DE LEGENDARISCHE EENHOORN.
Fabeldieren der oudheid, deels £0
wrochten eener ongebreidelde fantasie,
(deels ontsproten uit een kern van waar
heid, hebben, aldus schrijft Dt. J. J.
'Tesch in het Vaderl., een langen tijd
(Onivernietigbaax bestaan geleid in die
menschelijke verbeelding. Zulk een won
derwezen was de eenhoorn, waarvao
imen niet dan met eerbied en met diep
ontzag sprak, want het was een konin
klrjk dier, een paard, groot en sterk,
edel en stoutmoedig, met een langen
rechten hoorn midden op het voorhoofd
De eeenhoorn is big ven bestaan m he-1
Engelsche wapen, en nog ziet men hem
als' uithangbord voor apotheken diil
laatste wegens de tooverkracht, die m
vroegere eeuwen aan den hoorn werd
toegeschreven. Het schijnt al weer Aris
totdes geweest te znn, die de sage
van den eenhoorn scniep en, van de
verondeisteiling uitgaand, dat alle die
I-en, die twee horens hebben, tevens
„gekloofde hoeven'' bezitten, cks twee
hoevig zgn, tot de slotsom kwam, dat
1de eenhoorn, die. maar een enkel1 wa
pen op het voorhoofd droeg, óók enkel-
(hoevig, dus als een paard, moeit zijn
Plinius, veel later, weet te vertelen
idat de eenhoorn een kop hesft als eeo
hert, een lichaam als een paard en poo-
ten als een olifant en een dier is van
een ongeloclijke sterkte en snol heid
En deze eigenschappen worden den een
hoorn ook in het Oude Testament toe
gedicht: hier is hij het prototype van
kracht en vlugheid: zoo snel te zijn a's
het jong van den eenhoorn, dib over
den Sehirion, een berg van den Libanon,
springt, was het summum van behendig
heid. De profeet Jesaja, die den onder
gang van Israël en van Jeruza'em voor
spelt, voegt er bij: en de eenhoorn en
zullen met hen afgaan.
\iaar niem nd had van di wonderdie:
in werkelijkheid ooit iets anders ge
zien. dan den Tanden, rechten, spits-
toel'nopenden soiraalsgewrjze gedraai
de i hoorn en dit lurg t zeldzame voor
verp werd met liet grootste respect be
handeld: het was mee? dan zijn ge
wicht aan goud waard, en een geschenk
al e;n voor de machtigsten der aarde
Alleen vo sten en bisxhopp n bezat an
zv.lke staven van s e lijk snijwerk voor
zien. die bij plechtige gelegenheden
voor Len uit werden gedrag- -n. Het wa^
een fetisj van den nlFreersten rang en
het bezat een wonderbaarlijke g-nees
kracht. In de miiddeleeuwen werd als
de machtige, tot wien het volk o z^g,
z'e» werd en ale geneesmidr'een faal
den, een ring van den g heimzinnigen
hoorn afgezaagd, tot poeder vermalen
en de panacee tegen alle kwalen ver
dreef de ziekte.
Maar de jaren gingen voorbij, de ge
zichtskring der men-chen breidde zich
uit, de scheepvaart deed nieuwe landen
aan den horizon verrijzen en uit
hoog noordelijke landen kwamen steeds
meer van zulke wonderhorens 'n Euro
pa. Na verloop van tijd was de too ver
macht gebroken en de markt voor dm
eenhoorn bedorven. En een. zekere pro
fessor Wormius te Kopenhagen verleide
in het begin der 18e eeuw, dat hij een
walvischschedel gez'en had, uit Groen
land afkomstig, waaraan een de gelöke
eenhoorn in de kaak bevestigd was. Het
varen dus tandien van „visscben", die
men bij Groenend en IJsland bemach
tigde en waarmee men een aardighan
de'.tje dreef maar ook hier was het
weer: veel honden zijn der hazen dood:
er Kwamen te veel van zulke tandende
zeldzaamheid verdween en de aardig
heid ging er af.
