Amerikaansche Brieven.
XXVI.
Vijandschap.
Over het algemeen genomen leeft de
christelijke traditie in het Amerikaan
sche volk in zijn geheel sterker door
dan in Holland.
Men merkt dat b.v. aan de verschil
lende bepalingen, die in tal van plaat
sen nog gelden ten opzichte van de
Zondagsrust.
Maar ook daaraan, dat de vijand
schap tegen het Christendom niet zoo
openlijk naar voren trad als in Hol
land.
Trouwens het is pas sinds enkele ja
ren, dat het modernisme in de kerk
zelf zich hier meer openlijk uitspreekt
en over het algemeen genomen vond
tot dusver het Christendom, in de
ruimste zin genomen, meer waardee
ring dan bestrijding.
Toch schijnt dat alles langzamer
hand wel eenigszins te veranderen.
Toevallig las ik dezer dagen in de
Leidsche Kerkbode, een berichtje, dat
in Holland een beweging op touw ge
zet was, om, evenals men dat hier
aantreft. Bijbels aan te bieden aan ho
tels, voor de kamers der gasten.
Dit is inderdaad in Amerika en Ca
nada een zeer sympathieke gewoonte.
In bijna elk hotel vindt men op Zijn
kamer een Bijbel, daar geplaatst, door
de „Gideons", een organisatie van
Christelijke handelsreizigers.
Deze vereeniging werd in het laatst
der vorige eeuw opgericht.
De naam werd gekozen naar aan
leiding van de geschiedenis, die we in
Richteren VII beschreven vinden.
Gideon was een man, die bereid was
te doen. alles wat God van hem vroeg,
onverschillig wat zijn eigen oordeel
was inzake zijn plannen en hun resul
taten.
Het motto van de vereeniging is
Richteren VII vs. 21: „En zij stonden
een iegelijk in zijne plaats, rondom
het leger".
En de leefregel voor de leden wordt
gevonden in Rom. XII vs. 11: „Niet
traag in Jjet benaarstigen; vurig van
geest; den Heere dienende".
Een mooie vereeniging dus, met een
mooi doel, die heel veel nuttig werk
verricht.
Het spreekt vanzelf, dat er heel wat
gasten in de hotels, komen, die nooit
naar den Gideons-Bijbel omkijken.
Maar er zijn ook andere gevallen.
Als men ver van huis is en alleen,
wordt nog wel eens naar den Bijbel
gegrepen. Oude herinneringen worden
opgewekt. En er z?ijn tal van voorbeel
den te vinden, dat de Gideons-Bijbel
tot rijken zegen werd.
Het feit, dat er bijna geen hotel is,
dat de Bijbels weigert, geeft er duide
lijk blijk van* dat over het algemeen
dergelijke christelijke arbeid eer ge-
waardeeld wordt, dan tegengewerkt.
Er zijn e»chter verschillende ver
schijnselen,,, die er op wijzen, dat 'een
scherpe tegenstand, een meer openlij
ke vijandschap, ook hier zich meer
baan gaa/c breken.
Zoo la's ik dezer dagen een bericht,
in de hJaden, dat opgericht is het Ame
rikaarvsche A uto-Bijbel-Genootschap,
dat zÖ;h tot doel gesteld heeft het ver
trouwen in den Bijbel te vernietigen.
Eefn van de eerste punten op het pro
grar_Q van actie van deze nobele ver
eeniging is er zorg voor te dragen, dat
biïinen den kortst mogelijken tijd de
Gfideons-Bijbels uit alle hotels verdwij
nen.
Het genootschap is van plan voor
dit doel een bedrag van een kwart
millioen gulden per jaar te besteden.
Men wil beginnen met aan iederen
handelsreiziger en iederen hotelhou
der propagandanlectuur te zenden.
