Zilveren jubileum van de afdeeling Leiden van den Chr. Metaalbewerkersbond. Op Zaterdag 24 Maart a.s. herdenkt de Afdeeling Leiden van den Christe- 1 ijken Metaalbewerkersbond in Ne derland, haar 25-jarig bestaan. Het is daarom, dat we de geschiedenis van deze afdeeling in 't kort willen rele- veeren. De oprichting. Zooals dit in meerdere plaatsen het geval was, ook in Leiden heeft „Pa trimonium" den stoot tot de oprich ting van deze vakvereeniging van me taalbewerkers gegeven. Reeds op de ledenvergadering van „Patrimonium", gehouden den 23en April 1900, werd door onzen vriend C. Roos, die ook nu nog lid van onze af deeling is, een inleiding gehouden over het onderwerp: „Christelijke vakor ganisatie". Men ziet hieruit, reeds toen leefde de gedachte, het moest tot Christelijke vakbeweging komen. Maar het zou nog wel eenigen tijd du ren. 't Zou zoo heel gemakkelijk niet gaan. Op 16 Juli 1900 kwam bij het be stuur van „Patrimonium" in een schrijven van de Chr. Metaalbewer- kersvereeniging te 's-Gravenhage, waarin verzocht werd te trachten in Leiden een vereeniging van metaalbe werkers te stichten op Christelijken grondslag. Dit schrijven werd nog voor kennisgeving aangenomen. 't Spreekt vanzelf, de mannen bij wie eenmaal vaststond, dat een Christelijke vakbeweging er komen moest, hielden aan. Er zal ongetwij feld op menige vergadering van „Pa trimonium" na dien nog over deze zaak gesproken zijn. Inmiddels was, in het jaar 1902, te Utrecht een vereeniging van metaal bewerkers op Chr. grondslag opge richt. De vrienden C. Roos en H. Boeh- mer zijn bij deze Utrechtsche vrienden op bezoek geweest en kwamen terug met het vaste voornemen, om, het kostte wat het wilde, ook in Leiden zulk een vereeniging op te richten. „Patrimonium" schreef op 18 Maart 1903 een vergadering ui- om te komen tot de oprichting van een vereeniging van metaalbewerkers. Deze vergade ring was niet slecht bezocht, want blijkens dé presentielijst waren 21 personen aanwezig. Een vereeniging werd opgericht on der den naam van „Prot. Chr. IJzer en Metaalbewerkersvereeniging en aanverwante vaklieden te Leiden". Grondslag dezer vereeniging was, blijkens art. 2 der statuten: „De Vereeniging aanvaart de rege lingen in Gods Woord vervat omtrent arbeids-aangelegenheden als een blij vende grondslag voor lotsverbeterin gen der vakgenooten terwijl zij zich ten doel stelt om op dien grondslag de ze delijke en stoffelijke belangen der ijzer- en metaalbewerkers en met hen gelijkgestelden in het algemeen en die harer leden in het bijzonder, langs wettigen weg te bevorderen". De contributie werd vastgesteld op 5 cent per week. Uit dit luttele bedrag zien wij, dat de juiste taak nog niet helder voor oogen heeft gestaan. Zelfs was dit veel te lage bedrag later nog een bezwaar zich bij den Bond aan te sluiten. Het eerste bestuur bestond uit de volgende personen: C. Roos, voorzit ter; W. den Hertog, 2e voorzitter; J. J. van Oosterhout, le secretaris; J. W. van Hees, 2e secretaris en F. Eiker bout, penningmeester. Op de vergadering, gehouden 12 Mei 1903, werd o.m. vastgesteld een huishoudelijk reglement en op 30 September 1903 werd de Kon. goed keuring op de Statuten verkregen. De vereeniging was gevormd, de ar beid kon een aanvang nemen. Aansluiting bij den Bond. Aansluiting bij den Chr. Metaalbe werkersbond werd voorloopig nog niet gezocht. Zooals reeds terloops gezegd, daartoe stond het vastgestel de contributiebedrag in den weg. Im mers de Bond vroeg een contributie van 10 cent per week, zoodat men daarom meende zich niet bij den Bond te kunnen aansluiten. Wel werd aansluiting gezocht en verkregen bij het Chr. Arbeidssecretariaat. Het Hoofdbestuur van den Bond liet het er nie bij zitten. Steeds weer werd cp aansluiting aangedrongen, met het gevolg, dat ten slotte, na voor dien tijd zeer ingrijpende verandering te hebben aangebracht in de contributie- regeling, de aansluiting bij den Bond volgde. Het jaar 1908 was voor deze afdee ling een jaar van groote beteekenis. 