NIEUWE LEIOSCHE COURANT
Het dagboek van een Leerares
van
VRIJDAG 4 MEI 1928
TWEEDE BLAD,
BINNENLAND.
DE VEILIGHEID BIJ DE
SPOORWEGEN.
In verband met de jongste spoor
wegongevallen heeft de Directie der
Nederlandsche Spoorwegen de volgen
de dienstorder tot het personeel ge
richt:
„Een groot deel der onregelmatig
heden en ongevallen ontstaat doordat
niet te rechter tijd de voor de veilig
heid gegeven voorschriften worden
toegepast, eensdeels omdat men deze
niet voldoende kent, voor een grooter
deel omdat men zich niet dadelijk
scherp rekenschap geeft van het ge
val, waarin men verkeert.
Herhaaldelijk ook blijkt men wel te
beseffen, dat een ander handelt in
strijd met de voorschriften, doch blijft
men in gebreke daarop onmiddellijk
te wijzen en wordt zelfs op de gemaak
te fout doorgewerkt, deels omdat men
niet zeker genoeg is van eigen kenfiis,
deels omdat men dikwijls den moed
mist de aandacht van een hooger ge
plaatste op de fout te vestigen, het
geen natuurlijk verkeerd is.
Aan een onjuiste handeling maken
zich o.a. schuldig:
1. De hoofdconducteur en de machi
nist, die over verkeerd spoor vertrek
ken, zonder daartoe een schriftelijke
lastlgeving ontvangen te hebben.
2. De opzichter, die een trein doet
vertrekken, op een veilig toonenden
rood-witten uitrijdseinpaal, zonder de
zekerheid, dat deze seinpaal voor dat
doel op veilig is gesteld.
3. De wachter van een post, die op
grond van een door den treindienstlei
der gegeven -order een trein doet bin
nenkomen op een van den sporenstaat
afwijkend spoor, zonder navraag of
deze afwijking werkelijk bedoeld
wordt.
4. De rangeerder, die, zonder daar
toe vooraf toestemming van den trein
dienstleider is verkregen, naar een
hoofdspoor rangeert, en de wachter
van den post, die hiertoe meewerkt of
dit niet belet.
5. De loods, die een trein voorbij een
onveilig toonenden seinpaal loodst,
maar daarbij er niet op let, dat de
daarachter gelegen wissels anders
kunnen liggen dan bij veiligen stand
van den seinpaal het geval is.
G. De machinist, die zonder begelei
ding een trein of rangeerdeel vervoert
over een gedeelte van een stations
terrein, waar hij onvoldoende bekend
is met de beteekenis van de vaste
seinen.
7. De telegrafist, die een treintele-
gram niet leest, of zoo onauwkeurig
leest, dat hij uit het nummer van den
afgeseinden trein niet opmerkt, dat
wijziging werd gebracht in de trein-
opvolging, welke niet door het daar
voor voorgeschreven telegram werd
aangekondigd.
8. Hij, die werkzaamheden opdraagt
aan eenig personeel, zonder dat hij de
zekerheid heeft, dat dit personeel
daartoe in staat is en dat het daartoe
de bevoegdheid bezit.
9. Hij, van welken rang ook, die
tenzij daardoor gevaar voorkomen
moet worden een voorgeschreven
gebruikelijke lastgeving meent te
kunnen vervangen door een mondelin
ge opdracht.
10. Hij, die de remproef niet of on
voldoende neemt.
11. De hoofdconducteur, die niet re
gelmatig let op den door den mano
meter aangegeven druk in de remlei
ding.
12. Hij, die opdracht geeft tot het bo
ven het toegestane, aantal eenheden
belasten van een trein of dit (ooglui
kend) toestaat.
Teneinde onbekendheid met de
voorschriften veelal ontstaan door
het langzamerhand vergeten van het
geen men bij voorgeschreven onder
zoek bleek te weten zooveel moge
lijk te voorkomen, dragen wij alle
mot leiding belaste ambtenaren op,
FEUILLETON.
