CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
9de JAARGANG VRIJDAG 13 APRIL 1928 NUMMER 2409
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden
Postbox 20 Postgiro 58936
Telefoonnummer 2778
Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Rechtsche samenwerking.
Het is een verheugend feit, dat on
der de rechterpartijen die tevoren de
Coalitie vormden meer en meer het
besef levendig wordt dat het opnieuw
tot een samenwerking moet komen.
De openingsrede van Mr. Schokking
op de jaarvergadering der Chr.. Hist.
Unie was daar bij vernieuwing het be
wijs voor.
Wij verheugen er ons over. dat de
heer Schokking tot deze conclusie
kwam, niet op een of andere utiliteits
overweging maar omdat het beginsel
daartoe dringt, en omdat de handha
ving van het parlementaire stelsel
daartoe noopt.
Spr. ziet zoo lezen wij in een ver
slag in de talrijke aanwezigen groo-
te belangstelling in de Unie, en meent
dat de algemeene klacht omtrent on
verschilligheid in de politiek voor de
Chr. Historischen althans niet opgaat.
Wie acht geeft op verschillende
stroomingen als gevolg van bepaalde
strevingen en eenigszins kennis neemt
van hetgeen op staatsrechtelijk gebied
gepubliceerd wordt, kan zich ging
spr. voort niet onttrekken aan den
indruk, dat het bestaan van den
Staat zelf als het georganiseerde
volksleven, om het zoo eenvoudig mo
gelijk uit te drukken, in geding komt.
Het is niet enkel meer een strijd
over het eigenlijk wezen van den
Staat, over de meest juiste bepaling
van zijn rechtskarakter en over een
dienovereenkomstige inrichting; neen,
het gaat thans ook over het al of niet
voortbestaan van den Staat. De Staat
zelf wordt bedreigd.
Op deze stelling moest vanzelf vol
gen, die andere dat gezocht moet wor
den naar een oplossing. De heer
Schokking vulde daarbij niet zien
naar het verleden, maar naar de toe
komst.
Bovendien, zoo liet de Unie-Voorzit
ter zich hooren, het gaat niet om het
verleden, maar om de toekomst; be
paaldelijk om de toekomstige ontwik
keling van ons staatkundig leven.
Wanneer we die nu zien in het licht
van hetgeen ik zoo even heb voorop
geplaatst, dan kan het niet anders, of
de tegenwoordige toestand moet onge-
wenscht worden genoemd.
In hoeverre tusschen een intermez
zo- en een extra-parlementair nog an
der verschil bestaat dan dat aan het
eerste het karakter van korter duur is
opgedrukt, schijnt moeilijk te ontdek
ken. Maar in dit geval kan het inter
mezzo-kabinet eigenlijk niet meer als
zoodanig gelden en is het een extra
parlementair geworden. En heeft het
als intermezzo-kabinet, d.i.- dan als
Ministerie van korten duur, zijn be
kend standpunt ingenomeh, om geen
onderwerpen aan te raken, waarmee
een beginsel gemoeid was. dat schei
ding tusschen de verschillende par
tijen bracht, welk standpunt juist
aanstonds van christelijk- historische
zijde is aangevochten, de feiten heb
ben de onhoudbaarheid daarvan be
wezen.
Maar ook hebben de feiten de zwak
heid van een extra-parlementair ka
binet bewezen, dat niet zooals b.v. het
kabinet-Cort van der Linden zijn
steun en in zeker opzicht ook recht
vaardiging vond in van buiten komen
de omstandigheden, in den nood van
den tijd. En dit spreekt te sterker,
omdat aan de leden, waaruit het is
samengesteld, bekwaamheid niet kan
worden ontzegd. Veeleer is het tegen
deel het geval en zou zeker ook een
parlementair kabinet, wat dit aan
gaat. hun gaarne een plaats inrruimen
Neen, de zwakheid ligt in gemis aan
een band tusschen het kabinet en een
partij of groepeering van partijen, die
meer of minder scherp uitgesproken
politieke gedachte vertegenwoordigen.
De regelmatige functionneering van
het parlementaire stelsel, zooals zich
dat ook ten onzent in de constitutio
neel monarchie ontwikkeld heeft,
wordt er door belemmerd, tot schade
van het gezag van de regeering en dat
van de volksvertegenwoordiging beide.
