NIEUWE LEIDSCHE COURANT Hel dagboek van een Leerares van WOENSDAG 11 APRIL 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. HOFBERICHTEN. H. M. de Koningin, H. M. de Koningin- Moeder en H. K. H. Prinses Juliana hebben op den eersten Paaschdag den dienst in de Julianakerk te 's-Gra- venhage bijgewoond. De Koningin-Moeder heeft gister ochtend, vergezeld door jonkvr. F. L. H. van de Poll en jhr. A. S. E. van Tets, een bezoek gebracht aan de eere tentoonstelling van werken van Jan Toorop in Pulchri Studio. Vervolgens ging H.M. met genoemde leden van haar hofhouding naar de Koninklijke Kunstzaal Kleykamp, ter bezichtiging van de tentoonstelling van werken van Jan Toorop. Daar werd zij ontvangen en rondgeleid door den heer W. J. Kleykamp. GRAVIN VAN RANDWIJCKVAN HOGENDORP. f Op 87-jarigen ouderdom is overle den douairière mr. F. S. K. J. graaf varf Randwijkbaronesse van Hogen- dorp, de moeder van den burgemees ter van Amersfoort. Gravin van Randwijck is vele jaren presidente van de Vrouwenafdeeling van de Haagsche afdeeling van het Roode Kruis geweest en als zoodanig is haar de Oranje Nassau Orde ver leend. Dr. SGHEURER. De toestand van het lid der Tweede Kamer dr. Scheurer te Apeldoorn, is langzaam achteruitgaande. CHR. BELASTINGPERSONEEL. In de te Utrecht gehouden vergade ring van den Groepsraad Rijksbelas tingen van den Alg. Ned. Chr. Ambte- naarsbond heeft de voorzitter, de heer L. T. Dijkstra van Amsterdam in zijn openingswoord de ernstige teleurstel ling vertolkt welke bij het belasting- personeel is opgewekt tengevolge van hef nieuwe Ambtenarenbesluit Be lastingdienst. Dit besluit is weliswaar door den Minister van Financiën in handen gesteld van de bijzondere com missie van overleg, doch van de ad viezen dier commissie, zelfs van die, welke met algemeene stemmen waren aangenomen, was de Minister afgewe ken, zonder daarvoor redenen op te geven. Besloten werd een voorstel, door een der organisaties bij de bijz. commissie van overleg ingediend, om alle be noembare klerken tot Rijksklerk te benoemen, te steunen Voorts werd gewraakt, dat zonder rekening te houden met verkregen rechten, plotselng wijziging is ge bracht in de ranglijsten der particulie re klerken bij de Registratie, Domei nen, Hypotheken en Kadaster. Van verschillende zijden werd de aandacht jevestigd op de trage bevor dering tot adjunct-commies. Het laatste jaar waren niet veel meer dan 10 Rijksklerken bevorderd tot ad- junct-comihies. Eveneens werd aange drongen te ijveren voor ruimere be vorderingskansen tot commies. De Groepsraad besloot op inwilli gen van deze billijke wenschen krach tig te blijven aandringen. Ten slotte werd de agenda der ver gadering der bijz. comm. van overleg besproken en den vertegenwoordiger advies verleend over verschillende kwesties. Deze nam op zich de teleur stelling welke bij de leden heerscht, in die commissie kenbaar te maken. HET VERDRAG MET BELGIë. Op de vragen van den heer De Sa- vornin Lohman, betreffende mededee- lingen van den Belgischen Minister van Buitenlandsche Zaken in den Se naat inzake nieuwe voorstellen aan België, heeft 'Minister Beelaerts van Blokland geantwoord, dat het voor de hand ligt, dat het standpunt der Re- eeering tegenover de Belgische kwes- 1 ie na de verwerping van het verdrag van 3 April 1925, aan welk stand punt bij verschillende gelegenheden volle openbaarheid is gegeven, ook ter kennis van de Belgische Regeering is gebracht. Dit is mondeling geschied; schriftelijke