NIEUWE LEIDSCHE COURANT van VRIJDAG 18 MEI 1928 TWEEDE BLAD. DE OLYMPISCHE SPELEN. v. „De wedstrijd begint, die de schoonste kampprijzen verschaft; 't is geen tijd tot talmen". Aldus kondigt de heraut, naar de ge ijkte formule, met luider stemme het be gin van den wedstrijd aan. Na den znogenaamden ..langloop" volg- den de „enkele loop" en de ..dubbelloop"; de eerste was een wedstrijd waar het er in de eerste plaats op aankwam uithou dingsvermogen te bezitten, bij de tweede was het in het bijzonder de snelheid waar mede men liep, terwijl de derde een ver- eeniging was van beide eerste soorten. De weg was te lang. dan dat men uitsluitend door snelheid, te kort, dan dat men al- lepn door volharding kon zegepralen. Door loting werden de deelnemers in viertallen verdeeld. De overwinnaars de zer viertallen gingen ten slotte kampen om de eindbeslissing. Na het beëindigen van ieder onderdeel wordt de overwinnaar door een der Hella- nodiken bekranst. Een palmtak wordt hem in de hand gegeven, een wollen band om het hoofd gebonden en de olijfkrans daarop gezet. De tooneelen welke zich na iedere be- kransing in het stadion afspeelden, ko men vrijwel overeen met wat wij in on zen tijd in diverse stadions zien voltrek ken, waarbij schorre kelen worden opge daan, afsluitingen worden omver getrapt en tribunes komen in te storten; alleen dit laatste kon in Olympia niet zoo ge makkelijk gebeuren, daar de duizenden toeschouwers gezeten waren tegen de hel ling der het stadion omringende heuvels. De zon staat inmiddels reeds hoog aan den hemel. De „lichte" kampstrijden zijn ten einde, de „zware", het worstelen, boksen en pankration, vangen aan. De worstelaars worden het eerst door den heraut in het strijdperk geroepen. De zilveren urn, waarin zooveel lootjes lagen als er kamp vechters waren, stond gereed. Man voor man treedt naar voren en steekt de hand in de urn, spreekt een kort gebed en trekt de hand terug. Als allen geloot hebben worden de briefjes geopend en weet ieder met wien hij zal moeten kampen. Allereerst is het worstelen aan de beurt. In vergelijking met het straks te beschrij ven boksen en de pankration, ging het er bij het worstelen vrij kalm toe. Soms ook weerklinken bij deze wedstrijden rauwe gillen door het stadion, wanneer de een of andere ruwe klant onder de athleten zijn medestrijder op een gegeven oogen- blik bij de vingertoppen gegrepen had en die met een enkele forsche kneep brak. Op het worstelen volgt het boksen. Het zijn ,,beerathleten" die thans naar voren treden. Krachtig steunt het bovenlijf op de forsch gebouwde heupen. Ziet men hun handen aan, dan kan men de verha len omtrent sommige hunner best geloo- ven, dat zij steenen met hun vuist tot gruizels konden slaan en_ metalen voor werpen samenpletten. De lidteekens. voor al in het gelaat, en niet minder het door dat onophoudelijk gewond worden en we derom genezen geheel vergroeide pankra- tiasten-oor, verhalen als het ware van zoovele vroegere kampstrijden. Echte ruwe krachtsproleten. 't Is een drama, dat men nu aanschou wen zal. ontzagwekkend, maar ook wal gelijk door den ernst der werkelijkheid. De namen worden afgeroepen. Daarna wordt er geloot. Thans worden de handen van iederen bokser met riemen omwonden. Niet meer met die zachte van week leer, die men tijdens de vooroefeningen had gebruikt, doch met harde en scherpe, die de hand niet alleen beschermen, doch de hand te vens tot een geweldig wapen maken. Zij gingen gewoonlijk tusschen de vingers door, vulden de handpalmen op en wer den om de polsen vastgemaakt. Als de paren op de kampplaats zijn aangekomen begint er onmiddellijk een soort van voorstrijd, het z.g. „schaduw- gevecht". Spoedig echter begint het ernst te wor den en klinken de slagen. Steeds grooter en zwaarder wordt er uitgehaald, om des te krachtiger te kunnen raken. Nu eens komt de slag neer op het imofd, de kin nebak of schouder. Kaken worden ver brijzeld, tanden en kiezen soms uit den mond geslagen. 