"IHJWE LEIDSCHE COURANT Kei dagjoeK van een Leerares MUMHARDTS ZATERDA3 5 MEI 1928 TWEEDE BLAD. UIT DE SCHRIFTEN BEDROEFD WEGGAAN. Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen. Matth. 19 22. De groote moeilijkheid, om „het eeuwi ge leven te hebben", is, dat we geestelijk moeten gaan leven, zoodat we hebben te gaan over de grens, die er ligt tusschen het natuurliike en het geestelijke, tus schen het tijdelijke en het eeuwige. Want Jezus Christus, Die het Leven is en het I.even geeft, staat in de wereld van het geestrüjke en het eeuwige. En het bekoort ons zeer, om „het eeu wige leven te hebben". Maar dat overtrekken van de grens dat bekoort ons in 't geheel niet. Integen deel. dat benauwt ons. Die wereld van 't geestelijke zal wel mooi wezen, maar wij kennen haar nog niet. zooals we die van het natuurliike kennen. Daarin liegen im mers onze goederen, onze vele goederen. En och. als nu de eisch maar niet zoo onverbiddelijk was! Wanneer we maar veel mochten meenemen, of wanneer we ten minste maar iets mochten meenemen, dan was het te doen. maar het is altijd maar weer: „Verkooo alles, wat ge hebt" en dat is te kras! Wanneer we maar in de beide werelden mochten leven, èn in die van het tijdeli'ke èn in die van het eeuwige, dan ging het nog. maar het is nooit anders, dan: „Kom herwaarts, volg Mij", en dat gaat toch veel te ver. In den grond zijn we het eigenlijk ge heel eens met den rijken jongeling. Alleen we doen niet, wat hij deed. Hij ging weg. Wij schudden het hoofd over de men- schen, die weggaan; die de tegenwoordige wereld lief krijgen; die vvereldsch wer den. Maar wij doen iets, dat eigenlijk nog vreeselijker is, dan wat zij doen; wij slij pen de scherpte af van den eisch, die er ligt; wij doezelen de grens weg, die door den Eeuwige getrokken werd. Want wij willen leven, geheel tegen het Woord in, in twee werelden; wij willen „het eeuwige leven hebben" en ondertusschen het tijde lijke houden. Dat zeggen we zoo niet. Het zelfbedrog zou uit wezen, wanneer we dat deden. We hebben erg mooie frasen, waarmede we onze goddeloosheid bedekken en hebben het druk over „christendom en cultuur", over „kerk en wereld", over „geloof en wetenschap" Maar in ons is de ergernis, die in den rijken jongeling was. En we waren eer lijker, zoo we ook maar weggingen, zij het dan ook met droefheid in ons hart over eene verloren illusie. Het eenige, wat ons daarom te doen staat, is, om Jezus' eisch onverzwakt te laten staan: „Verkoop wat ge hebt en geef het den armen", en er onvoorwaar delijk voor te buigen. En dan aan dezen eisch ons leven toet sen! Al de sluiers, die wij er over gewor pen hebben, moeten verscheurd worden. Al de frasen, die we gebruiken, dienen tot in hun kern te worden onderzocht. Want we moeten weten, of het ons ernst is met ons willen „hebben van het eeu wige leven". En daarvoor is noodig, dat we weten, of we waarlijk de grens zijn overgegaan, of we losgelaten hebben al het natuurlijke en tijdelijke. We kunnen nu eenmaal niet leven op de grenzen van twee werelden. Als wij dat probeeren, danhinken we op twee ge dachten. Dan ondervinden we daarvan al de ellende. En vorderen in de genade en in de kennis van Jezus Christus doen we niet, maar ons blijven vreemd de eeuwige schatten der genade in de wereld van het geestelijke. Klagen over geestelijke lauw heid en doodigheid, is nieuw zelf-bedrog. De radicale eisch van Jezus eischt een