldaar. Ds. Tom
werd geboren in 1867, studeerde aan de V.
U. te Amsterdam en deed in 1891 candi-
daats-examen. In Januari 1893 werd hij te
Charlois bevestigd, vertrok in 1895 naar
Sneek en verwisselde deze plaats met Hil
versum, waar hij 12 Juni 1S98 intrede
deed.
Ds. C. FERGUSON.
Naar de Nederlander verneemt, is in
den toestand van Ds. C. Ferguson een gun
stige wending ingetreden. Hoewel de pa
tiënt nog eenige dagen het bed zal moe
ten houden, voelt hij zich toch reeds veel
beter, en hoopt binnen korten tijd zijn
werkzaamheden te kunnen hervatten.
De oude man hield zich uitmun
tend, en deed hij al geen zwaar werk,
en kon hij al niet mee dorschen, hij
zat toch niet stil en kon de kost nog
Lést verdienen.
Frens was een rechte boer gewor
den, die, zat h.j ook al niet zooals
vroeger den heelen dag te studeeren,
toch vrij wat las. De lust tot leeren
was er lang niet uit, en werd door
vader Machiel gedurig levendig ge
houden.
„Nooit uitgestudeerd!" was zijn
woord. „Er valt altijd wat te leeren.
Vooral nu er in den landbouw zoo
veel vooruitgang is, en zoo vele be
langrijke ontdekkingen zijn gedaan".
Zoodoende was de Leuterij een flin-
heit boerderij geworden. Terwijl ieder
verklaarde, men had het nooit durven
denken. .Frens was wel niet oud,
maar hield te veel van studeeren, om
van hem een fermen boer te mogen
v< rwachten.
Maar Frens lachte en dacht: „met
een meester als vader Machiel kan
men 't ver brengen 1" En zoo was 't
ook. De oude man was overal bij, en,
had Frens 't een of ander verkeerd
gedaan, zonder brommen en kijven,
wees hij 't hem aan, deed het hem
anders voor, en zoo kwam alles in
oi de.
Er was wel eens een handvol zaad
koren of wat vermorst, maar, zei
Machiel, daar moet men niet zwart
om kijken. Weg ie weg! men moet
ZIEKTEVERLOF.
Aan Ds. W. Kroese, Ned. Herv. predi
kant te IJ muiden (Oost) is door den ker-
keraad verlenging van ziekteverlof ver
leend tot 1 Augustus als.
BEROEPBAAR.
De heer J. Wristers, Theol. candidaat,
zal met ingang van 13 Juni gaarne een
eventueel beroep bij de Geref. Kerken in
overweging nemen.
Zijn adres is: Minrebroederstraat 13, te
Utrecht.
GIFTEN EN LEGATEN.
Ds. II. J. Dijekm ester, Ned Herv. pre
dikant te IJmuiden, ontving voor den
bouw eener jeugd kerk, tevens wijkgebouw
in wijk B., een gift van vijftienduizend
gulden van baronesse van L. te Z.
GEREF. KERKEN IN I JDIë.
De classis Batavia van de Geref. Kerken
heeft naar Aneta bericht, te Solo verga
derd onder leiding van Ds. J. v. d. Spek.
Inzake de emeritaatsregeling werd be
sloten, dat de onderlinge hulpverleening
van de Kerken het karakter zal krijgen
van een onderlinge verzekering. Voorts
werd vastgesteld, dat recht op pensioen
verkregen wordt: I. na het volbrachte
55ste levensjaar, waarvan ten minste 15
jaar in dienst van de Europeesche Kerken
in Indië moet zijn doorgebracht; II. na
een diensttijd van ten minste 25 jaren
in Indië; en III. bij onbekwaamheid we
gens ziekte, ziels- of lichaamsgebreken.
Het maximum pensircn voor I en II werd
bepaald op ƒ4500 en voor III op een mi
nimum van 2000 en een maximum van
ƒ3000. De regeling zal in werking treden
Op 1 Januari 1929.
De classis zal werkzaam blijven voor
het krijgen van Zondagsrust in Indië en
actie voeren tegen profaneerende films.
Deputaties werden benoemd om na ti
gaan, wat de Europeesche Kerken in In
dië voor de zending kunnen doen.
