DE OLYMPISCHE SPELEN.
ii.
In het oude Athene kende men twee
soorten van scholen voor lichaams-
oefeningen: de „palaestrae" én de
„Gymnasia". De Atheensche jongen
ging omstreeks z'n 10e jaar gymnastiek
leeren. Zijn vader zond hem daartoe
naar een „Palaestrae". Dit was een par
ticuliere gymnastiekschool, welke als
zoodanig niet voor het publiek toe
gankelijk was. De gymnastiekmeester
(Paedotribes) was eigenaar van zulk
een school. Deze kon in zijn inrichting
toelaten en weigeren wie hij wilde.
De „Gymnasia" daarentegen waren
groote publieke gebouwen met een
niet al te beperkt terrein.
In den Hellenistischen tijd, na pl.m.
300 v. Chr. zijn het ware sportpaleizen
met leeszalen, badplaatsen enz. Doch
ook reeds ten tijde van Pericles, d.i.
pl.m. 500 voor onze jaartelling, zijn het
groote inrichtingen, met door zuilen
gangen ombouwde worstelperken,
waar het vooraanstaande publiek, on
der het gezicht op de zich oefenende
knapen en athleten, de dingen van den
dag behandelde.
Bij zoo'n gelegenheid vinden wij
daar, zoo beschrijft ons Lucianus, in
een der koele zuilengangen de zomer
hitte van den dag ontvlucht zijnde,
de Atheensche wetgever Solon, die
met zijn Scythische gastvriend Ana-
charsis staat te kijken naar het oefe
nen der jongens in het worstelen.
„Hoe nu Solon, ik begrijp niet", zoo
roept de Scyth, „waarom iemand, als
hij een olijfkrans wil hebben, niet een
voudig een twijg van een boom snijdt
en die zich om het hobfd bindt, zonder
zich eerst in de modder te laten gooi
en, in de maag te laten schoppen, ja,
haast te laten worgen".
Solon heeft natuurlijk pogingen in
het werk gesteld om zijn „Barbaar-
schen" vriend op de hoogte te stel
len van de beteekenis van dezen prijs.
Hij heeft getracht hem eerbied in te
boezemen voor den eere-prijs, die
soms bij zulk een worsteling het doel
kan zijn; b.v. zooals in Olympia het
geval is.
Ook bij ons komt de vraag op: waar-
em een krans; een olijftwijg, want dit
was het.
Laat ons dat eens nagaan.
Hoe gaarne spreekt men van de
onbaatzuchtigheid van de Olympische
kampvechters. Alleen de eer van over
winnaar te zijn en als teeken slechts
een. kransje om het hoofd.
Zooals gezegd, was dit te Olympia
een van de olijfboom; te Corinthe, bij
de Isthmische spelen en te Neméa, in
Argojis, bij de Neméische spelen was
dit een krans van klimop.
Slechts een loofkrans!
Maar was die loofkrans niet met
een gouden mes, op den eersten dag
van het feest, met groote plechtig
heid gesneden uit „den olijfboom der
schoon© kransen", staande onder de
schaduw van den Zeustempel binnen
het heilig gebied?
Zooals gezegd geschiedde dit met
een gouden mes, door een knaap,
.wiens beid? ouders nog in leven wa
ren, opdai niets onvolkomens waar
mede deze prijs in aanraking zou ko
men, de goddelijke volkomenheid zou
kunnen geweld aandoen. Want een
goddelijke prijs bedoelde het te zijn
.Dit blijkt ook uit het feit, dat de ge
reedgemaakte kransen, gewoonlijk ze
ventien, want zooveel wedstrijden
plachten er op het Olympisch pro
gramma te worden aangekondigd, ge
durende wedstrijden, op een tafel in
den tempel van Hera neergelegd wer
den.
