NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Hel dagboek van een Leerares
van
WOENSDAG 11 APRIL 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
HOFBERICHTEN.
H. M. de Koningin, H. M. de Koningin-
Moeder en H. K. H. Prinses Juliana
hebben op den eersten Paaschdag den
dienst in de Julianakerk te 's-Gra-
venhage bijgewoond.
De Koningin-Moeder heeft gister
ochtend, vergezeld door jonkvr. F. L.
H. van de Poll en jhr. A. S. E. van
Tets, een bezoek gebracht aan de eere
tentoonstelling van werken van Jan
Toorop in Pulchri Studio.
Vervolgens ging H.M. met genoemde
leden van haar hofhouding naar de
Koninklijke Kunstzaal Kleykamp, ter
bezichtiging van de tentoonstelling
van werken van Jan Toorop. Daar
werd zij ontvangen en rondgeleid door
den heer W. J. Kleykamp.
GRAVIN VAN RANDWIJCKVAN
HOGENDORP. f
Op 87-jarigen ouderdom is overle
den douairière mr. F. S. K. J. graaf
varf Randwijkbaronesse van Hogen-
dorp, de moeder van den burgemees
ter van Amersfoort.
Gravin van Randwijck is vele jaren
presidente van de Vrouwenafdeeling
van de Haagsche afdeeling van het
Roode Kruis geweest en als zoodanig
is haar de Oranje Nassau Orde ver
leend.
Dr. SGHEURER.
De toestand van het lid der Tweede
Kamer dr. Scheurer te Apeldoorn, is
langzaam achteruitgaande.
CHR. BELASTINGPERSONEEL.
In de te Utrecht gehouden vergade
ring van den Groepsraad Rijksbelas
tingen van den Alg. Ned. Chr. Ambte-
naarsbond heeft de voorzitter, de heer
L. T. Dijkstra van Amsterdam in zijn
openingswoord de ernstige teleurstel
ling vertolkt welke bij het belasting-
personeel is opgewekt tengevolge van
hef nieuwe Ambtenarenbesluit Be
lastingdienst. Dit besluit is weliswaar
door den Minister van Financiën in
handen gesteld van de bijzondere com
missie van overleg, doch van de ad
viezen dier commissie, zelfs van die,
welke met algemeene stemmen waren
aangenomen, was de Minister afgewe
ken, zonder daarvoor redenen op te
geven.
Besloten werd een voorstel, door een
der organisaties bij de bijz. commissie
van overleg ingediend, om alle be
noembare klerken tot Rijksklerk te
benoemen, te steunen
Voorts werd gewraakt, dat zonder
rekening te houden met verkregen
rechten, plotselng wijziging is ge
bracht in de ranglijsten der particulie
re klerken bij de Registratie, Domei
nen, Hypotheken en Kadaster.
Van verschillende zijden werd de
aandacht jevestigd op de trage bevor
dering tot adjunct-commies. Het
laatste jaar waren niet veel meer dan
10 Rijksklerken bevorderd tot ad-
junct-comihies. Eveneens werd aange
drongen te ijveren voor ruimere be
vorderingskansen tot commies.
De Groepsraad besloot op inwilli
gen van deze billijke wenschen krach
tig te blijven aandringen.
Ten slotte werd de agenda der ver
gadering der bijz. comm. van overleg
besproken en den vertegenwoordiger
advies verleend over verschillende
kwesties. Deze nam op zich de teleur
stelling welke bij de leden heerscht, in
die commissie kenbaar te maken.
HET VERDRAG MET BELGIë.
Op de vragen van den heer De Sa-
vornin Lohman, betreffende mededee-
lingen van den Belgischen Minister
van Buitenlandsche Zaken in den Se
naat inzake nieuwe voorstellen aan
België, heeft 'Minister Beelaerts van
Blokland geantwoord, dat het voor de
hand ligt, dat het standpunt der Re-
eeering tegenover de Belgische kwes-
1 ie na de verwerping van het verdrag
van 3 April 1925, aan welk stand
punt bij verschillende gelegenheden
volle openbaarheid is gegeven, ook ter
kennis van de Belgische Regeering is
gebracht. Dit is mondeling geschied;
schriftelijke verklaringen zijn niet
afgelegd.
