BEEKMAN
Aan het einde der Week
De Poolsr.h-Litausche conferentie is.
na slechts enkele dagen geduurd te
hebben, weer geëindigd. En de resul
taten zijn nog niet zoo onbevredigend
als door velen gevreesd werd. Er is
toenadering tusschen de beide par
tijen gekomen, waartoe niet het minst
ook het persoonlijk contact tusschen
Zaleski, den Poolschen minister van
buitenlandsche zaken en Woldemaras,
den Litauschen premier, heeft bij
gedragen. De beide ministers hebben,
buiten de officieele zittingen om,
meermalen onder vier oogen de han
gende kwesties besproken, waardoor
deze veel van hun scherpte verloren
tiebben.
De rechtstreeksche aanraking tus
schen de beide partijen is thans her
steld, hetgeen als een succes voor den
Volkenbond en in 't bijzonder voor
onzen minister van buitenlandsche za
ken Jhr. Beelaerts van Blokland mag
beschouwd worden. Toch zal er nog
heel wat moeten gebeuren, eer de bei
de buurstaten het geheel eens zijn.
Vooral het vraagstuk inzake Wilna
blijft een netelige kwestie, die niet
gemakkelijk tot een voor beide Qpr-
tijen bevredigende oplossing zal te
brengen zijn.
Maarschalk Pilsoedski, de Poolsche
dictator, is met vde verkiezingen niet
erg gelukkig geweest. Hij wist in den
Landdag slechts 135 van de 444 zetels
te behalen en zijn candidaat voor het
vice-presidentschap van den Landdag
Bartel, werd niet gekozen. Door de sa
menwerking van alle oppositiepar
tijen werd de socialist Daszynski ge
kozen, waarop Pilsoedski met al zijn
ministers en afgevaardigden de zaal
verliet. De anderen vergaderden even
wel gewoon door, met het gevolg, dat
na 'n paar dagen de regeeringsafge-
vaardigden weer in den Landdag te
rugkwamen. Zelfs heeft Pilsoedski
Daszynski weer in audiëntie ontvan
gen, waaruit valt af te leiden, dat
eerstgenoemde bijdraait, 't Valt ook
niet gemakkelijk om Mussolini-tje te
spelen! Daarvoor moet men met
leeuwtjes kunnen omgaan!
De Duce heeft een conflict met het
Vaticaan gehad, al schijnt 't dat
reeds een compromis is bereikt, of al
thans te verwachten is. 't Ging over
de opvoeding der jeugd, die volgens
Mussolini staatszaak moet zijn, zoo
dat hij bepaalde, dat binnen dertig
dagen alle niet-fascistisclie jeugdor
ganisaties ontbonden moesten worden.
Ook de katholieke alzoo, waartegen
begrijpelijkerwijze verzet rees van de
zijde van den Paus.
Om de verhouding van Mussolini
tot de R.-K. Kerk te begrijpen moet
uien twee dingen onderscheiden: Mus
solini's daden en zijn motieven.
Wat de eerste betreft, daarin is
(ook door ons) veel te waardeeren:
Mussolini heeft den communistischen
chaos bedwongen, de vrijmetselarij
onderdrukt en op tal van publieke
plaatsen de religie weer tot haar
recht doen komen. Hij heeft in scho
len en rechtszalen de kruisbeelden
hersteld en geeft zelve een goed voor
beeld, want het is bekend, dat hij
thans weer een practiseerend katho
liek is.
Doch de motieven en beginselen, die
achter al deze daden liggen zijn het
staatsabsolutisme en het chauvinis
me: alles, ook de Kerk, moet dienst
baar gemaakt aan de grootheid van
Italië. Het is verklaarbaar dat, bij al
le waardeering van het goede door
Mussolini verricht, botsingen met het
Vaticaan van tijd tot tijd niet kunnen
uitblijven, aangezien de R.-K. kerk
haar vrijheid en zelfstandigheid te
genover den staat tot eiken prijs
wenscht te handhaven.
