"IHJWE LEIDSCHE COURANT
Kei dagjoeK van een Leerares
MUMHARDTS
ZATERDA3 5 MEI 1928
TWEEDE BLAD.
UIT DE SCHRIFTEN
BEDROEFD WEGGAAN.
Als nu de jongeling dit woord
hoorde, ging hij bedroefd weg;
want hij had vele goederen.
Matth. 19 22.
De groote moeilijkheid, om „het eeuwi
ge leven te hebben", is, dat we geestelijk
moeten gaan leven, zoodat we hebben te
gaan over de grens, die er ligt tusschen
het natuurliike en het geestelijke, tus
schen het tijdelijke en het eeuwige.
Want Jezus Christus, Die het Leven is
en het I.even geeft, staat in de wereld van
het geestrüjke en het eeuwige.
En het bekoort ons zeer, om „het eeu
wige leven te hebben".
Maar dat overtrekken van de grens
dat bekoort ons in 't geheel niet. Integen
deel. dat benauwt ons. Die wereld van 't
geestelijke zal wel mooi wezen, maar wij
kennen haar nog niet. zooals we die van
het natuurliike kennen. Daarin liegen im
mers onze goederen, onze vele goederen.
En och. als nu de eisch maar niet zoo
onverbiddelijk was! Wanneer we maar
veel mochten meenemen, of wanneer we
ten minste maar iets mochten meenemen,
dan was het te doen. maar het is altijd
maar weer: „Verkooo alles, wat ge hebt"
en dat is te kras! Wanneer we maar in
de beide werelden mochten leven, èn in
die van het tijdeli'ke èn in die van het
eeuwige, dan ging het nog. maar het is
nooit anders, dan: „Kom herwaarts, volg
Mij", en dat gaat toch veel te ver.
In den grond zijn we het eigenlijk ge
heel eens met den rijken jongeling.
Alleen we doen niet, wat hij deed.
Hij ging weg.
Wij schudden het hoofd over de men-
schen, die weggaan; die de tegenwoordige
wereld lief krijgen; die vvereldsch wer
den.
Maar wij doen iets, dat eigenlijk nog
vreeselijker is, dan wat zij doen; wij slij
pen de scherpte af van den eisch, die er
ligt; wij doezelen de grens weg, die door
den Eeuwige getrokken werd. Want wij
willen leven, geheel tegen het Woord in,
in twee werelden; wij willen „het eeuwige
leven hebben" en ondertusschen het tijde
lijke houden.
Dat zeggen we zoo niet. Het zelfbedrog
zou uit wezen, wanneer we dat deden. We
hebben erg mooie frasen, waarmede we
onze goddeloosheid bedekken en hebben
het druk over „christendom en cultuur",
over „kerk en wereld", over „geloof en
wetenschap"
Maar in ons is de ergernis, die in den
rijken jongeling was. En we waren eer
lijker, zoo we ook maar weggingen, zij
het dan ook met droefheid in ons hart
over eene verloren illusie.
Het eenige, wat ons daarom te doen
staat, is, om Jezus' eisch onverzwakt te
laten staan: „Verkoop wat ge hebt en
geef het den armen", en er onvoorwaar
delijk voor te buigen.
En dan aan dezen eisch ons leven toet
sen! Al de sluiers, die wij er over gewor
pen hebben, moeten verscheurd worden.
Al de frasen, die we gebruiken, dienen
tot in hun kern te worden onderzocht.
Want we moeten weten, of het ons ernst
is met ons willen „hebben van het eeu
wige leven". En daarvoor is noodig, dat
we weten, of we waarlijk de grens zijn
overgegaan, of we losgelaten hebben al
het natuurlijke en tijdelijke.
We kunnen nu eenmaal niet leven op
de grenzen van twee werelden. Als wij dat
probeeren, danhinken we op twee ge
dachten. Dan ondervinden we daarvan al
de ellende. En vorderen in de genade en
in de kennis van Jezus Christus doen we
niet, maar ons blijven vreemd de eeuwige
schatten der genade in de wereld van het
geestelijke. Klagen over geestelijke lauw
heid en doodigheid, is nieuw zelf-bedrog.
De radicale eisch van Jezus eischt een
radicale keuze. Wie niet vóór is, die is
tegen!
