jitdtfE LEIDSCHE COURANI Het dagboek van een Leerares van DINSDAG 1 MEI 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. MR. TH. HEEMSKERK. 40 jaar in de politiek. Morgen herdenkt Mr. Th. Heems kerk, Minister van Staat en lid van de Tweede Kamer, den dag, waarop hij voor 40 jaar werd gekózen tot lid der Tweede Kamer en daarmede in de practische politiek, waarin hij zulk 'n groote rol spelen zou, zijn intrede deed Mr. Heemskerk werd 20 Juli 1852 ge boren en is een zoon van den beken den staatsman Mr. J. Heemskerk Azn, die eveneens in onze binnenlandsche politiek een beteekenisvolle rol heeft gespeeld. Mr. Heemskerk studeerde aan de Leidsche Universiteit, waar hij in 1876 promoveerde. Opgevoed in een echt liberale sfeer was ook de jonge Heemskerk een ver dediger van het beginsel der Staats- souvereiniteit. Reeds aan de Acade mie trok deze begaafde student de aandacht. Hij disputeerde in die da gen met niemand anders dan met Du1. A. Kuyper, en verdedigde eens tegen hem de stelling, dat „de Calvinistische beweging een gevaar voor den Neder- landschen Staat" is te achten. Maar Mr. Heemskerk zou korten tijd daarna zelve komen tot de aan vaarding van het Calvinistisch levens beginselen zulks niet als gevolg van gewijzigde politiek of staatsrechtelijk inzicht, maar als logische consekwen- tie van een verandering van gods dienstige overtuiging. Toen zijn oog werd geopend voor het universeel ka rakter van Christus' verzoeningswerk, zag hij, wat dit beteekent voor het staatkundig leven en schaarde zich met volle overtuiging achter het Anti- Revolutionaire vaandel. De eigenlijke politieke loopbaan van Mr. Heemskerk ving aan in 1883, toen het district Weesp hem afvaardigde naar de Prov. Staten van Noord Hol land. Tot aan zijn optreden als Minister in 1908. dus een kwarteeuw lang, be hield Mr. Heemskerk zijn Statenzetel. In de Staten van Noord Holland heeft Mr. Heemskerk een hardnekki- gen strijd gestreden voor de subsidi- eering van de Chi*. Krankzinnigen-ge stichten. welke worsteling met ge- wenschten uitslag werd bekroond. Na zijn promotie in 1876 vestigde Mr. Heemskerk zich te Amsterdam, waar hij tot 1901 de advocatuur uitoe fende. Daar trad hij al spoedig op den voorgrond en werd candidaat voor den gemeenteraad, in welk college hij ech ter pas in 1889 intrede deed. De libe ralen hadden hem reeds lang den bij naam van „de eeuwige candidaat" ge geven, maar moesten eindelijk ontwa ren, dat het in Nederland toch nog wel mogelijk was, om in hun sterken muur een bres te schieten. Ook in den Raad weerde Mr. Heems kerk zich en reeds in 1893 volgde een benoeming tot wethouder, waarvoor echter werd bedankt. Vooral tegen de bordeelen bond Mr. Heemskerk in den Raad den strijd aan. Niet alleen ver wierp de raad zijn initiatief-voorstel len, maar deze actie kostte hem ook zijn raadszetel en in 1895 verdween Mr. Heemskerk uit den Raad, om daar in eerst weer in 1900 terug te keeren. In 1901 volgde een nieuwe verkie zing tot wethouder, die thans werd aanvaard. Als wethouder van Amsterdam heeft Mr. Heemskerk veel en groot werk tot stand mogen brengen. Wij noemen slechts de gemeentelijke Electriciteits- werken; de Uitbreiding der Duinwa terleiding. de Bouwverordening, het Werkb'edenreglement. enz. In 1888 vaardigde het district Rid derkerk Mr. Heemskerk af naar het Binnenhof. In 1891 viel hij, om er in 1893 voor het district Harlingen weer in terug te keeren. In 1894 nam Mr. Heemskerk voor Sneek zitting in de Kamer, om in 1897 weer te vallen, dank zij de ééne 'stem die in 'IJlst te weinig voor hem uit de bus kwam. In 1901 bracht Sliedrecht Dr. Kuyper's y»—— FEUILLETON. 