NIEUWE LEIDSCHE COURANT bods wondere leidingen. van WOENSDAG 15 FEBR.1928 TWEEDE BLAD. Gewijde en Ongewijde Historie. MOZES. En een man van het huis van Levi ging, en nam, d.w.z. huwde, een doch ter van Levi, zoo verhaalt Ex. 2 vs. 1. Die vrouw werd zwanger zoo gaat het verhaal voort en baarde een zoon. Hoe die man en die vrouw heetten, lezen we hier niet. Dit vinden we pas later, in het zesde hoofdstuk, in het geslachtsregister van Mozes en Aaron. De man heette Amram en de vrouw Jochébed; zij was zijn tante. (Ex. 6 vs. 19). 't Was niet de eerste maal, dat God hun huwelijk met kinderen zegende. Zij hadden reeds een dochter van om trent 15 jaar: Mirjam en een zoontje van 3 jaar: Aaron. De jonggeborene was een opvallend mooi kind, en daarom viel het de moe der nóg moeilijker om het wreede be vel van den farao uit te voeren, en het in den Nijl te werpen, waar het zou verdrinken, of door de krokodillen verslonden worden. Drie maanden lang verborg de moe der haar kind. Dit was een geloofsdaad. Door het geloof, zoo zegt de schrij ver van den Brief aan de Hebreën, is Mozes na zijn geboorte drie maanden verborgen door zijn ouders, omdat zij zagen, dat het knaapje schoon was en zij namen het voorschrift van den ko ning niet in acht (Hebr. 11 vs. 23). Om dezen tekst goed te begrijpen, moeten we in het oog houden, dat het woord „schoon" hier niet slechts de beteekenis heeft van lichamelijk schoon. Het heeft nog een dieperen zin. We zouden het in onze taal het best aldus kunnen uitdrukken: zijn ouders zagen wat in hem. „Wij lezen niet zoo schrijft Dr. B. Wielenga in „Mozes en Israël", blz. 13 dat God reeds voor de geboorte van het „knechtje" de moeder bezocht heeft met een profetisch woord, gelijk dit later met Maria, de moeder des Heeren geschiedde. Maria wist reeds vóór zij haar Kindeke zag, dat het „groot" zou zijn, en den troon van Zijn vader David erven zou. Het schijnt, dat Jochebed's geloof in de grootsche toekomst van haar zoon pas ontwaakte, toen hare oogen het jongslee zagen. Zij zag, dat hij schoon was. Natuurlijk is dit niet de gewone schoonheid van lijn. vorm en kleur alleen geweest. De uitwendige schoonheid, het lief en knap ge zichtje! was de uitdrukking en het zinnebeeld van geestelijken adel en geheiligd genie. En dat heeft het ver want-geniale moederoog gezien!" Drie maanden lang verborg de moe der haar kindeke; toen ging het niet langer. Steeds grooter werd het ge vaar, dat het ontdekt zou worden, en door de beulsknechten van den farao op onmeedoogende wijze in de rivier verdronken. Wat nu te doen? Toen God Nóach sparen wilde voor den zondvloed om uit hem en zijn ge zin een nieuwe menschheid in het aan zijn te roepen, gebood Hij hem de ark te bouwen, die hem veilig over de wa tervloeden droeg. Wellicht heeft deze geschiedenis Jo- chebed op de gedachte gebracht ook voor haar kind zulk een arkje te ma ken. Zij gebruikte daarvoor biezen, die overal langs den Nijl groeiden. Ongetwijfeld is hier bedoeld de pa- pyrusplant, een in oud-Egypte menig vuldig voorkomende rietsoort, driehoe kig, zoo dik als een vinger en van meer dan een manshoogte, die door de Egyptenaren voor allerlei doeleinden gebruikt werd, o.m. ook, om er lichte en snelle booten van te bouwen. Van dit laatste spreekt b.v. Jesaja 18 vs. 1 en 2: „Hei, land van vleugelgegons, dat aan gene zijde van Ethiopia's stroo men ligt! dat over den grooten plas (d.w.z. den Nijl) gezanten zendt, in biezen vaar tuigen over den waterspiegel''. Ook Jochebed maakte een scheepje of arkje van papyrus; daarna bestreek zij het met asphalt („lijm", zegt de Statenvertaling) als bindmiddel voor de papyrusstengels en met pek om het waterdicht te