iltUWE LEIDSCHE COURANT
He! dagboek van een Leerares
van
WOENSDAG 4 APRIL 1928
TWEEDE BLAD.
Op de Raadstribune.
Het voornaamste van wat we Maan
dagmiddag in den gemeenteraad kon
den opmerken is, dat het zeker is, dat
de Sociaal-Democraten, zich hewust
van de beteekenis van hun aantal, ook
steeds pogen, om het College van Da-
gelijksch Bestuur naar hun hand te
zetten. Op zekere hoogte is daar niets
tegen. De fractie van bijna een derde
in de oppositie heeft inderdaad een
belangrijke beteekenis. Zoodra dan
ook maar zou blijken, dat moedwillig
met die fractie geen rekening werd ge
houden, is de tijd aangebroken om
zich te doen gelden.
Maar het optreden mag niet het ka
rakter aannemen van het uit handen
willen nemen van het bestuur en be
heer.
Het laatste kwam Maandag twee
maal voor. Het eerst bij de interpella
tie-Baart, toen de sociaal democraten
door een tweede motie B. en W. wil
den noodzaken een kwestie, die feite
lijk buiten personeelszaken omging,
toch in het georganiseerd overleg te
brengen.
Dit georganiseerd overleg is naar
onze meening een instelling, die al
leen bedoeld contact te brengen tus-
schen de Overheid als werkgever en
de ambtenaren als werknemers, dus
alleen handelende over personeels-
kwesties.
Naar onze meening terécht, brach
ten B. en W. een vraag over de betee
kenis van een bepaling van de pensi
oenwet niet in het georganiseerd over
leg. Hadden ze dit we] gedaan, dan
zouden ze daarmede hebben gedemon
streerd, dat elke bestursdaad raken
de het personeel in dat georganiseerd
overleg besproken diende te worden.
Tegen dat socialistisch drijven werd
terecht verzet aan£eteekend.
Wel en terecht waren. B. en
W. bereid, om met de mannen, die als
raadslid in dat georganiseerd overleg
zitting hebben, en dus uiteraard van
wettelijke bepalingen onatrent perso
neelszaken op de hoogte zijn, nog eens
te overleggen. Daarvoor werd dan ook
terecht lof gebracht van andere dan
socialistische zijde.
Gelukkig was de raad zoo ver
standig, om zich niet te laten spannen
voor dat socialistisch karretje. Raad
blijft raad, en College van bestuur ook
op eigen stoel zitten.
Een tweede poging deed de lieer
Schuilei* bij de bespreking vail den
bovenbouw der Haven brug. Hier sprak
hij het uit. dat de sociaal democraten
niet van de handelwijze van B. en W.
gediend waren. Zelfs nadat de wethou
der' een zeer aannemelijke verklaring
gegeven had. van de wat snelle wijze
van voorbrenging en nadat van de an
dere zijde instemming met het plan
was betuigd, hield de lieer Schuller
zijn bezwaar nog vol. Het kwam hier
niet tot een demonstratief voorstel,
maar de strekking van het verzet was
ook hier weer de leiding over te bren
gen naar het punt, waar het niet hoort.
Nogmaals, er is geen enkel bezwaar
dat een raadslid, of een fractie, die
zich onvoldoende voorgelicht meent,
pogingen aanwendt, om alsnog de noo
dige toelichting te krijgen, maar dat
mag niet het karakter aannemen van
het zetten naar zijn hand.
Zooals te verwachten was, werd het
grootste deel van den tijd in beslag,
genomen door de bespreking van het
klachtenbureau over onredelijke huur-
opdrijving.
Dwaas van de sociaal democraten,
om ook hier weer zoo bij uitstek door
te di'ijven. Hadden zij zich wijselijk
verscholen achter het, door Dr. van
Es terecht genoemde, fopspeentje, dan
ware de raad met een zeker enthousi
asme tot de instelling over gegaan.
Nu bereikte het betoog van den heer
Van Stralen, dat velen kopschuw wer
den. Wanneer de S. D. A. P. haar zin
kreeg, dan zou het bureau inderdaad,
FEUILLETON.
