NIEUWE LEIDSCHE COURANT van WOENSDAG 13 JUN11928 TWEEDE BLAD. Gewijde en Ongewijde Historie. ELIM. In het leven liggen dikwijls de grootste tegenstellingen vlak naast elkaar. Zoo was het ook op de woestijn- reis van de kinderen Israels. Eerst, na dat zij drie dagreizen ver in de step pe getrokken waren, kwamen zij te Mara, waar zij het water niet konden drinken, omdat het hitter was. Daarna kwamen zij te Elim, waar 12 waterbronnen en zeventig palm- boomen waren, en zij sloegen er hun legerplaats op bij het water. Elim wordt algemeen geïdentifi ceerd met den Wadi Gharandel, die C K.M. Zuidoostelijk van den Wadi Ha war a (Mara) ligt. H°t is thans nog een der. grootste oasen van het Sinaï-schiereiland, al moeten wij er ons geen overdreven voorstelling van maken. De woestijn van den Sinaï is zoo armoedig en dor, dat, als men ergens eenig groen en wat frisch water aan treft, dit al dadelijk een bijzonder aan- genamen indruk op de reizigers ma ken moet. Zoo is het te verklaren, dat vooral Engelschen, die deze streek bezocht hebben, wel eens zóó hoog den lof van deze oase gezongen hebben, dat de verwachtingen van wie na hen daar kwamen, niet geheel bevredigd wer den. Men vindt in den Wadi Gharandel wilde palmboomen, tamarisken, en andere woestijnplanten, die onderhou den worden door een beek, waarin ge durende bijna het geheele jaar helder water stroomt. In het voorjaar, dus juist in den tijd waarin de Israëlieten zich op deze plaats bevonden, vertakt deze beek zich en vormt zij meertjes, omgeven met riet, waarin in overvloed water en andere vogels voorkomen. Hier en daar groeit ook gras en kruiden in dit dal, terwijl de schoon heid verhoogd wordt door kleine rots partijen aan de randen ervan. Bartlett, die 10 Februari 1874 Elim bezocht heeft, beschrijft het in zijn werk: „From Egypt to Palestine" op de volgende wijze: „Ons kamp lag te midden van ta marisken, die boven vijf kleine pal men uitstaken. De beek bevond zich op eenigen afstand. In het zomerbed van den wadi ontsprongen twee bron nen, dicht bij elkaar; een eindje ver der borrelde ook water op aan den oèver van het beekje, dat zich in twee of drie armen vertakte en murmelend verder stroomde. Aan den bodem was te zien, dat het riviertje wel eens een breedte van ruim 45 M. en een diepte van 60 c.M. heeft. ïöen ik de beek was overgetrok ken, om mij naar het Noordwesten te begeven naar een andere groep boo- mén, telde ik ongeveer dertig jonge palmboomen en tien oude tronken, waarvan sommige nog brandsporen droegen. Overal vlogen kleine vogels en ik plukte, hoewel het nog vroeg in het jaar was, twee soorten bloemen. Wij proefden het water en vonden het uitstekend, even goed als dat van den Nijl. Nergens in het geheele schier eiland, behalve in den Wadi Feiran, komt het zoo overvloedig voor". Het schijnt met den plantengroei op Elim op en neer te gaan; in sommige perioden is zij veel weelderiger dan in andere tijden. Het is daarom zeer wel mogelijk, dat deze oase ten tijde van den woestijntocht der Israëlieten in veel betere condities verkeerde, dan b.v. thans of in de vorige eeuw. FEUILLETON. De boer van „De Bork" (Een Drenisch verhaal). 29) o— En dat zou wel niet minder zijn geworden. Zij zag er zelfs tegen aan dat hij kwam. Zij werd eiken dag ouder. Al die drukte en vermoeienis, kon zij niet meer hebben. Of hij nog zoo veel houdt van klim men? vroeg Lammechie wel eens. Zij dacht, hij zou nu wel wat bedaarder zijn geworden en de pret er al af hebben. Die kwajongensstreken, zou den er wel uit zijn. En nestjes uitha len, zou op 't schip wel niet voorval len. Anders wist zij nog niet, waar hij in staat toe was. 