DE LEGENDARISCHE EENHOORN. Fabeldieren der oudheid, deels £0 wrochten eener ongebreidelde fantasie, (deels ontsproten uit een kern van waar heid, hebben, aldus schrijft Dt. J. J. 'Tesch in het Vaderl., een langen tijd (Onivernietigbaax bestaan geleid in die menschelijke verbeelding. Zulk een won derwezen was de eenhoorn, waarvao imen niet dan met eerbied en met diep ontzag sprak, want het was een konin klrjk dier, een paard, groot en sterk, edel en stoutmoedig, met een langen rechten hoorn midden op het voorhoofd De eeenhoorn is big ven bestaan m he-1 Engelsche wapen, en nog ziet men hem als' uithangbord voor apotheken diil laatste wegens de tooverkracht, die m vroegere eeuwen aan den hoorn werd toegeschreven. Het schijnt al weer Aris totdes geweest te znn, die de sage van den eenhoorn scniep en, van de verondeisteiling uitgaand, dat alle die I-en, die twee horens hebben, tevens „gekloofde hoeven'' bezitten, cks twee hoevig zgn, tot de slotsom kwam, dat 1de eenhoorn, die. maar een enkel1 wa pen op het voorhoofd droeg, óók enkel- (hoevig, dus als een paard, moeit zijn Plinius, veel later, weet te vertelen idat de eenhoorn een kop hesft als eeo hert, een lichaam als een paard en poo- ten als een olifant en een dier is van een ongeloclijke sterkte en snol heid En deze eigenschappen worden den een hoorn ook in het Oude Testament toe gedicht: hier is hij het prototype van kracht en vlugheid: zoo snel te zijn a's het jong van den eenhoorn, dib over den Sehirion, een berg van den Libanon, springt, was het summum van behendig heid. De profeet Jesaja, die den onder gang van Israël en van Jeruza'em voor spelt, voegt er bij: en de eenhoorn en zullen met hen afgaan. \iaar niem nd had van di wonderdie: in werkelijkheid ooit iets anders ge zien. dan den Tanden, rechten, spits- toel'nopenden soiraalsgewrjze gedraai de i hoorn en dit lurg t zeldzame voor verp werd met liet grootste respect be handeld: het was mee? dan zijn ge wicht aan goud waard, en een geschenk al e;n voor de machtigsten der aarde Alleen vo sten en bisxhopp n bezat an zv.lke staven van s e lijk snijwerk voor zien. die bij plechtige gelegenheden voor Len uit werden gedrag- -n. Het wa^ een fetisj van den nlFreersten rang en het bezat een wonderbaarlijke g-nees kracht. In de miiddeleeuwen werd als de machtige, tot wien het volk o z^g, z'e» werd en ale geneesmidr'een faal den, een ring van den g heimzinnigen hoorn afgezaagd, tot poeder vermalen en de panacee tegen alle kwalen ver dreef de ziekte. Maar de jaren gingen voorbij, de ge zichtskring der men-chen breidde zich uit, de scheepvaart deed nieuwe landen aan den horizon verrijzen en uit hoog noordelijke landen kwamen steeds meer van zulke wonderhorens 'n Euro pa. Na verloop van tijd was de too ver macht gebroken en de markt voor dm eenhoorn bedorven. En een. zekere pro fessor Wormius te Kopenhagen verleide in het begin der 18e eeuw, dat hij een walvischschedel gez'en had, uit Groen land afkomstig, waaraan een de gelöke eenhoorn in de kaak bevestigd was. Het varen dus tandien van „visscben", die men bij Groenend en IJsland bemach tigde en waarmee men een aardighan de'.tje dreef maar ook hier was het weer: veel honden zijn der hazen dood: er Kwamen te veel van zulke tandende zeldzaamheid verdween en de aardig heid ging er af. Toch gaf de in Denemarken g^stich te Maatschappij van Nieuw-Groenlanid (deze geografische benaming werd toon aan de Westkust van het eiland gsge vende hoop niet op, en zond een partij )van zulke tanden naar „zijne Tsaarsche majesteit" (Peter de Groote?) te Mos kou, onder geleide van een vertrouwens man, in de verwachting voor de zend'na een goeden prijs te kunnen bodingen. Et w