51) o— Het werd zes uur vóór ik weer aan het station was. Frederik was buitengewoon beminnenswaardig en voorkomend; van opdringerigheid geen spoor, waarvoor ik hem van har te dankbaar ben. Om 7 uur kwam ik hier aan en nam mijn intrek in het Domhotel, dat mij zeer goed beviel. Het was mij heel zonderling te moede, dat ik thans zoo vrij kon reizen, zon der wien dan ook over mijn doen en laten rekenschap schuldig te zijn. 30 December. Keulen. Hedenmorgen heb ik op de eerste plaats schriftelijk afscheid ge nomen van Marie. Ik heb haar een hartelijk briefje geschreven, haar in het kort mijn plannen meegedeeld, haar verzocht, niet boos op me te zijn, omdat ik hare raadgevingen niet had opgevolgd, en haar beloofd, later meer van me te zullen laten hooren. Tegen elf uur reed ik naar het kerk hof: het was een treurige rit. Bij tus- schenpoozen sneeuwde het. Spoedig had ik het graf gevonden. Een een voudig houten kruis met Elsje's naam, geboorte- en overlijdensdatum ken merkten het graf. Langen tijd stond ik oude district hem wederom in de Kamer, waar in Mr. Heemskerk zit ting hield tot hij in 1908 als Minister president optrad. De verwerping van de oorlogsbegrooting van Minister Rappard in dat jaar, bracht de ont slagaanvrage v:..i liet kabinet-de Mees ter en toen kwam Mr. Heemskerk aan het roer. Van 19081913 beheerde Mr. Heems kerk in zijn kabinet de portefeuille van Binnenlandsche Zaken. De Ka merverkiezingen van laat -genoemd jaar maakten e n eind aan zijn Minis terieel leven. Mr .Heemskerk werd daarop be noemd tot lid van den Raad van Sta te, welk hoog ambt hij tot 1918 be kleedde. In het kabinet-Ruys de Beeren- brouck, dat in 1918 aan het bewind kwam, werd Mr. Heemskerk de porte feuille van Justitie toevertrouwd, wel ke poretfeuille ook in hot 2e kabinet Ruys in handen van Mr. Heemskerk bleef. In 1925 bracht de A.-R. partij den grijzen staatsman weer in de Tweede Kamer, waar hij nu voorzitter der fractie is. Mr. Heemskerk mag op een schit terende loopbaan terugzien. Meerma len ontving hij belangrijke Regeerings opdrachten. Reeds in 1897 benoemde de Regeering hem tot lid der staats commissie tot bevordering der codifi catie van het Internationaal Privaat recht; in 1900 volgde zijn benoeming tot Ned. gedelegeerde op de Haagsche Conferentie voor het Intern. Privaat recht en in 1904 die tot gedelegeerde naar de Britsche Conferentie. De Vrije Universiteit diende hij als Curator. In het parlementair debat is Mr. Heemskerk vooral in zijn element. Zijn rake zetten en humoristische opmerkingen zijn er spreekwoordelijk geworden. Altijd hoffelijk en parle mentair versmaadt deze staatsman de humor niet en doet hij zrn tegen stander vaak zijns ondanks glim lachen. Nu nog, op zoo hoogen leeftijd, neemt hij aan den Kamerarbeid een levendig aandeel en "verbaast hij door zijn vitaliteit vriend en vijand beide. Hoezeer deze brillante persoonlijk heid bij zijn geestverwanten is bemind, heeft de in de jongste Paaschweek ge houden jaarvergadering van den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel, waar Mr. Heemskerk als refe rent optrad, en bij zijn verschijning op het podium met een ovatie werd begroet, wel zeer duidelijk bewezen. Tot op hoogen leeftijd