Waar zoo principieel de noodzake
lijkheid van een gezonde parlementai
re toestand wordt gezien kan niet uit
blijven het verlangen om weer met
anderen, die parlementaire samenwer
king te verkrijgen die de vorming van
een op die samenwerking steunend
Ministerie mogelijk maakt.
Met betrekking tot dit punt, zoo zei-
de de heer Schokkirug, sprak ik een
vorig jaar reeds uit, dat de Christelijk
Historischen zich evenmin als vroeger
aan de verantwoordelijkheid voor
deelneming aan den steun van een
zoodanig te vormen kabinet zouden
onttrekken, wanneer op hen een be
roep werd gedaan.
Na uitvoerig te hebben nagegaan
welke punten hierbij tot verschil van
gevoelen kunnen leiden, vooral tegen
over de Roomschen, eindigt de heer
Schokking zijn betoog rnet de opmer
king, dat .lij opzettelijk wat breed op
het tot stand komen van een parle
mentaire meerderheid, waarbij de
Christelijk-Historischen betrokken zou
den kunnen worden, is ingegaan. Voor
wie de politiek maar één aspect heeft,
zoo vervolgde hij, en die niet anders
begeert dan een onmiddellijk ant
woord op de vraag: al of niet herstel
van samenwerking van de vroegere
rechtsche partijen, zal dit geen volle
bevrediging gegeven hebben. Wien het
echter om waarheid in de politieke
verhoudingen te doen is, die de feiten
wil zien, zooals ze zijn, zal begrijpen,
dat voor het oogenbLk slechts richting
aan het vinden van dat antwoord kan
gegeven worden.
Hierin is geen zwakheid maar
kracht, die aan het antwoord, dat op
zijn tijd gegeven moet worden, slechts
ten goede zal komen.
Dit laatste op eén voorwaarde: deze,
clat van ons politiek streven en daar
door gerichte werkzaamheid vreemd
blijve, wat den toets van het christe
lijk beginsel niet zou kunnen door
staan.
Hier is duidelijke principieel e taal
gesproken waarop overleg mogelijk is.
Dat is veel gewonnen.
STADSNIEUWS.
A.-H. KIESVEREENIGING.
Wij herinneren onze lezers nog
aan de vergadering der Kiesvereeni-
ging. welke hedenavond in „Prediker"
gehouden wordt.
Deze vergadering is in meer dan
één opzicht belangrijk, zooals gister
avond per ingezonden stuk door het
bestuur is medegedeeld.
Toonen onze mannen en vrouwen,
door hedenavond aanwezig te zijn
hunne belangstelling voor het politie
ke leven onzer partij.
DE BIOSCOPEN EN DE ZONDAGS
VIERING TE LEIDEN.
Gelijk we reeds meldden is tegen
de Bioscoophouders alhier door de
Politie proces-verbaal opgemaakt we
gens het op den lsten Paaschdag hou
den van voorstellingen, in strijd met
de hun door B. en W. verleende ver
gunning, waarin nadrukkelijk is be
paald, dat op den lsten Paaschdag,
den lsten Pinksterdag en den lsten
Kerstdag geen Bioscoopvoorstellingen
mogen gegeven worden.
Behalve dat de politie tegen de
Bioscoophouders proces-verbaal heeft
opgemaakt, was het in haar macht
geweest, het geven der voorstellingen
j.l. Zondag te verhinderen, zoo noodig
door ontruiming van de zaal.
Dit laatste deed zij jammer ge
noeg niet. Zij bepaalde zich alleen
tot het opmaken van een proces-ver
baal wegens overtreding der vergun
ning, maar liet intusschen de voor
stelling ongehinderd voortgaan.
Gelijk we Dinsdag reeds meedeel
den, trachten de Bioscoophouders hun
optreden te argumenteeren door het
feit, dat de nieuwe Bioscoopwet, wel
ke de vorige maand in werking trad,
de bestaande gemeentelijke vergun
ning om op Zondagavond, na 8 uur,
voorstellingen te mogen geven, met
uitzondering van de drie hierboven
genoemde dagen, heeft te niet gedaan
en dus niet meer van kracht is.
De rechter zal in dezen een uit
spraak moeten doen, doch wij twijfe
len er niet aan of deze uitspraak zal
de Bioscoophouders in het ongelijk
stellen.