verklaringen zijn niet afgelegd. Bij zijn in den Senaat gehouden re devoeringen op 21 en 23 Februari 1.1., kan de Belgische Minister van Buiten landsche Zaken niet dan op bedoelde mededeelingen het oog hebben gehad. AMERIKAANSCHE DANK BETUIGING. Naar wij vernemen, hebben de Re geeringen van de Vereenigde Staten en van den Staat Californië haar dank betuigd voor de deelneming, waarvan de Nederlandsche Regeering heeft doen blijken naar aanleiding van de ernstige overstroomingen, die onlangs in genoemden Staat hebben plaats gehad. DE DISCONTOBANK VOOR CREDIETINSTELLINGEN. Naar wij vernemen, heeft de Raad kamer der Haagsche Rechtbank de voorloopige hechtenis van mr. L. P. D., gearresteerd als verdacht van be- driegelijke bankbreuk in verband met het faillissement van de Discontobank voor Credietinstellingen gisteren we derom met 30 dagen verlengd. ONDERZOEK TOESTAND LANDARBEIDERS. De Hooge Raad van Arbeid heeft door tusschenkomst van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw een vragenlijst aan de gemeen tebesturen gezonden omtrent den toe stand der arbeiders in den landbouw en de veehouderij met betrekking tot het landgebruik anders dan ingevol ge de Landarbeiderswet, de werking der Landarbeiderswet, het werken bui ten de woonplaats, werkloosheid, ver volgonderwijs, soorten van arbeiders (inwonend personeel, vast en los per soneel) en kinderarbeid. HET PACHTVRAAGSTUK. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft, in ant woord op een ingediend verzoek, aan het hoofdbestuur van den Nederl. bond van arbeiders in het landbouw-, tuinbouw- en zuivelbedrijf meege deeld, dat hij te zijner tijd behalve de groote landbouworganisaties, ook de landelijke organisaties van landarbei ders zal hooren omtrent de wettelijke regeling Van het pachtvraagstuk. ART. 203 1STE LID GEMEENTEWET Het Tweede Kamerlid de heer Dec kers heeft aan den Minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw ge vraagd: 1. Wil de Minister doen onderzoe ken, of in de gemeente Uden verzuimd werd het voorschrift van art. 203, 1ste lid, der Gemeentewet na te komen en, zoo ja, aan wiens nalatigheid dit i9 te wijten? 2. Is de Minister bereid, mede te deelen, of het juist is en, zoo ja, waar aan het is toe te schrijven of aan wiens nalatigheid het geweten moet worden, dat de begrooting der ge meente Uden voor 1928 nog niet is vastgesteld door den' gemeenteraad, dat zelfs deze gemeenteraad nog niet ter behandeling van de begrooting is opgeroepen? 3. Wil de Minister doen onderzoe ken, of te Uden ten laste van het dienstjaar 1928 uitgaven zijn gedaan, als bedoeld in art. 205 der Gemeente wet en, zoo ja, of Gedeputeerde Sta ten daartoe machtiging gaven? 4. Is de Minister bereid te bevorde ren dat, indien de vaststelling van de begrooting der gemeente Uden voor 1928 door den gemeenteraad en haar goedkeuring door Gedeputeerde Sta ten nog eenigen tijd op zich laten wachten, art. 213, 1ste lid, der Ge meentewet in zooverre wordt toege past, dat aan de gemeenteambtenaren het hun van 1 Januari 1928 af toeko mend salaris wordt uitbetaald? BOND VAN CHRISTELIJKE ZANG- VEREENIGINGEN. Gisteren is te Arnhem de algemeene vergadering van den Bond van Chris telijke Zangvereenigingen in Neder land gehouden. Reeds Maandag waren verschillende leden te Arnhem bijeen gekomen, waar zij door een regelings- commissie werden ontvangen bij mon de van den heer J. N. van Munster, die wees op het belang van den bond, wel ke thans 396 