't Huis was vertimmerd en de schuur aanmerkelijk vergroot. Men melkte nu acht koeien, had drie pin ken en twee kalveren, de schapen niet eens medegerekend. Voorts een paard en verscheiden varkens. Zoo dat Lammechie een meid ter harer beschikking had. Want op moeder Marychie viel niet meer te rekenen. Zij werd gedurig zwakker en kon niet langer zoo vroeg opstaan als voorheen De klaver, op den nieuw ontgonnen grond, stond uitmuntend. Vader Ma- chiel had met Frens overlegd, dat men in 't najaar nog maar weer een Btuk zou aanmaken. •In dit verband is het merkwaardig, de getuigenissen van enkele reizigers die achtereenvolgens deze streek be zochten teciteeren: Burckhardt, dié in 1810 het Sinaï- schiereiland heeft bereisd, spreekt van een landstreek van een mijl breed vol boomen. In den loop der vorige eeuw ging de plantengroei evenwel langzaam achter uit. Hoe het in 1874 was, haalden wij zoo straks aan van Bartlett en de be vindingen van den Egyptoloog G. E- bers, die ongeveer in denzelfden tijd een „reis van Gosen naar den berg Sinaï" maakte, kwamen vrijwel met die van Bartlett ovéreen. In het begin dezer eeuw was het er nog doodscher. Schoenfeld, die in 1903 te Elim was, vond er alleen enkele tamarisken, geen enkelen palmboom en slechts 'n zeer smal stroompje water. Dan komt er evenwel weer opleving. De bekende geleerde Flinders Petrie vond er omstreeks 1905 enkele dozij nen jonge palmen, en tamarisken in grooten getale. Hij is zoo opgetogen over deze plek, dat hij haar een para dijs noemt. En de Baedeker van 1912 spreekt van een weelderigen plantengroei, waaronder palmen, tamarisken en gharkadstruiken. De Wadi Gharandel gaat alzoo in den tegenwoordigen tijd weer overeen komst vertoonen met de oase Elim uit den tijd van den woestijntocht der Israëlieten, die voor alle eeuwen het symbool is geweest van de over vloedige zegeningen Gods voor Zijn volk. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Amsterdam, W. Deur, te Schoonhoven; F. G. Hospers, te Noordwijk aan Zee; en W. M. A. Kalkman, te Kat wijk aan Zee. Te Delfshaven, A. Meyers, te Hoogeveen; G. A. Pott, te Bodegraven; en S. C. van Wijngaarden, te Veenendaal. Beroepen: Te St. Annaland, N. C. Bakker, te Benschop. Aangenomen: Naar Dorkwerd, J. J. van Oosterzee, te Bergentheim. Naar Drachtster Compagnie, J. W. F. Warners, cand. te Haarlem. Naar Opperdoes, .T. A. Kwint, cand. te Utrecht. Bedankt: Voor Colmschate (standpl. Okkenbroek), J. A. Kwint, cand. te Utrecht. Voor Haarlemmermeer (Hoofddorp), P. F. van Noort, te Oud-Loosdrecht. Voor Hier- den bij Harderwijk, E. Schimmel, te Lun- teren. Voor Nigtevecht, H. Dekker, te Haskerhorne c.a. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Drachtster Compagnie W. v. d. Heide, cand. te Ferwerd. Bedankt: Voor Hilversum, Dr. E. D. Kraan, te Vlaardingen. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Sneek," C. S. v. d. Ven, te Arnhem. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Ds. A. J. A. Vermeer, Ned. Herv. predi kant te 's-Gravenhage, aan wien, na 41- jarigen diensttijd, eervol emeritaat is ver leend, zal Zondag 23 Sept. a.s. 