ilEUWE LEIDSCHE COURANT van ZATERDAG 2 JUNI 1928 TWEEDE BLAD. J T. g= UIT DE SCHRIFTEN RAADSELEN. En Mozes hoedde de kudde van Jethro.... Exodus 3 1. Het raadsel van Midians woestijn is het raadsel van een God, die Zijn eigen werk afbreekt. Waarom heeft de Heere Mozes als kind van den dood gered, en doet Hij nu zijn leven in nietigheid ondergaan? Waarom hem laten onderrichten in al de wijsheid der Egyptenaren. en nu met, zijne kennis hem achter de schapen gezet? Waarom hem machtig doen zijn in woorden en werken, en nu zoo simpel bedrijf hem gegeven? Dit raadsel heeft Mozes benauwd, en de ruimte van Midian is hem somtijds te eng geweest. God roeit uit wat Hijzelf heeft geplant- Hij had Mozes geroepen, en deze had zich mogen geven; en nu handelt God in te genspraak met Zichzelven. En dat gaai zoo het eene tiental jaren na het andere; straks is Mozes tachtig jaar; hoe kan hij anders denken, dan dat dit nu zijn leven zal zijn? Wat moet deze mensch van zijn God denken? een God, die in de tweede veertig jaren grondig uit.wischt wat Hij in de eerste veertig zoo duidelijk geschre ven had; een God, die aanvangt met den redder Zijns volks te kweeken, die met eigen hand hem schenkt en opleidt, hem roept en genade geeft om die roeping te volgen, en die hem dan opneeml, en hem met zijne kennis en gaven, met zijne roeping en keuze wegwerpt in de woes tijn, achter het vee Het is het raadsel van een God, die Zijn eigen werk afbreekt. O, zagen we maar altijd, dat de Heere óns werk afbrak; dat Hij het kwade af brak; het schadelijke. Was ons oog maar open voor het recht matige in Gods handelingen, zoodat we konden zeggen: God doet mij pijn, véél pijn, door mij aldus te slaan; maar hoe wijs van Hem, dat Hij mij dit ontneemt, en mij daarin tegenkomt". Doch als God dan afbreekt, niet wat wij, maar wat Hij zelf gebouwd heeft... Als Hij ons een lief kindje geeft, van Hem gebeden, en van Hem in jubel er kend, en Hij neemt het dan na luttel levenstijd weer weg; Als Hij ons een zoon, eene dochter, tot bloei iaat opwassen, met. schoone toe komst, en die op hun plaats ten zegen zouden zijn, en Hij laat dan al dien bloei versterven; Al» God ons zelf tot plannen drijft, goe de plannen, die wij Hem voorlegden, en op welke Hij kennelijk Zijne gunst gaf, en Hij slaat die plannen dan tot scher ven; Als de Heere eerst Paulus naar Mace donië roept, en deze is nauwelijks aan gekomen of hij zit in de gevangenis; Als wij heilig hunkerend gemaakt zijn om op te gaan naar Gods huis, en te ar beiden in Zijn Koninkrijk, en we wor den dan gebonden aan den ziekenstoel; Als de I-Ieere ons bracht op den weg des levens, en aanvankelijk met vreugde ons deed voortwandelen, en Hij gaat dan Zijn aangezicht verbergen, en ons in donkerheid zetten; Als Hij aan Abraham Kanaan belooft, en hem dan slechts een grafstede ten eigendom geeft; Als Hij hem é<?rst Izak schenkt, en dan zegt: Offer rnij uwen zoon, dien gij lief- hebt; Alsmaar het komt alles hierop neer: als God Zijn eigen werk afbreekt. Dan ligt voor den Christen de pijn niet alleen hierin, dat hij geslagen wordt en de Heere Hem tegenkomt; maar het bangste is, dat hij niet meer weet wat hij aan zijn God heeft. „Waar is God, op Wien gij bouwdet, en aan Wien g' uw zaak vertrouwdet?" Het snijdenst is niet de pijn aan vleesch en bloed, doch de zielepijn over het raad sel waarvoor hij geplaatst wordt: een God, die uitrukt wat Hijzelf heeft geplmt. Het is den Christen beter een toornend God te hebben, dan geen God. En toch gaat het in dit raadsel juist, om te weten wat we aan onzen God heb ben. FEUILLETON. De boer van „De Bork" (Een Drentsch verhaal). 