as daarbij een prachtige „hoorn", dien een schipper der Deensche Maatschap pij in 1636 van een tocht, waarbij een voor de Denen zeer' voordeel'ge ruilhan del met de Eskimo's werd gedreven, van Kieuw-Groenland had m©:'eg' bracht, en (dien men fce Kopenhagen zesduizend rijksdaalders waard achtte. De Tzaar scheen werkelijk geheel onder de betoo vering van den „eenhoorn" en zeker zou de koop gesloten zijn, wanneer niet d?s tzaren lijfarts hem had medegedeeld dat deze fabuleuze ,/enhoorn" slechts Fle tand van een vi ch was. Toea was ïle kans verkeken voor den vertegal woordiger der Maatschappij ©11 onver *ach ter zake moest hij naar Kopea.i- fen terugkeerein, waar hij voor zrjn last ebbers. alle schuld van de mislukte zending op dien Russischetu lrfarts schoof, die zijn handel had bedorven Waarop een dier heeren aan de groene tafel (blijkens het verhaal in Zorgdra gers Blocq nde Opkomst der aloude en hedendaagscbe Groenlandsch© Vissche rij, welk boek in 1720 verscheen) hem toeduwde: „Wat zijt ge noch onkundig? Gij moest den Dokter twee of driehon derd dukaten gegeven hebben, om hem te verpligten, dat ze voor Eenhoorns wierden aangezien". Men ziet het: menschenkennis en cynisme waren 2 eeuwen geleden, terecht of ten onrechte, reeds nauw verbonden. En zoo is de vervaarlijke hocuspo- cus van den eenhoorn teruggebracht tot het nuchtere feit, dat er in het booge Noorden, binnen dien poolcirkel, een ttandwalvisch leeft, die nar val, een Idier van ongeveer 4 M. lengte, 'dlie in de bovenkaah één rechtuitstaande, ge (draaiden stoottand van 1 M. lengte be zit; ten minste het mannetje. Het^ is eenvoudig een sterk tot ontwikkeling gekomen snijtand, on wel bijna steeds aan de linkerzijde, die als een mach tig wapen vooruitsteekt. In de zoervroe ge jeugd van het dier worden er twee van zulke tanden aangelegd, maar die van de rechterzijde blijft klein en valt later uit. Waarom alleen de mannetjes zulk een speer dragen en de wjjf^s niet, is een raadsel. Men heeft gefabeld dat de tand dienen meet om het ijs, waartussch en de narval leeft, open te breken, of ook om den visoh, d'e zi.ip voedsel uitmaakt, „aan het spin te rij gen". Maar hoe moeten die wijfjes, dis ongewapend zijn, hiet dan stellen? Zul len zij steeds een cavalier vinden om ridderdiensten Ie bewijzen? Waarschijn lijk moet in den stoottand een wapen worden gezien, waarmede de manne tjes elkaar bestrijden. Ofschoon een typisch pooldier uit het Arctische ijs, verdwaalt de narwal ook soms ver naar het Zuiden; in 1736 zijn er twee op de Duitsóh© kust gestrand en misschien herinnert een lezer zich. dat in April 1912 zulk een narval zelfs in de Zuiderzee door een visscher is gevangen. In zijn eigenlijk gebied wordt de narval door Eskimo's in hun snelle „kajaks" gejaagd, terwille van den be faamden tand, die een goed ivcor levert en natuurlijk ook vanwege den buit aan spek en traan. Eerst in den laatster) tgd schijnt men te trachten de fraai bruin en wit geschakeerde huid tot bruikbaar leder te verwerken, evenals men dit met andere dolfijnen en met haaien beproeft. Zoo heeft in de beschaafd© wereld var tegenwoordig de koninklijke eenhoorn het sprookjeswezen onzer verre voorva deren, zijn aureool van heiligheid ver loren en is gereduceerd tot een nutü ren, doch eenigszins banalen ivoor-, spek- en lederleverancier. Met den Eenhoorn uit die Heilige Schrift is vermoedelijk bedoeld een dier dat overeenkomt met den Neushoorn. Rhinoceros, behoorende tot het oneven yingerige geslacht, een dier dat tot 4 M. lang kan worden en nu nog ,io lndië, vooral op Sumatra en in Afrika wordt aangetroffen. Uit het Sociale Leven. WONINGBOUW IN 1927. De April-aflevering van het Maand schrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek bevat een overzicht van den woningbouw in 1927. Hierin wordt geconstateerd, dat de stijgende lijn van den woningbouw, d w.z. van het aantal, ieder jaar op nieuw terrein voltooide woningen in 1927 nog is voortgezet In dat jaar is voor het eerst het cijfer 50.000 overschreden (50.246 tegen 48.833 in 1926), terwijl de totale toene ming van den woningvoorraad 44.690 bedroeg (1926: 44.363). In uitvoering waren echter in 1927 maand voor maand minder woningen dan in 1926. Ook het aantal op nieuw terrein begonnen woningen nam af. In den loop van 1927 waren begon nen 47.869 woningen en voltooid 50.246 (in 1926 resp. 48.411 en 48.833) Op 31 Dec. 1927 waren in uitvoering 24.309 woningen (in 1926: 26.983). Moge lijk wijzen deze cijfers er oji, dat het hoogtepunt van den woningbouw over schreden is. De verhouding, waarin de voornaam ste categorieën van bouw- van ge meentewege, door vereenigingen, enz en door particulieren aan de woning- voorziening deelnamen, onderging, glo baal gesprokén, in vergelijking met 1926 nagenoeg geen verandering. Plaatselijk zijn echter wel verschui vingen op te merken. Zoo nam de par ticuliere bouw, vooral in de gemeenten van middelmatigen omvang (20100 duizend inwoners) benevens Den Haag toe en neemt deze nog toe; in Rotter dam eenerzijds, de groep der kleinste gemeenten anderzijds (minder dan 20 duizend inwoners), speelt reeds sedert enkele jaren de bouw door de gemeen te of voor vereenigingen een zeer on dergeschikte rol. In Amsterdam heeft de vereenigings- en gemeentebouw, welke in 1926 vrijwel geheel stil ligt, weer meer beteekenis gekregen. Naar het aantal aan den voorraad toegevoegde woningen is ook het aan tal woningen, wegens verschillende oorzaken aan den voorraad onttrokken van jaar tot jaar toegenomen In 1927 was dit 15 pet. van den nieu wen bouw, een vijfde daarvan werd opgegeven als ontruimd na onbewoon baarverklaring. Een zeer hoog cijfer is ook dat der algeheele sloopingen, n.l. 2408 in 1927 tegen 2102 in 1926. Onderstaand staatje geeft ten slotte een overzicht van de veranderingen in den woningvoorraad. Jaar Bruto ver Aan den voorraad Saldo ver" meerdering. onttrokken. meerdering' 1921 40364 1895 38469 1922 45496 2035 43461 1923 43132 2629 40503 1924 46712 3616 43009 1925 47190 4477 42713 1926 50698 6335 44363 1927 51622 6932 44690 ONTWIKKELINGSCURSUS GEVANGENIS-PERSONEEL. De hoofdbesturen van den Alg. Ned. Chr. Ambtenarenbond, de Alg. R. K. Ambtenaarsvereeniging, den Bond van Personeel bij de Gevangenissen en den Centralen Ned. Ambtenaarsbond. zijn tot overeenstemming gekomen in zake de wenschelijkheid van samen werking op het gebied van de ontwik keling van het bewakings- en daar mede vergelijkbaar personeel der straf gestichten. Het ligt in de bedoeling op 'n 12-tal plaatsen, waar de voornaamste straf- ge8tichten gevestigd zijn, ontwikke lingscursussen te organiseeren, en dit te doen in voortdurende samenwer king met den directeur van de School voor Maatschappelijk werk te Am sterdam. BOND VAN ZIEKENVERPLEGINGS- PONDSEN. Te Deventer is Zaterdag j.l. een ver gadering gehouden van afgevaardig den van fondsen voor ziekenverple ging Het doel dezer bijeenkomst was, be sprekingen te huoden over het vor men van een bond van ziekenverple- gingsfondsen voor het Oosten des lands. De heer Stolk uit Wassenaar, voor zitter eener soortgelijke vereeniging voor Zuid-Holland, zette het belang van een dergelijke bondvorming uit een, wat betreft verhuizende leden, statistiek, het vormen van een advies bureau, enz. Na gehouden besprekingen werd in beginsel besloten tot federatieve ver binding en werd een afgevaardigde van