Amerikaansche Brieven. XXVI. Vijandschap. Over het algemeen genomen leeft de christelijke traditie in het Amerikaan sche volk in zijn geheel sterker door dan in Holland. Men merkt dat b.v. aan de verschil lende bepalingen, die in tal van plaat sen nog gelden ten opzichte van de Zondagsrust. Maar ook daaraan, dat de vijand schap tegen het Christendom niet zoo openlijk naar voren trad als in Hol land. Trouwens het is pas sinds enkele ja ren, dat het modernisme in de kerk zelf zich hier meer openlijk uitspreekt en over het algemeen genomen vond tot dusver het Christendom, in de ruimste zin genomen, meer waardee ring dan bestrijding. Toch schijnt dat alles langzamer hand wel eenigszins te veranderen. Toevallig las ik dezer dagen in de Leidsche Kerkbode, een berichtje, dat in Holland een beweging op touw ge zet was, om, evenals men dat hier aantreft. Bijbels aan te bieden aan ho tels, voor de kamers der gasten. Dit is inderdaad in Amerika en Ca nada een zeer sympathieke gewoonte. In bijna elk hotel vindt men op Zijn kamer een Bijbel, daar geplaatst, door de „Gideons", een organisatie van Christelijke handelsreizigers. Deze vereeniging werd in het laatst der vorige eeuw opgericht. De naam werd gekozen naar aan leiding van de geschiedenis, die we in Richteren VII beschreven vinden. Gideon was een man, die bereid was te doen. alles wat God van hem vroeg, onverschillig wat zijn eigen oordeel was inzake zijn plannen en hun resul taten. Het motto van de vereeniging is Richteren VII vs. 21: „En zij stonden een iegelijk in zijne plaats, rondom het leger". En de leefregel voor de leden wordt gevonden in Rom. XII vs. 11: „Niet traag in Jjet benaarstigen; vurig van geest; den Heere dienende". Een mooie vereeniging dus, met een mooi doel, die heel veel nuttig werk verricht. Het spreekt vanzelf, dat er heel wat gasten in de hotels, komen, die nooit naar den Gideons-Bijbel omkijken. Maar er zijn ook andere gevallen. Als men ver van huis is en alleen, wordt nog wel eens naar den Bijbel gegrepen. Oude herinneringen worden opgewekt. En er z?ijn tal van voorbeel den te vinden, dat de Gideons-Bijbel tot rijken zegen werd. Het feit, dat er bijna geen hotel is, dat de Bijbels weigert, geeft er duide lijk blijk van* dat over het algemeen dergelijke christelijke arbeid eer ge- waardeeld wordt, dan tegengewerkt. Er zijn e»chter verschillende ver schijnselen,,, die er op wijzen, dat 'een scherpe tegenstand, een meer openlij ke vijandschap, ook hier zich meer baan gaa/c breken. Zoo la's ik dezer dagen een bericht, in de hJaden, dat opgericht is het Ame rikaarvsche A uto-Bijbel-Genootschap, dat zÖ;h tot doel gesteld heeft het ver trouwen in den Bijbel te vernietigen. Eefn van de eerste punten op het pro grar_Q van actie van deze nobele ver eeniging is er zorg voor te dragen, dat biïinen den kortst mogelijken tijd de Gfideons-Bijbels uit alle hotels verdwij nen. Het genootschap is van plan voor dit doel een bedrag van een kwart millioen gulden per jaar te besteden. Men wil beginnen met aan iederen handelsreiziger en iederen hotelhou der propagandanlectuur te zenden. Ieder lid van het genootschap moet belooven in eiken Bijbel, dien hij te pakken kan krijgen, een blad papier te plaatsen, met afbeeldingen van de Patriarchen van het Oude .Testament Bij deze platen bevinden zich karak terbeschrijvingen der verschillende Bij belsche personen. Zoo staat b.v. onder het plaatje van Mozes: moordenaar, schurk,' uitvinder van de beruchte wet tegen heksen; be veelt het vermoorden van onschuldige vrouwen en kinderen, maar spaart al le jonge meisjes voor onzedelijke doel einden. Wat in een der circulaires van den Bijbel gezegd wordt, is zóó godslaster lijk, dat