's avonds 7 uur in de Groote Kerk afscheid nemen van zijn geipeente. Ds. Vermeer gaat te Doorn wonen. Ds. D. TOM Wzn. Gisteren was het 30 jaar geleden, dat Ds. D. Tom Wzn., de nestor der Hilver- sum9che Geref. predikanten, zijn intrede deed bij de Geref. Kerk aldaar. Ds. Tom werd geboren in 1867, studeerde aan de V. U. te Amsterdam en deed in 1891 candi- daats-examen. In Januari 1893 werd hij te Charlois bevestigd, vertrok in 1895 naar Sneek en verwisselde deze plaats met Hil versum, waar hij 12 Juni 1S98 intrede deed. Ds. C. FERGUSON. Naar de Nederlander verneemt, is in den toestand van Ds. C. Ferguson een gun stige wending ingetreden. Hoewel de pa tiënt nog eenige dagen het bed zal moe ten houden, voelt hij zich toch reeds veel beter, en hoopt binnen korten tijd zijn werkzaamheden te kunnen hervatten. De oude man hield zich uitmun tend, en deed hij al geen zwaar werk, en kon hij al niet mee dorschen, hij zat toch niet stil en kon de kost nog Lést verdienen. Frens was een rechte boer gewor den, die, zat h.j ook al niet zooals vroeger den heelen dag te studeeren, toch vrij wat las. De lust tot leeren was er lang niet uit, en werd door vader Machiel gedurig levendig ge houden. „Nooit uitgestudeerd!" was zijn woord. „Er valt altijd wat te leeren. Vooral nu er in den landbouw zoo veel vooruitgang is, en zoo vele be langrijke ontdekkingen zijn gedaan". Zoodoende was de Leuterij een flin- heit boerderij geworden. Terwijl ieder verklaarde, men had het nooit durven denken. .Frens was wel niet oud, maar hield te veel van studeeren, om van hem een fermen boer te mogen v< rwachten. Maar Frens lachte en dacht: „met een meester als vader Machiel kan men 't ver brengen 1" En zoo was 't ook. De oude man was overal bij, en, had Frens 't een of ander verkeerd gedaan, zonder brommen en kijven, wees hij 't hem aan, deed het hem anders voor, en zoo kwam alles in oi de. Er was wel eens een handvol zaad koren of wat vermorst, maar, zei Machiel, daar moet men niet zwart om kijken. Weg ie weg! men moet ZIEKTEVERLOF. Aan Ds. W. Kroese, Ned. Herv. predi kant te IJ muiden (Oost) is door den ker- keraad verlenging van ziekteverlof ver leend tot 1 Augustus als. BEROEPBAAR. De heer J. Wristers, Theol. candidaat, zal met ingang van 13 Juni gaarne een eventueel beroep bij de Geref. Kerken in overweging nemen. Zijn adres is: Minrebroederstraat 13, te Utrecht. GIFTEN EN LEGATEN. Ds. II. J. Dijekm ester, Ned Herv. pre dikant te IJmuiden, ontving voor den bouw eener jeugd kerk, tevens wijkgebouw in wijk B., een gift van vijftienduizend gulden van baronesse van L. te Z. GEREF. KERKEN IN I JDIë. De classis Batavia van de Geref. Kerken heeft naar Aneta bericht, te Solo verga derd onder leiding van Ds. J. v. d. Spek. Inzake de emeritaatsregeling werd be sloten, dat de onderlinge hulpverleening van de Kerken het karakter zal krijgen van een onderlinge verzekering. Voorts werd vastgesteld, dat recht op pensioen verkregen wordt: I. na het volbrachte 55ste levensjaar, waarvan ten minste 15 jaar in dienst van de Europeesche Kerken in Indië moet zijn doorgebracht; II. na een diensttijd van ten minste 25 jaren in Indië; en III. bij onbekwaamheid we gens ziekte, ziels- of lichaamsgebreken. Het maximum pensircn voor I en II werd bepaald op ƒ4500 en voor III op een mi nimum van 2000 en een maximum van ƒ3000. De regeling zal in werking treden Op 1 Januari 1929. De classis zal werkzaam blijven voor het krijgen van Zondagsrust in Indië en actie voeren tegen profaneerende films. Deputaties werden benoemd om na ti gaan, wat de Europeesche Kerken in In dië voor de zending kunnen