BEEKMAN Aan het einde der Week De Poolsr.h-Litausche conferentie is. na slechts enkele dagen geduurd te hebben, weer geëindigd. En de resul taten zijn nog niet zoo onbevredigend als door velen gevreesd werd. Er is toenadering tusschen de beide par tijen gekomen, waartoe niet het minst ook het persoonlijk contact tusschen Zaleski, den Poolschen minister van buitenlandsche zaken en Woldemaras, den Litauschen premier, heeft bij gedragen. De beide ministers hebben, buiten de officieele zittingen om, meermalen onder vier oogen de han gende kwesties besproken, waardoor deze veel van hun scherpte verloren tiebben. De rechtstreeksche aanraking tus schen de beide partijen is thans her steld, hetgeen als een succes voor den Volkenbond en in 't bijzonder voor onzen minister van buitenlandsche za ken Jhr. Beelaerts van Blokland mag beschouwd worden. Toch zal er nog heel wat moeten gebeuren, eer de bei de buurstaten het geheel eens zijn. Vooral het vraagstuk inzake Wilna blijft een netelige kwestie, die niet gemakkelijk tot een voor beide Qpr- tijen bevredigende oplossing zal te brengen zijn. Maarschalk Pilsoedski, de Poolsche dictator, is met vde verkiezingen niet erg gelukkig geweest. Hij wist in den Landdag slechts 135 van de 444 zetels te behalen en zijn candidaat voor het vice-presidentschap van den Landdag Bartel, werd niet gekozen. Door de sa menwerking van alle oppositiepar tijen werd de socialist Daszynski ge kozen, waarop Pilsoedski met al zijn ministers en afgevaardigden de zaal verliet. De anderen vergaderden even wel gewoon door, met het gevolg, dat na 'n paar dagen de regeeringsafge- vaardigden weer in den Landdag te rugkwamen. Zelfs heeft Pilsoedski Daszynski weer in audiëntie ontvan gen, waaruit valt af te leiden, dat eerstgenoemde bijdraait, 't Valt ook niet gemakkelijk om Mussolini-tje te spelen! Daarvoor moet men met leeuwtjes kunnen omgaan! De Duce heeft een conflict met het Vaticaan gehad, al schijnt 't dat reeds een compromis is bereikt, of al thans te verwachten is. 't Ging over de opvoeding der jeugd, die volgens Mussolini staatszaak moet zijn, zoo dat hij bepaalde, dat binnen dertig dagen alle niet-fascistisclie jeugdor ganisaties ontbonden moesten worden. Ook de katholieke alzoo, waartegen begrijpelijkerwijze verzet rees van de zijde van den Paus. Om de verhouding van Mussolini tot de R.-K. Kerk te begrijpen moet uien twee dingen onderscheiden: Mus solini's daden en zijn motieven. Wat de eerste betreft, daarin is (ook door ons) veel te waardeeren: Mussolini heeft den communistischen chaos bedwongen, de vrijmetselarij onderdrukt en op tal van publieke plaatsen de religie weer tot haar recht doen komen. Hij heeft in scho len en rechtszalen de kruisbeelden hersteld en geeft zelve een goed voor beeld, want het is bekend, dat hij thans weer een practiseerend katho liek is. Doch de motieven en beginselen, die achter al deze daden liggen zijn het staatsabsolutisme en het chauvinis me: alles, ook de Kerk, moet dienst baar gemaakt aan de grootheid van Italië. Het is verklaarbaar dat, bij al le waardeering van het goede door Mussolini verricht, botsingen met het Vaticaan van tijd tot tijd niet kunnen uitblijven, aangezien de R.-K. kerk haar vrijheid en zelfstandigheid te genover den staat tot eiken prijs wenscht te handhaven. De Duitsche Rijksdag is door presi dent Hindenburg ontbonden, nadat zij het noodprogram heeft afgewerkt, en ook in Frankrijk maakt men zich gereed voor de weldra plaats hebben de verkiezingen. Gelukkig staat thans niet meer, als vorige malen, de kwes tie der Duitsch-Fransche verhouding in het middelpunt van den verkie zingsstrijd. Wij zijn thans zoover in dé toenaderingspolitiek gevorderd, dat Poincaré in zijn Zondagsredevoering een uitlating kon doen, waarvoor de Duitsche pers hem toejuicht. Hij