We kunnen maar één van tweeën: óf
weggaan, óf voortgaan.
Het voortgaan geeft de blijdschap. Het
is zalig, om te luisteren naar de stem van
Hem, Die van uit de wereld van het
geestelijke ons toeroept, om alles los te
laten en Hem alleen over te houden.
Zeker, we zijn' daar niet spoedig mede
klaar. Onze ziel kleeft aan het stof. Maar
de keuze ligt vast en we kennen Hem, Die
ons roept, als den Getrouwe, Die telkens
de kracht vernieuwt, om voort te gaan,
ook nadat we struikelden, om op te staan
ook nadat we vielen.
In Zijn licht zien we het lichtl
Al de „vele goederen", die we meenden
te bezitten, zijn niets in vergelijking met
de gaven der genade, die HIJ uitdeelt. An
deren mogen zeggen: „wij hebben veel"
wij kunnen zeggen: „we hebben alles".
En al wat er tijdelijk is in ons leven,
leeren we zien in eeuwigheidsglans. En al
het natuurlijke in ons bestaan, heeft een
geestelijken achtergrond. Waarlijk, die
zijn leven wil verliezen, die behoudt het.
„Weggaan" kan gebeuren in droefheid.
Maar voortgaan geeft blijdschap, steeds
meer blijdschap. En vrede, steeds meer
vrede, die alle verstand te boven gaat.
DONKERE TIJDEN.
Komt er soms een kleine wolk
voor mijn zonne glijden,
'k weet toch dat ik in heur licht
mij weer zal verblijden
want het wolkje glijdt voorbij.
Zelfs wanneer het zwartste zwerk
haar verhult in duister
'k weet toch: achter 't zwartste zwerk
praalt ze in vollen luister,
en het zwerk óók trekt voorbij.
Weken, maanden, jaren soms
kan het duister wezen
in een menschenziel, zoo blij
in heur Heer vóór dezen;
maar die schaduw gaat voorbij.
Laat u niet ter neder slaan,
ziel, in duist're tijden!
Vroeg of laat komt weer de dag
van het stil verblijden;
in den Diepstert nacht is Hij,
is uw Heiland aan uw zij;
lang, o lange moog' het duren,
maar ééns is de nacht voorbij.
NELLIE.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Driesum, P. de Looze,
te Renkum. Te Veenh'uizen, G. J. Rorüijn,
te Heenvliet. Te Werkendam, D, J. Lazon-
der, te Oppenhuizen (Fr.).
Bedankt: Voor 's-Gravemoer (toez.),
A, van Willigen, te Woudrichem. Voor
Beesd, A. J. v. Wijngaarden te Westmaas.
Ds. H. G. DE JONGE.
De toestand van Ds. H. G. de Jonge, em.
pred. van de Geref. Kerk te Dordrecht, is
niet zoo ernstig als eerst gemeld werd.
Een zoon, bij wien hij verpleegd wordt,
schrijft aan De Standaard dat zijn va
der skchts even buiten kennis is geweest.
Hij is steeds helder van geest.
BEROEPBAAR.
Het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Hol
land heeft na gehouden examen, tot de
Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk
toegelaten de heer Jacobus Willem van
Kooten, theol. eandidaat aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht, wonend Crooswijksche
kade 35, Rotterdam.
PEREMPTOIR EXAMEN.
Door de classis Heerenveen is op 3 Mei
toegelaten tot den dienst des Woords en
der Sacramenten de heer J. A. Gravesteijn
beroepen predikant bij de Geref. Kerk van
Ocsterzee.
NOG NIET BEROEPBAAR.
De heer R. J. v. d. Weerd, theologisch
eandidaat te Kampen, bericht aan De
Standaard, dat hij om bijzondere redenen
aan de Geref. Kerken verzoekt voorloo-
pig nog geen beroep op hem uit te bren
gen.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
De 70 jarige emeritus-predikant Ds. C.