blijft Mr. Heemskerk de scherpzinnige jurist die aan Vorstenhuis en vaderland zeer uitnemende diensten heeft bewe zen. Wie het voorrecht had hem eens te ontmoeten, wordt steeds weer ge troffen door den ernst, die achter het met humor gekruide woord schuil gaat en wie wel eens onder zijn gehoor zat, kon er altijd weer van getuige zijn met wtlk een schroom Mr. Heemskerk pleegt te spreken over de heilige din gen. Op het stuk der beginselen nimmer iraj Mgeerend, heeft Mr. Heemskerk zijn parlementaire rede van 1909 als Minister-president legde er getui genis van af steeds gestreefd naar een echt Christelijke staatkunde. Inzonderheid onze A.-R. partij heeft reden tot dankbaarheid, dat haar de ze staatsman nog gelaten werd. Nu de avond van zijn Ie* gevallen is, rijst de bede tot den Vader der Lichten, dat Hij Mr. Heemskerk bij den .>ortduur tot zijn gewichtvöl werk bekrachtigen mogel SCH. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen, naar AkkrumG. J. van Ingen, te Augustinusga. GEREF. KERKEN. Beroepen, te Moordracht: D. P. Kalkman, te Krimpen a. d. Lek. Bedankt, voor Kaïnpen (vacature wijlen J. J. Westerbeek van Eerten): J. G. Feenstra, te Scheveningen. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Ds. D. Ringnalda Jr., gekomen van Leimuiden, is Zondag door zijn vader, Ds. Ringnalda van 's-Graven- liage-Oost, in de Geref. Kerk te Mid- in gedachten verzonken daarvoor en liet alles, wat ik met haar beleefd had, nogmaals aan mijn geest voorbijtrek ken. Welk een verandering van om standigheden! Wie onzer liad dezen afloop vermeed? Onwillekeurig kwam de gedachte in me op, waar ik wel mijn laatste rustplaats vinden zou. Wie zal 't zeggen? Daar het weer be gon te sneeuwen, verliet ik het kerk hof en reed terug. Toen ik den voet over den drempel van het hotel zette, wie stond daar eensklaps voor mij? Mevrouw Dr. Bergen, niet kwaad! Die ontbrak er nog maar aan. Zij atta queerde me terstond met haar ge woon alarm, zoodat ik haar, om geen opzien te baren, mede naar mijne ka mer nam. Daar begon de dans echter voor goed, want tante had haar na tuurlijk alles haarfijn verteld. Ik was een ondankbaar schepsel, tante had zooveel voor mij gedaan, was eene tweede moeder voor mij ge weest, had mij laten studeeren, geen penning van mijn vermogen daarvoor genomen, en nu beloonde ik haar al dus. Dat was ongehoord; en daarbij huwde ik nog dien Herbold, die mij met zijn slechte boeken bedorven had. Ik riep door mijn gedrag den toorn van God over mij af. Of ik me dan niet schaamde, zoo mijn geloof te ver loochenen 1 enz. Ik liet die hagelbui op me neer kletteren, zonder een woord te zeggen. Daardoor werd zij nog boo- delburg bevestigd met een predicatie over Jacobus 1 21b en 22. Na de bevestiging zong de gemeente die in grooten getale opgekomen was, haren nieuwen leeraar staande toe Ps. 20 1. Ds. H. Knoop van Gouda zal op 8 Juni afscheid nemen van de Geref. Kerk aldaar cn op Woensdag 13 Juni door Ds. R. Zijlstra te Delfshaven be vestigd worden en op Donderdagavond 14 Juni intrede doen. Te Delfshaven worden de diensten gehouden in de Kerk aan de Tidemanstraat. Ds. D. A. VAN HASELEN. Ds. D. A. van Haselen. Ned. Herv. predikant te Charlois, heeft, naar de Stand, meldt, eervol emeritaat ge vraagd tegen 1 Juli 1928. Ds. Van Ha selen, die 43 dienstjaren heeft, stond achtereenvolgens te Zoeterwoude, Schipluiden, Alkmaar, Vlaardingen, Valkenburg en Charlois. AMBTSJUBILEUM