Voorst, Batlimen en Balkbrug op gedragen, een reglement te ontwerpen MEER VOORZICHTIGE LIEDEN. Onze „N. Prov. Gron. Crt." citeert een en ander uit een artikel in „Het Vaderland" over het jongste commu nistisch congres. Het blad wijst er op, dat een Prof. Mannoury en andere communisten steeds hoog opdoen van de heerlijkhe den in Sovjet-Rusland. De Rus op het congres zeide, dat men verschil moest maken tusschen 'n wezenlijke mensch- heid, zooals men dan in Rusland heeft en een vechtende klasse, zooals in an dere landen de communisten zijn. Zeer vele communisten blijven dan toch maar liever in de „vechtende klasse", dan dat zij zouden gaan naar de menschheid", waar niemand zijn leven zeker is. Het is, zégt het Vaderland, de oude historie; men scheldt op de kapitals- tische maatschappij, maar vindt ze nog zoo kwaad niet. Als men tegen een sociaal democraat-couponknipper of dividend-opstrijker, die thans niet meer zeldzaam zijn, zegt: is dat trek ken van rente of aanvaarden van di vidend eigenlijk niet in strijd met uw beginselen, dan trekt bij een mee warig gezicht en antwoordt: Ja, 't is inderdaad een bergeval, maar wat wil je? Evenmin als de individueele dienstweigering ons van den oorlog afhelpt, verlost individueele weigering van rente of dividend ons van het ka pitalisme, en het is niet mijn schuld, dat ik in die kapitalistische ellende verkeeren moet. En telkens, als wij van zooveel opof fering hooren getuigen, pinken wij een traan uit het oog. Zoo ging het ons onlangs, toen wij vernamen, dat de heer Vliegen de sa menleving, waarin hij het vinden moet een ellendige maatschappij noemde. Het is ontroerend. Maar men kan zich gevoegelijk getroosten met de ge dachte, dat de sociaal democraten ner gens banger voor zijn, dan dat deze „ellendige maatschappij" zou moeten wijken voor die, waarvan zij droo- men. Instinctief gevoelt de revolutionair in vele gevallen, dat hem niets ergers kan treffen, dan dat hij succes heeft. Want dan duurt het geen dag, of hij moet tot de slotsom komen, dat hij zich heeft vergist". TREFFENDE TEGENSTELLING. De communisten, die „Russisch moeten denken, hielden in ons land vrijelijk hun congres. De afgevaardigde van de Sovjet kon hier veilig komen, veiliger wezen data in zijn eigen land, zijn boodschap overbrengen en zijn verhalen doen, hoe men het best de macht van het Russisch communisme over heel de wereld en ook over ons land brengt. Niemand hinderde hem. Het is wel wonderlijk, dat voor zul ke lieden de tegenstelling niet zicht baar wordt, dat zij hier in volle vrij heid kunnen ageeren, terwijl, als een tegenstander van het communisme eens naar Rusland ging, om daar een vergadering van contra-revolutionai ren te presideeren hij stellig de vergaderzaal niet zou bereiken en wel spoedig zou zuchten in den kerker, in afwachting van den kogel. Het communisme in Rusland wil geen critiek. Niet alleen uit wilden overmoed en machtswellust, maar ook niet, omdat zij die vreezen. Het socialistisch paradijs mag men zien, mits vergezeld van een modernen Potimkin, terwijl er niemand is, die het zal durven wagen een vreemde iets van de waarheid te zeggen. Het is zoo ver gekomen met het arme volk, daar, dat het niet alleen de tyrannie draagt, maar het ook nog loven móet met de revolver op de borst. Land- en Tuinbouw. BIJEN EN BLOEMEN. Men schrijft aan de N. R. Crt.: Om te onderzoeken, hoe de bijen bui ten den nectar der bloemen opsporen, moeten wij het intieme leven der bijen kunnen volgen. Wij gebruiken hier voor een waarpemingskast. Deze kast bestaat uit twee boven elkaar geplaats te ramen. De wanden zijn van glas, af gesloten door deuren. Het vlieggat is ter zijde aangebracht. Zijn de deuren