Bij zijn in den Senaat gehouden re
devoeringen op 21 en 23 Februari 1.1.,
kan de Belgische Minister van Buiten
landsche Zaken niet dan op bedoelde
mededeelingen het oog hebben gehad.
AMERIKAANSCHE DANK
BETUIGING.
Naar wij vernemen, hebben de Re
geeringen van de Vereenigde Staten
en van den Staat Californië haar
dank betuigd voor de deelneming,
waarvan de Nederlandsche Regeering
heeft doen blijken naar aanleiding
van de ernstige overstroomingen, die
onlangs in genoemden Staat hebben
plaats gehad.
DE DISCONTOBANK VOOR
CREDIETINSTELLINGEN.
Naar wij vernemen, heeft de Raad
kamer der Haagsche Rechtbank de
voorloopige hechtenis van mr. L. P.
D., gearresteerd als verdacht van be-
driegelijke bankbreuk in verband met
het faillissement van de Discontobank
voor Credietinstellingen gisteren we
derom met 30 dagen verlengd.
ONDERZOEK TOESTAND
LANDARBEIDERS.
De Hooge Raad van Arbeid heeft
door tusschenkomst van den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw een vragenlijst aan de gemeen
tebesturen gezonden omtrent den toe
stand der arbeiders in den landbouw
en de veehouderij met betrekking tot
het landgebruik anders dan ingevol
ge de Landarbeiderswet, de werking
der Landarbeiderswet, het werken bui
ten de woonplaats, werkloosheid, ver
volgonderwijs, soorten van arbeiders
(inwonend personeel, vast en los per
soneel) en kinderarbeid.
HET PACHTVRAAGSTUK.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw heeft, in ant
woord op een ingediend verzoek, aan
het hoofdbestuur van den Nederl.
bond van arbeiders in het landbouw-,
tuinbouw- en zuivelbedrijf meege
deeld, dat hij te zijner tijd behalve de
groote landbouworganisaties, ook de
landelijke organisaties van landarbei
ders zal hooren omtrent de wettelijke
regeling Van het pachtvraagstuk.
ART. 203 1STE LID GEMEENTEWET
Het Tweede Kamerlid de heer Dec
kers heeft aan den Minister van Bin
nenlandsche Zaken en Landbouw ge
vraagd:
1. Wil de Minister doen onderzoe
ken, of in de gemeente Uden verzuimd
werd het voorschrift van art. 203, 1ste
lid, der Gemeentewet na te komen en,
zoo ja, aan wiens nalatigheid dit i9 te
wijten?
2. Is de Minister bereid, mede te
deelen, of het juist is en, zoo ja, waar
aan het is toe te schrijven of aan
wiens nalatigheid het geweten moet
worden, dat de begrooting der ge
meente Uden voor 1928 nog niet is
vastgesteld door den' gemeenteraad,
dat zelfs deze gemeenteraad nog niet
ter behandeling van de begrooting is
opgeroepen?
3. Wil de Minister doen onderzoe
ken, of te Uden ten laste van het
dienstjaar 1928 uitgaven zijn gedaan,
als bedoeld in art. 205 der Gemeente
wet en, zoo ja, of Gedeputeerde Sta
ten daartoe machtiging gaven?
4. Is de Minister bereid te bevorde
ren dat, indien de vaststelling van de
begrooting der gemeente Uden voor
1928 door den gemeenteraad en haar
goedkeuring door Gedeputeerde Sta
ten nog eenigen tijd op zich laten
wachten, art. 213, 1ste lid, der Ge
meentewet in zooverre wordt toege
past, dat aan de gemeenteambtenaren
het hun van 1 Januari 1928 af toeko
mend salaris wordt uitbetaald?
BOND VAN CHRISTELIJKE ZANG-
VEREENIGINGEN.
Gisteren is te Arnhem de algemeene
vergadering van den Bond van Chris
telijke Zangvereenigingen in Neder
land gehouden. Reeds Maandag waren
verschillende leden te Arnhem bijeen
gekomen, waar zij door een regelings-
commissie werden ontvangen bij mon
de van den heer J. N. van Munster, die
wees op het belang van den bond, wel
ke thans 396 vereenigingen met 17000
leden omvat. Namens den bond werd
het woord gevoerd door den voorzitter,
den heer J. Pieterson Moens; in de
Groote Kerk had een orgelconcert
plaats, terwijl des avonds door ver
schillende vereenigingen een uitvoe
ring werd gegeven.