stel de de herziening van het plan-Dawes in het vooruitzicht en verklaarde zich bereid, „tezamen met Duitschland naar methodes te'zoeken waardoor als gevolg van de disconteering der Duit sche obligaties afdoening, zoowel van de Duitsche als van de Fransche in ternationale schulden vlugger zou kunnen plaats hebben". Wie had voor enkele jaren een der gelijke gezindheid voor mogelijk ge houden! Tempora mutantur, en nos muta- mur rum ill is. (De tijden veranderen, en wij met hen). Amerikaansche Brieven. XXXI. „Droog" Amerika. Ik meen dat ik enkele jaren geleden ook al eens een briefje aan dit onderwerp heb gewijd. En als mijn geheugen mij niet bedriegt, heb ik het toen min of meer voor deze Amerikaansche proefneming, om door na tionale wetgeving den drankduivel het land uit te bannen, opgenomen. Tot. mijn spijt wcrdt mijn enthousiasme er echter met den tijd niet grooter op. In tegendeel! Ik geloof dat men het verloop van za ken als Christen moet betreuren. Het kan toch niet worden ontkend, dat er door den drank heel wat ellende veroorzaakt wordt. En als er eenige mogelijkheid is om de zwakkelingen tegen dit gevaar te beschermen, moet een Christen dit wel van harte toejuichen. Maar ik geloof dat de geschiedenis be zig is om aan te toonen, dat dit niet gaat op de manier waarop Amerika het pro beert. Wie zijn oogen eenigszins te kost geeft, moet wel tot de conclusie komen, dat de mislukking van deze proefneming ieder jaar duidelijker wordt. Zoo deed ik eenige weken geleden weer een nieuwe ervaring op. 't Is natuurlijk bekend dat er in iedere stad in Amerika van die geheime kroegen r/ijn, waar men op het uitspreken van eer „wachtwoord" wordt toegelaten, 'en dan voor veel geld wat slechte drank kan krijgen, 't. Is ook geen geheim, dat de politie veelal in de verschillende steden met deze geheime kroegen geheel op de hoogte is, maar te gen bohoorlijke betaling dit edele bedrijf met rast laat. Maar wat ik eenige weken geleden mee maakte, was nie w voor me. Een vriend had me ten eten pevraaed, en haalde me 's avonds met zijn wagen op. Onderweg zei hij: Nu zal ik je eens la ten zien wat het Amerikaansche drank verbod beteekent. Hij stopte zijn wagen en we stapten een lokaal binnen, dat een heel gewone Amerikaansche kroeg bleek te zijn. Niet zoo'n geheime gelegenheid, aan een achteraf-straatje op de derde of vierde verdieping, zooals er wel meer zijn. Maar een heele ruime „nette" inrichting, met groote spiegelruiten, waar je van de straat zoo binnen kon zien. Hier was geen „wachtwoord" noodig, men behoefde ner gens aan te kloppen, alles was „wijd" open, en vriend en vreemdeling konden binnenstappen en bestellen wat ze wensch- ten. Een vijf-en-twintig menschen waren bezig zich te laven aan verschillend geest rijk vocht. Toen ik over een en ander mijn verwon dering uitsprak, antwoordde mijn vriend: Onze "politie hier is verstandig. Ze zou dit zaakje natuurlijk in een kwartier kun nen sluiten als ze dat wenschte. Maar ze weet dat dan na één uur het bedrijf er gens anders zou worden voortgezet. Waar schijnlijk in het een of andere steegje, op een derde of vierde verdieping. En daar om laat ze deze nette inrichting maar met rust. Dit is zoo veel beter. Een even sterk staaltje hoorde ik van een anderen kennis, een dokter, die met het Amerikaansche leger naar Frankrijk was geweest. Die man kreeg eenigen tijd geleden bezoek van iemand, die de in druk maakte een welvarend zakenman te zijn. 