Ds. P. J. MOLENAAR. Ds. P. J. Molenaar, predikant hij de Ned. Herv. gemeente te 's-Gravenhage heeft Zaterdag in de Willemskerk aan de Nassaulaan te 's-Gravenhage een gedachtenisrede gehouden in ver band met zijn zilveren ambtsjubileum. -Het ruime kerkgebouw was tot in de uiterste hoeken gevuld. Ook de Ko- niging-Moeder woon'e den dienst bij. Onder de aanwezigen waren voorts prof. dr. van Nes uit Leiden; zendings- director Rauws uit Oegstgeest; de oudsecretaris der Algemeene Synode Ds. Knottenbelt en de Haagsche predi kanten v. Gheel Gildemeester, Weiter, te Winkel en van den Bosch. Ds. Molenaar hield zijn preek naar aanleiding van Handelingen 2024 slot: de dienst welke ik van den Heere Jezus ontvangen heb om te be tuigen heit Evangelie der genade Gods". De gemeente zong aan het oinde der godsdienstoefening den beminden pre dikant een zegenbede toe. PROF. DR. J. A. CRAMER. Sinds enkele dagen is er in den ge zondheidstoestand van prof. dr. J. A. Cramer te Utrecht, die de vorige maand een operatie in het Diacones- senhuis aldaar onderging, een wen ding ten gunste is ingetreden. De hoogleeraar voelt zich thans aanmer kelijk beter, zoodat gegTonde hoop op spoedig herstel bestaat. NED. HERV. GEM. TE IJMUIDEN. Het bestuur der Ned. Herv. Gem. te IJmuiden heeft besloten, aan elk lid, dat zich aldaar komt vestigen, een kaart te zenden met opgave van adres sen van predikanten, kerkeraadsleden, vereenigingen enz. Eenige dagen later gaan leden van een daartoe in het le ven geroepen commissie eens met de nieuwe ingezetenen kennismaken om op die manier het verband met do kerk te hernieuwen. CHR. GEREF. KERi TE HAARLEM. Te Haarlem heeft zich de Cur. Geref. Gemeente gesplitst in twee gemeen ten: een voor Haarlem-Groot en een voor Haarlem-Noord. Sinds voor eenige jaren het kerkge bouw in de Floresstraat (Haarlem- Noord) werd gesticht bestaat er voor. de 2e predikantsplaats een vacature. Niet minder dan 13 beroepen heeft men uitgebracht, alle echter tever geefs. Haarlem-Noord kan nu voort aan afzonderlijk beroepen. Ds. W. Bij- leveld, de eenige predikant, zal mor gen in een godsdienstoefening af scheid nemen als predikant van Haar lem-Noord. PROMOTIE VAN BUITENLANDERS TE UTRECHT. Aan de universiteit te Utrecht zijn gisteren twee buitenlanders bevor derd tot doctor in de wis- en natuur kunde. De heer V. Khainoviscky is een ge boren Rus en heeft tot 1915 aan de universiteit te St. Petersburg gestu deerd. In 1918 werd hij verbonden aan het suikerproefstation te Pasoe- rocan (Java) en hij heeft nu twee maanden gewerkt onder leiding van prof. N. Schoorl. De heer O. Shinoda, verbonden aan de universiteit te Kyoto (Japan), heeft ter verdere bekwaming in de zoölogie zer, beteugelde zich intusschen echter een beetje en herinnerde aan het droe ve lot van het arme Elsje. Deze had eerst haar geloof verloren, dan hare eer en zich daarna van het leven be roofd. Zonder God was de mensch verloren en had hij niet de kracht, om in het ongeluk staande te blijven. Het ongeluk zou ook bij mij niet uitblij ven: ik zou eerst verstandig worden, als het water over mijn hoofd samen- sloeg. Dan was het echter te laat. Mijn tante wera door mijn afval van het ge loof naar het graf gebracht. Op dit oogenblik werd er op de ka merdeur geklopt; ik riep werktuige lijk „binnen!"' De deur ging open en Frederik stond vpor ons. We stonden alle drie eenige oogenblikken sprake loos. Dan reikte hij me de