Gistermorgen had eerst een huis
houdelijke vergadering plaats. In den
namiddag sprak de heer Sem Dresden,
over de ontwikkeling van het lied in
den loop der tijden. Zijn voordracht
werd geïllustreerd door mevr. Dres
den, die verschillende oude en nieu
we liederen ten gehoore bracht.
Aan het slot dankte de voorzitter
den inleider en mevrouw Dresden,
waarna het bestuur en de afgevaar
digden zich naar het gemeentehuis be
gaven, waar zij door den gemeente
raad werden ontvangen, terwijl burge
meester de Monchy een welkomstrede
hield.
TELEFOONDIENST MET CANADA.
Heden wordt de transatlantische te
lefoondienst NederlandCanada ge
opend.
Op dezen dienst zijn de bepalingen
en tarieven van toepassing, welke gel
den in het verkeer met de Vereenigde
Staten.
In herinnering wordi gebracht, dat
de dienst dagelijks geopend is van
12.50120 (Nederlandsche tijd); ge
sprekken kunnen worden gevoerd uit
Amsterdam, Rotterdam en 's-Graven-
hage. Genoemde .kantoren verstrek
ken tevens inlichtingen omtrent de in
Canada tot het verkeer toegelaten
plaatsen en de zones waarin deze ge
legen zijn.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Tholen, E. J. van Leeu
wen te Arnhem.
Aangenomen: Naar Tubbergen, H.
Janzen te Oosterend (Texel).
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Dragtster-Compagnie, E.
Nawljn, cand. te Kampen; en U. Elgers-
ma, cand. te Lichtaard.
Beroepen: Te Dragtster-Compagnie,
U.Elgersma, cand. te Lichtaard. Te Mil-
dam, E. Nawijn, cand. te Kampen. Te Sel-
lingen en te Pijnacker-Nootdorp, W. de
Graaf, cand. te Puttershoek. Te Andijk-
Oost, H. Steen, te Helder. Te Hoek van
Holland, R. J. v. d. Weerd, cand. te Kam
pen.
Bedankt: Voor IJlst, H. R. Pel, te
Suawoude.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Harderwijk, C. S. v. d.
Vèn, te Arnhem.
Bedankt: Voor Alphen aan den Rijn,
J. A. Riekel, te Sliedrecht.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepein: Te Ridderkerk, J. D.
Barth, te Bodegraven.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Ds. L. Kuiper van Kampen heeft Zon
dagmorgen zijn zoon, candidaat G. D.
Kuiper in het ambt van dienaar des
Woords bevestigd in de Geref. Kerk te
Aalsmeer met een predikatie over Matth.
28 17. In de avondgodsdienstoefening
deed Ds. G. D. Kuiper zijn intrede. De
nieuwe herder en leeraar had tot tekst
gekozen Joh. 20 29, 2e ged.
Na de predikatie richtte de nieuwe pre
dikant zich eerst tot zijn vader, die hem
des morgens in het ambt bevestigd had,
hem dankende voor al hetgeen hij voor
hem geweest was en nog is tot op dit
oogenblik. Vervolgens werden toegespro
ken kerkeraad en gemeente, gemeentebe
stuur (waarvan het college van B. en W.
aanwezig was), hoofden der Chr. scholen
en afgevaardigde van de classis Amster
dam.
Ouderling P. de Ruig vertolkte hierop
in gevoelvolle hartelijke bewoordingen de
gevoelens van kerkeraad en gemeente, nu
zij na een 4-jarige vacature weer een
eigen herder en leeraar heeft mogen ont
vangen. Op zijn verzoek werd Ds. Kuiper
toegezongen Ps. 20 1.
Voorts werd nog een enkel woord van
welkom en bemoediging tot den nieuwen
predikant gesproken door den consulent
Ds. Buurman van Amstelveen, door den
burgemeester, den heer J. Kastelein, en
dooF het hoofd der Chr. school, den heer
G. Kommers.
Ds. NOTEBOOM. f
In den. ouderdom van 64 jaren is over
leden Ds. H. J. Noteboom, predikant bij
de Ned. Herv. Kerk te Rhoon.