geopend, dan kunnen wij de bijen, die door het vlieggat naar binnen wande len, volgen. Het is noodzakelijk de bij en te kleuren; want de straten zijn slechts een c.M. breed en hierin be weegt zich een dicht gesloten rij van in- en uitgaande bijen, zoodat zonder een opvallende verfstreep het onmo gelijk is een bepaalde bij op haar weg te volgen. Nauw verband met het gedrag der bijen houdt de functie van het z.g. geurorgaan,daarom volgt hiervan een korte beschrijving. Het is een kliertje tusschen ring 6 en 7 van het achterlijf hoven, verhor- gen achter chitine-plaatjes. Functio neert deze klier, dan zijn deze chitine- plaatjes op zijde geschoven en wordt een witte vlek op die plaats zichtbaar. Het geurorgaan dient ora de nestreuk (ieder volk heeft een eigen nestreuk) en de reuk van het opgenomen voed sel te verspreiden. Zet men nu in het voorjaar op een warmen dag op een paar meters af stand van een bevolkte waarnemings- kast een schaal met suikerwater neer, dan zal een van de rondvliegende bijen dit suikerwater opmerken, op de rand van de schaal gaan zitten en zich vol zuigen. Gedurende dit volzuigen is zij met wat handigheid wel met verf (een gele kleur valt het meeste op) te tee kenen. Is zij verzadigd, dan vliegt zij weg, keert terug en zuigt zich weer vol. Opvallend is het, dat zij nu na het volzuigen eenigen tijd op den rand der schaal gaat zitten, haar geurorga- nen opent de witte vlek wordt zicht baar en snel haar vleugels beweegt. De eerste bij wordt spoedig gevolgd door een tweede, derde, enz. bij. die op hunbeurt ook met verf worden aan gestreken. Zijn er een aantal bijen ge- teekend, dan gaan wij naar de waar- nemingskast, openen de deuren en volgen een van de geteekende bijen, die door het vlieggat naar binnen ko men. Plotseling blijft deze staan, opent haar geurorgaan en slaat haar vleu gels snel heen en weer. Oppervlakkig gezien, heeft het veel weg van een schuddende beweging met slaande vleugels. Bij nauwkeurige waarne ming ziet men haar met eigenaardige passen halve cirkels beschrijven van rechts naar links en weer terug van links naar rechts, die men dansen ge noemd heeft. De naast omgevende bij en nemen deze bewegingen over en volgen de geteekende op haar weg. In iedere waarnemingskast is dit dansen tijdens de dracht te zien, dikwijls op meer plaatsen tegelijk. Na 12 tot 14 ronddraaiingen houdt dit verschijnsel op, de geteekende bij wandelt verder en geeft een eind verder dezelfde voor stelling met hetzelfde resultaat. De verklaring van dit dansen is niet moeilijk. Hierdoor wordt de reuk van het suikerwater of ander voedsel aan de kameraden bekend gemaakt. De luchtstroom, opgewekt door het slaan met de vleugels, verspreidt dezen reuk in den stok. Inderdaad is een zekere agitatie bij het volk door het dansen merkbaar en zien wij vele vliegbijen haastig naar buiten gaan. De vraag is nu, of het dansen alleen de geur of tevens de plaats van het suikerwater wordt aangegeven? Zetten wij Noord-, West- en Ooste lijk van de schaal op afstanden de zelfde suikeroplossing neer, dan wor den op den duur alle vier de schalen bezocht en dit bezoek blijft langer uit. naarmate de verplaatsing grooter is. Werd alleen de plaats aangegeven, dan zou ook uitsluitend de eerste schaal bezoek hebben gekregen. Wij moeten daarom wel aannemen, dat de bijen in steeds grootere kringen den omtrek van den stok afzoeken om het suikerwater te vinden. Geholpen wor den zij hierbij door de bijen, die op de schaal terug keeren. Immers deze ver spreiden op de plaats zelf de geur van het suikerwater, dansen is nu niet noodig; want de luchtstroom buiten zorgt voor verdere verspreiding. Gedu rende de dracht zoeken de bijen den