De Duitsche Rijksdag is door presi
dent Hindenburg ontbonden, nadat zij
het noodprogram heeft afgewerkt, en
ook in Frankrijk maakt men zich
gereed voor de weldra plaats hebben
de verkiezingen. Gelukkig staat thans
niet meer, als vorige malen, de kwes
tie der Duitsch-Fransche verhouding
in het middelpunt van den verkie
zingsstrijd. Wij zijn thans zoover in dé
toenaderingspolitiek gevorderd, dat
Poincaré in zijn Zondagsredevoering
een uitlating kon doen, waarvoor de
Duitsche pers hem toejuicht. Hij stel
de de herziening van het plan-Dawes
in het vooruitzicht en verklaarde zich
bereid, „tezamen met Duitschland
naar methodes te'zoeken waardoor als
gevolg van de disconteering der Duit
sche obligaties afdoening, zoowel van
de Duitsche als van de Fransche in
ternationale schulden vlugger zou
kunnen plaats hebben".
Wie had voor enkele jaren een der
gelijke gezindheid voor mogelijk ge
houden!
Tempora mutantur, en nos muta-
mur rum ill is. (De tijden veranderen,
en wij met hen).
Amerikaansche Brieven.
XXXI.
„Droog" Amerika.
Ik meen dat ik enkele jaren geleden
ook al eens een briefje aan dit onderwerp
heb gewijd.
En als mijn geheugen mij niet bedriegt,
heb ik het toen min of meer voor deze
Amerikaansche proefneming, om door na
tionale wetgeving den drankduivel het
land uit te bannen, opgenomen.
Tot. mijn spijt wcrdt mijn enthousiasme
er echter met den tijd niet grooter op. In
tegendeel!
Ik geloof dat men het verloop van za
ken als Christen moet betreuren. Het kan
toch niet worden ontkend, dat er door
den drank heel wat ellende veroorzaakt
wordt. En als er eenige mogelijkheid is
om de zwakkelingen tegen dit gevaar te
beschermen, moet een Christen dit wel
van harte toejuichen.
Maar ik geloof dat de geschiedenis be
zig is om aan te toonen, dat dit niet gaat
op de manier waarop Amerika het pro
beert.
Wie zijn oogen eenigszins te kost geeft,
moet wel tot de conclusie komen, dat de
mislukking van deze proefneming ieder
jaar duidelijker wordt.
Zoo deed ik eenige weken geleden weer
een nieuwe ervaring op. 't Is natuurlijk
bekend dat er in iedere stad in Amerika
van die geheime kroegen r/ijn, waar men
op het uitspreken van eer „wachtwoord"
wordt toegelaten, 'en dan voor veel geld
wat slechte drank kan krijgen, 't. Is ook
geen geheim, dat de politie veelal in de
verschillende steden met deze geheime
kroegen geheel op de hoogte is, maar te
gen bohoorlijke betaling dit edele bedrijf
met rast laat.
Maar wat ik eenige weken geleden mee
maakte, was nie w voor me. Een vriend
had me ten eten pevraaed, en haalde me
's avonds met zijn wagen op.
Onderweg zei hij: Nu zal ik je eens la
ten zien wat het Amerikaansche drank
verbod beteekent. Hij stopte zijn wagen
en we stapten een lokaal binnen, dat een
heel gewone Amerikaansche kroeg bleek
te zijn. Niet zoo'n geheime gelegenheid,
aan een achteraf-straatje op de derde of
vierde verdieping, zooals er wel meer zijn.
Maar een heele ruime „nette" inrichting,
met groote spiegelruiten, waar je van de
straat zoo binnen kon zien. Hier was geen
„wachtwoord" noodig, men behoefde ner
gens aan te kloppen, alles was „wijd"
open, en vriend en vreemdeling konden
binnenstappen en bestellen wat ze wensch-
ten. Een vijf-en-twintig menschen waren
bezig zich te laven aan verschillend geest
rijk vocht.
