kanten dr. J. F Beerens (Utrecht), prof, dr. C. G. Wagenaar, (Leeuwarden) en W. J. Wegerif (Utrecht). INDISCHE HULPPREDIKERS. „Sopater" verhaalt in de „Xed." een en ander over de Indische hulppredikers en de verhouding der predikanten tot hen. Zoo was daar b.v. een hulpprediker, oud en in den dienst vergrijsd. Hij is nu ge- pensionneerd en woont hier te lande. Ja ren aaneen was die geweest in zijn res sort: had het vertrouwen van zijn men- schen, van de leden der gemeente zoowel als van de lnlandsche leeraars. Toen kwam daar een jong predikant, zoo regel recht uit Patria, en die is daar dadelijk de zaken eens gaan ..rechtzetten", want ze stonden ..erg scheef", naar hij meende. N" i -indijk was het gevolg, dat ze al spoedig niet. nfeer scheef stonden, doch „tegen den grond" lagen. In geuren en kleuren is me dat geval door dien broeder hulpprediker verteld. Maar ik weet ook gevallen, waar zeldza me takt. en zeldzame ijver aanwezig wa ren. ook hij den benoemden predikant en die daarin voor de aanwezige hulppredi kers n' f onderdeed. Mijn zegsman kende zulke gevallen trouwens zelve ook. En met dank in hart en oog vertelde hij mij van de toewijding ook van predikanten, die voor het Zen dingswei k niet. waren opgeleid, maar die zich in den arbeid echt zendeling betoon den. I n i'an zijn er verder nog de honder den lnlandsche leeraars, zooals ze ge- woonli I- genoemd worden. Hun arbeid is de verzorging der Inland se'ie gemeenten en ook het houden van school.vo .i' de lnlandsche jeugd. Dan leest nun li, ,.De Zendingsbode" van „goeroe kola of ..goeroe tTema't" of ook wel ..«neme d inemaat", wat zooals mij gezegd ,is. i.o r >a'- -Ier gemeente beteaient. Terwijl «Ian die lnlandsche leeraars pl iats 1 ik hun arbeid hebben,"is het werk \an p.-eilikanf of hulpprediker behalve de iluvinu soms) eener plaatselijke brui- te- oT blanke gemeente, vooral het bezoe- I n I•-1 co'o,, enten, het inspecteeren der sehoL'ii. het adininistreeren en besturen en regelen van al wat geadministreerd, gei geld, estiiurd moet \vord°n En dat is veel. Maar vooral moeten de heeren veel, In ,1 veel reizen. 1 li die leizen zijn niet zoo gemakke lijk Veelal naaf het per prauw, of ook w« l te iet. Gelukkig is hij, die een mo lm ter besehikking heeft. Gelukkig ook I'M, die zint reizen te paard kan doen. Mtfar gereisd wordt er door hulpprediker en pro likanl veel. De schaduwzijde is daarbij hun langen lijd namvn van huis zijn, terwijl er dan g --li «eleueiilieid is om iets van huis, van vrouw en kinderen te vernemen. Hierin 'hu n zij voor de zendelingen niet onder. Ja. il< kreeg „De Zendingsbode" le zende, wi l eens den indruk, dat ze het van onze zendelingen in dezen menigmaal nog winnen. HET KRUIS AAN DE NOORDPOOL. Hef. te Home verschijnende blad Tribune meldt dat in het Vaticaan eem eikenhou ten kruis wordt gemaakt, 't welk gene raal Xohile op zijn vliegtocht naar de Noordpool zal meenemen. Het zal op 90 gr. X. Br. tegelijk met de Italiaansche slag uit, het vliegtuig op het ijs worden geworpen. Gemeenteraad Leiden. (Vervolg van gisteren). Spr. noemt enkele gevallen van verhoogingen die hem ter oore kwa men. Spr. meent, dat de bloote eigen domsovergang geen reden mag zijn tot verhooging van huur. De heer H u u rm a n (A.-R.): Dan moet l' nog eerst aantoonen dat het onredelijk is. De heer Van Stralen vervolgt en gaat door met het noemen van enkele voorbeelden. Spr. ziet met belangstelling het ant woord van B. en W. tegemoet en dient schriftelijk zijn amendement in. De heer Spendel (R.