En mogen wij in dien „olijfboom der
schoona kransen", niet zien een over
blijfsel uit het heilig woud der Pelas-
gen, waar wij in het vorige artikel
over handelden? Van dit woud lezen
we, dat door zijn bladeren ruischte de
goddelijke geest, terwijl hoogere we
zens zweefden over de kruinen der
omliggende bergen.
Op de Grieken, die van Indo-Euro-
peeschen oorsprong zijn, heeft de Ha-
mieto-Semietische cultuur een groote
invloed gehad.
Sporen van dezen invloed werden
o.a. door de Duitscöe „Ausgrabungen",
onder leiding van den Berlijnschen
hoogleeraar Ernest Curtius, te Olym
pia gevonden. Daar werd opgegraven
Q.a. een klein beeld van een vrouwe
lijke godheid, geheel naar Egyptische
trant bewerkt; de armen worden
recht langs het lijf gehouden en in
iedere hand houdt zij een slang. Het is
naar men meent een dei* zeer oude
schikgodinnen.
Ook voor den Sermietischen invloed,
die op de Grieksche beschaving en
godsdienst gewerkt moet hebben, zijn
te Olympia nieuwe bewijzen gevonden
Het zijn in het bijzonder de Phoeni-
ciërs, de koopvaarders der oudheid,
van wie in deze groote invloed uitging.
Deze bewoners van Tyrus en Sydon,
zijn ons uit de „Heflige Historie" wel
bekend en niet in gunstigen zin. In het
bijzonder uit de geschiedenis van Ko
ning Achabs gemalin Izébel, blijkt ons
de ontzaglijke strijd, welke het erf
deel des Heer^n heeft moeten voeren
tegen den invloed van dit volk, drager
en verbreider der Kanaanietische cul
tuur.
De orakels, als die van Delphi en
Olympia, vinden wij, lang voor deze in
Hellas hun intrede hadden gedaan,
reeds onder de, Israël vijandige, vol
ken.
Zoo meldt oais Dr. A. Noordtzij, in
zijn „Gods Woord en der eeuwen ge
tuigenis", hoe zij door orakels tracht
ten den sluier der toekomst op te lich
ten. Die zocht men dan op plaatsen,
waar men meende, dat bovennatuur
lijke krachten woonden; in beroemde
heiligdommen ofv onder heilige hoo
rnen, wier ruischen men dan een
stem weende te mogen beluisteren.
Plaatsen als bedoeld in Gen. 12 8 en
Deut. 1130.
Uit een en ander blijkt ons voldoen
de welk een gewichtige plaats de bos-
sclien(haag bij Gideon), bij den gods
dienst der heidensche volken innamen
In dit licht bezien wordt het ons
duidelijk waarom „de Olympische
loofkrans" een zoo zeer begeerde prijs
was. Een prijs der goden dus.
Tevens werpt dit een helder licht op
het karakter dezer spelen als in oor
sprong en uitwerking zijnde van hei
densche strekking
C. A. DE ^RUYN.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Begrooting van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw.
Bij de voortzetting van de behande
ling van de begrooting van Binnen
landsche Zaken en Landbouw dringt
de heer POLAK (S.D.) aan op een ver
bod tot verdelging van musschen door
kinderen en opschorting van het uit
loven van premies voor het dooden
van zeehonden, totdat hun schadelijk
heid is bewezen. Spr. waarschuwt te
gen ontginning van te veel woeste
gronden, waardoor natuurschoon ver
nield wordt. Hij dringt aan op .den
aankoop van bosschen en de instelling
van nationale parken."
De heer WESTERÜIJK (V.D.) ves
tigt de aandacht op de overproductie
van den landbouw in Europa, waar
door de prijzen verlaagd en de koop
kracht van de landbouwende bevol
king verminderd is. Intensifeering van
den grond kan de productiekosten
verminderen.