'n Zekeren Eurydamas uit Ivyrene over kwam het, dttt hem tegen het eind van den strijd het halve gebit werd ingesla gen; om den tegenstander niets te doen merken van den goeden slag dien hij had toegebracht, slikte hij de losgesprongen tanden eenvoudig in #n behaald# do over winning. Beestachtig ging het er vaak toe; hoe kan het ook anders wann'eer het ruwe en dierlijke in den mensch gelegenheid krijgt zich in al zijn volheid te openbaren? De bokswedstrijden van onzen tijd vertoonen geen verhevener beeld. Ten slotte vermelden wij nog, dat hier na nog volgde het prakration, de zooge naamde „strijd met. alle middelen". Dit was een verbinding van het wor stelen en boksen. Men mocht hierbij drin gen en wringen, stompen en slaan, schop pen en knijpen. Met verbazingw lekende snelheid ging men van de eene vechtwijze over in de andere. Nauw is de vuist met onweer staanbaar geweld tegen de kinnebak van den tegenstander neergekomen, of als op hetzelfde oogenblik heeft zij zich geopend en wordt de arm hem verdraaid, de keel dichtgeschroefd, of stort hij bij het been opgelicht achterover ter aarde. Rolde men over den grond, dan kwam nu de een dan de ander boven. Intusschen verwrong men de leden, rekte men ze uit, perste men ze samen, tot ten slotte de overwonnene door het opsteken van de hand zich overgeeft. Het is ondertusschen reeds vrij laat ge worden en een vooral door de laatste kampen, waanzinnig opgewonden menig te verlaat het stadion om zich te legeren in de tenten rondom de Altis opgeslagen. Waarlijk, de moderne sportidioterie is een waardige navolging van wat eens het hoogontwikkelde volk der Hellenen in zijn Olympische en andere spelen aan de wereld te zien gaf. C. A. DE BRUYN. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te '.Charlois (Rott.Y, 4^' pr&d.-pl., G. J. Koolhaas te Oud-Befrer- lland, A. Meajers te lioogevaem en P. J. Steenbeek te Kampen. Beroepen: Te Muiderberg, cand. J. van Veen te Zeist. Te Suameer, toez.. G. Gerbrandy te Nieuw-Weer dingo. Te Steenwijk, J. C. Jörg te Delfzijl. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te GoëngaSybranda- buren, A. J. Noordewier te Wiesterbork (Drenthe"). Ds. J. H. KOERS. Men verzoekt aan ide Stand, het ber richt, omtrent den gezondheidstoestand van Ds. J. H. Koers, Geref. Pred. te Oosterbeek, teg-m te spreken. Ds.Koers mag zich in een goede gezondheid ver heugen. PRESBYTERTAANSCHE ALLIANTIE. Te 's-Gravenhage zal van 1822 Sep tember a.s. de continentale conferen tie van de Presbyteriaanse!^ Alliantie worden gehouden. Uitgenoodigd zijn naar we vernemen, vortegenwoordige s van het Geref. kerkoljjk leven van 12 landen van het vaste land van Europa, n.l. België, Tsjecho-Slovakije, Dnitsch- land? Frankrijk, Hongarije, Italië. Joego Slavië, Lithauen, Nederland, Polen, "Roemenië en Zwitserland, benevens van Engeland, Schotland en Amerika. Voorz. van de conferentie is Dr. C. PI. Merle d' Aubigné uit Frankrnk. Opgericht in 1875, zal de conferentie riu voor het eerst in Nederland verga deren. DE KERKEN EN HET SOCIALE LEVEN. Nu de Gen. Synode der Chr. Geref. Kerk dit jaar te Apeldoorn staat gehou den te worden, komt op meerdere clas- ©ücale vergaderingen aan de orde het rapport der commissie tot bestudeering van