NIEUWE LEIOSCHE COURANT Het dagboek van een Leerares van VRIJDAG 4 MEI 1928 TWEEDE BLAD, BINNENLAND. DE VEILIGHEID BIJ DE SPOORWEGEN. In verband met de jongste spoor wegongevallen heeft de Directie der Nederlandsche Spoorwegen de volgen de dienstorder tot het personeel ge richt: „Een groot deel der onregelmatig heden en ongevallen ontstaat doordat niet te rechter tijd de voor de veilig heid gegeven voorschriften worden toegepast, eensdeels omdat men deze niet voldoende kent, voor een grooter deel omdat men zich niet dadelijk scherp rekenschap geeft van het ge val, waarin men verkeert. Herhaaldelijk ook blijkt men wel te beseffen, dat een ander handelt in strijd met de voorschriften, doch blijft men in gebreke daarop onmiddellijk te wijzen en wordt zelfs op de gemaak te fout doorgewerkt, deels omdat men niet zeker genoeg is van eigen kenfiis, deels omdat men dikwijls den moed mist de aandacht van een hooger ge plaatste op de fout te vestigen, het geen natuurlijk verkeerd is. Aan een onjuiste handeling maken zich o.a. schuldig: 1. De hoofdconducteur en de machi nist, die over verkeerd spoor vertrek ken, zonder daartoe een schriftelijke lastlgeving ontvangen te hebben. 2. De opzichter, die een trein doet vertrekken, op een veilig toonenden rood-witten uitrijdseinpaal, zonder de zekerheid, dat deze seinpaal voor dat doel op veilig is gesteld. 3. De wachter van een post, die op grond van een door den treindienstlei der gegeven -order een trein doet bin nenkomen op een van den sporenstaat afwijkend spoor, zonder navraag of deze afwijking werkelijk bedoeld wordt. 4. De rangeerder, die, zonder daar toe vooraf toestemming van den trein dienstleider is verkregen, naar een hoofdspoor rangeert, en de wachter van den post, die hiertoe meewerkt of dit niet belet. 5. De loods, die een trein voorbij een onveilig toonenden seinpaal loodst, maar daarbij er niet op let, dat de daarachter gelegen wissels anders kunnen liggen dan bij veiligen stand van den seinpaal het geval is. G. De machinist, die zonder begelei ding een trein of rangeerdeel vervoert over een gedeelte van een stations terrein, waar hij onvoldoende bekend is met de beteekenis van de vaste seinen. 7. De telegrafist, die een treintele- gram niet leest, of zoo onauwkeurig leest, dat hij uit het nummer van den afgeseinden trein niet opmerkt, dat wijziging werd gebracht in de trein- opvolging, welke niet door het daar voor voorgeschreven telegram werd aangekondigd. 8. Hij, die werkzaamheden opdraagt aan eenig personeel, zonder dat hij de zekerheid heeft, dat dit personeel daartoe in staat is en dat het daartoe de bevoegdheid bezit. 9. Hij, van welken rang ook, die tenzij daardoor gevaar voorkomen moet worden een voorgeschreven gebruikelijke lastgeving meent te kunnen vervangen door een mondelin ge opdracht. 10. Hij, die de remproef niet of on voldoende neemt. 11. De hoofdconducteur, die niet re gelmatig let op den door den mano meter aangegeven druk in de remlei ding. 12. Hij, die opdracht geeft tot het bo ven het toegestane, aantal eenheden belasten van een trein of dit (ooglui kend) toestaat. Teneinde onbekendheid met de voorschriften veelal ontstaan door het langzamerhand vergeten van het geen men bij voorgeschreven onder zoek bleek te weten zooveel moge lijk te voorkomen, dragen wij alle mot leiding belaste ambtenaren op, FEUILLETON. 