doen. De volgende classis zal te Bandoeng bijeenkomen. CHR. NATIONAAL I^NDINGSFEEST. Op het Chr. Nationaal Zendingcfeest, dat Woensdag 4 Juli op „Middachten" gehou den wordt, zullen de volgende onderwer pen worden behandeld: Dr. J. Lammerts van Bueren, van Zet ten, Openingsrede. Ds. J. J. Buskes, pre dikant te Amsterdaip: „De zegen der Zen ding voor de gemeente". Dr. K. Gramberg, zendeling-arts te Ivelet (Java): „Waarom Medische Zending". Ds. G. Groeneboer, predikant te Doetinchem: „Het zaad dat wij zaaien". Dr. H. Kaajan, predikant te Utrecht: „Den onbekenden God". Ds. B. C. Koolhaas, predikant te Utrecht: „Het 75-jarig bestaan van het Ned. Jong. Ver bond en de Zending" Ds. L. J. van Leeuwen, predikant te Haarlem: „De be weging der Jong-Hervormden". J. Palstra, brigadier van het Leger des Heils te Ban doeng: „Het leger des Heils en zijn Zen- dingsarbeid in Ned. Indië". Ds. J. Rauws, zendingsdirector te Oegstgeest: „De we reld-conferentie te Jeruzalem". Dr. J. A. Rust, predikant te Utrecht: „Vertroost door het onderling geloof" (conf. van Lau sanne). Ds. J." A. van Sel'ms, predikant te Nijmegen en Ds. J. J. Stam, predikant te Rotterdam: Jeugddienst. Bisschop H. Steinberg van de Ev. Broedergemeente te Zeist: „Stemmen uit dé bosschen van Su riname". Ds. A. B. te Winkel, predikant te 's-Gravenhage, Slotrede. HOENDERLOO. Dezer dagen heeft de jaarlijksche zo mervergadering van de stichting Iloender- loo plaats gehad. Naast de bestuurderen was een aantal commissarissen te Hoen- derloo bijeen. De voorzitter, mr. H. de Bie, deelt mede, dat voorloopige goedkeuring van den mi nister van justitie is verkregen voor het bouwen van het paviljoen voor observatie en voor individueels behandeling van moeilijke jongens. Men is nu bezig met het uitwerken van dè bouwplannen; ar chitect is de heer Stuivinga te Zeist. In verband met deze plannen wordt opnieuw in studie genomen de mogelijkheid van electrificatie met eigen centrale, die zoo wel wat veiligheid als gemak betreft, ver- ra te prefereeren is boven gas voor ver lichting en voor kracht. Het koken op gas voldoet uitstekend enmoet gehand haafd blijven. Er moet naar gestreefd worden de bedrijven zoo goed mogelijk te outilleeren. lil de eerste plaats geeft dit eerst leeren en dat kost leergeld. On geluk is geen moedwil Mén moet niet a'tijd bedillen en lessen geven, maar ook eens zien of de leerling oordeelt en nadenkt". „Daar is hij, daar is hij!" juichte Lammechie, terwijl zij de huisdeur opende. Wat is hij gegroeid. En ter wijl zij. nog sprak stapte Leffert de keuken binnen. Marychie herkende den breedge- schouderden, flinken stuurman niet. Lammechie moest gek of dronken zijn, dat zij zich zoo aanstelde. ÏLn wat die heer bij haar deed, was haar een raadsel; V^Vst niet terecht, of komt vader Machiel spreken. Misschien wel zoo een, die stemmen komt vragen voor den een of ander in de Staten of in de Kamers, dacht zij. Maar toen Leffert naar haar toeliep eri haar zijn „olde moeder" noemde, toen was 't of haar een licht opging. Met open armen ontving zij hem en kuste den jóngen stuurman, en noem de hem haar Leffert, om wien zij me nig uur slapens gelaten had, vooral als 't zoo stormde. Menigmalen had zij God gebeden, dat Hij hem mocht bewaren en veilig thuis brengen. Nu zou hij toch wel niet weer heen gaan. Als hij dan toch klimmen wou, kon hij in 's hemels naam in de boo men klimmen. Hij had dan toch geen nood van in zee te valler. en te ver drinken. Dan