't Was een jaar van werken, een jaar van actie. De invoering van de wet op het Arbeidscontract gaf handenvol werk. Bij die wet toch werd de moge lijkheid opengesteld, dat de werkge vers van de gunstigste bepalingen in de wet opgenomen, bij individueele overeenkomst konden afwijken. De propaganda werd dan ook met kracht aangevat. De afdeeling telde toen spoedig 100 leden. Deze leden waren in hoofdzaak werkzaam ~p de Kon. Ned. Grofsmederij. Om te verkrijgen, dat de actie het grootst mogelijke re sultaat opleverde, werd met de ande re ter plaatse bestaande metaalbewer kersorganisaties samengewerkt. Nog 3 leden. Hoe men echter ook werkte de actie was vrijwel nutteloos en had tot ge volg, dat een verslapping intrad en nog slechts 3 leden de afdeeling trouw bleven. Zoo moet een drietal jaren worden doorgesukkeld. In 1912 was het le dental weder gestegen met 4, zoodat de afdeeling toen uit 7 leden bestond. In 1912 werd de propaganda weder krachtig ter hand genomen. Deze pro paganda werd gesteund door ingezet te acties bij de fa. Boot, Kon. Ned. Grofsmederij en Conservenfabrieken. Er was nu een gestadige groei in het ledental waar te nemen. Doch, niet alleen groeide de afdeeling in le dental, neen, van nog meer beteekenis was, dat de gedachten zich verhelder den omtrent de juiste taak der Chr. vakbewegig. Hierdoor verminderde bet gevaar voor al te groote inzinking. De kern van werkers werd grooter. De organisatie op Christelijken grond slag had onder de metaalbewerkers vasten voet gekregen. Op 1 April 1914 trad de voorzitter der afdeeling, de heer Elkerböut, als gesalarieerd bestuurder in functie. Hij moest toen als voorzitter bedan ken. In zijn plaats werd benoemd de heer Wetselaar, die deze functie ver vulde tot 11 November 1917. Toen werd ook bij geroepen den Bond als gesalarieerd bestuurder te dienen. In zijn plaats werd aangewezen de heer Schoneveld, die deze functie tot nu toe vervult. „De gouden eeuw". De periode 1918 tot begin 1921 wordt in de afdeeling genoemd de „gouden eeuw". Door gestadige propaganda was invloed verkregen in schier alle bedrijven. De landelijke actie voor invoering van een Coll. Contract, de groote staking voor het persoonlijk minimum-loon, was ook hier van in vloed. Er heerschte een opgewekt or ganisatieleven. Ook de plaatselijke acties werden met succes gevoerd. Zoo brachten de acties in 1918 loons- verhoogingen van 3 en 4 cent per uur, terwijl in dit jaar ook een Coll. Con tract werd afgesloten met de firma Boot. Van nóg meer beteekenis waren de successen op de acties in 1919 en daarna gevoerd. De uurloonen gingen met 10 tot 11 ct. omhoog. Ook voor het kleinbedrijf als Burgersmeden, Wagenmakers en Loodgieters, werd actie gevoerd. In 1920 bereikte de afdeeling bet hoogtepunt. Op 1 Januari 1920 had de afdeeling 389 leden. Op 1 Mei 1920 had een samensmelting plaats met de af deeling Voorschoten. Hierdoor steeg het ledental tot 416. De vreugde over zóó groot ledental was echter van korten duur. Een misverstand ten op zichte der arbeidersorganisaties bij de firma v. Kempen te Voorschoten had tot gevolg, dat drie vooraanstaande organisatieleden werden ontslagen. Deze daad bracht er bij het personeel de schrik zóó in, dat spoedig alle le