-K.) deelt na mens de meerderheid van de Commis sie van Fabricage mede, dat de Com missie geen aanleiding vindt om reeds nu tot stappen over te gaan. De Com missie vindt geen enkele reden tot het in het leven roepen van een nieuw gemeente-instituut. Wat de heer Van Stralen nu voor stelt is slechts een voorspel van een langdurige aanval, die echter naar Spr.'s meening geen enkele redelijke grond heeft. Publiciteit zal geen gevolg hebben. Principieel is Spr. tegen elke ge meentelijke inmenging Wethouder Splinter, tevens vor mende tie minderheid van de Commis sie van Fabricage, verdedigt het voor stel om de klachten door een gemeen telijk bureau te doen onderzoeken. Spr. meent dat er wel enkele onrede lijke huuropdrijvingen zijn voorgeko men, o.a* van f 4,90 op 7. De expert die de huisjes heeft opge nomen was naar Spr.'s meening ab soluut terzake kundig en onpartijdig. Zijn schatting kwam iets lager uit dan die van de huiseigenaren. De cijfers door den Bond van huis eigenaren gepubliceerd betroffen en kel de huizen vnn de leden van den Bond, niet de cijfers waarover de ge meente beschikt. Spr. noemt een geval waarin hij een huiseigenaar kon bewegen, om de huur weer te verlagen, nadat hem de onredelijkheid was aangetoond. Dat noopte Spr* om voor te stellen een ge meentelijk klachten—bureau in te stel len. De stóppen die dit bureau zal doen zijn: L. Overleg tusschen huurder en verhuurder te brengen; 2. de hulp van den verhuurdersbond te hulp roepen. Publiciteit geven daarvoor bestaat geen enkele rechtsgrond. Ook te Am sterdam doet men dat niet. In Amster dam kwamen de vorige maand slechts 80 klachten in. B. en W. meenen dat dit bureau zon- dere eenige personeel-uitbreiding en zonder kosten zal kunnen worden in gericht. De heer R o m ij n (V.B.) motiveert zijn stem voor het voorstel ofschoon hij principieel meer voelt voor het standpunt van den heer Spcndel. De heer S ij t sin a (V.D.) gaat even eens met het voorstel van B. en W. mede. omdat hij hiervan een zedelijke invloed ten goede verwacht. Spr. is tegen publiciteit van gevallen van on redelijke opdrijving. Den heer Heemskerk (R.-K.) frappeert het, dat B. en W. thans met dit voorstel komen, terwijl zij inder tijd tegen een gemeentelijke huur- verordening waren. Spr. kart» zich in- tusschen met het voorstel vereenigen, ofschoon hij betreurt dat niet dwin gend kan worden opgetreden. De heer Wilbrink (C.-H.) staat principieel op het standpunt van den heer Spendel. Spr. zou intusschen de proef van B. en W. willen aanvaarde indien vast staat dat- het geen kosten meebrengt. Spr. vreest, dat elke huur- verhooging zal worden bestempelt als onredelijke huuropdrijving en dus de werkkring van het bureau zal uit dijen. Spr. verwacht van een behande ling door het College zelf nog wel suc ces, maar niet als dat van een ambte naar moet uitgaan. Tegen de cijfers van den heer Van Stralen heeft Spr. het bezwaar, dat ze niet uitgaan boven de rente van het er in gestoken kapitaal. Men moet met de indexcijfers rekening houden. Daarom was Spr. ook tegen een ge meentelijke huurverordening en even eens tegen den grondslag der huur- commissie-wet. Spr. vraagt nog nadere verklaring van B. en W. of men alle aangiften wil laten onderzoeken of worden de zaken geschift. De heer Van Es (A.