Toen ik over een en ander mijn verwon
dering uitsprak, antwoordde mijn vriend:
Onze "politie hier is verstandig. Ze zou
dit zaakje natuurlijk in een kwartier kun
nen sluiten als ze dat wenschte. Maar ze
weet dat dan na één uur het bedrijf er
gens anders zou worden voortgezet. Waar
schijnlijk in het een of andere steegje, op
een derde of vierde verdieping. En daar
om laat ze deze nette inrichting maar
met rust. Dit is zoo veel beter.
Een even sterk staaltje hoorde ik van
een anderen kennis, een dokter, die met
het Amerikaansche leger naar Frankrijk
was geweest. Die man kreeg eenigen tijd
geleden bezoek van iemand, die de in
druk maakte een welvarend zakenman te
zijn. 't Bleek één van de hospitaalsolda
ten te zijn die onder den dokter gediend
had.
De dokter merkte op dat het hem goed
scheen te gaan in 't leven en vroeg den
man wat hij tégenvoordig deed "oor de
kost.
De ex-hosoitaalsoldaat. antwoordde dat
hij een eerste klas drankhandelaar was,
en in het afgeloopen jaar zestig duizend
dollar had oververdiend, boven wat hij
voor zijn levensonderhoud noodig had. En
hij was zoo eerlijk hier aan toe te voe
gen: U weet wel, dokter, dat een man
als ik in geen enkel ander vak het tien
de gedeelte van dat bedrag zou kunnen
verdienen.
Op de vraag van den dokter hoe hij dat
kon doen, onder de Amerikaansche drank
wet, en of hij dan geen last van de po
litie had, gaf de man de volgende ver
klaring:
Dat is alles heel eenvoudig. Er zijn in
mijn firma vier compagnons. De eerste is
de rechter in mijn district, de tweede de
federal inspector (dat is de chef van de
sneciale politie die voor de naleving van
het drankverbod moet zorg dragen, en de
smokkelaars bestrijden) de derd; is mijn
advocaat, de vierde ben ik zelf.
Zelf doe ik niets anders dan met mijn
automobiel de geheele provincie berei
zen, en de orders van de klanten opne
men. Ik heb drie groote trucks, die van
Maandag tot Zaterdag niets anders doen
dan de orders afleveren. lederen Maan
dagmorgen gaat één van mijn menschen
naar den chef van de drankpolïtie, en
vraagt hem welke plaatsen zijn mannen
die week zullen bewerken. En dan pas
sen wij op dat we gedurende die week
met. onze wagens niet in die plaatsen ko
men. Loopt het door toevallige omstan
digheden eens een keer mis, dan knapt
mijn advocaat de zaak op en de rechter
zorgt dat ik er met de minimum-straf af
kom. Het werkt prachtig. Verleden jaar
ben ik maar één keer gesnapt, en dat
kostte me maar duizend dollar boete.
Heele romans zouden kunnen worden
geschreven van de vindingrijkheid van de
smokkelaars die trachten het kostbare
vocht van Canada de Ver. Staten binnen
te smokkelen. Vooral sinds de Canadee-
sche provincie Ontario het. drankverbod
heeft afgeschaft, is de taak van de Ame
rikaansche douanen belangrijk verzwaard.
Zoo loopt de groote nieuwe brug over de
Niagara-rivier over een lengte van onge
veer 500 voet over Amerikaansch grondge
bied, voordat men aan de douanekantoren
en den vasten grond komt.
Nu gebeurde het dit voorjaar herhaal
delijk, dat juist met schemerdonker twee
automobielen vlak voor het Amerikaan
sche douanekantoor met elkaar in botsing
kwamen. Niet zoo erg, dat er groote on
gelukken gebeurden, maar meestal kostte
het. toch een spatbord, een paar lantaarns
of iets dergelijks. En steeds was het ge
volg dat de bestuurders uit hun wagen
sprongen en samen op heftige wijze de
„schuldvraag" gingen behandelen. Meer
dan eens kwam het tot klappen. Erg hard
werd er meestal niet geslagen, maar ten
slotte gevoelden de aanwezige beambten
zich toch geroepen tusschenbeide te ko
men. Dan duurde het nog enkele minuten
voor de spatborden weer zoo goed moge
lijk waren recht gebogen, en de wagen
was onderzocht of er misschien npg an
dere schade was. En ten slotte reden de
strijdenden weg en gingen elk huns weegs.