Ds. Noteboom was praetor van den ring
IJsselmonde der Ned. Herv. Kerk.
De thans overledene werd geboren in
1863 en in 1889 candidaat in Zeeland. 1
Sept. van laatstgenoemd jaar aanvaardde
hij het predikambt te Geldermalsen, wel
ke standplaats hij 2 Mei 1897 met zijn te
genwoordige verwisselde.
NAGEDACHTENIS Ds. GEERLING.
Te Zaltbommel is op het graf van Ds.
O. J. Geerling een gedenksteen geplaatst,
die bij monde van Ds. G. Staal uit Culem-
borg aan de familie werd overgedragen.
Gezongen werd Ps. 68 2, waarna Ds.
Staal in dankgebed voorging.
PREDIKANTENNOOD.
De Vrije Evangelische Gemeenten heb
ben in de naaste toekomst, zoo meldt De
Standaard, in groote mate predikanten
nood.
Bussum beriep reeds 2 maal tevergeefs
Ierseke is al 5 jaar vacant. Ook de ge
meenten Groningen, Leeuwarden en Apel
doorn hebben een eigen voorganger noo-
dig. Daarbij komt, dat verscheidene pre
dikanten den pensioengerechtigden leef
tijd naderen. Hiertegenover staat, dat er
slechts 1 kweekeling dit jaar predikant
hoopt te worden.
VEREEN. VAN PREDIKANTEN VAN
DE GER. KERKEN IN NEDERLAND.
Algemeene vergadering.
Onder presidium van Prof. F. W.
Grosheide van Amsterdam komt de
vereeniging van Predikanten van de
Ger. Kerken in Nederland vandaag en
morgen in het gebouw voor K. en W.
te Utrecht in jaarlijksche algemeene
vergadering bijeen.
De voorzitter opende hedenmiddag
om 1 uur de druk bezochte vergade
ring met het doen zingen van Ps. 119
vers 3, het lezen van Ps. 90 en gebed.
In zijn
Openingswoord
riep de voorzitter allereerst de leden
een Jiartelijk welkom toe, waarna hij
herinnerde aan de nog steeds voort
durende ernstige ongesteldheid van
den zoo beminden en ijverigen secre
taris, Ds. J. G. Kunst te Arnhem. In
verband daarmede waren enkele ver
leden jaar beraamde maatregelen nu
niet uitgevoerd.
Maar ook van blijde dingen mag
spr. gewagen, n.l. het herstel van den
penningmeester, Ds. F. Kramer, van
Beverwijk; het gouden ambtsjubileum
van het oud-bestuurslid, Ds. J. Vonk,
te Maassluis; en den goeden welstand
waarin de hoogbejaarde eere-voorzit-
ter, Prof. L. Lindeboom, te Kampen,
zich verheugen mag. Spr. herinnerde
er voorts met enkele woorden aan,
dat het juist 50 jaar geleden is, dat de
kiemen der vereeniging door Prof.
Lindeboom werden gelegd en dat deze
dit gouden jubileum nog beleven mag.
Met het uitspreken van zijn beste
wenschen voor het welslagen der ver
gaderingen, verklaarde de voorzitter
deze eerste zitting voor geopend.
De notulen en de jaarverslagen van
secretaris en penningmeester, de hee-
ren Ds.J. G. Kunst en Ds. F. Kramer,
(het eerste kan door Ds. Kunst begrij
pelijkerwijze zelf niet uitgebracht
worden) werden vervolgens goedge
keurd.
De aftredende bestuursleden: Ds.
Kramer en Ds.Kunst, werden herko
zen, terwijl de vergadering de hoog
leeraren Dr. G. Ch. Aalders te Hilver
sum en Dr. J. Ridderbos te Kampen
als redacteuren van het Geref. Theol.
Tijdschrift herbenoemde.
Hierna refereerde Prof. Dr. T. Hoek
stra van Kampen over „Eenige ge
dachten over psycho-analyse en her
derlijke verzorging'.
GIFTEN EN LEGATEN.
Dr. F. van Gheel Gildemeester, Ned.
Herv. predikant te 's-Gravenhage, ontving
van wijlen Mevr. Douar. v. Karnebeekv.