Toch gaf de in Denemarken g^stich
te Maatschappij van Nieuw-Groenlanid
(deze geografische benaming werd toon
aan de Westkust van het eiland gsge
vende hoop niet op, en zond een partij
)van zulke tanden naar „zijne Tsaarsche
majesteit" (Peter de Groote?) te Mos
kou, onder geleide van een vertrouwens
man, in de verwachting voor de zend'na
een goeden prijs te kunnen bodingen. Et
w as daarbij een prachtige „hoorn", dien
een schipper der Deensche Maatschap
pij in 1636 van een tocht, waarbij een
voor de Denen zeer' voordeel'ge ruilhan
del met de Eskimo's werd gedreven, van
Kieuw-Groenland had m©:'eg' bracht, en
(dien men fce Kopenhagen zesduizend
rijksdaalders waard achtte. De Tzaar
scheen werkelijk geheel onder de betoo
vering van den „eenhoorn" en zeker zou
de koop gesloten zijn, wanneer niet d?s
tzaren lijfarts hem had medegedeeld
dat deze fabuleuze ,/enhoorn" slechts
Fle tand van een vi ch was. Toea was
ïle kans verkeken voor den vertegal
woordiger der Maatschappij ©11 onver
*ach ter zake moest hij naar Kopea.i-
fen terugkeerein, waar hij voor zrjn last
ebbers. alle schuld van de mislukte
zending op dien Russischetu lrfarts
schoof, die zijn handel had bedorven
Waarop een dier heeren aan de groene
tafel (blijkens het verhaal in Zorgdra
gers Blocq nde Opkomst der aloude en
hedendaagscbe Groenlandsch© Vissche
rij, welk boek in 1720 verscheen) hem
toeduwde: „Wat zijt ge noch onkundig?
Gij moest den Dokter twee of driehon
derd dukaten gegeven hebben, om hem
te verpligten, dat ze voor Eenhoorns
wierden aangezien". Men ziet het:
menschenkennis en cynisme waren 2
eeuwen geleden, terecht of ten onrechte,
reeds nauw verbonden.
En zoo is de vervaarlijke hocuspo-
cus van den eenhoorn teruggebracht tot
het nuchtere feit, dat er in het booge
Noorden, binnen dien poolcirkel, een
ttandwalvisch leeft, die nar val, een
Idier van ongeveer 4 M. lengte, 'dlie in
de bovenkaah één rechtuitstaande, ge
(draaiden stoottand van 1 M. lengte be
zit; ten minste het mannetje. Het^ is
eenvoudig een sterk tot ontwikkeling
gekomen snijtand, on wel bijna steeds
aan de linkerzijde, die als een mach
tig wapen vooruitsteekt. In de zoervroe
ge jeugd van het dier worden er twee
van zulke tanden aangelegd, maar die
van de rechterzijde blijft klein en valt
later uit. Waarom alleen de mannetjes
zulk een speer dragen en de wjjf^s
niet, is een raadsel. Men heeft gefabeld
dat de tand dienen meet om het ijs,
waartussch en de narval leeft, open te
breken, of ook om den visoh, d'e zi.ip
voedsel uitmaakt, „aan het spin te rij
gen". Maar hoe moeten die wijfjes, dis
ongewapend zijn, hiet dan stellen? Zul
len zij steeds een cavalier vinden om
ridderdiensten Ie bewijzen? Waarschijn
lijk moet in den stoottand een wapen
worden gezien, waarmede de manne
tjes elkaar bestrijden.
Ofschoon een typisch pooldier uit het
Arctische ijs, verdwaalt de narwal ook
soms ver naar het Zuiden; in 1736 zijn
er twee op de Duitsóh© kust gestrand
en misschien herinnert een lezer zich.
dat in April 1912 zulk een narval zelfs
in de Zuiderzee door een visscher is
gevangen. In zijn eigenlijk gebied wordt
de narval door Eskimo's in hun snelle
„kajaks" gejaagd, terwille van den be
faamden tand, die een goed ivcor levert
en natuurlijk ook vanwege den buit aan
spek en traan. Eerst in den laatster)
tgd schijnt men te trachten de fraai
bruin en wit geschakeerde huid tot
bruikbaar leder te verwerken, evenals
men dit met andere dolfijnen en met
haaien beproeft.