J. Leenmans, zal a.s. Zondag niet door
zijn zoon. Ds. TI. A. Leenmans Jr. van
Delft, te Gouderak weer in het ambt be
vestigd worden, maar door zijn broer, de
84-jarige Ds. H. A. Leenmans, van Harlin-
gen;
Ds. H. Janzen is voornemens om
Zondag 8 Juli as. afscheid te nemen van
de Ned. Herv. Gemeente te Oosterend en
15 Juli d.a.v. zijn intrede te doen te Tub-
bergen, na vooraf te zijn bevestigd door
zijn voprganger, Ds. T. Ch. Vriezen, te
Sittard.
Ds. J. G. Koningsberger, predikant
evangelist te AmsterdamNoord, hoopt
1U Juni des n.m. te 7 uur door Ds. W. A.
Hoek te Amsterdam bevestigd worden, en
13 Juli te 7 uur intrede te doen.
Ds. B. Roorda nam Zondag afscheid
van de Geref. Kerk te Oosterend met een
predikatie over Hand. 20 32.
De vertrekkende predikant werd toege
sproken door Ds. J. C. de Kruijter, na
mens de Kerk van VVommels en door een
der ouderlingen namens den Kerkeraad.
GIFTEN EN LEGATEN.
De samenwerkende Zendingscorporaties
hebben, naar de Rott. Kerkbode meldt, 'n
gift van 1U00 ontvangen onder de let
ters N. N.
HET MODERNISME IN DE
NED. HERV. KERK.
Volgens het Jaarboek voor de Vrij
zinnig-Hervormden zijn er in de Her
vormde Kerk van de 1333 gemeenten
408, van de 1623 predikanten 449 vrij
zinnig. Voor de onderscheidene pro
vincies zijn deze cijfers:
Gelderland. Van de 197 gemeenten
28; van de 236 predikanten 33.
Zuid-Holland. Van de 197 gemeen
ten 25; van de 284 predikanten 27.
Noord-Holland. Van de 155 gemeen
ten 93; van de 212 predikanten 102.
Zeeland. Van de 97 gemeenten 12;
van de 113 predikanten 14.
Utrecht. Van de 68 gemeenten en de
89 predikanten is geen enkele vrijzin
nig.
Friesland. Van de 222 gemeenten
107; van de 239 predikanten 111.
Overijsel. Van de 77 gemeenten 13;
van de 102 predikanten 20.
Groningen. Van de 152 gemeenten
83; van de 164 predikanten 83.
N.-Brabant en Limburg. Van de 110
gemeenten 24; van de 123 predikanten
27.
Drente. Van de 57 gemeenten 31;
van de 64 predikanten 32.
KANTOORBEDIENDEN MET
HANEPOOTEN.
Het komt menigmaal voor, aldus
het Hbld., dat een jonge kantoorbe
diende, die de opmerking krijgt, dat
het zoo jammer is, dat hii niet behoor
lijk, althans leesbaar schrijven kan,
ten antwoord geeft, dat de doktoren
ook zulke hanepooten schrijven en dat
er immers schrijfmachines zijn
En misschien zullen we den tijd
weer zien komen, waarin iemand, „op
grond van algemeene ontwikkeling,
als hebbende een M.U.L.O.-diploma",
verklaart, niet leesbaar te kunnen
schrijven, evenals een ridder in de
middeleeuwen verklaarde, de schrijf
kunst niet te beheerschen „als zijnde
edelman".
Inmiddels begint de kennis van het
euvel door te dringen tot waar het be
kend moet zijn. We lezen in het „Cor
respondentieblad van de Vereeniging
voor M.U.L.O." van de hand van J.
Cals:
„Op de laatste bijeenkomst van
Rijksgecommitteerden bij de in 1927
gehouden M.U.L.O.-examens werd de
algemeene klacht vernomen, dat het
schrift van een belangrijk deel der
candidaten veel te wenschen overliet.
Verscheiden gecommitteerden ver
wachtten verbetering, indien het cij
fer voor schrijven zou meetellen bij
het bepalen van den uitslag. De rege-
lingscommissiën voor het M.U.L.O.-
examen zullen daarvan ook wel over
tuigd zijn, maar meenen tot dien maat
regel nog niet te mogen overgaan.
„Een feit is het zeker, dat in den
laatsten tijd weer meer klachten uit
de handelswereld tot ons komen over
het veelvuldig voorkomen van slordig
onvoldoend schrift bij de aankomende
kantoorbedienden, waaronder zich
veel oud-U.L.O.-leerlingen zullen be
vinden.