maken. Vervolgens leg de zij het kind er in, en plaatste daar na het biezen kistje in het dichte riet aan den oever van den Nijl, waar het niet door den stroom van het water kon meegevoerd worden. De zuster van het kind ging op eenigen afstand staan om te zien, wat er van zou wor den. Hoe secuur geschiedt alles! Niets wordt aan het „toeval" overgelaten. Het lijkt wel „vroom", om zoo wei nig mogelijk voorzorgsmaatregelen te nemen, om zich niet tegen alle even- tueele gevaren te assureeren, om in gemakzucht „alles aan God over te laten". Doch de ware godsvrucht handelt anders, gelijk duidelijk uit de geschie denis van Mozes' ouders, die volgens den Brief aan de Hebreën „uit geloof" handelen, blijkt. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Stedum, C. J. Buis kool te IJsselmonde. Bedankt: Voor Vlissingen, G. van Ramshorst, te Brummen. GEREF KERKEN. Tweetal: Te Meerkerk, S. Kamper, te Oldebroek; en L. van Loon, te Scher- penzeel (Geld.). Beroepen: Te Hilversum, S. Neer ken, te Ulrum. Te Pijnacker-Nootdorp, J. Koolstra, cand. te Amsterdam. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Sneek, K. G. van Sme den, te Kampen. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Zondagmiddag nam Ds. Th. Kuipers, wegens vertrek naar Djokja, afscheid van de Geref. Kerk te Beilen met een predika tie over Jes. 10 21: „Het overblijfsel zal wederkeeren, het overblijfsel van Jacob tot. den sterken God." Spr. richtte vervolgens het woord tot de gemeente, den kerkeraad, de catechisan ten, de Evangelisatiecommissie, de afge vaardigden van de classis Beilen, tot Ds. P. A. Tichelaar (Herv. predikant) en tot het. Dagelijksch Bestuur der gemeente. Door den scriba-ouderling, den heer Timmerman, werd Ds. K. namens kerke raad en gemeente toegesproken en harte lijk dank gebracht voor alles wat hij voor Beilen is geweest. Gevoeld werd welk een innige band moest worden verbroken. Ds. van Mantgem sprak namens de classis, terwijl Ds. P. A. Tichelaar, Ned. Herv. pred. als vriend en college Ds. Kui pers toesprak. Door de gemeente werd haar scheiden den leeraar toegezongen Ps. 121 4. Zondagavond heeft Ds. A. S. Talma, predikant bij de Ned. Herv. gem. te Vlis singen, aan wien. op verzoek wegens ge zondheidsredenen, eervol emeritaat is verleend, in de Groote Kerk afscheid ge nomen van zijn gemeente. Hij had tot tekst gekozen 2 Thessalonicensen 3 3. Spr. dankte na de predikatie zijn beide collega's te Vlissingen, Ds. Voorhoeve en Ds. de Voogd voor hun vriendschap, voor al den eerste, met wien hij deze 23 jaar heeft samengewerkt in broederlijke eens gezindheid. Vervolgens sprak Ds. Talma zijn ringbroeders toe, den kerkeraad, kerk voogden en notabelen en tenslotte zijn ge meente, die hij dankte voor de trouw en vrienschap gedurende deze lange jaren ook namens zijn echtgenoote. Door de gemeente werd den scheiden den leeraar toegezongen Ps. 121 4. Zondagmorgen werd Ds. E. v. Asch, overgekomen uit Daarle, tot zijn dienst werk in de Ned. Herv. Kerk te Arnemui- den ingeleid door zijn broeder Ds. F. v. Asch te Den Ham. Hij deed dit naar aan leiding van Matth. 15 3237. 't Namiddags verbond de nieuwe lee raar zich aan zijn gemeente met een pre dikatie over 1 Tim. 3 16. De hoofdgedach te hierbij was, dat de verborgenheid der Godzaligheid groot is in de prediking van het Evangelie. Na afloop van de predikatie richtte spr. zich in hartelijke bewoordingen tot den Kerkeraad, tot den bevestiger en tot den consulent Ds. van Garderen, wien dank gebracht werd, dat hij de bevestigings beurt wilde afstaan. Voorts werden toe spraken gehouden tot de Kerkvoogdij, al len die kerkelijke diensten verrichten, het Dag. Bestuur der