De heer DIEPENHORST (A.-R.) pleit
voor een onderhandelingstarief, wij
zende op de voordeelen, die andere
landen daarmede bereiken, en voor de
uitbreiding van landbouwonderwijs,
vooral met instelling van lagere land
bouwscholen op prot.-christelijken
grondslag. In dit verband dringt hij
aan op wettelijke regeling van het
landbouwonderwijs.
De heer HERMANS (S.D.) vraagt
nadere inlichtingen omtrent de hou
ding van den burgemeester van Cu-
lemborg ter zake van de actie, daar
gevoerd in verband met de. bekende
moordzaak.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw, de heer KAN, ver
dedigt de subsidie aan de burgerwach
ten en het ten goede komen van an
derhalve ton van de vroegere subsidie
aan den landbouw. Wat er in 1929 zal
gebeuren met deze subsidies kan Spr.
nog niet zeggen. Het perspectief der
begrooting is thans buitengewoon on
gunstig. Wanneer de Staat de subsidie
aan de burgerwachten geheel zou in
trekken, zouden de particulieren nog
meer gaan geven en dan zou juist de
toestand ontstaan, dien mevr. Pothuis
Smit niet wensoht, n.l. dat het den
schijn zou wekken alsof de burger
wacht een instituut is in handen van
particulieren in plaats van de over
heid. Het is juist, dat te Amsterdam
Duitschers lid zijn van de burger
wacht. Deze zijn echter alleen bestemd
in geval van revolutie hun eigen kan
toren te verdedigen.
Wat betreft de uitvoering der Bios
coopwet en de geldigheid van gemeen
telijke verordeningen zal de rechter
een uitsnraak hebben te doen. Volgens
spr. lijkt het ondenkbaar, dat de wet
gever ge\Venscht heeft, dat alle moge
lijke gemeentelijke bepalingen met be
trekking tot muziek, sluitingsuur, enz.
door de Bioscoopwet buiten werking
zouden worden gesteld. Trekt de rech
ter inderdaad die conclusie, dan zal de
minister niet aarzelen, met een aan
vulling «te komen.
Den heer Hermans antwoordt Spr.,
dat de gemeenteraad een burgemees
ter steeds ter verantwoording kan roe
pen. De burgemeester is geen ambte
naar van binnenlandsche zaken en zal
er prijs op stellen zichzelf te verdedi
gen. Een burgemeester kan ter zake
van' zijn beleid niet zoo spoedig door
den minister ter verantwoording wor
den geroepen. Men moet ook bedenken,
dat Culemborg als gemeente een ze
nuwpatiënt is geworden tengevolge
van de moordzaak. Het optreden van
den burgemeester moet dan ook in
plaatselijk verband worden gezien.
Voor den economischen toestand
van Zeeuwsch-Vlaanderen verwijst
Spr. naar de komende interpellatie in
de Tweede Kamer.
Wat het trekhond en vraagstuk be
treft, is Spr. zoo ver gegaan als hij kon.
De veeartsenijkundige faculteit heeft
uitgemaakt, dat de hond geschikt is
als trekdier als zekere eischen gesteld
worden. Na dit advies is Spr. ten volle
gerust om den hond als trekdier te
handhaven.
Het ondierhandelingstarief is op 't
oogenblik commissoriaal. Daarover
kan de minister dus niet spreken. Het
toewijzen van lagere lan ibouwscholen
aan de organisaties is onaangenaam
werk omdat men er niemand mede
bevredigt. Een wettelijke regeling zal
thans te veel geld kosten. Met onoor
deelkundige stichting van landbouw
scholen zou men zijn eigen graf delven
De b'egrooting wordt z. h. s. aange
nomen.
Hoofdstuk Va. (Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen).
Aan de orde is de begrooting van
Onderwijs, Kunsten en Wettenschap
pen.
De heer DE VEER (A.-R.) waar
schuwt tegen het plan om de 3-jarige
ambachtsschool om te zetten in een 2-
jarige en vraagt meer ruimte voor het
huis houd onderwijs.