-R.) meent dat dit voorstel eigenlijk een fopspeentje is. Daarom was Spr. er aanvankelijk voor. Spr.» is nu bekeerd door het be toog van den heer Van Stralen. Er zullen nu legio klachten komen. Spr. meent ook, dat het principieel niet op den weg der gemeente ligt een dergelijke uitgebreide dienst in het leven te roepen. Spr. vreest ook dat op den duur in den Gemeenteraad de naam van slechte, maar ook van goe de huiseigenaren ter tafel zal komen en dat is ongewenscht. De heer Van Stralen (S.D.) komt met enkele staaltjes van persoonlijke gevallen in de Huurcommissie behan deld. Dit ontlokt een vloed van interrup ties over en weer. De Voorzitter hamert. De heer Van Stralen vervolgt daarna dat hij meent dat et beter ware gewees. dat een ander dan een eigenaar van huizen als expert was aangezocht. Voorts weerlegt Spr. verschillende opmerkingen. Spr. is van meening, ,dat elke verhooging (enkele bijzondere omstandigheden uitgezonderd) van hu ren van eind 1927 als onredelijk is te beschouwen. Spr. pleit nog eens voor het publi- ceeren als een preventieve maatregel. Voorts haalt Spr. aan wat de Nieuwe Leidsche Courant schreef toen de Huur commissie-verordening aan de erde was, n.l. dat de instelling van een bureau gewenscht was en ook op pu bliciteit werd aangedrongen. Dit ter weerlegging van wat de heer Van Es zeide. De heer Spendel (R.-K.) vraagt het woord voor een persoonlijk feit. De Voorzitter vraagt waarin dat bestaat. Aangezien de heer Spendel geen re den opgeeft verkrijgt eerst de heer Eiker bout (A.-R.) het woord. Deze had gaarne gezien een opgave van alle huurverhoogingen sedert de opheffing der Huur-commissie. Spr. vindt het niet erg dat een verhuurder die onredelijk de huur opdrijft aan de kaak gesteld wordt. Spr. meent dat het voorkomt dat huurverhoogingen plaats hebben die boven de draagkracht van de huur ders gaan. Spr. is voor het voorstel van B. en W. en hoopt, dat de vrees van zijn medeleden zal worden opgeheven. Spr. is tegen publiciteit. De heer Wilmer (R.-K.) zijn stem motiveerende, weegt het voor en tegen doch kan moeilijk oordeelen. Daarom geeft Spr. zijn stem aan dit voorstel als proef. Spr. is echter tegen het amendement-Van Stralen, omdat het teveel werk geeft en overbodig is. Dan zouden alle huizen moeten wor den, onderzocht. Spr. hoopt dat de raadsleden van de gegevens waarover ze beschikken een bescheidener gebruik zullen ma ken dan de heer Van Stralen deed als lid van de opgeheven Huurcommissie. De heer Spendel (R.-K.) komt er oveneens tegen op, dat de heer Van Stralen Spr.'s houding voor de Huur commissie behandelde. Daar trad Spr. voor eigen belang op, hier in het gemeentebelang. Wethouder Splinter deelt nog mede, dat hij nog steeds van meening is, dat het voorstel geen geld zal kos ten. Spr. gelooft niet, dat er een groot aantal klachten zal komen. Tegen de publiciteit bestaat naar Spr.'s meening nog steeds het bezwaar dat hef niet mag. Punt a .wordt aangenomen met 25 tegen 5 stemmen, die van de heeren Van Es, Huurman, Spendel en Par- mentier. Het amendement-Van Stralen wordt verworpen met 20 tegen 10 st. Alleen de Soc.-Dem. voor. Het verdere gedeelte van het voor stel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 16. Beantwoording van de interpel latie van den heer Baart, inzake de beslissing vail B. en W. op het ver zoek van den Ned. Bond van Perso neel in overheidsdienst, betreffende inkoop voor pensioen. Weth. G o s 1 ing a antwoordt dat o]) de eerste vraag of afwijzend is be schikt. toesteminend wordt beschikt. Het College is geen verantwoording verschuldigd over de toepassing van de Pensioenwet. Wat de beslissing zelf aangaat mer ken B. en W. op, dat rij niet anders konden. Een sinds de vergadering van October gevoerde bespreking heeft niet tot een andere beschouwing ge leid. De heer Baart (S.D.) merkt op, dat liet in elk geval noodig was het geor ganiseerd overleg te raadplegen. Men durfde echter dat niet aan. Een voor bespreking met de raadsleden is niet de gewenschte weg. Ondanks de verklaring van B. en W. dat de Raad er niet mee te maken heeft zou Spr. gaarne nogmaals een uitspraak van den Raad willen, dat de aangelegenheid alsnog in het georga niseerd overleg wordt gebracht. De heer Heemskerk (R.