Gemeente, de aanwezi ge onderwijzers, en ten slotte tot heel de gemeente. Ds. van Garderen riep den nieuwen predikant een hartelijk welkom toe. Door de gemeente werd den nieuwen predikant toegezongen Ps. 134 3. Na des morgens te zijn bevestigd door Ds. Israels van Angerlo, deed des middags Ds. C. D. Israël, overgekomen van Koudekerk, zijn intrede in de Ned. Herv. Kerk te Hattem met een predikatie over Joh. 1 29b. Ds. J. R. Immink, uit Delden is Zon dagmorgen als predikant bij de Ned. Gem. te Heerenveen (Schoterland) beves tigd door Ds. H. N. IJsbrandy te Gronin gen, vroeger te Heerenveen. Des middags deed Ds. Immink zijn in trede. Beide keeren was het ruime kerk gebouw geheel gevuld. Ds. IJsbrandy pre dikte naar aanleiding van 2 Cor. 5 vers 7. Ds. Immink had tot. tekst Lucas U vers 57—62. JUBILEUM G. J. A. RU YB. Heden herdenkt de heer G. J. A. Ruys te Amersfoort, secretaris van de Federatie van Diaconieën der Ned. Herv. Kerk zijn 25-jarigen diaconalen arbeid, die zich over heel ons vaderland uitstrekt. De jubilaris diende voorheen vele jaren de Ned. Herv. gem. van Utrecht als diaken. In het diaconale leven in de Ned. Herv. Kerk was hij de man die er het organi satorisch verband bracht. Eerst als secretaris van de vereeniging van diakenen, later als secretaris van de Federatie van Diaconieën ontwikkelde hij groote activiteit. De voorbereiding van de Jaarlijksclie conferenties der Federatie te Lunteren en van menig voorstel aan de Synode was zijn werk. Het brengen van het diacona le werk in vaste banen levert goede re sultaten op, getuige de totstandkoming van de stichting „Zonnegloren" te Soest- duinen, waarvan de jubilaris eveneens se cretaris is. CONFERENTIE VOOR INWENDIGE ZENDING. Voorloopig kan reeds worden medege deeld, dat de Conferentie voor Inwendige Zending is vastgesteld op 17—20 Juli en dit jaar te Doetinchem zal worden ge houden. Zoodra wij zekerheid hebben aangaan de de sprekers, zullen onderwerpen en sprekers samen worden medegedeeld. Nu kunnen wij reeds zeggen, dat het in de bedoeling ligt te handelen over practisciie bijbeluitlegging; het gezinsleven; de kin derwetten en de task, die daarin ligt voor de Inwendige Zending; den drang naar waarheid in onzen tijd; terwijl ook een zeer belangrijk onderwerp voor de Uit wendige Zending op het programma ver meld staat en ook mededelingen gedaan zullen woraen over de Olympische Spe len dit jaar en over Tractaatverspreiding. De bedoeling van dit voorloopig bericht is vooral, dat men den datum der Con ferentie zal noteeren, om daarmede zoo veel mogelijk rekening te houden bij het vaststellen van andere conferenties, en dat niet alleen allen, die nauwer met de Inw. Zending verbonden zijn, maar ook anderen die er belang in stellen, tijdig maatregelen kunnen nemen om de confe rentie bij te wonen. Moge het een belangrijke en gezegende Conferentie worden! BIJBELS EN GEZANGBOEKEN VOOR RUSLAND. In de maand December werd een op roep van Dr. Schabert, predikant te Riga, voorzien van een onderschrift van Dr. O. Norel en Dr. B. Wielenga, in verschillen de bladen gepubliceerd,, waarin bijdragen werden gevraagd om het drukken van Bijbels, gezangboeken en den. catechismus voor de Christenen in Rusland mogelijk te maken. Met grooten dank aan de gevers kan worden bericht, dat voor dit doel in Ne derland is, ontvangen een bedrag van doen 9tond en dat was, gelijk Torry ook wel dacht de gevangenneming der boeventroep in het kroegje van Nan- cyTarris. Voor de. acht mannen wer den de bedaardstepolitieagenten op geroepen en dezen begaven zich elk afzonderlijk, om geen argwaan te wekken, in burgerkleeding naar de beruchte herberg. Van uit hun schuil plaatsen