hand, na voor mevrouw Bergen een hoffelijke buiging gemaakt te hebben ,en zeide: „Verontschuldig me, lieve Rosa, dat ik zoo onaangediend verschijn. Wijl ik bij mezelve dacht, dat ge vandaag nog hier waart, kon ik me het genoegen niet ontzeggen, nog een paar uurtjes in je gezelschap door te brengen. Ik nam daarom kort en goed het besluit cn kwam hierhieen. Ik zie echter, je liebt bezoek: als ik je stoor, trek ik me nog een oogenblik terug. Mag ik je verzoeken, mij aan deze dame voor te stellen Zijn gedrag had iets zoo innemends, cn naar ik met innerlijk genoegen en biochemie nu VA jaar gewerkt bij prof. H. J. Jordan te Utrecht en onder diens leiding zich toegelegd op verge lijkende phyisiologie van de enzymen. In dien tijd heeft hij ook nog een poos je gewerkt bij prof. Waldschmidt Leitz, hoogleeraar in de organische chemie te Munchen en aan het biolo gische station te Napels. Hij keert nu naar Japan etrug. De werkzaamheden te Utrecht van dr. Shinoda geschiedden met steun van de Rockefeller foundation. EVANGELISCHE ALLIANTIE. De jaarlijksche conferentie van de afd. Nederland der Evangelische Al liantie zal te Zeist worden gehouden, op 1820 Juni in de kerk der Evang. Broedergemeente. Sprekers: Ds. J. A. van Selms uit Nijmegen: Ds. P. G. de Vrij Mestdagh uit Rotterdam; Ds. B. Alkema uit Soest; Ds. P. B. Möller uit Nijverdal en Ds. R. E. van Arkel uit Utrecht. MGR. CALLIER. f Het stoffelijk overschot van mgr. Callier zal worden ter aarde besteld op de R.-K. begraafplaat* te Overveen, Donderdag om 12H uur. Woensdag avond zal het lijk naar de kathedraal St. Bavo te Haarlem worde.- overge bracht. De plechtige Requiem Mis zal Don derdag as. opgedragen worden door mgr. H. v. d. Wetering, aartsbisschop van Utrecht. De andere bisschoppen en kerkelijke autoriteiten zullen bij de/en dienst tegenwoordig zijn. De heer C. Maarschalk, burgemees ter van Haarlem, heeft gistermorgen een bezoek van rouwbeklag afgelegd. De Commissaris der Koningin in Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Roëll, heeft een schrijven gezonden. Gisteren en heden bestond er voor R.- K. vereenigingen gelegenheid langs het stoffelijk overschot van den over ledene te defileeren. Uit Haarlem wordt gemeld, dat als plaatsvervangend bisschop van Haar lem is benoemd mgr. V. J. M. Taskin, president van het groot seminarie te Warmond. GIFTEN EN LEGATEN. Wijlen mej. A.E. Hempenius, wed. van H. A. Runia, te Workum, heeft aan de Geref. Kerk te Bolsward een legaat van 500 besproken. Gemeenteraad Leiden. (Slot.) De Voorzitter meent dat de re dactie er niet beter op wordt met de toevoeging. De heer Bosman (V.B.) wijst er op dat de bedoeling alleen is willekeur te voorkomen. De heer Parmentier (A.-R.) meent, dat de toevoeging tot groote moeilijkheden zal leiden omdat dan ae interpretatie moeilijker wordt. De heer Goslinga vraagt een Hollandsch. woord voor „passage" en dient daaromtrent een schriftelijk voorstel in. Het voorstel Bosman wordt verwor pen met 23 tegen 6 stemmen. Het voorstel-Goslinga wordt aange houden tot de generale herziening. De verordening wordt daarna vast gesteld. 11. Praeadvies op het verzoek van H. Kors e.a., om wijziging van de ver ordening op het Rijden, in dien zin aat het rijde» op de Lange Mare (Oost zijde) met vrachtauto's in één richting is geoorloofd. De heer Spendel (R.