-K.), hoe wel er ook persoonlijk wel wat voor gevoelende om deze aangelegenheid in het georganiseerd overleg te brengen, meent dat B. en W. toch een eind te gemoet gekomen zijn door de raads leden te hooren. Dat de heer Baart zou weigeren om in zoo'n conferentie te verschijnen is onjuist gedacht, de raadsleden moeten dat waardeeren. Spr. hoopt, dat B. en W. zullen trachten de losse krachten ook te doordringen van het feit, dat zij los zijn om zoodoende geen ongerechte verwachtingen te koesteren. D© heer Wilbrink (C.-H.) moti veert zijn stem tegen de motie-Baart, omdat B. en W. een eigen meening mogen hebben. De heer Baart dient een schrifte lijke motie in. De heer Eikerbout (A.-R.) acht de nieuwe motie-Baart onjuist, omdat zij niet vermag een ander© houding van B. en W. te bewerken. De uit spraak van een deel van den Raad, dat het betreurd wordt, dat de zaak zoo gaat is voldoende. Weth. G o s 1 i n g a merkt op, dat des pudels kern is dat ook voor de Overheid geldt: Gij zult geen valsch getuigenis geven. Van iemand die in lossen dienst was te verklaren, dat hij in vasten dienst was is leugen of valsch getuigenis geven. Dat B. en W. het niet zouden aan durven om het in het georganiseerd overleg te brengen is minderwaar lig gedacht. Het hoorde daar niet. Spr. gevoelde aanvankelijk ook medelijden maar kon hier niet helpen. Men zegt, het is een formaliteit. Zeer juist. Maar ook zou formeel juist zijn als B. en W. interpellatie weiger den. Dat deden zij echter niet. De heer Baart (S.D.) komt er nog tegen op, dat wel met de raadsleden en niet met de Commissie werd over leg gepleegd. Spr. leest nog eens voor wat de organisatie vroeg om een ver klaring van „lossen" geen „tijdelijken" dienst. Dat kan gegeven worden. Wel nu zegt Spr., geef dat dan. De heer Eiker bout (A.-R.) heeft volstrekt niet bedoelt onwaarheid te zeggen. Wanneer de heer Goslinga zegt dat is onjuist dan zal Spr. niet tegenspreken, maar toch meent Spr. dat de zaak niet af is. De heer Groeneveld (S.D.) meent dat de wensch van den Raad advies van 't georganiseerd overleg vragen niet is opgevolgd. Dat is een conflict tusschen Raad en College. De heer Heemskerk (R.-K.) ont kent dat conflict. Het College kon de motie niet uitvoeren, maar deed wat het kon. dat verdient hulde. Spr. wil uitdrukkelijk vastgesteld zien, dat B. en W. wel bereid zijn de verklaring van lossen dienst af te ge ven ook al heeft die voor betrokkenen geen waarde. Weth. Goslinga betreurt, dat de heer Eikerbout nog steeds van mee ning blijft, dat er een financieele kwes tie achter zit, dat is onjuist. De heer Baart (S.D.): Als het maar geen geld kostte dan was het wel ge geven. De heer Goslinga meent dat dit overtreft alles wat hedenmiddag door Gen heer Baart is gezegd. Spr. komt daar krachtig tegen op, omdat dit strijd tegen elke nuchtere waarheid. De pensioenen kostten de gemeente millioenen. Spr. zet nogeens uitvoerig uiteen wat de kwestie hier is. De motie-Van Stralen wordt daarna verworpen met 19 tegen 8 stemmen. 17. Voorstel tot onderhandsche op dracht van het maken, leveren en be- drijfswaardig stellen van den hoven- bouw en van de daarbij passende be- wegings- en opzetinrichltingen, alles met bijbehoorende werken, ten behoe ve van eene nieuwe- Groote Haven- brug, aan de N.V. Constructiewerk plaatsen en Werktuigenfabriek „de Nederlandsche Staalindustrie" te Rotterdam. De heer S c h u 11 e r (S. D.) meent, dat de Raad veel te plotseling voor deze zaak wordt gesteld. B. en W. had- den drie maanden geleden reeds een plan. Ook is de Raad onvolledig inge licht. Spr. is voorts van meening, dat ook de mededingende firma's te kor ten termijn is gesteld. Dat blijkt uit de correspondentie. De S. D. A. P.