vereenigingen met 17000 leden omvat. Namens den bond werd het woord gevoerd door den voorzitter, den heer J. Pieterson Moens; in de Groote Kerk had een orgelconcert plaats, terwijl des avonds door ver schillende vereenigingen een uitvoe ring werd gegeven. Gistermorgen had eerst een huis houdelijke vergadering plaats. In den namiddag sprak de heer Sem Dresden, over de ontwikkeling van het lied in den loop der tijden. Zijn voordracht werd geïllustreerd door mevr. Dres den, die verschillende oude en nieu we liederen ten gehoore bracht. Aan het slot dankte de voorzitter den inleider en mevrouw Dresden, waarna het bestuur en de afgevaar digden zich naar het gemeentehuis be gaven, waar zij door den gemeente raad werden ontvangen, terwijl burge meester de Monchy een welkomstrede hield. TELEFOONDIENST MET CANADA. Heden wordt de transatlantische te lefoondienst NederlandCanada ge opend. Op dezen dienst zijn de bepalingen en tarieven van toepassing, welke gel den in het verkeer met de Vereenigde Staten. In herinnering wordi gebracht, dat de dienst dagelijks geopend is van 12.50120 (Nederlandsche tijd); ge sprekken kunnen worden gevoerd uit Amsterdam, Rotterdam en 's-Graven- hage. Genoemde .kantoren verstrek ken tevens inlichtingen omtrent de in Canada tot het verkeer toegelaten plaatsen en de zones waarin deze ge legen zijn. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Tholen, E. J. van Leeu wen te Arnhem. Aangenomen: Naar Tubbergen, H. Janzen te Oosterend (Texel). GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Dragtster-Compagnie, E. Nawljn, cand. te Kampen; en U. Elgers- ma, cand. te Lichtaard. Beroepen: Te Dragtster-Compagnie, U.Elgersma, cand. te Lichtaard. Te Mil- dam, E. Nawijn, cand. te Kampen. Te Sel- lingen en te Pijnacker-Nootdorp, W. de Graaf, cand. te Puttershoek. Te Andijk- Oost, H. Steen, te Helder. Te Hoek van Holland, R. J. v. d. Weerd, cand. te Kam pen. Bedankt: Voor IJlst, H. R. Pel, te Suawoude. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Harderwijk, C. S. v. d. Vèn, te Arnhem. Bedankt: Voor Alphen aan den Rijn, J. A. Riekel, te Sliedrecht. GEREF. GEMEENTEN. Beroepein: Te Ridderkerk, J. D. Barth, te Bodegraven. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Ds. L. Kuiper van Kampen heeft Zon dagmorgen zijn zoon, candidaat G. D. Kuiper in het ambt van dienaar des Woords bevestigd in de Geref. Kerk te Aalsmeer met een predikatie over Matth. 28 17. In de avondgodsdienstoefening deed Ds. G. D. Kuiper zijn intrede. De nieuwe herder en leeraar had tot tekst gekozen Joh. 20 29, 2e ged. Na de predikatie richtte de nieuwe pre dikant zich eerst tot zijn vader, die hem des morgens in het ambt bevestigd had, hem dankende voor al hetgeen hij voor hem geweest was en nog is tot op dit oogenblik. Vervolgens werden toegespro ken kerkeraad en gemeente, gemeentebe stuur (waarvan het college van B. en W. aanwezig was), hoofden der Chr. scholen en afgevaardigde van de classis Amster dam. Ouderling P. de Ruig vertolkte hierop in gevoelvolle hartelijke bewoordingen de gevoelens van kerkeraad en gemeente, nu zij na een 4-jarige vacature weer een eigen herder en leeraar heeft mogen ont vangen. Op zijn verzoek werd Ds. Kuiper toegezongen Ps. 20 1. Voorts werd nog een enkel woord van welkom en bemoediging tot den nieuwen predikant gesproken door den consulent Ds. Buurman van Amstelveen, door den burgemeester, den heer J. Kastelein, en dooF het hoofd der Chr. school, den heer G. Kommers. Ds. NOTEBOOM. f In den. ouderdom van 64 jaren is over leden Ds. H. J. Noteboom, predikant bij de Ned. Herv. Kerk te Rhoon. Ds. Noteboom was praetor van den ring IJsselmonde der Ned. Herv. Kerk. De thans overledene werd geboren in 1863 en in 1889 candidaat in Zeeland. 