CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8»- JAARGANG
VRIJDAG 24 FEBRUARI 1928
NUMMER 2369
OURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per week I 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiên per regel 221/j cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
De A.-R. Kamerclub en het
Vrouwenkiesrecht.
II. (Slot).
Namen wij gisteren op hetgeen van
Uddo's bedenkingen in „Nederland en
Oranje" werd opgenomen, thans ne
men wij op het naschrift, dat de heer
R. A. den Ouden daaronder plaatst:
Onze beperkte ruimte laat al even
min plaats voor een breed opgezet te
genbetoog. Daarom slechts een drietal
opmerkingen.
1. Vooreerst deze, dat wel niemand,
die Uddo's rede beluisterde of zijn bro
chure las. zal vermoed hebben, dat
hij op het oog had de „post-
acta" der geschiedenis van het
Vrouwenkiesrecht in het Nederland-
sche Parlement, de Grondwetsrevisie
van 1922. De gedachten zijn natuur
lijk, gelijk de onze, onmiddellijk terug-
gezworven naar 1917 en 1919. Nu ech
ter blijkt, dat Uddo het in 1922 zocht,
wordt zijn beschuldiging van de A. R.
Kamerclub in dubbele mate onbillijk.
2. Onze tweede opmerking toch is:
In dat jaar hadden de A. R. Kamerle
den nóch in de Eerste, nóch in de
Tweede Kamer, het meer in de hand,
het Vrouwenkiesrecht te „keeren".
Het was er, en het was reeds in wer
king getreden. Er was dus hoogstens
te beproeven geweest, het weer te doen
verdwijnen. Maar daartoe was geen
der beide groepen bij machte. Het be
wijs voor deze stelling is door Uddo
zelf geleverd. Immers bouwde hij zijn
„klacht" op de mogelijkheid van bijval
van anderen. De stem van anderen
echter hadden onïe mannen niet in do
hand, „In hun hand" hadden ze alleen
hun eigen stem. En hij de grootst moge
lijke eenstemmigheid, den meest taai
en tegenstand en de meest onverzette
lijke standvastigheid en trouw, was
hun getal te gering om het gewenschto
effect te bereiken.
3. Want en dat willen we dan
In de derde plaats opmerken Uddo
moet niet over het hoofd zien, de echt
antirevolutionaire stelling dater
gens tegen te zijn wel, en bijzonderlijk
in de politiek, heel gemakkelijk is.
doch niet voldoende. Men moet vlan
tegelijkertijd ergens voor zijn niet al
leen, maar ook in staat datgene, waar
men voor is, in tastbaren vorm op ta
fel te leggen.
Nu zou een tweede verwerping der
Regeéringsvoorstellen in 1922 natuur
lijk geleid hebben tot een Kabinets
crisis. Die crisis had moeten worden
opgelost óf door Kamerontbinding óf
door formatie van een nieuw Kabinet.
Bij ontbinding van de Tweede Kamer
in het gegeven geval evenwel on
denkbaar zou het Vrouwenkiesrecht
weer aanstonds in werking getreden
zijn. Dan hadden ook wij de vrouwen
ter stembus moeten roepen ornhet
Vrouwenkiesrecht den hals te gaan
omdraaien. Natuurlijk dat had op
zichzelf geen paradox behoeven te zijn
indien dan maar alle Nederlandsche
vrouwen antirevolutionair of staat
kundig gereformeerd, en deze laatsten
nu geneigd waren geweest om te gaan
stemmen, waren geweest. Edoch dat
waren ze in 1922 niet.
Bij ontbinding van de Eerste Kamer
de meest denkbare politieke manoeu
vre. was het alleszins te betwijfelen
geweest, of er wel weer 13 A. R., en
bijzonder te betwijfelen, of de Friesche
Eerste Kamerleden in den Senaat zou
den terug gekeerd zijn.
Volgens het Friesch Dagblad was de
uitslag in Friesland op 22 Juni 1922
„een unicum", alleen „beslist" door
het feit, dat „de S. D. A. P., verreweg
de krachtigste partij van Links, en de
beide vrijzinnige fracties niet tot over
eenstemming waren gekomen. Toen
gaf Rechts den doorslag".