-fractie is van deze handelwijze niet gediend. Spr. hoopt, dat voortaan daarmede rekening zal worden gehouden. Spr. wijst er nog op, dat ook de Com. binnen een dag besliste. Hoe dat kan, is spr. een raadsel. Spr. betreurt het, dat de Directeur van G. YV. met geen woord melding maakt van de aanbieding van de fa. Kloos. Nu kan de raad niet volledig oordeelen. Spr. vraagt zich af, of het niet mogelijk is, dat deze opgaaf, hoe wel 3UUU hooget', aan onderbouw het zou bezuinigen. Spr. vraagt, waarom brugleuningen en rijvlak niet mede in de aanbesteding is opgenomen. De lieer M anders (R. K.) is ver heugd hier een goede constructie te ontmoeten en dat ontweken is het bezwaar, dat met de Leiderdorpsche brug wordt ondervonden. Weth. Splinter weerlegt de op merkingen wat de tijd van voorberei ding aangaat. Van de 11 aangezochte firma's kon den 5 mededingen. Spr. is verheugd, dat de heer Manders, die meer des kundig is dan spr. en den heer Schui lei', het project goed noemde. Dat Werkspoor tegenover de aan bevolen firma genoemd wordt, is, om dat Werkspoor een tweeledig project indiende. De leuning en het rijvlak komt straks met de landhoofden, enz. De heer Schuller (S .D.) heeft gemist een uiteenzetting, waarom de firma Kloos is gepasseerd. Weth. Splinter merkt op, dat de fa. Kloos hetzelfde project geeft als de Staalindustrie, dat onmogelijk goed- kooper kan zijn. omdat het precies het zelfde is. Goedgekeurd. Interpellatie-Sijtsma. De heer S ij t s m a (V. D.) merkt op, dat hij met deze interpellatie-vragen gevolgd heeft de practijk van jaren her. Daarna leest spr. de vragen voor die handelen over de bediening van de centrale fverwarming der H. B. S. Weth. Splinter deelt mede, dat bezuiniging de oorzaak was. Indertijd werd aan den concierge tijdelijk assis tentie verleend. Dat is door de practijk geworden een volledige hulp. Er bestaat geen aanleiding voor na der onderzoek en evenmin om veran dering te brengen, aangezien dit een gewoon geval van noodzakelijke en goede bezuiniging is. De heer S ij t s m a (V. D.) noemt verschillende werkzaamheden op, die de concierge moet verrichten. Spreker meent, dat hij met dit werk minstens 72 uren per week moet werken. Ook in andere plaatsen en eveneens hier ter stede wordt daarvoor een andere kracht genomen. De lieer Pannentier (A. R.) kan zich uiet hegrijpen, dat de heer Sijts- ma hierover valt. Het is hier slechts het aanhouden van een kachel en dat kost 24 per week. Het is toe te jui chen, dat B. en W. met deze bezuini ging komen. De heer V e r w e ij (S. D.) meent dat hier een hijzonder geval is. De man is niet geheel gezond. Gedurende 12 jaar behoefde hij het niet te doen. Nu is de man 60 jaar en nu wordt hem dit zwa re werk, althans voor hem zwaar, op gedragen.