1 Sept. van laatstgenoemd jaar aanvaardde hij het predikambt te Geldermalsen, wel ke standplaats hij 2 Mei 1897 met zijn te genwoordige verwisselde. NAGEDACHTENIS Ds. GEERLING. Te Zaltbommel is op het graf van Ds. O. J. Geerling een gedenksteen geplaatst, die bij monde van Ds. G. Staal uit Culem- borg aan de familie werd overgedragen. Gezongen werd Ps. 68 2, waarna Ds. Staal in dankgebed voorging. PREDIKANTENNOOD. De Vrije Evangelische Gemeenten heb ben in de naaste toekomst, zoo meldt De Standaard, in groote mate predikanten nood. Bussum beriep reeds 2 maal tevergeefs Ierseke is al 5 jaar vacant. Ook de ge meenten Groningen, Leeuwarden en Apel doorn hebben een eigen voorganger noo- dig. Daarbij komt, dat verscheidene pre dikanten den pensioengerechtigden leef tijd naderen. Hiertegenover staat, dat er slechts 1 kweekeling dit jaar predikant hoopt te worden. VEREEN. VAN PREDIKANTEN VAN DE GER. KERKEN IN NEDERLAND. Algemeene vergadering. Onder presidium van Prof. F. W. Grosheide van Amsterdam komt de vereeniging van Predikanten van de Ger. Kerken in Nederland vandaag en morgen in het gebouw voor K. en W. te Utrecht in jaarlijksche algemeene vergadering bijeen. De voorzitter opende hedenmiddag om 1 uur de druk bezochte vergade ring met het doen zingen van Ps. 119 vers 3, het lezen van Ps. 90 en gebed. In zijn Openingswoord riep de voorzitter allereerst de leden een Jiartelijk welkom toe, waarna hij herinnerde aan de nog steeds voort durende ernstige ongesteldheid van den zoo beminden en ijverigen secre taris, Ds. J. G. Kunst te Arnhem. In verband daarmede waren enkele ver leden jaar beraamde maatregelen nu niet uitgevoerd. Maar ook van blijde dingen mag spr. gewagen, n.l. het herstel van den penningmeester, Ds. F. Kramer, van Beverwijk; het gouden ambtsjubileum van het oud-bestuurslid, Ds. J. Vonk, te Maassluis; en den goeden welstand waarin de hoogbejaarde eere-voorzit- ter, Prof. L. Lindeboom, te Kampen, zich verheugen mag. Spr. herinnerde er voorts met enkele woorden aan, dat het juist 50 jaar geleden is, dat de kiemen der vereeniging door Prof. Lindeboom werden gelegd en dat deze dit gouden jubileum nog beleven mag. Met het uitspreken van zijn beste wenschen voor het welslagen der ver gaderingen, verklaarde de voorzitter deze eerste zitting voor geopend. De notulen en de jaarverslagen van secretaris en penningmeester, de hee- ren Ds.J. G. Kunst en Ds. F. Kramer, (het eerste kan door Ds. Kunst begrij pelijkerwijze zelf niet uitgebracht worden) werden vervolgens goedge keurd. De aftredende bestuursleden: Ds. Kramer en Ds.Kunst, werden herko zen, terwijl de vergadering de hoog leeraren Dr. G. Ch. Aalders te Hilver sum en Dr. J. Ridderbos te Kampen als redacteuren van het Geref. Theol. Tijdschrift herbenoemde. Hierna refereerde Prof. Dr. T. Hoek stra van Kampen over „Eenige ge dachten over psycho-analyse en her derlijke verzorging'. GIFTEN EN LEGATEN. Dr. F. van Gheel Gildemeester, Ned. Herv. predikant te 's-Gravenhage, ontving van wijlen Mevr. Douar. v. Karnebeekv. Rappard een legaat van ƒ2000 voor zijn Chr. Volksbond en van 1000 voor de werkverschaffing van dien Bond. Het pensioenfonds der Vrije Evange lische gemeenten ontving een