De volgende classis zal te Bandoeng
bijeenkomen.
CHR. NATIONAAL I^NDINGSFEEST.
Op het Chr. Nationaal Zendingcfeest, dat
Woensdag 4 Juli op „Middachten" gehou
den wordt, zullen de volgende onderwer
pen worden behandeld:
Dr. J. Lammerts van Bueren, van Zet
ten, Openingsrede. Ds. J. J. Buskes, pre
dikant te Amsterdaip: „De zegen der Zen
ding voor de gemeente". Dr. K. Gramberg,
zendeling-arts te Ivelet (Java): „Waarom
Medische Zending". Ds. G. Groeneboer,
predikant te Doetinchem: „Het zaad dat
wij zaaien". Dr. H. Kaajan, predikant te
Utrecht: „Den onbekenden God". Ds. B.
C. Koolhaas, predikant te Utrecht: „Het
75-jarig bestaan van het Ned. Jong. Ver
bond en de Zending" Ds. L. J. van
Leeuwen, predikant te Haarlem: „De be
weging der Jong-Hervormden". J. Palstra,
brigadier van het Leger des Heils te Ban
doeng: „Het leger des Heils en zijn Zen-
dingsarbeid in Ned. Indië". Ds. J. Rauws,
zendingsdirector te Oegstgeest: „De we
reld-conferentie te Jeruzalem". Dr. J. A.
Rust, predikant te Utrecht: „Vertroost
door het onderling geloof" (conf. van Lau
sanne). Ds. J." A. van Sel'ms, predikant te
Nijmegen en Ds. J. J. Stam, predikant te
Rotterdam: Jeugddienst. Bisschop H.
Steinberg van de Ev. Broedergemeente te
Zeist: „Stemmen uit dé bosschen van Su
riname". Ds. A. B. te Winkel, predikant te
's-Gravenhage, Slotrede.
HOENDERLOO.
Dezer dagen heeft de jaarlijksche zo
mervergadering van de stichting Iloender-
loo plaats gehad. Naast de bestuurderen
was een aantal commissarissen te Hoen-
derloo bijeen.
De voorzitter, mr. H. de Bie, deelt mede,
dat voorloopige goedkeuring van den mi
nister van justitie is verkregen voor het
bouwen van het paviljoen voor observatie
en voor individueels behandeling van
moeilijke jongens. Men is nu bezig met
het uitwerken van dè bouwplannen; ar
chitect is de heer Stuivinga te Zeist. In
verband met deze plannen wordt opnieuw
in studie genomen de mogelijkheid van
electrificatie met eigen centrale, die zoo
wel wat veiligheid als gemak betreft, ver-
ra te prefereeren is boven gas voor ver
lichting en voor kracht. Het koken op
gas voldoet uitstekend enmoet gehand
haafd blijven. Er moet naar gestreefd
worden de bedrijven zoo goed mogelijk te
outilleeren. lil de eerste plaats geeft dit
eerst leeren en dat kost leergeld. On
geluk is geen moedwil Mén moet niet
a'tijd bedillen en lessen geven, maar
ook eens zien of de leerling oordeelt
en nadenkt".
„Daar is hij, daar is hij!" juichte
Lammechie, terwijl zij de huisdeur
opende. Wat is hij gegroeid. En ter
wijl zij. nog sprak stapte Leffert de
keuken binnen.
Marychie herkende den breedge-
schouderden, flinken stuurman niet.
Lammechie moest gek of dronken
zijn, dat zij zich zoo aanstelde. ÏLn wat
die heer bij haar deed, was haar een
raadsel; V^Vst niet terecht, of komt
vader Machiel spreken. Misschien wel
zoo een, die stemmen komt vragen
voor den een of ander in de Staten
of in de Kamers, dacht zij.
Maar toen Leffert naar haar toeliep
eri haar zijn „olde moeder" noemde,
toen was 't of haar een licht opging.
Met open armen ontving zij hem en
kuste den jóngen stuurman, en noem
de hem haar Leffert, om wien zij me
nig uur slapens gelaten had, vooral
als 't zoo stormde. Menigmalen had
zij God gebeden, dat Hij hem mocht
bewaren en veilig thuis brengen.