den op die fabriek werkzaam de orga nisatie verlieten. De verklaring van den Voorzitter van den Werkgevers- bond, waarbij de firma v. Kempen was aangesloten, noch de verklaring van den bedrijfsleider, dat men zich vrij organiseeren mocht, vermochten de menschen tot andere gedachten te brengen. De broodvrees zat er zóó diep in, dat allen deserteerden. Door deze uittreding was het ledental op 31 December 1920 gedaald tot 395. Donke.re wolken dreigden. Loons verlaging werd aangekondigd met als gevolg strijd in vele plaasen van ons land. Dit alles was ook van invloed op den gang van zaken in deze afdee ling. Op 21 December 1921 waren nog '73 leden ingeschreven. De „gouden eeuw" was ten einde. De crisis. Inderdaad, de crisis was begonnen. De metaalbewerkers ontvingen de eer ste slagen. Loonsverlaging op loons verlaging volgde en bij dit alles moest ook toegestemd in de verlen ging van den werktijd. In dezen tijd is komen vast te staan, van boe groote waarde het is, wan neer de leden zich helder bewust zijn van het juiste doel en de juiste taak van onze Chr. vakbeweging. Zij die begrepen, dat het niet in de eerste plaats gaat om materieel voordeel, maar dat het in den grond der zaak gaat om do doorwerking van de Chr. beginselen op sociaal-economisch ter rein, bleven de organisatie trouw. Van hoe groote beteekenis dit is geweest, is in latere jaren duidelijk gebleken. Bij de beoordeeling van den terug gang van het ledental moet rekening gehouden met het feit, dat in den tijd van hooig-conjunctuur heel wat werk lieden in de metaalindustrie zijn ge haald uit andere bedrijven, menschen, die zoo spoedig de crisis intrad, wer den bedankt en daardoor ook voor den Bond verloren waren, daar zij als on geschoolden, niet spoedig meer zou den worden aangenomen. Maar toch, geconstateerd moet ook worden, dat velen de vakorganisatie slechts had den leeren kennen als een automaat voor loonsverboogingen. Toen wel de contributie moest worden ingeworpen, maar geen loonsverhoogingen er uit kwamen, staakten zij het inwerpen der contributie, m.a.w. zij bedankten voor een organisatie, die geen direct voor deel afwierp. De organisatie slaagde er meerma len in een voorgenomen loonsverla ging af te wentelen of een voorgeno men ontslag ongedaan te maken. Einde 1921 waren er nog slechts 158 loden. Maar ook aan deze moeilijke jaren kwam een einde. Langzamerhand kwam er verbete ring in het economisch leven en weer werd met kracht de actie voortgezet, dikwijls zonder succes, maar toch ook. kon van rijke zegeningen worden ge sproken. Thans ook is de afdeeling steeds paraat. Kon dit ook maar gezegd worden van alle arbeiders in de me taalindustrie. De herdenking. De afdeeling hoopt dit jubileum waardig te herdenken. Zaterdagmid dag a.s. zal het bestuur in het café- rest. „Zomerzorg" recipieeren en Za terdagavond zal daar een groote feest- vergaderihg worden gehouden, waar als sprekers zullen optreden de hee- ren F. Eikerbout en H. Wetselaar, beide hoofdbestuursleden. Verder ontbreekt het niet aan talrij ke mooie attracties. Het belooft een mooie avond te worden. Wij willen niet nalaten de afdeeling hartelijk te feliciteeren en hopen, dat deze herdenking een spoorslag zal zijn om met moed verder te gaan in den strijd voor Gods eer op sociaal terrein. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. De doodstraf ln Indië. Voortgegaan wordt met de behandeling van de motie-Kleerekoper tot afschaffing van den doodstraf in Indië. De heer LINGBEEK (HG.S.) acht de af schaffing van de doodstraf in strijd met Gods bestel en vooral in Indië gevaarlijk voor de handhaving der orde. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V. B.) hoewel geen principieel tegenstander van de afschaffing, ziet in de motie cri- tiek op de Indische regeering, die de af schaffing niet wil. De heer CRAMER (S.D.) pleit voor de motie, die niet in strijd is met het rechts bewustzijn van den Inlander. De heer VISSCHER (A.R.) wil, afge scheiden van de principieele kwestie, de vraag, of de afschaffing op wetenschap pelijke gronden mogelijk is, zien onder zocht. Mej. KATZ (C.H.) meent, dat de beoor deeling van de vraag of de doodstraf toe gepast moet worden, behoort te blijven bij de Indische regeering met het oog op de Indische toestanden, waarbij dwang uit Nederland moet zijn uitgesloten. De heer VAN RIJCKEVORSSEL (R.K.) vindt de kwestie van de doodstraf niet principieel, doch erkent, dat er thans wel aanleiding zal zijn tot afschaffing over te gaan. De heer BEUMER (A.R.) is principieel voor handhaving van de doodstraf en acht het tijdstip voor de motie, gezien de crimineele statistiek en de communisti sche onlusten onjuist. De heer ZANDT (S.G.P.) betoogt, dat de overheid niet alleen het recht, maar ook den plicht heeft de doodstraf toe te pas sen: dit is een door en door christelijke stelling. Spr. zal dan ook tegen de motie stemmen. De heer v. d. HEIDE (S.D.A.P.) vindt 't standpunt van den heer Zandt het meest principieel, omdat deze afgevaardigde zich stelde op den grondslag van Gods Woord, zonder rekening te houden met de leerstukken der neo-gereformeerden over organische inspiratie e.d. Inderdaad eischt Gods Woord, letterlijk opgevat, de doodstraf. Maar dit neemt niet weg, dat spr. het daarmede niet eens is. De heer LANGMAN (C.H.) bestrijdt den heer v. d. Heide. Hij zag over het hoofd, dat de gereformeerde theologen steeds onderscheid hebben gemaakt tusschen het gedeelte van. den Bijbel vóór en dat na Genesis XI, n.l. tusschen de Noachitische geboden, die'voor alle naties, en de Moza ïsche geboden, die alleen voor Israël gol den. De zaak, waarom het hier gaat, kan niet simplistisch worden opgelost, maar moet bezien worden in het licht der we tenschap, waarbij voor spr. het Chr. His torische beginsel geldt, dat de overheid de roeping heeft te straffen, daar straf vergelding moet zijn. De heer JOEKES (V.D.) betoogt, dat de motie niet vraagt afschaffing van de dood straf, maar alleen overleg met den gou verneur-generaal over de wenschelijk- heid van de afschaffing. De heer KLEEREKOPER (S.D.) wenscht niet deel te nemen aan een wijsgeerig de bat over de vraag of de overheid het recht heeft het leven van een misdadiger te ne men, omdat het wel gebleken is, dat ieder daar het zijne van denkt en omdat spr. niet gerekend heeft op de stemmen van hen, wiens stem reeds van te voren vast stond. Spr. wenscht zich niet te begeven in de theologische beschouwingen der te genstanders, maar merkt op, dat het wel eenigszins komiek aandoet wanneer men van protestantsche zijde schriftuurlijk en gereformeerd door elkaar haalt, zonder bijv. te denken aan Thomas van Aquino, die van het Oude Testament meer wist, dan verscheidene leden, die daarover ge sproken hebben. Het eenige stukje theologie dat spr. wil laten meespreken is dit, dat het Noachi tische gebod: wie eens menschen bloed vergiet, diens bloed zal vergoten worden, geldt voor een iegelijk, dus ook voor hen, die vrijwillig naar Indië gaan om men schen dood te slaan, die hun vaderland verdedigen, doch die met eeresabels en ridderorden behangen worden. De heer HEEMSKERK (A.R.) Is dat niet een oproerige krabbel? (vroolijkheid). De heer KLEEREKOPER (S.D.) hand haaft zijn meening, dat het