£0) o
Eergisteren-namiddag kwam tante
met den trein van 5 uur aan; ik haal
de haar aan het station af. In den be-
ginne liet zij volstrekt niets merken,
vertelde onderweg allerlei nieuwtjes
van Koblenz en was als altijd. Toen
wij echter, na gesoupeerd te hebben,
op mijne kamer zaten, zeide zij plot
seling:
„Roosje, weet je ook, waarom ik ge
l-omen ben?" Bij die woorden werd zij
zeer ernstig.
„Ik heb daarvan geen vermoeden,
tante, en zou eigenlijk geen andere re
den kunnen bedenken, dan dat ge me
eens wildet komen opzoeken".
„Nu, dan wil ik 't je zeggen. Ik heb
gehoord, je wilt weldra trouwen, en
daar ik volstrekt niet kon veronder
stellen, dat jij achter mijn rug zulke
plannen vormde, mij echter zeer be
slist verzekerd werd, dat het zoo was,
zoo hield ik 't voor geraden, mij per
soonlijk bij jou daaromtrent op de
hoogte te stellen. Hoe staat 't er dus
mee?" Daarbij zag ze mij scherp aan.
Ik was uit de wolken gevallen; wie
u haar dat tot nog toe zoo zorgvul
dig door mij bewaarde geheim verra
den hebben? In elk geval, dat zag ik
terstond, wist zij reeds meer, dan zij
in stede van, een taak tegen de onre
delijke huur o p d r ij v i n g een taak
moeten hebben tegen elke huurver-
hooging.
Zooals vanzelf 'spreekt, kon inder
tijd de hüurcommissie die taak niet
hebben, veel minder dit bureau, dat
alleen beoogt een zedelijke invloed ten
goede uit te oefenen.
Dat ten onrechte de redactie van
de Nieuwe Leidsche Courant in het
debat gemengd werd; hopen wij op
een andere plaats aan te toonen.
KERK EN SCHOOLT
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Werkendam, J. J.
Kloots te Zwammerdam. Te Oostzaan, W.
v. Dooren, te Nieuwveen.
GERCF. KERKEN.
Beroepen: Te Wails werd. P. v. d.
Sluis te Onstwedde. Te Blokzijl, de heer
E. Nawijn, cand. te Kampén.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Delft, J. de Bruin, te
Vlaardingen en J. Tolsraa te Zaamslag.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Ds. J. L. de Mólnioncourt, beroepen pre
dikant der Ned. Herv. gemeente te Daarle,
hoopt 22 April a s. zijn intrede te doen na
bevestigd te zijn door Ds. S. Goverts, van
Oldebroek.
Ds. K. Schilder van Oegstgeest beves
tigde Zondag j.l. candidaat F. de Vries,
met een predikatie over Matth. 27 51a,
aan het einde waarvan hem werd toege
zongen Psalm 22 15. Des avonds deed
cand. F. de Vries zijn intrede, sprekende
over Joh. 3 :?9 en 30.
Toespraken werden gehouden door oud.
J v. Woerden namens den Kerkeraad en
door Ds. C. Kapteijn van Moerdijk namens
de classis Klundert. Toegezongen werd
Ps. 20 1 en 13-4 3. Ds. de Vries richtte
daarna woorden van dank tot deze spre
kers, tot zijn bevestiger en tot het college
van 13. en W. van Raamsdonk.
Na des morgens te zijn bevestigd door
den consulent Ds. A. P. Lanting, van
Wolf aartsdijk, met een predikatie over
F.feze 4 1116. deed Ds. E. Beukema. ge
komen van Metslawier en Nijawier, Zon
dagmiddag zijn intrede in de Geref. Kerk
te Nieuwdorp met een predikatie over
Joh. .19 26—27. Hij besloot met de gebrui
kelijke toespraken. Woorden van welkom
werden gesproken door oud. L. Melse, na
mens den kerkeraad en door D9. Lanting
namens de classis Goes.
Ds. N. KLAASSEN.
Ds. N. IClaassen, laatstelijk predikant te
Bandoeng, viert 19 April zijn zilveren ju
bileum. Op dien datum van het jaar 1903
aanvaardde hij het predikambt in de Ned.