de verhouding van de kerk en het sociale leven. De "classis Rotterdam nam de volgende conclusie: „De kerkwach- te zich voor het sanctioneeretry van het werk der Chr. vakbeweging wijl onder den naam christelijk zich veel onchris telijks verbergt. De classis kon zich daarom met de conclusies van het rap port niet vereen'gen. De classis Apeldoorn besloot na ern stige bespreking met. algem. st. er bij de Part. Syn. van ihet midden des lands OP aan te dringen de conclusies niet te aanvaarden en het rapport voor ken nisgeving aan te nemen. De classis Zwolle uer Chr. Geref. Kerk sprak naar aanleiding van een vraag van den kerkoraad van Nieuw., r- oord (Dr.), hob te handelen met leden die lid zijn van den modernen lar.tUu- beidersbond Als haar oo-rdeel uit, dat deze leden, daar bedoeldie bond" posh tref leeft hit anti-christelijk beginsel, diienaangaande moeten worden inge licht en zoo noodig kerkelijk moeten worden behandeld/, DE JERUZALEM-KERK TE AMSTERDAM-WEST. Ds. J. W. P. Ie Roy [heeft van X. te Z. voor 'fhet bouwen van de Jeruza- lemkerk in Amsterdam-West (Ned. Herv. Gem. te Sloterdjjk) f 1.500 ontvangen, benevens nog f 500 voor het orgel'. Dr. H. A. VAN ANDEL. Dr. en mevr. van Andel zijn van plan nog deze maand naar Indië terugt te keeren. Zij denken dien 25sten Mei te Marseille 'aan boord te gaan yan die „iSibajak". VERKERENDE UITNOODIGING. Naar het ,,U. D." verneemt, hoeft de heer B .E. Bakker, tandarts te Utrecht, en lector voor de tandheelkunde aan de Rijks-Universiteit aldaar, een uit- •nood-jging ontvangen om dezen zomer een cursus te kpmen geven aan de Universiteit te Oslo (Zweden") in die theoretische en toegepaste prothese-leer Deze cursus zal ongeveer 20 voordrach ten over dit onderdeel der tandheel kunde omvatten. De heer Bakker heeft deze vereerende uitnoodiging aangeno men. „F. Q. 1.1 TE KAMPEN. De Senaat van het Stud. Corps Fides Quaerit intellectum" te Kampen is voor het cursusjaar i928-'29 als volgt samen gesteld: S. R. Smilde, Praetor; J. W. Dragt, Abactis, Bovennieuwstr. 66; E. Dieaner, Quaestor, Gaerstr. 44* G. Schro- venwever, Assesor I; J>. K. Wietaga, Assessor II. ALGEM. SYN. COMM. DER NED. HERV. KERK. In de Reglementen der Ned. Herv. Kerk komen bepalingen, voor, waarin nu eens van meerderjarigheid volgens de burgerlijke wet wordt gesproken, dan weder de leeftijd van 23 jaren uitdruk kelijk wordt genoemd. Nadat het pro vinciaal kerkbestuur van Zeeland da aandacht der synode- in verband met een bepaald geval, hierop had geves tigd, droeg zi] aan de al^em. synodale commissie op haar te dienen van ad1- vies over de vraag, waar in de regle menten verduidelijking van de bepaling van meerderjarigheid noodig is. Het rapport der oommissie ad hoe, dat Mr. Cost Budde heeft ingediend, be antwoordt de vragen die zich hier voor doen ,en zal aan de synode worden voor gelegd. De synode heeft ook aan de algem. synodale commissie opgedragen eene „wijdingssamenkomst" voor to bereiden welke op den eereten dag van het sa menkomen der ©ynode, in Don Haag zal worden gtohouden. Besloten wordt die samenkomst op den &vond van den derden Woensdag in Juli te doen plaats hebben in de Kloosterkerk te 'B-Gravenhage en dan aan den presi dent, den secretaris en een der predi kant-leden van de synode, tevens predi kant van de Heirv. Gem. te 's-Graven- hage, de gelegenheid te geven een openingswoord te opreken. Na ^handeling van eonige andere rapporten, bespreekt do heer Barbas, namens cfe commissie ad Jioc, de staten van kosten en de afschriften van be sluiten, uitspraken en beslissingen. Door den hoer Mr. J. A. Stoop cn eenige and-ere rechtsgeleerden was een voorstel ingediend tot wijziging .van art. 2 algem. reglement. 