-K.) wil trachten over deze zaak een on-gek oordeel uit te spreken. Spr. stond ver baasd over dit prae-advies. De breedte is onjuist gemeten. Het geheel is op gebouwd op onjuiste gegevens. De overzijde mag door alle verkeer ge bruikt worden. Het gevolg is, dat de wagens, die moeten omkeeren in de Mare terecht komen. Zakenmenschen kunnen hun artikelen niet thuis krij gen per as. Iemand, die daar woont, kan niet per auto thuis komen. Spr. wijst voorts nog op enkele verkeers- belemmeringen elders, die lang niet zoo ernstig zijn en waartegen men wel opkwam. Spr. meent, dat rijden in één richting met beperkte snelheid toe laatbaar is. Spr. pleit voor alles voor dempen waarnam, maakte zijn rijzige, manne lijke gestalte geen ongunstigen indruk op mevrouw Bergen. En deze was te zeer vrouw van de wereld, dan dat zij hier de gewone vormen van welle vendheid niet in acht zou hebben ge nomen. „Ik heb zeker de eer, den heer stu dent Herbold vóór me te zien", begon zij, voor mij het woord nemend. „Mijn naam is Bergen-'. Mevrouw gezondheidsraad Dr. Ber gen" viel ik haar verbeterend in de rede, „een vriending mijner tante, die mij van mijne kindsheid af gekend beeft en die ik hier toevallig in het Domhotel ontmoet heb". Frederik maakte andermaal een bui ging en zeide verplichtend: „Het is me zeer aangenaam, me vrouw, mét u kennis te maken. Mijne verloofde was zeker blij verrast, u zoo onverwacht te treffen". Bij die woorden trok 't eigenaardig om haar mond; zij antwoordde: „Dat betwijfel ik, mijnheer Herbold, want, duid me mijne vrijheid niet euvel, wij, Rijnlanders, zijn gewoon, ronduit ons gevoelen te zeggen ik was juist bezig. Roosje een zeer ern stig vrwijt te maken over den stap, welken zij op het punt staat te doen". „Waarom dan, als ik u verzoeken mag?" zeide Frederik. zonder de min ste opwinding; gunt u mij mijne ver- 'oofde niet? van de Mare. Dat zou het allerbeste zijn. De heer G r o e n e v e 1 d <S. D.) on dersteunt het betoog van den heer Spendel. Spr. vindt het vreemd, dat op motor-rijwielen wel mag worden gereden. De snelheid is grooter ge vaar dan de soort tractie. Aangehaald wordt een regeling van het jaar 1908, maar toen reden hier nog geen vrachtauto's; nu is het ver keer geheel anders dan toen. Doel moet niet zijn verkeer opheffen of stopzetten, maar regelen. Wij moeten hebben een snelheidsbepaling en om trent breedte, hoogte, zwaarte, enz. De heer Spendel dient een schrif telijk voorstel in. De heer Parmentier (A. R.) zal voor het voorstel Spendel stemmen, omdat nu het autoverkeer, dat nood zakelijk is, onmogelijk Is. De heer M a n d e r s (R. K.) steunt eveneens het voorstel Spendel. De heer Heemskerk (R. K.) geeft hij aanneming van het voorstel Spen del in overweging dat de Comm. dan ook de regeling aan de Westzijde ter hand zal nemen. De heer S c h u 11 e r (S. D.) vraagt prae-advies van B. en W. om ook te gelijkertijd advies uit te brengen over demping van de Mare. De heer Bergers (R. K.) vraagt bij aanneming van het voorstel Spendel, reeds nu toestemming om te rijden toe te staan. De Voorzitter verdedigt het voorstel van B. en W. Het verkeer is sinds 1908 en daarvoor dient dat jaartal sterk toegenomen. Van de zijde Haarlemmerstraat is een gevaar lijke afrit. Er zijn meer stegen in de stad: Diefsteek, Pieterskerkkoorsteeg, waar ook geen auto komen kan. Voor noodzakelijke gevallen kan men dispensatie bij B. en W. vragen. Een wagen met motorische kracht is van grootere snelheid. Daarenboven is de afmeting van auto's soms groo ter dan