't Bleek één van de hospitaalsolda ten te zijn die onder den dokter gediend had. De dokter merkte op dat het hem goed scheen te gaan in 't leven en vroeg den man wat hij tégenvoordig deed "oor de kost. De ex-hosoitaalsoldaat. antwoordde dat hij een eerste klas drankhandelaar was, en in het afgeloopen jaar zestig duizend dollar had oververdiend, boven wat hij voor zijn levensonderhoud noodig had. En hij was zoo eerlijk hier aan toe te voe gen: U weet wel, dokter, dat een man als ik in geen enkel ander vak het tien de gedeelte van dat bedrag zou kunnen verdienen. Op de vraag van den dokter hoe hij dat kon doen, onder de Amerikaansche drank wet, en of hij dan geen last van de po litie had, gaf de man de volgende ver klaring: Dat is alles heel eenvoudig. Er zijn in mijn firma vier compagnons. De eerste is de rechter in mijn district, de tweede de federal inspector (dat is de chef van de sneciale politie die voor de naleving van het drankverbod moet zorg dragen, en de smokkelaars bestrijden) de derd; is mijn advocaat, de vierde ben ik zelf. Zelf doe ik niets anders dan met mijn automobiel de geheele provincie berei zen, en de orders van de klanten opne men. Ik heb drie groote trucks, die van Maandag tot Zaterdag niets anders doen dan de orders afleveren. lederen Maan dagmorgen gaat één van mijn menschen naar den chef van de drankpolïtie, en vraagt hem welke plaatsen zijn mannen die week zullen bewerken. En dan pas sen wij op dat we gedurende die week met. onze wagens niet in die plaatsen ko men. Loopt het door toevallige omstan digheden eens een keer mis, dan knapt mijn advocaat de zaak op en de rechter zorgt dat ik er met de minimum-straf af kom. Het werkt prachtig. Verleden jaar ben ik maar één keer gesnapt, en dat kostte me maar duizend dollar boete. Heele romans zouden kunnen worden geschreven van de vindingrijkheid van de smokkelaars die trachten het kostbare vocht van Canada de Ver. Staten binnen te smokkelen. Vooral sinds de Canadee- sche provincie Ontario het. drankverbod heeft afgeschaft, is de taak van de Ame rikaansche douanen belangrijk verzwaard. Zoo loopt de groote nieuwe brug over de Niagara-rivier over een lengte van onge veer 500 voet over Amerikaansch grondge bied, voordat men aan de douanekantoren en den vasten grond komt. Nu gebeurde het dit voorjaar herhaal delijk, dat juist met schemerdonker twee automobielen vlak voor het Amerikaan sche douanekantoor met elkaar in botsing kwamen. Niet zoo erg, dat er groote on gelukken gebeurden, maar meestal kostte het. toch een spatbord, een paar lantaarns of iets dergelijks. En steeds was het ge volg dat de bestuurders uit hun wagen sprongen en samen op heftige wijze de „schuldvraag" gingen behandelen. Meer dan eens kwam het tot klappen. Erg hard werd er meestal niet geslagen, maar ten slotte gevoelden de aanwezige beambten zich toch geroepen tusschenbeide te ko men. Dan duurde het nog enkele minuten voor de spatborden weer zoo goed moge lijk waren recht gebogen, en de wagen was onderzocht of er misschien npg an dere schade was. En ten slotte reden de strijdenden weg en gingen elk huns weegs. Toen deze zelfde gebeurtenis zich ech ter wat dikwijls herhaalde, werden de douanen achterdochtig, en bij nader on derzoek bleek, dat terwijl de vechtende automobilisten de aandacht op zich ge vestigd hielden, ongeveer 400 voet terug de inzittenden van een anderen auto deze •oogenblikken benutten, om verschillende kisten met het kostelillce vocht over de leuning der brug naar beneden te laten zakken, op Amerikaansch gebied, waar handlangers met een anderen wagen ge reed stonden om de buit in ontvangst te nemen. Uit al deze dingen kan wel opgemaakt worden dat deze grootsche Amarikaan- sche proefnr ing geen succes is. De zwak kelingen krijgen hun drank toch. Alleen is de prijs hooger en de kwaliteit slech ter. De corruptie wordt door deze wet schrikkelijk in de hand gewerkt. En de meest respectabele burgers ontduiken de wet, die toch niet gehandhaafd kan wor den. En op deze manier wordt het gezag van tie wet in het algemeen ten zeerste verzwakt. Hiermee wil ik natuurlijk niet zeggen, dat de Regeering vrn een land in zak"; de bestrijding