CHRISTELIJK DACBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Onze mannen en de Aprilstorm 9<<e JAARGANG VRIJDAG 4 MEI 1928 NUMMER 2427 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Teleioonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. i 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Oil nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. om dan te vervolgen: „Van welke der partijen kon met meer waarschijnlijkheid een zuivere oplossing tegemoet worden gezien, dan van de antirevolutionaire, die om haar billijkheid jegens Rome door de libe rale Protestanten sedert lang werd verdacht gemaakt, gesmaad, gehaat? Inderdaad, de waarachtige beginselen om tot recht en vrede te geraken, la gen bij die richting en bij die richting alleen. Zij waren en bleven deze: lief de voor de Hervorming, geen haat te gen den Katholieken mede-Christen! vasthouding aan den Protestantsch- Christelijken wortel van ons volksbe staan, maar onbepaalde eerbiediging van alle verkregen rechten van den Ka tholieken landgenoot. Dat is andere taal dan wij in dezen tijd vaak hooren. Dat is een ander standpunt dan door den leider van de S. G. P. wordt inge nomen. Groen, Da Costa en Wormser ston den tegenover het antipapisme, zooals dat ook thans weer gepredikt wordt, volstrekt afwijzend. En tot eere van de Antirevolutio naire partij, kan worden gezegd, dat zij nog altijd volgt het spoor door man nen als Groen van Prinsterer en Da Costa aangegeven. STADSNIEUWS. CONCERTGEBOUW-ORKEST. Weber's „Oberon" is een kind der Romantiek, die haar stoffen graag zocht en. vond in de Middeleeuwsche sagenwereld. We ontleenen gemakshalve enkele gegevens aan het tekstboekje. Hüon van Bordeaux wordt naar het Oosten gezonden, om daar een moei lijke opdracht te volbrengen. De lief lijke Rezia vergezelt hem en vejder heeft hij een wonderhoorn ten geschen ke gekregen van den elfenkoning 0- beron. Als Hüon op dezen hoorn blaast komen de elfen hem in moeilijkheden te hulp. De Ouverture begint met eenige to nen op dien hoorn. De waldhoornist wist hier onmiddellijk door feillooze techniek een prachtig ronde toon te produceeren. Men hoort de elfen komen in het vioolgeruisch. Weldra komt er eenige dramatische bewogenheid in de mu ziek, als Hüon zijn taak aanvaardt, weer afgewisseld door de hoornsigna len en de elfenmarsch. Daarna hoort men een prachtige melodie van de kla rinet, overgenomen door de violen. Men zou de eerste die van Hüon, de andere die van Rezia kunnen noemen. Men weet, dat bij Weber het beginsel der Leitmotieven reeds aanwezig was. Er volgen nog strijd en moeilijkheden, tot alles voert naar een jubelend slot. Dr. Mengelberg deed zich in de uit voering van dit fijne poëtische werk reeds weer onmiddellijk kennen als de dirigent, die weet wat hij wil, en die door zijn prachtige, beheersclitc- directie op elk oogenblik de door hem gewenschte effecten kan bereiken. En dat sprak misschien zoo mogelijk nog overtuigender uit de Zesde Sympho nic van Beethoven, de z.g. „Pastorale" Aangezien we dit werk reeds meer malen naar aanleiding van concerten hebben besproken, weiden we er niet over uit. Er werd een uitvoering van gegeven die we nog nimmer zoo in de perfectie verzorgd hebben genoten. Het feest van lichte, mousseeren de rhythmen, de parelende weelde van immer wis selend klankschoon, de wonderlijke gratie, waarmede de zoo eenvoudig innige melodieën, waarvan Beethoven het geheim bezat, tot ons kwamen en als telkens anders gekleurde bloemen oprezen uit het ensemble, het heeft al les' een onvergetelijken indruk nage laten. De innigheid van de „Scène am Bach" heeft men wellicht nimmer in de Leidsche Gehoorzaal zoo meesle pend hooren vertolken; nimmer de humor van. het „Lustiges Zusammen- sein der Landleute" zoo prikkelend geestig. Overtuigender en suggestiever kan niet worden vertolkt het opko mend onweder en de stemming van vrede, welke zich daarna over de ver- frischte natuur uitbreidt, zich uitend in een prachtige hymne. De vrijwel geheel bezette Gehoorzaal uitte zich dan ook in een geestdriftig applaus. Toen betrad namens een