54) o
Losgerukt van al mijne nabe
staanden, als 't ware door hen ver-
stooten, bevind ik me hier geheel al
leen. Een geluk, dat ik thans, nu ik
hier het huishouden leer, den gehee-
len dag bezig gehouden word. Ik had
toch niet gedacht, dat er in een huis
houding zooveel te doen was; men
heeft er werkelijk geen oogenblik
rust. 's Avonds ben ik zoo vermoeid,
dat ik volstrekt geen lust meer gevoel
tot schrijven. Er gebeurt echter eigen
lijk ook niets, tenzij de domhe len,
welke ik dag voor dag beiga en welke
steeds nieuwe stof tot vroolijkheid ge
ven. Frederik komt eiken dag een
maal om me even goeden dag te zeg
gen en lacht dapper mee, als hij van
mijne heldendaden hoort.
Het is een zoo eigenaardig gevoel,
als men de bruiloft tegemoet gaat.
Somwijlen bevangt me een huivering
ervoor.
31 Januari.
Arm dagboek, hoe zelden komt ge
tegenwoordig tot uw recht; gij dierba
re zwijgende vriend! Maar geloof niet,
dat ik je ontrouw ben geworden. Inte
gendeel, ge wordt me eiken dag dier
baarder; want gij zijt Immers een deel
van mijn ik. Lust en leed, zorg en
nood heb ik je toevertrouwd. Maar ge
telkens wanneer zich daartoe de ge
legenheid voordoet, door korte onder
vraging op eenig punt na te gaan, in
hoeverre het met de uitvoering belas
te personeel de voorschriften kent en
deze goed weet toe te passen.
Wij verwachten, dat deze ambtena
ren aan elk geval van gebleken onvol
doende kennis of begrip van de voor
schriften de noodige aandacht zullen
schenken en die maatregelen zullen
nemen, welk tot verbetering kunnen
leiden.
Indien bij herhaling eenzelfde per
soon onvoldoenden onderlegd blijkt te
zijn, dan is hiervan langs den gewo
nen weg mededeeling te doen aan den
betrokken chef van dienst, met ver
melding van hetgeen reeds lang terza
ke gedaan is en onder bijvoeging van
de noodige voorstellen.
GEDENKTEEKEN
JULIANA VAN STOLBERG.
Binnenkort zal uit de groeve Euville
in Frankrijk in Den Haag aankomen,
en wel in eenige achtereenvolgende
zendingen, de steen, waaruit het ge-
denkteeken voor Juliana van Stolberg
zal worden vervaardigd.
Het igedenkteeken zal worden opge
trokken uit 80 grootere en kleinere
steenstukken, welke op het Louise de
Colignyplein ten opzichte van elkaar
zoodanig zullen worden opgestapeld,
dat elk steenstuk direct de berekende
plaats zal krijgen.
Wanneer aldus de onafgewerkte
steenstukken zullen zijn opgestapeld,
zal daaromheen worden opgetrokken
een houten loods, welke als werk
plaats zal dienen voor den beeldhou
wer om de verdere steenbewerking te
verrichten.
Tegelijkertijd zullen naar deze loods
worden overgebracht de verschillende
gipsmodellen, vervaardigd op de helft
der ware grootte van het gedenktee-
ken, welke gipsafgietsels zijn ge
maakt naar het kleinmodel, ontwor
pen door den beeldhouwer B. A. M.
Ingen-Housz.
Het is op deze glnsmodellen, dat de
heer H. M. Hagedoorn het puncteer-
werk zal hebben te verrichten, door op
deze aan te brengen duizenden vaste
punten, van waaruit de verschillende
metingen zullen moeten geschieden.
Zijn de metingen verricht, dan kan het
kapwerk beginnen, eveneens te ver
richten door den heer H. M. Hage
doorn.
Het geheele werk staat onder toe
zicht van den heer B. A. M. Ingen
llousz, terwijl de heer ir. D. Roosen-
hung als architect de noodige mede
werking verleent.
VEEL LIEFHEBBERS.
Het aantal sollicitanten naar de be
trekking van directeur van gemeente
werken te Gouda bedraagt 65, naar
die van opzichter bij gemeentewerken
261, naar die van klerk bij gemeente
werken 92 en naar de betrekking van
v. erkman bij den havendienst 247.
NOODLANDING.
Wegens een defect aan de schroef,
heeft de H.N.A.E.F. van de K. L. M.,
komende van Londen, gistermorgen
een noodlanding moeten maken te
Ostende.
