kanten dr. J. F Beerens (Utrecht), prof,
dr. C. G. Wagenaar, (Leeuwarden) en W.
J. Wegerif (Utrecht).
INDISCHE HULPPREDIKERS.
„Sopater" verhaalt in de „Xed." een en
ander over de Indische hulppredikers en
de verhouding der predikanten tot hen.
Zoo was daar b.v. een hulpprediker, oud
en in den dienst vergrijsd. Hij is nu ge-
pensionneerd en woont hier te lande. Ja
ren aaneen was die geweest in zijn res
sort: had het vertrouwen van zijn men-
schen, van de leden der gemeente zoowel
als van de lnlandsche leeraars. Toen
kwam daar een jong predikant, zoo regel
recht uit Patria, en die is daar dadelijk
de zaken eens gaan ..rechtzetten", want
ze stonden ..erg scheef", naar hij meende.
N" i -indijk was het gevolg, dat ze al
spoedig niet. nfeer scheef stonden, doch
„tegen den grond" lagen.
In geuren en kleuren is me dat geval
door dien broeder hulpprediker verteld.
Maar ik weet ook gevallen, waar zeldza
me takt. en zeldzame ijver aanwezig wa
ren. ook hij den benoemden predikant en
die daarin voor de aanwezige hulppredi
kers n' f onderdeed.
Mijn zegsman kende zulke gevallen
trouwens zelve ook. En met dank in hart
en oog vertelde hij mij van de toewijding
ook van predikanten, die voor het Zen
dingswei k niet. waren opgeleid, maar die
zich in den arbeid echt zendeling betoon
den.
I n i'an zijn er verder nog de honder
den lnlandsche leeraars, zooals ze ge-
woonli I- genoemd worden.
Hun arbeid is de verzorging der Inland
se'ie gemeenten en ook het houden van
school.vo .i' de lnlandsche jeugd. Dan leest
nun li, ,.De Zendingsbode" van „goeroe
kola of ..goeroe tTema't" of ook wel
..«neme d inemaat", wat zooals mij gezegd
,is. i.o r >a'- -Ier gemeente beteaient.
Terwijl «Ian die lnlandsche leeraars
pl iats 1 ik hun arbeid hebben,"is het werk
\an p.-eilikanf of hulpprediker behalve de
iluvinu soms) eener plaatselijke brui-
te- oT blanke gemeente, vooral het bezoe-
I n I•-1 co'o,, enten, het inspecteeren der
sehoL'ii. het adininistreeren en besturen
en regelen van al wat geadministreerd,
gei geld, estiiurd moet \vord°n En dat
is veel.
Maar vooral moeten de heeren veel,
In ,1 veel reizen.
1 li die leizen zijn niet zoo gemakke
lijk Veelal naaf het per prauw, of ook
w« l te iet. Gelukkig is hij, die een mo
lm ter besehikking heeft. Gelukkig ook
I'M, die zint reizen te paard kan doen.
Mtfar gereisd wordt er door hulpprediker
en pro likanl veel.
De schaduwzijde is daarbij hun langen
lijd namvn van huis zijn, terwijl er dan
g --li «eleueiilieid is om iets van huis, van
vrouw en kinderen te vernemen.
Hierin 'hu n zij voor de zendelingen niet
onder. Ja. il< kreeg „De Zendingsbode" le
zende, wi l eens den indruk, dat ze het
van onze zendelingen in dezen menigmaal
nog winnen.
HET KRUIS AAN DE NOORDPOOL.
Hef. te Home verschijnende blad Tribune
meldt dat in het Vaticaan eem eikenhou
ten kruis wordt gemaakt, 't welk gene
raal Xohile op zijn vliegtocht naar de
Noordpool zal meenemen. Het zal op 90
gr. X. Br. tegelijk met de Italiaansche
slag uit, het vliegtuig op het ijs worden
geworpen.
Gemeenteraad Leiden.
(Vervolg van gisteren).
Spr. noemt enkele gevallen van
verhoogingen die hem ter oore kwa
men. Spr. meent, dat de bloote eigen
domsovergang geen reden mag zijn
tot verhooging van huur.
De heer H u u rm a n (A.-R.): Dan
moet l' nog eerst aantoonen dat het
onredelijk is.
De heer Van Stralen vervolgt en
gaat door met het noemen van enkele
voorbeelden.
Spr. ziet met belangstelling het ant
woord van B. en W. tegemoet en dient
schriftelijk zijn amendement in.