Rappard een legaat van ƒ2000 voor zijn
Chr. Volksbond en van 1000 voor de
werkverschaffing van dien Bond.
Het pensioenfonds der Vrije Evange
lische gemeenten ontving een gift van
ƒ1000.
Door Ds. G. J. de Goede te Apeldoorn
is een gift ontvangen van 1000 voor de
te bouwen derde Geref. Kerk.
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 11 April 1928.
Er zijn toch nog altijd optimistische
menschen, wier optimisme zelfs door
den grooten oorlog nog niet tot pessi
misme is omgeslagen. Zoo b.v. de
automobielkoning Henry Ford, die op
't oogenblik Engeland bezoekt en in
een interview verklaarde,dat hij
meende, dat de menschen te verstan
dig werden om nog een grooten oorlog
te hebben. Staatslieden zouden niet
het prestige bezitten zooals dat jaren
geleden het geval was en de gewone
menschen zouden tegen den oorlog
worden opgevoed, doordat zij door
auto's, radio e.a. veel nauwer met el
kaar zouden omgaan.
De oorlog zou alzoo door radio- en
auto-suggestie te genezen zijnl Men
moet toch wel een heel oppervlakki-
gen kijk hebben op de drijfveeren en
factoren, die in het menscbenleven
werken, om niet in te zien, dat de
oorzaken van de oorlogsrazernij veel
dieper liggen dan dat deze op zoo een
voudige wijze zou kunnen verdwijnen.
Ter bestrijding van het oorlogskwaad
zijn andere middelen noodig dan
slechts verlichting en toenemend we
reldverkeer!
OBSERVATOR.
DE SCHOOLRAAD VOOR DE SCHOLEN
MET DEN BIJBEL.
Onder presidium van Ds. J. L. Pierson,
cm. predikant te Bilthoven kwam heden
de Schoolraad voor de Scholen met den
Bijbel in het Gebouw voor K. en W. te
Utrecht in 30e algemeene vergadering bij
een.
De voorzitter opende de vergadering
met gebed en Schriftlezing waarna hij de
volgende openingsrede hield.
Het verloopen jaar lijkt, als wij het in
zijn gang overzien, vrij onbeduidend. Er
is in zijn verleden niets, dat zich los
maakt, naar voren dringt, de aandacht
terstond in beslag neemt.
De maanden, die aan deze jaarvergade
ring voorafgingen, waren als de donkere
dagen voor Kerstmis.
Stil, droomerig, druilig ligt de natuur
rondom ons; de nevelsluiers bedekken
haar aangezicht, dat slechts nu en dan
wordt opgeklaard door een flauwen glim
lach van een even doorbrekenden zonne
straal; en soms kan men gaan verlangen
naar een beetje storm, die de nevelen
vanéén scheurt, alleen niet te veel storm!
Ook dat beetje is niet gekomen. Het
werk, in en voor onze scholen met den
Bijbel, ging rustig en stil voort. Het ge-
heele terrein overziende van onze school
wereld ziet men nergens kruitdamp han
gen, en roept geen enkel schot de echo's
wakker.
Nu zeggen onze zuidelijke buren in een
spreekwoord, dat hun „rustigen" aard
aanduidt: Les peuples heureux n'ont pas
d'histoire gelukkige volken hebben
geen geschiedenis.
Voor dezen gaat het leven zijn stillen,
ordentlijken gang, zonder schokken, zon
der ontroerende gebeurtenissen: het is de
eentonigheid van het dagelijksche doen
en laten.
Is dit zoo. dan mogen wij dit jaar, wat
ons schoolwezen betreft, onder de zeer
gelukkige rekenen.
Zeker, er kwam wel een_ windvlaagje
van de overzijde even een rimpfeling leg
gen op de wateren, in de schijnbare her
leving van de in 1904 zoo krachtig ge
voerde actie van 't „Maakt front voor de
openbare school'', maar het bleef schijn,
en deze schijnwerper zag haar kort licht
onmiddellijk opgelost worden in de duis
ternis.
Het aanblaffen van een enkelen waak
hond ontrustte niemand. Het was een
bandrekel, die vinnig uit het hok schoot
aan zijn korte ketting. Of, is het iets
meer dan hondengebas als men een uit
lating leest als deze, doelende op de wet
der pacificatie: „In 1920 is in Nederland
een aanslag gepleegd op de Staatskas
door de Christelijke partijen. De begroo
ting werd met millioenen en millioenen
belast voor particuliere doeleinden, en de
stuitende manier, waarop ook het aller
onderste uit de kan gehaald werd, kostte
nogmaals millioenen
Men moet maar durven!