Van het vliegveld Waalhaven i9 de
H.N.A.C.J. met eenige mecaniciens
naar Ostende vertrokken, om de
schroef te herstellen.
Men verwachtte, dat de H.N.A.E.F.
zelf den tocht naar Rotterdam weer
zou kunnen voortzetten.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Driesum: P. de Loo-
ze, te Renkum. Te HoornTerschel
ling (toez.): T. Leendertz, te Lobith.
Te Heer Hugowaard: G. J. Romijn, te
Heenvliet.
GEREF. KERKEN.
Beroepen, te Kralingen (vac.-J.
L. v. d. Wolf): G. R. Kuijper, te 's-Gra-
vénhage-Oost.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal, te Sneek: C. S. v. d. Ven,
te Arnhem; en A. Zwiep, te Zeist.
moet geduld hebben in het enge
schuilhoekje waar ik je bewaar als
mijn kostbaarste kleinood. Hoe zal ik
je echter verbergen als ik een levens
gezel zal hebben, die niet van mijne
zijde zal wijken? Hoe goed was 't toch,
dat ik je zoo klein aangelegd en zoo
kort in elkaar geschreven heb! Zoo
kan ik je gemakkelijker verbergen én
je voor den dag halen om me in stille
uren met je te onderhouden.
O, lief boekje, je arm Roosje heeft
toch wel veel te verduren en rust in 't
harte vindt zij maar niet. Somwijlen
i9 't me zoo bang te moede; ik denk
aan de verre dierbaren Tante, Ma
rie, Bertha, moeder Klara dierba
ren, ja, zijn het dan nog mijne dierba
ren? Zij waren het eens, maar thans?
Waarom moest toch alles zoo komen?
En scheidt mij dan ook niet een niet
te overbruggen afgrond van al de lie
ve menschen, die mij hier omringen
en zoo goed voor me zijn? Dezen ge-
looven allen aan éénen almaehtigen
God in drie personen, aan Jezus Chris
tus, hun Verlosser en Zaligmaker, aan
den H. Geest, aan een eeuwige vergel
ding in den hemel of de hel. En daar
kom ik, arm dwaas meisje, en verzet
me tegen hen en wil niet gelooven,
wijl ik eenige boeken gelezen heb, wel
ke ik slechts half of nog niet eens half
heb verstaan? Is dat verstandig?
Domme gans, die ik ben! Zie ik dan
mijn opgaan in het heelal, of den ont
wikkelingsgang der schepselen, welke
vóór duizenden jaren zou hebben
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal, te Nieuw-Beijerland: A.
de Blois, te Dirksland en A. van Dijke,
te Kalamazoo.
PEREMPTOIR EXAMEN.
Door de classis Drachten der Geref.
Kerken is peremptoir geëxamineerd en
toegelaten tot den Dienst des Woords
en der Sacramenten de heer P. v. d.
VVerff, beroepen predikant te Boorn-
bergum.
TOEGELATEN TOT DEN DIENST
DES WOORDS.
Het provinciaal kerkbestuur in de
provincie Groningen heeft tot de even-
geliebediening in de Ned. Herv. Kerk
toegelaten den heer A. Duetz, cand.
aan de Universiteit te Utrecht.
Het provinciaal kerkbestuur van
Zeeland heeft in zijne vergadering van
2 en 3 Mei tot de Evangeliebediening
in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de
heeren H. H. T. F. Janssonius en J. A.
Wint, candidaten aan de Universiteit
te Utrecht.
PROF. V. HEPP ONGESTELD.
Door ongesteldheid is prof. V. Hepp
genoodzaakt eenige. dagen te Budapest
te blijven, zoodat hij deze week nog
geen college aan de V. U. zal geven.
PROV. KERKBESTUUR Z.-HOLLAND.
Het Provinciaal Kerkbestuur der
Ned. Herv. Kerk in Zuid-Holland be
noemde tot president van dit bestuur
Ds. P. Bokma, Herv. predikant te
Schiedam; tot vice-president Dr. J. C.
S. Locher, predikant te Leiden; tot se
cretaris Ds. J. D. de Hoog, em. predi
kant te Voorburg; tot vice-secretaris
Ds. H. J. van Schuppen, predikant te
Oudewater.