gratieverbod aan politieke invloeden onderhevig is, omdat er druk wordt uitgeoefend op den gouverneur-generaal bij de uitoefening van dat recht. De Minister vreest daarvan dat we ver warring zullen stichten, hetgeen zoo be grepen moet worden, dat het inlandsche volk dit zou kunnen opvatten als een tee- ken van angst onzerzijds. Dit echter is 'n uiting van wantrouwen, terwijl aanne ming van de motie is een blijk van ver trouwen in het volk van Indië. Waarom zullen die menschen dat niet verstaan? Hardheid kweekt verzet, grootmoedigheid kweekt vertrouwen! De minister van Koloniën, de heer KO NINGSBERGER dupliceert. Hij is ervan overtuigd, dat aanneming van deze motie voor het initiatief van de Inlandsche be volking en van hare vertegenwoordigers van ondergeschikte beteekenis zal zijn. Spr. kent het Oostersche gemoed voldoen de om te kunnen beweren, dat door de aanneming verwarring zou ontstaan, om dat daarin een gemis aan lijn bij de Re geering zou worden gezien. Voor dit oogenblik en onder deze omstandigheden moet spr. aanneming der motie beslist ontraden. Besloten wordt over deze motie te stem men heden (Donderdag) bij den aanvang der vergadering. De vergadering wordt te 4.55 verdaagd tot hedenmiddag 1 uur. GEMENGD NIEUWS. Een drie-jarig kind verbrand. Dins dagmiddag omstreeks half vijf is, ver moedelijk door het spelen met vuur door kinderen, de schuur staande naast de boerderij van Fleerkotte te Tubbergen af gebrand. Door den hevigen wind sloegen de vlammen onmiddellijk door het groote gebouw. Van de twee kinderen, die in de schuur aan het spelen waren, wist een den uitgang te bereiken. Het andere, het drie-jarig jongentje, is in de vlammen omgekomen. Later werd het lijkje vlak bij een deur uit de puinhoopen gehaald. Op het bericht van den brand was de burgemeester met de gemeentepolitie on middellijk ter plaatse aanwezig. Daar de wind in de richting van de groote boer derij stond, gelastte de burgemeester dat de brandweer van Almelo gewaarschuwd moest worden. Binnen een uur was deze ter plaatse aanwezig en begon met twee slangen op de motorspuit het blusschen. Ook de substituut officier van justitie, mr. Blok, was spoedig ter -plaatse. In den avond was de brand zoo goed als geheel gebluscht. Twee varkens kwamen in de vlammen om, terwijl een aantal land bouwgereedschappen verloren ging. Verzekering dekt de schade. De vader van het slachtoffer was denzelfden mid dag uit het ziekenhuis teruggekomen. Schip aan den grond geraakt. Tenge volge van den krachtigen Oostenwind der laatste dagen, is het zeewater te Lemmer buitengewoon laag. Gistermorgen was de stand 90 c.M. beneden A. P. De Stoom boot „Zuiderzee" van de HollandFries landGroningen lijn, komende van Am sterdam, geraakte dientengevolge op kor ten afstand van de haven aan den grond. Post en passagiers zijn door de „Flevo" afgehaald. Het doodgevonden meisje. Het justi tieel onderzoek heeft uitgewezen, dat het meisje, dat Maandagmiddag j.L in het Zeeburgerdorp te Amsterdam op de stoep van haar huis levenloos werd aangetrof fen tengevolge van ondergane mishande lingen is gestorven. Nader zal nog worden onderzocht van welken aard deze mishandelingen zijn geweest. Nader wordt nog gemeld, dat de justi tie toestemming heeft verleend om het lijkje te begraven. Branden. Te Lutjeloo bij Winschoten is gisteren de behuizing van D. Streun- ding geheel afgebrand, 2 varkens en een geit kwamen in de vlammen om. Alles was echter verzekerd. Te Roermond zijn gisternacht de 2 bovenverdiepingen en het trappenhuis van de manufactuurzaak van Laer-Nies- sen aan de Markt afgebrand. Een groote voorraad