„Ik geloof, dat die klachten niet on
gegrond zijn. Uit de inzage van het ge
maakte schriftelijk werk bij de jongste
M.U.L.O.-examens, bleek mij weer, dat
het practijksehrift niet aan matige,
redelijke eischen voldoet bij veel can
didaten. De van weinig zorg getuigen
de, zelfs onverschillige wijze waarop
veel candidaten op het examen hun
zoogenaamd schoonschrift maakten,
toonde aan, dat zij al heel weinig
waarde hechtten aan een net hand
schrift.
„Toch is en blijft het waar: „Een
goede hand is een aanbeveling in het
leven. Bij den bestaanden overvloed
van candidaten voor kantoorbetrek
kin tren hebben slordige schrijvers een
beduidend geringere kans om aange
nomen te worden. Niet met zorg ge
schreven sollicitatiebrieven zijn meest
al ook niet vrij van slordigheden, wat
den inhoud betreft en worden op zij ge
schoven. We ondervinden het geregeld,
dat het aantal fouten toeneemt, waar
de netheid van het werk vermindert.
„In het algemeen gesproken, moet er
op de U.L.O.-scholen wat meer gelet
worden op het schrijven. Artikel 3,
vierde lid der L.O.-wet 1920 schrijft
het vak gebiedend voor".
GODSDIENST EN SEXE.
De uitkomsten der laatste volkstel
ling in Duitschland werpen een eigen
aardig licht op de verhouding van
godsdienst en sexe.
FEUILLETON.
55) o—
5 September.
De verhouding van Frederik tot de
weduwe Börde bevalt me heelemaal
niet meer. Onlangs kwam ik van een
uitstapje thuis en trof haar bij hem in
z'n kamer. Beiden leken bij mijn onver
wacht verschijnen eenigszins verward.
De deur tot onze woning stond name
lijk open, daar het dientsmeisje in de
gang aan het poetsen was, en zoo had
den zij mijn binnenkomen niet ge
hoord. En nog iets. Mijn dienstmeisje
heeft me den dienst opgezegd. Dat was
zeer onaangenaam, daar zij een vlijtig
en braaf meisje was. Toen ik haar
vroeg, waarom zij dan weg wilde, paf
zij aanvankelijk ontwijkende antwoor
den. Daar ik echter bij haar aandrong,
mij de ware reden te zeggen, gaf zij
ten.slotte aarzelend ten antwoord,
mijnheer liet haar niet met rust.
Toen zij weg was en het nieuwe
dienstmeisje in dienst was getreden,
bracht ik Frederik een en ander op
kal men toon onder het oog. Hij lachte
me uit en zeide: Ik moest niet jaloersch
zijn; echtelieden moesten elkaar een
zekere mate van vrijheid laten; dat
had hij me immers reeds vóór ons hu
welijk gezegd; waar zulks niet het ge
val wa9, werd het huwelijksleven een
ondragelijk juk. Ik was over die taal
zoo ontsteld, dat ik geen woord meer
kon uitbrengen. Hij echter ging, een
liedje neuriënd, heen. Dat is dus de
moraal van een mensch zonder gods
dienst!Ik heb lang en bitter ge
schreid.
14 November.
Als dat zoo voortgaat met de wedu
we Börde, dan pak ik mijn biezen en
vertrek, om 't even waarheen. Frederik
heeft haar overgehaald, een ledig-
staande woning in ons huis te huren
en brengt nu dagelijks heele uren bij
haar alleen door; zijn werk in de kli
niek echter verwaarloost hij. De zie
ken klagen, waarom vader hem ge
dreigd heeft, hem te zullen ontslaan,
als hij zich niet beterde.
6 December.
De breuk is er. Vader heeft Frederik
met ingang van 1 Januari a.s. zijn ont
slag gegeven. Mijn man heeft zich
daar heel niets uit gemaakt. Een
vriend had hem in het noorden van
het district een zeer winstgevende
practijk bezorgd. Daar gingen wij
heen. Hij was de voortdurende con
trole van den oude moede. Direct na
Kerstmis zou de verhuizing plaats
hebben. Ik schrok en bad hem te be
denken, dat aan een verhuizing in
December toch moeijijk te beginnen
was. Hij moest zich weer met zijn va
der verzoenen, anders stelde hij im
mers onze geheele toekomst op het
spel en de kliniek zou in vreemde
handen overgaan. Frederik antwoord
de, dat was hem onverschillig. Hij kon
ook elders van zijn practijk leven. Ik
zweeg, wijl ik inzag dat, alle verder
praten vergeefs was. Ik gevoelde me
nameloos ongelukkig. Hoe moet dat
eindigen?