van wagens met paardentrac- tie. Demping van de Mare zou voor het verkeer de oplossing brengen, maar daar spreken andere motieven. De Comm. heeft intusschen geen be zwaar tegen aanhouden. De heer Van Rosmalen, (C. H.) wijst er op, dat Woensdag en Zaterdag beurtschippers in de Mare laden en lossen, dan is het regelen van het ver keer al heel moeilijk. De heer G r o e n e v e 1 d (S. D.) wijst er nog op, dat het noodzakelijk is, zich aan te passen aan het gewijzigde verkeer. De Comm. neemt het voorstel over en wordt het voorstel dus afgevoerd. Het adres is daarmede afgedaan. 12. Verordening tot wijziging van de verordening van 10 Juli 1913 (Gem.- Blad No. 21), op de Winkelsluiting. De heer Heemskerk (R. K.) kan zich vereenigen met de strekking, maar meent dat er verschil is in de uiterste grens, die gesteld wordt voor den Zondag. Spr. vraagt of degenen, die deze artikelen, limonade, enz. als bijartikelen verkoopen, ook hieronder vallen. Spr. acht de bepaling van de melkverordening beter, omdat die scherper stelt. De heer V a n E c k (S. D.) merkt op, dat op het laatst een adres is ingeko men van limonadehandelaren, om de ze zaak met spoed af te doen, n.l. voor den aanvang van het zomerseizoen. Spr. steunt dat verzoek en wil spoed- afhandeling, omdat belanghebbenden het wenschen. De heer Van der R e ij d e n (C. H.) steunt dit vooorstel van Eek en spreekt namens belanghebende han delaren. De Voorzitter meent, dat de redactie „limonadehandelaren" volle dig dekt ook verkoop van limonade als bijartikel. Na raadpleging van en kele juristen meent spr. dat het in elk geval er op te wagen is. Tegen spoedafkondiging heeft spr. het bezwaar, dat Ged. Staten uitge schakeld worden. Hier is geen lacune. Alle belanghebbenden zijn er voor, welnu, men kan zonder wetelijke re geling de verordening reeds toepas sen. In elk geval kan men wel 14 da gen met de sanctie wachten. De heer Heemskerk (R. K.) meent, dat de kleine winkeltjes niet als limonadehandelaren kunnen aan gemerkt worden. Spr.'s vrees is in elk geval niet weggenomen. De V oorzitter meent, dat ook „Dat is eene vraag op zichzelf, mijn heer Herbold, waarin ik geen aanlei- ling heb mij te mengen. Wat ik echter ten hoogste afkeuren moet, is, dat Roosje haar geloof, waarin zij gedoopt en opgevoed is, ontrouw wil worden. Dat is een zware zonde, welke haar in het verderf storten moet". „Maar allerbeste mevrouw, wie zegt dan, dat mijne verloofde haar geloof ontrouw moet worden? Wees u er van verzekerd, dat ik haar in dit opzicht niet het minste in den weg leggen zal. Ik zal haar steeds de grootste vrij heid laten". „Zool" antwoordde zij opgewonden; „maar zij wil toch katholiek worden, zich katholiek laten trouwen en in katholieke kinderopvoeding toestem men, en dat kan en mag zij niet, zon der haar geloof te verloochenen". „Maar mevrouw, dat zijn toch alles slechts uiterlijkheden, welke we met het oog op mijn ouden vader afge sproken hebben; wat hebben die dan met de innerlijke geloofsovertuiging uit te staan? Ik geef u nogmaals de verzekering, dat ik mijn verloofde de grootste vrijheid zal laten. Zij kan naar elke kerk gaan, welke haar be valt; ik zal haar op geen enkele wijze hinderen. Ik verzoek u, ook aan de tante mijner verloofde die verzeke ring te geven en haar te zeggen, dat ik ine gelukkig zou achten, als zij ons de eer van haar bezoek wilde schenken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5