Nu zou hij toch wel niet weer heen
gaan. Als hij dan toch klimmen wou,
kon hij in 's hemels naam in de boo
men klimmen. Hij had dan toch geen
nood van in zee te valler. en te ver
drinken.
Dan was 't een vragen zonder einde;
een economische exploitatie en teven9 be
reikt men hierdoor, dat. de jongens, wan
neer zij een vak geleerd hebben, ook in
staat zijn, dat vak in de maatschappij op
behoorlijke wijze uit te oefenen, doordat
zij aan de eischeh, die moderne bedrijven
stellen kunnen voldoen.
De penningmeester, de heer H. L. van
Eeghen, lichtte daarop de rekening over
het jaar 1927 toe. In totaal waren de uit
gaven geweest plm. 179.000, terwijl in
dat jaar aan contributies giften en legaten
een bedrag van ruim 41.000 werd ont
vangen. De kostprijs per jongen en per
dag was dit jaar geringer dan het vorig
jaa»r. Hij was ƒ1.96. De bedrijven hadden
ook alle economist her gewerkt dan vori
ge jaren. Door vele milde giften was de
penningmeester in staat geweest de te
korten van vorige jaren, die nog open
stonden, alle te dekken. Over het jaar 1927
was een tekort becijferd van circa 72.000.
Daar er nog een dotatie te wachten is
van het algemeen subsidie, waarop reeds
door de regeering eèn voorschot werd ver
leend van 50.000, ziet de penningmeester
de toekomst niet al te somber in. Hij voelt
echter als een eerste vr^eischte voor een
ernstige én rustige uitoefening van het
opvoedende werk door den directeur en
zijn helpers en helpsters, dat de finan-
cieele toestand gezond blijft.
De heer J. C. H. Heldring, brengt daar
op namens de commissie tot nazien der
rekening verslag uit, waarna de penning
meester wordt gedechargeerd.
In de plaats van den-afgetreden vi.ee-
vcorzitter ir. H. de Mol v n Otterlóo wordt
als zoodanig benoemd ir. F. C. C. baron
van Tuyll van Sefooskerken.
De directeur, de leer A. Iehwhoff, gaf
vervolgens een overzicht van de gebeur
tenissen. Het was zijn indruldat verre
weg de meeste jongens groote belangstel
ling hebben voor de religieuse zijde van
het leven.
VOORSTEL TOT WIJZIGING DER
HOOGER-ONDRRWIJSWET.
Bestaat er aanleiding om het instituut
der bijzondere leerstoelen aan meer wet
telijke voorschriften te onderwerpen? De
regeering is van meening, dat dit insti
tuut zich in het laatste tiental jaren zoo
lang heeft ontwikkeld dat de vraag is ge
rezen of niet misbruiken zijn ontstaan,
die nadere wettelijke voorzieningen nood
zakelijk maken.
Daarom zijn enkele voorstellen inge
diend tot wijziging van titel III hoofdstuk
IV der Hooger. Onderwijswet, die beoogen
aan den eenen kant de bepalingen om
trent het instituut Jer bijzondere leerstoe
len iets nauwer aan te halen om de ge
legenheid te geven misbruiken te keeren,
aan den anderen kant deze bepalingen
iets te verruimen door de aanstelling van
bijzondere lectoren mogelijk te maken.
Voorgesteld wordt o.m. te bepalen, dat
elke benoeming tot bijzonder hoogleeraar
of bijzonder lector de bekrachtiging der
regeering behoeft, nadat de betrokken fa
culteit der Rijksuniversiteit of de betrok
ken afdeeling der Technische Hoogeschool
gehoord is. Deze bekrachtiging kan al
leen bij een met redenen omkleed besluit
worden geweigerd.-
EEN NED. PROMOTIE AAN DE
SORBONNE.
De correspondent van de N. R. Ct. te
Parijs meldt, dat jonkvr. van Asbeck aan
de Sorbonne tot doctor in de letteren is
gepromoveerd op een aan Ruysbroeck ge
wijd proefschrift. Er was nogal belangstel
ling en professor Lichtenberg verving den
hoogleeraar, die de doctores bij de voorbe
reidselen tot haar proefschrift had bijge
staan. Zij deed voor de jury flink haar
woord en de commissie complimenteerde
haar met name over de wijze, waarop ze
het Fransch beheerscht.
MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL
TE HAARLEM.
Op de jaarvergadering van de Vereeni-
ging voor Nijverheidsonderwijs te Haar
lem, gehouden den llen Juni j.l. werd
o.m. het volgende medegedeeld over de
Middelbare Technische school te Haar
lem:
Het jaar 1927 begon met 347 leerlingen.
Het einddiploma werd toegekend aan 72
leerlingen. Er zijn thans 221 gediplomeer
den der M. T. S. in leven, die, voor zoo
ver zij niet in militairen dienst zijn of
verder studeeren, allen een passende be
trekking hebben.. Er, is voortdurend vraag
van werkgeverszijde naar gediplomeerden
der M. T. S.
zoodat Leffert niet in staat was, een
er kei behoorlijk antwoord te geven.
„Toe ien jong! nou solst wal 'n
stoete brokkien lusten", riep ze uit en
haalde het noodige uit de spinde.
Ofschoon Leffert haar verzekerde
nog geen de minste behoeften te heb
ben. Maar dat hielp niet. Hij had in
lang geen stoet gehad; zij was nog
versch en als hij er stroop op verlang
de, hij kon 't krijgen. Zij had nog wel
wat in huis. En anders kon de meid
wel wat halen. Leffert had er altijd
zooveel van gehouden, toen hij een
kind was. Zij wou hem nu eens trak-
teeren. Hij moest geen neen zeggen,
als hij er zin in had. 'n Druppien
koffie most er bi hebben. Gaauw 't
woater opsloan.
Inmiddels waren vader Machiel en
Frens thuis gekomen. Nauwelijks
hadden zij vernomen wat er gaande
was, of beiden ijlden naar binnen, om
den jongen zeeman te verwelkomen.
„God zij geloofd en gedankt!" sta
melde de oude man, toen hij Leffert
de hand drukte en hem aan zijn harte
sloot. „God zij gedankt, dat ik je weer
mag zien!"
„Hoe heb je 't gehad, en waar ben
je geweest, en wat heb je al gezien?"
vroeg Marychie, terwijl zij den knijp
bril opzette, ,,'t Zal hier wat ruimer
wezen als op zoo'n schip. \k Mag er
niet van heuren. Vast niet eens plaats
genoeg om rechtop te zitten en de
beenen eens uit te steken."
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 13 Juni 1928.
Alweer een expeditie op zoek naar
den „Missing link", de ontbrekende
schakel tusschen aap en mensch.
De „Daily Chronicle" meldt, dat de
vijf leiders van deze expeditie a.s. Vrij
dag naar Kaapstad vertrekken; daar
zullen nog andere prae-histori9che
deskundigen zich bij hen voegen om
te zamen naar den rand van de woes-
tijd te trekken.
De leider van de expeditie is Dr.
C. Ernest Caddie, verbonden aan het
Colorado-museum voor natuurlijke
historie, een Zuid-Afrikaner, die vele
jaren in de wildernissen heeft geleefd
en reeds belangrijk werk op zijn ge
bied heeft verricht.
Verder behooren tot de expeditie 'n
Canadees, Dr. W. J. Cameron en Prof.
R. L. Mannen van de Universiteit te
Texas.
De epeditie trekt naar de genoemde
woestijnstreek, omdat daar, naar zij
meent de hoogste apensoort en het
meest laagstaande menschenra-s te
vinden is.
Bovendien zouden daar onlangs twee
schedels gevonden zijn, die veel ouder
zouden zijn, dan die op Java gevon
den.
Als ik Professor was, zou ik eens
gaan zoeken in de boekenkasten van
de meest vermaarde geleerden. Die
moeten bepaald daar één boek hebben
waar precies de verhouding tusschen
de geslachten der menschen en der
dieren is aangegeven.
Kunnen ze dit niet vinden, dan wi!
ik mijn exemplaar wel afstaan voor
eenigen tijd.