huldigings comité, dat zich voor deze gelegenheid gevormd had, de burgemeester, Mr. A. van de Sande Bakliuyzen, het podium. Hij wenschte den heer Mengelberg te huldigen als jonge Doctor. Op zich zelf noemde spr. het huldigen van jon ge doctors hier te Leiden geen bijzon derheid. Wij maken ze hier bij de vleet. Maar hier betreft het een uitzonde ringsgeval. In Amerika heeft men Mengelberg's buitengewone verdien sten gezien en hem gepromoveerd. Men heeft hem zijn titel gegeven om zijn eenig meesterschap, dat slechts zeer weinigen bereiken. Mengelberg heeft de muziekbeoefening daar en in ons land gebracht op een tot dusverre niet bereikt peil. Ook onze stad Lei den heeft hij door zijn prestaties met zijn prachtig orkest ten zeerste aan zich verplicht. Daarom wordt den jon gen eeredoctor namens bet huldigings comité door een der Leidsche schoo- nen een krans aangeboden. Met den wensch, dat de toekomst voor Dr. Willem Mengelberg even eer vol en schoon moge zijn als het ver leden, besloot de Burgemeester zijn toespraak. Na de pauze genoten we eerst het heerlijke voorspel van „Wagners „Lo hengrin", dat in zijn vergeestelijkte beteekenis de nederdaling van den „Heiligen Graal" op de aarde verzin nebeeldt. Men hoort, hoe heel in de hoogte het motief aanzweeft, ver tolkt door de hooge positiegrepen der violen; langzamerhand voegen eerst de houtblazers, dan het koper hun stemmen bij het ensemble, tot in krachtige fanfares, begeleid van pau ken en bastuba de komst der Graal tusschen de ridders der tafelronde wordt verzinnebeeld. Als de „Graal" haar zegeningen over de aanwezigen heeft uitgestort, wordt zij door de en gelen weer naar den hemel gedragen. Tot goed verstand zij nog opgemerkt, dat de „Graal" naar de eigenaardige half-heidensch, half-Christelijke voor stelling der sagendichtende verbeel ding, 't vaatwerk was, waaruit Chris tus met de Zijnen het laatste Avond maal gebruikte en waarin aan het kruis Zijn bloed werd'opgevangen. De Graal was daarna in den hemel opge nomen en stond af en toe alleen ten dienste der „Graalridders". Men be grijpt, dat dit alles geen geloofskwes tie was. maar een zaak van litteratuur in de Keltische streken ontstaan en in de latere Middeleeuwen, vooral in de 11de en 12de eeuw, gemeengoed der West-Europeesche litteratuur. Dit voorspel werd prachtig vertolkt. En zeker mag wel even worden op gemerkt, dat Dr. Mengelberg Weber, Beethoven, en Wagner geheel uit het hoofd dirigeerde. Dit wijst wel op een cioor en door kennen der betrokken partituren, welke hem geheel in staat stelt tot wat de Duitschers noemen een „freie Nachdichtung". Via Wagner werden we naar de ba nen der meer moderne muziek geleid. Eerst „Istar, Variations Sympho- niques", van Vinct-nt d' Zldy, waaraan een Fransch gedicht ten grondslag ligt, een verheerlijking van de Baby lonische godin Istar. En eindelijk „La Valse, poème cho- reo-graphique", van M. Ravel, een wonderlijk stuk muziek, aanvankelijk vol geheimzinnig geruisch, weldra met verbrokkelde melodie-fragmenten een stuk vol wilde rhythmen, exoti sche kleuren, eigenaardige instrumen tale combinaties en veel slagwerk. Het werd brillant gespeeld en hierin vooral kon Dr. Mengelberg zijn ge weldige beheersching van het orkest toonen. Met dezen avond is de serie abonne mentsconcerten van de Ilollandsch.e concertdirectie Dr. de Koos weer ge ëindigd. Wat deze concert-directie ons gebracht heeft, was alles van voorna me kwaliteit en de komst van het con certgebouw-orkest heeft, evenals het vorige jaar, de kroon op het werk ge zet. Het programma voor het volgende seizoen is alreeds weer vastgesteld en ziet er niet minder veelbelovend uit. Op 19 Oct. de violist Huberman, 23 Nov. de cellist Hans Kindier, 21 Dec. het Budapester Trio, 1 Febr. 1929 de zangeres Birgit Engell en eindelijk op 1 Maart 1929 het concertgebouw-orkest met Iturbi als solist. Wij wenschen de ondernemers veel' succes toe. FEDERATIE VAN NED. HERV. DIACONlEëN. Gisteravond werd in het Nutsgc- bouw de voorjaarsvergadering gehou den van de Federatie van Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk (Classis