In de commissie van voordracht
voor de benoeming van kerkelijke
hoogleeraren werd benoemd als secun
dus van Ds. P. Bokma, die primus is
geworden, Ds. J. P. de Bie, Herv. predi
kant, te 's-Gravenhage.
EEN VOORBEELD TER NAVOLGING
Te 's-Gravenzande in de Geref. Kerk
is Zondag j.l. bet gemeenschappelijk
stil gebed aan het begin van de gods
dienstoefening ingevoerd. Als de pre
dikant op den kansel staat, houdt het
orgel op met spelen, de deur wordt
gesloten de telaatkomers moeten
wachten en een ieder heeft gelegen
heid een.stil gebed te doen. Daarna
wordt het votum uitgesproken en dan
komen de telaatkomers binnen.
Het „stil gebed" had onder adem-
looze stilte plaats, geen pratende men
schen, geen geschuifel, orgelspel of
andere hinderlijke factoren, die aan
den eerbied bij het gebed te kort de
den. Voorzeker een goedgeslaagde en
navolgenswaardige maatregel.
AFVAARDIGING ZENDELING
H. W. v. d. BERG.
In de Westerkerk te Amsterdam
heeft Woensdagavond de afvaardiging
plaats gehad van zendeling H. W. v.
d. Berg, die als derde zendeling wordt
uitgezonden door de Classicale Zen
dingscommissie in de Classis Amster
dam der Ned. Herv. Kerk.
Te half acht werd het samenzijn
door Ds. W. van Limburgh, van Am
sterdam, op de gebruikelijke wijze
geopend. In een kort welkomstwoord
heette spr. inzonderheid de heer en
mevrouw v. d. Berg welkom. Spr.
geeft hen mede het woord, dat voor
Gideon van zoo groote beteekenis .19
geweest, n.l.: „Ga heen in deze uwe
kracht". Die kracht was niet Gideon's
kracht, maar Gods kracht.
Ds. J. W. P. Ie Roy, van Sloterdijk,
sprak hierna zendeling en mevrouw
v. d. Berg toe. Gij moet, aldu9 spr.,
Christus brengen zooals Hij uit den
hemel gekomen is. En dat moogt ge
doen op de toonhooigte, die ge zelf
wilt. God schrijft de toonhoogte niet
voor. Het kan Hem niet schelen of ge
bas zingt of tenor. Als ge het lied. dat
Hij u voorschrijft, maar zuiver zingt.
En nu moeten we allen leeren op Gods
open Hemel te betrouwen. Het kruis
beeft den Hemel geopend.
Ds. G. Mansvelt sprak naar aanlei
ding van Genesis 3713 een kort
woord, waarin hij een parallel trok
tusschen Jozef en den zendeling. Jozef
was terstond bereid om tot zijne broe-
plaats gehad? En dat neem ik ge-
loovig aan uit het gekrabbel van een
paar obscure personen maar wat
negentien eeuwen lang de geheele
Christelijke Kerk met hare legioenen
van martelaren geloofd heeft, wat de
verhevenste en edelste geesten, die
met hunne kennis de wereld omvat
hebben, voor waar gehouden, geleerd
en verdedigd hebben, dat wil ik niet
aannemen ga, Roosje, je bent niet
goed bij je verstand nu houd ik op,
anders word ik nog vandaag waan
zinnig. Elsje, Elsje, verschrikkelijk!
6 Februari.
Of het alle meisjes voor de bruiloft
zoo gaat? Menigmaal ben ik zoo som
ber gestemd, dat ik den geheelen dag
wel zou willen schreien. Een geluk,
dat me die goede zuster Louise zoo be
zig houdt, dat ik geen tijd tot naden
ken heb; bijna komt 't me voor, alsof
zij vermoedt hoe 't mij te moede is.
Onlangs heeft me ook Frederik ver
rast, toen ik eenige minuten met rood
beschreide oogen op mijne kamer uit
rustte.
„Ge schreit, Roosje?" zeide hij ge
troffen, terwijl hij me tot zich trok en
me bezorgd aanzag. „Wat is er kind,
zeg het mij".