Zoo heeft in de beschaafd© wereld var
tegenwoordig de koninklijke eenhoorn
het sprookjeswezen onzer verre voorva
deren, zijn aureool van heiligheid ver
loren en is gereduceerd tot een nutü
ren, doch eenigszins banalen ivoor-,
spek- en lederleverancier.
Met den Eenhoorn uit die Heilige
Schrift is vermoedelijk bedoeld een dier
dat overeenkomt met den Neushoorn.
Rhinoceros, behoorende tot het oneven
yingerige geslacht, een dier dat tot 4
M. lang kan worden en nu nog ,io
lndië, vooral op Sumatra en in Afrika
wordt aangetroffen.
Uit het Sociale Leven.
WONINGBOUW IN 1927.
De April-aflevering van het Maand
schrift van het Centraal Bureau voor
de Statistiek bevat een overzicht van
den woningbouw in 1927.
Hierin wordt geconstateerd, dat de
stijgende lijn van den woningbouw,
d w.z. van het aantal, ieder jaar op
nieuw terrein voltooide woningen in
1927 nog is voortgezet
In dat jaar is voor het eerst het
cijfer 50.000 overschreden (50.246 tegen
48.833 in 1926), terwijl de totale toene
ming van den woningvoorraad 44.690
bedroeg (1926: 44.363).
In uitvoering waren echter in 1927
maand voor maand minder woningen
dan in 1926. Ook het aantal op nieuw
terrein begonnen woningen nam af.
In den loop van 1927 waren begon
nen 47.869 woningen en voltooid 50.246
(in 1926 resp. 48.411 en 48.833)
Op 31 Dec. 1927 waren in uitvoering
24.309 woningen (in 1926: 26.983). Moge
lijk wijzen deze cijfers er oji, dat het
hoogtepunt van den woningbouw over
schreden is.
De verhouding, waarin de voornaam
ste categorieën van bouw- van ge
meentewege, door vereenigingen, enz
en door particulieren aan de woning-
voorziening deelnamen, onderging, glo
baal gesprokén, in vergelijking met
1926 nagenoeg geen verandering.
Plaatselijk zijn echter wel verschui
vingen op te merken. Zoo nam de par
ticuliere bouw, vooral in de gemeenten
van middelmatigen omvang (20100
duizend inwoners) benevens Den Haag
toe en neemt deze nog toe; in Rotter
dam eenerzijds, de groep der kleinste
gemeenten anderzijds (minder dan 20
duizend inwoners), speelt reeds sedert
enkele jaren de bouw door de gemeen
te of voor vereenigingen een zeer on
dergeschikte rol. In Amsterdam heeft
de vereenigings- en gemeentebouw,
welke in 1926 vrijwel geheel stil ligt,
weer meer beteekenis gekregen.
Naar het aantal aan den voorraad
toegevoegde woningen is ook het aan
tal woningen, wegens verschillende
oorzaken aan den voorraad onttrokken
van jaar tot jaar toegenomen
In 1927 was dit 15 pet. van den nieu
wen bouw, een vijfde daarvan werd
opgegeven als ontruimd na onbewoon
baarverklaring. Een zeer hoog cijfer is
ook dat der algeheele sloopingen, n.l.
2408 in 1927 tegen 2102 in 1926.
Onderstaand staatje geeft ten slotte
een overzicht van de veranderingen in
den woningvoorraad.
Jaar
Bruto ver
Aan den voorraad
Saldo ver"
meerdering.
onttrokken.
meerdering'
1921
40364
1895
38469
1922
45496
2035
43461
1923
43132
2629
40503
1924
46712
3616
43009
1925
47190
4477
42713
1926
50698
6335
44363
1927
51622
6932
44690
ONTWIKKELINGSCURSUS
GEVANGENIS-PERSONEEL.
De hoofdbesturen van den Alg. Ned.