Toen deze zelfde gebeurtenis zich ech
ter wat dikwijls herhaalde, werden de
douanen achterdochtig, en bij nader on
derzoek bleek, dat terwijl de vechtende
automobilisten de aandacht op zich ge
vestigd hielden, ongeveer 400 voet terug
de inzittenden van een anderen auto deze
•oogenblikken benutten, om verschillende
kisten met het kostelillce vocht over de
leuning der brug naar beneden te laten
zakken, op Amerikaansch gebied, waar
handlangers met een anderen wagen ge
reed stonden om de buit in ontvangst te
nemen.
Uit al deze dingen kan wel opgemaakt
worden dat deze grootsche Amarikaan-
sche proefnr ing geen succes is. De zwak
kelingen krijgen hun drank toch. Alleen
is de prijs hooger en de kwaliteit slech
ter. De corruptie wordt door deze wet
schrikkelijk in de hand gewerkt. En de
meest respectabele burgers ontduiken de
wet, die toch niet gehandhaafd kan wor
den. En op deze manier wordt het gezag
van tie wet in het algemeen ten zeerste
verzwakt.
Hiermee wil ik natuurlijk niet zeggen,
dat de Regeering vrn een land in zak";
de bestrijding van den drankduivel geen
taak heeft te vervullen. Alleen maar, da
deze bestrijding geen bevredigende resul
taten geeft, indien de zaak aangepakt
wordt zooals hier in Amerika,
Het komt mij voor, dat de plaatselijke
keuze nog de beste oplossing biedt. In
dat geval heeft men ten minste de zeker
heid dat, indien een bepaalde plaats de
kroegen af wil schaffen, de meerderheid
der bevolking aan de handhaving van
deze verordening mee wil wer'ren. En dit
is een eerste vereischte. Een wet handha
ven in streken, waar de groote meerder
heid der bevolking, en als gevolg daar
van, ook de meerderheid der plaatselijke
of provinciale regeering, en dus ook de
politie, absoluut niet mee wil werken, is
een onmogelijkheid.
Boston, Mass., 24 Maart 1928.
Uit het Sociale Leven.
CHR. MIDDENSTANDSORGANISATIE.
De Chr. jkidiionstaiider bevat een
rapport van de commissie uit de Ver
eeniging van den Chr. Handeklrijvenden
en industrieeion Middenstand en de be
staande Chr. patoonsvakorganisatksin
zake de vercL-re reorganisatie van de
Vereeniging van oen Chr. Middenstand,
waardoor inschakeling van de Chr. Pa
troonsvakorganisatie zou mogelijk wor
den.
Op uitnoodiging van het hoofdbe
stuur der Vereen, van den Chr. Handel-
drijvenden en Industrieelen Midden
stand in Nederland ha.i Woensdag 21
Cepbember 1927 in Den Haag een sa-
menspieking plaats gehad tusschen ge
noemd bestuur met afgevaardigden van
den Bond van Chr. Schiklerspatroans.
den Bond van Chr. Melkslijters en don
Bond van Chr. Schoenmakerspatroons
Onderwerp van bespreking was de Chr.
patroonsvakorganisatie. Er bleek gro>
te overeenstemming te bestaan over de
middenstandsorganisatie, zoowel als over
de Chr. patroons vakorganisatie.