van den drankduivel geen taak heeft te vervullen. Alleen maar, da deze bestrijding geen bevredigende resul taten geeft, indien de zaak aangepakt wordt zooals hier in Amerika, Het komt mij voor, dat de plaatselijke keuze nog de beste oplossing biedt. In dat geval heeft men ten minste de zeker heid dat, indien een bepaalde plaats de kroegen af wil schaffen, de meerderheid der bevolking aan de handhaving van deze verordening mee wil wer'ren. En dit is een eerste vereischte. Een wet handha ven in streken, waar de groote meerder heid der bevolking, en als gevolg daar van, ook de meerderheid der plaatselijke of provinciale regeering, en dus ook de politie, absoluut niet mee wil werken, is een onmogelijkheid. Boston, Mass., 24 Maart 1928. Uit het Sociale Leven. CHR. MIDDENSTANDSORGANISATIE. De Chr. jkidiionstaiider bevat een rapport van de commissie uit de Ver eeniging van den Chr. Handeklrijvenden en industrieeion Middenstand en de be staande Chr. patoonsvakorganisatksin zake de vercL-re reorganisatie van de Vereeniging van oen Chr. Middenstand, waardoor inschakeling van de Chr. Pa troonsvakorganisatie zou mogelijk wor den. Op uitnoodiging van het hoofdbe stuur der Vereen, van den Chr. Handel- drijvenden en Industrieelen Midden stand in Nederland ha.i Woensdag 21 Cepbember 1927 in Den Haag een sa- menspieking plaats gehad tusschen ge noemd bestuur met afgevaardigden van den Bond van Chr. Schiklerspatroans. den Bond van Chr. Melkslijters en don Bond van Chr. Schoenmakerspatroons Onderwerp van bespreking was de Chr. patroonsvakorganisatie. Er bleek gro> te overeenstemming te bestaan over de middenstandsorganisatie, zoowel als over de Chr. patroons vakorganisatie. Middellijke aanleiding tot deze be spreking was die ontvangen medadeeling, dat de reeds genoemde vakbonden pro paganda voor de Chr. patroonsvakorga nisatie noodzakelijk achtten en het plan hadden gevormd tot oprichting vaneen vakcentrale. Het hoofdbestuur der ver eeniging deed mededeeling van zijn plannen, welke reeds een begin van uitvoering hadden. De afgevaardigden van de vakbonden wenscht on in het bij zonder nadruk t? leggon op de propagan da voor de Chr. patroonsvak organisa tie. Algemeen was de vergadering van oordeel, dat gestreefd moest worden naar een organisatie, die den geh.ee- len Chr. middenstand, dus ook de afzon derlijke doelen als Chr. patroonsvakgroe pen tot een onverbrekelijk geheel brengt Gevolg van deze bespreking was tb instelling van een commissie, van wel ke voorstellen werden verzocht, die aan de besturen kondon worden voorge legd. L'O commissie bestond uit de hee- ren: \V. G. Scheeres, A. Bos, Mr. R. v. Maaie en L. Attenra voor de vereeni ging van den Chr. Middenstand; C. Plomp voor den Bond van Chr. Schil- derspatroons; H. Bouwmeester voor don Bond van Chr. Melkslijters; J. Harden bol voor den Bond van Chr. Schoen makers. De commissie- is tot algebeele overeen stemming gekomen pn stelde o.m.voor: 1. He.slei van een nationale organisa tie van «en Chr. Handeldrijvennen en lndustrieelen Middenstand in Neder land. 2. De bestaande Chr. patroons vakcen trale wordt yi deze organisatie opgeno men. 3. De vereen, van den Chr. Handel drijvende n en lndustrieelen Midden stand Strekt hare reorganisatie zoo danig, aat de Chr. Patroonsvakorgani satie in e:n vakcentrale vereenigd wordt 4. Te besluiten tot een organisatie vorm, verdeeling van arbeid, samenstel ling van besturen en een regeling van de financiën. De national? organisatie is e?n ver eeniging van Chr. middenstand a-s. Ieder is persoonlijk lid dezer vereeniging. De leden dezer organisatie vormen: a. plaat selijke af deelingen; b. plaatselijke vak groepen. De plaatselijke afdeelingen stichten provinciale organisaties. De plaatselijke vakgroepen stichten vakbon den. De vakbonden worden vereenigd in -een vakcentrale. Aan het hoofd der vereeniging staat het hoofdbestuur. De taak van d_e vereeniging- is samen te vat ten in: a. Opkomen voor en verbreiding van de Chr. beginselen in het maatschap pelijk leven. b. Waken voor de algemee- 11e belangen van den Middenstand, c. Behartiging van bijzondere belangen van den Middenstand. De vereen, van dien Chr. Middenstand is een sociaal-economische organisatie, wier dioiel is alle sociale als economi sche aangelegenheden, welke Ce belan gen van het maatschappelijk leven en als zoodanig den middenstand raken, te bezien en te behandelen van Christ, standpunt uit. De vakgroepen en vak bonden behandelen de meer speciale vakaangelegenheden, teneinde te berei ken die meest juiste uitvoering van de taak der Middenstandsorganisatie. Elke vakbond is, hoewel deel van 'de nationale middenstandsorganisatie, een zelfstandige eenheid. Hij kiest zijn eigen bestuur, stelt zijn eigen contributie en begrooting vast, beeft eigen reglementen enz. Zijn statuten mogen geen bepalin gen bevatten in strijd met grondslag en doel van de vereen, van den Chr. Mid denstand. De voorstellen verwierven de instem ming van alle besturen en worden nu voorgelegd aan de algemeene verga deringen van elk der vakbonden en van die dpr vereen, (de laatste te houden 13, 14 en 15 Juni te Zeist). Tenslotte werd een nieuwe commissie benoemd, aan welke de uitwerking van de voorstellen is opgedragen. In deze commissie zijn benoemd de hoerenN. G. Scheeres, A. Bos, M. van Maare, L. RECLAME DAMES-KLEEDIKC Onze smaakvolle collectie JAPONNEN EN MANTELS dwingt ieder bewondering al. Komt U ook eens kijken EN NIET DUUR. KQREYflflRSTRAflT AU erna, C. Plomp, J. Hardiembol, J. Bakker en H. Bouwmeester. FUSIE N. A. S. EN N. S. V. Het bestuur van het N^-cterl. Synd. Vakverbond deelt m.e, dat de than3 vastgestelde uitslag van de referendum- stemming over de fusie met het Nat. Arb. Secretariaat uitgewezen heeft, dat 1.019 stemmen vóór, 936 stemmen te gen, 166 stemmen blanco en 23 stem men van onwaarde uitgebracht zijn. Op grond van dezen uitslag besloot het bestuur van het N. S. V. de verdere be sprekingen met het bestuur van het N. A. S. over fLe fusie te schorsen en na der overleg te plegen met de besturen der aangesloten organisaties en plaats» lijke arbeiderssecretariaten. Dit overleg zal plaats hebben in een pp 15 April te Amsterdam te houden vergadering. Zooals bekend is, heeft het referen dum van het N. A. S. met groote meer derheid de fusie goedgekeurd'. DE ARBEIDSTIJD DER BEDIENDEN Uit vroegere publicaties is bekend, al dus „Ons Beginsel", dat ons Internatio naai "Verhond van Chr. Bedienden-orgi- nisaties al zijn invloed heeft aangewend om 't zoover te brengen, dat 't Interna tionaal Arbeidsbureau te Genève z'ch ook zou gaan bezighouden met de ai» beids voor waarden-der handels- en kan toorbedionden. In 't bijzonder werden onzerzijds genoemd d? punten arbeids duur, beëindiging en onderbreking v :n de arbeidsovereenkomst en winkelslui ting Tegen dit alles rees hevig verzet, vooral van werkgeverszijde. Hei is ons daarom aangenaam, te kun nen miededeelen, dat de Raajd van Be heer van het Arbeidsbureau thans aan het verlangen der georganiseerde be dienden heeft voldaan. Er is n.I. beslo ten, dat een der in 1929 te houden Ar beidsconferenties te Genève zich o.a zal bezighouden met 't vraagstuk van den arbeidsduur der kantoor- en han delsbedienden. Vooral in moreel op zicht is dit van beteekenis. Het te be handelen vraagstuk wordt daardoor of ficieel als belangrijk gestempeld en za) •ongetwijfeld in verschillende landen de aandacht van overheid en bevolking op deeze materie vestigen. Ook voor ons land kan dat 'geen kwaad. Want niet de wettelijke regeling van den arbeids lijd der kantoorbedienden schieten we. hier heelemeal niet