54) o Losgerukt van al mijne nabe staanden, als 't ware door hen ver- stooten, bevind ik me hier geheel al leen. Een geluk, dat ik thans, nu ik hier het huishouden leer, den gehee- len dag bezig gehouden word. Ik had toch niet gedacht, dat er in een huis houding zooveel te doen was; men heeft er werkelijk geen oogenblik rust. 's Avonds ben ik zoo vermoeid, dat ik volstrekt geen lust meer gevoel tot schrijven. Er gebeurt echter eigen lijk ook niets, tenzij de domhe len, welke ik dag voor dag beiga en welke steeds nieuwe stof tot vroolijkheid ge ven. Frederik komt eiken dag een maal om me even goeden dag te zeg gen en lacht dapper mee, als hij van mijne heldendaden hoort. Het is een zoo eigenaardig gevoel, als men de bruiloft tegemoet gaat. Somwijlen bevangt me een huivering ervoor. 31 Januari. Arm dagboek, hoe zelden komt ge tegenwoordig tot uw recht; gij dierba re zwijgende vriend! Maar geloof niet, dat ik je ontrouw ben geworden. Inte gendeel, ge wordt me eiken dag dier baarder; want gij zijt Immers een deel van mijn ik. Lust en leed, zorg en nood heb ik je toevertrouwd. Maar ge telkens wanneer zich daartoe de ge legenheid voordoet, door korte onder vraging op eenig punt na te gaan, in hoeverre het met de uitvoering belas te personeel de voorschriften kent en deze goed weet toe te passen. Wij verwachten, dat deze ambtena ren aan elk geval van gebleken onvol doende kennis of begrip van de voor schriften de noodige aandacht zullen schenken en die maatregelen zullen nemen, welk tot verbetering kunnen leiden. Indien bij herhaling eenzelfde per soon onvoldoenden onderlegd blijkt te zijn, dan is hiervan langs den gewo nen weg mededeeling te doen aan den betrokken chef van dienst, met ver melding van hetgeen reeds lang terza ke gedaan is en onder bijvoeging van de noodige voorstellen. GEDENKTEEKEN JULIANA VAN STOLBERG. Binnenkort zal uit de groeve Euville in Frankrijk in Den Haag aankomen, en wel in eenige achtereenvolgende zendingen, de steen, waaruit het ge- denkteeken voor Juliana van Stolberg zal worden vervaardigd. Het igedenkteeken zal worden opge trokken uit 80 grootere en kleinere steenstukken, welke op het Louise de Colignyplein ten opzichte van elkaar zoodanig zullen worden opgestapeld, dat elk steenstuk direct de berekende plaats zal krijgen. Wanneer aldus de onafgewerkte steenstukken zullen zijn opgestapeld, zal daaromheen worden opgetrokken een houten loods, welke als werk plaats zal dienen voor den beeldhou wer om de verdere steenbewerking te verrichten. Tegelijkertijd zullen naar deze loods worden overgebracht de verschillende gipsmodellen, vervaardigd op de helft der ware grootte van het gedenktee- ken, welke gipsafgietsels zijn ge maakt naar het kleinmodel, ontwor pen door den beeldhouwer B. A. M. Ingen-Housz. Het is op deze glnsmodellen, dat de heer H. M. Hagedoorn het puncteer- werk zal hebben te verrichten, door op deze aan te brengen duizenden vaste punten, van waaruit de verschillende metingen zullen moeten geschieden. Zijn de metingen verricht, dan kan het kapwerk beginnen, eveneens te ver richten door den heer H. M. Hage doorn. Het geheele werk staat onder toe zicht van den heer B. A. M. Ingen llousz, terwijl de heer ir. D. Roosen- hung als architect de noodige mede werking verleent. VEEL LIEFHEBBERS. Het aantal sollicitanten naar de be trekking van directeur van gemeente werken te Gouda bedraagt 65, naar die van opzichter bij gemeentewerken 261, naar die van klerk bij gemeente werken 92 en naar de betrekking van v. erkman bij den havendienst 247. NOODLANDING. Wegens een defect aan de schroef, heeft de H.N.A.E.F. van de K. L. M., komende van Londen, gistermorgen een noodlanding moeten maken te Ostende. Van het vliegveld Waalhaven i9 de H.N.A.C.J. met eenige mecaniciens naar Ostende vertrokken, om de schroef te herstellen. Men verwachtte, dat de H.N.A.E.F. zelf den tocht naar Rotterdam weer zou kunnen voortzetten. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Driesum: P. de Loo- ze, te Renkum. Te HoornTerschel ling (toez.): T. Leendertz, te Lobith. Te Heer Hugowaard: G. J. Romijn, te Heenvliet. GEREF. KERKEN. Beroepen, te Kralingen (vac.-J. L. v. d. Wolf): G. R. Kuijper, te 's-Gra- vénhage-Oost. CHR. GEREF. KERK. Tweetal, te Sneek: C. S. v. d. Ven, te Arnhem; en A. Zwiep, te Zeist. moet geduld hebben in het enge schuilhoekje waar ik je bewaar als mijn kostbaarste kleinood. Hoe zal ik je echter verbergen als ik een levens gezel zal hebben, die niet van mijne zijde zal wijken? Hoe goed was 't toch, dat ik je zoo klein aangelegd en zoo kort in elkaar geschreven heb! Zoo kan ik je gemakkelijker verbergen én je voor den dag halen om me in stille uren met je te onderhouden. O, lief boekje, je arm Roosje heeft toch wel veel te verduren en rust in 't harte vindt zij maar niet. Somwijlen i9 't me zoo bang te moede; ik denk aan de verre dierbaren Tante, Ma rie, Bertha, moeder Klara dierba ren, ja, zijn het dan nog mijne dierba ren? Zij waren het eens, maar thans? Waarom moest toch alles zoo komen? En scheidt mij dan ook niet een niet te overbruggen afgrond van al de lie ve menschen, die mij hier omringen en zoo goed voor me zijn? Dezen ge- looven allen aan éénen almaehtigen God in drie personen, aan Jezus Chris tus, hun Verlosser en Zaligmaker, aan den H. Geest, aan een eeuwige vergel ding in den hemel of de hel. En daar kom ik, arm dwaas meisje, en verzet me tegen hen en wil niet gelooven, wijl ik eenige boeken gelezen heb, wel ke ik slechts half of nog niet eens half heb verstaan? Is dat verstandig? Domme gans, die ik ben! Zie ik dan mijn opgaan in het heelal, of den ont wikkelingsgang der schepselen, welke vóór duizenden jaren zou hebben GEREF. GEMEENTEN. Tweetal, te Nieuw-Beijerland: A. de Blois, te Dirksland en A. van Dijke, te Kalamazoo. PEREMPTOIR EXAMEN. Door de classis Drachten der Geref. Kerken is peremptoir geëxamineerd en toegelaten tot den Dienst des Woords en der Sacramenten de heer P. v. d. VVerff, beroepen predikant te Boorn- bergum. TOEGELATEN TOT DEN DIENST DES WOORDS. Het provinciaal kerkbestuur in de provincie Groningen heeft tot de even- geliebediening in de Ned. Herv. Kerk toegelaten den heer A. Duetz, cand. aan de Universiteit te Utrecht. Het provinciaal kerkbestuur van Zeeland heeft in zijne vergadering van 2 en 3 Mei tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de heeren H. H. T. F. Janssonius en J. A. Wint, candidaten aan de Universiteit te Utrecht. PROF. V. HEPP ONGESTELD. Door ongesteldheid is prof. V. Hepp genoodzaakt eenige. dagen te Budapest te blijven, zoodat hij deze week nog geen college aan de V. U. zal geven. PROV. KERKBESTUUR Z.