20) o— „Machiel, wat heb je toch een boel in 't hoofd! Waar heb je dat alles toch opgedaan, en hoe kan je het zoo lang onthouden?" Als 't heel mooi was, en heel vreemd, zei ze 't ook wel eens. Terwijl zij daar zoo zaten, werd de deur langzaam geopend, en de oude burgemeester, met zijn grooten gevlek- t(-n hond met pluimstaart, trad bin nen. Vroeger had het beest hem op de jacht gediend. Maar aangezien hij daar niet meer aan deed, vergezelde het hem altijd op zijn avondwandelin gen. Nauwelijks had hij plaats genomen, ot hij vroeg Machiel of deze niets ver nomen en geen nieuws had „Och neen!" was 't antwoord, „is er wat gaande?" ,,'k Weet niet'langer hoe 'k het heb", liet de oude burgemeester er op vol gen.. Maar zoo iets heb ik nog nooit gehoord. Al sedert veertien dagen wordt hier alie morgen, op een be paald uur, geld in een aschbelt gevon den, door twee meisjes. Verder op den dag vinden zij niets. En al wie er zoekt, vroef of laat, krijgt ook niets te zien". Mozes heeft het ondervonden. Het is heerlijk op te zien tot een zege^ nenden God. Het is schooner te blijven betrouwen op een God, die slaat. Maar het rijkst is zich aan een God te klemmen, die -met ons in raadselen wan delt. Dat lieeft Mozes moeten leeren. Zijn ge loof is geoefend om den Heere, vast te houden op hope tegen hope. In die veer tig jaren heeft hij door de raadselen heen gegrepen naar den Heere, en, hoewel al les hem drong «tot opgeven, heeft hij niet losgelaten. Juist doordat God Zijn eigen werk voor Mozes- verdonkerde, en als in den dood wierp, daardoor bleef voor hem niets dan God, en God alléén over, en werd zijn geloofsgreep naar dien God geoefend en gesterkt. En toen bij het braambosch toen heeft Mózes heter geweten wat hij aan zijn God had, dan hij het wist vóór veer tig jaren. En toen kwam met God ook Zijn werk weer terug; toen kwam dat verbroken werk terug, maar vernieuwd, in herbo ren gestalte. Gods werk keert altijd weer. Het wordt wel eens verdonkerd, en in den dood geworpen. En de Heere doet dat, opdat we niets overhouden dan Ilem- zelven-alléén; opdat, door alle raadselen heen, onze greep aan Hem vasthoude; opdat we aan Hem-alléén genoeg hebben. God wil de zijnen leeren aan Hemzelven genoeg te hebben; daarom doet Ilij Zijn werk en gaven soms wegzinken. Maar zoo wij worstelend en biddend Hem mogen vasthouden, dan keert met Hem ook Zijn werk weer terug; het rijst in herboren glans uit den dood op. En bij ons braambosch leeren wij onzen God kennen als de Getrouwe: „Ik zal zijn, die Ik zijn zal." BEDE. Als 't niet gaat., gelijk ik wil, Maak, o Heerl mijn harte stil, Laat mij ook in angst en strijd Weten, God! dat Gij er zijt. Is het leed mij haast te zwaar. Laat mij voelen „Gij zijt daar!" Die in alle nood en pijn Meer dan elke vriend wilt zijn. Als verzoeking mij soms tart En in opstand is mijn hart, Geef, dat 'k dan alleen begeer Dicht bij U te zijn, Heer! Als 't niet gaat, gelijk ik wil, Maak, o God, mijn harte stil, Laat hoe moeilijk het ook schijn Uw wil Heer, de mijne zijn! KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Charlois-Rotterdam (4de pred.