radicale keuze. Wie niet vóór is, die is tegen! We kunnen maar één van tweeën: óf weggaan, óf voortgaan. Het voortgaan geeft de blijdschap. Het is zalig, om te luisteren naar de stem van Hem, Die van uit de wereld van het geestelijke ons toeroept, om alles los te laten en Hem alleen over te houden. Zeker, we zijn' daar niet spoedig mede klaar. Onze ziel kleeft aan het stof. Maar de keuze ligt vast en we kennen Hem, Die ons roept, als den Getrouwe, Die telkens de kracht vernieuwt, om voort te gaan, ook nadat we struikelden, om op te staan ook nadat we vielen. In Zijn licht zien we het lichtl Al de „vele goederen", die we meenden te bezitten, zijn niets in vergelijking met de gaven der genade, die HIJ uitdeelt. An deren mogen zeggen: „wij hebben veel" wij kunnen zeggen: „we hebben alles". En al wat er tijdelijk is in ons leven, leeren we zien in eeuwigheidsglans. En al het natuurlijke in ons bestaan, heeft een geestelijken achtergrond. Waarlijk, die zijn leven wil verliezen, die behoudt het. „Weggaan" kan gebeuren in droefheid. Maar voortgaan geeft blijdschap, steeds meer blijdschap. En vrede, steeds meer vrede, die alle verstand te boven gaat. DONKERE TIJDEN. Komt er soms een kleine wolk voor mijn zonne glijden, 'k weet toch dat ik in heur licht mij weer zal verblijden want het wolkje glijdt voorbij. Zelfs wanneer het zwartste zwerk haar verhult in duister 'k weet toch: achter 't zwartste zwerk praalt ze in vollen luister, en het zwerk óók trekt voorbij. Weken, maanden, jaren soms kan het duister wezen in een menschenziel, zoo blij in heur Heer vóór dezen; maar die schaduw gaat voorbij. Laat u niet ter neder slaan, ziel, in duist're tijden! Vroeg of laat komt weer de dag van het stil verblijden; in den Diepstert nacht is Hij, is uw Heiland aan uw zij; lang, o lange moog' het duren, maar ééns is de nacht voorbij. NELLIE. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Driesum, P. de Looze, te Renkum. Te Veenh'uizen, G. J. Rorüijn, te Heenvliet. Te Werkendam, D, J. Lazon- der, te Oppenhuizen (Fr.). Bedankt: Voor 's-Gravemoer (toez.), A, van Willigen, te Woudrichem. Voor Beesd, A. J. v. Wijngaarden te Westmaas. Ds. H. G. DE JONGE. De toestand van Ds. H. G. de Jonge, em. pred. van de Geref. Kerk te Dordrecht, is niet zoo ernstig als eerst gemeld werd. Een zoon, bij wien hij verpleegd wordt, schrijft aan De Standaard dat zijn va der skchts even buiten kennis is geweest. Hij is steeds helder van geest. BEROEPBAAR. Het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Hol land heeft na gehouden examen, tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de heer Jacobus Willem van Kooten, theol. eandidaat aan de Rijksuni versiteit te Utrecht, wonend Crooswijksche kade 35, Rotterdam. PEREMPTOIR EXAMEN. Door de classis Heerenveen is op 3 Mei toegelaten tot den dienst des Woords en der Sacramenten de heer J. A. Gravesteijn beroepen predikant bij de Geref. Kerk van Ocsterzee. NOG NIET BEROEPBAAR. De heer R. J. v. d. Weerd, theologisch eandidaat te Kampen, bericht aan De Standaard, dat hij om bijzondere redenen aan de Geref. Kerken verzoekt voorloo- pig nog geen beroep op hem uit te bren gen. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. De 70 jarige emeritus-predikant Ds. C. J. Leenmans, zal a.s. Zondag niet door zijn zoon. Ds. TI. A. Leenmans Jr. van Delft, te Gouderak weer in het ambt be vestigd worden, maar door zijn broer, de 84-jarige Ds. H. A. Leenmans, van Harlin- gen; Ds. H. Janzen is voornemens om Zondag 8 Juli as. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gemeente te Oosterend en 15 Juli d.a.v. zijn intrede te doen te Tub- bergen, na vooraf te zijn bevestigd door zijn voprganger, Ds. T. Ch. Vriezen, te Sittard. Ds. J. G. Koningsberger, predikant evangelist te AmsterdamNoord, hoopt 1U Juni des n.m. te 7 uur door Ds. W. A. Hoek te Amsterdam bevestigd worden, en 13 Juli te 7 uur intrede te doen. Ds. B. Roorda nam Zondag afscheid van de Geref. Kerk te Oosterend met een predikatie over Hand. 20 32. De vertrekkende predikant werd toege sproken door Ds. J. C. de Kruijter, na mens de Kerk van VVommels en door een der ouderlingen namens den Kerkeraad. GIFTEN EN LEGATEN. De samenwerkende Zendingscorporaties hebben, naar de Rott. Kerkbode meldt, 'n gift van 1U00 ontvangen onder de let ters N. N. HET MODERNISME IN DE NED. HERV. KERK. Volgens het Jaarboek voor de Vrij zinnig-Hervormden zijn er in de Her vormde Kerk van de 1333 gemeenten 408, van de 1623 predikanten 449 vrij zinnig. Voor de onderscheidene pro vincies zijn deze cijfers: Gelderland. Van de 197 gemeenten 28; van de 236 predikanten 33. Zuid-Holland. Van de 197 gemeen ten 25; van de 284 predikanten 27. Noord-Holland. Van de 155 gemeen ten 93; van de 212 predikanten 102. Zeeland. Van de 97 gemeenten 12; van de 113 predikanten 14. Utrecht. Van de 68 gemeenten en de 89 predikanten is geen enkele vrijzin nig. Friesland. Van de 222 gemeenten 107; van de 239 predikanten 111. Overijsel. Van de 77 gemeenten 13; van de 102 predikanten 20. Groningen. Van de 152 gemeenten 83; van de 164 predikanten 83. N.-Brabant en Limburg. Van de 110 gemeenten 24; van de 123 predikanten 27. Drente. Van de 57 gemeenten 31; van de 64 predikanten 32. KANTOORBEDIENDEN MET HANEPOOTEN. Het komt menigmaal voor, aldus het Hbld., dat een jonge kantoorbe diende, die de opmerking krijgt, dat het zoo jammer is, dat hii niet behoor lijk, althans leesbaar schrijven kan, ten antwoord geeft, dat de doktoren ook zulke hanepooten schrijven en dat er immers schrijfmachines zijn En misschien zullen we den tijd weer zien komen, waarin iemand, „op grond van algemeene ontwikkeling, als hebbende een M.U.L.O.-diploma", verklaart, niet leesbaar te kunnen schrijven, evenals een ridder in de middeleeuwen verklaarde, de schrijf kunst niet te beheerschen „als zijnde edelman". Inmiddels begint de kennis van het euvel door te dringen tot waar het be kend moet zijn. We lezen in het „Cor respondentieblad van de Vereeniging voor M.U.L.O." van de hand van J. Cals: „Op de laatste bijeenkomst van Rijksgecommitteerden bij de in 1927 gehouden M.U.L.O.-examens werd de algemeene klacht vernomen, dat het schrift van een belangrijk deel der candidaten veel te wenschen overliet. Verscheiden gecommitteerden ver wachtten verbetering, indien het cij fer voor schrijven zou meetellen bij het bepalen van den uitslag. De rege- lingscommissiën voor het M.U.L.O.- examen zullen daarvan ook wel over tuigd zijn, maar meenen tot dien maat regel nog niet te mogen overgaan. „Een feit is het zeker, dat in den laatsten tijd weer meer klachten uit de handelswereld tot ons komen over het veelvuldig voorkomen van slordig onvoldoend schrift bij de aankomende kantoorbedienden, waaronder zich veel oud-U.L.O.-leerlingen zullen be vinden. „Ik geloof, dat die klachten niet on gegrond zijn. Uit de inzage van het ge maakte schriftelijk werk bij de jongste M.U.L.O.