goederen ging in vlammen op. Verzekering dekt de schade. Te Ilarkema-Opeinde is de woning van P. S. afgebrand. Een koe kwam in de vlammen om. Verzekering dekt de vrij aanzienlijke schade. Dinsdag is te Vlierden door onbe kende oorzaak de boerderij van den land bouwer P. J. v. Hoof tot den grond toe afgebrand. Een veulen kwam in de vlam men om. In den nacht van Dinsdag op Woens dag is een felle uitslaande brand ontstaan in de Cornelissteeg te Haarlem in het perceel, waarin de rijwielhandel is geves tigd van den heer v. d. Spek. Het per ceel brandde geheel uit en 2200 buiten banden voor rijwielen, eenige autobanden een aantal rijwielen en motorrijwielen gingen verloren. De huizen in de nabijheid liepen ern stige brand- en waterschade op. Verzeke ring dekt de schade. De „straatroof" te Rotterdam. Toen Zaterdagmorgen de kantoorbediende W. de J. op het politiebureau aan de Groote Pauwensteeg aangifte kwam doen van den straatroof in de Schrijnwerkerssteeg te Rotterdam, waarbij bem een porte feuille met 25.000 zou zijn ontroofd, heeft de politie al dadelijk argwaan gekregen tegen dezen de J. Het bleek, dat hij den laatsten tijd nogal omgang had gehad met zekeren A. K., die bij de politie minder gunstig bekend staat, en men vermoed de, dat deze K. de hand in de zaak heeft gehad. Na een langdurig verhoor, waarbij de J. evenwel bij zijn verklaringen bleef volharden, besloot men hem voor alle ze kerheid op te sluiten, omdat men reden had aan te nemen, dat deze straatroof met zijn medeweten van te voren op touw was gezet. In verband met het be lang van het onderzoek, is tot nu toe nog niets gepubliceerd. Maandag is een huiszoeking gedaan in de woning van genoemden A. K. Hoewel daar geen geld is gevonden, heeft de po litie toch zooveel aanwijzingen in han den gekregen, dat ook tot K.'s arrestatie kon' worden overgegaan. Voorts is een huiszoeking gedaan in de woning van de zuster van dezen K., vrouw M. K„ ver laten vrouw van H., die in een zijstraat van de Kruiskade woont. Ook daar is geen geld gevonden, maar ook zij is aan gehouden en opgesloten. Uit verschillende getuigenverklaringen is gebleken, dat toen de J. Zaterdagmorgen naar de bank aan den Coolsingel is gegaan om het geld te halen, K. daarna met hem een eind- weegs is meegeloopen, dat zich kort daar op een derde man bij hen heeft gevoegd, waarna K. is verdwenen. Even later heeft deze derde man de J. in een slopje, dat uitkomt in de Schrijnwerkerssteeg, ge trokken, hem daar een klap op het hoofd gegeven en hem de portefeuille afgeno men, waarna hij op de vlucht is geslagen. Een ongeveer 18-jarige jongen, gekleed in een blauwe werkkiel vermoedelijk 'n slagersjongen is getuige van dezen „straatroof" geweest. De commissaris van politie in de eerste afdeeling, bureau Groo te Pauwensteeg, verzoekt dezen jongen dringend, zich spoedig op zijn bureau te melden, ten einde nog enkele inlichtin gen te geven. De derde man die nu nog wordt ge zocht, is ongeveer 30 jaar oud en vrij lang. Hij is flink gebouwd en heeft een smal bleek gezicht. Vergiftigings-verschijnselen. Maan dag is bij de politie van het bureau aan de Bergsingel te Rotterdam aangifte ge daan, dat zich in een gezin, wonende aan de Ackerdijkstraat aldaar bij de 3 kinde ren vergiftigingsverschijnselen voorgedaan hadden. De omstandigheid, dat er den dag tevoren ruzie in het gezin was ge weest en dat de vader des nachts alleen met de kinderen in de woning was ge weest, deed ernstige vermoedens omtrent de oorzaak van deze verschijnselen ont staan, uit het onderzoek is evenwel ge bleken, dat hier geen misdrijf in het spel is geweest. Men had in de woning wasch in de bleekpoeder gezet en per ongeluk is bleekpoeder in de melkkan gevallen. Alle 3 de kinderen hebben Zondagavond melk uit deze kan gedronken en daarna hebben de verschijnselen van vergiftiging zich geopenbaard. Een van de kinderen, een jongen van 3 jai r s in het zieken huis aan den Bergweg ter observatie op genomen, maar giste ^en al weer als ge heel hersteld ontslagen. Ook de beide an dere kinderen zijn weer beter. Ontsnapt. GisJeren is te Amsterdam een zekere D., medeplichtige aan da bru tale inbraak te Oisterwijk van Zaterdag j.l. gearresteerd. Bij zijn arrestatie wer den eenige inbrekerswerktuigen op hem gevonden. Op zijn transport naar Oister wijk, door de Amsterdamsche recherche begeleid, wist hij op het perron te Boxtel te ontsnappen. De rijks- en gemeente-po- litie in de omliggende plaatsen zoeken hem. Heidebranden. Te Zuidlaren brak brand uit in een perceel heide die zich aanvankelijk niet ernstig deed aanzien, doch door den Zuid-Oosten wind groeide het vuur weldra aan tot een niet te stui ten vlammenzee. De vlammen verbreid den zich met een front van ongeveer 1 K.M. snel. Aan blusschen viel niet te den ken. Door tegenbranden te maken tracht te men het vuur te stuiten. Het vuur liep ten slotte dood op bouwland. Meer dan 100 H.A. heide en kreupelge- .was tusschen Schipborg en Annen zijn ge heel verbrand. In het Buinerboerveen onder Buinen zijn verschillende dagwerken turf een prooi der vlammen geworden. Het vuur woedt daar nog voort. Ook in de omstreken van Emmen kwamen veel branden voor onder de turf- massa's, n.l. te Emmererfscheidenveen, Emmercompascuum en Klazienaveen-Nrd. Vooral in het gebied van Klazienaveen was de brand buitengewoon omvangrijk; de voorraden van de verveners van Po len, Van der Duin en de firma Scholten werden aangetast. Scheepstij dingen. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. EDAM, 21 v. Rott. n. N. Orleans. VOLENDAM, Rott. n. N. York, p. 21 K. Race. ROTTERDAM, Midd. Zee n. Rott. 20 van Venetië. LEERDAM, 20 v. Rott. te N. Orleans. CARDIGANSHIRE, Vancr. n. Rott. 18 van Los Angeles. NEBRASKA, Vancr. n. Rott. 17 te Port land (O.). EEMDIJK, Vancr. n. Rott. 20 te Seattle. LOCHKATRINE, Rott. n. Vancr. 17 van Cristobal. RIJNDAM, 21 v. N. York te Rott. HOLLAND—AFRIKA-LIJN. SUMATRA, uitr., 20 v. Kaapstad. HOLLAND, 19 v. Delagoabaai n. Inham- bane. RANDFONTEIN, thuisr., 21 te Antw. HEEMSKERK, thuisr., 20 v. Zanzibar. MELISKERK, 21 v. Hamburg te Amst. HOLLANDWEST-AFRIKA-LIJN, ALCHIBA, uitr., 20 v. Suellaba n. Fer nando Po. TEXEL, thuisr., 22 te Amst. verw. IJSTROOM, 20 v. Hamburg n. Amst. VLIELAND, 21 v. W. Afrika te Amst. KON. HOLLANDSCEE LLOYD. ZEELANDIA, uitr., p. 21 Fern. Nor. ORANIA, thuisr., 20 v. Lissabon. SALLAND, uitr., p. 20 Las Palmas. ROTTERDAMSCHE LLOYD. PATRIA, uitr., 21 (7 v.m.) te Belawan. JACATRA, thuisr., 20 (8 n.m.) v. Port Said. TJERIMAI, thuisr., 23 (2 n.m.) te Mars. verwacht. TABANAN, uitr., 21 (12 mid.) v. Pt. Said. STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND". SOEMBA, thuisr., 21 v. Marseille. F.NGGANO, thuisr., p. 21 Gibraltar. NIAS, uitr., 21 te Port Said. SEMBILAN, uitr., 21 v. Suez. JOHAN DE WITT, uitr., 20 v. Algier#. TRITONIA, gech.) 2 v. Penang te Soer»- baja. KARIMATA, uitr., 21 te Macassar. J. P. COEN, thuisr., 21 v. Batavia. SIMALOER, uitr., 21 te Batavia. GROTIUS, uitr., 21 te Sabang. P. C. HOOFT, thuisr., p. 19 Gibraltar. SALEIER, thuisr., 20 v. Singapore. ROTTI, uitr., 19 v. Belawan. KON. PAKETVAART MIJ. LE MAIRE, 19 v. Sydney n. Portland. TASMAN, 19 v. Sydney n. Singapore.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6