Middellijke aanleiding tot deze be
spreking was die ontvangen medadeeling,
dat de reeds genoemde vakbonden pro
paganda voor de Chr. patroonsvakorga
nisatie noodzakelijk achtten en het plan
hadden gevormd tot oprichting vaneen
vakcentrale. Het hoofdbestuur der ver
eeniging deed mededeeling van zijn
plannen, welke reeds een begin van
uitvoering hadden. De afgevaardigden
van de vakbonden wenscht on in het bij
zonder nadruk t? leggon op de propagan
da voor de Chr. patroonsvak organisa
tie. Algemeen was de vergadering van
oordeel, dat gestreefd moest worden
naar een organisatie, die den geh.ee-
len Chr. middenstand, dus ook de afzon
derlijke doelen als Chr. patroonsvakgroe
pen tot een onverbrekelijk geheel brengt
Gevolg van deze bespreking was tb
instelling van een commissie, van wel
ke voorstellen werden verzocht, die aan
de besturen kondon worden voorge
legd. L'O commissie bestond uit de hee-
ren: \V. G. Scheeres, A. Bos, Mr. R.
v. Maaie en L. Attenra voor de vereeni
ging van den Chr. Middenstand; C.
Plomp voor den Bond van Chr. Schil-
derspatroons; H. Bouwmeester voor don
Bond van Chr. Melkslijters; J. Harden
bol voor den Bond van Chr. Schoen
makers.
De commissie- is tot algebeele overeen
stemming gekomen pn stelde o.m.voor:
1. He.slei van een nationale organisa
tie van «en Chr. Handeldrijvennen en
lndustrieelen Middenstand in Neder
land.
2. De bestaande Chr. patroons vakcen
trale wordt yi deze organisatie opgeno
men.
3. De vereen, van den Chr. Handel
drijvende n en lndustrieelen Midden
stand Strekt hare reorganisatie zoo
danig, aat de Chr. Patroonsvakorgani
satie in e:n vakcentrale vereenigd wordt
4. Te besluiten tot een organisatie
vorm, verdeeling van arbeid, samenstel
ling van besturen en een regeling van
de financiën.
De national? organisatie is e?n ver
eeniging van Chr. middenstand a-s. Ieder
is persoonlijk lid dezer vereeniging. De
leden dezer organisatie vormen: a. plaat
selijke af deelingen; b. plaatselijke vak
groepen. De plaatselijke afdeelingen
stichten provinciale organisaties. De
plaatselijke vakgroepen stichten vakbon
den. De vakbonden worden vereenigd in
-een vakcentrale. Aan het hoofd der
vereeniging staat het hoofdbestuur. De
taak van d_e vereeniging- is samen te vat
ten in: a. Opkomen voor en verbreiding
van de Chr. beginselen in het maatschap
pelijk leven. b. Waken voor de algemee-
11e belangen van den Middenstand, c.
Behartiging van bijzondere belangen van
den Middenstand.
De vereen, van dien Chr. Middenstand
is een sociaal-economische organisatie,
wier dioiel is alle sociale als economi
sche aangelegenheden, welke Ce belan
gen van het maatschappelijk leven en
als zoodanig den middenstand raken,
te bezien en te behandelen van Christ,
standpunt uit. De vakgroepen en vak
bonden behandelen de meer speciale
vakaangelegenheden, teneinde te berei
ken die meest juiste uitvoering van de
taak der Middenstandsorganisatie.
Elke vakbond is, hoewel deel van 'de
nationale middenstandsorganisatie, een
zelfstandige eenheid. Hij kiest zijn eigen
bestuur, stelt zijn eigen contributie en
begrooting vast, beeft eigen reglementen
enz. Zijn statuten mogen geen bepalin
gen bevatten in strijd met grondslag en
doel van de vereen, van den Chr. Mid
denstand.
De voorstellen verwierven de instem
ming van alle besturen en worden nu
voorgelegd aan de algemeene verga
deringen van elk der vakbonden en van
die dpr vereen, (de laatste te houden
13, 14 en 15 Juni te Zeist).
Tenslotte werd een nieuwe commissie
benoemd, aan welke de uitwerking van
de voorstellen is opgedragen. In deze
commissie zijn benoemd de hoerenN.
G. Scheeres, A. Bos, M. van Maare, L.
RECLAME
DAMES-KLEEDIKC
Onze smaakvolle collectie
JAPONNEN EN MANTELS
dwingt ieder bewondering al.
Komt U ook eens kijken
EN
NIET DUUR.