omtrek af binnen een cirkel met een straal van 3 a 4 K.M. naar nectar van de bloemen; vinden zij nectar, dan wordt door het dansen dit aan de ka meraden kenbaar gemaakt. Bedekken wij de oplossing met fil- treerpapier, dat aan de onderzijde met deze vloeistof bevestigd is, dan kost het een bij moeite zich vol te zuigen, danst zij niet. De uitnoodiging aan danst zij niet. De uitnoodiginen aan haar kameraden om te gaan zoeken houdt op en het bezoek buiten neemt af. Nemen wij nu de schaad weg, dan komt nog een enkele bij kijken, vindt niets en blijft ook weg en de plaats blijft totaal ledig. Zetten wij de schaal na een uur weer neer, dan moeten wij wachten, tot een rondvliegende bij haar vindt. Deze zal, in de kast geko men weer gaan dansen, met het ge volg, dat het bezoek der schaal weer toeneemt. Is dit nu niet het zuivere beeld van de dracht der natuur? Wordt buiten een aantal bloemen, die nectar geven, gevonden, dan volgt een steeds herhaalde uitnoodiging a&n de kameraden van de vindster; help die nectar binnen halen. Steeds meer dere bijen komen toevliegen, tot de dracht verminderd, ophoudt en het be zoek eindigt. De bij bezit een sterk ontwikkeld plaatsgeheugen, weet zij eenmaal de plaats waar nectar te vin den is, dan vliegt zij uit den stok er rechtstreeks heen. Inderdaad zien wij ook, als er ergens een rijke dracht is, de uitgaande bijen allen in de richting van die dracht wegvliegen. Houdt deze op, dan begint een nieuwe plaats der dracht te komen, dan wijzigt zich hier naar de richting der vlucht. De nectar- afscheiding der bloemen is verander lijk. Boekweit geeft na tien uur geen honig meer. De bloemen van den rei- gersbek, die 's morgens zijn open ge gaan, vallen tegen 13 uur af; daarom zien wij alleen tot 12 uur bijen op deze bloemen. De witte klaver geeft alleen na 12 uur, als de zon op de bloemen brandt. De heide geeft van het opgaan der zon tot de avond valt, met bedekte lucht weinig; de dwergmispel (Conto- neaster) geeft zoolang de temperatuur boven tien graden blijft nectar, enz. Naarmate de plaats, waar bloemen nectar afscheiden, verandert en wij zigt zich ook de vliegrichting der bijen De waarneming van de vlucht der bij en geeft den imker vele aanwijzingen staat bij een der volken de dracht stil, dan hapert er iets aan dit volk en is oen onderzoek noodig. Is het aantal bloemen van enkele planten niet groot (b.v, van twee struiken Napeta Mussi- nii), dan ziet men één bij de bloemen bezoeken. Wordt deze met een gele verfstreep geteekend, dan kan men haar daaen lang op ieder uir van de® dag op de bloemen terug vinden. Een maal zag ik zoo'n bij 280 bloemen be zoeken, toen vloog zij weg en keerde na 20 minuten terug. Wij moeten wel aannemen, dat bet dansen in clen stok dan. niet plaats vindt, immers de oogst is te schraal voor vele bijen, Ook is dit een wijze beschikking; want de weinige bloemen kunnen evenmin de kruisbestuiving missen als de tiendui zenden bloemen van een bloeienden boomgaard. HET KAASBESLUIT. De Neri- Vereen. van jui^nandelaren beeft aan dien minster van arbeid, handel en nijverhejd verzocht te wil len bevorderen, dat het Kaasbesluit, (dat i Juli a.s. in werking trendy, zoo spoedig mogelijk worde ingetrokken. Adressant© is van meeoing, dat niet al leen van dit Kaasbasiuit aig nattig effect is te verwachten, maar dat het zeer goed mogeiijk is dat het kaas ver bruik er door zal verminderen, aitaans zeker niet bevorderd wordt. De aan cl© vereischte controle verbondea kosten en de aan handel en winkelbedrijf opg©- litgide last en kosten zjjn h.i. niet te rechtvaardigen. In de practijk zal het merken met zwarte of blauwe cijfers (art. 3 van het besluit), door den wiake lier aan zijn leverancier, den grossier worden overgedragen. Op het totaal kaasverbruik in Nederland van pl.m. 30 millioen K.G., zullen 30 k 40 railiioen merken noodig ziin. De winKeiétalages zullen door het vol zetten der kaas met zwa te of bla we n tm rken er al esb©- hal,© sna.,elijr ui zi n Re dj vóó de invoering van e Kaasb.sl t werd pl .o. 90 p .t. van all© Ned r andsche aa ge maakt order t ez cht van de kaasc a- trölestations en mitsdien voorzien van hot rijkscontrölemerk. Bedoelt het Kaas- besluit het vetgehalte der kaas aan het koopend publ.ek te garandeeren, dan gaat het uit van de onjuiste gedachte aat het vetgehalte de waarde der kaas bepaalt; deze is in de allereeerste plaats afhankelijk van den smaak. Uit het pu bliek zijn ze den cf no it k ach'en verno men over bjdrog in den detailhandel in kaas en vast staat, dat het Nederland- scbe volk overal hier te lande zich kan voorzien van kaas tegen een prijs over eenkomstig kwaliteit, leeftijcf en vet gehalte. VISSCHERlJBEhlCHTEN. IJMUIDEN, 24 April. Heden aangeko men aan den Rijksafslag alhier de vang- s n van 11 stoomtrawlers, 1 legger en 20 kuSvVisschers. De prijzen waren: voor trawlvisch: 33 kn. tarbot, f2590, 10 kn. griet f3170 per 50 K.G.; 475 st gr. tong f2,302,60, 2.744 st. middicil tong f2,402,50, 16.315 st. kl'. tong f 2,102,40 p. K.G.; 7 kn. middd schol f3660, 20 kn. zetschol f3966, 192 kn. kl. schol f4,9037,'25 kn. bot f7, 12, 41 kn. schar f612, 8 kif. tong schar f47544 p. k. van 50 K.G.; 9 kn. rog, f 16—29 p. 20 st.; 6 st. vl et, 12,50 p. st.; 21 kn. pioterman poontjes f7— 12,50, 5 kn. gr. scbelvisch f46—5;, 11 kn. middiol schelvisch f 1824, 36 kn. middel schelvisch f15,5018, 100 kn. kl .schelvisch f813 p. k. van 50 K.G. 68 kn. kabeljauw f3040 p. k. van 125, K.G.; 23 kn. gullen f1216, 44 kn. kl gullen f 10,5014,50 p. k. van 50 K.G.; 116 st. leng f0,75i,6o, 61 st. heilbot f 1,504,80 p. st.; 133 kn. wijting f3—7. p. k. van 50 K.G.; 248 st. kool visoh f 0,341,45 per stuk; 0V2 kist'i*akreei f12,5015,50 p. k. van 50 K.G.; voor IJslandscbe zoufcevisch; 139V2 ton kabel jauw, f33,5037, 15 ty4ton gullen (plat) 131, 21/4 ton koolvisch f14,50, 1 ton ecbeïvisch fn per ton, wegende 120 ICG. Scheepstij dingen. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. RIJNDAM N.-ïo.fc n. Ro t 2 4v. B ubg ne, 24 2.30 a.m. voor Waterweg verw, EBA1I ott. n. N.-Orl. 22 te Tampioo. LOCHGOIL Rott. n. Vanc. 24 v. Swao- BURGERDIJK Rott. n. Boston 22 9.31 n.m. 600 m. W. v. Sciliy. CITY OF ROUBAIX 22 v. Rott. te Kobe. CITY OF MADRAS Japan n. Rott. 24 te Suez. KINDERDIJK Rott. n. Vanc. 23 n_m. te Colon. BINNENDIJK 23 n.m. v. Rott. to Phila delphia. BREEDIJIC 24 n.m. v. Baltimoro n. Rott HOLLAND—AFRIKA-LIJN. HEEMSKERK thr. p. 24 Gibraltar. GIEKERK thr. 23 v. Mozambique. NIJKERK thr. 23 van Kaapstad naar L. Palm. HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN. ALRIREO thr. 22 v. Sapele. EEMSTROOM uitr. 22 v. Port Harcourt HELDER thr. 23 v. Lagos. RIJNLAND 24 v. Amst. n. Hamb. HERMES uitr. 24 v. Amsterdam. KON. HOLLANDSCEE LLOYD. GELRIA thr. 23 v. Santo6. WATERLAND thr. 23 v. Las Palmaa 30 te Londen verwacht. AMSTELLAND 20 v. B.-Ayr. s n. Amst ZEELANDIA thr. 23 v. Ima Palmas. ORANIA uitr. 23 v. Rio Janeiro. ROTTERDAMSCHE LLOYD. INDRAPOERA uitr. p. 23 Sagrrs. SIBAJAK 24 v. Bat. te Rotterdam. STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND". P. C. HOOFT uitr. 24 te Pt. Said. KONINGIN DER NEDERLANDEN ui r. 24 v. IJmuidon. PRINSES JULIANA uitr. 24 te Sabang. KON. PAKETVAART MIJ. NIEUW -ZEELAND Rott. n. Bat. p. 2} Gibraltar. v. OVERSTRATEN 21 y, B-lawan n. Fenang. SIBEROET 22 v. Sydney n. Singapore.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 8