-plaats): G. J. Koolhaas, te Oud-Beyerland. Te Hierden (bij Harderwijk): E. Schimmel, te Lunte- ren. Te Ockten (Betuwe): J. van Amstel, te Putten. Te Elkerzee: J. Koopmans, cand. te 's-Graveland. Ie Borculo: A. Noorman, cand. te Utrecht. Aangeno m e n, naar Gramsber- gen: H. W. Lovink, te Scharnegoutum. Naar Eikerzee: J. Koopmans, cand. te 's-Graveland. Naar Rijperkerk: II W. J. C. Hanselaar, te Zevensbergen Bedankt, voor Ridderkerk: J. E. Klomp, te Oldebroek. Voor Maarn- „Praatjes!" zei Machiel, en begon hardop te lachen. ,,'k Heb 't zelf gezien", vervolgde de ander..'k Had er al een paar malen van hooren spreken en sloeg er geen geloof aan. Eerst vonden de kinderen maar centen. Maar nu, ik heb ze in de hand gehad, nu vinden ze kwartjes, en vanmorgen, ook een paar guldens, k Stond vlak naast hen. Het kluchtig- ste is, ik heb niets gevonden en de veldwachter ook niet. Ofschoon hij er met een stok in roerde, er kwam niets voor den dag. Een oogenblik daarna, gingen de meisjes er weer heen en baalden, de een een kwartje, en de an der er een gulden uit". Marychie kon geen woord spreken en zat met de handen in de zij, den burgemeester aan te gapen. Lamme rk ie wou wel dat ze ook zoo'n asch belt wist. Maar vader Machiel schudde bet hoofd en zei: „Oude! daar loopt bedrog onder! Dat is daar niet in orde". Daar hield de Burgemeester 't ook voor. Maar om er achter te komen, merkte hij aan, dan zou het er spannen. „Heur, oeze volk!" zei Marychie. „i meugen zeggen wat de wil, moar al zuks is niet rigtig. 'k Zou dat geld al- lcrdeegs niet hebben willen". „Ik ook niet!" vervolgde Machiel, „want het is daar nooit zuiver. Dat geld., ik weet het niet! ik heb het niet staan op die beide meisjes". „Zij hebben al over de veertig gul Maarsbergen: J. F. Berkel, te Schoo- nebeek. GEREF. KERKEN. Beroepen, te Brielle en Tinto: W. AZwaan, cand. te Helder. A a n g e n o m e n, naar HaarlemA. M Boeijinga, te Sassenheim. B e cl a li lc t, voor Utrecht (vac.-J. C. Rullmann): A. M. Boeijinga, te Sassen- htim. Voor Breda: B. Telder, te Yianen. GEREF. GEMEENTE. Beroepen, te Scherpenisse: J. Vreugdenhil, te Bruinisse. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Cand. P. M. Veldhuizen, van 1-ihoon, is voornemens Zondag 10 Juni a.s. zijn intrede te doen bij de Ge- ref. Kerk van Paesens en Moddergat, i:a vooraf te zijn bevestigd door Prof. Greydanus van Kampen, voorheen te Paesens en Mpddergat. Ds. J. D. Derksen hoopt 22 Juli a.s. afscheid te nemen van de Ned. ITerv. Gem. te Meedhuizen. Beves tiging en intrede te stevens weert op 29 Juli. Beyestiger is Ds. H. Stegeman van Urmond. Ds. G. S e v e li s t e r te Hoorn op Terschelling hoopt a.s. Zondag af scheid te nemen van zijn gem. af scheid te nemen van de Nederl. Hervormde Gemeente aldaar om Zondag 10 Juni d.a.v. zijn intrede te cloen te Purmerend, na bevestigd te zijn door Ds. J. Sevenster, van Donker broek. Cand. G. Mulder, beroepen pi edikant van de Geref. Kerk te Slik kerveer, is voornemens Zondag 15 Juli intrede te doen, na des morgens be vestigd te zijn door Prof. H. Bouman, van Kampen. Ds. J. C. SCHULLER. Naar gemeld wordt, is in den toestand van Ds. J. C. Schuilei*, Ned. Herv. predi kant te 's-Gravenhage, een wending ten goede gekomen, die aanhoudt en den be- handelenden geneesheer reden tot tevre denheid geeft. Ds. J. J. H. BA V''E. Te Hilversum is in den ouderdom vt n 66 jaar overh Ds. J. J. H. Ban ge, cm. predikant. Als Hervormd predikant diende hij cit gemeente Mieterp, Westerbroek, Giethoorn, Langezwaag, Finsterwolde, Nes (Ameland); na in 1922 +a zijn over gegaan naar het Evarig. Luth. Kerk genootschap, was Ds. B. tenslotte nóg ctnige jaren als uredikant te Kampen werkzaam, totdat hem op 1 October ;926 emeritaat werd verleend. PRAEPARATOIR EXAMEN. De Classis Dordrecht der Geref. Kerken heeft praeparatoir onderzocht den heer A. v. d. Weg, theol. cand. aan de Theol. School te Kampen en hem beroepbaar gesteld in de Gèref. Kerken in Nederland. Cand. A. v. d. Weg zal gaarne een eventueel beroep overwegen. Zijn adres is: Wijnstraat 94, Dordrecht. den-a gevonden", ging de Burgemeester voort. „Zij waren van gedachte, er zou nog wel meer zijn". Machiel dacht er anders over. Hij was van oordeel dat zij 't geld hier of daar vandaan haalden, en onder voor wendsel, van het in de asch te hebben gevonden, alle vermoeden van diefstal van zich zochten te weren, 't Zou voor 't eerst niet zijn, meende hij, dat jonge lui zich van zulke listen en streken bedienden. Hij had voor eenige jaren, teen hij nog op de Bork woonde, iets soortgelijks bij zijn vader bijgewoond, t Zou wel spoedig afgedaan zijn. Maar de zaak moest heel voorzichtig behan deld worden. Beiden besloten te zwijgen tot den volgenden avond. Machiel wilde de geldvindsters 's morgens verrassen. ervolgens zou de veldwachter haar s avonds beide gaan halen en in 't gemeentehuis brengen, waar de Bur gemeester niet Machiel en een Wet houder zou wezen, om de zaak te on- d rzoeken. Machiel moest haar maar Ondervragen Marychie droomde 's nachts van geld, dat in gloeiende platen verander de, of in kleine dansende duiveltjes Lammechie dat zij de aschbelt door zocht, maar niets vond dan een half verbrande vatendoek. Maar Machiel dacht bij zich zei ven r;a, hoe hij de zaak het eenvoudigste zou behandelen, en 't kwaad, want dat GER. GRONINGER PREDIKANTEN CONFERENTIE. In de Woensdag te Groningen ge houden Geref. Predikantenconferentie werden tot leden van het moderamen gekozen Ds. J. H. Lammertsma, te Ap- fingedam en Ds. S. Idema, te Win- sum-Obergum. DE ZONDAG IN DUITSTHLAND Het bestuur van de „Deutsche Lcichsschuss für Leibesübungen" heeft besloten, in het programma voor b.aar jaarvergadering in Breslau de uren en plaatsen der godsdienstoefe ningen op te nemen, en gedurende de ze uren niet te vergaderen. Ongeveer 30 sportvereenigingen in Hannover znllen in het vervolg op dc boet- en biddagen en op den Goeden Vrijdag niet meer spelen. ZENDELINGEN UIT HET OOSTEN NAAR DE WESTERSCHE LANDEN? De Zendingsmedewerker van Het Handelsblad schrijft aan zijn blad: Voor wat de Engelschen de „home base" en de Duitschers de „heimat- liche Mission" noemen, hebben wij in onze taal geen geschikt woord, om welke reden dan ook in Zendingskrin- gen gewoonlijk het Engelsche, soms ook het Duitsche woord gebruikt. Voorgesteld is het woord „Onder bouw" te gebruiken bij gebrek aan beter vindt het wel eenigen ingang, maar het voldoet toch niet geheel. Bedoeld wordt aan te duiden, wat in het zendende land ten behoeve van den zendingsarbeid in de Oostersche landen gedaan wordt. De zendelingen zijn bezig in dat andere land het Evangelie te prediken en een gemeen te te vormen, Die gemeente openbaart zich naar buiten als kerk. Die Kerk behoeft niet een copie te zijn van de zendende Kerk. Zij moet in haar or ganisatie beantwoorden aan de wet ten van het haar inwonend leven, en het Evangelie uitdrukken naar haar eigen volksaard en in vormen, die ontleend zijn aan de geestelijke