Chr. Ambtenarenbond, de Alg. R. K.
Ambtenaarsvereeniging, den Bond van
Personeel bij de Gevangenissen en
den Centralen Ned. Ambtenaarsbond.
zijn tot overeenstemming gekomen in
zake de wenschelijkheid van samen
werking op het gebied van de ontwik
keling van het bewakings- en daar
mede vergelijkbaar personeel der straf
gestichten.
Het ligt in de bedoeling op 'n 12-tal
plaatsen, waar de voornaamste straf-
ge8tichten gevestigd zijn, ontwikke
lingscursussen te organiseeren, en dit
te doen in voortdurende samenwer
king met den directeur van de School
voor Maatschappelijk werk te Am
sterdam.
BOND VAN ZIEKENVERPLEGINGS-
PONDSEN.
Te Deventer is Zaterdag j.l. een ver
gadering gehouden van afgevaardig
den van fondsen voor ziekenverple
ging
Het doel dezer bijeenkomst was, be
sprekingen te huoden over het vor
men van een bond van ziekenverple-
gingsfondsen voor het Oosten des
lands.
De heer Stolk uit Wassenaar, voor
zitter eener soortgelijke vereeniging
voor Zuid-Holland, zette het belang
van een dergelijke bondvorming uit
een, wat betreft verhuizende leden,
statistiek, het vormen van een advies
bureau, enz.
Na gehouden besprekingen werd in
beginsel besloten tot federatieve ver
binding en werd een afgevaardigde
van Voorst, Batlimen en Balkbrug op
gedragen, een reglement te ontwerpen
MEER VOORZICHTIGE LIEDEN.
Onze „N. Prov. Gron. Crt." citeert
een en ander uit een artikel in „Het
Vaderland" over het jongste commu
nistisch congres.
Het blad wijst er op, dat een Prof.
Mannoury en andere communisten
steeds hoog opdoen van de heerlijkhe
den in Sovjet-Rusland. De Rus op het
congres zeide, dat men verschil moest
maken tusschen 'n wezenlijke mensch-
heid, zooals men dan in Rusland heeft
en een vechtende klasse, zooals in an
dere landen de communisten zijn.
Zeer vele communisten blijven dan
toch maar liever in de „vechtende
klasse", dan dat zij zouden gaan naar
de menschheid", waar niemand zijn
leven zeker is.
Het is, zégt het Vaderland, de oude
historie; men scheldt op de kapitals-
tische maatschappij, maar vindt ze nog
zoo kwaad niet. Als men tegen een
sociaal democraat-couponknipper of
dividend-opstrijker, die thans niet
meer zeldzaam zijn, zegt: is dat trek
ken van rente of aanvaarden van di
vidend eigenlijk niet in strijd met
uw beginselen, dan trekt bij een mee
warig gezicht en antwoordt: Ja, 't is
inderdaad een bergeval, maar wat
wil je? Evenmin als de individueele
dienstweigering ons van den oorlog
afhelpt, verlost individueele weigering
van rente of dividend ons van het ka
pitalisme, en het is niet mijn schuld,
dat ik in die kapitalistische ellende
verkeeren moet.
En telkens, als wij van zooveel opof
fering hooren getuigen, pinken wij een
traan uit het oog.
Zoo ging het ons onlangs, toen wij
vernamen, dat de heer Vliegen de sa
menleving, waarin hij het vinden moet
een ellendige maatschappij noemde.
Het is ontroerend. Maar men kan
zich gevoegelijk getroosten met de ge
dachte, dat de sociaal democraten ner
gens banger voor zijn, dan dat deze
„ellendige maatschappij" zou moeten
wijken voor die, waarvan zij droo-
men.
Instinctief gevoelt de revolutionair
in vele gevallen, dat hem niets ergers
kan treffen, dan dat hij succes heeft.
Want dan duurt het geen dag, of hij
moet tot de slotsom komen, dat hij
zich heeft vergist".
TREFFENDE TEGENSTELLING.