KQREYflflRSTRAflT
AU erna, C. Plomp, J. Hardiembol, J.
Bakker en H. Bouwmeester.
FUSIE N. A. S. EN N. S. V.
Het bestuur van het N^-cterl. Synd.
Vakverbond deelt m.e, dat de than3
vastgestelde uitslag van de referendum-
stemming over de fusie met het Nat.
Arb. Secretariaat uitgewezen heeft, dat
1.019 stemmen vóór, 936 stemmen te
gen, 166 stemmen blanco en 23 stem
men van onwaarde uitgebracht zijn.
Op grond van dezen uitslag besloot het
bestuur van het N. S. V. de verdere be
sprekingen met het bestuur van het
N. A. S. over fLe fusie te schorsen en na
der overleg te plegen met de besturen
der aangesloten organisaties en plaats»
lijke arbeiderssecretariaten. Dit overleg
zal plaats hebben in een pp 15 April te
Amsterdam te houden vergadering.
Zooals bekend is, heeft het referen
dum van het N. A. S. met groote meer
derheid de fusie goedgekeurd'.
DE ARBEIDSTIJD DER BEDIENDEN
Uit vroegere publicaties is bekend, al
dus „Ons Beginsel", dat ons Internatio
naai "Verhond van Chr. Bedienden-orgi-
nisaties al zijn invloed heeft aangewend
om 't zoover te brengen, dat 't Interna
tionaal Arbeidsbureau te Genève z'ch
ook zou gaan bezighouden met de ai»
beids voor waarden-der handels- en kan
toorbedionden. In 't bijzonder werden
onzerzijds genoemd d? punten arbeids
duur, beëindiging en onderbreking v :n
de arbeidsovereenkomst en winkelslui
ting Tegen dit alles rees hevig verzet,
vooral van werkgeverszijde.
Hei is ons daarom aangenaam, te kun
nen miededeelen, dat de Raajd van Be
heer van het Arbeidsbureau thans aan
het verlangen der georganiseerde be
dienden heeft voldaan. Er is n.I. beslo
ten, dat een der in 1929 te houden Ar
beidsconferenties te Genève zich o.a
zal bezighouden met 't vraagstuk van
den arbeidsduur der kantoor- en han
delsbedienden. Vooral in moreel op
zicht is dit van beteekenis. Het te be
handelen vraagstuk wordt daardoor of
ficieel als belangrijk gestempeld en za)
•ongetwijfeld in verschillende landen de
aandacht van overheid en bevolking op
deeze materie vestigen. Ook voor ons
land kan dat 'geen kwaad. Want niet
de wettelijke regeling van den arbeids
lijd der kantoorbedienden schieten we.
hier heelemeal niet op.
LUCHTVAART.
PAHIJS-TIMBOEKTOE IN 1 DAG.
Kapitein Giardot en luitenant Cor-
nillon, de Fransche vliegers, die Dins
dagochtend van het vliegveld te Bour-
get zijn opgestegen, hebben den avond
Colomb-Besjar (Algerië) verlaten en
zijn, na den geheelen nacht over de
Sahara te hebben gevlogen, des och
tends om zes uur te Timboektoe in
Fransch Soedan gekomen. Na twee
uur rust vlogen zij verder naar Bama
ko aan den Niger, waar zij 's middags
om half één landden.
DE FOKKERVLIEGTUIGEN.
Lindbergh heeft op zich genomen,
den openbaren dienaren van de Veree-
nigde Staten de gebruiksmogelijkhe
den en de zoo goed als absolute vei-
clag op het Raadhuis voor den edelacht-
baren heer Burgemeester Aldert van Man-
golden te compareeren.
Pieter was niet thuis, hij werkte op het
atelier van meester 'Dou.
De bode deed eerst erg gewichtig en
barsch, sprak van te pronk staan en ge
vangenis, maar toen hij merkte, hoe ne
derig en zenuwachtig moeder van Slinge-
landt deed, kwam hij wat bij en kalmeer
de haar ook.