Ilerv. Gemeente te Meeuwen; in 1905 ver
trok hij naar Dussen, vanwaar hij in 1909
naar Hoogmade vertrok. In 1910 volgde
zijn benoeming tot predikant van de Pro
test. Kerk in Indië, waar hij stond te Me-
dan (1910) en Kediri (1913). In 1919 ver
trok hij weder naar Nederland, diende de
gemeente van Hoenderloo tot 1920, in welk
jaar hij weder naar Indië vertrok. Daar
stond hij achtereenvolgens te Malang ('21)
en te Bandoeng, vanwaar hij met verlof
in het begin van dit jaar naar Nederland
is vertrokken.
GIFTEN EN LEGATEN.
Door wijlen Mr. J. Linthorst Homan,
oud-commissaris der Koningin in Drente,
is aan de Kerkvoogdij der Ned. Flerv. ge
meente te Havelte een bedrag van 2000
gelegateerd om van de door Kerkvoogden
tijdens de restauratie der Kerk gemaak
te schulden een deel te kunnen aflossen.
De diaconie der Geref. Kerk den
Haag-Oost ontving van Mevr. v. V. voor
de armen een gift van 500.
Wijlen Mej. B., te Nijmegen overle
den, heeft aan de diaconie der Ned. Herv.
gemeente aldaar 1000 vermaakt, vrij
van rechten.
Dr. N. D. van Leeuwen, predikant der
Geref. kerk in hersteld verband te Har-
kema-Opeinde, heeft een gift van 1000
ontvangen voor het bouwfonds ter verkrij
ging van een eigen kerk.
GEREF. SCHOOLVERBAND.
Wij ontvingen het 22e jaarverslag van
het Geref. Schoolverband.
Behalve het gewone verslag van secre
taris en penningmeester vinden wij hier
in ook opgeteekend een volledige opsom
ming van de geheele organisatie. Voor de
verschillende districten onderling een
nuttige maatregel. Voorts is opgenomen
een naamlijst van gedelegeerden, van re
dactie en medewerkers aan het weekblad
en een naamlijst van gediplomeerde on
derwijzers.
Aan het slot vinden wij een lijst van
de uitgaven van het verband.
Het voornaamste is echter de uitvoeri
ge agenda van de op Woensdag 16 Mei
des morgens 11 uur in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te Utrecht te
houden algemeene vergadering van het
verband.
Wij kondigden enkele punten reeds aan.
Wij wijzen nog op het referaat van Dr.
C. J. Honig over de taak der Overheid op
het terrein der schoolhygiërie.
Het boekje getuigt weder van de nutti
ge werkzaamheid van het verband.
LEERAREN EN ONDERWIJZERS LICH.
OPVOEDING.
De Vereeniging van leeraren en onder
wijzers in de.lichamelijke opvoeding houdt
op Dinsdag en Woensdag, 10 en 11 April,
haar 66e jaarlijksche alg. vergadering in
Americanhotel te Amsterdam.
Behandeld worden o.m. de volgende
punten: Geeft het examen M. O. lich oefe
ning, zooals dit in de laatste jaren wordt
afgenomen; voldoende wa&rborg voor
waardeering en vooruitgang voor het vak
de lichamelijke oefening? Is wijziging van
het leerplan voor middelbare scholen
noodzakelijk? Dr. G. Nieuwenhuis zal
spreken over „De beteekenis der lichame
lijke opvoeding".
De vereeniging zal officieel door het ge
meentebestuur van Amsterdam worden
ontvangen in de Kamer van Koophandel
(Beursgebouw).
ONDERWIJS EN VERKEER.
In het Veiligheidsmuseum, in Amster
dam hebben Zaterdag de leden van de
Verkeersconferentie onder voorzitterschap
van dr. N. M. Josephus Jitta vergaderd.