3esioten wordt dit voorstel, nadat hot te voren zorgvuldig was overwogen, bij de synode over te brengen met gunstig advies. Aan eon predikant, dio weder in dienst was golreden, na gedurende eeni- §e jaren eon andere betrekking te keb- en bekleed, zal worden bericht, dat hij overeenkomstig art. 10b van het reglement op de Algem. Weduwen- en Weezenbeure een bedrag van f 10 zal moeten betalen aan die beurs. Aan eon ander predikant, die voor nemens is tijdelijk zijn ambt neer te leggen, zal worden bericht, dat hij, in dien hem de bevocgdneien van emer.ti worden toegekend, lid van de Weduwon- beurs en van het pensioenfonds zal kunnen blijven. K. De uitnoodiging om afgevaardigden te zenden haar de bijeenkomst {Ier General prosbytorian Alliance to Bos ton in Juni '1929, zaï bij de alg. synode worden overgebracht. Even zoo het ver slag van den pensioenraad met daarbij gevoegde bijlagen. Behandeld wordt het verzoek van een iriing om dispensatie te erlangen van art. 23 reglement vacaturen. Hierover zal' het oordeel van den betrokken ker- keraad worden ingewonnen. S T ATEN-GENERA AL. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag. Kort Verslag. Bij de tweede stemming wordt het voorstel-van der Waerden tot weder instelling van het Kort Verslag, nadat de stemmen daarover Dinsdag met 37 37 stemmen hadden gestaakt, ver worpen met 34 tegen 31 stemmen. Zuiderzeelonds. Aan de orde komt de begrooting van het Zuiderzeelonds. De heer DROP (S.D.) critiseert de gebrekkige loonregeling, de totaal on voldoende huisvesting en het ontbre ken van een centrale leiding voor de recreatie der arbeiders bij de Zuider zeewerken. Spr. wenscht a..nstelling van een ambtenaar voor buisvesting en recreatie. De heer EBELS (V.D.) acht bet met bet oog op de defensiebelangen ge maakte peil Van de afgesloten Zuider zee te boog in verband met de land bouwbelangen. De beeren VAN DER BILT (R.-K.) en SMEENK (A.-R.) sluiten zich aan bij den heer Drop. De beer VAN GIJN (V.B.) vraagt aandacht voor de klachten van de aan nemers over rancunemaatregelen van ambtenaren. De heer SMEENK (A.-R.) wil geen socialen ambtenaar, doch steun aan vereenigingen voor geestelijke verzor ging, waarbij de heer BAKKER (C.-H.) zich aansluit. De heer LEENSTRA (A.-R.) wil vaststelling van de bijdragen der pro vincies in verband met de afwatering eerst vaststellen, als de resultaten van het werk bekend zijn. Minister VAN DER VEGTE acht de critiek van den beer Drop op de huis vesting in baar algemeenheid overdre ven, daar de woongelegenheind voor ongehuwden, waarvoor alleen voor waarden zijn gesteld, voldoende is. De klacht over den arbeidstijd zal worden onderzocht. Wat het peil der afgesloten Zuider zee betreft, deelt spr. mee, dat de di rectie der Zuiderzeewerken het daar heen zal trachten te leiden, dat van het tijdelijk peil geen gebruik wordt gemaakt. De bijdragen der provincies zullen in overleg worden vastgesteld. Aangaande het betoog van den heer Van Gijn merkt spr. op, dat dit een aannemer betrof, die eertijds een ge zochte aannemer wasS, goed in zijn materialen, maar die achterop was ge raakt en geen cent meer had. Toen hij weer inschreef voor een werk van een millioen, heeft men hem dit niet wil len opdragen om hem niet nog onge lukkiger te maken. Men was echter gaarne bereid hem een werk op te dra gen dat voor hem minder riskant was. De heer DROP (S.D.) repliceert en dient de volgende motie in: „De Kamer van oordeel, dat aan de belangen van huisvesting en re creatie van arbeiders der Zuiderzee werken bijzondere zorg dient te worden gewijd, verzoekt de Regee ring de daartoe noodige maatregelen te nemen". Na eenige bespreking wordt de mo tie verworpen met 3617 stemmen; vóór de soc.