was 't een vragen zonder einde; een economische exploitatie en teven9 be reikt men hierdoor, dat. de jongens, wan neer zij een vak geleerd hebben, ook in staat zijn, dat vak in de maatschappij op behoorlijke wijze uit te oefenen, doordat zij aan de eischeh, die moderne bedrijven stellen kunnen voldoen. De penningmeester, de heer H. L. van Eeghen, lichtte daarop de rekening over het jaar 1927 toe. In totaal waren de uit gaven geweest plm. 179.000, terwijl in dat jaar aan contributies giften en legaten een bedrag van ruim 41.000 werd ont vangen. De kostprijs per jongen en per dag was dit jaar geringer dan het vorig jaa»r. Hij was ƒ1.96. De bedrijven hadden ook alle economist her gewerkt dan vori ge jaren. Door vele milde giften was de penningmeester in staat geweest de te korten van vorige jaren, die nog open stonden, alle te dekken. Over het jaar 1927 was een tekort becijferd van circa 72.000. Daar er nog een dotatie te wachten is van het algemeen subsidie, waarop reeds door de regeering eèn voorschot werd ver leend van 50.000, ziet de penningmeester de toekomst niet al te somber in. Hij voelt echter als een eerste vr^eischte voor een ernstige én rustige uitoefening van het opvoedende werk door den directeur en zijn helpers en helpsters, dat de finan- cieele toestand gezond blijft. De heer J. C. H. Heldring, brengt daar op namens de commissie tot nazien der rekening verslag uit, waarna de penning meester wordt gedechargeerd. In de plaats van den-afgetreden vi.ee- vcorzitter ir. H. de Mol v n Otterlóo wordt als zoodanig benoemd ir. F. C. C. baron van Tuyll van Sefooskerken. De directeur, de leer A. Iehwhoff, gaf vervolgens een overzicht van de gebeur tenissen. Het was zijn indruldat verre weg de meeste jongens groote belangstel ling hebben voor de religieuse zijde van het leven. VOORSTEL TOT WIJZIGING DER HOOGER-ONDRRWIJSWET. Bestaat er aanleiding om het instituut der bijzondere leerstoelen aan meer wet telijke voorschriften te onderwerpen? De regeering is van meening, dat dit insti tuut zich in het laatste tiental jaren zoo lang heeft ontwikkeld dat de vraag is ge rezen of niet misbruiken zijn ontstaan, die nadere wettelijke voorzieningen nood zakelijk maken. Daarom zijn enkele voorstellen inge diend tot wijziging van titel III hoofdstuk IV der Hooger. Onderwijswet, die beoogen aan den eenen kant de bepalingen om trent het instituut Jer bijzondere leerstoe len iets nauwer aan te halen om de ge legenheid te geven misbruiken te keeren, aan den anderen kant deze bepalingen iets te verruimen door de aanstelling van bijzondere lectoren mogelijk te maken. Voorgesteld wordt o.m. te bepalen, dat elke benoeming tot bijzonder hoogleeraar of bijzonder lector de bekrachtiging der regeering behoeft, nadat de betrokken fa culteit der Rijksuniversiteit of de betrok ken afdeeling der Technische Hoogeschool gehoord is. Deze bekrachtiging kan al leen bij een met redenen omkleed besluit worden geweigerd.