Is Uddo er zoo zeker van. dat, indien
het Vrouwenkiesrecht in 't gedrang
ware gekomen, de overeenstemming
Links voor de tweede maal zou zijn
uitgebleven en dat ze bij Rechts be
waard zou gebleven zijn? Kan hij zich
b.v. niet indenken, dat dan, evenals
de Vrij A. R. in 1894 zich verzetten te
gen uitbreiding van het kiesrecht, de
C. H. in 1922 afkeerig zouden zijn ge
weest van inkrimping van dit volks
recht? En hoe zouden de R. K. dan
gestaan hebben?
In het andere geval, de formatie
van een nieuw Kabinet wel nie
mand is zoo kinderlijk in de politiek
om te gelooven, dat het dan afgedaan
zou zijn geweest met een simpelen te
rugtred naar het algemeen mannen
kiesrecht. Immers, in de Kieswet bleef
het Vrouwenkiesrecht toch bestaan.
Er had dan een nieuw grondwets
artikel moeten komen. En 'n kieswet-
ontwerp, dat kans bood voor een meer
derheid.
Hadden onze A. R. mannen, die voor
de verantwoordelijkheid van het con
flict zouden gesteld zijn, dat achter de
hand? Het is niet gebleken, ook niet
ten aanzien vi.a de Friesche Eerste
Kamerleden. Dezen hebben niets ge
daan dan tegenstemmen. De
woordvoerders der clubs, de heeren II.
Colijn en Idenburg, hebben althan9
nog in duidelijke woorden het antire
volutionair beginsel ten aanzien van
het stemrecht der vrouw bij wijze van
getuigenis doen klinken. En toen heb
ben zij, ter wille van andere, zeer ge-
wenschte hervormingen, de verwer
ping en bloc niet willende risqueeren,
en de verantwoordelijkheid eener Ka
binetscrisis om de onmogelijkheid der
oplossing met effect voor het beoogde
doel, de afschaffing van het Vrouwen
kiesrecht. niet kunnende aanvaarden,
het hoofd in den schoot gelegd. Van
hen, en van degenen, die aan hun zijde
stonden, kan minstens zoo goed als
van de Friesche heeren gezegd worden
dat zij in 1922 „standvastig, trouw,
maar hopeloos tegenstand boden".
Het Vrouwenkiesrecht was niet meer
te keeren toen niet! en zij hadden
het niet in hun hand dat te doen. Dat
zullen onze A. R. vertegenwoordigers
eerst dan weer in de hand hebben, als
de overtuiging eener meerderheid ooit
rijp zal geworden zijn voor een „orga
nisch kiesrecht".
En nu ware zelfs de redeneering op
te zetten, dat niet de „Friesche", maar
de andere leden der A. R. Kamerclub
bij deze parlementaire handelingen
van 1922 trouw zijn geweest aan wat
de Deputatenvergadering van 1918 be
sloot die van 1921 sprak zich slechts
uit ten aanzien van het passief Vrou
wenkiesrecht toen zij id het Pro
gram van Actie, art. 11, schreef:
„Blijkt het Vrouwenkiesrecht niet
langer, naar eisch van ons Program
van Beginselen, te keeren, dan wake
de A. R. Partij er tegen, dat dit af te
keuren kiesrecht niet aan een bevoor
rechte klasse worde toegekend, maar
doe ze den eisch gelden, dat ook hier
als regel doorga, wat als regel geldt
bij den man".
D.w.z. dat het „algemeen" zij. Is het
in het gegeven geval niet een aanne
melijke redeneering, dat dan de „al
gemeenheid" in de Grondwet moet
worden vastgelegd? Dat maakt 't
den gewonen wetgever moeilijker het
Vrouwenkiesrecht te vervormen tot
een recht van het vrouwelijk „pays
légal". Het maakt weliswaar evenzeer
moeilijker, maar niet onmogelijk, het
revolutionaire individualistsche kies
recht voor mannen èn vrouwen een
maal te vervangen door een antirevo
lutionair organisch stelsel.
Uddo's klacht was in hooge m^te
onbillijk en in de tegenwoordige om
standigheden in haar ongemotiveer-
den vorm zeer gevaarlijk. Ze draagt
stokken aan voor onze belagers.
Rectificatie,
In het begin van ons artikel van gis
teren is een zinstorende fout geslopen,
die noodzakelijk dient verbeterd te
worden.
Wij schreven: „Deze brochure weri
ook door ons besproken. De opmer
kingen van den heer R. A. den G. ga
ven steeds aanleiding om daarop
terug te komen".