-dem. en do vrijz.dem. De algemeene beraadslagingen wor den gesloten. Bij art. 18 bespreekt de heer DUY- MAER VAN TWIST (A.-R.) de Zuider- zee-steunregeling. De toestand der visschers aan den Oost- en Zuidwal is, door het uitblij ven van crediet, ongunstig. De Steun- wet is bijna drie jaren oud, doch van ne resultaten wordt nog zeer weinig bespeurd. Er moeten maatregelen worden getroffen om de gezinnen der visschers voor algeheelen ondergang te behoeden en de vraag rijst, op welke wijze in den nood der visschers op af doende wijze kan worden voorzien. De heer VAN DER BILT (R.-K.) con stateert, dat de klachten, die bij de in diening "van de Zuiderzeesteunwet voorspeld zijn, thans in alle visschers- plaatsen gehoord worden. In de generale commissie zitten te weinig visschers en trouwens, de een voudige visscher verliest het gemak kelijk tegen pientere handelsmenschen cn gewiekste ambtenaren. De credie- ten worden onder veel te bezwarende voorwaarden verleend en dat de Zui- cierzeesteunwet niet aan redelijke ver wachtingen voldoet, om dat te consta- teeren behoeft men geen ervaring, dat wist men reeds bij de invoering van de wet. Er wordt armoede geleden in menig gezin aan de Zuiderzee en die smet mag niet blijven Cu het grootsche werk der drooglegging: dat is Neder land onwaardig. De heer VAN ZADELHOFF (S.D.) betoogt, dat de onzekerheid in hon- c.erden gezinnen toeneemt en dat de toekomst donkerder en donkerder wordt. Hij vraagt zich af of het niet de plicht der Regeering is in te grijpen en ten aanzien van de Zuiderzeesteunwet radicaal het roer om te gooien. De Zuiderzeevisschersbevolking werd des tijds in de stukken geroemd als een sober, eerlijk, arbeidzaam volk, maar als men deze mooie woorden gebruikt en niets doet om den toestand beter te maken, ja allerlei maatregelen tot ver betering nalaat, wordt het dan geen tijd een anderen koers te volgen? Dit is geen armenzorg, geen welda digheid, dit een recht, dat in d© wet is De heer BAKKER (C.-H.) wijst er op, dat blijkens het voorloopig verslag met de uitvoering der Zuiderzee-steun- wet bijna niemand tevreden is. Flinke steun aan oude visschers, die hun kin deren voor een ander bedrijf moeten laten opleiden, is noodig, geen fooi, geen armenzorg, want hier gaat een bedrijf ten gronde door het ingrijpen van den staat, die daardoor een plicht op zich heeft genomen. De heer OUD (V.D.) bepleit steun voor den postschipper van Ewijksluis op Wieringen, wiens bedrijf door het gereedkomen van den afsluitdijk on mogelijk is geworden. De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) wijst erop, dat het uitgetrokken bedrag, f 300.000, lager is dan het be drag dat op de vorige begrooting voor kwam. Men moet in het oog houden, dat de waarde der bedrijven achteruit gaat en men moet inzien, dat die waarde vermindering moet worden vergoed. Dit moet in de wet worden opgenomen. Een tweede opmerking van spr. geldt den steun. Deze moet verleend worden ook als er niet om wordt ge vraagd. De tegemoetkoming moet niet liet karakter hebben van steun, het verlies moet worden geschat en ver goed. Ook daarop wenscht spr. een duidelijk antwoord. De MINISTER betoogt, dat een cre- dietvereeniging is opgericht, omdat iedereen begreep, dat de verleening van crediet niet op de Zuiderzeesteun wet kon wachten. De credietvereenb ging is opgericht in afwachting van de wet en toen deze kwam, moest zij de taak der vereeniging overnemen en op dezelfde goede wijze uitvoeren. Nu is de Zuiderzeesteunwet einde lijk ingevoerd, zoo laat omdat men er niet eerder mee klaar was en inder daad is er na de invoering klacht op klacht gekomen. De ontevredenheid kon komen omdat de steunregeling niet goed werd uitgevoerd, of omdat de visschers met de wet niet tevreden waren. Volgens spf. sproot de ontevreden heid dan ook niet voort uit de uitvoe ring der wet, maar uit het ontbreken in de wet van de beide door den heer Snoeck Henkemans genoemde punten. Naar sprekers meening ligt het op den weg der generale commissie om daar omtrent aan spr. voorstellen te dc>gn. De door den heer Oud genoemde kwestie is in onderzoek. De heer DUYMAER VAN TWIST verzoekt aanteekening, dat hij zou willen hebben 9temmen tegen de be grooting. De begrooting wordt aangenomen 2. h. s. De vergadering wordt te 6 uur ver daagd tot Dinsdag 1 uur. „De een trouwt hierom, en de ander daarom", voegde hij er ten slotte bij. Den een is 't om het geld te doen en neemt de vrouw op den koop toe. En de ander uit zuivere liefde. Ze zeggen wel allen dat het daarom gaat, en dat ze anders niet bedoelen, maar als zij de vrouw hebben en 't huwelijk geslo ten is, komt de aap gewoonlijk uit de mouw". Zooals 't bij soortgelijke onderhan delingen eh gesprekken gewoonlijk gaat, ging 't ook hier. Zoo voorzichtig en zoo wijs zou Femmechie wel wezen, dat ze den eersten den besten niet zou riemen, of ze zou ten minste wel goed onderzoeken wie hij was en wat hij bezat. Daar kon Machie! met Marychie gerust staat op maken. En ja, neen. Ilenderik had haar wel zoo wat ge vraagd, maar neen, ja!zoo ver was 't nog niet, om te zeggen, 't gaat op trouwen aan. Want dat begreep Machiel met Marychie toch wel, dat dat toch zoo heel stil nitt zou toegaan. Maar als zij èr voor uit zou komen, zooals 't was, jadan had Henderik verleden Zondagavond, toen zij bij haar familie was geweest, en samen naar huis waren gegaan, toch een woord of wat losgelaten. Ze had wel geen ja gezegd, maar neen ook niet. Ze wou 't, nu er .toch over gesproken werd, met Machiel en Marychie eens saems overleggen. Zij wist het zelve nog niet goed, hoe zij 't aan zou. FEUILLETON. De boer van „De Bork" (Een Drenlsch verhaal). 8) o En toch., wie haar -beschuldigen wilde, dat zij onder de we-euwensluier heen gluurde, om te kijken naar een ander deelgenoot in lief en leed, had haar stellig onrecht aangedaan. Dat was in 't minst het geval nog niet. Maar 't bleef niet lang zoo! De boekweit stond uitmuntend, en de rogge begon te bloeien ,en de pink- stervveek was 200 mooi als men die in jaren gekend had. De nachtegaal sloeg in de boomen op de Bork, naar ouder gewoonte, en vink en leeuwerik zon gen en floten, dat Marychie menig maal zei: Wat is de winter toch hij den zo mer! "t Is om heelemaal weer jong te worden". Maar Femme begon dan te zuchten en was veel stiller dan anders. Wel was zij rijk en wel waren Machiel en Marychie zoo goed voor haar, als zij het maar ooit kon verlangen; maar Machiel en Marychie waren oud en zij was jong. Machiel en Marychie had den steun en troost en alles aan elkaar maar zij was alleen. En of zij haar harte in den schoot de.* oude kon uit storten, geheimen had zij niet., maar wat zij had, en wat zij niet had, wat haar kwelde en niet kwelde, wist zij niet recht, maar, dat kon zij niet ont kennen, sedert zij Henderik had ge zien en sedert zij met hem van de markt was gekomen't was dik wijls toen zij met hein op den wagen zat, of zij haar Roelof naast haar had. Maar van toen af was het toch anders bij haar dan vroeger. Niet dat zij haar Hoelof had vergeten en Henderik wou hebben, neen, dat niet!.... Maar er was zooveel overeenkomst in hein, en er was zooveel, waarin hij op hem leek dat kon zij niet zeggen. Precies of 't broers waren. Maar Roelof o neen! nooit zou zij hem vergeten! 't Was zon de, hoe kon 't in iemand opkomen? Maar Henderik was toch geen on knappe jongen. En 't trof ^ok juist zoo govallig'; dat hij in dien winkel moest wezen, daar zij was, en de schuit weg wasnu ja! weg zoo zeer niet, als ze hard had willen loopen, maar.... bezweet en dan in die tochtige schuit en dan met het goed! Zij had nog al vrij wat te dragen gehad. Zij was ook in lang niet in de stad geweest ei: 't was nog een heel eind van dien wink-J naar de schuit. En zoo was 't gekomen, dat zij met Ilori 'erik. naar huis gereden wasEn dat was toch maar Waar. hij was niet gierig ook. llij had haar op alles willen traktee- ren, en was zelve zoo maar op 'de bank gaan zitten, om haar het kussen te geven, daar liij op gezeten had. Zij ha 1 toch niet lang genot van Roelof gehad. Wat was hij schielijk weg ge weest. Geen jaar getrouwd. En zij was nu.zoo wat vierentwintig en dan al weduwe! Marychie zat to spinnen en naar de vogeltjes te luisteren. En Femme? ge durig brak de draad en gedurig moest zi j hechten, en 't' wou met haar naai werk vplstrekt niet vlotten. „Zulk slecht garen had zij in haar leven nooi gezien", merkte zij aan, toen ze gewaar werd, dat de oude vrouv haar gadesloeg De rogge rijpte op den akker en de liefde in Femmechie's harte. Want, se dert, herhaalde Henderik trouw zijn bezoeken op de Bork, 011 zijn moeder had Marychie met Femme al dikwijls op de koffie gehad. E11 wel begreep de oude dat het om haar niet was, maar Femmechie zweeg, en Marychie dacht, zij moest ook maar nergens naar vra gen of spreken. Het hinderde haar wel wat, vooral daar Femme nooit zoo gesloten placht te zij.i, en door haar Boelof de vrouw was geworden, die zij nu was, maar dat was nu eenmaal zoo, en daar viel niets aan te veranderen. Had haar Machiel dat ook vooruit kunnen berekenen, hij zou de zaken wel anders hebben aangelegd. Toch kon zij er tegen Machiel niet van zwijgen. En toen zij 's avonds op haar slaapkamertje waren, en d> oude overtuigd was, dat de deur goed dicht was en niemand haar beluisterde, stortte zij het hart, vol tot barstens toe, voor haar trouwen Machiel uit. En toen zij hem al snikkend verklaar de wat zij ontdekt had, en wat zij meende dat gebeuren zou, en hoe hard het haar zou vallen, een vreemdeling op de bork te moeten zien, en zoo wat van hem afhankelijk te worden, gaf Machiel haar te verstaan, dat hij zich daar over volstrekt niet verwonderde. Zoo iets had hij altijd verwacht; of schoon niet zoo gauw. Hij nam het Femme volstrekt niet kwalijk, maar vond het toch niet aardig, dat zij zoo wat-de geheimzinnige speelde. „Had zij cle Bork niet, zij zou zoo spoedig geen aanzoek hebben gehad", merkte hij aan. „Intusschen! dat is buiten haar schuld, als ze maar een goede keus deed, en zich niet liet misleiden. Dat zal ik haar zeggen, ook", vervolg de hij, terwijl hij zich ontkleedde. „Want dat is men altijd verplicht". Den volgenden morgen hield Ma chiel zijn woord. Hij onderhield haar over de mogelijkheid van een tweede huwelijk, en kwam er zelfs rond voor uit, dat hij 't in haar omstandigheden en op haar leeftijd, niet alleen ver- schoonlijk, maar zelfs raadzaam acht te; maar dat hij toch vurig wenschte en haar ernstig ried, wel toe te zien en goed te onderzoeken, eer zij haar keu ze bepaalde en haar harte wegschonk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5