^ Hoewel 'spr. het in beginsel met den wethouder eens is, is hier een bijzon der geval aanwezig. Op verzoek van den heer Groene veld geeft de wethouder nog inlichtin gen over de cijfers van het loon. Bij de rondvraag dringt de heer Van der Re ij den (C. H.) aan op spoedige afdoening van een ingeko men adres, waarop de Voorziter mede deelt, dat spoedig behandeling is te verwachten. De heer Bergers (R. K. vraagt de aandacht van B. en W. voor de Lusthoflaan, die een mooien naam draagt, maar inderdaad geen lusthof is. Mevr. B r a g g a a r-d e Does (S. D.) vraagt nadere inlichtingen omtrent het geval van straf oplegging bij de schoolkindervoeding door haar reeds eerder ter sprake gebracht. Weth. Tepe geeft uitvoerige in lichtingen en deelt mede, dat de onder wijzeres, die de straf had opgelegd, dit deed, omdat bedoelde leerling tijdens de voeding ondeugend was. Spr. is van meening, dat het onder wijzend personeel in beginsel het recht heeft om te straffen, ook onder de schoolvoeding, maar dat het over weging verdient om zoo weinig mo gelijk de kinderen van het voorrecht der voeding uit te sluiten. Mevr. Bragg aar deelt mede, dat het Hoofd der school haar anders heeft ingelicht. Dit schoolhoofd merkte op, dat de wijze van tuchtoefening ter zij ner beoordeeling stond en hij zelfs de geheel© voeding van zijn school zou kunnen bannen. De heer Baart (S. D.) vraagt of het waar is, dat aan de politie last is ge geven om te streven naar een groot aantal processen-verbaal. De Voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad onjuist is. Een dergelij ke opdracht is niet gegeven en de po litie is verstandig genoeg om tot die middelen niet de toevlucht te nemen. De heer V a n E c k (S. D.) vraagt bij de beslissing op het verzoek van de bi oscoop-exploitanten om ook Zondags van 2 tot 5 uur te mogen spelen, waar bij B. en W. de Zondagswet moeten toepassen, te willen handelen naar den regel, die de Voorzitter mede deelde in de raadsvergadering van 7 December, dat n.l. de Zondagswet een soepele toepassing zou ontvangen, en dat daarbij met de stroomingen on der de bevolking zooveel mogelijk re kening zal worden gehouden. Spreker hoopt, dat dit er toe zal leiden dat hier, evenals in Den Haag, deze voor stellingen zullen worden toegestaan. De Voorzitter deelt mede, dat dit verzoek nog niet is behandeld, maar dat hij deze behandeling inder daad naar den regel in December me degedeeld, zal gehandeld worden. De heer Schuller (S. D.) vraagt voorziening van den afvoer van het water van de Nachtegaallaan. De Voorzitter deelt mede, dat daaromtrent met Oegstgeest overleg wordt gepleegd. Tenslotte vestigt de heer Van Es (A. R.) er nog de aandacht op, dat, se dert de politie naar het nieuwe bu reau is verhuisd, er tijden zijn, vooral 's Zondags, waarin blijkbaar niemand de verantwoordelijkheid draagt voor noodige handelingen in geval van brand. Daarna wordt tien minuten voor zes de vergadering gesloten. UIT ONZE INDIEN. UIT DE WERELD VAN DEN WOEKER. Het Noorden vertelt: Een Arabier, die iets gehoord had van het bestaan van een Anti-woeker- vereeniging, bezocht kort geleden, een kennis van hem, van wien hij inlich tingen daarover wilde hebben. In het kort vertelde zijn vriend hem het doel en het nut van het bestaan der vereeniging. Nadat onze bezoeker alles aange hoord had, schudde hij het hoofd en zei: „Itoe djahat, itoe!" dat is gemeen. Hij vond het heelemaal niet goed, dat men liet de Arabieren zoo lastig maakt. „We moeten toch onze mede- menschen helpen? Dat staat in den Koran.1', zeide hij met overtuiging. En- om zijn bewering te staven met be wijzen, noemde hij een voorbeeld.' Iemand kwam bij hém en smeekte hem om 10 ter leen te mogen heb ben, omdat hij de belasting moest be talen, anders zou er beslag gelegd worden op zijn erf en huis. Hij gaf den ongelukkige liet verlangde bedrag zon der borg noch pand, maar natuurlijk moest hij rente van zijn geld hebben. Hij moest 15 terug ontvangen. „Is dat nu helpen?vroeg zijn vriend hem. „Natuurlijk!"' antwoordde de zoon van Hadramaut met ..vuur. „Anders zou die vent toch al zijn