Leiden) De voorzitter, de heer G. F. E. Kiers opende de vergadering, ging voor in gebed, heette de aanwezigen welkom en ga? daarna het woord aan den spre ker, Ds. G. van Dijk Azn., Ned. Herv. Pred. te Lisse, over het onderwerp: „De geestelijke beteekenis van het Di akenambt". Spr. begint met op te merken, dat het in onzen materialistischen tijd he laas wel zeer noodig is, den nadruk te leggen op de geestelijke zijde van het diakenambt. Over het algemeen wordt dit. laatste wel wat te veel als iets van lagere orde beschouwd, en daartoe werkt mee de onderscheiding van al- gemeenen en bijzonderen Kerkeraad, gelijk die in onze groote steden be staat en waarvoor uit een practiseh oogpunt veel te zeggen valt. Toch heeft ook de diaken een gees telijk ambt. Dit blijkt reeds uit het feit, dat ouderlingen en diakennen met eenzelfde formulier bevestigd worden, alsmede, dat de eerste marte laar. de diaken Stefanus. niet werd ter dood gebracht, omdat hij te schriel was in de verzorging der armen doch om zijn eetuigenis voor de Chris tus Gods. Wij moeten in onzen tijd het ambt der diakenen weer in dat hooge licht gaan zien, zooals het bestond in de eerste Christelijke Kerk. Spr. wijst in dit verband op de Di aconieën in de Geref. Kerken, die zelf geheel hun armen ondersteunen, zoo dat or bij hen geen dubbele bedeeling bestaai. Scherp staat daartegenover b.v. een gestie als van de diaconie der Ned, Herv. Gem. te Utrecht, die in 71 een bezit van 406.000 bad aan onbe zwaarde goederen en toch over tekor ten klaagde, omdat de fondsen niet genoeg rente opbrachten om daarvan de armen te ondersteunen; aan het kapitaal mocht men niet komen! Gelukkig beginnen tegenwoordig juister denkbeelden daaromtrent door te dringen. De beteekenis van het werk der di aconie moet niet onderschat worden, gelijk blijkt uit bet belangrijke bedrag van 3*A millioen, dat door de Dia conieën der Ned. Herv. Kerk in bet af- geloopen jaar werd uitgekeerd, waar bij nog komt een bedrag van 6J-a mil lioen aan uitgaven, door de stichtin gen enz. Spr. acht de uitdrukking „onder steuning" mooier en juister dan „be deeling", waar het de taak der Diaco nie betreft. Het moet zijn, zooals Ge zang 274 zegt: „Wij reizen met elkander, Wij wandelen hand aan hand" Zoo komt spr. tot zijn tweede stel ling: Het eeuwigheidskind moet vol doende reisgeld hebben. De diaken moet den ondersteunde zien als een eeuwigheidskind. Dit is wel eens moeilijk, want wie de prac- tijk kent, weet, hoe vele de handighe den der bedeelden zijn en hoe geraffi neerd zij soms te werk gaan om toch maar een flinke ondersteuning los te krijgen. Daarom moeten de diakenen met veel voorzichtigheid en tact te werk gaan. Want alle armverzorging moet opvoedend werken; op het eer gevoel moet gewerkt en de energie ge prikkeld worden. Naast de daad, moet de raad gesteld worden: de diaken moet het warme gemoed van de vrouw paren aan het koele verstand van den man. Het is geen schande, geholpen te worden door de Kerk van' Christus, immers velen zijn arm zonder hun schuld. Doch ook zij, wier schuld het wel is, als dronkaards e.d., moeten met ontferming behandeld worden. Spr. eindigt met de woorden: liefde loos is goddeloos, want God is liefde, en de liefde is de vervulling der Wet, ook in het diakenambt is zij de band der volmaaktheid. Na de rede ontspon zich een uitvoe rige discussie, waaraan door verschil lende ambtsdragers, zoowel predikan ten en ouderlingen als diakenen, werd deelgenomen en waarbij tal vart prac- tische vraagstukken aan de orde ge steld werden. De vragers werden door den inleider en door den heer G. J. A. Ruys van Utrecht, secretaris der Federatie, die mede ter vergadering aanwezig was, beantwoord. De Voorzitter sloot de vergadering met een woord van dank aan den spreker en de debaters, waarna Ds. van Dijk in dankgebed voorging. KERKCONCERT C. O. V. „CON AMORE". Aangaande het programma van bo vengenoemde uitvoering op Woens dag 9 Mei a.s. in de Hooglandsche Kerk, kan nu worden medegedeeld, dat Mevr. Jo van Yzer-Vincent twee prachtige aria's van Bach zingen zal (uit de Cantates No. 21 