De heer Spendel (R.-K.) deelt na
mens de meerderheid van de Commis
sie van Fabricage mede, dat de Com
missie geen aanleiding vindt om reeds
nu tot stappen over te gaan. De Com
missie vindt geen enkele reden tot
het in het leven roepen van een nieuw
gemeente-instituut.
Wat de heer Van Stralen nu voor
stelt is slechts een voorspel van een
langdurige aanval, die echter naar
Spr.'s meening geen enkele redelijke
grond heeft.
Publiciteit zal geen gevolg hebben.
Principieel is Spr. tegen elke ge
meentelijke inmenging
Wethouder Splinter, tevens vor
mende tie minderheid van de Commis
sie van Fabricage, verdedigt het voor
stel om de klachten door een gemeen
telijk bureau te doen onderzoeken.
Spr. meent dat er wel enkele onrede
lijke huuropdrijvingen zijn voorgeko
men, o.a* van f 4,90 op 7.
De expert die de huisjes heeft opge
nomen was naar Spr.'s meening ab
soluut terzake kundig en onpartijdig.
Zijn schatting kwam iets lager uit dan
die van de huiseigenaren.
De cijfers door den Bond van huis
eigenaren gepubliceerd betroffen en
kel de huizen vnn de leden van den
Bond, niet de cijfers waarover de ge
meente beschikt.
Spr. noemt een geval waarin hij een
huiseigenaar kon bewegen, om de
huur weer te verlagen, nadat hem de
onredelijkheid was aangetoond. Dat
noopte Spr* om voor te stellen een ge
meentelijk klachten—bureau in te stel
len.
De stóppen die dit bureau zal doen
zijn: L. Overleg tusschen huurder en
verhuurder te brengen; 2. de hulp
van den verhuurdersbond te hulp
roepen.
Publiciteit geven daarvoor bestaat
geen enkele rechtsgrond. Ook te Am
sterdam doet men dat niet. In Amster
dam kwamen de vorige maand slechts
80 klachten in.
B. en W. meenen dat dit bureau zon-
dere eenige personeel-uitbreiding en
zonder kosten zal kunnen worden in
gericht.
De heer R o m ij n (V.B.) motiveert
zijn stem voor het voorstel ofschoon
hij principieel meer voelt voor het
standpunt van den heer Spcndel.
De heer S ij t sin a (V.D.) gaat even
eens met het voorstel van B. en W.
mede. omdat hij hiervan een zedelijke
invloed ten goede verwacht. Spr. is
tegen publiciteit van gevallen van on
redelijke opdrijving.
Den heer Heemskerk (R.-K.)
frappeert het, dat B. en W. thans met
dit voorstel komen, terwijl zij inder
tijd tegen een gemeentelijke huur-
verordening waren. Spr. kart» zich in-
tusschen met het voorstel vereenigen,
ofschoon hij betreurt dat niet dwin
gend kan worden opgetreden.
De heer Wilbrink (C.-H.) staat
principieel op het standpunt van den
heer Spendel. Spr. zou intusschen de
proef van B. en W. willen aanvaarde
indien vast staat dat- het geen kosten
meebrengt. Spr. vreest, dat elke huur-
verhooging zal worden bestempelt als
onredelijke huuropdrijving en dus de
werkkring van het bureau zal uit
dijen. Spr. verwacht van een behande
ling door het College zelf nog wel suc
ces, maar niet als dat van een ambte
naar moet uitgaan.
Tegen de cijfers van den heer Van
Stralen heeft Spr. het bezwaar, dat ze
niet uitgaan boven de rente van het
er in gestoken kapitaal. Men moet met
de indexcijfers rekening houden.
Daarom was Spr. ook tegen een ge
meentelijke huurverordening en even
eens tegen den grondslag der huur-
commissie-wet.
Spr. vraagt nog nadere verklaring
van B. en W. of men alle aangiften
wil laten onderzoeken of worden de
zaken geschift.
De heer Van Es (A.-R.) meent dat
dit voorstel eigenlijk een fopspeentje
is. Daarom was Spr. er aanvankelijk
voor. Spr.» is nu bekeerd door het be
toog van den heer Van Stralen. Er
zullen nu legio klachten komen.