Het rapport door commissie B over: Ver
keer en onderwijs uitgebracht, werd uit
voerig besproken en toegelicht door den
rapporteur der commissie S. N. Posthu
mus, die als vertegenwoordiger van den
Bond van Ned. Onderwijzers lid en secre
taris dier commissie B was. Verschillende
aanwezigen bekenden uit onderwijskrin
gen eri de politiewereld (verkeerspolitie)
namen aan de discussie deel. Ten slotte
werd vrijwel ongewijzigd het rapport met
bijbehoorende conclusies aanvaard, nadat
de voorzitter der sub-commissie, de heer
J Visser, inspecteur van het gem. onder
wijs in Den Haag, nog een opwekking in-
gelascht had voor de gemeentebesturen,
om vooral te rorgen voor speelterreinen
voor de schooljeugd. Het rapport zal ge
drukt worden en aan de verschillende
autoriteiten gezonden, terwijl ook een be
roep zal gedaan worden op de pers, om
in ruimen kring de ontwikkelde denk
beelden bekend te maken en al het moge
lijke zal gedaan worden om van de ver
schillende gemeentebesturen zoo spoedig
mogelijk de noodige maatregelen te ver
krijgen, waardoor het in het rapport be
doelde verkeersonderwijs stelselmatig in
de verschillende onderwijsinrichtingen
zal worden gegeven. Het steeds toenemend
aantal verkeersongevallen, waarbij voor
al ook de jeugd zeer is betrokken, dwingt
tot den grootst mogelijken spoed.
HET DOORLOOPEN VAN DE LAGERE
SCHOOL.
In de overweging dat het wenschelijk
is voor de leerlingen van het achtste leer
jaar van een school voor gewoon lager
onderwijs met ten minste acht achtereen
volgende leerjaren niet den leeftijd te be
palen, waarop zij die school moeten ver
laten, is bij Kon. besluit het volgende be
paald:
De punt aan het slot van het tweede lid
van art. 2 van Ons besluit van 13 Decem
ber 1920 no. 37 wordt veranderd in een
komma en daaraan worden de volgende
woorden toegevoegd: „noch voor de leer
lingen van het achtste leerjaar van een
school voor gewoon lager onderwijs met
ten minste acht achtereenvolgende leer
jaren".
Het bovenbedoelde artikel 2 luidt in zijn
vorige redactie als volgt:
De kinderen, die eene school voor ge
woon lager onderwijs bezoeken, moeten
die school verlaten, wanneer zij de klas
se doorloopen hebben, waarin zij bij het
bereiken van den vijftienjarigen leeftijd
waren geplaatst.
Deze bepaling geldt niet voor de leer
lingen van de scholen der ingevolge de
artikelen 12 en 15 der wet van 12 Febru
ari 1901 (Staatsblad no. 64) van Rijkswe
ge gesubsidieerde particuliere opvoedings
gestichten.
BINNENLAND.
PRINSES JULIANA.
H. K. H. Prinses Juliana heeft gis
termiddag de gewone wekelijksche
vergadering van den Raad van State
bijgewoond.
VERJAARDAG KONINGIN-MOEDER.
Thans is definitief bepaald, dat op
2 Augustus, ter gelegenheid van den
70sten verjaardag van de Koningin-
Moeder, te Baarn een concours-hip-
pique zal worden gehouden.
Het landspel „Je Maintiendrai" van
majoor Kapteyn zal den volgenden
dag worden vertoond. Het concours-
hippique gaat uit van de permanente
Oranjecommissie; het landspel wordt
gegeven vanwege de Christelijke Oran-
jevereeniging.
DE AFGETREDEN GOUVERNEUR
VAN SURINAME.
Op 23 April a.s. zal de afgetreden
gouverneer van Suriname, baron van
Heemstra, gehuldigd worden door de
oud-ambtenaren en personen, die een
reis naar Surinam^ hebben gemaakt
tijdens het gouverneurschap van ba
ron van Heemstra.
Mr. Dr. J. van Haaren, gouverne
mentssecretaris van* Suriname, die
thans hier te lande met verlof ver
toeft, zal de eerste woordvoerder zijn
ter aanbieding van een blijk van er
kentelijkheid voor genoten vriend
schap en gastvrijheid.
De huldiging zal plaats hebben in
hotel Duin en Dal, te Bloemendaal.
PRINSES JULIANA-KERK.
Naar wij vernemen, hebben de Ko
ningin, de Koningin-Moeder, en- Prin
ses Juliana het voornemen hedenmid
dag om drie uur de plechtige inge
bruikneming van de Prinses Juliana-
kerk te Scheveningen bij te wonen.
Aangezien de burgemeester onge
steld is geworden, zal de wethouder
van financiën, Mr. J. A. de Wilde, het
gemeentebestuur vertegenwoordigen.
HET EEUWFEEST DER K. M. A.