Tot antwoord leunde ik mijn hoofd
tegen zijn schouder en liet aan mijn
tranen den vrijen loop. Ik kon niet
meer anders. Hij was zoo lief en goed
en troostte mij, tot ik onder zijn woor-
den weer wat kalmer werd. Hij meen-
dera te gaan. Hij wist niet welk lot
hem wachtte. Maar al hebben zijn
broeders zich aan hem vergrepen,
God is niet in gebreke gebleven over
hem te waken, naar lichaam en ziel.
Uw bestemming is als die van Jo
zef: een zegen te zijn voor uwe broe
ders. O, moge uw hart bereid zijn om
onvoorwaardelijk te zeggen: Hier ben
ik.
Na beantwoording der vragen en na
de handoplegging werd staande toe
gezongen Pa. 119 7.
Hierna overhandigde Ds. Van Mans-
velt een door het Ned. Bijbelgenoot
schap aangeboden bijbel. Zendeling
Van den Berg nam vervolgens met
een kort woord, naar aanleiding van
Joh. 21:7, de woorden: „Het is de
Heere!", afscheid.
Ds. Van Mansvelt sprak nog een
slotwoord, waarna het samenzijn op
de gebruikelijke wijze gesloten werd.
CHR. GEREF. MANNENVEREEN. IN
NEDERLAND.
Naar de Standaard verneemt wor
den er pogingen aangewend om te ko
men tot oprichting van een Bond van
Chr. Geref. Maimenvereenigingen in
Nederland.
Het initiatief daartoe is genomen
door de Chr. Geref. Mannenvereeni-
ging te Amsterdam-West.
Indien de pogingen dezer vereeni-
ging voldoende gesteund worden, zal
D. V. op tweeden Pinksterdag te Am
sterdam-West de oprichtingsvergade
ring worden gehouden.
AUTO-ZENDING IN NEDERLAND.
Men schrijft aan de Standaard:
Na een zeer gezegende wintercam-
pagne in de provincies Noord-Holland
Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en
Brabant hebben de broeders met 1
Mei een aanvang gemaakt met de zo-
mercampagne, bestaande in het hou
den van openluchtsamenkomsten,
waar Gods Woord wordt uitgedragen
aan velen, die wellicht nimmer de
ernst en de blijdschap van dat Woord
hebben ervaren. De maanMei is D.V.
bestemd voor Amsterdam en Wierin-
gen; de maand Juni voor Amsterdam
en Rotterdam; de maand Juli voor
Amsterdam en de prov. Zuid-Holland;
de maand Aug. voor Amsterdam en
de prov. Limburg; de maand Sept.
voor de prov. Noord-Brabant en
Utrecht.
Te Amsterdam is de auto met de
evangelisten ter beschikking van het
centraal bureau voor evangelisatie
tijdens de Olympische Spelen. Wij ho
pen op hartelijke medewerking van
do broeders en zusters ter plaatse.
Onze zending-auto loopt dit jaar
1928 7 jaar mede en begint zoodanig te
slijten, dat vernieuwing zeer noodig
is. De reparatiekosten worden steeds
hooger en na dezen zomer moeten wij
eindigen of komen tot een nieuwen
auto.
Vele kleintjes maken één groote en
wanneer ieder die iets voelt voor dit
werk, daarvoor iets over heeft, dan
zouden wij ons heerlijk werk in Gods
Koninkrijk weer kunnen voortzetten.
Alle bijdragen bestemd voor dit doel
worden met dank aanvaard door den
penningmeester, den heer T. Snaterse,
accountant, Van Speijkstraat 37 te'
Amsterdam-West. PostGiro- 117311.
Geimeente-Giro No. A. 54.
GUSTAAF ADOLFVEREEN.
De algemeene vergadering van de
Gustaaf Adolfvereeniging zal Vrijdag
11 Mei a.s. te Utrecht worden gehou
den.
Aan den avond van 10 Mei zal in de
Pieterskerk aldaar een openbare sa
menkomst worden gehouden met als
sprekers de predikanten Ds. J. F. Bee-
rens. van Utrecht; Prof. Dr. G .C. Wa
genaar van Leeuwarden en Ds. W. J.
W-egerif, van Utrecht.
VAN METHODIST TOT
GEREFORMEERD.