Spr. meent ook, dat het principieel
niet op den weg der gemeente ligt een
dergelijke uitgebreide dienst in het
leven te roepen. Spr. vreest ook dat op
den duur in den Gemeenteraad de
naam van slechte, maar ook van goe
de huiseigenaren ter tafel zal komen
en dat is ongewenscht.
De heer Van Stralen (S.D.) komt
met enkele staaltjes van persoonlijke
gevallen in de Huurcommissie behan
deld.
Dit ontlokt een vloed van interrup
ties over en weer.
De Voorzitter hamert.
De heer Van Stralen vervolgt
daarna dat hij meent dat et beter
ware gewees. dat een ander dan een
eigenaar van huizen als expert was
aangezocht.
Voorts weerlegt Spr. verschillende
opmerkingen. Spr. is van meening, ,dat
elke verhooging (enkele bijzondere
omstandigheden uitgezonderd) van hu
ren van eind 1927 als onredelijk is te
beschouwen.
Spr. pleit nog eens voor het publi-
ceeren als een preventieve maatregel.
Voorts haalt Spr. aan wat de Nieuwe
Leidsche Courant schreef toen de
Huur commissie-verordening aan de
erde was, n.l. dat de instelling van een
bureau gewenscht was en ook op pu
bliciteit werd aangedrongen. Dit ter
weerlegging van wat de heer Van Es
zeide.
De heer Spendel (R.-K.) vraagt
het woord voor een persoonlijk feit.
De Voorzitter vraagt waarin
dat bestaat.
Aangezien de heer Spendel geen re
den opgeeft verkrijgt eerst de heer
Eiker bout (A.-R.) het woord.
Deze had gaarne gezien een opgave
van alle huurverhoogingen sedert de
opheffing der Huur-commissie. Spr.
vindt het niet erg dat een verhuurder
die onredelijk de huur opdrijft aan de
kaak gesteld wordt.
Spr. meent dat het voorkomt dat
huurverhoogingen plaats hebben die
boven de draagkracht van de huur
ders gaan.
Spr. is voor het voorstel van B. en
W. en hoopt, dat de vrees van zijn
medeleden zal worden opgeheven.
Spr. is tegen publiciteit.
De heer Wilmer (R.-K.) zijn stem
motiveerende, weegt het voor en tegen
doch kan moeilijk oordeelen.
Daarom geeft Spr. zijn stem aan dit
voorstel als proef. Spr. is echter tegen
het amendement-Van Stralen, omdat
het teveel werk geeft en overbodig is.
Dan zouden alle huizen moeten wor
den, onderzocht.
Spr. hoopt dat de raadsleden van de
gegevens waarover ze beschikken
een bescheidener gebruik zullen ma
ken dan de heer Van Stralen deed als
lid van de opgeheven Huurcommissie.
De heer Spendel (R.-K.) komt er
oveneens tegen op, dat de heer Van
Stralen Spr.'s houding voor de Huur
commissie behandelde. Daar trad
Spr. voor eigen belang op, hier in het
gemeentebelang.
Wethouder Splinter deelt nog
mede, dat hij nog steeds van meening
is, dat het voorstel geen geld zal kos
ten. Spr. gelooft niet, dat er een
groot aantal klachten zal komen.
Tegen de publiciteit bestaat naar
Spr.'s meening nog steeds het bezwaar
dat hef niet mag.
Punt a .wordt aangenomen met 25
tegen 5 stemmen, die van de heeren
Van Es, Huurman, Spendel en Par-
mentier.
Het amendement-Van Stralen
wordt verworpen met 20 tegen 10 st.
Alleen de Soc.-Dem. voor.
Het verdere gedeelte van het voor
stel wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
16. Beantwoording van de interpel
latie van den heer Baart, inzake de
beslissing vail B. en W. op het ver
zoek van den Ned. Bond van Perso
neel in overheidsdienst, betreffende
inkoop voor pensioen.
Weth. G o s 1 ing a antwoordt dat
o]) de eerste vraag of afwijzend is be
schikt. toesteminend wordt beschikt.
Het College is geen verantwoording
verschuldigd over de toepassing van
de Pensioenwet.
Wat de beslissing zelf aangaat mer
ken B. en W. op, dat rij niet anders
konden. Een sinds de vergadering van
October gevoerde bespreking heeft
niet tot een andere beschouwing ge
leid.
De heer Baart (S.D.) merkt op, dat
liet in elk geval noodig was het geor
ganiseerd overleg te raadplegen. Men
durfde echter dat niet aan. Een voor
bespreking met de raadsleden is niet
de gewenschte weg.