Wertol, 4 Januari.
De verhuizing heeft plaats gehad;
doch ik ten zoo zwak, dat ik vrees
zwaar ziek te zullen worden. Het ver
schrikkelijkste daarbij echter is, dat
Frederik niet het minste medelijden
met me heeft; ik schijn hem geheel
onverschillig te zijn. De weduwe Bör
de is naar Berlijn vertrokken en hij
wil morgen ook voor 814 dagen da
gen daarheen. Ik heb hem gesmeekt,
mij nu toch niet alleen te laten. Ech
ter tevergeefs; hij zeide ik was niet
ziek, doch slechts oververmoeid en
moest rust hebten. Daarom was het
heel goed, dat hij wegging. Ook moest
hij nog besluiten, waar we ons 't best
zouden vestigen, óf hier in Wertol,
twee uren van Seehofen, óf in Seeho-
fen zelf, waar onze meubelen nog
Uit de tot nu gepubliceerde cijfers
blijkt, dat de vrouwen een bijzondere
voorliefde hebben voor de Vrije Ker
ken en de secten. Tegenover iedere 100
mannelijke leden tellen de Methodis
ten 140; de Apostolischen 123 en de
Adventisten zelfs 165 vrouwelijke le
den.
Waartegenover staat, dat de man
nen weer meer voelen voor vrij-reli-
gieuze en antigodsdienstige vereeni-
gingen. Ook is eigenaardig, dat de
Prot. Kerken op iedere 100 mannen
109, de R.-K. Kerk 105 vrouwen telt.
SAMENWERKENDE ZENDINGS
CORPORATIES.
Voor de Hoofdbesturen van boven
genoemde Corporaties (Zendingsbu-
reau-Oeg9tgeest) is het een aangena
me taak med2 te deelen, dat ook in de
maand April het voor die maand be-
noodigde ongeveer is binnengekomen.
Met dankbaarheid gedenken zij al
len, die met groote en kleine bijdragen
het werk hebben willen steunen. In te
halen is nu nog de rest van het tekort
over 1927 en de bedragen, die in Jan.
en Febr. van dit jaar te weinig ontvan
gen werden op het volgens de raming
benoodigde. Bovendien is ook voor
Mei weer f 72.500 noodig.
De ervaring van de twee laatste
maanden geeft moed en vertrouwen
voor de toekomst. Nu wordt gerekend
op de hulp van vele duizenden die zich
dit jaar onbetuigd lieten.
Voorts: de Pinksterdag nadert. Aan
de Kerkeraden werd dezer dagen een
rondschrijven gezonden; aan H.H.
Predikanten gevraagd om den Pink
sterdag te maken tot een Zendingsdag,
de Pinkstercollecte tot een inzameling
van feestgaven.
Op de Wereld-Zendings-Conferentie,
die in de Paaschweek te Jeruzalem
gehouden is werd door vertegenwoor
digers van 51 Zending-drijvende lan
den en kerken een boodschap voor de
Christenheid over de geheele wereld
vastgesteld. Werd die boodschap ver
nomen en verstaan?
BINNENLAND.
DE KONINGIN-MOEDER
BEZOEKT EEN GYMNASIUM.
H. M. de Koningin-Moeder heeft gis
terochtend half elf een bezoek ge
bracht aan het Gemeentelijk Gymna
sium aan de Bilderdijkstraat te 's Gra-
venhage.
De hooge bezoekster werd ontvan
gen en rondgeleid door den rector van
het Gymnasium, Dr. G. E. W. van Hil-
le, en den president van het college,
van curatoren, Mr. J. AL. A. Lisman.
Met groote belangstelling heeft H.
M. het geheele gebouw bezichtigd; ook
werd een bezoek gebracht aan de
twee klassen waar les gegeven werd.