hebben en houden moeten verliezen? En ik gaf hem zoo maar 10 „oetoeng oentoen- gang (op goed geluk af). Als ik geluk heb. krijg ik 5 rente, zoo niet. dan verlies ik 10. Wij vertrouwen onze medemenschen wel,—heel anders dan de afdeelingsbank, die vertrouwen de prijaji's (lnlandsche ambtenaren) zelfs niet. want die hebben alleen hun tractement. Maar wij vertrouwen ieder een die geld noodig heeft". Zijn vriend maakte er hem attent op. dat men volgens den Koran toch geen geld op rente mag uitzetten. „Dat doen wij ook niet", antwoord de de Arabier positief. „Wij verkoopen dingen aan dengene, die geld noodig heeft, en deze verkoopt de barang weer aan ons!" Om deze zaak te hegrijpen, moet men weten, dat de Arabieren zich van dit middel bedienen om het verbod van den Koran te ontduiken. Zij verkoo- koopen b.v. zoogenaamd iets aan den leener voor 15, maar de leener ver koopt dezelfde barang weer aan den Arabier voor 10. Hij krijgt die tien gulden van den Arabier, maar hij moet dezen die 15 pas over een maand betalen. En heide partijen zijn geholpen! Het zij hierbij opgemerkt, dat deze methode nooit bij niet-Mohammeda- nen wordt toegepast, omdat het ver bod van rente alleen geldt voor Isla mieten tegenover Islamieten. BAGAN SI API API, DE TWEEDE VISCHSTAD DER WERELD. De gouverneur van Sumatra's Oost kust maakte onlangs een dienstreis naar Bengkalis en omstreken en be zocht toen ook Bagan Si Api Api. Omtrent het bezoek aan dat cen trum schrijft de „Deli Crt.": Bagan Si Api Api is een Chineesche stad bij uitnemendheid en bovendien de tweede vischstad van de wereld. Bergen is volgens sommigen de eerste. De meening wordt echter ook wel ge hoord, dat Bagan Si Api Api de eerste vischstad is, omdat het vischbedrijf in Bergen maar seizoenwerk is, terwijl in Bagan Si Api Api de visscherij het geheele jaar door duurt. De vischuit- voer van Bagan Si Api Api met de aanverwante artikelen beloopt een bedrag van 25 millioen per jaar of ruim 30.000 pikol per maand. In de laatste maanden van 1927 liet het vischbedrijf zich echter wat minder florisant aanzien, doch tegen het eind van het jaar viel weder een opleving te bespeuren. Het ligt intusschen in de bedoeling van het departement van Landbouw in den loop van 1928 naar Bagan Si Api Api een deskundige op het gebied der visscherij te zenden, teneinde het be drijf aldaar grondig te bestudeeren, er rapport over uit te brgen en hij te dragen tot eventueele verbeteringen van de visscherij, waardoor de uit komsten nog meer zouden kunnen worden vergroot. Waarschijnlijk zal deze expert in Juni van dit jaar naar Bagan Si Api Api komen. Het plaatsje is altijd weer interes sant om te bezichtigen, vooral doordat een deel er van boven het water werd gebouwd. De Pelantarweg is bijvoor beeld een heirbaan, die geheel boven het water ligt. Maar overigens is Bagan Si Api Api een zeer roerige plaats, ook tengevolge van de tallooze geschillen door tegen strijdige kongsi-belangen. Dit maakt dat het bestuur er meer dan elders zich met krachtige hand moet doen gelden, vooral ter bestrijding van de min of meer revolutionaire elementen, die men tegenwoordig uit China krijgt en de neigingen der jong-Chineezen Er staat in het plaatsje een keurig ziekenhuis, hoewel het tengevolge van den drassigen, veenachtigen bo dem zeer moeilijk is er goed te bou wen. Binnen afzienbaren tijd zal de drinkwatervoorziening een belangrij ke moderniseering ondergaan do< i den aanleg van een waterleidin waardoor naast het bestaande regei bakken-systeem goed drinkwater v krijgbaar zal zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6