Ondanks de verklaring van B. en W.
dat de Raad er niet mee te maken
heeft zou Spr. gaarne nogmaals een
uitspraak van den Raad willen, dat de
aangelegenheid alsnog in het georga
niseerd overleg wordt gebracht.
De heer Heemskerk (R.-K.), hoe
wel er ook persoonlijk wel wat voor
gevoelende om deze aangelegenheid in
het georganiseerd overleg te brengen,
meent dat B. en W. toch een eind te
gemoet gekomen zijn door de raads
leden te hooren. Dat de heer Baart zou
weigeren om in zoo'n conferentie te
verschijnen is onjuist gedacht, de
raadsleden moeten dat waardeeren.
Spr. hoopt, dat B. en W. zullen
trachten de losse krachten ook te
doordringen van het feit, dat zij los
zijn om zoodoende geen ongerechte
verwachtingen te koesteren.
D© heer Wilbrink (C.-H.) moti
veert zijn stem tegen de motie-Baart,
omdat B. en W. een eigen meening
mogen hebben.
De heer Baart dient een schrifte
lijke motie in.
De heer Eikerbout (A.-R.) acht
de nieuwe motie-Baart onjuist, omdat
zij niet vermag een ander© houding
van B. en W. te bewerken. De uit
spraak van een deel van den Raad,
dat het betreurd wordt, dat de zaak
zoo gaat is voldoende.
Weth. G o s 1 i n g a merkt op, dat
des pudels kern is dat ook voor de
Overheid geldt: Gij zult geen valsch
getuigenis geven. Van iemand die in
lossen dienst was te verklaren, dat hij
in vasten dienst was is leugen of
valsch getuigenis geven.
Dat B. en W. het niet zouden aan
durven om het in het georganiseerd
overleg te brengen is minderwaar lig
gedacht. Het hoorde daar niet. Spr.
gevoelde aanvankelijk ook medelijden
maar kon hier niet helpen.
Men zegt, het is een formaliteit.
Zeer juist. Maar ook zou formeel juist
zijn als B. en W. interpellatie weiger
den. Dat deden zij echter niet.
De heer Baart (S.D.) komt er nog
tegen op, dat wel met de raadsleden
en niet met de Commissie werd over
leg gepleegd. Spr. leest nog eens voor
wat de organisatie vroeg om een ver
klaring van „lossen" geen „tijdelijken"
dienst. Dat kan gegeven worden. Wel
nu zegt Spr., geef dat dan.
De heer Eiker bout (A.-R.) heeft
volstrekt niet bedoelt onwaarheid te
zeggen. Wanneer de heer Goslinga
zegt dat is onjuist dan zal Spr. niet
tegenspreken, maar toch meent Spr.
dat de zaak niet af is.
De heer Groeneveld (S.D.)
meent dat de wensch van den Raad
advies van 't georganiseerd overleg
vragen niet is opgevolgd. Dat is een
conflict tusschen Raad en College.
De heer Heemskerk (R.-K.) ont
kent dat conflict. Het College kon de
motie niet uitvoeren, maar deed wat
het kon. dat verdient hulde.
Spr. wil uitdrukkelijk vastgesteld
zien, dat B. en W. wel bereid zijn de
verklaring van lossen dienst af te ge
ven ook al heeft die voor betrokkenen
geen waarde.
Weth. Goslinga betreurt, dat de
heer Eikerbout nog steeds van mee
ning blijft, dat er een financieele kwes
tie achter zit, dat is onjuist.
De heer Baart (S.D.): Als het maar
geen geld kostte dan was het wel ge
geven.
De heer Goslinga meent dat dit
overtreft alles wat hedenmiddag door
Gen heer Baart is gezegd.
Spr. komt daar krachtig tegen op,
omdat dit strijd tegen elke nuchtere
waarheid. De pensioenen kostten de
gemeente millioenen.
Spr. zet nogeens uitvoerig uiteen
wat de kwestie hier is.
De motie-Van Stralen wordt daarna
verworpen met 19 tegen 8 stemmen.
17. Voorstel tot onderhandsche op
dracht van het maken, leveren en be-
drijfswaardig stellen van den hoven-
bouw en van de daarbij passende be-
wegings- en opzetinrichltingen, alles
met bijbehoorende werken, ten behoe
ve van eene nieuwe- Groote Haven-
brug, aan de N.V. Constructiewerk
plaatsen en Werktuigenfabriek „de
Nederlandsche Staalindustrie" te
Rotterdam.