In de rectorskamer werd daarna
door eenige vrouwelijke leerlingen der
hoogste klasse koffie geserveerd.
Hierbij waren mede aanwezig de
secretaris van het college van curato
ren, Mr. L. P. J. Michielsen en de con
rector Dr. A. Rutgers van der Loeff.
Een leerlinge der eerste klasse heeft
H. M. bloemen aangeboden.
Bij het vertrek van de vorstelijke
bezoekster, heeft het koor van het
Gymnasium haar twee coupletten van
het Wilhelmus en het „Wilt heden nu
treden", van Valerius toegezongen.
De leerlingen der school stonden bij
bet vertrek allen opgesteld op het
schoolplein en hebben H. M. hartelijk
toegejuicht.
WIJZIGING H. O.-WET.
Op het wetsontwerp tot wijziging en
aanvulling der Hooger Onderwijs-wet,
heeft de heer Van Gijn een amende
ment ingediend, waarvan de bedoeling
is, dat voor diploma's, welker solidi
teit vaststaat, een algemeene regeling
wordt getroffen, zoodat zij, die aan
de betrokken hooger onderwijs-inrich-
tingen naar die diploma's streven, bij
voorbaat zeker zijn, dat deze, eenmaal
verkregen, aan onze universiteiten vrij
dom van zekere examens zullen geven
Nu de wet een regeling inhoudt,
krachtens welke aan els speciaal di
ploma eenmaal verkregen, vrijdom
van eenig examen kan worden toege
kend, zal de algemeene regeling zich
tot de diploma's kunnen beperken,
welker voldoende waarborg huiten
eenigen twijfel is; maar het is dan ook
wenschelijk, dat zij, die deze diploma's
hebben of daarnaar streven, bij voor
baat zekerheid hebben omtrent de
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 5 Mei 1928.
Er is in ons land nog onvoldoende am
bitie voor particuliere woningbouw. Wij
zijn aan de winnende hand, maar de toe
standen van voor den oorlog. toen de
voorschotten ingevolge de woningwet ook
werkelijk werden aangewend voor alle
soorten van huizen, hebben wij nog niet
terug.
Maar als we letten op het buitenland,
dan hebben we ruime stof tot dank.
Let eens op Rusland.
Daar beeft de raad van Volkscommis
sarissen ten behoeve van particuliere bou
wers bepaald, dat voor steenen huizen de
termijn van vollen eigendom (in onder
scheiding van ander bezit) 80 jaar en voor
houten buizen 60 jaar zal zijn. In de ex
ploitatie wordt de grootst mogelijke vrij
heid gelaten. De eigenaar mag zooveel
huur bedingen als hij wil, hij mag sleu-
telgeld heffen, is vrij van inkomstenbe
lasting voor het inkomen uit huizenbe/.it
en van personeele belasting gedurende 3
jaar en daarna voor de helft, en ten slotte
is bij overgang geen successierecht ver
schuldigd.
Pracht-bepalingen voor een huisjesmel
ker! Maar 't zal wel zijn reden hebben.
Maar wat te zeggen van deze toestanden
met het oog op de huurders? Zij worden
alleen in één opzicht beschermd, n.i. wat
de kubieke inhoud aangaat, waarvan voor
iedere bewoner 10 M3 aanwezig moet z.'jn.
Ik zeg toch maar: Gelukkig Holland!
OBSERVATOR.
53
RECLAME.
[tabletten
I tegen
[verstopping
Doos 60 ct. Bij Apoih.en Drogisten.
daaraan ten pnzent verbonden gevol
gen en geen speciaal verzoek meer
behoeven te richten tot den minister
als in het eerste lid van art. 132 be
doeld.
INT. ROODE KRUISVLOOT.
Op de internationale Roode Kruis-
conferentie, die in October te 's Gra-
venhage gehouden zal worden, komt
een voorstel ter tafel van Dr. Boland
uit den Haag, om een „Roode Kruis-
vloot" van minstens drie schepen te
vormen.
TRAMLIJN HEERLEN-AKEN.
Gisteren is de tramlijn Heerlen
Aken officieel geopend.
Tegen half twaalf kwamen de Duit-
scbe en Nederlandsche genoodigden
te Heerlen bijeen.
De burgemeester van Maastricht,
Mr. van Oppen, tevens waarnemend
voorzitter van den Raad van toezicht
der L. T. M., heette de aanwezigen wel
kom.
Daarna werd naar Aken gereden.
De lijn loopt van Heerlen tot Val
kenhuizen over de bestaande lijn van
Kerkrade van de L. T. M. Waar het
nieuwe Nederlandsche lijngedeelte,
dat tot de Locht loopt, begint, knipte
de heer Paulussen, lid van Gedep. Sta
ten van Limburg, die namens den
Commissaris der Koningin aanwezig
was, het lint, dat de lijn afsloot, door.
Aan de grens, waar het Duitsche ge
deelte der lijn, behoorende aan de
Aachener Kleinbahn, begint, verrichtte
Dr. Rombach, Regierungspresident in
het Bezirk Aken, dezelfde plechtig
heid.
Te Aken werd door de Aachener
Kleinbahn een maaltijd aangeboden.
NATUURSCHOON.
Door de Nijmeegsche vereeniging
voor natuurschoon is een adres aan
den minister van binnenlandsche za
ken en landbouw gericht, waarin aan
gedrongen wordt op aankoop door het
Rijk van de landgoederen „de Wolfs
berg" en de „Muntberg" onder Groes-
beek.
De vereeniging wijst er op, dat de
laatste jaren in het rijk van Nijmegen
zeer veel bosschen zijn verdwenen.
Het bestuur verzoekt den minister
krachtig te willen bevorderen, dat het
natuurschoon nog niet verdere groote
verliezen ondergaat.
staan. Het is verschrikkelijk; Uier ben
ik geheel alleen in een logement, de
menschen zijn vriendelijk Ik ben
doodmoe.
5 Januari.
Frederik is werkelijk weg. Ik heb
hem nogmaals op de knieën gesmeekt,
mij niet alleen te laten. Hij zeide, ik
moest hem niet met mijn geklaag
kwellen, doch me tijdens zijn afwezig
heid zoo rustig mogelijk houden. Dat
gevoel van zwakte kwam van mijn
zenuwachtige opgewondenheid. Hij
moest naar Berlijn; daar had hij ge
wichtige zaken te behandelen. Wertol
beviel hem thans toch wel; hij had
ook een geschikte woning gevonden;
na zijn terugkomst zou hij ze huren.
Ik moest hier tot zoo lang geduldig
wachten; over 14 dagen was hij beslist
terug. Zoo noodig, kon ik telegrafee-
ren: hotel Victoria bij het Anhalter
station. Wat nu? Ik gevoel ,het loopt
met mij ten einde en een inwendige'
stem zegt mij, dat dit de straf is voor
mijn afval van God.
Ik zou willen bidden en kan niet
meer. Ik heb God verlaten en nu heeft
Hij mij verlaten. Het klinkt luid in
mijn binnenste: er is een God
Alles wat ik had, ja zelfs God heb ik
ter liefde van een mensch opgeofferd.
En nu verlaat me die eenige, die mij
alles zijn zou, en ik heb niets meer.
Doodarm, ja, armer nog dan de armste
bedelaar sta ik daar; den dood in de
ziel, den dood in het lichaam, en ik
hoor onophoudelijk een woord der H.
Schrift: „Gij zult het ondervinden en
zien, hoe rampzalig en bitter bet is,
pat gij den Heere uwen God verlaten
hebt".
Daarmede sluit het dagboek. Het
einde der ongelukkige wordt ons ver-
haald in onderstaanden brief.
Wertol, 7 Januari 19..
Hooggeachte Juffrouw Wantolf!
Bij dezen vervul ik den hoogst treu-
rigen plicht, u te berichten, dat heden
morgen te half vijf uwe nicht Rosa,
echtgenoote van den heer Herbold, is
overleden. Vóór haar verscheiden
heeft ze mij met aandrang verzocht, U
dit terstond te berichten en U haar
dringende oede om vergiffenis voor al
het leed, hetwelk zij U bereid had,
over te brengen. Tevens verzocht zij
mij, U van de laatste lotgevallen haars
levens, welke ongetwijfeld diep treu
rig zijn, in kennis te stellen.
Jeremia 2, 19.
(Wordt vervolgd).