De communisten, die „Russisch
moeten denken, hielden in ons land
vrijelijk hun congres. De afgevaardigde
van de Sovjet kon hier veilig komen,
veiliger wezen data in zijn eigen land,
zijn boodschap overbrengen en zijn
verhalen doen, hoe men het best de
macht van het Russisch communisme
over heel de wereld en ook over ons
land brengt.
Niemand hinderde hem.
Het is wel wonderlijk, dat voor zul
ke lieden de tegenstelling niet zicht
baar wordt, dat zij hier in volle vrij
heid kunnen ageeren, terwijl, als een
tegenstander van het communisme
eens naar Rusland ging, om daar een
vergadering van contra-revolutionai
ren te presideeren hij stellig de
vergaderzaal niet zou bereiken en wel
spoedig zou zuchten in den kerker, in
afwachting van den kogel.
Het communisme in Rusland wil
geen critiek. Niet alleen uit wilden
overmoed en machtswellust, maar ook
niet, omdat zij die vreezen.
Het socialistisch paradijs mag men
zien, mits vergezeld van een modernen
Potimkin, terwijl er niemand is, die
het zal durven wagen een vreemde
iets van de waarheid te zeggen. Het is
zoo ver gekomen met het arme volk,
daar, dat het niet alleen de tyrannie
draagt, maar het ook nog loven móet
met de revolver op de borst.
Land- en Tuinbouw.
BIJEN EN BLOEMEN.
Men schrijft aan de N. R. Crt.:
Om te onderzoeken, hoe de bijen bui
ten den nectar der bloemen opsporen,
moeten wij het intieme leven der bijen
kunnen volgen. Wij gebruiken hier
voor een waarpemingskast. Deze kast
bestaat uit twee boven elkaar geplaats
te ramen. De wanden zijn van glas, af
gesloten door deuren. Het vlieggat is
ter zijde aangebracht. Zijn de deuren
geopend, dan kunnen wij de bijen, die
door het vlieggat naar binnen wande
len, volgen. Het is noodzakelijk de bij
en te kleuren; want de straten zijn
slechts een c.M. breed en hierin be
weegt zich een dicht gesloten rij van
in- en uitgaande bijen, zoodat zonder
een opvallende verfstreep het onmo
gelijk is een bepaalde bij op haar weg
te volgen.
Nauw verband met het gedrag der
bijen houdt de functie van het z.g.
geurorgaan,daarom volgt hiervan een
korte beschrijving.
Het is een kliertje tusschen ring 6
en 7 van het achterlijf hoven, verhor-
gen achter chitine-plaatjes. Functio
neert deze klier, dan zijn deze chitine-
plaatjes op zijde geschoven en wordt
een witte vlek op die plaats zichtbaar.
Het geurorgaan dient ora de nestreuk
(ieder volk heeft een eigen nestreuk)
en de reuk van het opgenomen voed
sel te verspreiden.
Zet men nu in het voorjaar op een
warmen dag op een paar meters af
stand van een bevolkte waarnemings-
kast een schaal met suikerwater neer,
dan zal een van de rondvliegende bijen
dit suikerwater opmerken, op de rand
van de schaal gaan zitten en zich vol
zuigen. Gedurende dit volzuigen is zij
met wat handigheid wel met verf (een
gele kleur valt het meeste op) te tee
kenen. Is zij verzadigd, dan vliegt zij
weg, keert terug en zuigt zich weer
vol. Opvallend is het, dat zij nu na
het volzuigen eenigen tijd op den rand
der schaal gaat zitten, haar geurorga-
nen opent de witte vlek wordt zicht
baar en snel haar vleugels beweegt.