-HOLLAND. Het Provinciaal Kerkbestuur der Ned. Herv. Kerk in Zuid-Holland be noemde tot president van dit bestuur Ds. P. Bokma, Herv. predikant te Schiedam; tot vice-president Dr. J. C. S. Locher, predikant te Leiden; tot se cretaris Ds. J. D. de Hoog, em. predi kant te Voorburg; tot vice-secretaris Ds. H. J. van Schuppen, predikant te Oudewater. In de commissie van voordracht voor de benoeming van kerkelijke hoogleeraren werd benoemd als secun dus van Ds. P. Bokma, die primus is geworden, Ds. J. P. de Bie, Herv. predi kant, te 's-Gravenhage. EEN VOORBEELD TER NAVOLGING Te 's-Gravenzande in de Geref. Kerk is Zondag j.l. bet gemeenschappelijk stil gebed aan het begin van de gods dienstoefening ingevoerd. Als de pre dikant op den kansel staat, houdt het orgel op met spelen, de deur wordt gesloten de telaatkomers moeten wachten en een ieder heeft gelegen heid een.stil gebed te doen. Daarna wordt het votum uitgesproken en dan komen de telaatkomers binnen. Het „stil gebed" had onder adem- looze stilte plaats, geen pratende men schen, geen geschuifel, orgelspel of andere hinderlijke factoren, die aan den eerbied bij het gebed te kort de den. Voorzeker een goedgeslaagde en navolgenswaardige maatregel. AFVAARDIGING ZENDELING H. W. v. d. BERG. In de Westerkerk te Amsterdam heeft Woensdagavond de afvaardiging plaats gehad van zendeling H. W. v. d. Berg, die als derde zendeling wordt uitgezonden door de Classicale Zen dingscommissie in de Classis Amster dam der Ned. Herv. Kerk. Te half acht werd het samenzijn door Ds. W. van Limburgh, van Am sterdam, op de gebruikelijke wijze geopend. In een kort welkomstwoord heette spr. inzonderheid de heer en mevrouw v. d. Berg welkom. Spr. geeft hen mede het woord, dat voor Gideon van zoo groote beteekenis .19 geweest, n.l.: „Ga heen in deze uwe kracht". Die kracht was niet Gideon's kracht, maar Gods kracht. Ds. J. W. P. Ie Roy, van Sloterdijk, sprak hierna zendeling en mevrouw v. d. Berg toe. Gij moet, aldu9 spr., Christus brengen zooals Hij uit den hemel gekomen is. En dat moogt ge doen op de toonhooigte, die ge zelf wilt. God schrijft de toonhoogte niet voor. Het kan Hem niet schelen of ge bas zingt of tenor. Als ge het lied. dat Hij u voorschrijft, maar zuiver zingt. En nu moeten we allen leeren op Gods open Hemel te betrouwen. Het kruis beeft den Hemel geopend. Ds. G. Mansvelt sprak naar aanlei ding van Genesis 3713 een kort woord, waarin hij een parallel trok tusschen Jozef en den zendeling. Jozef was terstond bereid om tot zijne broe- plaats gehad? En dat neem ik ge- loovig aan uit het gekrabbel van een paar obscure personen maar wat negentien eeuwen lang de geheele Christelijke Kerk met hare legioenen van martelaren geloofd heeft, wat de verhevenste en edelste geesten, die met hunne kennis de wereld omvat hebben, voor waar gehouden, geleerd en verdedigd hebben, dat wil ik niet aannemen ga, Roosje, je bent niet goed bij je verstand nu houd ik op, anders word ik nog vandaag waan zinnig. Elsje, Elsje, verschrikkelijk! 6 Februari. Of het alle meisjes voor de bruiloft zoo gaat? Menigmaal ben ik zoo som ber gestemd, dat ik den geheelen dag wel zou willen schreien. Een geluk, dat me die goede zuster Louise zoo be zig houdt, dat ik geen tijd tot naden ken heb; bijna komt 't me voor, alsof zij vermoedt hoe 't mij te moede is. Onlangs heeft me ook Frederik ver rast, toen ik eenige minuten met rood beschreide oogen op mijne kamer uit rustte. „Ge schreit, Roosje?" zeide hij ge troffen, terwijl hij me tot zich trok en me bezorgd aanzag. „Wat is