erfe nis, die haar is toevertrouwd. Wij Westerlingen mogen niet heer- schen over het persoonlijk en gemeen- schapelijk geloof van de Oosterlingen Daarom voldoet het woord „onder houw" niet; onze. arbeid is niet het leggen van het fundament waarop die jonge Kerk rust. Ten hoogste kan men zeggen, dat wij het steigerwerk opzet ten rondom de Kerk, die opgebouwd wordt, welk steigerwerk dan ook moet verdwijnen als die Kerk klaar is. als die Kerk tot zelfstandigheid is geko men. Maar ook dat beeld voldoet niet, omdat er is een innerlijk,' geestelijk contact tusschen de oudere en jongere kerk, een contact, dat blijven kan, ook als de jongere volwassen is geworden en haar zelfstandige plaats naast de oudere inneemt. Er is door dat innerlijke contact een voortdurende wisselwerking. De oudere Kerk geeft, maar ontvangt ook en de jongere Kerk ontvangt, en zij geeft ook. Naarmate de oudere haar zendingstaak kent, en vervult, naar die mate neemt zij toe in krafcht. Al uitdeelende wordt zij rijker in geeste lijk bezit. Het is daarom, dat aan de „home schuilde er stellig achter, zou uitvin den. Maar in denzelfden nacht liepen er weer koeien langs zijn huis. En 's mor gens vroeg zal men op den Brink en buiten het dorp, schapen, en een voer mest bij de schuurdeur van Hille, die evenals vroeger bij Machiel in kwam en vertelde, dat cie spokerij weer be gonnen was, net als tevoren. De bin nendeuren waren dicht, en niemand had iets gehoord of gezien. Een uur later was 't nieuws door 't heele dorp weer verspreid. Nu begon ieder te gelooven dat de duivel los ge broken was. De ongeloovigen werden twijfelaars en de twijfelaars trokken sterk partij voor heksen en spoken, en wat er al meer was. De oude burgemeester kon er 's morgens zijn spekpannekoeken niet van eten. Marychie dronk en at niets, of de eerste beet ging in 't vuur. Daar bij vergat zij niet, eer zij dronk, wat van de koffie weg te gooien. Zij deed wel of zij morste,- maar Machiel be greep heel wel hoe 't kwam, en waar zij 't om deed: Wie zou er ook graag behekst wezen? Om zeker te zijn dat haar geen hel- sche macht mocht schaden, trok zij een paar schoone kousen aan, maar vooral het binnenste buiten. De hooze kreng an had haar grootmoeder ge zegd, was een miseraebei beste remé dié. Maar daar droeg ze toch zorg voor, flat Machiel 't niet zag. Die zou er RECLAME Zonnebrand PUROL base" zooveel aandacht moet worden besteed. Als de zendende Kerk niet doorgeeft, hetgeen zij ontvangen heeft, dan wordt zij armer. Als zij daarente gen wel doorgeeft, dan wordt zij rij ker. Het vervullen van de Zendings taak bevordert haar geestelijken was dom. Het kan daarom niet verwonderen, dat de conferentie te Jeruzalem ook aan dit deel der Zending een belang rijk deel van haar besprekingen ge wijd heeft. In het rapport, dat hierover ver scheen, wordt eerst gewezen op het „onontkoombare feit, dat het huidige geestelijke leven van de Kerken in 't Westen niet is opgewassen tegen de taak, waartoe zij geroepen zijn". Daarom word endie Kerken opge roepen tot schuldbelijdenis en tot te rugkeer tot God. „De ergernis van onze verdeeldheid moet ophouden; en ons getuigenis ten aanzien van de groote geestelijke en zedelijke vraag stukken, die voor ons liggen, moet zijn het eenparig getuigenis van het lichaam van Christus". Daarom wordt aangedrongen op ge bed. Ook worden allerlei practische wen ken gegeven in verband met de op voeding tot