in de omliggende huizen, waar zij toegang kregen op vertoon hunner kaarten, konden zij bespie den, wat er gebeurde rondom de „Vroolijke Vriend". Volgens Torry's beschrijving herkende mr. Smith ge makkelijk Sim Scheeloog en nog eenige anderen en de agenten zagen hem morrelen met vreemde sleutels, om de gesloten deur open te krijgen dat gelukte al spoedig en nu voelden de gasten zich blijkbaar geheel te huis. Zij lieten de gordijnen zakken en vreesden stellig vooreerst geen onraad althans er gebeurde niets bijzon ders. De helft der vrienden was aan wezigtegen elf uur kwamen de andere vier en die voerden een geboei den en geblinddoekten man mede. Mr. Smith gaf het teeken tot voor zichtig naderen en ging zelf naar den achterkant der woning. Torry had den goeden inval gehad, het raam der huiskamer van de knip pen te ontdoen, en zoodra de kerels lawaai genoeg maakten, om niet veel van buitenaf te hooren. schoof een der 1404.63, een som die zelfs met eenige honderden guldens het minimum bedrag overtreft, dat de centrale Bond voor Inw. Zending en Chr. Philanthropische Inrich tingen tegenover den Internationalen Bond voor Inwendige Zending op zich nam voor Rusland bijeen te brengen. DE OPGRAVINGEN TE UR. Bij de uitgravingen te Ur in Chaldea zijn in het graf van de voor 5000 jaar ge storven koningin Schoebad schatten van zeer groote waarde gevonden. Het lijk was getooid met goud en kostbare steenen. „VERGETEN" KINDEREN. In Het Onderwijs schrijft een Rotter- damsch schoolhoofd: „Weer deed zich in mijn omgeving een geval van opsluiting van een leerling voor die bij het uitgaan der school vergeten was. Het was Zaterdag, 's Middags komt de werkvrouw en hoort het kind geheel overstuur zenuwachtig huilenin het steenkolenhok. Ze ontsluit, de deur en... het verdere relaas laat ik achterwege, maar het is diep treurig. Hoevele jaren is er. door de theoretici al gepredikt zich aan dergelijke school- straffen niet schuldig te rnaken en toch ....in de practijk "is men van hét ver keerde ervan niet Overtuigd. Delft, Am-, sterdam, Dordrecht en,nu dit geval bewij zen het, dat overtreden nog jaarlijks ik durf wel schrijven wekelijks ge schiedt. Herhaaldelijk, kómt he't voor, dat onderwijzers kinderen in hun klasse la ten zitten en zelf naar huis gaan. Niet al tijd heeft het ernstige gevolgen, omdat vele h. v. s. de goede gewoonte hebben, voor zij naar huis gaan, de lokalen even langs te loopen, maar het kwaad is er niet minder om en daar moet desnoods met behulp van het toezicht een eind aan gemaakt worden door te bepalen; le. dat leerlingen naar huis kunnen gaan, wanneer er geen toezicht is, 2e. dat alle schooldeuren van binnen geopend moeten kunnen worden zondt-r sleutel. ZWEMMEN VERPLICHT LEERVAK. Aan alle scholen te Spandou is, naar Duitsche bladen melden, het zwemmen als verplicht leervak ingevoerd. BINNENLAND. CHRIST. SOCIAAL COMITé (C.S.C.) TIJDENS DE OLYMPISCHE SPELEN Men verzoekt ons publicatie van het volgende: Het Christelijk Sociaal Comité, dat het vorig jaar onder het Eere-Voor- zitterschap van Dr. J. Th. de Visser is opgericht, nadert thans den voor avond van de uitvoering zijn belang rijke taak van bestrijding der zedelij ke gevaren, waaraan jonge vróuwen en mannen gedurende de weken der Olympische Spelen, als in onze hoofd stad duizenden landgenooten en vreemdelingen korter of langer de be volking zullen komen vermeerderen, zullen blootstaan. De voorbereiding is nu in een beslissend stadium geko men en de verschillende plannen be ginnen zich af te teekenen. Daarom is de tijd gekomen om opnieuw, in aan sluiting met vorige persberichten, een kort overzicht van den ondernomen arbeid te geven. Onder algemeene leiding van het dagelijksch bestuur, bestaande uit Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozen burg, Mr. Dr. P. H. W. G. van der Helm en Jhr. M. C. van Lennep, alge meene secretarissen Amsterdam, Stadhouderskade 137, Telef. 