De heer OSSENDORP (S.D.) be
spreekt het bewaarschoolonderwijs,
dat van groote beteekenis is, en nog
steeds ongeregeld. Vele inrichtingen
zijn niet meer dan bewaarplaatsen
voor de kinderen. Voorbereidend on
derwijs wordt er niet gegeven. Veertig
procent der onderwijzeressen bezit
geen enkele bevoegdheid.
Spr. acht voorts het aantal leerlin
gen per klas nog steeds veel te groot
en bepleit verbetering der salarissen.
De lieer DE JONG (R.-K.) zegt, dat
het heel gemakkelijk is een aantal
wenschen te formuleeren, doch min
der eenvoudig die wenschen tot wer
kelijkheid te brengen met de middelen
waarover men beschikt. Hij bespreekt
uitvoerig de toepassing van art. 84 der
L. O.-wet betreffende de aanschaffing
van schoolmeubelen en acht onbillijk
heden geschapen ten opzichte der in
gebouwde scholen, die slechts de ren
te vergoed krijgen van het bedrag uit
gegeven voor schoolmeubelen.
Het wil Spr. voorkomen, dat het
antwoord, door den minister-president
gegeven op het betoog van den heer
Smeenge, die een pleidooi hield voor
beter onderwiis aan schi-^ers- en kra
merskinderen, niet kan bevredigen.
Dit onderwijs koant in de allereerste
plaats in aanmerking om geregeld te
worden.
Voorts steunt Spr. het betoog van
den heer Croles, die het Friesch als fa
cultatief leervak op de lagere school
wenschte c dringt hij aan op bevor
dering van het esperanto-onderwijs,
mede in het belang van de internatio
nale vredesbeweging.
De vergadering wordt verdaagd tot
heden 11 uur.
UIT ONZE INDIEN.
INDISCHE VOEDINGSMIDDELEN
NAAR DE HERLIJNSCHE
TENTOONSTELLING.
Voor de te Berlijn te houden ten
toonstelling van voedingemiddelen
hebben de Duitsche consulaten mede
werking gezocht ter verkrijging van
allerlei gegevens over de verschillen
ende nationale voedings- en genot
middelen, de methoden van bereiding
en conserveering der eetwaren, enz. Er
zijn pogingen gedaan, volgens de
„Nieuwe Soer. Crt.", Indische vruch
ten naar Berlijn te zenden, terwijl ook
de meest eigenaardige der Indische
voedingsmiddelen of wel lekkernijen
er een plaatsje kunnen vinden. Het is
natuurlijk niet uitgjsloten, dat door
den wetenschappelijken opzet der ten
toonstelling ontdekkingen gedaan
worden of smajsen ontwikkeld, die het
vreemde voedingsmiddel een aftrek in
Europa geven, waarvan men zich te
voren geen denkbeeld zou hebben kun
nen maken. Het vreemde trekt ge
woonlijk en zeer terecht merkt het
tentoons'tellingsbestuur op, dat vroe
ger toch ook de aardappel, tomaat en
zooveel andere voedingsmiddelen ook
niet in Europa bekend waren en zelfs
suiker niet. Uit een wetenschappelijk
oogpunt is het natuurlijk ook van be
lang door bestudeering der verschil
lende voedingsmiddelen van alle lan
den der wereld, welke men daar bij
elkaar wil brengen, tot vergelijkende
beschouwingen te komen.
Een dergelijke tentoonstelling vroe
ger in Engeland gehouden heeft heel
veel mooie resultaten opgeleverd op
wetenschappelijk en commercieel ge
bied. Naar het blad verneemt, heeft dr.
Köhler te Soerabaja de ndodige gege
vens verzameld om, hetzij het gevraag
de in verschen dan wel geprepareer-
den toestand te verzenden, althans er
beschrijvingen, foto's of boekwerken
over aan het tentoonstellingsbestuur
te doen toekomen.