-examens, bleek mij weer, dat het practijksehrift niet aan matige, redelijke eischen voldoet bij veel can didaten. De van weinig zorg getuigen de, zelfs onverschillige wijze waarop veel candidaten op het examen hun zoogenaamd schoonschrift maakten, toonde aan, dat zij al heel weinig waarde hechtten aan een net hand schrift. „Toch is en blijft het waar: „Een goede hand is een aanbeveling in het leven. Bij den bestaanden overvloed van candidaten voor kantoorbetrek kin tren hebben slordige schrijvers een beduidend geringere kans om aange nomen te worden. Niet met zorg ge schreven sollicitatiebrieven zijn meest al ook niet vrij van slordigheden, wat den inhoud betreft en worden op zij ge schoven. We ondervinden het geregeld, dat het aantal fouten toeneemt, waar de netheid van het werk vermindert. „In het algemeen gesproken, moet er op de U.L.O.-scholen wat meer gelet worden op het schrijven. Artikel 3, vierde lid der L.O.-wet 1920 schrijft het vak gebiedend voor". GODSDIENST EN SEXE. De uitkomsten der laatste volkstel ling in Duitschland werpen een eigen aardig licht op de verhouding van godsdienst en sexe. FEUILLETON. 55) o— 5 September. De verhouding van Frederik tot de weduwe Börde bevalt me heelemaal niet meer. Onlangs kwam ik van een uitstapje thuis en trof haar bij hem in z'n kamer. Beiden leken bij mijn onver wacht verschijnen eenigszins verward. De deur tot onze woning stond name lijk open, daar het dientsmeisje in de gang aan het poetsen was, en zoo had den zij mijn binnenkomen niet ge hoord. En nog iets. Mijn dienstmeisje heeft me den dienst opgezegd. Dat was zeer onaangenaam, daar zij een vlijtig en braaf meisje was. Toen ik haar vroeg, waarom zij dan weg wilde, paf zij aanvankelijk ontwijkende antwoor den. Daar ik echter bij haar aandrong, mij de ware reden te zeggen, gaf zij ten.slotte aarzelend ten antwoord, mijnheer liet haar niet met rust. Toen zij weg was en het nieuwe dienstmeisje in dienst was getreden, bracht ik Frederik een en ander op kal men toon onder het oog. Hij lachte me uit en zeide: Ik moest niet jaloersch zijn; echtelieden moesten elkaar een zekere mate van vrijheid laten; dat had hij me immers reeds vóór ons hu welijk gezegd; waar zulks niet het ge val wa9, werd het huwelijksleven een ondragelijk juk. Ik was over die taal zoo ontsteld, dat ik geen woord meer kon uitbrengen. Hij echter ging, een liedje neuriënd, heen. Dat is dus de moraal van een mensch zonder gods dienst!Ik heb lang en bitter ge schreid. 14 November. Als dat zoo voortgaat met de wedu we Börde, dan pak ik mijn biezen en vertrek, om 't even waarheen. Frederik heeft haar overgehaald, een ledig- staande woning in ons huis te huren en brengt nu dagelijks heele uren bij haar alleen door; zijn werk in de kli niek echter verwaarloost hij. De zie ken klagen, waarom vader hem ge dreigd heeft, hem te zullen ontslaan, als hij zich niet beterde. 