Dit moet zijn: „De opmerkingen van
den heer R. A: d. O. gaven Uddo aan
leiding om daarop terug te komen".
STADSNIEUWS.
LUITENANT KOPPEN VERTELT
VAN ZIJN VLIEGTOCHT NAAR
INDIë.
Het is nog
slechts betrek
kelijk korten
tijd geleden,
dat op het
vliegveld
Schiphol de
tot enthou
siasme opge
zweepte men-
schenmenigte
den koenen
vlieger Koppen
en zijn beide
medevliegers
Freyns en El-
overweldigende
Luit.' koppen
lerman op een
de wijze huldigde, toen ze voorspoe
dig geland waren na de vlucht met
de Postduif naar Batavia en terug.
Bij al die geestdrift heeft men toen
echter slechts weinig gehoord van de
eigenlijke reis, van de avonturen, van
de tegenslagen en de meevallers.
Het was daarom een verrassing,
toen dezer dagen aangekondigd werd.
dat luitenant Koppen in de Stadsge
hoorzaal een causerie zou houden
over „AmsterdamBatavia en terug
door de lucht".
Jammer was het dat voor deie le-
De militaire oefeningen te Katwijk.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
De r.oningin en de Prinses bij de
manoeuvres.
Omtrent deze oefeningen, waarvan wij
gisteren reeds een verslag plaatsten, kun
nen wij thans nog het volgende mede-
deelen:
't Zonnetje, dat Woensdag zoo weldadig
scheen, had zich gisteren achter dikke ne
velwolken verscholen. Het was dan ook
gisteren allesbehalve warm. Hoofdzaak is
echter, dat het droog gebleven is, want
vele belangstellenden uit Leiden en om
streken hadden zich een gang naar dit
„onbloedig slagveld" getroost, voorname
lijk hierom, omdat de Koningin en Prin
ses Juliana deze oefeningen zouden bij
wonen, aan het slot waarvan de troepen
voor de beide vorstelijke personen zou
den dêfileeren.
Veel zullen de honderden toeschouwers
van den „strijd" niet hebben gezien. Het
publiek toch werd door een sterke politie
macht op een eerbiedigen afstand van het
terrein gehouden. Den journalisten ver
ging het niet beter. Of men al, zooals wij,
voorzien waren van een passepartout, af
gegeven door de legerleiding, baatte ons
niet. Toen wij bij den aanvang van de
gevechtsoefeningen ons naar het terrein
wilden begeven, werd ons door den com
mandant der politietroepen zeer beleefd
beduid, dat het hem speet dat hij ons
ondanks dezen passe-partout niet mocht
doorlaten omdat van het Hof de uitdruk
kelijke last was gegeven, dat de pers van
het geheele terrein moest worden ge
weerd.
Het zal na deze inleiding duidelijk zijn,
waarom wij van de gevechtsoefeningen
geen gedetailleerd verslag kunnen geven.
De hoofdmacht van de Noordpartij (4de
Reg. Inf.) welke onder leiding stond van
kapitein van Blarkom, had zich opgesteld
in de duinpartij bij Doorendal; een ander
gedeelte meer oostelijk, dat ten doel had
de Zuidpartij (Grenadiers en Jagers) aan
te trekken, om deze daarna met de hoofd
macht aan te vallen. Deze manoeuvre is
echter slechts ten deèle geslaagd, omdat
de commandant van de Zuidpartij (ma
joor van Voorst tot Voorst) dit had voor
zien en zich daarom speciaal op zijn Wes-
ter-vleugel bijzonder had beveiligd. Die
vleugel is door de hoofdmacht van de
Noordpartij eerst krachtig geremd met
vuur, waarna een krachtig offensief van
de Noordpartij volgde, met het gevolg,
dat de Zuidpartij, wie het te doen was
haar afdeelingcn, die te Katwijk aan Zee
gelegerd waren en in min of meer gede-
moraliseerden toestand verkeerden, te
versterken, gedeeltelijk werd vernietigd.
Het doel, tot Katwijk aan Zee door te
dringen, werd niet bereikt, omdat de
strijd onbeslist is gebleven;
Omstreeks 2 uur verscheen, zooals reeds
gemeld, H.M. de Koningin, te paard geze
ten, met Haar gevolg, eveneens te paard,
op het Wilhelminaduin. Prinses Juliana
was met een auto daarheen gereden. Van
den top van dit duin sloegen hierop de
Vorstelijke personen de oefeningen gade.