er kind, zeg het mij". Tot antwoord leunde ik mijn hoofd tegen zijn schouder en liet aan mijn tranen den vrijen loop. Ik kon niet meer anders. Hij was zoo lief en goed en troostte mij, tot ik onder zijn woor- den weer wat kalmer werd. Hij meen- dera te gaan. Hij wist niet welk lot hem wachtte. Maar al hebben zijn broeders zich aan hem vergrepen, God is niet in gebreke gebleven over hem te waken, naar lichaam en ziel. Uw bestemming is als die van Jo zef: een zegen te zijn voor uwe broe ders. O, moge uw hart bereid zijn om onvoorwaardelijk te zeggen: Hier ben ik. Na beantwoording der vragen en na de handoplegging werd staande toe gezongen Pa. 119 7. Hierna overhandigde Ds. Van Mans- velt een door het Ned. Bijbelgenoot schap aangeboden bijbel. Zendeling Van den Berg nam vervolgens met een kort woord, naar aanleiding van Joh. 21:7, de woorden: „Het is de Heere!", afscheid. Ds. Van Mansvelt sprak nog een slotwoord, waarna het samenzijn op de gebruikelijke wijze gesloten werd. CHR. GEREF. MANNENVEREEN. IN NEDERLAND. Naar de Standaard verneemt wor den er pogingen aangewend om te ko men tot oprichting van een Bond van Chr. Geref. Maimenvereenigingen in Nederland. Het initiatief daartoe is genomen door de Chr. Geref. Mannenvereeni- ging te Amsterdam-West. Indien de pogingen dezer vereeni- ging voldoende gesteund worden, zal D. V. op tweeden Pinksterdag te Am sterdam-West de oprichtingsvergade ring worden gehouden. AUTO-ZENDING IN NEDERLAND. Men schrijft aan de Standaard: Na een zeer gezegende wintercam- pagne in de provincies Noord-Holland Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Brabant hebben de broeders met 1 Mei een aanvang gemaakt met de zo- mercampagne, bestaande in het hou den van openluchtsamenkomsten, waar Gods Woord wordt uitgedragen aan velen, die wellicht nimmer de ernst en de blijdschap van dat Woord hebben ervaren. De maanMei is D.V. bestemd voor Amsterdam en Wierin- gen; de maand Juni voor Amsterdam en Rotterdam; de maand Juli voor Amsterdam en de prov. Zuid-Holland; de maand Aug. voor Amsterdam en de prov. Limburg; de maand Sept. voor de prov. Noord-Brabant en Utrecht. Te Amsterdam is de auto met de evangelisten ter beschikking van het centraal bureau voor evangelisatie tijdens de Olympische Spelen. Wij ho pen op hartelijke medewerking van do broeders en zusters ter plaatse. Onze zending-auto loopt dit jaar 1928 7 jaar mede en begint zoodanig te slijten, dat vernieuwing zeer noodig is. De reparatiekosten worden steeds hooger en na dezen zomer moeten wij eindigen of komen tot een nieuwen auto. Vele kleintjes maken één groote en wanneer ieder die iets voelt voor dit werk, daarvoor iets over heeft, dan zouden wij ons heerlijk werk in Gods Koninkrijk weer kunnen voortzetten. Alle bijdragen bestemd voor dit doel worden met dank aanvaard door den penningmeester, den heer T. Snaterse, accountant, Van Speijkstraat 37 te' Amsterdam-West. PostGiro- 117311. Geimeente-Giro No. A. 54. GUSTAAF ADOLFVEREEN. De algemeene vergadering van de Gustaaf Adolfvereeniging zal Vrijdag 11 Mei a.s. te Utrecht worden gehou den. Aan den avond van 10 Mei zal in de Pieterskerk aldaar een openbare sa menkomst worden gehouden met als sprekers de predikanten Ds. J. F. Bee- rens. van Utrecht; Prof. Dr. G .C. Wa genaar van Leeuwarden en Ds. W. J. W-egerif, van Utrecht. VAN METHODIST TOT GEREFORMEERD. Uit een verslag van een