op. LUCHTVAART. PAHIJS-TIMBOEKTOE IN 1 DAG. Kapitein Giardot en luitenant Cor- nillon, de Fransche vliegers, die Dins dagochtend van het vliegveld te Bour- get zijn opgestegen, hebben den avond Colomb-Besjar (Algerië) verlaten en zijn, na den geheelen nacht over de Sahara te hebben gevlogen, des och tends om zes uur te Timboektoe in Fransch Soedan gekomen. Na twee uur rust vlogen zij verder naar Bama ko aan den Niger, waar zij 's middags om half één landden. DE FOKKERVLIEGTUIGEN. Lindbergh heeft op zich genomen, den openbaren dienaren van de Veree- nigde Staten de gebruiksmogelijkhe den en de zoo goed als absolute vei- clag op het Raadhuis voor den edelacht- baren heer Burgemeester Aldert van Man- golden te compareeren. Pieter was niet thuis, hij werkte op het atelier van meester 'Dou. De bode deed eerst erg gewichtig en barsch, sprak van te pronk staan en ge vangenis, maar toen hij merkte, hoe ne derig en zenuwachtig moeder van Slinge- landt deed, kwam hij wat bij en kalmeer de haar ook. Ursula zou naar het atelier gaan van meester Dou om Pieter te waarschuwen. „Dan kan ik mij dat loopje besparen," zeide de bode en ging opstaan. „Och, en nu heb ik u nog niets gepre senteerd," zei juffrouw van Slingelandt, terwijl ze in haar glazenkast rondschar relde. „O, doe u geen moeite." Toen nam ze een goudgulden, 't was de laatste van haar bruidsschat, hij had bij na zevenentwintig jaar in de kast gele- gen, „Als u 't mij niet kwalijk neemt, koop u hiervoor dan een hartigen dronk." De bode nam hem aan en beloofde een goed woordje voor haar zoon te zullen doen. De weduwe was nu al half gerust gesteld. Ursula ging nu Pieter waarschuwen. I ij nam de zaak vrij kalm op, verwissel de zijn werkpak voor een ander en stapte naar het Raadhuis. De Burgemeester was r 'ds vertrokken, maar had de boodschap achtergelaten, dat. Pieter zich dan maar aan zijn huis moest vervoegen. ■Nu -/nnk Pieter wel wat de moed in de s -j n'ii, in de Raadszaal' had hij zich n jq 1:.i ven verantwoorden! maar in het huis van den Burgemeester zelf, dat be nauwde hem. Toch trok hij de stoute schoenen aan en belde. De Burgemeester pakte hem eerst met scherpe woorden hard aan. Doch toen Pie ter een omstandig verhaal van het gebeur de had gedaan, werd de «temming milder. De Burgemeester vroeg, of Lucas hem al betaald had. Neen, Lucas was op reis ge gaan, zeker om een aanklacht te ontloo- pen. Maar dat zou hem niet helpen, ver zekerde de Burgemeester. Ieder advocaat zou beslissen, dat Lucas in dit geval be talen moest. Toen Pieter met een buiging wilde gaan, hield de burgemeester hem nog even terug. „Kendet gij mijn dochter?" „Ik kende haar van aanzien, haar uiter lijk moet ieder schilder wel treffen. Maar dat zij juffrouw Gescha van Mangolden was, wist ik niet eerder, dan toen Lucas van Mangolden gisteren bij het uitgaan van de kerk haar naam noemde." „Zoo, dus gesproken hebt u haar nooit." „Neen ,,'t Komt soms voor, dat dames vereerd worden door personen, vooral dichters ui schilders, die zij nauwelijks kennen „Mijnheer, ik begrijp, waar u heen wilt c „Zooveel te beter „Ik hen nog niet zoo ver om veel aan jongedames te denken, adders dan aan mijn zuster Ursula De Burgemeester zap hem doordrin gend aan, „Maar," voegde hij-er dadelijk bij. „toch zal ik later "aak aan juffrouw Gescha van Mangolden donken. Zij heeft door haar zelfverloochening mij een weldaad bewezen. Lucas van Mangolden heeft mij willen gebruiken om haar een poets '9 bakken, maar ik heb haar eerli'k gezegd, wat zij met haar uaad zou bewerken en daarom kan die daad haar alleen maar tot eere strekken." Toen Pieter het burgemeestershuis had verlaten, was lr': vol goeden moéd. Maar zijn moeder hield er een zwaar hoofd over en toen Pieter weer weg was, besprak ze alles nog eens mei Ursula. Ze moesten, toch iets doen om