De heer S c h u 11 e r (S. D.) meent,
dat de Raad veel te plotseling voor
deze zaak wordt gesteld. B. en W. had-
den drie maanden geleden reeds een
plan. Ook is de Raad onvolledig inge
licht. Spr. is voorts van meening, dat
ook de mededingende firma's te kor
ten termijn is gesteld. Dat blijkt uit
de correspondentie.
De S. D. A. P.-fractie is van deze
handelwijze niet gediend. Spr. hoopt,
dat voortaan daarmede rekening zal
worden gehouden.
Spr. wijst er nog op, dat ook de Com.
binnen een dag besliste. Hoe dat kan,
is spr. een raadsel.
Spr. betreurt het, dat de Directeur
van G. YV. met geen woord melding
maakt van de aanbieding van de fa.
Kloos. Nu kan de raad niet volledig
oordeelen. Spr. vraagt zich af, of het
niet mogelijk is, dat deze opgaaf, hoe
wel 3UUU hooget', aan onderbouw het
zou bezuinigen. Spr. vraagt, waarom
brugleuningen en rijvlak niet mede
in de aanbesteding is opgenomen.
De lieer M anders (R. K.) is ver
heugd hier een goede constructie te
ontmoeten en dat ontweken is het
bezwaar, dat met de Leiderdorpsche
brug wordt ondervonden.
Weth. Splinter weerlegt de op
merkingen wat de tijd van voorberei
ding aangaat.
Van de 11 aangezochte firma's kon
den 5 mededingen. Spr. is verheugd,
dat de heer Manders, die meer des
kundig is dan spr. en den heer Schui
lei', het project goed noemde.
Dat Werkspoor tegenover de aan
bevolen firma genoemd wordt, is, om
dat Werkspoor een tweeledig project
indiende.
De leuning en het rijvlak komt
straks met de landhoofden, enz.
De heer Schuller (S .D.) heeft
gemist een uiteenzetting, waarom de
firma Kloos is gepasseerd.
Weth. Splinter merkt op, dat de fa.
Kloos hetzelfde project geeft als de
Staalindustrie, dat onmogelijk goed-
kooper kan zijn. omdat het precies het
zelfde is.
Goedgekeurd.
Interpellatie-Sijtsma.
De heer S ij t s m a (V. D.) merkt op,
dat hij met deze interpellatie-vragen
gevolgd heeft de practijk van jaren
her. Daarna leest spr. de vragen voor
die handelen over de bediening van de
centrale fverwarming der H. B. S.
Weth. Splinter deelt mede, dat
bezuiniging de oorzaak was. Indertijd
werd aan den concierge tijdelijk assis
tentie verleend. Dat is door de practijk
geworden een volledige hulp.
Er bestaat geen aanleiding voor na
der onderzoek en evenmin om veran
dering te brengen, aangezien dit een
gewoon geval van noodzakelijke en
goede bezuiniging is.
De heer S ij t s m a (V. D.) noemt
verschillende werkzaamheden op, die
de concierge moet verrichten. Spreker
meent, dat hij met dit werk minstens
72 uren per week moet werken. Ook
in andere plaatsen en eveneens hier
ter stede wordt daarvoor een andere
kracht genomen.
De lieer Pannentier (A. R.) kan
zich uiet hegrijpen, dat de heer Sijts-
ma hierover valt. Het is hier slechts
het aanhouden van een kachel en dat
kost 24 per week. Het is toe te jui
chen, dat B. en W. met deze bezuini
ging komen.
De heer V e r w e ij (S. D.) meent dat
hier een hijzonder geval is. De man is
niet geheel gezond. Gedurende 12 jaar
behoefde hij het niet te doen. Nu is de
man 60 jaar en nu wordt hem dit zwa
re werk, althans voor hem zwaar, op
gedragen.^
Hoewel 'spr. het in beginsel met den
wethouder eens is, is hier een bijzon
der geval aanwezig.
Op verzoek van den heer Groene
veld geeft de wethouder nog inlichtin
gen over de cijfers van het loon.
Bij de rondvraag dringt de heer
Van der Re ij den (C. H.) aan op
spoedige afdoening van een ingeko
men adres, waarop de Voorziter mede
deelt, dat spoedig behandeling is te
verwachten.