vergadering van de Maleische Commissie in de Geref. Kerk van Batavia (Kwitang) blijkt, dat een 50-tal leden van de Me thodistengemeente toelating hebben verzocht tot de Maleische Kwitangge- meente. Dezen -zullen vanwege die Ge meente bezocht worden. Dit is een verblijdend bericht om meer dan één reden. Vroeger had de de, dat waren zoo van die meisjes stemmingen, welke van zelf weer overgingen. Ja, gingen ze maar over! 12 Februari. Nog drie dagen! Thans is zoo onge veer alles klaar; de uitzet is gereed. Ik kan 't niet van mij verkrijgen, een kenhisgeving te zenden aan mijn ver verwijderde dierbaren; ik weet im mers maar al te goed, hoe zij dat opne men zouden. Daarom zwijg ik maar doodstil. Het huwelijk zal aanstaan den Zondag in de St. Anna-Kapel vol trokken worden, voormiddags 11 uur. 's Avonds vertrekken we naar Berlijn en blijven acht dagen daar. 1 Maart. Nu ben ik reeds 14 dagen getrouwd. Frederik is in de kliniek. Vlug eenige aanteekeningen in mijn teer bemind dagboek. Ik heb er een schuilhoekje voor gevonden, waar mijn man het zeker niet vindt. Hoe toch die ge moedsstemmingen wisselenHet is al les veel beter gegaan, dan ik me voor gesteld had. De zwarte gedachten vóór de bruiloft zijn weg. In Berlijn vond ik het zeer interessant; Frederik was onuitputtelijk in zijn streven om mij te verstrooien. Schouwburgen, con certen, museums, panopticums en weet ik wat al meer; we kwamen heel niet op adem. Hier ben ik nu altijd nog bezig, on ze woning recht gezellig in te richten. Dat kost moeite; de meubelen staan AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 4 Mei 1928. De Sociaal-Democraten hebben ook te Weltevreden hun 1 Mei gevierd. In de Loge aan het Waterlooplein kwam men samen. Een 100-tal. De beeltenis van de Koningin werd met een rood doek bedekt. Of al de andere platen, die in deze zaal hangen, zeker een 10-tal, alle op ons Vor stenhuis of onze geschiedenis betrekking hebbende, onbedekt bleven vermeld Anë- ta niet. De gemeente-secretaris van Batavia, de heer Daan v. d. Zee, de vroegere voorzit ter van den Bond van Christen-socialisten hier te lande, hield een rede. De 1 Mei-dag zoo zeide hij heeft voor de Indonesiërs alleen beteekenis als zij beseffen, dat het socialisme voor hen van belang is. De nationalisten willen zelfbeschikking hebben, maar wanneer zij dit wenschen, tasten zij niet alleen het gezag, maar ook het kapitalisme aan, die als een poliep Europa omvat! Nu willen de nationalisten de armen van de poliep, die hen omvat, afkappen, waardoor zij tegelijkertijd het lichaam van het ondier zelf treffen. Eenmaal zal de nationalisti sche beweging tot het besef komen, dat zij tezamen met de socialisten den strijd tegen den gemeenschappelijken vijand heeft aan te binden. Dat is de beteekenis die de 1 Mei-dag voor de 'nationalisten heeft. Wij moeten gezamenlijk drijven naar onze vrijheid. Ook de Indonesische studenten werden door de socialisten ge holpen ten teeken, dat gezamenlijke strijd noodzakelijk is. Spr. hoopt, dat de Indo nesiërs tot dat besef zullen komen, en de roode vlag ook spoedig hun symbool mag worden. Het gezag een poliep. Het kapitalisme het ondier zelf. Dat zegteen ambte naar, die zich als een woekerdier op die poliep heeft vastgehecht en stevig vast gehecht. Neen, dan Is Stokvis toch eerlijker, die meent ten minste dat het socialisme in Indië vrijwel onmogelijk is. Maar met de