Wel is waar, dat bij de invoering
der nieuwe Bioscoopwet de vroegere
gemeentelijke verordening is buiten
werking gesteld, maar ook volgens de
nieuwe wet, mogen op Zondag geen
Bioscoopvoorstellingen worden gege
ven dan met toestemming van B. en
W.
En deze nieuwe vergunning heb
ben B. en W. nog niet verstrekt.
Gelijk bekend, hebben de Bioscoop
houders te Leiden zich met een ver
zoek tot B. en W. gewend om niet al
leen des Zondagavonds na 8 uur, ge
lijk tot dusver het geval was, hun
voorstellingen te geven maar dit reeds
des Zondagsmiddags na 2 u. te mogen
doen, zoogenaamd loor het geven
van Kinder-matiné's.
B. en W. hebben op dit verzoek
evenwel nog niet beslist.
Mocht door B. en W. het verzoek
der Bioscoophouders worden inge
willigd, dan zal het spoedig in onze
stad met de rustige Zondagsviering ge
daan zijn.
Natuurlijk zullen dan de verschil
lende houders van café's etc., een ver
zoek richten tot B. en W. tot het geven
van muziek- of zangvergunning en
andere vermakelijkheden.
En het zal B. en W. dan moeilijk
vallen dit laatste te weigeren als het
eerste wordt toegelaten.
Wij hopen dat ons christenvolk bij
deze zaak ïjiet stil zal zitten, maar zal
ijveren voor eerbiediging van den dc.j
des Heeren.
Het verdient aanbeveling dat B. en
W. weten, dat het overgroote deel on
zer stad van dergelijke publieke ver
makelijkheden op den Zondag niet ge
diend is. Daartegen den strijd aan te
binden is christenplicht.
Wij vernemen dat de Raad der
Geref. Kerk alhier, zich dienaangaan
de met een adres zal wenden tot het
college van B. en W.
Wij betuigen als christelijk dagblad
gaarne onze adhaesie aan dit adres en
wekken andere organisaties op, dit
ook te doen.
DE VEREENIGDE ZANGERS.
In April van het vorige jaar gaf het
Mannenkoor „De Vereenigde Zangers"
zijn eerste uitvoering.
Gisteravond verscheen het voor de
tweede maal op het podium. We wil
len alvast beginnen met de algemeene
opmerking, dat er blijkbaar met ijver
en toewijding en daardoor met succes
is gestudeerd. De directeur heeft het
voor een groot deel zeer goede materi
aal geschoold in eenheid van samen
zang. Het timbre der bassen en bari
tons is heel mooi; ook het timbre der
tenoren is beter geworden. Slechts
wenschen we de eerste tenoren nog
wat meer glans toe.
Begonnen werd met „Domine sal-
vam fac", van Philip Loots. Het be
gin was niet gelukkig, doordat de
hr Pilage onmiddellijk rnoest aftikken
en opnieuw den toon aangaf. Wel
licht was het publiek, dat derf heelen
avond een lichtelijke neiging had om
wat rumoerig te doen, hiervan de oor
zaak. In dit eerste nummer bemerkten
we, dat het koor een krachtig klank
volume kan ontwikkelen, dat ondanks
zijn sterkte toch wat dof en omfloerst
klinkt. In de pianissimo-passages is
de klank-afronding en de helderheid
beter verzorgd.
„Beati Mortui", van Mendelssohn
was o.i. beter dan het eerste nummer
en het cresencdo kwam ook nobeler
en beheerschter tot zijn recht. De uit
spraak en de klankvorming schijnt
ons nog wat droog, de innerlijke klank
gloed ontbreekt nog, al is dat veel be
ter dan het vorige jaar. Bij voortge
zette studie zal de heer Pilage zonder
twijfel ook bereiken, dat er in grootere
werken doorleefder gezongen wordt.