Heusch, het zoeken op Java, Suma
tra. Borneo en nu weer in Afrika baat
allemaal niks. De „link" blijft „mis
sing", of in Hollandsch uitgedrukt: de
„schakel" blijft ^ontbreken", omdat
er nu eenmaal geen verband bestaat.
OBSERVATOR.
De cursus 19271928 begon in Septem
ber met 363 leerlingen. Van dezen waren
er 55 in het bezit van het einddiploma
eener mathematische H.B.S. met 5-jarige
cursus. De leerlingen zijn afkomstig uit
66 Nederlandsche gemeenten en uit Ned.
Oost-Indié. Er werden 75 excursies gehou
den. Door den directeur der M. T. S. werd
een enquête ingesteld bij de werkgevers
in binnen- en buitenland, waar gediplo
meerden der M. T. S. zijn tewerk gesteld.
Het resultaat was boven verwachting
gunstig. Van de 85 aangeschrevenen zon
den er 80 antwoord. Bijna zonder uitzon
dering bleken de werkgevers tevreden,
zeer tevreden of buitengewoon tevreden
over de prestaties, de opleiding, de ken
nis en. vaardigheid van de betreffende ge
diplomeerden. Omtrent wijzigingen of aan
vullingen van het leerplan werden geen
wenschen te berde gebracht. De uitslag
van deze enquête mag een groot succes
voor de M. T. S. worden genoemd.
FRANSCH OP DE LAGERE SCHOOL.
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot
Nut van het Algemeen heeft aan den mi
nister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, een adres gezonden, waarin
wij lezen:
Uitgaande van de onderstelling, dat on
der den voortdurenden aandrang van de
voorstanders van het Fransch op de La
gere School de Regeering binnen afzien-
baren tijd er toe over zal gaan voorstel
len te doen tot wederinvoering van het
Fransch, heeft het hoofdbestuur der Mij.
tot Nut van het Algemeen zich ernstig af
gevraagd op welke wijze deze taal weder
zou kunnen worden ingevoerd op de la
gere school, zonder dat aan dit herstel
.de bezwaren zouden zijn verbonden, die
indertijd geleid hebben tot de afschaffing
Het hoofdbestuur is bij zijn onderzoek
tot de conclusie gekomen, dat de bezwa
ren, die indertijd hebben geleid tot de
afschaffing, minder van essentieelen, dan
wel van gradueelen aard waren en het
heeft er naar gestreefd deze bezwaren op
te heffen op zoodanige wijze, dat eener-
zijds het Lager Onderwijs door de weder
invoering zich niet zou zien belemmerd,
terwijl bet anderzijds gezocht heeft naar
den vorm, die aan de eischen van het
Middelbaar Onderwijs op voldoende wijze
tegemoet zou komen.
Maar toen zij vernam, dat de Beli-
sarius nog grooter was dan de keuken
en de schuur en wel zoo hoog en
diep als het kerkdak van den grond
en toen zij vernam van kamers en
bergplaatsen en eene kerk, begon zij
beurtelings te schreien en te lachen
en zei: dat is niet mooi van je, dat je
een oud menstii zoo voorliegt en voor
den gek houdt. „Dat lugst, al toe ge-
lieke, jonk!"
Maar toen vader Machiel verzeker
de, dat er nog grooter schepen waren,
waar meer dan drie honderd men
schen op leefden, sloeg zij de handen
in elkander en vroeg, hoe zij allen
aan de kost kwamen. Men kon er toch
wel niets verbouwen, en winkels zou
men op reis toch wel niet aantreffen.
Later, toen Leffert haar daarom
trent had ingelicht, merkte zij aan,
dat het met zoo'n schip dan zou we
zen, even als bij een boer; tegen den
winter, alles opdoen wat noodig is,
inmaken en slachten, en zoo al meer.
Naarmate het huishouden groot of
klein was. k
„Precies", zei Leffert, „tot het brood
toe".
Onmogelijk, dacht Marychie. Zoo
lang blijft het niet goed; dat waren
praatjes. Maar zij hield zich stil. Zij
wilde Leffert niet boos mfiken, en Ma
chiel scheen toch ook op de hand
van den jongen te zijn. De eene
leugen zou nu de andere halen. En
•iat moest niet.