gift van ƒ1000. Door Ds. G. J. de Goede te Apeldoorn is een gift ontvangen van 1000 voor de te bouwen derde Geref. Kerk. AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 11 April 1928. Er zijn toch nog altijd optimistische menschen, wier optimisme zelfs door den grooten oorlog nog niet tot pessi misme is omgeslagen. Zoo b.v. de automobielkoning Henry Ford, die op 't oogenblik Engeland bezoekt en in een interview verklaarde,dat hij meende, dat de menschen te verstan dig werden om nog een grooten oorlog te hebben. Staatslieden zouden niet het prestige bezitten zooals dat jaren geleden het geval was en de gewone menschen zouden tegen den oorlog worden opgevoed, doordat zij door auto's, radio e.a. veel nauwer met el kaar zouden omgaan. De oorlog zou alzoo door radio- en auto-suggestie te genezen zijnl Men moet toch wel een heel oppervlakki- gen kijk hebben op de drijfveeren en factoren, die in het menscbenleven werken, om niet in te zien, dat de oorzaken van de oorlogsrazernij veel dieper liggen dan dat deze op zoo een voudige wijze zou kunnen verdwijnen. Ter bestrijding van het oorlogskwaad zijn andere middelen noodig dan slechts verlichting en toenemend we reldverkeer! OBSERVATOR. DE SCHOOLRAAD VOOR DE SCHOLEN MET DEN BIJBEL. Onder presidium van Ds. J. L. Pierson, cm. predikant te Bilthoven kwam heden de Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel in het Gebouw voor K. en W. te Utrecht in 30e algemeene vergadering bij een. De voorzitter opende de vergadering met gebed en Schriftlezing waarna hij de volgende openingsrede hield. Het verloopen jaar lijkt, als wij het in zijn gang overzien, vrij onbeduidend. Er is in zijn verleden niets, dat zich los maakt, naar voren dringt, de aandacht terstond in beslag neemt. De maanden, die aan deze jaarvergade ring voorafgingen, waren als de donkere dagen voor Kerstmis. Stil, droomerig, druilig ligt de natuur rondom ons; de nevelsluiers bedekken haar aangezicht, dat slechts nu en dan wordt opgeklaard door een flauwen glim lach van een even doorbrekenden zonne straal; en soms kan men gaan verlangen naar een beetje storm, die de nevelen vanéén scheurt, alleen niet te veel storm! Ook dat beetje is niet gekomen. Het werk, in en voor onze scholen met den Bijbel, ging rustig en stil voort. Het ge- heele terrein overziende van onze school wereld ziet men nergens kruitdamp han gen, en roept geen enkel schot de echo's wakker. Nu zeggen onze zuidelijke buren in een spreekwoord, dat hun „rustigen" aard aanduidt: Les peuples heureux n'ont pas d'histoire gelukkige volken hebben geen geschiedenis. Voor dezen gaat het leven zijn stillen, ordentlijken gang, zonder schokken, zon der ontroerende gebeurtenissen: het is de eentonigheid van het dagelijksche doen en laten. Is dit zoo. dan mogen wij dit jaar, wat ons schoolwezen betreft, onder de zeer gelukkige rekenen. Zeker, er kwam wel een_ windvlaagje van de overzijde even een rimpfeling leg gen op de wateren, in de schijnbare her leving van de in 1904 zoo krachtig ge voerde actie van 't „Maakt front voor de openbare school'', maar het bleef schijn, en deze schijnwerper zag haar kort licht onmiddellijk opgelost worden in de duis ternis. Het aanblaffen van een enkelen waak hond ontrustte niemand. Het was een bandrekel, die vinnig uit het hok schoot aan zijn korte ketting. Of, is het iets meer dan hondengebas als men een uit lating leest als deze, doelende op de wet der pacificatie: „In 1920 is in Nederland een