De heer Bergers (R. K. vraagt
de aandacht van B. en W. voor de
Lusthoflaan, die een mooien naam
draagt, maar inderdaad geen lusthof
is.
Mevr. B r a g g a a r-d e Does (S. D.)
vraagt nadere inlichtingen omtrent
het geval van straf oplegging bij de
schoolkindervoeding door haar reeds
eerder ter sprake gebracht.
Weth. Tepe geeft uitvoerige in
lichtingen en deelt mede, dat de onder
wijzeres, die de straf had opgelegd, dit
deed, omdat bedoelde leerling tijdens
de voeding ondeugend was.
Spr. is van meening, dat het onder
wijzend personeel in beginsel het
recht heeft om te straffen, ook onder
de schoolvoeding, maar dat het over
weging verdient om zoo weinig mo
gelijk de kinderen van het voorrecht
der voeding uit te sluiten.
Mevr. Bragg aar deelt mede, dat
het Hoofd der school haar anders heeft
ingelicht. Dit schoolhoofd merkte op,
dat de wijze van tuchtoefening ter zij
ner beoordeeling stond en hij zelfs de
geheel© voeding van zijn school zou
kunnen bannen.
De heer Baart (S. D.) vraagt of het
waar is, dat aan de politie last is ge
geven om te streven naar een groot
aantal processen-verbaal.
De Voorzitter antwoordt, dat
dit inderdaad onjuist is. Een dergelij
ke opdracht is niet gegeven en de po
litie is verstandig genoeg om tot die
middelen niet de toevlucht te nemen.
De heer V a n E c k (S. D.) vraagt bij
de beslissing op het verzoek van de bi
oscoop-exploitanten om ook Zondags
van 2 tot 5 uur te mogen spelen, waar
bij B. en W. de Zondagswet moeten
toepassen, te willen handelen naar
den regel, die de Voorzitter mede
deelde in de raadsvergadering van
7 December, dat n.l. de Zondagswet
een soepele toepassing zou ontvangen,
en dat daarbij met de stroomingen on
der de bevolking zooveel mogelijk re
kening zal worden gehouden. Spreker
hoopt, dat dit er toe zal leiden dat
hier, evenals in Den Haag, deze voor
stellingen zullen worden toegestaan.
De Voorzitter deelt mede, dat
dit verzoek nog niet is behandeld,
maar dat hij deze behandeling inder
daad naar den regel in December me
degedeeld, zal gehandeld worden.
De heer Schuller (S. D.) vraagt
voorziening van den afvoer van het
water van de Nachtegaallaan.
De Voorzitter deelt mede, dat
daaromtrent met Oegstgeest overleg
wordt gepleegd.
Tenslotte vestigt de heer Van Es
(A. R.) er nog de aandacht op, dat, se
dert de politie naar het nieuwe bu
reau is verhuisd, er tijden zijn, vooral
's Zondags, waarin blijkbaar niemand
de verantwoordelijkheid draagt voor
noodige handelingen in geval van
brand.
Daarna wordt tien minuten voor
zes de vergadering gesloten.
UIT ONZE INDIEN.
UIT DE WERELD VAN DEN
WOEKER.
Het Noorden vertelt:
Een Arabier, die iets gehoord had
van het bestaan van een Anti-woeker-
vereeniging, bezocht kort geleden, een
kennis van hem, van wien hij inlich
tingen daarover wilde hebben.
In het kort vertelde zijn vriend hem
het doel en het nut van het bestaan
der vereeniging.
Nadat onze bezoeker alles aange
hoord had, schudde hij het hoofd en
zei: „Itoe djahat, itoe!" dat is gemeen.
Hij vond het heelemaal niet goed,
dat men liet de Arabieren zoo lastig
maakt. „We moeten toch onze mede-
menschen helpen? Dat staat in den
Koran.1', zeide hij met overtuiging. En-
om zijn bewering te staven met be
wijzen, noemde hij een voorbeeld.'
Iemand kwam bij hém en smeekte
hem om 10 ter leen te mogen heb
ben, omdat hij de belasting moest be
talen, anders zou er beslag gelegd
worden op zijn erf en huis. Hij gaf den
ongelukkige liet verlangde bedrag zon
der borg noch pand, maar natuurlijk
moest hij rente van zijn geld hebben.
Hij moest 15 terug ontvangen.
„Is dat nu helpen?vroeg zijn
vriend hem.