Evenals het vorige jaar hoorden we
ditmaal „Vides ut alta", een ode van
Horatius, door Philip Loots, lang niet
gemakkelijk, maar zeer illustratief
getoonzet. De partijen zaten er uitste
kend in, nuances werden naar den
eisch aangebracht en toch meenen we,
dat dit werk in wezen nog boven do
krachten van het koor ligt. Het klonk
ons niet innerlijk doorleefd genoeg en
de directeur moest herhaaldelijk door
sissen de al te groote geestdrift der
zangers beteugelen. Er zijn nog heeren
bij, die bij sommige nummers eens
hun best moesten doen, om niet hun
best te doen, zich moeten inspannen,
om zich n i e tin te spannen, die er
geen eigen intenties op na moeten
houden, maar zich absoluut moeten
onderwerpen aan de intenties van den
directeur. Deze alleen weet en voelt
hoe het moet, niet de heeren!
We hoorden verder het vooral aan
het slot zoo pathetische „De Rots in
zee", van Richard Hol. En daarna kre
gen we de eigenlijke glansnummers
van het koor: „Haal dan op!" 'n mooi
oud-Russisch lied der Wolga-sleepers,
zeer mooi pianissimo ingezet met fijne
nuanceering uitgewerkt. Voor de uit
voering van dit nummer hebben we
onverdeelde waardeering.
Evenzoo genoot „In 't bosch", van
Verhulst een goede, gave en alleszins
prijzenswaardige vertolking en ten
slotte nog een met veel voordracht ge
zongen uitvoering van Zanders „Wat
ik heb". Dergelijke composities heeft
het koor volkomen in zijn macht en
o.i. zou men zich langzaam van dit
genre op moeten werken tot moeilij
ker stukken. Dat alles neemt niet weg.
dat men met recht tevreden mag zijn
over de ten beste gegeven prestaties.
Bij voortgezette studie met dezelfde
toewijding zal het Mannenkoor „De
Vereenigde Zangers" zonder twijfel
aantoonen, dat Leiden blij mag zijn
met deze vereeniging.
Deze uitvoering kreeg bijzonderen
glans doordat Mevr. Jo van Yzer Vin
cent tweemaal ter afwisseling een
viertal liederen zong. Met haar rein en
stralend geluid, vol poëtische charmt,
zong zij „Per ta gloria", van Buonon-
cini, klaar en frisch als een lentemor
gen vol parelend licht.
Meer gedragen en nog moeier klonk
„Come raggio di sol", van Caldera,
waarbij de zangmelodie zich zoo prach
tig welft over de begeleiding, 't Ging
steeds crescendo.
Handel s „Care selve" gaf Mevr. Van
Yzer gelegenheid met groote verinni
ging en ontroerend mooi het statig
melodieuze van Handel's orgelziel te
vertolken. En daarna volgde een lich
te, frissche voordracht van een her
derslied van Pergolese.
De tweede groep, welke de zangeres
voordroeg, bestond uit drie liederen
van Schubert en twee van Hugo Wolf.
Scheen vooral Handel's lied geheei
voor deze klare, reine stem geschreven
niet minder innig vertolkte zij Schu
bert's „Du bist die Ruh", waarbij te
vens heel bijzonder opviel de teere en
ingehouden begeleiding. Ook „Der
Jungling an der Quelle" was een ge
voelige demonstratie van innigheid en
klankverheerlijking, terwijl „Die Fo-
relle" tot ons kwam in een zonnig en
geestig rhythmenspel.
Wolf's „Verborgenheid" is een lied
van heimwee en „Gesang Weyla's" is
breed en grootsch gedacht. Alles werd
even voortreffelijk vertolkt, terwijl
Mej. M. Verwer met smaak en intuïtie
begeleidde. De beide dames ontvingen
een welverdiende bloemenhulde.
Voor alle uitvoerenden veel applaus.
De zaal was tamelijk bezet.
VEREEN. NEDERLANDSCH FABRIKAAT
In den foyer der Stadsgehoorzaal werd
gisteravond door de afd. Leiden van de
Vereeniging Nederlandsche Fabrikaat een
filmavond gegeven die buitengewoon goed
bezocht was.
De afdelingsvoorzitter, de heer H. Pel,
wees er in 'n inleidend woord op, dat uit
de belangstelling, die het winterprogram-
ma gehad heeft, geconcludeerd mag wor
den, dat de afdeeling reden van bestaan
heeft.
Spr. gaf hierna het woord aan den heer
J. C. Mollema, oud-hoofd-administrateur
van de Billiton-Maatschappij.