aanslag gepleegd op de Staatskas door de Christelijke partijen. De begroo ting werd met millioenen en millioenen belast voor particuliere doeleinden, en de stuitende manier, waarop ook het aller onderste uit de kan gehaald werd, kostte nogmaals millioenen Men moet maar durven! Bij de mannen der openbare school schijnt het rechtvaardigheidsgevoel niet heel sterk ontwikkeld. Misschien is het een onchristelijke en onmaatschappelijke deugd. In dat geval legt sur. zich er bij neer. Toch kan niet ontkend, dat het oude systeem, dat het volk indirect, toch op zeer gevoelige wijze, immers de beurs is een „kruidje-roer-me-niet", gedwongen zou worden de openbare staatsschool te aanvaarden, wrak geslagen is. Laat ons het „altijdt waeksaem" niet FEUILLETON. 34) o 10 October. Steeds verder in dit ledige leven; de <one dag gelijkt den anderen. De eenige lichtpunten zijn Frederik's brieven, welke helaas altijd slechts kort zijn, daar hij zooveel te doen heeft. Van Elsje ontvmg ik gisteren een kaart; deze was zoo verward en duister, dat ik er niet wijs uit kon worden. Zij (•hrcet' in 't Engelsch: de wereld was vol grillen; alles donker; in het niet alleen was licht; zij hoopte mij weldra (ens te zien. Wat moet dat beteeke- nen? Ik heb me er vergeefs het hoofd over gebroken. Een nieuwe poging tot bekeering. 11 October. Toen ik van morgen uit de school kwam, zeide mijne kostvrouw, dat er op mijn kamer bezoek voor me was, een jongedame, die haar naam niet had willen noemen; zij had alleen ge zegd, dat zij een zeer goede vriendin van me was. Ik snelde naar boven; daar stond Marie voor me en omhels de me hartelijk. Ik was een oogenblik sprakeloos. Dan echter drong mij als een warme zonnestraal in 't. hart. ...Marie, jij? Hoe kom jij hier?' „Nu, Roosje', antwoordde zij glim lachend, „van Wiesenau, waar ik de vorige week weer ben teruggekomen. Tante is gelukkig hersteld en ik ben toen terstond naar vader terugge keerd". Nu volgde er een vragen en vertel len en ik stond weldra weer onder de (nwt'?rd welke even als eertijds van haar lief wezen uit ging. Na het middag-eten gebruikt te hebben, kwam zij met het eigenlijke doel van haar bezoek voor den dag, namelijk om met mij te spreken over mijne verhouding tot Frederik. Zij sprak zeer kalm en trachtte mij te be wegen, het op te geven. In de eerste plaats voerde zij het kr rakter van Fre derik in 't geding. Hij was onsolide en lichtvaardig en mijner niet waardig. Ik verdedigde hem met warmte, ter- \yijl ik me op mijn persoonlijke onder vinding beriep, welke mij hem als zeer eerzaam had doen kennen. Daarmee had ik nu een punt aangeroerd, dat ik beter gedaan had, niet ter sprake te brengen. Want zij zag me plotseling heel ernstig aan en zeide: „Goed, Roosje, ik wil je gelooven en mijn meening in dit opzicht te zijnen gunste veranderen, als jij me op eer en geweten verzekeren kunt, dat gij u, na uwe kennismaking met hem, niets te verwijten hebt. Zeg mij dus eerlijk en openhartig, was dit zoo?" Deze vraag, zoo onverwacht en plot seling door haar gesteld, bracht me van mijn stuk. Ik voelde, hoe me het bloed naar de wangen steeg, en stond stom en met gebogen hoofd eenige oogenblikken vóór haar; het was mij onmogelijk, haar in de oogen te zien. Eindelijk herstelde ik me en stamelde ten zeerste verlegen en verward: „Nu ja „Ziet ge Roosje, dat ik goed gezien heb? Jij kunt het niet loochenen dat zijn omgang met jou niet steeds was zooals het behoorde; daarvoor ben je .te eerlijk. Ik