Ursula zou naar het atelier gaan van
meester Dou om Pieter te waarschuwen.
„Dan kan ik mij dat loopje besparen,"
zeide de bode en ging opstaan.
„Och, en nu heb ik u nog niets gepre
senteerd," zei juffrouw van Slingelandt,
terwijl ze in haar glazenkast rondschar
relde.
„O, doe u geen moeite."
Toen nam ze een goudgulden, 't was de
laatste van haar bruidsschat, hij had bij
na zevenentwintig jaar in de kast gele-
gen,
„Als u 't mij niet kwalijk neemt, koop u
hiervoor dan een hartigen dronk."
De bode nam hem aan en beloofde een
goed woordje voor haar zoon te zullen
doen. De weduwe was nu al half gerust
gesteld.
Ursula ging nu Pieter waarschuwen.
I ij nam de zaak vrij kalm op, verwissel
de zijn werkpak voor een ander en stapte
naar het Raadhuis. De Burgemeester was
r 'ds vertrokken, maar had de boodschap
achtergelaten, dat. Pieter zich dan maar
aan zijn huis moest vervoegen.
■Nu -/nnk Pieter wel wat de moed in de
s -j n'ii, in de Raadszaal' had hij zich
n jq 1:.i ven verantwoorden! maar in het
huis van den Burgemeester zelf, dat be
nauwde hem. Toch trok hij de stoute
schoenen aan en belde.
De Burgemeester pakte hem eerst met
scherpe woorden hard aan. Doch toen Pie
ter een omstandig verhaal van het gebeur
de had gedaan, werd de «temming milder.
De Burgemeester vroeg, of Lucas hem al
betaald had. Neen, Lucas was op reis ge
gaan, zeker om een aanklacht te ontloo-
pen. Maar dat zou hem niet helpen, ver
zekerde de Burgemeester. Ieder advocaat
zou beslissen, dat Lucas in dit geval be
talen moest.
Toen Pieter met een buiging wilde
gaan, hield de burgemeester hem nog
even terug.
„Kendet gij mijn dochter?"
„Ik kende haar van aanzien, haar uiter
lijk moet ieder schilder wel treffen. Maar
dat zij juffrouw Gescha van Mangolden
was, wist ik niet eerder, dan toen Lucas
van Mangolden gisteren bij het uitgaan
van de kerk haar naam noemde."
„Zoo, dus gesproken hebt u haar nooit."
„Neen
,,'t Komt soms voor, dat dames vereerd
worden door personen, vooral dichters ui
schilders, die zij nauwelijks kennen
„Mijnheer, ik begrijp, waar u heen
wilt c
„Zooveel te beter
„Ik hen nog niet zoo ver om veel aan
jongedames te denken, adders dan aan
mijn zuster Ursula
De Burgemeester zap hem doordrin
gend aan,
„Maar," voegde hij-er dadelijk bij. „toch
zal ik later "aak aan juffrouw Gescha
van Mangolden donken. Zij heeft door
haar zelfverloochening mij een weldaad
bewezen. Lucas van Mangolden heeft mij
willen gebruiken om haar een poets '9
bakken, maar ik heb haar eerli'k gezegd,
wat zij met haar uaad zou bewerken en
daarom kan die daad haar alleen maar
tot eere strekken."
Toen Pieter het burgemeestershuis had
verlaten, was lr': vol goeden moéd. Maar
zijn moeder hield er een zwaar hoofd over
en toen Pieter weer weg was, besprak ze
alles nog eens mei Ursula. Ze moesten,
toch iets doen om den strengen Burge
meester gunstiger te stemmen. Maar wat?
Als Gescha eens een goed wqprdje voor
hem deed bij haar vader. Maar Jan moes
ten ze haar eerst me en geschenk wat
gunstig stemmen, dat was "oo de gewoon
te van den mindere tegenover dan voor
name.
Nu kwam de moeilijkheid, wat moest
moeder van Slingelandt geven? Ze over
legden en overlegden en eindelijk wist
Ursula raad. Moeder en zij stapten het
tuintje door naar het kippenhok, waar de
kippen de iSa ste gerstekorrels onder het
zand wegkrabden en de baan oarmantig
en kraaiend rondstapte.
Moeder Slingelandt greep toe en een
paar minuten later lag de kippenkoning
als een verslagen veldheer op moeder
van Llingelandts keukentafel. Nu kleedde
de weduwe zich aan en met den haan on-
d' r het witte schort om de buren, stapte
zij voorzichtig an haar s;hoenen met hak
ken het straatje uit.
't Was een heel eind naar het burge
meestershuis, maar zij kwam er met be
hulp van een stokje. Toen zij voor het
groote gebouw stond, zag zij door een
open raam in de onderverdieping Gescha
zitten, bezig met kantwerken. Gescha
•droeg een sierlijk huisgewaad en toen
vrouw Slingelandt beter toekeek, merkte
ze, dat de burgemeestersdochter alleen
was.
Dat gaf haar moed.
„Och. juffer," zei ze, „neem me niet
kwalijk, maar is de burgemeester ook
thuis?"
„Neen vrouwtje, die is op het Raadhuis.
Woudt ge hem spreken? Als ge u haast,
kunt ge hem nog treffeh."
„Och, neen, juffer. Om de waarheid te
zeggen, ik heb hie.- een kleinigheid voor
den burgemeester, een kleine lekkernij.
Als 11 misschien
En meteen haalde moeder van Slinge
landt den haan van onder haar schort te
voorschijn en wilde hem aan Gescha over
reiken.
„Och, wat een mooi beest," riep deze
medelijdend uit.
„Als de gebraden haan uw heer vader
maar lekker mag smaken, dan ben ik al
meer dan tevreden. Ik ben de moeder van
den ongelukkigen Pieter van Slingelandt."
Rn voor nog Gescha van haar verba
zing was bekomen of een woord had kun
nen zeggen, lag de mooie, doode haan op
de tafel en was vrouw Slingelandt ver
dwenen.
Dat oogenblik, waarin zijn moeder Ge
scha van Mangolden den haan overreikt,
is door Pieter op doek gebracht en zijn
kostelijk schilderij, dat lang in de fami
lie van Mangelden bewaard is gebleven,
bevindt zich nu in het museum te Dres
den. 't Is maar klein: hoog één voet en
drie duim, en breed één voet, maar van
Slingelandt heeft er acht maanden onaf
gebroken aan gewerkt., 't Ging hem an
ders niet zoo voorspoedig. Wel kreeg hij
het geld van Lucas van Mangolden en die
onderging buiten zijn verschuldigde be
taling nog veertien dagen gevangenisstraf
omdat hij de ambtelijke waardigheid van
derj burgemeester aangetast had, maar
Pieter kon van meester Dou het bewijs
van volkomen, meesterschap nog niet ver
krijgen. En daar was hem veel aan ge
legen.
Hij was verliefd geworden op de schoo-
ne Gescha van Mangolden, maar de bur
gemeester wilde van geen verloving hoo-
ren, voordat er kans bestond, dat Pieter
zich in de kunst een onbezorgde positie
zou veroveren. En daar leek het nog niet
naar. Pieter was heel nauwkeurig en be
steedde veel tijd aan zijn doeken, maar of
hij het ooit zoo ver zou brengen air mees
ter Dou? Daar kwam nog niets bij. De
helft van het geld, dat hij van Lucas van
Mangolden had ontvangen, was bestemd
voor den bruidsschat van zijn zuster Ur
sula. En wat gebeurde er? Lucas van
Mangolden maakte trouwplannen met de
blonde Ursula. Dat begunstigde Pieter9
verhouding ten jpzichte van den Burge
meester ook niet, de Burgemeester was
erg tegen dat huwelijk, maar Lucas van
Mangolden was er de oan niet naar, zich
daaraan te storen. Hij kreeg Ursula, maar
Gescha schreef Pieter af.
Slechts het schilderij hangt daar nog
als een kostbare, kleurige herinnering uit
hun beider leven,