Alvorens tot vertooning van de film
over te gaan deelde spr. in groote trek
ken een en ander mede over het werk
dezer mijnbouw-onderneming.
Spr. begon, zooals te doen gebruikelijk
is, met een stukje aardrijkskunde over .de
ligging van Billiton. De kusten van Billi-
ton zijn eentonig: langs de Westkust een
smalle, hier en daar onderbroken strook
zandgrond; aan de Oostkust een breede
zandvlakte met een van krokodillen we-
melend moeras; h-rt overige deel der kust,
behalve dat van de Westelijke helft der
Zuidkust, waar een smalle strook zand
grond wordt gevonden, bestaat uit afzet
tingen van bakoe (zee- en moerasmodder)
met nog hier en daar moerassen, waar
van het grootste (122 K.M.S) in het Zuid-
Oosten is gelegen.
De bevolking wordt onderscheiden in
twee rassen, in Orang Dart en Orang
Laoet, zeemenschen, nakomelingen van
zeeroovers.
Billiton is bijna uitsluitend bekend door
haar tinerts. In 1850 werd door baron v.
Tuyll van Serooskerken concessie aange
vraagd voor de ontginning, welke in 1852
werd verleend. In 1806 werd de N.V. Bil
liton Mij. opgericht.
Spr. schetst dan de moeilijkheden,
waarmee de pioniers dezer beweging te
kampen hadden en waardoor de resulta
ten in den aanvang heel mager waren. In
1892 werd een nieuw contract gesloten
voor den tijd van 35 jaar, waarbij de Mij.
zich verbond 5'8 van haar voordeelig sal
do aan het Gouvernement af te dragen.
Daardoor is Billiton onontbeerlijk voor
ons land geworden.
Hierna werd een aanvang gemaakt met
de vertooning van de Billiton-film, ver
vaardigd door de Ned. Indische Film
maatschappij.
Nadat we in het eerste gedeelte een
en ander van Billiton op het witte doek
hadden gezien, kregen we in het tweede
gedeelte de tinwinning in zijn primitieven
vorm op zeer aanschouwelijke wijze voor
gesteld. Doch ook hier heeft de techniek
reusachtige vorderingen gemaakt en zien
we hoe in de laatste jaren in toenemende
mate de handenarbeid door machinale is
vervangen.
In het laatste gedeelte krijgen we voorts
nog eenige interessante gegevens over de
gewoonten en zeden op Billiton te aan
schouwen, zoodat het geheel een goed
overzicht van Billiton geeft.
Na de filmvoorstelling werd den heer
Mollema door den voorzitter dank ge
bracht voor zijn interessante voordracht.
OPHEFFING GARNIZOENS
WERKPLAATS.
De garnizoenswerkplaats alhier,
waar tot nu toe de militaire schoenen
werden gerepareerd, zal naar de
Volkskrant" verneemt, worden opge
heven. Met ingang van 1 Juli wordt
een begin gemaakt met de afvloeiing
van personeel, waardoor met October
de opheffing geheel zal zijn tot stand
gekomen. Het militaire schoenwerk
zal voortaan in de Rijkswerkinrich
ting en gevangenissen worden gerepa
reerd. Er zijn thans ongeveer 50 per
sonen werkzaam.
„Het Volk" voegt hieraan toe:
Bij vertrek met groot verlof worden
de in het bezit van den dienstplichtige
zijnde schoenen ingeleverd en mogen
dus geen schoenen worden medegege
ven, tenzij de dienstplichtige niet op
eigen schoenen met groot verlof
wenscht te vertrekken; alsdan wordt
hem een paar schoenen van zeer ge
ringe waarde uitgereikt.
Alle ingeleverde paren gedragen
schoenen, welke nog geschikt geacht
worden om in orde te worden ge
maakt, worden in de garnizoenswerk
plaats te Leiden behandeld.
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22l/s cent
Ingezonden Mededeelingen- dubbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cent9
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
Jaarvergadering Chr. Hist. Unie.
Buitenland.
Mislukte aanslag op den koning van
Italië.
Aanslag op den trein van Mnssolini?
Gunstige weervoorspellingen voor
de Duitsche Oceaan vlucht.
De uitsluiting In de Saksische me
taal-industrie omvat 250.C00 man.
Poolsch-Litausch grensincident.
Tramongeluk te Algiers.