vraag je echter, kan oen jongeman een meisje werkelijk lief hebben, jegens hetwelk hij niet den grootst mogelijken eerbied betoont?" „Marie", antwoordde ik, „gij neemt die dingen te ernstig op". „Neen Roosje, neen", hervatte zij le vendig, „dat kan men niet te ernstig opnemen. Heb ik je niet van den be ginne af gewaarschuwd?" In mijn hart deed zich een stem hoo ren, welke mij zeide, dat Marie gelijk had; maar de liefde tot Herbold trach- te die stem te overheprschen. Ik ant woordde: „Marie, zelfs als het zoo was, als jij zegt, dan geloof ik toch, dat men nog vergeven en vergeten moet. Zij schudde bedroefd het hoofd en zeide: „Roosje, jij bent niet meer, zooals je waart, toen ik je verliet. Ik bid je, zie van Herbold af; hij zal je in het onge luk storten. Nog is het tijd. „Ja, ik zie het en ik wist het reeds vóór ik hierheen kwam. Elsje Dreisam is u tot verleidster geworden. Ik heb alles gehoord; zij verlaat thans Wiese nau en God geve, dat het haar, niet ten verderve strekke". „Ten verderve?" vroeg ik getroffen, „hoezoo? Is er iets gebeurd?" „Er loopen allerlei geruchten, welke ik niet vermag te controleeren. Laten we daar niet verder over spreken;.uw geluk gaat mij ter harte. Gij zei- det daar juist dat Herbold uw jawoord en gij het zijne had. Ge weet echter toch, dat hij katholiek is?" „Marie", zeide ik, „ge roert daar een punt aan, waarover we het niet eens kunnen worden ilk zou er over gezwe gen hebben, als gij het niet ter sprake gebracht hadt; want ik weet, dat mijn antwoord je groot verdriet zal veroor zaken. Doch ik kan en mag je niet misleiden. Het is geen gemengd hu welijk; ik geloof even min als hij wat, dus het heeft evenveel of even weinig waarde of ik katholiek of protestant ben". „Roosje", riep zij verbleekend, „jij, jij wilt je geloof verloochenen, afval len?" „Het gaat niet anders, Marie, wees daarover niet kwaad op mij; ik ben toch reeds sedert lang niet meer ge- loovig. Ik wil je niet nader uiteenzet ten, hoe dat gekomen is; ik zou je pijn doen en ge zoudt me toch niet ver staan. In die dingen moet elk zijn eigen overtuiging volgen". Er volgde nu een langdurige samen spraak. Marie bezwoer me, den stap niet te doen; doch ik kon niet toege ven, hoeveel leed dit me ook veroor zaakte; want ik zag, hoe diep het haar smartte. Om drie uur ging zij weer heen; ik vergezelde haar naar het sta tion. Het was een treurig afscheid. Het laatste wat zij deed, was, dat zij me dringend bad, toch zorg te dragen, dat mijne maagdelijke eer niet de dood steek werd toegebracht. Dat beloofde ik haar en ik ben ook vast besloten, die belofte te houden. Zij wuifde mij nog langen tijd vanuit het raampje der coupé toe; in hare oogen stonden tranen en in de mijne eveneens. Het was een di'oevig harde dag. Ik ben vermoeid en neerslachtig. Hoevele bittere uren zal ik nog moeten doormaken, tot alles doorworsteld isl Moet ik dan allen, die me liefhebben, van mij stooten, om tot mijn doel te geraken? Treurig lot 1 Hoe zal dat nog eindigen? 15 October. Heden ontving 'n zeer hartelijken brief van Frederik. Midden Januari zal hij zijn examen doen. Dan zal hij onze aangelegenheden regelen. De ge dachte aan mij schonk hem steeds nieuwen ijver in zijne studiën. Ik zou me door geen lastertaal omtrent hem in de war laten brengen. Zijn hart be hoorde onverdeeld aan mij. Marie 1 Als Frederik zoo was, als jij hem schil dert, zou en kon hij dan zoo -schrij ven? (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5