Uit een verslag van een vergadering
van de Maleische Commissie in de
Geref. Kerk van Batavia (Kwitang)
blijkt, dat een 50-tal leden van de Me
thodistengemeente toelating hebben
verzocht tot de Maleische Kwitangge-
meente. Dezen -zullen vanwege die Ge
meente bezocht worden.
Dit is een verblijdend bericht om
meer dan één reden. Vroeger had de
de, dat waren zoo van die meisjes
stemmingen, welke van zelf weer
overgingen. Ja, gingen ze maar over!
12 Februari.
Nog drie dagen! Thans is zoo onge
veer alles klaar; de uitzet is gereed. Ik
kan 't niet van mij verkrijgen, een
kenhisgeving te zenden aan mijn ver
verwijderde dierbaren; ik weet im
mers maar al te goed, hoe zij dat opne
men zouden. Daarom zwijg ik maar
doodstil. Het huwelijk zal aanstaan
den Zondag in de St. Anna-Kapel vol
trokken worden, voormiddags 11 uur.
's Avonds vertrekken we naar Berlijn
en blijven acht dagen daar.
1 Maart.
Nu ben ik reeds 14 dagen getrouwd.
Frederik is in de kliniek. Vlug eenige
aanteekeningen in mijn teer bemind
dagboek. Ik heb er een schuilhoekje
voor gevonden, waar mijn man het
zeker niet vindt. Hoe toch die ge
moedsstemmingen wisselenHet is al
les veel beter gegaan, dan ik me voor
gesteld had. De zwarte gedachten vóór
de bruiloft zijn weg. In Berlijn vond
ik het zeer interessant; Frederik was
onuitputtelijk in zijn streven om mij
te verstrooien. Schouwburgen, con
certen, museums, panopticums en
weet ik wat al meer; we kwamen
heel niet op adem.
Hier ben ik nu altijd nog bezig, on
ze woning recht gezellig in te richten.
Dat kost moeite; de meubelen staan
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 4 Mei 1928.
De Sociaal-Democraten hebben ook te
Weltevreden hun 1 Mei gevierd. In de
Loge aan het Waterlooplein kwam men
samen. Een 100-tal. De beeltenis van de
Koningin werd met een rood doek bedekt.
Of al de andere platen, die in deze zaal
hangen, zeker een 10-tal, alle op ons Vor
stenhuis of onze geschiedenis betrekking
hebbende, onbedekt bleven vermeld Anë-
ta niet.
De gemeente-secretaris van Batavia, de
heer Daan v. d. Zee, de vroegere voorzit
ter van den Bond van Christen-socialisten
hier te lande, hield een rede.
De 1 Mei-dag zoo zeide hij heeft
voor de Indonesiërs alleen beteekenis als
zij beseffen, dat het socialisme voor hen
van belang is. De nationalisten willen
zelfbeschikking hebben, maar wanneer zij
dit wenschen, tasten zij niet alleen het
gezag, maar ook het kapitalisme aan, die
als een poliep Europa omvat! Nu willen
de nationalisten de armen van de poliep,
die hen omvat, afkappen, waardoor zij
tegelijkertijd het lichaam van het ondier
zelf treffen. Eenmaal zal de nationalisti
sche beweging tot het besef komen, dat
zij tezamen met de socialisten den strijd
tegen den gemeenschappelijken vijand
heeft aan te binden. Dat is de beteekenis
die de 1 Mei-dag voor de 'nationalisten
heeft. Wij moeten gezamenlijk drijven
naar onze vrijheid. Ook de Indonesische
studenten werden door de socialisten ge
holpen ten teeken, dat gezamenlijke strijd
noodzakelijk is. Spr. hoopt, dat de Indo
nesiërs tot dat besef zullen komen, en de
roode vlag ook spoedig hun symbool mag
worden.
Het gezag een poliep. Het kapitalisme
het ondier zelf. Dat zegteen ambte
naar, die zich als een woekerdier op die
poliep heeft vastgehecht en stevig vast
gehecht.
Neen, dan Is Stokvis toch eerlijker, die
meent ten minste dat het socialisme in
Indië vrijwel onmogelijk is. Maar met de
mooie beelden van poliep en ondier maak
je tenminste de menschen nog eens bang.