- EEN NED. PROMOTIE AAN DE SORBONNE. De correspondent van de N. R. Ct. te Parijs meldt, dat jonkvr. van Asbeck aan de Sorbonne tot doctor in de letteren is gepromoveerd op een aan Ruysbroeck ge wijd proefschrift. Er was nogal belangstel ling en professor Lichtenberg verving den hoogleeraar, die de doctores bij de voorbe reidselen tot haar proefschrift had bijge staan. Zij deed voor de jury flink haar woord en de commissie complimenteerde haar met name over de wijze, waarop ze het Fransch beheerscht. MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL TE HAARLEM. Op de jaarvergadering van de Vereeni- ging voor Nijverheidsonderwijs te Haar lem, gehouden den llen Juni j.l. werd o.m. het volgende medegedeeld over de Middelbare Technische school te Haar lem: Het jaar 1927 begon met 347 leerlingen. Het einddiploma werd toegekend aan 72 leerlingen. Er zijn thans 221 gediplomeer den der M. T. S. in leven, die, voor zoo ver zij niet in militairen dienst zijn of verder studeeren, allen een passende be trekking hebben.. Er, is voortdurend vraag van werkgeverszijde naar gediplomeerden der M. T. S. zoodat Leffert niet in staat was, een er kei behoorlijk antwoord te geven. „Toe ien jong! nou solst wal 'n stoete brokkien lusten", riep ze uit en haalde het noodige uit de spinde. Ofschoon Leffert haar verzekerde nog geen de minste behoeften te heb ben. Maar dat hielp niet. Hij had in lang geen stoet gehad; zij was nog versch en als hij er stroop op verlang de, hij kon 't krijgen. Zij had nog wel wat in huis. En anders kon de meid wel wat halen. Leffert had er altijd zooveel van gehouden, toen hij een kind was. Zij wou hem nu eens trak- teeren. Hij moest geen neen zeggen, als hij er zin in had. 'n Druppien koffie most er bi hebben. Gaauw 't woater opsloan. Inmiddels waren vader Machiel en Frens thuis gekomen. Nauwelijks hadden zij vernomen wat er gaande was, of beiden ijlden naar binnen, om den jongen zeeman te verwelkomen. „God zij geloofd en gedankt!" sta melde de oude man, toen hij Leffert de hand drukte en hem aan zijn harte sloot. „God zij gedankt, dat ik je weer mag zien!" „Hoe heb je 't gehad, en waar ben je geweest, en wat heb je al gezien?" vroeg Marychie, terwijl zij den knijp bril opzette, ,,'t Zal hier wat ruimer wezen als op zoo'n schip. \k Mag er niet van heuren. Vast niet eens plaats genoeg om rechtop te zitten en de beenen eens uit te steken." AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 13 Juni 1928. Alweer een expeditie op zoek naar den „Missing link", de ontbrekende schakel tusschen aap en mensch. De „Daily Chronicle" meldt, dat de vijf leiders van deze expeditie a.s. Vrij dag naar Kaapstad vertrekken; daar zullen nog andere prae-histori9che deskundigen zich bij hen voegen om te zamen naar den rand van de woes- tijd te trekken. De leider van de expeditie is Dr. C. Ernest Caddie, verbonden aan het Colorado-museum voor natuurlijke historie, een Zuid-Afrikaner, die vele jaren in de wildernissen heeft geleefd en reeds belangrijk werk op zijn ge bied heeft verricht. Verder behooren tot de expeditie 'n Canadees, Dr. W. J. Cameron en Prof. R. L. Mannen van de Universiteit te Texas. De epeditie trekt naar de genoemde woestijnstreek, omdat daar, naar zij meent de hoogste apensoort en het meest laagstaande menschenra-s te vinden is. Bovendien zouden daar onlangs twee schedels gevonden zijn, die veel ouder zouden zijn, dan die op Java gevon den. Als ik Professor was, zou ik eens gaan zoeken in de boekenkasten van de meest vermaarde geleerden. Die moeten bepaald daar één boek hebben waar precies de verhouding tusschen de geslachten der menschen en der dieren is aangegeven. Kunnen ze dit niet vinden, dan wi! ik mijn exemplaar wel afstaan voor eenigen tijd. Heusch, het zoeken op Java, Suma tra. Borneo en nu weer in Afrika baat allemaal niks. De „link" blijft „mis sing", of in Hollandsch uitgedrukt: de „schakel" blijft ^ontbreken", omdat er nu eenmaal geen