De eerste bij wordt spoedig gevolgd
door een tweede, derde, enz. bij. die op
hunbeurt ook met verf worden aan
gestreken. Zijn er een aantal bijen ge-
teekend, dan gaan wij naar de waar-
nemingskast, openen de deuren en
volgen een van de geteekende bijen,
die door het vlieggat naar binnen ko
men. Plotseling blijft deze staan, opent
haar geurorgaan en slaat haar vleu
gels snel heen en weer. Oppervlakkig
gezien, heeft het veel weg van een
schuddende beweging met slaande
vleugels. Bij nauwkeurige waarne
ming ziet men haar met eigenaardige
passen halve cirkels beschrijven van
rechts naar links en weer terug van
links naar rechts, die men dansen ge
noemd heeft. De naast omgevende bij
en nemen deze bewegingen over en
volgen de geteekende op haar weg. In
iedere waarnemingskast is dit dansen
tijdens de dracht te zien, dikwijls op
meer plaatsen tegelijk. Na 12 tot 14
ronddraaiingen houdt dit verschijnsel
op, de geteekende bij wandelt verder
en geeft een eind verder dezelfde voor
stelling met hetzelfde resultaat.
De verklaring van dit dansen is niet
moeilijk. Hierdoor wordt de reuk van
het suikerwater of ander voedsel aan
de kameraden bekend gemaakt. De
luchtstroom, opgewekt door het slaan
met de vleugels, verspreidt dezen reuk
in den stok. Inderdaad is een zekere
agitatie bij het volk door het dansen
merkbaar en zien wij vele vliegbijen
haastig naar buiten gaan.
De vraag is nu, of het dansen alleen
de geur of tevens de plaats van het
suikerwater wordt aangegeven?
Zetten wij Noord-, West- en Ooste
lijk van de schaal op afstanden de
zelfde suikeroplossing neer, dan wor
den op den duur alle vier de schalen
bezocht en dit bezoek blijft langer uit.
naarmate de verplaatsing grooter is.
Werd alleen de plaats aangegeven,
dan zou ook uitsluitend de eerste
schaal bezoek hebben gekregen. Wij
moeten daarom wel aannemen, dat de
bijen in steeds grootere kringen den
omtrek van den stok afzoeken om het
suikerwater te vinden. Geholpen wor
den zij hierbij door de bijen, die op de
schaal terug keeren. Immers deze ver
spreiden op de plaats zelf de geur van
het suikerwater, dansen is nu niet
noodig; want de luchtstroom buiten
zorgt voor verdere verspreiding. Gedu
rende de dracht zoeken de bijen den
omtrek af binnen een cirkel met een
straal van 3 a 4 K.M. naar nectar van
de bloemen; vinden zij nectar, dan
wordt door het dansen dit aan de ka
meraden kenbaar gemaakt.
Bedekken wij de oplossing met fil-
treerpapier, dat aan de onderzijde met
deze vloeistof bevestigd is, dan kost
het een bij moeite zich vol te zuigen,
danst zij niet. De uitnoodiging aan
danst zij niet. De uitnoodiginen aan
haar kameraden om te gaan zoeken
houdt op en het bezoek buiten neemt
af. Nemen wij nu de schaad weg, dan
komt nog een enkele bij kijken, vindt
niets en blijft ook weg en de plaats
blijft totaal ledig. Zetten wij de schaal
na een uur weer neer, dan moeten wij
wachten, tot een rondvliegende bij
haar vindt. Deze zal, in de kast geko
men weer gaan dansen, met het ge
volg, dat het bezoek der schaal weer
toeneemt. Is dit nu niet het zuivere
beeld van de dracht der natuur?
Wordt buiten een aantal bloemen,
die nectar geven, gevonden, dan volgt
een steeds herhaalde uitnoodiging a&n
de kameraden van de vindster; help
die nectar binnen halen. Steeds meer
dere bijen komen toevliegen, tot de
dracht verminderd, ophoudt en het be
zoek eindigt. De bij bezit een sterk
ontwikkeld plaatsgeheugen, weet zij
eenmaal de plaats waar nectar te vin
den is, dan vliegt zij uit den stok er
rechtstreeks heen. Inderdaad zien wij
ook, als er ergens een rijke dracht is,
de uitgaande bijen allen in de richting
van die dracht wegvliegen. Houdt deze
op, dan begint een nieuwe plaats der
dracht te komen, dan wijzigt zich hier
naar de richting der vlucht. De nectar-
afscheiding der bloemen is verander
lijk. Boekweit geeft na tien uur geen
honig meer. De bloemen van den rei-
gersbek, die 's morgens zijn open ge
gaan, vallen tegen 13 uur af; daarom
zien wij alleen tot 12 uur bijen op deze
bloemen. De witte klaver geeft alleen
na 12 uur, als de zon op de bloemen
brandt. De heide geeft van het opgaan
der zon tot de avond valt, met bedekte
lucht weinig; de dwergmispel (Conto-
neaster) geeft zoolang de temperatuur
boven tien graden blijft nectar, enz.
Naarmate de plaats, waar bloemen
nectar afscheiden, verandert en wij
zigt zich ook de vliegrichting der bijen
De waarneming van de vlucht der bij
en geeft den imker vele aanwijzingen
staat bij een der volken de dracht stil,
dan hapert er iets aan dit volk en is
oen onderzoek noodig. Is het aantal
bloemen van enkele planten niet groot
(b.v, van twee struiken Napeta Mussi-
nii), dan ziet men één bij de bloemen
bezoeken. Wordt deze met een gele
verfstreep geteekend, dan kan men
haar daaen lang op ieder uir van de®
dag op de bloemen terug vinden. Een
maal zag ik zoo'n bij 280 bloemen be
zoeken, toen vloog zij weg en keerde
na 20 minuten terug. Wij moeten wel
aannemen, dat bet dansen in clen stok
dan. niet plaats vindt, immers de oogst
is te schraal voor vele bijen, Ook is
dit een wijze beschikking; want de
weinige bloemen kunnen evenmin de
kruisbestuiving missen als de tiendui
zenden bloemen van een bloeienden
boomgaard.
HET KAASBESLUIT.
De Neri- Vereen. van jui^nandelaren
beeft aan dien minster van arbeid,
handel en nijverhejd verzocht te wil
len bevorderen, dat het Kaasbesluit,
(dat i Juli a.s. in werking trendy, zoo
spoedig mogelijk worde ingetrokken.
Adressant© is van meeoing, dat niet al
leen van dit Kaasbasiuit aig nattig
effect is te verwachten, maar dat het
zeer goed mogeiijk is dat het kaas ver
bruik er door zal verminderen, aitaans
zeker niet bevorderd wordt. De aan cl©
vereischte controle verbondea kosten
en de aan handel en winkelbedrijf opg©-
litgide last en kosten zjjn h.i. niet te
rechtvaardigen. In de practijk zal het
merken met zwarte of blauwe cijfers
(art. 3 van het besluit), door den wiake
lier aan zijn leverancier, den grossier
worden overgedragen. Op het totaal
kaasverbruik in Nederland van pl.m. 30
millioen K.G., zullen 30 k 40 railiioen
merken noodig ziin. De winKeiétalages
zullen door het vol zetten der kaas met
zwa te of bla we n tm rken er al esb©-
hal,© sna.,elijr ui zi n Re dj vóó de
invoering van e Kaasb.sl t werd pl .o.
90 p .t. van all© Ned r andsche aa ge
maakt order t ez cht van de kaasc a-
trölestations en mitsdien voorzien van
hot rijkscontrölemerk. Bedoelt het Kaas-
besluit het vetgehalte der kaas aan het
koopend publ.ek te garandeeren, dan
gaat het uit van de onjuiste gedachte
aat het vetgehalte de waarde der kaas
bepaalt; deze is in de allereeerste plaats
afhankelijk van den smaak. Uit het pu
bliek zijn ze den cf no it k ach'en verno
men over bjdrog in den detailhandel
in kaas en vast staat, dat het Nederland-
scbe volk overal hier te lande zich kan
voorzien van kaas tegen een prijs over
eenkomstig kwaliteit, leeftijcf en vet
gehalte.
VISSCHERlJBEhlCHTEN.