Z. K. H. de Prins heeft het voorzit
terschap aanvaard van het eere-comi-
té, gevormd door het Oranje-comité te
Breda, ter herdenking van het 100-ja-
rig bestaan van de Koninklijke Mili
taire Acadenmie.
NAAR DE BOLLENVELDEN.
De Engelsc-he minister van buiten-
landsche zaken, Sir Austen Chamber
lain en mevrouw Chamberlain, zullen
dezer dagen een particulier bezoék
aan Nederland brengen om de tulpen
velden te bezichtigen. Zij zullen op 17
April a.s. het middagmaal gebruiken
in de Engelsche legatie te Den Haag.
NIET TOEGELATEN.
De utspraak der keuringscommissie
van 22 Maart j.l., waarbij de film Da
geraad (Miss Cavell) voor de vertoo
ning aan personen boven den 18-jari-
gen leeftijd werd toegelaten is giste
ren door de herkeuringscommissie
niet gehandhaafd. Laatsgenoemde
commissie besliste, dat de film niet
voor openbare vertooning kan worden
toegelaten.
WERKVERRUIMING.
De rijkscommissie Werkverruiming
heeft dezer dagen vergaderd te 's Gra-
venhage onder voorzitterschap van
Prof. Dr. W. H. Nolens.
Rapport werd uitgebracht omtrent
de bereikte resultaten met betrekking
tot de regularisatie in het schilders
bedrijf.
Uitvoerig werd van gedachten ge
wisseld over den economischen toe
stand in Zeeuwsch Vlaanderen en
over de maatregelen, welke ter ver
ruiming van de werkgelegenheid in
dat gewest in voorbereiding zijn of nog
zouden kunnen worden genomen. Be
sloten werd, te dezer zake een brief
aan den minister van binnenlandsche
zaken en landbouw te richten, en aan
het bureau der commissie werd opge
dragen, te trachten de bezwaren, wel
ke een enkele der besproken maatre
gelen in den weg stonden, uit den
weg te ruimen.
Ter sprake werd gebracht de wijze,
waarop de keuring van een bepaald
soort materialen geschiedde. Gevreesd
werd, dat deze wijze van keuring een
belemmering zou kunnen zijn voor
de ontwikkeling van de betreffende
Nederlandsche industrie.
Uit de besprekingen bleek, dat deze
aangelegenheid verder de volle aan
dacht van de regeering had.
Naar aanleiding van een bij de com-
de vernomen had, wat gij tot nog toe
niet goed gevonden hebt mij te «eggen,
hield ik het voor mijn plicht, zelf te
doen, wat gij helaas verzuimd hebt.
Het is diep, diep treurig, dat gij zoo
mijne goedheid beloont. Dit moge voor
heden genoeg zijn.» Morgen wil ik met
den dominee hier spreken &n zal dan
terugkomen, om je het overdge mee te
deelen. Ge moet niet denken, dat ik je,
zonder een vinger te verroeren, je zel-
ve in het verderf laat sto/rten". Daar
mee stond zij op.
Ik was buiten me zelve, dat zij me
nu in volkomen onzekerheid wilde la
ten omtrent hetgeen zij 'met Herbold's
vader verhandeld had en aldus wilde
heengaan. Maar van d/en eenen kant
kende ik tante te goed, om niet te we
ten, dat zij nu geen Woord meer zou
spreken, en van den anderen kant was
ik ook te trotsch, om haar een goed
woord te geven. Zoo vergezelde ik haar
dan naar het hotel, waar zij wilde
overnachten, en keerde daarna naar
mijn kamer terueg. Aan het dagboek
dacht ik heelemaal niet.
Den ganschen nficht deed ik geen
oog dicht. De verschrikkelijkste fanta
sieën dwarrelden in mijn geest; som
wijlen gevoelde .'ik me geneigd, het
ergste van Herold te gelooven, dan
trachtte ik die gedachten weder te
verjagen en riep telkens en herhaalde
delijk: „Neen, h'et is niet zoo; 't is al
les leugen en laster; men wil mij van
hem scheiden en hem derhalve in
mijn oogen slocht maken". Eerst te-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 4 April 1928.
Er is een tijd geweest, dat men
dweepte met het evolutie-dogma. Men
meende in dit tooverwoord de oplos
sing van alle vraagstukken te hebben
gevonden. Alles ging langs den weg
van ontwikkeling van het enkelvoudi-
dige tot het meer samengestelde, van
het lagere tot het hoogere. Zoo was
het ook met den mensch: wij waren
dieren geweest en zouden eens engelen
worden.