Bij de mannen der openbare school
schijnt het rechtvaardigheidsgevoel niet
heel sterk ontwikkeld. Misschien is het
een onchristelijke en onmaatschappelijke
deugd. In dat geval legt sur. zich er bij
neer.
Toch kan niet ontkend, dat het oude
systeem, dat het volk indirect, toch op
zeer gevoelige wijze, immers de beurs is
een „kruidje-roer-me-niet", gedwongen
zou worden de openbare staatsschool te
aanvaarden, wrak geslagen is.
Laat ons het „altijdt waeksaem" niet
FEUILLETON.
34) o
10 October.
Steeds verder in dit ledige leven; de
<one dag gelijkt den anderen. De eenige
lichtpunten zijn Frederik's brieven,
welke helaas altijd slechts kort zijn,
daar hij zooveel te doen heeft. Van
Elsje ontvmg ik gisteren een kaart;
deze was zoo verward en duister, dat
ik er niet wijs uit kon worden. Zij
(•hrcet' in 't Engelsch: de wereld was
vol grillen; alles donker; in het niet
alleen was licht; zij hoopte mij weldra
(ens te zien. Wat moet dat beteeke-
nen? Ik heb me er vergeefs het hoofd
over gebroken.
Een nieuwe poging tot bekeering.
11 October.
Toen ik van morgen uit de school
kwam, zeide mijne kostvrouw, dat er
op mijn kamer bezoek voor me was,
een jongedame, die haar naam niet
had willen noemen; zij had alleen ge
zegd, dat zij een zeer goede vriendin
van me was. Ik snelde naar boven;
daar stond Marie voor me en omhels
de me hartelijk. Ik was een oogenblik
sprakeloos. Dan echter drong mij als
een warme zonnestraal in 't. hart.
...Marie, jij? Hoe kom jij hier?'
„Nu, Roosje', antwoordde zij glim
lachend, „van Wiesenau, waar ik de
vorige week weer ben teruggekomen.
Tante is gelukkig hersteld en ik ben
toen terstond naar vader terugge
keerd".
Nu volgde er een vragen en vertel
len en ik stond weldra weer onder de
(nwt'?rd welke even
als eertijds van haar lief wezen uit
ging. Na het middag-eten gebruikt te
hebben, kwam zij met het eigenlijke
doel van haar bezoek voor den dag,
namelijk om met mij te spreken over
mijne verhouding tot Frederik. Zij
sprak zeer kalm en trachtte mij te be
wegen, het op te geven. In de eerste
plaats voerde zij het kr rakter van Fre
derik in 't geding. Hij was onsolide en
lichtvaardig en mijner niet waardig.
Ik verdedigde hem met warmte, ter-
\yijl ik me op mijn persoonlijke onder
vinding beriep, welke mij hem als zeer
eerzaam had doen kennen. Daarmee
had ik nu een punt aangeroerd, dat ik
beter gedaan had, niet ter sprake te
brengen. Want zij zag me plotseling
heel ernstig aan en zeide:
„Goed, Roosje, ik wil je gelooven en
mijn meening in dit opzicht te zijnen
gunste veranderen, als jij me op eer
en geweten verzekeren kunt, dat gij
u, na uwe kennismaking met hem,
niets te verwijten hebt. Zeg mij dus
eerlijk en openhartig, was dit zoo?"
Deze vraag, zoo onverwacht en plot
seling door haar gesteld, bracht me
van mijn stuk. Ik voelde, hoe me het
bloed naar de wangen steeg, en stond
stom en met gebogen hoofd eenige
oogenblikken vóór haar; het was mij
onmogelijk, haar in de oogen te zien.
Eindelijk herstelde ik me en stamelde
ten zeerste verlegen en verward:
„Nu ja
„Ziet ge Roosje, dat ik goed gezien
heb? Jij kunt het niet loochenen dat
zijn omgang met jou niet steeds was
zooals het behoorde; daarvoor ben je
.te eerlijk. Ik vraag je echter, kan oen
jongeman een meisje werkelijk lief
hebben, jegens hetwelk hij niet den
grootst mogelijken eerbied betoont?"