OBSERVATOR.
Geref. Kerk van Batavia het zuidelijk
deel van'de stad, waarin Kwitang
ligt, geheel ter bearbeiding. Later ves
tigde zich daar ook de Methodisten
zending. Tot tweemaal toe werd Kwi
tang door een ernstigen brand getrof
fen. In 1922 ging Ds. Tiemersma met
emeritaat. Alle deze omstandigheden
deden het Zendingswerk van Kwitang
snel slinken.
Uit bovenstaand bericht blijkt thans
opleving.
CHR. MIDDELBAAR ONDERWIJS
Gisteren werd te Utrecht de jaar-
lijksche algemeene vergadering ge
houden van Vereeniging van Christ.
Middelbaar Onderwijs. Voorzitter was
dr. V. H. Rutgers.
Uit het jaarverslag bleek, dat de
Bond op 31 Dec. 1927 31 besturen telde
met 34 scholen en wel 18 H. B. S.. 7
Gymnasia en 9 Lycea.
De aan de beurt van aftreding zijn
de bestuursleden, de heeren Ds. J. W.
Groot Enzerink uit Leiden, Anth. Fol-
mer uit Den Haag en prof. dr. A.
Noordtzij uit Driebergen, werden met
groote meerderheid van stemmen her
kozen.
Hierop hield dr. L. Yntema uit
Leeuwarden een referaat over „Do
lit.-econ. H. B. S. en de lit.-econ. afd.
van de H. B. S"
Bij de bespreking van dit onder
werp maakte de inleider bezwaar te
gen de benamingen literair-econo-
misch en mathematisch-physisch. Hij
betreurde dat de rechten die het bezit
van 't diploma A der H. B. S. geeft,
hoewel vermeeerdering bij de invoe
ring van dit examen in uitzicht werd
gesteld, na 5 jaar nog niet grooter zijn
geworden. Verschillende handelsscho
len hebben hun inrichting van onder
wijs ondergebracht bij de H. B. S.-af-
deeling A. Het kenmerkende van het
handelsonderwijs is, dat het uitslui
tend opleiding voor den handel geeft.
De hoogere handelsschool is bij uit
stek geschikt voor hen die het wis- en
natuurkundig onderwijs op de H. B. S.
niet voldoende kunnen volgen. Het
zou aanbeveling verdienen indien
de hoogere handelsscholen werden
omgezet in H.B.S. A. In 1924 zijn
reeds 10 hoogere handelsscholen op
deze wijze gevormd.
De H.B.S. A. moet algemeen vor
mend onderwijs geven, zij moet echter
nog niet, zooals ik 't graag had. 'a
Avonds gaan wij dikwijl9 op theevisi
te bij vader. Hij is zoo lief en goed.
Men moet zich slechts naar de om
standigheden weten te schikken. Do
felicitatie^bezoeken duren nog altijd
voort en zijn zeer vervelend. Als dat
nu eindelijk maar eeDS ophield en ook
do tegenbezoeken maar reeds voorbij,
waren! Ik moet eindigen, anders
vindt Frederik niets te eten, als hij
thuis komt. En de weg naai' het hart
van den man loopt voor de vrouw door
de maag. Vlug in je schuilhoek,
dagboekje 1
10 Juli.
Frederik is ontstemd. Hij kan t
met zijn vader niet zoo goed meer vin
den. Deze merkt dat onze godsdiensti
ge beschouwingen toch geheel andera
zijn dan de zijne en heeft hem reeds
herhaaldelijk een en ander verwijt ge
maakt. Ook tegen mij is hij niet meer
zoo vriendelijk. En dan ik durf het
bijna niet meer neerschrijven het
komt mij voor, alsof Frederik zijn ge
drag ten opzichte van mij eenigszina
veranderd heeft. Onlangs troffen we
op een wandeling in het stadspark
eene dame, welke hij me als mevrouw
de weduwe Börde voorstelde. Zij is
een zeer knappe vrouw en woont in da
Gustaaf Adolfstraat. Het schijnt dat
Frederik haar reeds langer kent; hij
gedroeg zich zeer voorkomend tegen
over haar, eigenlijk meer dan mij lief
was.
(Wordt vervolgd).