6 December. De breuk is er. Vader heeft Frederik met ingang van 1 Januari a.s. zijn ont slag gegeven. Mijn man heeft zich daar heel niets uit gemaakt. Een vriend had hem in het noorden van het district een zeer winstgevende practijk bezorgd. Daar gingen wij heen. Hij was de voortdurende con trole van den oude moede. Direct na Kerstmis zou de verhuizing plaats hebben. Ik schrok en bad hem te be denken, dat aan een verhuizing in December toch moeijijk te beginnen was. Hij moest zich weer met zijn va der verzoenen, anders stelde hij im mers onze geheele toekomst op het spel en de kliniek zou in vreemde handen overgaan. Frederik antwoord de, dat was hem onverschillig. Hij kon ook elders van zijn practijk leven. Ik zweeg, wijl ik inzag dat, alle verder praten vergeefs was. Ik gevoelde me nameloos ongelukkig. Hoe moet dat eindigen? Wertol, 4 Januari. De verhuizing heeft plaats gehad; doch ik ten zoo zwak, dat ik vrees zwaar ziek te zullen worden. Het ver schrikkelijkste daarbij echter is, dat Frederik niet het minste medelijden met me heeft; ik schijn hem geheel onverschillig te zijn. De weduwe Bör de is naar Berlijn vertrokken en hij wil morgen ook voor 814 dagen da gen daarheen. Ik heb hem gesmeekt, mij nu toch niet alleen te laten. Ech ter tevergeefs; hij zeide ik was niet ziek, doch slechts oververmoeid en moest rust hebten. Daarom was het heel goed, dat hij wegging. Ook moest hij nog besluiten, waar we ons 't best zouden vestigen, óf hier in Wertol, twee uren van Seehofen, óf in Seeho- fen zelf, waar onze meubelen nog Uit de tot nu gepubliceerde cijfers blijkt, dat de vrouwen een bijzondere voorliefde hebben voor de Vrije Ker ken en de secten. Tegenover iedere 100 mannelijke leden tellen de Methodis ten 140; de Apostolischen 123 en de Adventisten zelfs 165 vrouwelijke le den. Waartegenover staat, dat de man nen weer meer voelen voor vrij-reli- gieuze en antigodsdienstige vereeni- gingen. Ook is eigenaardig, dat de Prot. Kerken op iedere 100 mannen 109, de R.-K. Kerk 105 vrouwen telt. SAMENWERKENDE ZENDINGS CORPORATIES. Voor de Hoofdbesturen van boven genoemde Corporaties (Zendingsbu- reau-Oeg9tgeest) is het een aangena me taak med2 te deelen, dat ook in de maand April het voor die maand be- noodigde ongeveer is binnengekomen. Met dankbaarheid gedenken zij al len, die met groote en kleine bijdragen het werk hebben willen steunen. In te halen is nu nog de rest van het tekort over 1927 en de bedragen, die in Jan. en Febr. van dit jaar te weinig ontvan gen werden op het volgens de raming benoodigde. Bovendien is ook voor Mei weer f 72.500 noodig. De ervaring van de twee laatste maanden geeft moed en vertrouwen voor de toekomst. Nu wordt gerekend op de hulp van vele duizenden die zich dit jaar onbetuigd lieten. Voorts: de Pinksterdag nadert. Aan de Kerkeraden werd dezer dagen een rondschrijven gezonden; aan H.H. Predikanten gevraagd om den Pink sterdag te maken tot een Zendingsdag, de Pinkstercollecte tot een inzameling van feestgaven. Op de Wereld-Zendings-Conferentie, die in de Paaschweek te Jeruzalem gehouden is werd door vertegenwoor digers van 51 Zending-drijvende lan den en kerken een boodschap voor de Christenheid over de geheele wereld vastgesteld. Werd die boodschap ver nomen en verstaan? BINNENLAND. DE KONINGIN-MOEDER BEZOEKT EEN GYMNASIUM. H. M. de Koningin-Moeder heeft gis terochtend half elf een bezoek ge bracht aan het Gemeentelijk Gymna sium aan de Bilderdijkstraat te 's Gra- venhage. De hooge bezoekster werd ontvan gen en rondgeleid door den rector van het Gymnasium, Dr. G. E. W. van Hil- le, en den president van het college, van curatoren, Mr. J. AL. A. Lisman. Met groote belangstelling heeft H. M. het geheele gebouw bezichtigd; ook werd een bezoek gebracht aan de twee klassen waar les gegeven werd. In de rectorskamer werd daarna door eenige vrouwelijke leerlingen