en 32) met ho bo-solo en orgel en twee aria's van Mozart: „Exsultate" en „Alleluja", met orgelbegeleiding. Tevens zal zij een kleine solo-partij vervullen in een tweetal koorwerkjes. De heer Jaap Stotijn koos een zeer mooie „Sonate" van den Zuid-Neder lander J. B. Loeillet (1653—1728), een componist, wiens werken in den laat- sten tijd sterk naar voren komen; ver der een schilderachtig „Allegretto Pastorale", van C. Saint Saëns en be halve deze beide werken, die met or gelbegeleiding worden uitgevoerd: ..Drie Landelijke Miniaturen" van den Nederlander B. v. d. Sigtenhorst-Mey- er, alleen voor hobo, een werk, dat zeer hooge eischen stelt aan de tech niek en aan den adem. Het koor zal uitsluitend a capella werken uitvoeren: een tweetal Latjjn- sche Kerkliederen, enkele „Geistliche Lieder", een drietal oud-IIollandsche liederen en een bewerking voor ge mengd koor a capella, met Holland- schen tekst, van een ..Vieux Noël de France" (oud-Fransch Kerstlied). Op verzoek van het Bestuur heeft Ds. Groot Enzerink zich bereid ver klaard op den avond der uitvoering in gebed en dankzegging voor te gaan. LEIDSCHE BURGERWACHT. A.s. Zaterdag 5 Mei zullen de schiet oefeningen met scherpe patronen No. ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/» cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da» gelijks geplaatst ad. 40 cents Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. De veenbranden in Drente nemen £n hevigheid toe en vormen zich tot een ernstige ramp. Groote brand te Gellicnm bij Gel- dermalsen. Te Utrecht vergaderde de Vereerd- ging voor Chr. Middelbaar Onderwijs. Buitenland. De Volkenbondsvergadering is tegen 3 September bijeengeroepen. Koning A man oei lab te Moskou. Botsing tusschen Japansche en Chi- neesche troepen te Tsinanfoe. Groote overstrooming in Grieken land. Nieuwe aardbeving in Klein-Azfë. Ernstig spoorwegongeluk in China. 1 der Leidsche Burgerwacht aanvan gen te Katwijk te 6.30 nam. CRYOGEEN LABORATORIUM. De beroemde Fransche natuurkun dige, Prof. Dr. Becquerel, uit Parijs, is gisteren hier ter stede aangekomen om in het cryogeen laboratorium in samenwerking met Prof. Dr. W. J. de Haas zijn magneto-optische onderzoe kingen bij lage temperaturen voort te zetten. Prof. Becquerel denkt ongeveer zes weken hier te blijven. HET MOTOR-ONGELUK OP DEN HAAGWEG. Zooals we reeds gisteren in het kort meldden, heeft gistermiddag op den Haagweg, een honderd meter voorbij den houthandel van Noordman, een ernstig motorongeluk plaats gehad. Het tweewielig motorrijtuig H 23751 is daar links van den weg tegen een boom gereden, waardoor de bestuur der over den kop sloeg en op den weg bleef liggen. Het bloed gutste hem uit het linkeroor, wat oogenschijnlijk de eenige plaats was, waar de onge lukkige getroffen werd. Volgens ooggetuigen was het niet bepaald druk op den weg. De motorrijder reed een twintigtal meters achter twee anderen. Een hun ner schijnt gezien te hebben, dat hij den motor met een hand bestuurde. Toen zij den klap hoorden, was het ongeluk reeds gebeurd. Bij nader onderzoek bleek de motor rijder te zijn de 38-jarige schilder P. van Tuinen uit Den Haag, Nadat de E. H. D. ter plaatse was gearriveerd, werd een noodverband gelegd. Het slachtoffer, dat een her senschudding en een schedelfractuur bekomen had, werd daarop in zorge- lijken toestand naar het Academisch Ziekenhuis vervoerd. Zijn toestand is nog steeds ernstig. ONGELUK. Gistermiddag stond bij de Blauw- poortsbrug een rijtuig van D„ waar aan de 6-jarige M. v. d. B. zich vast hield, Toen het rijtuig zich in beweging zette, zat het kind met het been tus schen de spaken, met bet gevolg, dat het been brak. Na eerst naar het politieposthuis aan de Steenstraat vervoerd te zijn, is het kind ter verpleging in het Ac. Ziekenhuis opgenomen. BINNENLAND. PROF. Dr. F. J. L. KRAMER, t Tegelijk met zijn directeurschap van 't Koninklijk Huisarchief vervulde prof. Kramer het ambt van griffier der kanse larij van de Koninklijke Huisorden. Zijne verdiensten werden o.a. beloond door zijne benoeming tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en