verband bestaat. OBSERVATOR. De cursus 19271928 begon in Septem ber met 363 leerlingen. Van dezen waren er 55 in het bezit van het einddiploma eener mathematische H.B.S. met 5-jarige cursus. De leerlingen zijn afkomstig uit 66 Nederlandsche gemeenten en uit Ned. Oost-Indié. Er werden 75 excursies gehou den. Door den directeur der M. T. S. werd een enquête ingesteld bij de werkgevers in binnen- en buitenland, waar gediplo meerden der M. T. S. zijn tewerk gesteld. Het resultaat was boven verwachting gunstig. Van de 85 aangeschrevenen zon den er 80 antwoord. Bijna zonder uitzon dering bleken de werkgevers tevreden, zeer tevreden of buitengewoon tevreden over de prestaties, de opleiding, de ken nis en. vaardigheid van de betreffende ge diplomeerden. Omtrent wijzigingen of aan vullingen van het leerplan werden geen wenschen te berde gebracht. De uitslag van deze enquête mag een groot succes voor de M. T. S. worden genoemd. FRANSCH OP DE LAGERE SCHOOL. Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van het Algemeen heeft aan den mi nister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, een adres gezonden, waarin wij lezen: Uitgaande van de onderstelling, dat on der den voortdurenden aandrang van de voorstanders van het Fransch op de La gere School de Regeering binnen afzien- baren tijd er toe over zal gaan voorstel len te doen tot wederinvoering van het Fransch, heeft het hoofdbestuur der Mij. tot Nut van het Algemeen zich ernstig af gevraagd op welke wijze deze taal weder zou kunnen worden ingevoerd op de la gere school, zonder dat aan dit herstel .de bezwaren zouden zijn verbonden, die indertijd geleid hebben tot de afschaffing Het hoofdbestuur is bij zijn onderzoek tot de conclusie gekomen, dat de bezwa ren, die indertijd hebben geleid tot de afschaffing, minder van essentieelen, dan wel van gradueelen aard waren en het heeft er naar gestreefd deze bezwaren op te heffen op zoodanige wijze, dat eener- zijds het Lager Onderwijs door de weder invoering zich niet zou zien belemmerd, terwijl bet anderzijds gezocht heeft naar den vorm, die aan de eischen van het Middelbaar Onderwijs op voldoende wijze tegemoet zou komen. Maar toen zij vernam, dat de Beli- sarius nog grooter was dan de keuken en de schuur en wel zoo hoog en diep als het kerkdak van den grond en toen zij vernam van kamers en bergplaatsen en eene kerk, begon zij beurtelings te schreien en te lachen en zei: dat is niet mooi van je, dat je een oud menstii zoo voorliegt en voor den gek houdt. „Dat lugst, al toe ge- lieke, jonk!" Maar toen vader Machiel verzeker de, dat er nog grooter schepen waren, waar meer dan drie honderd men schen op leefden, sloeg zij de handen in elkander en vroeg, hoe zij allen aan de kost kwamen. Men kon er toch wel niets verbouwen, en winkels zou men op reis toch wel niet aantreffen. Later, toen Leffert haar daarom trent had ingelicht, merkte zij aan, dat het met zoo'n schip dan zou we zen, even als bij een boer; tegen den winter, alles opdoen wat noodig is, inmaken en slachten, en zoo al meer. Naarmate het huishouden groot of klein was. k „Precies", zei Leffert, „tot het brood toe". Onmogelijk, dacht Marychie. Zoo lang blijft het niet goed; dat waren praatjes. Maar zij hield zich stil. Zij wilde Leffert niet boos mfiken, en Ma chiel scheen toch ook op de hand van den jongen te zijn. De eene leugen zou nu de andere halen. En •iat moest niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5