der hoogste klasse koffie geserveerd. Hierbij waren mede aanwezig de secretaris van het college van curato ren, Mr. L. P. J. Michielsen en de con rector Dr. A. Rutgers van der Loeff. Een leerlinge der eerste klasse heeft H. M. bloemen aangeboden. Bij het vertrek van de vorstelijke bezoekster, heeft het koor van het Gymnasium haar twee coupletten van het Wilhelmus en het „Wilt heden nu treden", van Valerius toegezongen. De leerlingen der school stonden bij bet vertrek allen opgesteld op het schoolplein en hebben H. M. hartelijk toegejuicht. WIJZIGING H. O.-WET. Op het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling der Hooger Onderwijs-wet, heeft de heer Van Gijn een amende ment ingediend, waarvan de bedoeling is, dat voor diploma's, welker solidi teit vaststaat, een algemeene regeling wordt getroffen, zoodat zij, die aan de betrokken hooger onderwijs-inrich- tingen naar die diploma's streven, bij voorbaat zeker zijn, dat deze, eenmaal verkregen, aan onze universiteiten vrij dom van zekere examens zullen geven Nu de wet een regeling inhoudt, krachtens welke aan els speciaal di ploma eenmaal verkregen, vrijdom van eenig examen kan worden toege kend, zal de algemeene regeling zich tot de diploma's kunnen beperken, welker voldoende waarborg huiten eenigen twijfel is; maar het is dan ook wenschelijk, dat zij, die deze diploma's hebben of daarnaar streven, bij voor baat zekerheid hebben omtrent de AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 5 Mei 1928. Er is in ons land nog onvoldoende am bitie voor particuliere woningbouw. Wij zijn aan de winnende hand, maar de toe standen van voor den oorlog. toen de voorschotten ingevolge de woningwet ook werkelijk werden aangewend voor alle soorten van huizen, hebben wij nog niet terug. Maar als we letten op het buitenland, dan hebben we ruime stof tot dank. Let eens op Rusland. Daar beeft de raad van Volkscommis sarissen ten behoeve van particuliere bou wers bepaald, dat voor steenen huizen de termijn van vollen eigendom (in onder scheiding van ander bezit) 80 jaar en voor houten buizen 60 jaar zal zijn. In de ex ploitatie wordt de grootst mogelijke vrij heid gelaten. De eigenaar mag zooveel huur bedingen als hij wil, hij mag sleu- telgeld heffen, is vrij van inkomstenbe lasting voor het inkomen uit huizenbe/.it en van personeele belasting gedurende 3 jaar en daarna voor de helft, en ten slotte is bij overgang geen successierecht ver schuldigd. Pracht-bepalingen voor een huisjesmel ker! Maar 't zal wel zijn reden hebben. Maar wat te zeggen van deze toestanden met het oog op de huurders? Zij worden alleen in één opzicht beschermd, n.i. wat de kubieke inhoud aangaat, waarvan voor iedere bewoner 10 M3 aanwezig moet z.'jn. Ik zeg toch maar: Gelukkig Holland! OBSERVATOR. 53 RECLAME. [tabletten I tegen [verstopping Doos 60 ct. Bij Apoih.en Drogisten. daaraan ten pnzent verbonden gevol gen en geen speciaal verzoek meer behoeven te richten tot den minister als in het eerste lid van art. 132 be doeld. INT. ROODE KRUISVLOOT. Op de internationale Roode Kruis- conferentie, die in October te 's Gra- venhage gehouden zal worden, komt een voorstel ter tafel van Dr. Boland uit den Haag, om een „Roode Kruis- vloot" van minstens drie schepen te vormen. TRAMLIJN HEERLEN-AKEN. Gisteren is de tramlijn Heerlen Aken officieel geopend. Tegen half twaalf kwamen de Duit- scbe en Nederlandsche genoodigden te