zendingsbelangstelling.. „Onderwijs op dit gebied is evange lisatie". Voor de jeugd moet dit onder wijs zich aansluiten aan die dingen, waarin hun leeftijd belang stelt. Het belangrijkste van dit rapport is echter, dat ook op dit gebied een krachtig beroep wordt gedaan op do medewerking der jongere kerken zel ve. De „boodschap" der Conferentie zinspeelde reeds hierop in de woorden „De Kerken van Europa en Amerika zenden zendelingen in vasten dienst of met een speciale opdracht naar de kerken van Azië en Afrika. Wij geloo ven, dat de tijd gekomen is, waarop de Kerken van het Westen erbij zou den winnen, als de jongere Kerken uitgenoodigd werden om harerzijds eveneens zendelingen met een speci ale opdracht naar Europa en Amerika te zenden, opdat zij uit hunne schat ten mogen bijdragen tot het geestelijk leven van hen, tot wie zij komen". Hierbij is gedacht aan mannen als sadhoe Soendar Singh. Het bedoelde rapport werkt dit na der uit. als het voorstelt aan de jon gere kerken de vragen voor te leggen; a. Of zij overtuigd zijn van de ver dere behoefte aan zendingswerk onder het volk, dat zij vertegenwoordigen; b. welke arbeid, naar haar beste we ten bet meest noodzakelijk is en wel ke eigenschappen en bekwaamheden in de zendingsarbeiders bet meest ge- wenscht zijn. Verzekerd wordt, dat vrijmoedige voorstellen harerzijds 'n onschatbare apologie voor de Christelijke Zending zouden zijn. Men ziet, hoe in Zendingskringen de oogen hoe langer hoe meer naar het Oosten gericht worden en hoe men vandaar een nieuwe oriënteering ver wacht. IK WENSCH TE ZIJN ALS JEZUS.. Een zendelinge had een kleinen, zes jarigen Hidoe-jongen tot zich geno men. Ze leerde hem bidden, en toen ze hem eens op een avond vroeg, wat hij den Heiland te vragen had, vouwde hij de handjes en bad: „Lieve Heiland, maak me zooals Gij waart, toen Ge zes jaar oud wa&rt". GIFTEN EN LEGATEN. De Geref. Kerk van Lutjegast beeft van wijlen den heer F. Meedstra ont vangen een legaat, groot f 5000, vrij van successierechten. VARIA, De in de Geref. Kerk te Zwammer- c am gehouden collecte tot dekking van het tekort over 1927, dat f 735 be droeg, heeft f 1000 opgebracht. haar deerlijk om geplaagd en hartelijk om gelachen hebben. Machiel was intusschen op verken ning uitgegaan, trof de geldvindsters bij haar aschbelt, sloeg ze heel op merkzaam gade, terwijl zij hem niet gewaar werden, en begon te glim lachen zeggende bij zich zeiven: ,,'t Is klaar! ik ben er al achter 1" Woeliger dae- was er sedert de na- jaarsmarkt in 't dorp niet beleefd. Alle man was in beweging. De een had den mond vol over de spookerij bij Hille, en de ander had het druk over de geldvindsters. De derde kwam heel verbaasd vertellen dat jonge Lammert zoo bestolen, en val vieftig guide oan geld uut te kiste kwiet goan was". De schooljongens wilden niet stil zitten en schrijven, en de meisjes praatten zoo druk en zoo hard, dat er van 't lezen niet kon komen. En de schoolmeester, die zelve graag alles wou weten en razend nieuwsgie rig was als er iets gaande was, had geen rust of duur onder het woelige volkje. Hij liet de school uitgaan eer zij nog recht begonnen was, en gaf den kinderen vacantie tot morgen vroeg. Maar, dan moesten ze ook ma ken dat zij de lessen goed lezen en oe vragen van buiten konden. De groote jongens zeiden: hij wilde naar 't Gemeentehuis, om 't fijne van de zaak te vernemen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5