tot commandeur in de Huisorde van Oranje, terwijl hem tevens verschillende buitenlandsche onderscheidingen ten deel vielen. De Prins zal hedenmiddag een bezoek van rouwbeklag afleggen ten huize van hofraad prof. dr. F. J. L. Kramer. De teraardebestelling van het. stoffelijk overschot van den Hofraad prof. dr. F. J. L. Kramer, in leven directeur van het Ko ninklijk Huisarchief en griffier der Kan selarij der Koninklijke Huisorde, is be paald op morgen te kwart over 12 op Oud Eik en Duinen te Den Haag. DE ZOMERTIJD. Op de vragen van bet Eerste Kamer lid den heer Polak, betreffende hot tijd stip van aanvang van den zomertijd, heeft de minister van binnenlandsche zaken en landbouw geantwoord, niet zonder diep gaande studie te kunnen aangeven, welke bijzondere eigenschappen, eigenaardighe den of belangen den Nederlandschen land IV (Slot). Nadat wij van de Aprilbeweging en de beteekenis daarvan een kort over zicht hebben gegeven, willen wij nog in het kort aangeven, het oordeel van Groen van Prinsterer en diens naaste geestverwanten. Groen van Prinsterer keurde de hou ding van het kabinet Thorbecke af. De Regeering, zoo oordeelde hij, had overleg moeten plegen met den Paus en door hare houding te Rome niet den indruk moeten geven, dat ten opzichte van ons land alles geoorloofd was. Maar daartegenover stelde hij even nadrukkelijk vast, het recht van de R. Katholieken, om zelf hunne zaken te regelen. Daaraan wilde hij niet ge tornd zien. Toch stond hij, althans aanvankelijk, tegenover de Aprilbeweging niet ge heel afwijzend. Met de hoofdgedachte van het adres kon hij zich wel ver eenigen, maar hij teekende het niet. Het opleven van den protestantschen geest had-zijne belangstelling, maar de antipapistische bijsmaak die de adres beweging had, beviel hem niet. Later sprak hij dan ook van de „ongelukki ge manoeuvre in *53". Hoe in Antirevolutionaire kringen over den Aprilstorm gedacht werd, blijkt eenigermate uit een brief van Da Costa aan Groen van Prinsterer, het vorig jaar door Ds. Rullmann in „An tirevolutionaire Staatkunde" aange haald. Da Costa begint met er op te wij zen, dat het protest niet gold de rech ten van de R. Katholieken, maar dat het gericht was tegen de pauselijke uitspraken. En dan vervolgt hij aldus: „Wij weten, hoe onderscheidene on zer A.R. vrienden, schoon in de alge- meene verontwaardiging ovet de Pau selijke aanmatiging van harte deelen- de, toch om den schijn zelfs te vermij den van verzet tegen het grondwettig recht der kerken van zich zelve vrij te organiseeren, aan de onderteekening der adressen geen deel namen. Gij herinnert u misschien ook nog, hoe op onze halfjarige Christelijke meeting van diezelfde April-maand door mij de wensch sverd te kennen gegeven, dat. gelijk ten allen tijde, al- zoo ook bij deze gelegenheid ons posi tief Protestantisme zich van het naak te Antipapisme zoo kennelijk mogelijk xocht onderscheiden. En wel acht ik, ook nog van achte ren, dat het een goede zaak ware ge weest, indien door die van ons gevoe len zijn, een geheel afzonderlijk r.dres, met geheel den aard en het standpunt onzer Christelijk-Historische richting daarin ten overvloede uiteengezet des noods, ware ingediend geworden". De Costa merkt dan verder op, dat hij tenslotte toch het adres teekende, maar, zegt hij, ik had dit in geen geval gedaan, indien ook daarbij niet onder steld was en op den voorgrond had ge staan de eerbiediging van het recht onzer R. Kath. landgenooten om bis schoppen en aartsbisschoppen in hun ne kerk te hebben, mits zonder voor recht of voorrang boven alle - andere bedienaars der godsdiensten. Van anti-papistische relletjes moes ten Groen van Prinsterer en zijne vrienden dus niets hebben. Zij dachten er niet aan, de R. Kath. als burgers van den tweeden rang te beschouwen. Zelfs tegen het denkbeeld dat de Roomschen bij de uitoefening van hun nen godsdienst eenige hinder zouden ondervinden, kwamen zij in verzet. Da Costa spreekt er zijne teleur stelling over uit, dat Groen niet tot Kabinetsformateur was aangewezen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1