Hoe hebben evenwel de feiten der
gelijke theorieën in het ongelijk ge
steld. Op natuurkundig gebied is het
Darwinisme reeds lang bijgezet in het
rariteiten-museum. En wat de bescha
vingsgeschiedenis van het menschelijk
geslacht betreft, hebben de ontdekkin
gen der laatste decenniën ons geleerd,
dat ook daar lang niet alles volgens
den weg der evolutie gegaan is, gelijk
vroeger, toen men nog weinig feiten
kennis had, maar a priori veronder
steld werd.
Zoo heeft gisteravond Prof. Jean
Capart van Brussel ons doen zien, dat
reeds aan den aanvang van het Egyp
tische Oude Rijk, de kunst op zulk 'n
hoog peil stond, als nadien nimmer
meer is bereikt. Ook hier alzoo geen
evolutie, hetzij geleidelijk of sprongs
gewijze. De werkelijkheid is nu een
maal anders geweest dan het schema
dat de ongeloovige wetenschappen op
willekeurige wijze had opgesteld. Ook
hier geldt:
„Wat ons de wijzen als waarheid ver
konden,
Straks komt een wijzer' die 't wegrede
neert".
OBSERVATOR.
missie ingekomen adres, werd van ge
dachten gewisseld over de mogelijk
heid tot verruiming van den afzet van
producten der Nederlandsche Nijver
heid in Nederlandsch Indië. Aan het
bureau der commissie werd opgedra
gen stappen te doen, welke er toe zou
den kunnen leiden, dat de in het hier
bedoelde adres vermelde bezwaren
uit den weg zouden worden geruimd.
Uitvoerige mededeelingen werden
gedaan omtrent de talrijke gevallen,
waarin de commissie (sedert haar
laatste vergadering) was betrokken,
om orders, welke naar het buitenland
dreigden te gaan, voor de Nederland
sche nijverheid te behouden. Hieruit
bleek, dat in verscheidene gevallen
door het verleenen van voorlichting
of het wegnemen van vooroordeelen,
het gewenschte resultaat zou worden
bereikt. Voorts bleek hieruit, dat de
overheidsinstellingen over het alge
meen haar medewerking aan de com
missie verleenen, al liet bij enkele ge
meentebesturen de medewerking wel
te wenschen over.
Vastgesteld werd een advies aan
den minister van binnenlandsche za
ken en landbouw met betrekking tot
de maatregelen, welke naar het oor
deel der commissie zouden kunnen
worden genomen, om de bestaande be
langrijke werkgelegenheid hier te lan
de niet te doen verminderen.
BOND VAN CHR. ZANGVEREEN.
De 43ste algemeene jaarlijksche ver
gadering van den Bond van Christe
lijke zangvereenigingen in Nederland,
wordt a.s. Maandag en Dinsdag te
Arnhem gehouden.
Het bestuur en de afgevaardigden
worden Maandag te 2 uur in Musis
Sacrum ontvangen door het regelings
comité, waarbij de commissaris der
Koningin in Gelderland, Mr. S. baron
van Heemstra een welkomstwoord zal
spreken. Om half vier heeft een orgel
concert in de Groote Kerk, om 5 uur
een gemeenschappelijke maaltijd in
Musis Sacrum, en om half acht in de
nieuwe concertzaal van dit gebouw 'n
uitvoering plaats.
Dinsdagmiddag half vier officieel©
ontvangst van het gemeentebestuur.
In de middagvergadering van Dins
dag houdt de heer Sem Dresden een
lezing over de ontwikkeling van het
lied, met demonstratie door mevrouw
Dresden.
gen den morgen sluimerde ik onrus
tig in. De uren, welke ik in de school
doorbracht, waren goeden nachtl
De oogen vallen me dicht.
22 September.
(Vervolg van gisteren). Tante liet
zich niet zien. Eerst bij het eten
kwam iij terug. We spraken slechts
weinig. Toen de' tafel afgenomen was
gaf ze mij een teeken, om tegenover
haar te gaan zitten. Ik deed het in
somberen trots en vast besloten niets
te gelooven van bet kwaad, dat ze
mij van Herbold zou zeggen, en niet
toe te geven.