Ieder lid van het genootschap moet
belooven in eiken Bijbel, dien hij te
pakken kan krijgen, een blad papier
te plaatsen, met afbeeldingen van de
Patriarchen van het Oude .Testament
Bij deze platen bevinden zich karak
terbeschrijvingen der verschillende Bij
belsche personen.
Zoo staat b.v. onder het plaatje van
Mozes: moordenaar, schurk,' uitvinder
van de beruchte wet tegen heksen; be
veelt het vermoorden van onschuldige
vrouwen en kinderen, maar spaart al
le jonge meisjes voor onzedelijke doel
einden.
Wat in een der circulaires van den
Bijbel gezegd wordt, is zóó godslaster
lijk, dat ik het niet wil vertalen.
De Bijbel-vrienden laten zich echter
door deze actie gelukkig niet veront
rusten.
Zoo schreef de secretaris van het
New Yorksche Bijbelgenootschap, dat
deze beweging juist de vraag naar Bij
bels zou doen toenemen, omdat de
menschen, die deze dingen lezen, zich
zelf willen overtuigen en zien, of deze
beschuldigingen waar zijn.
De Gideons hebben reeds 833.000 Bij
bels in hotelkamers geplaatst, en ver
wachten, dat ze voor 1 Juli van dit
jaar het millioen vol zullen maken.
Het Amerikaansch Bijbelgenootschap
gaf in 1926 bijna 10 millioen Bijbels of
gedeelten van Bijbels uit, in 168 ver
schillende talen. Gedurende de 111
jaar van zijn bestaan, werden door dit
genootschap meer dan 184 millioen
Schriftgedeelten uitgegeven. Het nieu
we genootschap heeft dus voorloopig
wel wat te doen.
Ook in de groote pers vindt de nieu
we beweging geen steun, integendeel.
Zoo schrijft de Herald Tribune o.a.:
„Het is verblijdend te weten, dat
deze onverdraagzame onverdraagzaam
heid buitengewoon beperkt is, en dat
deze verbluffende campagne zeer wei
nig kans schijnt te hebben om eenige
vorderingen te maken".
En de New York Sun adviseert de
nieuwe vereeniging om voorloopig
maar eens te beginnen „om een boek
samen te stelkm, dat meer dan de
Bijbel tot de menschelijke geest
spreekt, hetzij geleerd of ongeleerd,
beschaafd of onbeschaafd, zacht, ruw
vroolijk of terneergeslagen, en dit boek
dan te verspreiden, zooals de Gideons
het Boek hunner keuze verspreiden.
Het verdere kan dan wel aan het oor
deel der gasten worden overgelaten".
Men ziet het, verontrustend is deze
nieuwe beweging voorloopig niet,
maar teekenend is ze m.i. wel.
Buffalo, 31 Jan. '28.
STATEN-GENERA AL
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Voortgezet wordt de behandeling
van het defensie-ontwerp.
De heer VERKOUTEREN (C. H.)
wenscht geen streep te halen door het
schoone verleden onzer vloot en zou
willen, dat men voor de vloot even
royaal was als voor de sociale wetge
ving en het onderwijs. Met het ont
werp bederft de Minister, wat hij voor
het leger tot stand bracht.
De heer VAN EMBDEN (V. D.) be
toogt uitvoerig, dat het ontwerp geen
enkel element van ontwapening be
vat, doch dat de vrijzinnig-democraten
voorstemmen, omdat de kans bestaat
op bezuiniging en in verband met den
tegenstand der ergste militairisten.
Verwerping van het ontwerp zou de
Kamer assimileeren met het stand
punt der ultra-militairisten.
De heer JANSSEN (R. K.) juicht het
ontwerp toe, omdat het versobering
brengt. Hij wijst er op, dat de split
sing van de baan is, en meent, dat het
verzet uit marinekringen veel invloed
oefent op de tegenstanders.
De heer VAN LANSCHOT (R. K.) is
voorstander van het ontwerp. Hij be
strijdt de redevoeringen der christelijk
historischen, welke hij te onzakelijk
acht. Hij is niet bang voor splitsing en
verwacht zeker bezuiniging van de
voorgestelde maatregelen.
De heer BRIëT (A. R.) herinnert aan
de conclusie der staatscommissie van
1906, omtrent de defensie van Indië,
dat die defensie in één hand moet
rusten en er een zelfstandige koloniale
marine moet wezen. Die gedachte is
in den loop der jaren niet losgelaten
al komt zij bij dezen minister slechts
in bedekte termen tot uiting. Dit laat
ste betreurt spr. Hij had het liever
ronduit vernomen. Intusschen ook in
dit geval blijft de minister van Marine
tenslote de verantwoordelijke man
voor de defensie van Indië. Dat de mi
nister 'n andere opvatting is toege
daan, ligt enkel daaraan, dat hij de
taak van den minister van defensie
zooveel mogelijk wil bekrimpen zon
der de eenheid der vloot te verbreken.
Maar spr. vraagt den minister op
den man af, hoe hij denkt over de mo
gelijke overbrenging in de toekomst
van de algeheele defensie van Indië
bij het departement van koloniën?
Een eindoordeel over deze kwestie
had moeten voorafgaan aan een voor
stel tot fusie, en aanvankelijk schijnt
dat ook het oordeel van den heer Co-
lijn geweest te zijn. Die logische ge
dachte heeft echter het kabinet laten
schieten, doch voor alle zekerheid wil
hij van dezen minister hooren, wat hij
verstaat onder splitsing: is dat alleen
scheiding van het personeel, of is dat
een overbrenging van de verantwoor
delijkheid van den minister van kolo
niën? In het laatste geval vervallen
z.i. alle voordeelen van een fusie.
Werpt de minister elke splitsing af
dan zal het resultaat van het onder
havige ontwerp slechts verwarring
zijn. Dientengevolge kan de spr. zijn
stem niet aan het ontwerp geven.
De heer STEGER (R. K.) wenscht
antwoord te hebben op enkele vragen
welke de Memorie van Toelichting
heeft doen rijzen. Zoo zou hij gaarne
willen weten, hoe het mogelijk is, dat
één persoon twee kwaliteiten goed kan
vervullen; hoe kan een éénhoofdige
leiding mogelijk zijn bij twee uiteen-
loopende zaken. Hoe ook kan precies
worden uitgemaakt op welke wijze
elke afdeeling financiëel krijgt wat
haar toekomt. Hoe ook kan men spre
ken van fusie, als men de afdeelingen
staf, materieel, en personeel voor bei
de diensttakken zelfstandig laat be
staan? Waarop baseert de minister
zijn overtuiging, dat samenvoeging
per sé bezuiniging zal opleveren? Z.i.
gaat dat volstrekt niet altijd door. In
die vragen liggen thans spr.'s bezwa
ren tegen het ontwerp.
Tenslotte spreekt spr. de hoop uit,
dat de Minister van Koloniën en die
van Buitenlandsche Zaken hun mee
ning over deze zaak zouden willen
doen hooren. Zijn zij bereid de verant
woordelijkheid voor deze voordracht
te dragen?
De VOORZITTER belooft den be
doelden bewindslieden te verzoeken,
morgen in de Kamer aanwezig te wil
len zijn.
De heer VAN WASSENAER VAN
CATWIJCK (C. H.) zet uiteen, hoe de
commissie van 1906 er toe gekomen is
de Indische Marine bij Koloniën te
voegen en de Nederlandsche bij Oorlog
Maar de tegenwoordige Minister wil
van deze splitsing niets weten; toch
zal het daarop moeten uitloopen en
dan bestaat er kans, dat dit op een
ongelegen oogenblik geschiedt. Spr. is
daarom tegen het huidige ontwerp.
De Minister van Oorlog, de heer
LAMBOOY, verkrijgt alsnu 't woord.
Het is spr. aangenaam, thans eens
te kunnen reageeren op al wat er in
en buiten het Parlement over hem is
gezegd. Maar hij wil de rede van den
heer Van Embden over het ontwape-
ningsvraagstuk buiten bespreking la
ten als niet aan de orde zijnde. Het
doet spr leed, dat de Chr. Hist, en de
Vrijheidsbonders reeds bij voorbaat
hun stem hebben vastgelegd. Daar
door snijdt men aan de regeering den
pas af om te trachten de inzichten te
wijzigen.
Beweerd wordt vooral, dat Indië's
marineverdediging onder de samen
voeging zou lijden en dat splitsing on
vermijdelijk zou wezen. Wat dit laat
ste betreft, kwam zij tot stand, dan
hebben wij hier geen afzonderlijk
Ministerie van Marine meer noodig.
Doch het omgekeerde is daarom nog
niet waar!
De Minister van Marine, de heer
Westerveld, is de eerste geweest, die
sprak over de wenschelijkheid van
splitsing van het personeel, in de
vlootwet was splitsing van het ma
terieel reeds op den voorgrond ge
steld. Maar daartegenover staat de
wenschelijkheid van samensmelting
der beide deelen onzer weermacht, ten
einde alle krachten zoo doeltreffend
mogelijk en zoo economisch mogelijk
te gebruiken. In die richting neemt
de minister reeds proeven.
Te Helder heeft de oud-kapitein ter
zee, Rendorp, enkele dagen geleden
een rede gehouden. Zijn kritiek op den
Minister was onvriendelijk, maar er
ger was. dat de heer Rendorp onjuiste
cijfers heeft gegeven natuurlijk on
opzettelijk, maar de regeering mag
eischen, dat er juiste gegevens wor
den gegeven, die gemakkelijk zijn te
putten uit de Kamerstukken en het
Jaarboekje der Marine. Zoo deed ook
schout-bij-nacht tegenover den heer
Steger.
Tegenover hun onjuiste cijfers
plaatst spreker de juiste, waaruit
blijkt, dat hij de personeelsterkte
hier verlaagd en in Indië verhoogd
heeft. Spr. had gaarne die cijfers op
aanvrage aan anderen gegeven.
De pas afgetreden vlootvoogd heeft
luide gewaarschuwd tegen de split
sing der marine. Tegenover dat spook
komt spr. met de grief, dat juist de
heer Gooszen de splitsingsgedachte
heeft opgewekt.
Op verzoek van den VOORZITTER
breekt de minister hier zijn rede af.
Heden elf uur voortzetting.
TWEEDE KAMER.
(Vergadering van gisteren).
De behandeling van de begrooting van
Curasao wordt voortgezet.
De heer BIJLEVELD (A.R.) acht de re-
geeringspolitiek voor dit gewest weinig
vooruitstrevend. De autonomie moet zoo
veel mogelijk worden betracht.
De heer JOEKES (V.D.) noemt verschil
lende factoren, die tot ontevredenheid
onder de bevolking van Curagao hebben
bijgedragen.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V.
B.) wijst op het merkwaardige verschil
tusschen Suriname en Curagao wat den
economischen toestand aangaat. De lof,
die aan den gouverneur van Curagao is
gegeven, is uitsluitend van de zijde van
den minister gekomen. Tot ieders verba
zing is de gouverneur na diens verblijf
in het moederland weer naar Curagao
op zijn post teruggekeerd „op hoop van
zegen".
De heer CRAMER (S.D.A.P.) behandelt
o.m. de kwestie der drinkwatervoorzie
ning. Het drinken van gedistilleerd water
is niet bepaald aangenaam; het kan uit
dien hoofde geen „goed drinkwater" wor
den genoemd. Spr. beveelt aan deze zaak
onder toezicht van den directeur van
openbare werken te brengen.
De Minister van Koloniën, de heer KO
NINGSBERGER beantwoordt allereerst
eenige detailaangelegenheden. Op de vraag
van den heer van Vuuren of van spr. bij
de begrooting voor 1929 de vervulling van
zekere desiderata van het bijzonder on
derwijs is te verwachten antwoordt spr.
bevestigend, echter met die reserve, dat
indien de begrooting niet sluitend mocht
blijken, ook de instemming van sprekers
ambtgenoot van Financiën wordt .'voorbe
houden.
Spr. is verder bereid aan het papia-
mentsch in beginsel gelijke rechten als
aan het Nederlandscb toe te kennen.
Aan de waterleiding is een langdurige
lijdenskwestie voorafgegaan. Spr. heeft
een bekwaam ingenieur naar Curagao ge
zonden om advies te verkrijgen; bet plan
van .dr. Versluys is inmiddels in uitvoe
ring. Het toezicht blijft bij den directeur
van Openbare Werken.
Bij spr. heeft nimmer aantasting van
de autonomie in deze gewesten voorgeze
ten. Spr. komt hierop straks terug.
Spr. behandelt daarna de positie van
den Gouverneur. Toen deze nog niet naar
Holland was vertrokken, verkeerde hij in
de stellige méening, dat de absolute gelijk
stelling van bijzonder en openbaar onder
wijs door de betrokkenen bij het bijzonder
onderwijs niet werd verlangd.
De minister zegt verder, dat de Gouver
neur hem heeft weten te overtuigen, dat
bij den Gouverneur geen gebrek aan voort
varendheid aanwezig is, doch dat bepaalde
vertragingen zijn te wijten aan gebrek aan
voldoende personeel.
Wat het maatschappelijk gedrag van
den Gouverneur aangaat, wordt er veel
gezegd, dat op losse gronden berust. De
vriendschappelijke relatie met den Direc
teur der Curagaosche Petroleum Maat
schappij vindt haar aanleiding hierin, dat
deze directeur de eenige is van de stan
ding van den gouverneur met wien bij
omgang kan hebben. Beide heeren hou
den er een gemeenschappelijke zeilboot
op na, die te Amsterdam is gekocht en
op een tankboot der Curagaosche naar
Willemstad is overgebracht. De klacht,
dat de gouverneur zich wel eens in eigen
aardige kleeding in het openbaar vertoont
is terug te brengen tot het feit, dat hij bij
het zeilen wel eens is natgeregend en zoo
van de boot naar huis is gewandeld. De
Gouverneur is iemand van gemoedelijke
hartelijkheid en spreker heeft in hem vol
ledig vertrouwen; hij heeft den Gouver
neur dan ook verzekerd, dat hij op zijn
steun kan rekenen in de uitoefening van
zijn bewind.
De aangelegenheid der politie-reorgani-
satie is verleden jaar door de Kamer prin
cipieel uitgemaakt na volledige discussie.
Spr. is bereid den Gouverneur te ver
zoeken, de bevoegdheid van den comman
dant nader af te bakenen en bepaalde
aangelegenheden onder den procureur-ge
neraal te stellen.
Inmiddels is de nieuwbenoemde com
mandant. luitenant Berger, in Curagao
aangekomen.
De heer BIJLEVELD (A.R.) repliceerend,
is niet geheel overtuigd, dat het overleg,
althans van de zijde der betrokken orga
nen inzake de politie volledig is geweest
en hij vraagt den minister of hij bereid
zou zijn, de begrooting voorloopig met een
zeker bedrag te verminderen tot het over
leg het gewenschte resultaaat heeft ge
had. De begrooting zou later suppletoir
kunnen worden aangevuld.
De heer IJZERMAN (S.D.A.P.) sluit zich
hierbij aan. Hij constateert verder met
voldoening, dat de critiek reeds gerui-
men tijd geleden door spreker ten opzich
te van Curagao gevoerd, hier weerklank
heeft gevonden.
De heer JOEKES (V.D.) vindt het wel
eigenaardig, dat alleen de Gouverneur zelf
heeft gezegd, dat hij zoo voortvarend is.
De minister schijnt daardoor te zijn be
vredigd.
Spr. zal intusschen zijn stem aan de be
grooting niet onthouden.
De heer VAN VUUREN (R.K.) is niet be
vredigd door het antwoord van den mi
nister ten aanzien van de gelijkstelling
van openbaar en bijzonder onderwijs. Dit
geldt ook ten opzichte van sprekers po
litieke vrienden. Mocht het nader ant
woord van den minister die bevrediging
niét schenken,dan zouden zij zich zeer
ernstig beraden of zij hun stem aan deze
begrooting wel kunnen geven
De heer BEUMER (A.R.) vernam met
voldoening, dat de minister bereid is, een
wijziging van het Kon. besluit inzake de
politie-reorganisatie te bevorderen.
De heer VAN BOETZELAER (C.H.) ge
voelt wel wat voor het bezwaar van den
heer Lingbeek, dat aan het R.K. onderwijs
te veel baten zouden toevloeien. Indien de
middelen beperking opleggen, dan moet
deze evenwel voor beide partijen gelden.
De hèer LINGBEEK (I-I.G.S.) vertrouwt,
dat de minister zal vasthouden aan de
voorwaarde, dat de begrooting niet door
de financieele gelijkstelling van openbaar
en bijzonder onderwijs in het gedrang
komt.
Minister KONINGSBERGER, duplicee-
rend, herhaalt da' de toezegging, voor
1929 zekere desiderata te bevredigen, af
hankelijk zal zijn van een sluitende be
grooting.
De algemeene beschouwingen worden
gesloten en de vergadering te halfzes ver
daagt tot Dinsdag 1 uur.
GEMENGD NIEUWS.
Het orakel van Delphi. Twee 2Ó-ja-
rige arbeiders uit Daarlerveen, zekere K.
B. en J. D. meenden bij den aankoop van
een hond van J. B. door dezen bedrogen te
zijn. Hierover raadpleegden zij een waar
zegster, die hun voorspelde, dat zij spoe
dig met de gevangenis kennis zouden ma
ken. Nu dit toch eenmaal vaststond, be
sloten zij voor deze gelegenheid den ver-
kooper van den hond eens duchtig onder
handen te nemen en wachtten hem daar
toe een dezer dagen 's avonds, gewapend
met z.g. trekknuppels van een wagen op.
Toen hij hen genaderd was, sloegen zij er
op los, waar zij hem maar konden ra
ken. Met een gapende hoofdwonde zonk
de getroffene bewusteloos ineen. Een in
de nabijheid wonende persoon, die op het
gerucht afkwam, moest ijlings de vlucht
nemen, achtervolgd door een der beide
jongelui. De politie werd met het geval in
kennis gesteld, die de daders 's nachts
van hun bed lichtte en in verzekerde be
waring nam. De knuppels, waarvan er
een op het lichaam van J. B. doormidden
was geslagen, werden in beslag genomen.
Lijk opgehaald. Te Lobith is gisteren
het in ver gevorderden staat van ontbin
ding verkeerende lijk van een 23 a SO-ja-
rigen man opgehaald.
Branden. Gistermorgen heeft in de
autoverhuur- en reparatieinrichting van
den beer F. D. aan de Parkstraat te Arn
hem een felle uitslaande brand gewoed,
waarbij de gebeele inrichting, waarin zich
een vrachtauto en vijf luxe-auto's bevon
den, uitbrandde. De brand ontstond te on
geveer half 10, toen de chauffeur van den
heer D. een vrachtauto die juist gerepa
reerd was, naar den eigenaar wilde bren
gen en den auto in de garage aansloeg.
Door tot nu toe onbekende oorzaak sloeg
de vlam in den carburator, waarop de
auto binnen enkele oogenblikken in lich
te laaie stond. De man trachtte nog met
een bluscbapparaat het vuur te dooven,
doch dit bleek niet meer mogelijk.
De brandweer verscheen spoedig ter
plaatse met de autobrandspuit. Het vuur
had zich echter reeds zoo uitgebreid, dat
aan blusschen niet meer te denken viel.
De schade is niet met nauwkeurigheid
vast te stellen, doch loopt in de duizen
den.
Te Bellingwolde is gisteravond de
behuizing van Berend Mulder totaal af
gebrand. De levende have werd gered. Al
les was verzekerd.
Fransch stoomschip gestrand. Gister
morgen is op de Hinder Ribben bij Goeree
het Fransche stoomschip Fort de Troyen
gestrand. De sleepbooten „Indus" en „Wa
terweg" zijn in de nabijheid.
Het schip was gisteravond uit Duin
kerken naar Schiedam vertrokken, waar
het bij Wilton zou dokken.
Noodlanding. Het vliegtuig D 878
van de Deutsche Lufthansa op weg van
Berlijn naar Amsterdam, maakte gister
middag omstreeks 5 uur wegens het on
gunstige weer een noodlanding aan de
Snippeling bij Deventer. Het vliegtuig
was bemand met den piloot D. Pöppe en
den mecanicien F. Schring. De landing
geschiedde vlot en het toestel kreeg geen
schad*; eek de inzittenden bekwamen
geen letsel. Het vliegtuig heeft gistermor
gen 11 uur zijn reis voortgezet.
Melk of water? Voor het kantonge
recht te Middelburg hebben Woensdag te
recht gestaan 40 melkveehouders van ver
schillende plaatsen uit Walcheren, we
gens het afleveren of doen afleveren van
vuile melk en van melk die ondeugdelijk
van samenstelling was. Er was er een bij,
zekere C. J„ melkveehouder te Middel
burg, die melk afleverde waarin zich n.l.
80 en 70 pet. water bevond.
De ambtenaar van het Openhaar Minis
terie eischte tegen een melkveehouder
ƒ1000 boete of 100 dagen hechtenis en
drie maanden principale hechtenis.
De kantonrechter veroordeelde deze ver
dachte tot een geldboete van 800 of 1000
dagen hechtenis en drie maanden hech
tenis. De overige verdachten werden ver
oordeeld overeenkomstig den eisch van
het O. M. tot geldboeten varieerend tus
schen 25 en 100.
Uit het raam van de derde verdieping
gevallen. Gistermorgen is een 25-jarige
vrouw van de derde verdieping van een
perceel in de Weesperstraat te Amster
dam, toen zij dekens uitklopte, uit het
raam gevallen en op een binnenplaats te
recht gekomen. In hoogst bedenkelijken
toestand is zij in het Ned. Israëlietisch
Ziekenhuis ter verpleging opgenomen.
Een floberpatroon in een tabakspijp.
Te Biggekerke had een landbouwer bij
het stoppen van een pijp, daarin ook een
flobertpatroontje gedaan, die hij altijd in
zijn tabaksdoos bij zich draagt. De pijp
sprong uit elkaar en de man werd vrij
ernstig verwond.
Been afgekneld. Het 14-jarig doch
tertje van schipper de Boer uit Nieuw-
poort geraakte te Veere met haar been in
een staaldraad verward, welk lichaams
deel onder de knie werd afgeklemd. Het
meisje is naar het gasthuis te Middelburg
vervoerd.
Een 100-jarige overleden. De heer D.
H. Visser te Kortehemmen (Fr.) die 3 Ja
nuari j.l. 100 jaar is geworden, is gisteren
overleden.
Aangehouden. Als verdacht van den
diefstal van 300 ten huize van den land
bouwer G. Datema te Oosterzand (Gr.) is
aangehouden de 41-jarige H. W., een oude
bekende der Groningsche politie, die zich
reeds meer aan dergelijke feiten heeft
schuldig gemaakt.
Brand. Te Siegerswoude is de woning
van J. Kooistra geheel een prooi der vlam
men geworden.
Uitgeleverd. Donderdagmorgen werd
door de marechaussee te Roosendaal
voor den Officier van Justitie te 's-Herto-
genbosch geleid F. J. de B., 17 jaar, ar
beider, wonende te Veghel, als verdacht
van diefstal met braak van ongeveer 2000
gulden, gepleegd te Schijndel, op 10 Jtili
1927. Verdachte was met het geld naar
Parijs uitgeweken. Hij werd echter door
de politie aldaar gearresteerd en op. ver
zoek van de Nederlandsche regeering aan
de Nederlandsche justitie uitgeleverd.
Na door den rechter-commissaris te zijn
gehoord, werd hij ingesloten in het huis
van Bewaring te 's-Hertogenbosch.
Verdronken. Men meldt uit Ambt-
Hardenberg:
Door de politie te Brucht is uit het ka
naal het lijk opgehaald van de 15-jarige
dienstbode II. S. wonende te Bergentheim.
Vermoedelijk is zij tengevolge van de mod
derige wegen met de fiets van het fiets
pad gegleden en in de van Riggelenswijk
geraakt en verdronken.
Doms Rijkers. Dorus Rijkers, die in het
Anthonie Leeuwenhoekhuis te Amsterdam
verpleegd werd, is gisteren daaruit ont
slagen. Waarschijnlijk zal hij over een
week weer opgenomen worden voor een
verdere behandeling.
Diefstal in een pastorie. Een dezer
dagen is, naar „de Meier. Crt." meldt, in
gebroken in de R.K. pastorie te Liempde.
De dieven hebben een bedrag ontvreemd
van pl.m. ƒ4000, waarschijnlijk de op
brengst der verpachte banken.
„Figaro" te water. Men meldt uit
Haarlem:
Gisterochtend reed een Haarlemsche
barbier per fiets op den Spaarndammer-
weg langs het Spaarne. Toen hij de Paul
Krugerkade passeerde, werd hij door een
hevigen rukwind gegrepen en tegen wil
en dank naar den walkant gedreven, zoo
dat hij met fiets en al te water geraakte.
Hulpvaardige burgers snelden onmid
dellijk toe en slaagden er in den „Figaro"
op het droge te trekken.
Bronwater en wijn in Nederland. Nu
het alcoholvraagstuk ook voor ons land
steeds meer in het middelpunt der be
langstelling komt te staan, is het niet on
interessant met eenige cijfers de verhou
ding in Nederland tusschen den import
van bronwater op flesschen en wijn op
fust in liters aan te geven.
Wij zien dan voor de jaren 1925, 1926
en 1927 voor den invoer in Nederland van
bronwater op flesschen respectievelijk het
aantal 5.016.904, 5.437.070 en 6.187.037 aan
gegeven.
Voor den invoer in Nederland van wijn
op fust in liters gelden over denzelfden
tijdsduur respectievelijk de volgende ge
tallen 13.159.000, 13.781.000 en 12.804.000.
Hieruit blijkt dus, dat de invoer van
bronwater in 1927 in ons land in verge
lijking met 1926 is toegenomen met 749.967
flesschen, terwijl over dezelfde periode de
invoer van wijn op fust in liters met
977.000 liter is afgenomen.
De auteur van de stilte. Jean Jacques
BernardNeen, dien bedoelen we dit
maal niet, doch: Henry Bernstein, den
auteur van „De Greep", „Israël", „Sam
son", enz.
Hij kan onmogelijk werken, wanneer
er in zijn buurt leven wordt gemaakt.
trrafrtnrrl in gyn huurhuis, rue de