„Marie", antwoordde ik, „gij neemt
die dingen te ernstig op".
„Neen Roosje, neen", hervatte zij le
vendig, „dat kan men niet te ernstig
opnemen. Heb ik je niet van den be
ginne af gewaarschuwd?"
In mijn hart deed zich een stem hoo
ren, welke mij zeide, dat Marie gelijk
had; maar de liefde tot Herbold trach-
te die stem te overheprschen. Ik ant
woordde:
„Marie, zelfs als het zoo was, als jij
zegt, dan geloof ik toch, dat men nog
vergeven en vergeten moet.
Zij schudde bedroefd het hoofd en
zeide:
„Roosje, jij bent niet meer, zooals je
waart, toen ik je verliet. Ik bid je, zie
van Herbold af; hij zal je in het onge
luk storten. Nog is het tijd.
„Ja, ik zie het en ik wist het reeds
vóór ik hierheen kwam. Elsje Dreisam
is u tot verleidster geworden. Ik heb
alles gehoord; zij verlaat thans Wiese
nau en God geve, dat het haar, niet ten
verderve strekke".
„Ten verderve?" vroeg ik getroffen,
„hoezoo? Is er iets gebeurd?"
„Er loopen allerlei geruchten, welke
ik niet vermag te controleeren. Laten
we daar niet verder over spreken;.uw
geluk gaat mij ter harte. Gij zei-
det daar juist dat Herbold uw jawoord
en gij het zijne had. Ge weet echter
toch, dat hij katholiek is?"
„Marie", zeide ik, „ge roert daar een
punt aan, waarover we het niet eens
kunnen worden ilk zou er over gezwe
gen hebben, als gij het niet ter sprake
gebracht hadt; want ik weet, dat mijn
antwoord je groot verdriet zal veroor
zaken. Doch ik kan en mag je niet
misleiden. Het is geen gemengd hu
welijk; ik geloof even min als hij wat,
dus het heeft evenveel of even weinig
waarde of ik katholiek of protestant
ben".
„Roosje", riep zij verbleekend, „jij,
jij wilt je geloof verloochenen, afval
len?"
„Het gaat niet anders, Marie, wees
daarover niet kwaad op mij; ik ben
toch reeds sedert lang niet meer ge-
loovig. Ik wil je niet nader uiteenzet
ten, hoe dat gekomen is; ik zou je pijn
doen en ge zoudt me toch niet ver
staan. In die dingen moet elk zijn
eigen overtuiging volgen".
Er volgde nu een langdurige samen
spraak. Marie bezwoer me, den stap
niet te doen; doch ik kon niet toege
ven, hoeveel leed dit me ook veroor
zaakte; want ik zag, hoe diep het haar
smartte. Om drie uur ging zij weer
heen; ik vergezelde haar naar het sta
tion. Het was een treurig afscheid. Het
laatste wat zij deed, was, dat zij me
dringend bad, toch zorg te dragen, dat
mijne maagdelijke eer niet de dood
steek werd toegebracht. Dat beloofde
ik haar en ik ben ook vast besloten,
die belofte te houden.
Zij wuifde mij nog langen tijd vanuit
het raampje der coupé toe; in hare
oogen stonden tranen en in de mijne
eveneens. Het was een di'oevig harde
dag. Ik ben vermoeid en neerslachtig.
Hoevele bittere uren zal ik nog moeten
doormaken, tot alles doorworsteld isl
Moet ik dan allen, die me liefhebben,
van mij stooten, om tot mijn doel te
geraken? Treurig lot 1 Hoe zal dat nog
eindigen?
15 October.
Heden ontving 'n zeer hartelijken
brief van Frederik. Midden Januari
zal hij zijn examen doen. Dan zal hij
onze aangelegenheden regelen. De ge
dachte aan mij schonk hem steeds
nieuwen ijver in zijne studiën. Ik zou
me door geen lastertaal omtrent hem
in de war laten brengen. Zijn hart be
hoorde onverdeeld aan mij. Marie 1
Als Frederik zoo was, als jij hem schil
dert, zou en kon hij dan zoo -schrij
ven? (Wordt vervolgd).