26410; A. B. C. Dudok de Wit, penningmeester, Vijgendam 26, postrekening 135563, hebben de verschillende commissies onderdeelen van de taak op zich ge nomen (Evangelisatie-commissie, Ds. A. Klinkenberg J.A.zn., voorzitter; Commissie voor huisvesting en ont spanning, Dr. C. P. Gunning, voorzit ter; Commissie voor bescherming van vrouwen en meisjes, Mr. A. de Graaf, Voorzitter, C. Velthuysen, se cretaris). Een ruime plaats zal hierbij wor den ingenomen door de bescherming van jonge vrouwen. Een tijdelijk te huis zal onderdak verschaffen aan meisjes, die in ongelegenheid zijn ge raakt, of wier opneming door de ze den- en kinderpolitie is verzocht. Ook wordt bijzonder aandacht ge schonken aan den uit de provincie verwachten stroom van vrouwen, die tijdens de spelen in buffetten, koffie huizen enz., zoowel in het stadion al9 in de stad zelve, een daggeld zullen pogen te verdienen, maar' voor wel ker huisvesting niet wordt gezorgd. Wat de huisvesting van jongelieden in het algemeen betreft ligt het be ginsel voor, deze uitsluitend groeps gewijze te verleenen. Daartoe zal wor den gepoogd de leden der buitenland- sche jongeliedenvereenigingen, die het voornemen hebben te kennen ge geven in ons land tijdens de Spelen te verblijven, in wel georganiseerd ver band te doen uitkomen. Op deze wijze kan dezen op de meest daadwerkelij ke wijze bescherming worden ver leend en tevens gelegenheid worden gegeven van gepaste ontspannine te genieten. Daar de aandacht dezer vreemdelingen zich wel niet uitslui tend tot de Spelen zelve zal bepalen en ook de wensch zal bestaan nader iriet het landschaps- en stedenschoon en de cultuur in Nederland kennis te maken, ligt het in het voornemen ook elders in ds hoofdstad en daar buiten rond te leiden. De meer alge meene bestrijding der zedelijke ge varen zal ook tor hand genomen wor den door een inlichtingen- en waar schuwingsdienst. Van evangelisatie met ruime schrift verspreiding zal verder in het alge meen bewarende en opbouwende in vloed uitgaan. Kerkdiensten ook in vreemde talen, zullen worden georga niseerd. terwijl in dit opzicht de van de voormalige Nederlandsche Tent zending aangekochte Tent, die ruim 1400 toehoorders zal kunnen bevat ten, een belangrijk middelpunt van geestelijk leven zal vormen. Het ligt voor de hand, dat voor de goede uitvoering v. een en ander veel geld noodig is. Met aanbeveling van de Financieele Commissie, waarin zit ting hebb ende heeren: Chr. Beels, Am sterdam; Dr. C. W. Th. baron van Boetzelaer, De Bilt; A. B. C. Dudok de Wit, D. P. D. Fabius, Mr. L. M. de Jong Schouwenburg, Mr. A. Maclaine Pont, H. W. van Marie, Jhr. H. L. Quarles van Ufford, allen te Amster dam en J. F. Westerman te Rotter dam, wordt een krachtig beroep ge daan op de offervaardigheid van al len, die voor den omschreven arbeid gevoelen. Bijdragen worden gaarne ingewacht bij den algemeenen penningmeester postrekening C.S.C. 135563, Amsterdam Ook is groote behoefte aan manne lijke en vrouwelijke personen, die zich te Amsterdam nu en tijdens de Spe len belangloos beschikbaar willen stellen voor velerlei arbeid, zij wor den verzocht zich aa:i te melden aan het Secretariaat Stadhouderskade 137, te Amsterdam. DE KLEEDING VAN HET WEESKIND. In het „Tijdsch. v. Armwezen" enz. stelt het bestuur van het Weeshuis de vraag inzake het al of niet afschaffen der uni- formkleeding. „In ons regentencollege is reeds meer malen de vraag