ik het niet wil vertalen. De Bijbel-vrienden laten zich echter door deze actie gelukkig niet veront rusten. Zoo schreef de secretaris van het New Yorksche Bijbelgenootschap, dat deze beweging juist de vraag naar Bij bels zou doen toenemen, omdat de menschen, die deze dingen lezen, zich zelf willen overtuigen en zien, of deze beschuldigingen waar zijn. De Gideons hebben reeds 833.000 Bij bels in hotelkamers geplaatst, en ver wachten, dat ze voor 1 Juli van dit jaar het millioen vol zullen maken. Het Amerikaansch Bijbelgenootschap gaf in 1926 bijna 10 millioen Bijbels of gedeelten van Bijbels uit, in 168 ver schillende talen. Gedurende de 111 jaar van zijn bestaan, werden door dit genootschap meer dan 184 millioen Schriftgedeelten uitgegeven. Het nieu we genootschap heeft dus voorloopig wel wat te doen. Ook in de groote pers vindt de nieu we beweging geen steun, integendeel. Zoo schrijft de Herald Tribune o.a.: „Het is verblijdend te weten, dat deze onverdraagzame onverdraagzaam heid buitengewoon beperkt is, en dat deze verbluffende campagne zeer wei nig kans schijnt te hebben om eenige vorderingen te maken". En de New York Sun adviseert de nieuwe vereeniging om voorloopig maar eens te beginnen „om een boek samen te stelkm, dat meer dan de Bijbel tot de menschelijke geest spreekt, hetzij geleerd of ongeleerd, beschaafd of onbeschaafd, zacht, ruw vroolijk of terneergeslagen, en dit boek dan te verspreiden, zooals de Gideons het Boek hunner keuze verspreiden. Het verdere kan dan wel aan het oor deel der gasten worden overgelaten". Men ziet het, verontrustend is deze nieuwe beweging voorloopig niet, maar teekenend is ze m.i. wel. Buffalo, 31 Jan. '28. STATEN-GENERA AL EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Voortgezet wordt de behandeling van het defensie-ontwerp. De heer VERKOUTEREN (C. H.) wenscht geen streep te halen door het schoone verleden onzer vloot en zou willen, dat men voor de vloot even royaal was als voor de sociale wetge ving en het onderwijs. Met het ont werp bederft de Minister, wat hij voor het leger tot stand bracht. De heer VAN EMBDEN (V. D.) be toogt uitvoerig, dat het ontwerp geen enkel element van ontwapening be vat, doch dat de vrijzinnig-democraten voorstemmen, omdat de kans bestaat op bezuiniging en in verband met den tegenstand der ergste militairisten. Verwerping van het ontwerp zou de Kamer assimileeren met het stand punt der ultra-militairisten. De heer JANSSEN (R. K.) juicht het ontwerp toe, omdat het versobering brengt. Hij wijst er op, dat de split sing van de baan is, en meent, dat het verzet uit marinekringen veel invloed oefent op de tegenstanders. De heer VAN LANSCHOT (R. K.) is voorstander van het ontwerp. Hij be strijdt de redevoeringen der christelijk historischen, welke hij te onzakelijk acht. Hij is niet bang voor splitsing en verwacht zeker bezuiniging van de voorgestelde maatregelen. De heer BRIëT (A. R.) herinnert aan de conclusie der staatscommissie van 1906, omtrent de defensie van Indië, dat die defensie in één hand moet rusten en er een zelfstandige koloniale marine moet wezen. Die gedachte is in den loop der jaren niet losgelaten al komt zij bij dezen minister slechts in bedekte termen tot uiting. Dit laat ste betreurt spr. Hij had het liever ronduit vernomen. Intusschen ook in dit geval blijft de minister van Marine tenslote de verantwoordelijke man voor de defensie van Indië. Dat de mi nister 'n andere opvatting is toege daan, ligt enkel daaraan, dat hij de taak van den minister van defensie zooveel mogelijk wil bekrimpen zon der de eenheid der vloot te verbreken. Maar spr. vraagt den minister op den man af, hoe hij denkt over de mo gelijke overbrenging in de toekomst van de algeheele defensie van Indië bij het departement van koloniën? Een eindoordeel over deze kwestie had moeten voorafgaan aan een voor stel tot fusie, en aanvankelijk schijnt dat ook het oordeel van den heer Co- lijn geweest te zijn. Die logische ge dachte heeft echter het kabinet laten schieten, doch voor alle zekerheid wil hij van dezen minister hooren, wat hij verstaat onder splitsing: is dat alleen scheiding van het personeel, of is dat een overbrenging van de verantwoor delijkheid van den minister van kolo niën? In het laatste geval vervallen z.i. alle voordeelen van een fusie. Werpt de minister elke splitsing af dan zal het resultaat van het onder havige ontwerp slechts verwarring zijn. Dientengevolge kan de spr. zijn stem niet aan het ontwerp geven. De heer STEGER (R. K.) wenscht antwoord te hebben op enkele vragen welke de Memorie van Toelichting heeft doen rijzen. Zoo zou hij gaarne willen weten, hoe het mogelijk is, dat één persoon twee kwaliteiten goed kan vervullen; hoe kan een éénhoofdige leiding mogelijk zijn bij twee uiteen- loopende zaken. Hoe ook kan precies worden uitgemaakt op welke wijze elke afdeeling financiëel krijgt wat haar toekomt. Hoe ook kan men spre ken van fusie, als men de afdeelingen staf, materieel, en personeel voor bei de diensttakken zelfstandig laat be staan? Waarop baseert de minister zijn overtuiging, dat samenvoeging per sé bezuiniging zal opleveren? Z.i. gaat dat volstrekt niet altijd door. In die vragen liggen thans spr.'s bezwa ren tegen het ontwerp. Tenslotte spreekt spr. de hoop uit, dat de Minister van Koloniën en die van Buitenlandsche Zaken hun mee ning over deze zaak zouden willen doen hooren. Zijn zij bereid de verant woordelijkheid voor deze voordracht te dragen? De VOORZITTER belooft den be doelden bewindslieden te verzoeken, morgen in de Kamer aanwezig te wil len zijn. De heer VAN WASSENAER VAN CATWIJCK (C. H.) zet uiteen, hoe de commissie van 1906 er toe gekomen is de Indische Marine bij Koloniën te voegen en de Nederlandsche bij Oorlog Maar de tegenwoordige Minister wil van deze splitsing niets weten; toch zal het daarop moeten uitloopen en dan bestaat er kans, dat dit op een ongelegen oogenblik geschiedt. Spr. is daarom tegen het huidige ontwerp. De Minister van Oorlog, de heer LAMBOOY, verkrijgt alsnu 't woord. Het is spr. aangenaam, thans eens te kunnen reageeren op al wat er in en buiten het Parlement over hem is gezegd. Maar hij wil de rede van den heer Van Embden over het ontwape- ningsvraagstuk buiten bespreking la ten als niet aan de orde zijnde. Het doet spr leed, dat de Chr. Hist, en de Vrijheidsbonders reeds bij voorbaat hun stem hebben vastgelegd. Daar door snijdt men aan de regeering den pas af om te trachten de inzichten te wijzigen. Beweerd wordt vooral, dat Indië's marineverdediging onder de samen voeging zou lijden en dat splitsing on vermijdelijk zou wezen. Wat dit laat ste betreft, kwam zij tot stand, dan hebben wij hier geen afzonderlijk Ministerie van Marine meer noodig. Doch het omgekeerde is daarom nog niet waar! De Minister van Marine, de heer Westerveld, is de eerste geweest, die sprak over de wenschelijkheid van splitsing van het personeel, in de vlootwet was splitsing van het ma terieel reeds op den voorgrond ge steld. Maar daartegenover staat de wenschelijkheid van samensmelting der beide deelen onzer weermacht, ten einde alle krachten zoo doeltreffend mogelijk en zoo economisch mogelijk te gebruiken. In die richting neemt de minister reeds proeven. Te Helder heeft de oud-kapitein ter zee, Rendorp, enkele dagen geleden een rede gehouden. Zijn kritiek op den Minister was onvriendelijk, maar er ger was. dat de heer Rendorp onjuiste cijfers heeft gegeven natuurlijk on opzettelijk, maar de regeering mag eischen, dat er juiste gegevens wor den gegeven, die gemakkelijk zijn te putten uit de Kamerstukken en het Jaarboekje der Marine. Zoo deed ook schout-bij-nacht tegenover den heer Steger. Tegenover hun onjuiste cijfers plaatst spreker de juiste, waaruit blijkt, dat hij de personeelsterkte hier verlaagd en in Indië verhoogd heeft. Spr. had gaarne die cijfers op aanvrage aan anderen gegeven. De pas afgetreden vlootvoogd heeft luide gewaarschuwd tegen de split sing der marine. Tegenover dat spook komt spr. met de grief, dat juist de heer Gooszen de splitsingsgedachte heeft opgewekt. Op verzoek van den VOORZITTER breekt de minister hier zijn rede af. Heden elf uur voortzetting. TWEEDE KAMER. (Vergadering van gisteren). De behandeling van de begrooting van Curasao wordt voortgezet. De heer BIJLEVELD (A.R.) acht de re- geeringspolitiek voor dit gewest weinig vooruitstrevend. De autonomie moet zoo veel mogelijk worden betracht. De heer JOEKES (V.D.) noemt verschil lende factoren, die tot ontevredenheid onder de bevolking van Curagao hebben bijgedragen. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V. B.) wijst op het merkwaardige verschil tusschen Suriname en Curagao wat den economischen toestand aangaat. De lof, die aan den gouverneur van Curagao is gegeven, is uitsluitend van de zijde van den minister gekomen. Tot ieders verba zing is de gouverneur na diens verblijf in het moederland weer naar Curagao op zijn post teruggekeerd „op hoop van zegen". De heer CRAMER (S.D.A.P.) behandelt o.m. de kwestie der drinkwatervoorzie ning. Het drinken van gedistilleerd water is niet bepaald aangenaam; het kan uit dien hoofde geen „goed drinkwater" wor den genoemd. Spr. beveelt aan deze zaak onder toezicht van den directeur van openbare werken te brengen. De Minister van Koloniën, de heer KO NINGSBERGER beantwoordt allereerst eenige detailaangelegenheden. Op de vraag van den heer van Vuuren of van spr. bij de begrooting voor 1929 de vervulling van zekere desiderata van het bijzonder on derwijs is te verwachten antwoordt spr. bevestigend, echter met die reserve, dat indien de begrooting niet sluitend mocht blijken, ook de instemming van sprekers ambtgenoot van Financiën wordt .'voorbe houden. Spr. is verder bereid aan het papia- mentsch in beginsel gelijke rechten als aan het Nederlandscb toe te kennen. Aan de waterleiding is een langdurige lijdenskwestie voorafgegaan. Spr. heeft een bekwaam ingenieur naar Curagao ge zonden om advies te verkrijgen; bet plan van .dr. Versluys is inmiddels in uitvoe ring. Het toezicht blijft bij den directeur van Openbare Werken. Bij spr. heeft nimmer aantasting van de autonomie in deze gewesten voorgeze ten. Spr. komt hierop straks terug. Spr. behandelt daarna de positie van den Gouverneur. Toen deze nog niet naar Holland was vertrokken, verkeerde hij in de stellige méening, dat de absolute gelijk stelling van bijzonder en openbaar onder wijs door de betrokkenen bij het bijzonder onderwijs niet werd verlangd. De minister zegt verder, dat de Gouver neur hem heeft weten te overtuigen, dat bij den Gouverneur geen gebrek aan voort varendheid aanwezig is, doch dat bepaalde vertragingen zijn te wijten aan gebrek aan voldoende personeel. Wat het maatschappelijk gedrag van den Gouverneur aangaat, wordt er veel gezegd, dat op losse gronden berust. De vriendschappelijke relatie met den Direc teur der Curagaosche Petroleum Maat schappij vindt haar aanleiding hierin, dat deze directeur de eenige is van de stan ding van den gouverneur met wien bij omgang kan hebben. Beide heeren hou den er een gemeenschappelijke zeilboot op na, die te Amsterdam is gekocht en op een tankboot der Curagaosche naar Willemstad is overgebracht. De klacht, dat de gouverneur zich wel eens in eigen aardige kleeding in het openbaar vertoont is terug te brengen tot het feit, dat hij bij het zeilen wel eens is natgeregend en zoo van de boot naar huis is gewandeld. De Gouverneur is iemand van gemoedelijke hartelijkheid en spreker heeft in hem vol ledig vertrouwen; hij heeft den Gouver neur dan ook verzekerd, dat hij op zijn steun kan rekenen in de uitoefening van zijn bewind. De aangelegenheid der politie-reorgani- satie is verleden jaar door de Kamer prin cipieel uitgemaakt na volledige discussie. Spr. is bereid den Gouverneur te ver zoeken, de bevoegdheid van den comman dant nader af te bakenen en bepaalde aangelegenheden onder den procureur-ge neraal te stellen. Inmiddels is de nieuwbenoemde com mandant. luitenant Berger, in Curagao aangekomen. De heer BIJLEVELD (A.R.) repliceerend, is niet geheel overtuigd, dat het overleg, althans van de zijde der betrokken orga nen inzake de politie volledig is geweest en hij vraagt den minister of hij bereid zou zijn, de begrooting voorloopig met een zeker bedrag te verminderen tot het over leg het gewenschte resultaaat heeft ge had. De begrooting zou later suppletoir kunnen worden aangevuld. De heer IJZERMAN (S.D.A.P.) sluit zich hierbij aan. Hij constateert verder met voldoening, dat de critiek reeds gerui- men tijd geleden door spreker ten opzich te van Curagao gevoerd, hier weerklank heeft gevonden. De heer JOEKES (V.D.) vindt het wel eigenaardig, dat alleen de Gouverneur zelf heeft gezegd, dat hij zoo voortvarend is. De minister schijnt daardoor te zijn be vredigd. Spr. zal intusschen zijn stem aan de be grooting niet onthouden. De heer VAN VUUREN (R.K.) is niet be vredigd door het antwoord van den mi nister ten aanzien van de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Dit geldt ook ten opzichte van sprekers po litieke vrienden. Mocht het nader ant woord van den minister die bevrediging niét schenken,dan zouden zij zich zeer ernstig beraden of zij hun stem aan deze begrooting wel kunnen geven De heer BEUMER (A.R.) vernam met voldoening, dat de minister bereid is, een wijziging van het Kon. besluit inzake de politie-reorganisatie te bevorderen. De heer VAN BOETZELAER (C.H.) ge voelt wel wat voor het bezwaar van den heer Lingbeek, dat aan het R.K. onderwijs te veel baten zouden toevloeien. Indien de middelen beperking opleggen, dan moet deze evenwel voor beide partijen gelden. De hèer LINGBEEK (I-I.G.S.) vertrouwt, dat de minister zal vasthouden aan de voorwaarde, dat de begrooting niet door de financieele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs in het gedrang komt. Minister KONINGSBERGER, duplicee- rend, herhaalt da' de toezegging, voor 1929 zekere desiderata te bevredigen, af hankelijk zal zijn van een sluitende be grooting. De algemeene beschouwingen worden gesloten en de vergadering te halfzes ver daagt tot Dinsdag 1 uur. GEMENGD NIEUWS. Het orakel van Delphi. Twee 2Ó-ja- rige arbeiders uit Daarlerveen, zekere K. B. en J. D. meenden bij den aankoop van een hond van J. B. door dezen bedrogen te zijn. Hierover raadpleegden zij een waar zegster, die hun voorspelde, dat zij spoe dig met de gevangenis kennis zouden ma ken. Nu dit toch eenmaal vaststond, be sloten zij voor deze gelegenheid den ver- kooper van den hond eens duchtig onder handen te nemen en wachtten hem daar toe een dezer dagen 's avonds, gewapend met z.g. trekknuppels van een wagen op. Toen hij hen genaderd was, sloegen zij er op los, waar zij hem maar konden ra ken. Met een gapende hoofdwonde zonk de getroffene bewusteloos ineen. Een in de nabijheid wonende persoon, die op het gerucht afkwam, moest ijlings de vlucht nemen, achtervolgd door een der beide jongelui. De politie werd met het geval in kennis gesteld, die de daders 's nachts van hun bed lichtte en in verzekerde be waring nam. De knuppels, waarvan er een op het lichaam van J. B. doormidden was geslagen, werden in beslag genomen. Lijk opgehaald. Te Lobith is gisteren het in ver gevorderden staat van ontbin ding verkeerende lijk van een 23 a SO-ja- rigen man opgehaald. Branden. Gistermorgen heeft in de autoverhuur- en reparatieinrichting van den beer F. D. aan de Parkstraat te Arn hem een felle uitslaande brand gewoed, waarbij de gebeele inrichting, waarin zich een vrachtauto en vijf luxe-auto's bevon den, uitbrandde. De brand ontstond te on geveer half 10, toen de chauffeur van den heer D. een vrachtauto die juist gerepa reerd was, naar den eigenaar wilde bren gen en den auto in de garage aansloeg. Door tot nu toe onbekende oorzaak sloeg de vlam in den carburator, waarop de auto binnen enkele oogenblikken in lich te laaie stond. De man trachtte nog met een bluscbapparaat het vuur te dooven, doch dit bleek niet meer mogelijk. De brandweer verscheen spoedig ter plaatse met de autobrandspuit. Het vuur had zich echter reeds zoo uitgebreid, dat aan blusschen niet meer te denken viel. De schade is niet met nauwkeurigheid vast te stellen, doch loopt in de duizen den. Te Bellingwolde is gisteravond de behuizing van Berend Mulder totaal af gebrand. De levende have werd gered. Al les was verzekerd. Fransch stoomschip gestrand. Gister morgen is op de Hinder Ribben bij Goeree het Fransche stoomschip Fort de Troyen gestrand. De sleepbooten „Indus" en „Wa terweg" zijn in de nabijheid. Het schip was gisteravond uit Duin kerken naar Schiedam vertrokken, waar het bij Wilton zou dokken. Noodlanding. Het vliegtuig D 878 van de Deutsche Lufthansa op weg van Berlijn naar Amsterdam, maakte gister middag omstreeks 5 uur wegens het on gunstige weer een noodlanding aan de Snippeling bij Deventer. Het vliegtuig was bemand met den piloot D. Pöppe en den mecanicien F. Schring. De landing geschiedde vlot en het toestel kreeg geen schad*; eek de inzittenden bekwamen geen letsel. Het vliegtuig heeft gistermor gen 11 uur zijn reis voortgezet. Melk of water? Voor het kantonge recht te Middelburg hebben Woensdag te recht gestaan 40 melkveehouders van ver schillende plaatsen uit Walcheren, we gens het afleveren of doen afleveren van vuile melk en van melk die ondeugdelijk van samenstelling was. Er was er een bij, zekere C. J„ melkveehouder te Middel burg, die melk afleverde waarin zich n.l. 80 en 70 pet. water bevond. De ambtenaar van het Openhaar Minis terie eischte tegen een melkveehouder ƒ1000 boete of 100 dagen hechtenis en drie maanden principale hechtenis. De kantonrechter veroordeelde deze ver dachte tot een geldboete van 800 of 1000 dagen hechtenis en drie maanden hech tenis. De overige verdachten werden ver oordeeld overeenkomstig den eisch van het O. M. tot geldboeten varieerend tus schen 25 en 100. Uit het raam van de derde verdieping gevallen. Gistermorgen is een 25-jarige vrouw van de derde verdieping van een perceel in de Weesperstraat te Amster dam, toen zij dekens uitklopte, uit het raam gevallen en op een binnenplaats te recht gekomen. In hoogst bedenkelijken toestand is zij in het Ned. Israëlietisch Ziekenhuis ter verpleging opgenomen. Een floberpatroon in een tabakspijp. Te Biggekerke had een landbouwer bij het stoppen van een pijp, daarin ook een flobertpatroontje gedaan, die hij altijd in zijn tabaksdoos bij zich draagt. De pijp sprong uit elkaar en de man werd vrij ernstig verwond. Been afgekneld. Het 14-jarig doch tertje van schipper de Boer uit Nieuw- poort geraakte te Veere met haar been in een staaldraad verward, welk lichaams deel onder de knie werd afgeklemd. Het meisje is naar het gasthuis te Middelburg vervoerd. Een 100-jarige overleden. De heer D. H. Visser te Kortehemmen (Fr.) die 3 Ja nuari j.l. 100 jaar is geworden, is gisteren overleden. Aangehouden. Als verdacht van den diefstal van 300 ten huize van den land bouwer G. Datema te Oosterzand (Gr.) is aangehouden de 41-jarige H. W., een oude bekende der Groningsche politie, die zich reeds meer aan dergelijke feiten heeft schuldig gemaakt. Brand. Te Siegerswoude is de woning van J. Kooistra geheel een prooi der vlam men geworden. Uitgeleverd. Donderdagmorgen werd door de marechaussee te Roosendaal voor den Officier van Justitie te 's-Herto- genbosch geleid F. J. de B., 17 jaar, ar beider, wonende te Veghel, als verdacht van diefstal met braak van ongeveer 2000 gulden, gepleegd te Schijndel, op 10 Jtili 1927. Verdachte was met het geld naar Parijs uitgeweken. Hij werd echter door de politie aldaar gearresteerd en op. ver zoek van de Nederlandsche regeering aan de Nederlandsche justitie uitgeleverd. Na door den rechter-commissaris te zijn gehoord, werd hij ingesloten in het huis van Bewaring te 's-Hertogenbosch. Verdronken. Men meldt uit Ambt- Hardenberg: Door de politie te Brucht is uit het ka naal het lijk opgehaald van de 15-jarige dienstbode II. S. wonende te Bergentheim. Vermoedelijk is zij tengevolge van de mod derige wegen met de fiets van het fiets pad gegleden en in de van Riggelenswijk geraakt en verdronken. Doms Rijkers. Dorus Rijkers, die in het Anthonie Leeuwenhoekhuis te Amsterdam verpleegd werd, is gisteren daaruit ont slagen. Waarschijnlijk zal hij over een week weer opgenomen worden voor een verdere behandeling. Diefstal in een pastorie. Een dezer dagen is, naar „de Meier. Crt." meldt, in gebroken in de R.K. pastorie te Liempde. De dieven hebben een bedrag ontvreemd van pl.m. ƒ4000, waarschijnlijk de op brengst der verpachte banken. „Figaro" te water. Men meldt uit Haarlem: Gisterochtend reed een Haarlemsche barbier per fiets op den Spaarndammer- weg langs het Spaarne. Toen hij de Paul Krugerkade passeerde, werd hij door een hevigen rukwind gegrepen en tegen wil en dank naar den walkant gedreven, zoo dat hij met fiets en al te water geraakte. Hulpvaardige burgers snelden onmid dellijk toe en slaagden er in den „Figaro" op het droge te trekken. Bronwater en wijn in Nederland. Nu het alcoholvraagstuk ook voor ons land steeds meer in het middelpunt der be langstelling komt te staan, is het niet on interessant met eenige cijfers de verhou ding in Nederland tusschen den import van bronwater op flesschen en wijn op fust in liters aan te geven. Wij zien dan voor de jaren 1925, 1926 en 1927 voor den invoer in Nederland van bronwater op flesschen respectievelijk het aantal 5.016.904, 5.437.070 en 6.187.037 aan gegeven. Voor den invoer in Nederland van wijn op fust in liters gelden over denzelfden tijdsduur respectievelijk de volgende ge tallen 13.159.000, 13.781.000 en 12.804.000. Hieruit blijkt dus, dat de invoer van bronwater in 1927 in ons land in verge lijking met 1926 is toegenomen met 749.967 flesschen, terwijl over dezelfde periode de invoer van wijn op fust in liters met 977.000 liter is afgenomen. De auteur van de stilte. Jean Jacques BernardNeen, dien bedoelen we dit maal niet, doch: Henry Bernstein, den auteur van „De Greep", „Israël", „Sam son", enz. Hij kan onmogelijk werken, wanneer er in zijn buurt leven wordt gemaakt. trrafrtnrrl in gyn huurhuis, rue de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6