Heerlen bijeen. De burgemeester van Maastricht, Mr. van Oppen, tevens waarnemend voorzitter van den Raad van toezicht der L. T. M., heette de aanwezigen wel kom. Daarna werd naar Aken gereden. De lijn loopt van Heerlen tot Val kenhuizen over de bestaande lijn van Kerkrade van de L. T. M. Waar het nieuwe Nederlandsche lijngedeelte, dat tot de Locht loopt, begint, knipte de heer Paulussen, lid van Gedep. Sta ten van Limburg, die namens den Commissaris der Koningin aanwezig was, het lint, dat de lijn afsloot, door. Aan de grens, waar het Duitsche ge deelte der lijn, behoorende aan de Aachener Kleinbahn, begint, verrichtte Dr. Rombach, Regierungspresident in het Bezirk Aken, dezelfde plechtig heid. Te Aken werd door de Aachener Kleinbahn een maaltijd aangeboden. NATUURSCHOON. Door de Nijmeegsche vereeniging voor natuurschoon is een adres aan den minister van binnenlandsche za ken en landbouw gericht, waarin aan gedrongen wordt op aankoop door het Rijk van de landgoederen „de Wolfs berg" en de „Muntberg" onder Groes- beek. De vereeniging wijst er op, dat de laatste jaren in het rijk van Nijmegen zeer veel bosschen zijn verdwenen. Het bestuur verzoekt den minister krachtig te willen bevorderen, dat het natuurschoon nog niet verdere groote verliezen ondergaat. staan. Het is verschrikkelijk; Uier ben ik geheel alleen in een logement, de menschen zijn vriendelijk Ik ben doodmoe. 5 Januari. Frederik is werkelijk weg. Ik heb hem nogmaals op de knieën gesmeekt, mij niet alleen te laten. Hij zeide, ik moest hem niet met mijn geklaag kwellen, doch me tijdens zijn afwezig heid zoo rustig mogelijk houden. Dat gevoel van zwakte kwam van mijn zenuwachtige opgewondenheid. Hij moest naar Berlijn; daar had hij ge wichtige zaken te behandelen. Wertol beviel hem thans toch wel; hij had ook een geschikte woning gevonden; na zijn terugkomst zou hij ze huren. Ik moest hier tot zoo lang geduldig wachten; over 14 dagen was hij beslist terug. Zoo noodig, kon ik telegrafee- ren: hotel Victoria bij het Anhalter station. Wat nu? Ik gevoel ,het loopt met mij ten einde en een inwendige' stem zegt mij, dat dit de straf is voor mijn afval van God. Ik zou willen bidden en kan niet meer. Ik heb God verlaten en nu heeft Hij mij verlaten. Het klinkt luid in mijn binnenste: er is een God Alles wat ik had, ja zelfs God heb ik ter liefde van een mensch opgeofferd. En nu verlaat me die eenige, die mij alles zijn zou, en ik heb niets meer. Doodarm, ja, armer nog dan de armste bedelaar sta ik daar; den dood in de ziel, den dood in het lichaam, en ik hoor onophoudelijk een woord der H. Schrift: „Gij zult het ondervinden en zien, hoe rampzalig en bitter bet is, pat gij den Heere uwen God verlaten hebt". Daarmede sluit het dagboek. Het einde der ongelukkige wordt ons ver- haald in onderstaanden brief. Wertol, 7 Januari 19.. Hooggeachte Juffrouw Wantolf! Bij dezen vervul ik den hoogst treu- rigen plicht, u te berichten, dat heden morgen te half vijf uwe nicht Rosa, echtgenoote van den heer Herbold, is overleden. Vóór haar verscheiden heeft ze mij met aandrang verzocht, U dit terstond te berichten en U haar dringende oede om vergiffenis voor al het leed, hetwelk zij U bereid had, over te brengen. Tevens verzocht zij mij, U van de laatste lotgevallen haars levens, welke ongetwijfeld diep treu rig zijn, in kennis te stellen. Jeremia 2, 19. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5