IJMUIDEN, 24 April. Heden aangeko
men aan den Rijksafslag alhier de vang-
s n van 11 stoomtrawlers, 1 legger en
20 kuSvVisschers. De prijzen waren: voor
trawlvisch: 33 kn. tarbot, f2590, 10
kn. griet f3170 per 50 K.G.; 475 st
gr. tong f2,302,60, 2.744 st. middicil
tong f2,402,50, 16.315 st. kl'. tong
f 2,102,40 p. K.G.; 7 kn. middd schol
f3660, 20 kn. zetschol f3966, 192
kn. kl. schol f4,9037,'25 kn. bot f7,
12, 41 kn. schar f612, 8 kif. tong
schar f47544 p. k. van 50 K.G.; 9 kn.
rog, f 16—29 p. 20 st.; 6 st. vl et, 12,50
p. st.; 21 kn. pioterman poontjes f7—
12,50, 5 kn. gr. scbelvisch f46—5;, 11
kn. middiol schelvisch f 1824, 36 kn.
middel schelvisch f15,5018, 100 kn.
kl .schelvisch f813 p. k. van 50 K.G.
68 kn. kabeljauw f3040 p. k. van 125,
K.G.; 23 kn. gullen f1216, 44 kn. kl
gullen f 10,5014,50 p. k. van 50 K.G.;
116 st. leng f0,75i,6o, 61 st. heilbot
f 1,504,80 p. st.; 133 kn. wijting f3—7.
p. k. van 50 K.G.; 248 st. kool visoh
f 0,341,45 per stuk; 0V2 kist'i*akreei
f12,5015,50 p. k. van 50 K.G.; voor
IJslandscbe zoufcevisch; 139V2 ton kabel
jauw, f33,5037, 15 ty4ton gullen (plat)
131, 21/4 ton koolvisch f14,50, 1 ton
ecbeïvisch fn per ton, wegende 120
ICG.
Scheepstij dingen.
HOLLAND—AMERIKA-LIJN.
RIJNDAM N.-ïo.fc n. Ro t 2 4v. B ubg
ne, 24 2.30 a.m. voor Waterweg verw,
EBA1I ott. n. N.-Orl. 22 te Tampioo.
LOCHGOIL Rott. n. Vanc. 24 v. Swao-
BURGERDIJK Rott. n. Boston 22 9.31
n.m. 600 m. W. v. Sciliy.
CITY OF ROUBAIX 22 v. Rott. te Kobe.
CITY OF MADRAS Japan n. Rott. 24
te Suez.
KINDERDIJK Rott. n. Vanc. 23 n_m. te
Colon.
BINNENDIJK 23 n.m. v. Rott. to Phila
delphia.
BREEDIJIC 24 n.m. v. Baltimoro n. Rott
HOLLAND—AFRIKA-LIJN.
HEEMSKERK thr. p. 24 Gibraltar.
GIEKERK thr. 23 v. Mozambique.
NIJKERK thr. 23 van Kaapstad naar
L. Palm.
HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN.
ALRIREO thr. 22 v. Sapele.
EEMSTROOM uitr. 22 v. Port Harcourt
HELDER thr. 23 v. Lagos.
RIJNLAND 24 v. Amst. n. Hamb.
HERMES uitr. 24 v. Amsterdam.
KON. HOLLANDSCEE LLOYD.
GELRIA thr. 23 v. Santo6.
WATERLAND thr. 23 v. Las Palmaa
30 te Londen verwacht.
AMSTELLAND 20 v. B.-Ayr. s n. Amst
ZEELANDIA thr. 23 v. Ima Palmas.
ORANIA uitr. 23 v. Rio Janeiro.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
INDRAPOERA uitr. p. 23 Sagrrs.
SIBAJAK 24 v. Bat. te Rotterdam.
STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND".
P. C. HOOFT uitr. 24 te Pt. Said.
KONINGIN DER NEDERLANDEN ui r.
24 v. IJmuidon.
PRINSES JULIANA uitr. 24 te Sabang.
KON. PAKETVAART MIJ.
NIEUW -ZEELAND Rott. n. Bat. p. 2}
Gibraltar.
v. OVERSTRATEN 21 y, B-lawan n.
Fenang.
SIBEROET 22 v. Sydney n. Singapore.