geopperd of het niet in het belang van de weeskinderen zou zijn om over te gaan tot afschaffing van de uniforme kleeding. De meeningen hier omtrent zijn bij ons echter verdeeld. Aan de eene zijde wordt gevoeld, dat de uni forme kleeding bezwaren met zich brengt en het „geteekend zijn" van de kinderen, vooral van de ouderen, hun wel eens in den weg staat aan het gelijkopgaan met niet-weezen «in het dagelijksch leven, doch aan de andere zijde wordt zeer sterk ge voeld, dat men een controle op de gedra gingen der kinderen in het openbaar kwijtraakt door afschafiing van de uni forme kleeding. „Het is ons bekend, dai er weeshuizen zijn waar men reeds lang met het sy steem van uniforme kleeding heeft ge broken en het zou voor on9 van zteer groo te waarde zijn te weten, welke ondervin dingen men in die inrichtingen ermede heeft opgedaan en welke de motieven wa ren die tot de verandering in de kleeding deden besluiten." De redactie van het tijdschrift noodigt zijn lezers uit, inzonderheid hen, die als bestuurslid, directeur of in andere func tie practisch met verpleging van kinderen in inrichtingen te doen hebben, uit, hun ervaring op dit punt ea hun oordeel me de te deelen. FEUILLETON. liiijkbaar; hield de vrouw niet van aandoenlijkheid. Zij liet het kind met het handje wuiven, gaf den sleutel der huisdeur aan Joris, beval hem de deur op slot te draaien en reed kalm de straat uit. Alleen gebleven, ging Torry eens op onderzoek uit in de kleine, verla ten woning.... zijn zonderlinge be schermster had hem verlof gegeven, zich toe te eigenen wat hem aan stond en hij was van plan daarvan gebruik. te makenhij vond een stevig knipmes, een fermen kurke- trekkereen dun, sterk touw, dat hij zich onder zijn buisje om het mid del wond, en een leeren zak met alle mogel ijke inbrekerswerktuigen 'n goeie buit dusde politiekaart, welke de boeven hem niet hadden ontnomen, zat veilig in de dubbele zool van een zijner schoenen en in de voering van zijn pet had hij drie bankbiljetten, die mr. Bobby hem ge geven had in voorschot op zijn maand loon. Verder vond Torry niets bij zondershij ging in de gelagkamer itten met een leesboek, volgens Nan cy's aanwijzing en spoedig begreep iiij de reden ervan. Tweemaal zag hij met een schuin oog een gezicht over het horretje naar binnen gluren, waarna er even aan de voordeur werd gemorreld. „De ouwe is eruit", sprak een stem den eersten keer, en later vernam hij: ,,'t is ook nog veel te vroeg,... de afspraak is om half negen". Torry zette voor zich zelf een kop thee en at een' boterham.hij kende het lang en geduldig wachten en maakte zich niet eerder gereed om heen te gaan, dan toen de hangklok een paar minuten vóór achten wees., glimlachend telde hij de langzame slagen, zette zijn pet op, nam den ge vonden zak in de hand en verliet zijn gevangenis. Zonder overhaasting door liep hij de lange straat, nam de eerste de beste tram naar mr. Bobby's wo ning en vernam daar tot zijn doode- lijke ontsteltenis, dat deze al sedert drie dagen werd vermisteen leelijke streep door al zijn plannen. Maar Torry toonde zich een hoopvol leerling van mr. Bobby. Hij stond niet lang stil mj de teleurstelling, maar nam de tram naar Mr. Daniël Mac Dowry, waar hij onmiddellijk werd toegelaten en een kort zakelijk, ver slag deed van de ervaringen der ver- loopen dagen. De groote speurder ontbood ter stond zijn helper, mr. Smith lichtte dezen in over het gehoorde en over legde met hem, >vai er het eerst te agenten het venster op en klauterden drie hiervan den aanvoerder na. Met de grootste omzichtigheid keken zij door de reten der gordijnen, die vóór de deur hingen, welke naar de gelagkamer leidde en mr. