NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
VRIJDAG 18 MEI 1928
TWEEDE BLAD.
DE OLYMPISCHE SPELEN.
v.
„De wedstrijd begint, die de schoonste
kampprijzen verschaft; 't is geen tijd tot
talmen".
Aldus kondigt de heraut, naar de ge
ijkte formule, met luider stemme het be
gin van den wedstrijd aan.
Na den znogenaamden ..langloop" volg-
den de „enkele loop" en de ..dubbelloop";
de eerste was een wedstrijd waar het er
in de eerste plaats op aankwam uithou
dingsvermogen te bezitten, bij de tweede
was het in het bijzonder de snelheid waar
mede men liep, terwijl de derde een ver-
eeniging was van beide eerste soorten. De
weg was te lang. dan dat men uitsluitend
door snelheid, te kort, dan dat men al-
lepn door volharding kon zegepralen.
Door loting werden de deelnemers in
viertallen verdeeld. De overwinnaars de
zer viertallen gingen ten slotte kampen
om de eindbeslissing.
Na het beëindigen van ieder onderdeel
wordt de overwinnaar door een der Hella-
nodiken bekranst. Een palmtak wordt
hem in de hand gegeven, een wollen band
om het hoofd gebonden en de olijfkrans
daarop gezet.
De tooneelen welke zich na iedere be-
kransing in het stadion afspeelden, ko
men vrijwel overeen met wat wij in on
zen tijd in diverse stadions zien voltrek
ken, waarbij schorre kelen worden opge
daan, afsluitingen worden omver getrapt
en tribunes komen in te storten; alleen
dit laatste kon in Olympia niet zoo ge
makkelijk gebeuren, daar de duizenden
toeschouwers gezeten waren tegen de hel
ling der het stadion omringende heuvels.
De zon staat inmiddels reeds hoog aan
den hemel.
De „lichte" kampstrijden zijn ten einde,
de „zware", het worstelen, boksen en
pankration, vangen aan. De worstelaars
worden het eerst door den heraut in het
strijdperk geroepen. De zilveren urn,
waarin zooveel lootjes lagen als er kamp
vechters waren, stond gereed.
Man voor man treedt naar voren en
steekt de hand in de urn, spreekt een
kort gebed en trekt de hand terug. Als
allen geloot hebben worden de briefjes
geopend en weet ieder met wien hij zal
moeten kampen.
Allereerst is het worstelen aan de beurt.
In vergelijking met het straks te beschrij
ven boksen en de pankration, ging het er
bij het worstelen vrij kalm toe. Soms ook
weerklinken bij deze wedstrijden rauwe
gillen door het stadion, wanneer de een
of andere ruwe klant onder de athleten
zijn medestrijder op een gegeven oogen-
blik bij de vingertoppen gegrepen had en
die met een enkele forsche kneep brak.
Op het worstelen volgt het boksen. Het
zijn ,,beerathleten" die thans naar voren
treden. Krachtig steunt het bovenlijf op
de forsch gebouwde heupen. Ziet men
hun handen aan, dan kan men de verha
len omtrent sommige hunner best geloo-
ven, dat zij steenen met hun vuist tot
gruizels konden slaan en_ metalen voor
werpen samenpletten. De lidteekens. voor
al in het gelaat, en niet minder het door
dat onophoudelijk gewond worden en we
derom genezen geheel vergroeide pankra-
tiasten-oor, verhalen als het ware van
zoovele vroegere kampstrijden. Echte
ruwe krachtsproleten.
't Is een drama, dat men nu aanschou
wen zal. ontzagwekkend, maar ook wal
gelijk door den ernst der werkelijkheid.
De namen worden afgeroepen. Daarna
wordt er geloot.
Thans worden de handen van iederen
bokser met riemen omwonden. Niet meer
met die zachte van week leer, die men
tijdens de vooroefeningen had gebruikt,
doch met harde en scherpe, die de hand
niet alleen beschermen, doch de hand te
vens tot een geweldig wapen maken. Zij
gingen gewoonlijk tusschen de vingers
door, vulden de handpalmen op en wer
den om de polsen vastgemaakt.
Als de paren op de kampplaats zijn
aangekomen begint er onmiddellijk een
soort van voorstrijd, het z.g. „schaduw-
gevecht".
Spoedig echter begint het ernst te wor
den en klinken de slagen. Steeds grooter
en zwaarder wordt er uitgehaald, om des
te krachtiger te kunnen raken. Nu eens
komt de slag neer op het imofd, de kin
nebak of schouder. Kaken worden ver
brijzeld, tanden en kiezen soms uit den
mond geslagen.
'n Zekeren Eurydamas uit Ivyrene over
kwam het, dttt hem tegen het eind van
den strijd het halve gebit werd ingesla
gen; om den tegenstander niets te doen
merken van den goeden slag dien hij had
toegebracht, slikte hij de losgesprongen
tanden eenvoudig in #n behaald# do over
winning.
Beestachtig ging het er vaak toe; hoe
kan het ook anders wann'eer het ruwe en
dierlijke in den mensch gelegenheid krijgt
zich in al zijn volheid te openbaren? De
bokswedstrijden van onzen tijd vertoonen
geen verhevener beeld.
Ten slotte vermelden wij nog, dat hier
na nog volgde het prakration, de zooge
naamde „strijd met. alle middelen".
Dit was een verbinding van het wor
stelen en boksen. Men mocht hierbij drin
gen en wringen, stompen en slaan, schop
pen en knijpen.
Met verbazingw lekende snelheid ging
men van de eene vechtwijze over in de
andere. Nauw is de vuist met onweer
staanbaar geweld tegen de kinnebak van
den tegenstander neergekomen, of als op
hetzelfde oogenblik heeft zij zich geopend
en wordt de arm hem verdraaid, de keel
dichtgeschroefd, of stort hij bij het been
opgelicht achterover ter aarde.
Rolde men over den grond, dan kwam
nu de een dan de ander boven. Intusschen
verwrong men de leden, rekte men ze
uit, perste men ze samen, tot ten slotte
de overwonnene door het opsteken van
de hand zich overgeeft.
Het is ondertusschen reeds vrij laat ge
worden en een vooral door de laatste
kampen, waanzinnig opgewonden menig
te verlaat het stadion om zich te legeren
in de tenten rondom de Altis opgeslagen.
Waarlijk, de moderne sportidioterie is
een waardige navolging van wat eens het
hoogontwikkelde volk der Hellenen in
zijn Olympische en andere spelen aan de
wereld te zien gaf.
C. A. DE BRUYN.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te '.Charlois (Rott.Y, 4^'
pr&d.-pl., G. J. Koolhaas te Oud-Befrer-
lland, A. Meajers te lioogevaem en P.
J. Steenbeek te Kampen.
Beroepen: Te Muiderberg, cand. J.
van Veen te Zeist. Te Suameer, toez..
G. Gerbrandy te Nieuw-Weer dingo. Te
Steenwijk, J. C. Jörg te Delfzijl.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te GoëngaSybranda-
buren, A. J. Noordewier te Wiesterbork
(Drenthe").
Ds. J. H. KOERS.
Men verzoekt aan ide Stand, het ber
richt, omtrent den gezondheidstoestand
van Ds. J. H. Koers, Geref. Pred. te
Oosterbeek, teg-m te spreken. Ds.Koers
mag zich in een goede gezondheid ver
heugen.
PRESBYTERTAANSCHE ALLIANTIE.
Te 's-Gravenhage zal van 1822 Sep
tember a.s. de continentale conferen
tie van de Presbyteriaanse!^ Alliantie
worden gehouden. Uitgenoodigd zijn
naar we vernemen, vortegenwoordige s
van het Geref. kerkoljjk leven van 12
landen van het vaste land van Europa,
n.l. België, Tsjecho-Slovakije, Dnitsch-
land? Frankrijk, Hongarije, Italië. Joego
Slavië, Lithauen, Nederland, Polen,
"Roemenië en Zwitserland, benevens van
Engeland, Schotland en Amerika.
Voorz. van de conferentie is Dr. C.
PI. Merle d' Aubigné uit Frankrnk.
Opgericht in 1875, zal de conferentie
riu voor het eerst in Nederland verga
deren.
DE KERKEN EN HET SOCIALE
LEVEN.
Nu de Gen. Synode der Chr. Geref.
Kerk dit jaar te Apeldoorn staat gehou
den te worden, komt op meerdere clas-
©ücale vergaderingen aan de orde het
rapport der commissie tot bestudeering
van de verhouding van de kerk en het
sociale leven. De "classis Rotterdam nam
de volgende conclusie: „De kerkwach-
te zich voor het sanctioneeretry van het
werk der Chr. vakbeweging wijl onder
den naam christelijk zich veel onchris
telijks verbergt. De classis kon zich
daarom met de conclusies van het rap
port niet vereen'gen.
De classis Apeldoorn besloot na ern
stige bespreking met. algem. st. er bij de
Part. Syn. van ihet midden des lands
OP aan te dringen de conclusies niet
te aanvaarden en het rapport voor ken
nisgeving aan te nemen.
De classis Zwolle uer Chr. Geref.
Kerk sprak naar aanleiding van een
vraag van den kerkoraad van Nieuw., r-
oord (Dr.), hob te handelen met leden
die lid zijn van den modernen lar.tUu-
beidersbond Als haar oo-rdeel uit, dat
deze leden, daar bedoeldie bond" posh
tref leeft hit anti-christelijk beginsel,
diienaangaande moeten worden inge
licht en zoo noodig kerkelijk moeten
worden behandeld/,
DE JERUZALEM-KERK TE
AMSTERDAM-WEST.
Ds. J. W. P. Ie Roy [heeft van X.
te Z. voor 'fhet bouwen van de Jeruza-
lemkerk in Amsterdam-West (Ned. Herv.
Gem. te Sloterdjjk) f 1.500 ontvangen,
benevens nog f 500 voor het orgel'.
Dr. H. A. VAN ANDEL.
Dr. en mevr. van Andel zijn van plan
nog deze maand naar Indië terugt te
keeren. Zij denken dien 25sten Mei te
Marseille 'aan boord te gaan yan die
„iSibajak".
VERKERENDE UITNOODIGING.
Naar het ,,U. D." verneemt, hoeft de
heer B .E. Bakker, tandarts te Utrecht,
en lector voor de tandheelkunde aan
de Rijks-Universiteit aldaar, een uit-
•nood-jging ontvangen om dezen zomer
een cursus te kpmen geven aan de
Universiteit te Oslo (Zweden") in die
theoretische en toegepaste prothese-leer
Deze cursus zal ongeveer 20 voordrach
ten over dit onderdeel der tandheel
kunde omvatten. De heer Bakker heeft
deze vereerende uitnoodiging aangeno
men.
„F. Q. 1.1 TE KAMPEN.
De Senaat van het Stud. Corps Fides
Quaerit intellectum" te Kampen is voor
het cursusjaar i928-'29 als volgt samen
gesteld: S. R. Smilde, Praetor; J. W.
Dragt, Abactis, Bovennieuwstr. 66; E.
Dieaner, Quaestor, Gaerstr. 44* G. Schro-
venwever, Assesor I; J>. K. Wietaga,
Assessor II.
ALGEM. SYN. COMM. DER
NED. HERV. KERK.
In de Reglementen der Ned. Herv.
Kerk komen bepalingen, voor, waarin
nu eens van meerderjarigheid volgens
de burgerlijke wet wordt gesproken, dan
weder de leeftijd van 23 jaren uitdruk
kelijk wordt genoemd. Nadat het pro
vinciaal kerkbestuur van Zeeland da
aandacht der synode- in verband met
een bepaald geval, hierop had geves
tigd, droeg zi] aan de al^em. synodale
commissie op haar te dienen van ad1-
vies over de vraag, waar in de regle
menten verduidelijking van de bepaling
van meerderjarigheid noodig is.
Het rapport der oommissie ad hoe, dat
Mr. Cost Budde heeft ingediend, be
antwoordt de vragen die zich hier voor
doen ,en zal aan de synode worden voor
gelegd.
De synode heeft ook aan de algem.
synodale commissie opgedragen eene
„wijdingssamenkomst" voor to bereiden
welke op den eereten dag van het sa
menkomen der ©ynode, in Don Haag
zal worden gtohouden. Besloten wordt
die samenkomst op den &vond van
den derden Woensdag in Juli te doen
plaats hebben in de Kloosterkerk te
'B-Gravenhage en dan aan den presi
dent, den secretaris en een der predi
kant-leden van de synode, tevens predi
kant van de Heirv. Gem. te 's-Graven-
hage, de gelegenheid te geven een
openingswoord te opreken.
Na ^handeling van eonige andere
rapporten, bespreekt do heer Barbas,
namens cfe commissie ad Jioc, de staten
van kosten en de afschriften van be
sluiten, uitspraken en beslissingen.
Door den hoer Mr. J. A. Stoop cn
eenige and-ere rechtsgeleerden was een
voorstel ingediend tot wijziging .van art.
2 algem. reglement. 3esioten wordt dit
voorstel, nadat hot te voren zorgvuldig
was overwogen, bij de synode over te
brengen met gunstig advies.
Aan eon predikant, dio weder in
dienst was golreden, na gedurende eeni-
§e jaren eon andere betrekking te keb-
en bekleed, zal worden bericht, dat
hij overeenkomstig art. 10b van het
reglement op de Algem. Weduwen- en
Weezenbeure een bedrag van f 10 zal
moeten betalen aan die beurs.
Aan eon ander predikant, die voor
nemens is tijdelijk zijn ambt neer te
leggen, zal worden bericht, dat hij, in
dien hem de bevocgdneien van emer.ti
worden toegekend, lid van de Weduwon-
beurs en van het pensioenfonds zal
kunnen blijven. K.
De uitnoodiging om afgevaardigden
te zenden haar de bijeenkomst {Ier
General prosbytorian Alliance to Bos
ton in Juni '1929, zaï bij de alg. synode
worden overgebracht. Even zoo het ver
slag van den pensioenraad met daarbij
gevoegde bijlagen.
Behandeld wordt het verzoek van een
iriing om dispensatie te erlangen van
art. 23 reglement vacaturen. Hierover
zal' het oordeel van den betrokken ker-
keraad worden ingewonnen.
S T ATEN-GENERA AL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Woensdag.
Kort Verslag.
Bij de tweede stemming wordt het
voorstel-van der Waerden tot weder
instelling van het Kort Verslag, nadat
de stemmen daarover Dinsdag met 37
37 stemmen hadden gestaakt, ver
worpen met 34 tegen 31 stemmen.
Zuiderzeelonds.
Aan de orde komt de begrooting van
het Zuiderzeelonds.
De heer DROP (S.D.) critiseert de
gebrekkige loonregeling, de totaal on
voldoende huisvesting en het ontbre
ken van een centrale leiding voor de
recreatie der arbeiders bij de Zuider
zeewerken. Spr. wenscht a..nstelling
van een ambtenaar voor buisvesting
en recreatie.
De heer EBELS (V.D.) acht bet met
bet oog op de defensiebelangen ge
maakte peil Van de afgesloten Zuider
zee te boog in verband met de land
bouwbelangen.
De beeren VAN DER BILT (R.-K.)
en SMEENK (A.-R.) sluiten zich aan
bij den heer Drop.
De beer VAN GIJN (V.B.) vraagt
aandacht voor de klachten van de aan
nemers over rancunemaatregelen van
ambtenaren.
De heer SMEENK (A.-R.) wil geen
socialen ambtenaar, doch steun aan
vereenigingen voor geestelijke verzor
ging, waarbij de heer BAKKER (C.-H.)
zich aansluit.
De heer LEENSTRA (A.-R.) wil
vaststelling van de bijdragen der pro
vincies in verband met de afwatering
eerst vaststellen, als de resultaten van
het werk bekend zijn.
Minister VAN DER VEGTE acht de
critiek van den beer Drop op de huis
vesting in baar algemeenheid overdre
ven, daar de woongelegenheind voor
ongehuwden, waarvoor alleen voor
waarden zijn gesteld, voldoende is. De
klacht over den arbeidstijd zal worden
onderzocht.
Wat het peil der afgesloten Zuider
zee betreft, deelt spr. mee, dat de di
rectie der Zuiderzeewerken het daar
heen zal trachten te leiden, dat van
het tijdelijk peil geen gebruik wordt
gemaakt. De bijdragen der provincies
zullen in overleg worden vastgesteld.
Aangaande het betoog van den heer
Van Gijn merkt spr. op, dat dit een
aannemer betrof, die eertijds een ge
zochte aannemer wasS, goed in zijn
materialen, maar die achterop was ge
raakt en geen cent meer had. Toen hij
weer inschreef voor een werk van een
millioen, heeft men hem dit niet wil
len opdragen om hem niet nog onge
lukkiger te maken. Men was echter
gaarne bereid hem een werk op te dra
gen dat voor hem minder riskant was.
De heer DROP (S.D.) repliceert en
dient de volgende motie in:
„De Kamer van oordeel, dat aan
de belangen van huisvesting en re
creatie van arbeiders der Zuiderzee
werken bijzondere zorg dient te
worden gewijd, verzoekt de Regee
ring de daartoe noodige maatregelen
te nemen".
Na eenige bespreking wordt de mo
tie verworpen met 3617 stemmen;
vóór de soc.-dem. en do vrijz.dem.
De algemeene beraadslagingen wor
den gesloten.
Bij art. 18 bespreekt de heer DUY-
MAER VAN TWIST (A.-R.) de Zuider-
zee-steunregeling.
De toestand der visschers aan den
Oost- en Zuidwal is, door het uitblij
ven van crediet, ongunstig. De Steun-
wet is bijna drie jaren oud, doch van
ne resultaten wordt nog zeer weinig
bespeurd. Er moeten maatregelen
worden getroffen om de gezinnen der
visschers voor algeheelen ondergang
te behoeden en de vraag rijst, op welke
wijze in den nood der visschers op af
doende wijze kan worden voorzien.
De heer VAN DER BILT (R.-K.) con
stateert, dat de klachten, die bij de in
diening "van de Zuiderzeesteunwet
voorspeld zijn, thans in alle visschers-
plaatsen gehoord worden.
In de generale commissie zitten te
weinig visschers en trouwens, de een
voudige visscher verliest het gemak
kelijk tegen pientere handelsmenschen
cn gewiekste ambtenaren. De credie-
ten worden onder veel te bezwarende
voorwaarden verleend en dat de Zui-
cierzeesteunwet niet aan redelijke ver
wachtingen voldoet, om dat te consta-
teeren behoeft men geen ervaring, dat
wist men reeds bij de invoering van
de wet. Er wordt armoede geleden in
menig gezin aan de Zuiderzee en die
smet mag niet blijven Cu het grootsche
werk der drooglegging: dat is Neder
land onwaardig.
De heer VAN ZADELHOFF (S.D.)
betoogt, dat de onzekerheid in hon-
c.erden gezinnen toeneemt en dat de
toekomst donkerder en donkerder
wordt. Hij vraagt zich af of het niet de
plicht der Regeering is in te grijpen en
ten aanzien van de Zuiderzeesteunwet
radicaal het roer om te gooien. De
Zuiderzeevisschersbevolking werd des
tijds in de stukken geroemd als een
sober, eerlijk, arbeidzaam volk, maar
als men deze mooie woorden gebruikt
en niets doet om den toestand beter te
maken, ja allerlei maatregelen tot ver
betering nalaat, wordt het dan geen
tijd een anderen koers te volgen?
Dit is geen armenzorg, geen welda
digheid, dit een recht, dat in d© wet is
De heer BAKKER (C.-H.) wijst er op,
dat blijkens het voorloopig verslag
met de uitvoering der Zuiderzee-steun-
wet bijna niemand tevreden is. Flinke
steun aan oude visschers, die hun kin
deren voor een ander bedrijf moeten
laten opleiden, is noodig, geen fooi,
geen armenzorg, want hier gaat een
bedrijf ten gronde door het ingrijpen
van den staat, die daardoor een plicht
op zich heeft genomen.
De heer OUD (V.D.) bepleit steun
voor den postschipper van Ewijksluis
op Wieringen, wiens bedrijf door het
gereedkomen van den afsluitdijk on
mogelijk is geworden.
De heer SNOECK HENKEMANS
(C.-H.) wijst erop, dat het uitgetrokken
bedrag, f 300.000, lager is dan het be
drag dat op de vorige begrooting voor
kwam.
Men moet in het oog houden, dat de
waarde der bedrijven achteruit gaat
en men moet inzien, dat die waarde
vermindering moet worden vergoed.
Dit moet in de wet worden opgenomen.
Een tweede opmerking van spr.
geldt den steun. Deze moet verleend
worden ook als er niet om wordt ge
vraagd. De tegemoetkoming moet niet
liet karakter hebben van steun, het
verlies moet worden geschat en ver
goed. Ook daarop wenscht spr. een
duidelijk antwoord.
De MINISTER betoogt, dat een cre-
dietvereeniging is opgericht, omdat
iedereen begreep, dat de verleening
van crediet niet op de Zuiderzeesteun
wet kon wachten. De credietvereenb
ging is opgericht in afwachting van de
wet en toen deze kwam, moest zij de
taak der vereeniging overnemen en op
dezelfde goede wijze uitvoeren.
Nu is de Zuiderzeesteunwet einde
lijk ingevoerd, zoo laat omdat men er
niet eerder mee klaar was en inder
daad is er na de invoering klacht op
klacht gekomen. De ontevredenheid
kon komen omdat de steunregeling
niet goed werd uitgevoerd, of omdat
de visschers met de wet niet tevreden
waren.
Volgens spf. sproot de ontevreden
heid dan ook niet voort uit de uitvoe
ring der wet, maar uit het ontbreken
in de wet van de beide door den heer
Snoeck Henkemans genoemde punten.
Naar sprekers meening ligt het op den
weg der generale commissie om daar
omtrent aan spr. voorstellen te dc>gn.
De door den heer Oud genoemde
kwestie is in onderzoek.
De heer DUYMAER VAN TWIST
verzoekt aanteekening, dat hij zou
willen hebben 9temmen tegen de be
grooting.
De begrooting wordt aangenomen
2. h. s.
De vergadering wordt te 6 uur ver
daagd tot Dinsdag 1 uur.
„De een trouwt hierom, en de ander
daarom", voegde hij er ten slotte bij.
Den een is 't om het geld te doen en
neemt de vrouw op den koop toe. En
de ander uit zuivere liefde. Ze zeggen
wel allen dat het daarom gaat, en dat
ze anders niet bedoelen, maar als zij
de vrouw hebben en 't huwelijk geslo
ten is, komt de aap gewoonlijk uit de
mouw".
Zooals 't bij soortgelijke onderhan
delingen eh gesprekken gewoonlijk
gaat, ging 't ook hier. Zoo voorzichtig
en zoo wijs zou Femmechie wel wezen,
dat ze den eersten den besten niet zou
riemen, of ze zou ten minste wel goed
onderzoeken wie hij was en wat hij
bezat. Daar kon Machie! met Marychie
gerust staat op maken. En ja, neen.
Ilenderik had haar wel zoo wat ge
vraagd, maar neen, ja!zoo ver
was 't nog niet, om te zeggen, 't gaat
op trouwen aan. Want dat begreep
Machiel met Marychie toch wel, dat
dat toch zoo heel stil nitt zou toegaan.
Maar als zij èr voor uit zou komen,
zooals 't was, jadan had Henderik
verleden Zondagavond, toen zij bij
haar familie was geweest, en samen
naar huis waren gegaan, toch een
woord of wat losgelaten. Ze had wel
geen ja gezegd, maar neen ook niet.
Ze wou 't, nu er .toch over gesproken
werd, met Machiel en Marychie eens
saems overleggen. Zij wist het zelve
nog niet goed, hoe zij 't aan zou.
FEUILLETON.
De boer van „De Bork"
(Een Drenlsch verhaal).
8) o
En toch., wie haar -beschuldigen
wilde, dat zij onder de we-euwensluier
heen gluurde, om te kijken naar een
ander deelgenoot in lief en leed, had
haar stellig onrecht aangedaan. Dat
was in 't minst het geval nog niet.
Maar 't bleef niet lang zoo!
De boekweit stond uitmuntend, en
de rogge begon te bloeien ,en de pink-
stervveek was 200 mooi als men die in
jaren gekend had. De nachtegaal sloeg
in de boomen op de Bork, naar ouder
gewoonte, en vink en leeuwerik zon
gen en floten, dat Marychie menig
maal zei:
Wat is de winter toch hij den zo
mer! "t Is om heelemaal weer jong te
worden".
Maar Femme begon dan te zuchten
en was veel stiller dan anders. Wel
was zij rijk en wel waren Machiel en
Marychie zoo goed voor haar, als zij
het maar ooit kon verlangen; maar
Machiel en Marychie waren oud en zij
was jong. Machiel en Marychie had
den steun en troost en alles aan elkaar
maar zij was alleen. En of zij haar
harte in den schoot de.* oude kon uit
storten, geheimen had zij niet., maar
wat zij had, en wat zij niet had, wat
haar kwelde en niet kwelde, wist zij
niet recht, maar, dat kon zij niet ont
kennen, sedert zij Henderik had ge
zien en sedert zij met hem van de
markt was gekomen't was dik
wijls toen zij met hein op den wagen
zat, of zij haar Roelof naast haar had.
Maar van toen af was het toch anders
bij haar dan vroeger. Niet dat zij haar
Hoelof had vergeten en Henderik wou
hebben, neen, dat niet!.... Maar er
was zooveel overeenkomst in hein, en
er was zooveel, waarin hij op hem leek
dat kon zij niet zeggen. Precies of 't
broers waren. Maar Roelof o neen!
nooit zou zij hem vergeten! 't Was zon
de, hoe kon 't in iemand opkomen?
Maar Henderik was toch geen on
knappe jongen. En 't trof ^ok juist zoo
govallig'; dat hij in dien winkel moest
wezen, daar zij was, en de schuit weg
wasnu ja! weg zoo zeer niet, als
ze hard had willen loopen, maar....
bezweet en dan in die tochtige schuit
en dan met het goed! Zij had nog
al vrij wat te dragen gehad. Zij was
ook in lang niet in de stad geweest
ei: 't was nog een heel eind van dien
wink-J naar de schuit. En zoo was 't
gekomen, dat zij met Ilori 'erik. naar
huis gereden wasEn dat was toch
maar Waar. hij was niet gierig ook.
llij had haar op alles willen traktee-
ren, en was zelve zoo maar op 'de
bank gaan zitten, om haar het kussen
te geven, daar liij op gezeten had. Zij
ha 1 toch niet lang genot van Roelof
gehad. Wat was hij schielijk weg ge
weest. Geen jaar getrouwd. En zij was
nu.zoo wat vierentwintig en dan al
weduwe!
Marychie zat to spinnen en naar de
vogeltjes te luisteren. En Femme? ge
durig brak de draad en gedurig moest
zi j hechten, en 't' wou met haar naai
werk vplstrekt niet vlotten. „Zulk
slecht garen had zij in haar leven
nooi gezien", merkte zij aan, toen ze
gewaar werd, dat de oude vrouv haar
gadesloeg
De rogge rijpte op den akker en de
liefde in Femmechie's harte. Want, se
dert, herhaalde Henderik trouw zijn
bezoeken op de Bork, 011 zijn moeder
had Marychie met Femme al dikwijls
op de koffie gehad. E11 wel begreep de
oude dat het om haar niet was, maar
Femmechie zweeg, en Marychie dacht,
zij moest ook maar nergens naar vra
gen of spreken. Het hinderde haar wel
wat, vooral daar Femme nooit zoo
gesloten placht te zij.i, en door haar
Boelof de vrouw was geworden, die zij
nu was, maar dat was nu eenmaal zoo,
en daar viel niets aan te veranderen.
Had haar Machiel dat ook vooruit
kunnen berekenen, hij zou de zaken
wel anders hebben aangelegd.
Toch kon zij er tegen Machiel niet
van zwijgen. En toen zij 's avonds op
haar slaapkamertje waren, en d> oude
overtuigd was, dat de deur goed dicht
was en niemand haar beluisterde,
stortte zij het hart, vol tot barstens
toe, voor haar trouwen Machiel uit.
En toen zij hem al snikkend verklaar
de wat zij ontdekt had, en wat zij
meende dat gebeuren zou, en hoe hard
het haar zou vallen, een vreemdeling
op de bork te moeten zien, en zoo wat
van hem afhankelijk te worden, gaf
Machiel haar te verstaan, dat hij zich
daar over volstrekt niet verwonderde.
Zoo iets had hij altijd verwacht; of
schoon niet zoo gauw. Hij nam het
Femme volstrekt niet kwalijk, maar
vond het toch niet aardig, dat zij zoo
wat-de geheimzinnige speelde. „Had
zij cle Bork niet, zij zou zoo spoedig
geen aanzoek hebben gehad", merkte
hij aan. „Intusschen! dat is buiten
haar schuld, als ze maar een goede
keus deed, en zich niet liet misleiden.
Dat zal ik haar zeggen, ook", vervolg
de hij, terwijl hij zich ontkleedde.
„Want dat is men altijd verplicht".
Den volgenden morgen hield Ma
chiel zijn woord. Hij onderhield haar
over de mogelijkheid van een tweede
huwelijk, en kwam er zelfs rond voor
uit, dat hij 't in haar omstandigheden
en op haar leeftijd, niet alleen ver-
schoonlijk, maar zelfs raadzaam acht
te; maar dat hij toch vurig wenschte
en haar ernstig ried, wel toe te zien en
goed te onderzoeken, eer zij haar keu
ze bepaalde en haar harte wegschonk.