den strengen Burge meester gunstiger te stemmen. Maar wat? Als Gescha eens een goed wqprdje voor hem deed bij haar vader. Maar Jan moes ten ze haar eerst me en geschenk wat gunstig stemmen, dat was "oo de gewoon te van den mindere tegenover dan voor name. Nu kwam de moeilijkheid, wat moest moeder van Slingelandt geven? Ze over legden en overlegden en eindelijk wist Ursula raad. Moeder en zij stapten het tuintje door naar het kippenhok, waar de kippen de iSa ste gerstekorrels onder het zand wegkrabden en de baan oarmantig en kraaiend rondstapte. Moeder Slingelandt greep toe en een paar minuten later lag de kippenkoning als een verslagen veldheer op moeder van Llingelandts keukentafel. Nu kleedde de weduwe zich aan en met den haan on- d' r het witte schort om de buren, stapte zij voorzichtig an haar s;hoenen met hak ken het straatje uit. 't Was een heel eind naar het burge meestershuis, maar zij kwam er met be hulp van een stokje. Toen zij voor het groote gebouw stond, zag zij door een open raam in de onderverdieping Gescha zitten, bezig met kantwerken. Gescha •droeg een sierlijk huisgewaad en toen vrouw Slingelandt beter toekeek, merkte ze, dat de burgemeestersdochter alleen was. Dat gaf haar moed. „Och. juffer," zei ze, „neem me niet kwalijk, maar is de burgemeester ook thuis?" „Neen vrouwtje, die is op het Raadhuis. Woudt ge hem spreken? Als ge u haast, kunt ge hem nog treffeh." „Och, neen, juffer. Om de waarheid te zeggen, ik heb hie.- een kleinigheid voor den burgemeester, een kleine lekkernij. Als 11 misschien En meteen haalde moeder van Slinge landt den haan van onder haar schort te voorschijn en wilde hem aan Gescha over reiken. „Och, wat een mooi beest," riep deze medelijdend uit. „Als de gebraden haan uw heer vader maar lekker mag smaken, dan ben ik al meer dan tevreden. Ik ben de moeder van den ongelukkigen Pieter van Slingelandt." Rn voor nog Gescha van haar verba zing was bekomen of een woord had kun nen zeggen, lag de mooie, doode haan op de tafel en was vrouw Slingelandt ver dwenen. Dat oogenblik, waarin zijn moeder Ge scha van Mangolden den haan overreikt, is door Pieter op doek gebracht en zijn kostelijk schilderij, dat lang in de fami lie van Mangelden bewaard is gebleven, bevindt zich nu in het museum te Dres den. 't Is maar klein: hoog één voet en drie duim, en breed één voet, maar van Slingelandt heeft er acht maanden onaf gebroken aan gewerkt., 't Ging hem an ders niet zoo voorspoedig. Wel kreeg hij het geld van Lucas van Mangolden en die onderging buiten zijn verschuldigde be taling nog veertien dagen gevangenisstraf omdat hij de ambtelijke waardigheid van derj burgemeester aangetast had, maar Pieter kon van meester Dou het bewijs van volkomen, meesterschap nog niet ver krijgen. En daar was hem veel aan ge legen. Hij was verliefd geworden op de schoo- ne Gescha van Mangolden, maar de bur gemeester wilde van geen verloving hoo- ren, voordat er kans bestond, dat Pieter zich in de kunst een onbezorgde positie zou veroveren. En daar leek het nog niet naar. Pieter was heel nauwkeurig en be steedde veel tijd aan zijn doeken, maar of hij het ooit zoo ver zou brengen air mees ter Dou? Daar kwam nog niets bij. De helft van het geld, dat hij van Lucas van Mangolden had ontvangen, was bestemd voor den bruidsschat van zijn zuster Ur sula. En wat gebeurde er? Lucas van Mangolden maakte trouwplannen met de blonde Ursula. Dat begunstigde Pieter9 verhouding ten jpzichte van den Burge meester ook niet, de Burgemeester was erg tegen dat huwelijk, maar Lucas van Mangolden was er de oan niet naar, zich daaraan te storen. Hij kreeg Ursula, maar Gescha schreef Pieter af. Slechts het schilderij hangt daar nog als een kostbare, kleurige herinnering uit hun beider leven,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 11