De Koningin was gekleed in een groen
grijs rijcostuum en dito hoed en droeg om
den hals een nauwsluitende bruine bont.
Om halfvier waren de gevechtsoefenin
gen afgeloopen en had voor de Koningin
en de Prinses 'n tankdemonstratie plaat9.
Hierna inspecteerde de Koningin de troe
pen.
Vervolgens begaf de Prinses zich te voet
langs den Cantlneweg naar het Kruis
punt bij de tol. Even later verscheen ter
plaatse, te paard gezeten, de Koningin.
Hier hebben de troepen, met medewerking
van de muziek der Kon. Militaire Kapel,
voor de Vorstelijke personen gedefileerd.
Na afloop hiervan betuigde de Koningin
aan den majoor Waltheer, die de alge-
meene leiding had gehad, Haar groote te
vredenheid over de oefeningen, de demon
stratie, de inspectie en het défilé.
De koningin steeg hierna van het paard
en stapte in de gereedstaande auto, bij
Haar vertrek naar Den Haag door de tal
rijke menigte luide toegejuicht. De Prin
ses begaf zich hierop met Haar auto naar
Haar woning te Katwijk aan Zee, waar
gisteravond de troepen voor de Prinses
een groote taptoe hebben gehouden.
De tank, welke gisteren gedemonstreerd werd.
zing zoo weinig belangstelling be
stond (of was het dat de plaatsen te
duur waren) want luitenant Koppen
heeft op zoo bijzonder geestige wijze
van zijn wedervaren verteld, dat af en
toe de lachsalvo's niet van de lucht
waren. Onder deze eenvoudige ver
telseltjes lag echter verborgen een
schier ongeloofelijke energie, de ener
gie waardoor het mogelijk was zonder
de geringste angst te vliegen over
honderden kilometers oerwoud, waar
in een noodlanding onvermijdelijk de
dood tengevolge zou hebben.
Luitenant Koppen werd gisteravond
verwelkomd, nadat Bram van der
Stap, bariton, te Delft, met zijn ge
weldige stem een tweetal coupletten
gezongen had van het Wilhelmus,
door Wethouder Reimeringer.
Ook wij in Leiden, aldus Spr., heb
ben uwe koene vlucht, met aandacht
en spanning gevolgd. Nog meer ech
ter dan het gelezen woord werkt het
gesproken woord uit en daarom stel
len wij het zeer op prijs, dat U dezen
avond een causerie over Uw vlieg
tocht wilt houderi.
Spr. bracht daarna den vlieger
hulde voor zijn knappe prestatie,
waardoor hij de naam van Holland
hoog gehouden heeft in binnen- en
buitenland.
Een hartelijk applaus volgde op de
ze toespraak.
Dat applaus werd echter bijna een
ovatie toen luitenant KoppeA. nadat
eerst Bram van der Sti.p nog een drie
tal liedjes had gezongen, het podium
etrad.
De Indië-vlieger begon met te ver
tellen, dat zijn reis eigenlijk al van
ouden datum is. Reeds in 1919 is het
idee hij hem opgekomen en was toe
stemming verkregen, r.^aar de tocht
werd toen door de diplomtieke om
standigheden belet. In 1923 was er
ten tweede male sprake van, maar
toen was Van der Hoop Spr. voor. In
1926 bestond er geen animo voor de
reis. Eindelijk in 1927 kon de reis
doorgaan, wanneer aangetoond werd,
dat zij technisch en financieel moge
lijk was.
Techisch zou wel gaan. Het fin&n-
cieele gedeelte was echrir moeilijker,
maar ook dat is gelukt. Een groote
moeilijkheid was nog het vliegtuig
te verzekeren. Met 15 pCt. begonnen
is men tenslotte gekomen tot 32 V*
pCt. en toen kon men in ons land nog
slechts de helft van het bedrag ver
zekerd krijgen, voor de andere helft
had men noodig nog 5 landen met 6
beurzen.
Toen is het vliegtuig op 1 October
gestart. Dat dit op deze datum ge
schiedde was in verband met de me
teorologische omstandigheden. Het
moest in April of October gebeuren.
De motieven voor de reis waren ten
eerste de vraag: hoe -al ron mcvrnio-
torig vliegtuig zich houden op zoo'n
afstand, ten tweede was het de bedoe
ling om een postvlucht te houden, ten
deele om een record te brengen op
Hollandschen naam en verder was
het de koppigheid van Spr. daar de
plannen reeds in 1919 waren opgezet.