mooie beelden van poliep en ondier maak je tenminste de menschen nog eens bang. OBSERVATOR. Geref. Kerk van Batavia het zuidelijk deel van'de stad, waarin Kwitang ligt, geheel ter bearbeiding. Later ves tigde zich daar ook de Methodisten zending. Tot tweemaal toe werd Kwi tang door een ernstigen brand getrof fen. In 1922 ging Ds. Tiemersma met emeritaat. Alle deze omstandigheden deden het Zendingswerk van Kwitang snel slinken. Uit bovenstaand bericht blijkt thans opleving. CHR. MIDDELBAAR ONDERWIJS Gisteren werd te Utrecht de jaar- lijksche algemeene vergadering ge houden van Vereeniging van Christ. Middelbaar Onderwijs. Voorzitter was dr. V. H. Rutgers. Uit het jaarverslag bleek, dat de Bond op 31 Dec. 1927 31 besturen telde met 34 scholen en wel 18 H. B. S.. 7 Gymnasia en 9 Lycea. De aan de beurt van aftreding zijn de bestuursleden, de heeren Ds. J. W. Groot Enzerink uit Leiden, Anth. Fol- mer uit Den Haag en prof. dr. A. Noordtzij uit Driebergen, werden met groote meerderheid van stemmen her kozen. Hierop hield dr. L. Yntema uit Leeuwarden een referaat over „Do lit.-econ. H. B. S. en de lit.-econ. afd. van de H. B. S" Bij de bespreking van dit onder werp maakte de inleider bezwaar te gen de benamingen literair-econo- misch en mathematisch-physisch. Hij betreurde dat de rechten die het bezit van 't diploma A der H. B. S. geeft, hoewel vermeeerdering bij de invoe ring van dit examen in uitzicht werd gesteld, na 5 jaar nog niet grooter zijn geworden. Verschillende handelsscho len hebben hun inrichting van onder wijs ondergebracht bij de H. B. S.-af- deeling A. Het kenmerkende van het handelsonderwijs is, dat het uitslui tend opleiding voor den handel geeft. De hoogere handelsschool is bij uit stek geschikt voor hen die het wis- en natuurkundig onderwijs op de H. B. S. niet voldoende kunnen volgen. Het zou aanbeveling verdienen indien de hoogere handelsscholen werden omgezet in H.B.S. A. In 1924 zijn reeds 10 hoogere handelsscholen op deze wijze gevormd. De H.B.S. A. moet algemeen vor mend onderwijs geven, zij moet echter nog niet, zooals ik 't graag had. 'a Avonds gaan wij dikwijl9 op theevisi te bij vader. Hij is zoo lief en goed. Men moet zich slechts naar de om standigheden weten te schikken. Do felicitatie^bezoeken duren nog altijd voort en zijn zeer vervelend. Als dat nu eindelijk maar eeDS ophield en ook do tegenbezoeken maar reeds voorbij, waren! Ik moet eindigen, anders vindt Frederik niets te eten, als hij thuis komt. En de weg naai' het hart van den man loopt voor de vrouw door de maag. Vlug in je schuilhoek, dagboekje 1 10 Juli. Frederik is ontstemd. Hij kan t met zijn vader niet zoo goed meer vin den. Deze merkt dat onze godsdiensti ge beschouwingen toch geheel andera zijn dan de zijne en heeft hem reeds herhaaldelijk een en ander verwijt ge maakt. Ook tegen mij is hij niet meer zoo vriendelijk. En dan ik durf het bijna niet meer neerschrijven het komt mij voor, alsof Frederik zijn ge drag ten opzichte van mij eenigszina veranderd heeft. Onlangs troffen we op een wandeling in het stadspark eene dame, welke hij me als mevrouw de weduwe Börde voorstelde. Zij is een zeer knappe vrouw en woont in da Gustaaf Adolfstraat. Het schijnt dat Frederik haar reeds langer kent; hij gedroeg zich zeer voorkomend tegen over haar, eigenlijk meer dan mij lief was. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5