„Natuurlijk!"' antwoordde de zoon
van Hadramaut met ..vuur. „Anders
zou die vent toch al zijn hebben en
houden moeten verliezen? En ik gaf
hem zoo maar 10 „oetoeng oentoen-
gang (op goed geluk af). Als ik geluk
heb. krijg ik 5 rente, zoo niet. dan
verlies ik 10. Wij vertrouwen onze
medemenschen wel,—heel anders dan
de afdeelingsbank, die vertrouwen de
prijaji's (lnlandsche ambtenaren)
zelfs niet. want die hebben alleen hun
tractement. Maar wij vertrouwen ieder
een die geld noodig heeft".
Zijn vriend maakte er hem attent
op. dat men volgens den Koran toch
geen geld op rente mag uitzetten.
„Dat doen wij ook niet", antwoord
de de Arabier positief. „Wij verkoopen
dingen aan dengene, die geld noodig
heeft, en deze verkoopt de barang
weer aan ons!"
Om deze zaak te hegrijpen, moet men
weten, dat de Arabieren zich van dit
middel bedienen om het verbod van
den Koran te ontduiken. Zij verkoo-
koopen b.v. zoogenaamd iets aan den
leener voor 15, maar de leener ver
koopt dezelfde barang weer aan den
Arabier voor 10. Hij krijgt die tien
gulden van den Arabier, maar hij
moet dezen die 15 pas over een
maand betalen. En heide partijen zijn
geholpen!
Het zij hierbij opgemerkt, dat deze
methode nooit bij niet-Mohammeda-
nen wordt toegepast, omdat het ver
bod van rente alleen geldt voor Isla
mieten tegenover Islamieten.
BAGAN SI API API, DE TWEEDE
VISCHSTAD DER WERELD.
De gouverneur van Sumatra's Oost
kust maakte onlangs een dienstreis
naar Bengkalis en omstreken en be
zocht toen ook Bagan Si Api Api.
Omtrent het bezoek aan dat cen
trum schrijft de „Deli Crt.":
Bagan Si Api Api is een Chineesche
stad bij uitnemendheid en bovendien
de tweede vischstad van de wereld.
Bergen is volgens sommigen de eerste.
De meening wordt echter ook wel ge
hoord, dat Bagan Si Api Api de eerste
vischstad is, omdat het vischbedrijf
in Bergen maar seizoenwerk is, terwijl
in Bagan Si Api Api de visscherij het
geheele jaar door duurt. De vischuit-
voer van Bagan Si Api Api met de
aanverwante artikelen beloopt een
bedrag van 25 millioen per jaar of
ruim 30.000 pikol per maand. In de
laatste maanden van 1927 liet het
vischbedrijf zich echter wat minder
florisant aanzien, doch tegen het eind
van het jaar viel weder een opleving
te bespeuren.
Het ligt intusschen in de bedoeling
van het departement van Landbouw
in den loop van 1928 naar Bagan Si Api
Api een deskundige op het gebied der
visscherij te zenden, teneinde het be
drijf aldaar grondig te bestudeeren,
er rapport over uit te brgen en hij te
dragen tot eventueele verbeteringen
van de visscherij, waardoor de uit
komsten nog meer zouden kunnen
worden vergroot. Waarschijnlijk zal
deze expert in Juni van dit jaar naar
Bagan Si Api Api komen.
Het plaatsje is altijd weer interes
sant om te bezichtigen, vooral doordat
een deel er van boven het water werd
gebouwd. De Pelantarweg is bijvoor
beeld een heirbaan, die geheel boven
het water ligt.
Maar overigens is Bagan Si Api Api
een zeer roerige plaats, ook tengevolge
van de tallooze geschillen door tegen
strijdige kongsi-belangen. Dit maakt
dat het bestuur er meer dan elders
zich met krachtige hand moet doen
gelden, vooral ter bestrijding van de
min of meer revolutionaire elementen,
die men tegenwoordig uit China krijgt
en de neigingen der jong-Chineezen
Er staat in het plaatsje een keurig
ziekenhuis, hoewel het tengevolge
van den drassigen, veenachtigen bo
dem zeer moeilijk is er goed te bou
wen. Binnen afzienbaren tijd zal de
drinkwatervoorziening een belangrij
ke moderniseering ondergaan do< i
den aanleg van een waterleidin
waardoor naast het bestaande regei
bakken-systeem goed drinkwater v
krijgbaar zal zijn.