Dai de reis zoo goed geslaagd ia, ls
Luitenant Koppen vertelt over zijn
vlncht met de Postduif.
De behandeling der Radiowet ln de
Tweede Kamer.
Buitenland.
Engeland verklaart zich ter Veiligheids-
conferentie tegen een wereld arbitrage
verdrag.
Besnoeiing van het Amerikaansche
Vloot-program.
Het Franseh-Belgisch handelsverdrag
is gisteren geteekend.
De regeeringscrisis in Joego-Slavië is
opgelost.
Het resultaat van het Pan-Amerikaan-
sche congres.
mede te danken aan Freyns en Eller-
mans, waarvan Spr. de meest moge
lijke medewerking heeft gehad.
(Applaus).
Daarna ging het licht uit en ver
schenen de plaatjes op het witte doek,
waarbij Spr. verder vertelde. We kon
den toen weinig opteekenen, zoodat
we den vlieger thans niet meer op
den voet volgen.
In Bushir woonden 4 Europeanen,
waarvan 50 pCt. het toestel stond op
te wachten. Daar heeft Spr. ^geleerd,
dat ezels balken kunnen, \vant 's
nachts had hij er niet van kunnen
slapen.
De man waar hij logeerde met zijn
vrienden was zeer gastvrij. Ze konden
\..l geen eten en geen .Aden krügen
maar overigens waren ze zijn gast.
Toen ze in Karatsji vertelden, dat ze
uit Bushir kwamen vroegen de men-
schen:
Uit Bushir?
Ja.
Uit Bushir?
Ja uit Bushir.
Toen stopten ze ons in 't bad, zei
Spr.
In Calcutta troffen de vliegers de
heilige -Uriels aan, dij ewoon op
straat liepen. Soms stond om zoo'n
buffel een heele file van auto's te
wachten. De menschen daar stonden
dat kalm aan te kijken.. De voorste
chauffeur moest het beest met een
zoet lijntje weg zien te krijgen en dan
ging het weer verder tot een volgen
de buffel.
In Allahabad zijn ze één dag moe
ten blijven vanwege het slechte weer,
terwijl het toestel in den grond weg
zakte. Ze hadden een krik noodig om
het uit de modder te halen. En von
den die op een boerderij in een schuur
die op slot was en waarvan de boer
de sleutel niet had. Koppen stelde
voor op zijn kosten de deur in te trap
pen maar dat wilde de boer niet heb
ben omdat in die streek de menschen
stelen als raven. U begrijpt mijn ver
wondering, aldus de vlieger, toen een
half uurtje later een bediende van
den boer met een spijker de deur
openmaakte.
In Singapore werd het toestel be
stormd door honderden Chineezen, die
evenwel met een paar Maleische
knetter-scheldwoorde.:, die Koppen
zich uit zijn Indische loopbaan herin-
nertde, op een afstand werden ge
bracht. Daar werden de vliegers uit-
genoodigd te komen eten bij den gou
verneur.
Afzwaaien, luit. zeiden Freyns
en Ellerman.
'Wat zeggen je kameraden, vroeg
de gouverneur.
Dat ze al een uitnoodiging heb
ben van de Hollandse' kolonie, ant
woordde Koppen.
Zoo is Koppen alleen gaan eten bij
den gouverneur en zat er nu wel mee
of hij een dronk moest uitbrengen op
den koning van Engeland.
Hij bleef echter maar rustig door
eten en tenslotte bracht de Gouver
neur een d. onk uit op den koning van
Engeland en de koningin van Hol
land.
Daarna op den president van Ier
land.
Koppen begreep er niets van.
Gek, hè, zei de Gouverneur.
Erg gek. antwoordde Koppen.
Dat komt omdat mijn adjudant
een Ier is en die moet ik te vriend
houden.
In Palembang vroeg de resident of
ze nog een half uuctie wiLlen gaan toe
ren omdat anders de huldiging in 't
water zou vallen. Koppen had er irietsè
togen en steeg weer op. vergezeld van
den resident. Toen ze een half uurtje
later daalden was alles in orde. De
resident moest hen echter officiéél
verwelkomen en toon ze gedaald wa
ren steeg hij gauw de trappen op van
de huldigingstribune, kwam defri"