In de eerste plaats", zoo begon zij,
„wil ik je mededeelen.hoe 't mei i.o
hoogedelen geliefde staat. Deze jon
geman, van wiens trouw jij zoo rots
vast overtuigd bent, was ondanks zijn
jeugd reeds in verschillende liefdes
geschiedenissen verwikkeld".
Tante noemde toen de drie feiten,
waaruit, als ze waar waren, zou vol
gen, dat Herbold eigenlijk een erge
losbol zou zijn een student, die al
le meisjes naliep en soms ongelukkig
maakte.
Terwijl tante een en ander uitvoerig
verhaalde, woedde in mijn hart een
verschrikkelijke storm. Zou dat alles
waar zijn? Somwijlen was ik bijna ge
neigd het te gelooven. Als tante op
minder harden, spottenden toon ge
sproken had, ware ik wellicht eer ge
neigd geweest, haar gehoor te geven.
(Wordt vervol id).
liet merken. Wat moest ik antwoor
den?
„Tante", antwoordde ik na eenige
oogenblikken aarzelend, „men heeft u
meer gezegd, dan ik zelf weet, en Jk
diende het toch 't eerst te weten, als
er iets van waar was".
„Wil je daarmee zeggen, dat er vol
strekt niets van waar is?"
„Dat niet; maar het is slechts een
verstandhouding, welke misschien tot
ten huwelijk leiden kan".
„En wien betreft 't dan wel daarbij?"
„Een mijnheer Frederik Herbold,
die binnenkort zijn doctoraal examen
in de geneeskunde aflegt en dan bij z'n
vader, die een groote privaatkliniek
heeft in Maagdenburg, assistent-arts
zal worden".
„In Maagdenburg?" herhaalde zij;
„En is hij geloovig?"
„Dat is hij ongetwijfeld niet", ant
woordde ik verlegen.
Van dat alles hebt ge mij tot nog toe
geen stom woord gezegd; alles achter
mijn rug. Houdt ge dat voor gepast?
Heb ik dat aan je verdiend. Roosje?"
„Tante", bad ik, „mijn dankbaar
heid tegenover u is zonder gren/en.
Maar ik meen, waar het mijn gansrhe
toekomst, mijn volle levensgeluk be
treft, daar moet ik toch zelf mijn keu
ze doen en zelf beslissen. Gij zourlt u
immers later de bitterste verwijten
maken, als ge mij ongelukkig zaagt <mi
u zelve zeggen moest, dat gij er schuld
aan waart".
Bij die woorden namen hare gelaats
trekken een eigenaardige uitdrukking
aan; het was een mengeling van spot
en verachting, wat daarin te voor
schijn trad. Met ijzige kalmte vroeg zij:
„Ge gelooft dus, dat gij slechts met
hem gelukkig zijn kunt en dat hij u
onwankelbaar trouw is, niet waar?"
Bij die woorden doorliep een ijskou
de rilling mijn leden; zou zij iets an
ders, iets slechts van Herbold weten?
Neen, dat was niet mogelijk. Ik wees
die gedachten met verontwaardiging
\an me terug en antwoordde:
„Ja, dat geloof ik".
„Hebt ge je daar dén van verzekerd
en naar zijn voorgaand leven en zijn
karakter bij betrouwbare lieden on
derzoek gedaan?"
„Hoe zou ik dat gedaan hebben?
Zijn geheele optreden is zoo edel en
boezemt zulk een vertrouwen in, dat
ik omtrent de zuiverheid van zijn be
doelingen en karakter geen twijfel
koesteren kan. Ik zou het voor een
groot onrecht houden te gelooven, dat
hij tot ontrouw in staat was".
„En ik zeg je, dat hij een lichtzin
nig mensch is en dat zelfs zijn eigen
vader zoo over hem oordeelt".
„Dat is niet waar, tante!" vloog ik
op; „hoe kunt ge zoo iets zeggen, daar
gij zijn vader evenmin kent als ik".
„Nu, zoo weet dan, dat ik zoo jpist
van zijn vader, van Maagdenburg
kom".
„Gij gij waart in Maagdenburg?"
stotterde ik.
„Jawel, want toen ik van andere zij-