Deze sedert 1925 vastgestelde rege
ling heeft aan ongeveer 50 werklieden
schoenmakers een sober bestaan ge
schonken.
Totdat de bezuinigingsinspekteur
verscheen en bewerkte, dat deze
schoenen voortaan in de gevangenis
zouden worden hersteld, door gevan
genen. Voorloopig werden twaalf
werklieden op 1 April ontslagen, met
het vooruitzicht, dat de overigen zou
den volgen.
De autoriteiten hielden het ontslag
voorloopig aan, tot de meening van
den Minister van Defensie was ge
vraagd, welke meening prompt terug
kwam met de mededeeling, dat ge-
stichtsarbeid zooveel mogelijk moest
worden bevorderd.
Wij kunnen ons het vergenoegde ge
zicht van den minister voorstellen
bij de gewaarwording dat er op een
der artikelen arbeidsloon kan worden
bezuinigd, waardoor op het artikel
herstellingen van artillerie-materieel
eenige verouderde kanonnen kunnen
worden gemoderniseerd, zonder dat
daardoor het eindbedrag van defensie
omhoog gaat. De minister kan nu bij
't verdedigen van zijn begrooting we
der een lijst opsommen van oorlogs
tuig, dat Nederland bezit, bespaard
door broodroof op werklieden. Maar
wij vinden het ergerlijk in dezen tijd
van werkloosheid den arbeiders ka
nonnen voor brood te geven en het
werk der vrije arbeiders te doen ver
richten in de gevangenis tegen een ge
middeld loon van elf cent per dag, ter
wijl de gemeente belast wordt met
steun voor de slachtoffers.
Hoewel ook wij betreuren dat hier
weer enkele arbeiders broodeloos
worden, kunnen wij toch „Het Volk"
niet volgen in zijn bestrijding van den
Minister.
IN DE LAKENHAL.
Albrecht Dürer.
Wie als leek de verzameling repro
ducties van houtsneden, gravures en
teekeningen van Albrecht Dürer ziet,
zal zich misschien eerst niet zoo heel
gemakkelijk kunnen oriënteeren.
Toch is dat heel gemakkelijk. Ver
schillende hoofdgroepen worden aan
gewezen door groote Romeinsche
cijfers. Men beginne hij groep I en vol-
ge dan nauwkeurig den catalogus.
Dan blijkt alles heel systematisch in
gedeeld.
Nog even zij meegedeeld, dat de
collectie is opgesteld dooi1 de goede
zorgen van Dr. van Gelder, den direc
teur van het Prentenkabinet en dat
alles wat is geëxposeerd nog maar een
klein deel is van alles wat het Pren
tenkabinet aan Dürer-reproductie be
zit.
Als U dan bij I begint, ziet U eerst
de serie groote houtsneden, die op
treffende wijze verschillende visioe
nen uit de Openbaringen vertolken. In
den catalogus staat nauwkeurig aan
gegeven, op welke teksten de platen
betrekking hebben .Met het Nieuwe
Testament in.de hand zou men heel
nauwkeurig Dürer's verbeeldingen
kunnen volgen. Deze verrassen door
hun geweldige phantasie in de voor
stellingswijze. Men moet niet verge
ten, dat deze houtsneden voor 't eerst
gedrukt werden in 1497, in een tijd.
toen de Bijbel door de drukkunst veel
meer gemeengoed werd, dus een 50
jaar tevoren toen de drukkunst pas
werd uitgevonden. Aan de volksbe
hoeften van die dagen kwam Dürer
eveneens te hulp door zijn voorstellin
gen uit het leven van Maria, zooals die
heel sober door 't N. T. worden aan
gegeven. En dan vindt men, de rij vol
gende, weldra „de groote Lijdensge
schiedenis" en de kleine. Groot en
klein hebben hier betrekking op de
grootte der platen. Vooral de „groote
Passie" geeft een indrukwekkend
beeld van de Lijdensgeschiedenis. Dü
rer heeft Christus hier voorgesteld
als een forsch en sterk gebouwd man
in tegenstelling met de Middeleeuwers.
Dat komt omdat de nieuwe beweging
der Renais «®nce over Europa ging.
Renaissance beteekent wedergeboorte
en in dit verband de wedergeboorte
van de kl&ssiek-Grieksche schoon-