INLANDSCH
PANDHUISPERSONEEL
De Locomotief verneemt uit Djokja:
De P. P. P. H., de Bond van In-
landsch pandhuispersoneel, heeft O. S.
Tjokroaminoto tot beschermheer ge
kozen en tot tweede secretaris Rekso-
dipoetro.
Het nieuw bij referendum ge
kozen hoofdbestuur heeft besloten,
zich als voorloopig hoofdbestuur te
constitueeren, omdat de wijze, waar
op de candidaatstelling en de verkie
zing geschied zijn, niet gedacht wor
den te voldoen aan de eischen, welke
daaraan moeten worden gesteld.
Op het eerstvolgend congres, dat
vermoedelijk over zes maanden gehou
den zal worden, zal het thans gekozen
hoofdbestuur en bloc aftreden.
ONTSLAG.
Omtrent het ontslag uit zijn betrek
king van den heer Raden Demang Wi-
ra di Atmadja, waarnemend regent
van Bandoeng, waaromtrent ons een
en ander geseind werd, lezen wij in
het per laatste mail ontvangen A.I.D
De teleurstelling van den dienst-
doenden Bandoengschen regent houdt
o.m. verband met een conduite-kwes-
tie. Bedoelde d.d. regent bracht een
hoogst ongunstige conduite uit over
een algemeen goed beoordeeld onder
geschikte. Bedoeld wordt hier Rd. Soe-
riakartalegawa. Rd. Soeriakartalega-
wa, thans wedana ter beschikking van
Bandoeng, en bovendien tijdelijk waar
nemend patih en regent, is de zoon
van den regent van Garoet, die onlangs
per 1 Mei pensioen aanvroeg, opdat
zijn zoon hem zou kunnen opvolgen.
De vorige patih van Bandoeng,
thans regent van Pandeglang, had de
zen, toen wedana van Soreang, in elk
opzicht geschikt verklaard voor de
bekleeding der functie van rengent.
De nieuwe patih echter deed deze
conduite geheel teniet, in verband
waarmede de regent van Garoet voor
loopig zijn pensioens-aanvrage introk
totdat de kwestie in het reine zou zijn
gebracht
Toen de thans ontslagen patih de
conduite reeds had ingediend, vroeg
hij haar weer terug, teneinde er eenige
wijzigingen in te brengen, hetgeen
door den resident van Midden-Prian-
gan geweigerd werd.
Deze aangelegenheid kwam o.m. ter
sprake tijdens het jongste bezoek van
den gouverneur aan Bandoeng. De
gouverneur heeft den d.d. regent ern
stig over zijn handelingen onderhou
den.
Hierbij moeten, volgens een door
den wd. regent bij de regeering inge
diende klacht, zeer harde woorden ge
vallen zijn, die wij hier niet zullen
weergeven.
De afgetreden regent is hoofdzake
lijk gegriefd, dat deze woorden gebe
zigd werden in tegenwoordigheid van
een derde. Daarover beklaagt hij zich
ofschoon in bedoelde aanklacht deze
ambtenaar tevens erkent, onjuist te
hebben gehandeld.
GEMENGD NIEUWS.
Kindje door een woesten hond aange
vallen. Men meldt uit Schiedam:
Gistermiddag te drie uur heeft een her
dershond van den heer H. aan de Sta
tionsstraat alhier, in het Sterrebosch een
tweejarig kindje aangevallen, dat in een
kinderwagen lag. Het dier wierp zich op
het kind en liet, welke pogingen het kin
dermeisje ook aanwendde, niet los.
De heer L. Sehilperoord, Oostsingel al
daar, die op het geschreeuw van het kind
en het hulpgeroep van het kindermeisje
toesnelde, kneep met beide handen de
strot van den hond dicht, zoodat 't woes
te dier gedwongen werd los te laten. Bij
de worsteling was het kind uit den wa
gen gesleurd terwijl de heer S. hoewel niet
ernstig, in arm en hand was gebeten. De
hond rende daarop een dame na, bij wie
bet dier bleek te behooren.
Het kindje werd door den chauffeur
van de werf „de Nieuwe Waterweg" per
auto naar het ziekenhuis gebracht. Het
had bloedende bijtwonden opgeloopen aan
het rechterdijbeentje en bet linkerarmpje.
Nadat een dokter de wonden verbonden
had, kon het met den vader, den slager
Koppelaar aan den Beukelsdijk te Rot
terdam, naar huis terugkeeren.
Het kindermeisje had geen letsel be
komen.
Proces-verbaal is opgemaakt.
Branden. Gistermorgen is in het ge
hucht Langenbex bij Boxtel de boederij
van N. tot den grond toe afgebrand. Al
het vee en een deel van den inboedel kon
den worden gered. Verzekering dekt de
schade. De oorzaak is onbekend.
-r- Het koffiehuis van den beer O. Bak
ker te Warffum is gedeeltelijk een prooi
der vlammen geworden. Een paard, een
koe, 2 zeugen en 14 biggen kwamen in de
vlammen om. Alles was verzekerd.
De groote schuur van het buiten
„Kleine Huis" te Deur onder Wychen is
door een feilen brand verwoest. Veel land
bouwgereedschap en een broedmachine
gingen verloren. Het woonhuis kon ech
ter behouden worden. De schade wordt
door verzekering gedekt.
Overreden. Te Limbricht vond men
Vrijdagnacht een mijnwerker H. uit Ob-
bicht ernstig gewond en in bewusteloozen
toestand op den weg liggen. Vermoedelijk
is de man door een auto aangereden. In
zorgwekkenden toestand is hij naar het
ziekenhuis te Sittard overgebracht.
Mishandeling van een opzichter door
werkloozen. Eenige der in den polder
Wilnis-Veldzijde werkzaam zijnde Am-
sterdamsche werkloozen kregen twist met
een der opzichters bij dat werk over een
verschil in de opmeting van door hen ver
richt werk. Deze ruzie liep zoo hoog, dat
den opzichter al spoedig eenige klappen
werden toegediend, terwijl hem ook ver
der nog lichamelijk letsel werd toege
bracht
Door de politie is tegen de daders pro
ces-verbaal opgemaakt. De ontevredenheid
onder de werkloozen is thans van dien
aard, dat voortdurend politietoezicht noo-
dig is, teneinde erger te voorkomen.
Ernstig ongevaL Aan de goederen
loods op het stationsemplacement te Roo
sendaal wilde gisteren de 15-jarige C. v. d.
Z., staande op een kruiwagen, een kist uit
de loods op den wagen tillen. De kruiwa
gen sloeg om, zoodat de jongen met het
hoofd op de steenen terecht kwam, met
het gevolg, dat hij een schedelbreuk be
kwam. Hij werd overgebracht naar het
ziekenhuis, waar hem op medisch advies
de H.H. Sacramenten der stervenden wer
den toegediend. Zijn toestand is nog zorg
wekkend.
Uit den ouden tijd. Bij graafwerk te
Escharen bij Grave zijn op anderhalven M.
diepte Romeinsche urnen voor den dag
gekomen.
Tusschen boomen bekneld. Te Zun-
dert werd de voerman C. J. V. tusschen
twee boomen bekneld. Zwaar gewond is
hij naar het Gasthuis te Breda overge
bracht.
Misdaad? Door de politie te Eindho
ven is zekere J. de D. aangehouden, die
Zondag 15 April met zijn jeugdigen mak
ker, den 21-jarigen A. v. d. M., nadat deze
ƒ3000 van zijn moeders versterf had op
gevraagd, per fiets naar België getrokken.
Beiden stonden moreel niet gunstig be
kend. Maandag is J. de D. te Eindhoven
teruggekeerd. De twee personen waren
samen dronken aan Ie erens gezien. Hier
waren zij verdwaald, vertelt J. de D. en
is ook v. d. M.'s fiets gevonden. Van den
jongeman zelf echter is geen spoor te be
kennen, ofschoon de Antwerps^he en Aren-
doncksche recherche alle bosschen aan
de grens hebben afgezocht. J. de D. is
gearresteerd, ofschoon men verder geen
enkele aanwijzing heeft, die op misdaad
wijst.
Wat zal er dan van over zijn? Het
kasteel Nemerlaar te Haaren (N.-B.) be
gint leelijk in verval te geraken, 't Is al
heel oud; in de 13e eeuw al meent men
den oorsprong te vinden, toen de hertogen
in deze streken kwamen jagen en bun
honden hier achterlieten, vandaar dat bet
toen bekend was als „het hondenhok van
Brabant".
Het Kasteel is onbewoond en zal ook
niet betrokken worden; immers de laat
ste bewoner heeft bepaald, in 189U, dat t
80 jaar lane na zijn dood niet mocht be
woond worden.
Toch is het een mooi plekje en menig
een, die de bijbehoorende bosschen door
kruist, komt het kasteel bezichtigen.
Te water gereden. Gisteren is tenge
volge van een stuurdefect een motorrij
der even voorbij Schiphol in de Ringvaart
van den Haarlemmermeerpolder gereden.
Men wist den drenkeling, die onder het
RECLAME
motorrijwiel was geraakt, met groote
moeite weer op het droge te brengen. Hij
bleek echter dusdanig letsel te hebben
bekomen, dat overbrenging naar een der
Amsterdamsche ziekenhuizen noodzake
lijk werd geacht.
Aanrijding. In het Tesselschade Zie
kenhuis is met een wervelfractuur opge
nomen een 32-jarige man, die als bestuur
der van een auto rijdende op de Stadhou
derskade te Amsterdam ter hoogte van
het Vondelpark stopte voor een door een
verkeersagent gegeven stopteeken en op
dat moment van achter was aangereden
door een anderen auto, welke aan het
stopteeken geen gevolg gaf. Beide auto's
bleken bij onderzoek in orde. Tegen den
aanrijdenden bestuurder is proces-verbaal
opgemaakt.
Motorongeluk. Men meldt uit Olde-
broek d.d. 23 April:
Hedenavond bad alhier een zeer ernstig
ongeluk plaats. De 41-jarige gehuwde ge
meente-opzichter de heer H. J. Lans, be
vond zich met zijn motorrijwiel op den
straatweg langs den Eekelenburg en reed
daarmede in de richting van het z.g." Bo-
venpad. Bij het nemen van een bocht na
bij de woning van den beer J. Knikker,
geraakte hij het stuur kwijt en reed in
volle vaart tegen een boom op. Geheel
bewusteloos werd bij, ernstig aan bet
hoofd gekwetst, opgenomen en naar een
ziekenhuis te Zwolle vervoerd, waar hij
gisteren is overleden.
Doodelijke val. De oud-tolgaarder v.
d. Laan te Heiligerlee is van een zolder
gevallen en aan de gevolgen overleden.
Oplichter aangehouden. Door de po
litie te Nijmegen is zekere J. uit Haarlem
aangehouden, verdacht van oplichting op
verschillende plaatsen gepleegd.
Diamanten huwelijksfeest, Te Hoorn,
vierde het echtpaar Caris—Timmermans
zijn diamanten huwelijksfeest, omgeven
door een tachtigtal kinderen en kleinkin
deren. In de versierde parochiekerk werd
een plechtige hoogmis tot dankzegging
opgedragen. Alle plaatselijke corporaties
namen met bun attributen aan het zeld
zame feest deel.
„Leeiijke aapï" Een 28-jarig los werk
man te IJsselstein had den veldwachter
aldaar voor „leeiijke aap" uitgescholden.
De dienaar van den Heiligen Hermandad
meende, dat hij niet op een aap geleek
en heelemaal niet op een leelijken aap.
Daarom maakte hij proces-verbaal op we
gens beleediging. Ook de Utrecbtsche po
litierechter meende, dat bet niet te pas
kwam, om een veldwachter aldus te kwa-
lificeeren.
De arbeider zal ƒ50 moeten betalen of
25 dagen in het gevang 1
EEN ZIN RIJKE LEGENDE.
Toen ide siaando engel in Egypteland
Idoortrok, om uitvoering te geven aaa
de laatste der tien piagen, die Godi zond
over den weerbaxstigen Farao om kern
te tuchtigen, lag er in een Israëlitisch
gezin, een knaapje ernstig ziek te bed,
tot stervens toe.
In hoofdstuk 12 van Exodus, waar
de „wet van het Pascha" beschreven
wordt, lezen we, dat de Israëlieten het
volgende bevel gekregen hadden van
den Heere: „Leest uit, en neemt u lam
meren voor uwe huisgezinnen, en slacht
het Pascha. Neemt dan een bundalken
hysop, iem doopt het in het bloed, dat
in een bekken zal wezen; en strijkt aan
(dien bovendrempel, en aan de beide
zijposteo van dat bloed, hetwelk in hot
bekken zijn zal; doch u aangaande,
(niemand zal uitgaan uit de deur van zijn
huis; tot aan den morgen. Want de
Heere zal doorgaan, om de Egyptenaren
te slaan; doch wanneer Hij net bloed
zien zal aan dien bovendrempel en aan
die twee zjjposten, zoo zal de Hoerende
deur voorbijgaan, en dien verderven* niet
toelaten in uwe huizen te komen om te
Blaam".
Nu in dien banger* nacht, waarin in
niet één Egyptisch gezin de eerstgebore
ne weid gespaand', lag dat stervende
knaapje op zijn ziekbed. Vader eo
moeder stonden rondom de stervens
sponde. Opeens verbrak het knaapje
bet stilzwijgen. „Vader, is het bloed1 wel
aan ld10 deur", klonk het va* bleéke
lipjes.
„Ja; veWtje, daar zou uw Oom voor
zorgen, Idat heb ik hem gevraagd. Dat
heb ik hem opgedragen. Wees maar ge
rust". Even stilte. Eenige oogenblikken
later herhaalt het knaapje zrjn vraag,
en met des te meer klem en nadruk
klinkt biet: „Vader, is het bloeJd wel aan
die Idjeur? Ik kan niet sterven als ik dat
niet zeker weet". Vader tracht het kran
ke knaapje weer gerust te stellen, door
hem te verzekeren, dat ,,oom dlaarvoor
zorgen zou".
„Vader", klinkt het opnieuw, „heeft
u giezien, dat het bloed1 aan de deur is,
dat oom het niet vergeten heeft. Ga kij
ken, vader, want ik Kan zoo niet ster-
j.
En om het knaap]e te bevredigen.
Verwijdert vader zich even va» net
krankbed om zelf met zekerheid te
constate eren, dat hij zijn zoontje ten
volle kan geruststellen.
Maar, tot zijn schrik ontdekt de va
der, dat oom verzuimd heeft, wat hii
hoeft beloofd. De ontstelde vader n:eiit
in allerijl het bundel'ken hysop en be
strijkt met bloed uit een gereeastaana
bekken den bovendropuel, en dc bei
de ziiposten der deur. Hij komt terug;
nog Wit het knaapje; „het bloed .3
aan de deur, vader heeft het zelf gauw
go daan. oom schijnt het door de druk-
tvergeten te hebben".
„Nu kan ik gerust sterven", zegt he.
knaapj „nu het bloed er is". En kort
daarop blaast hij den laatsten adem uit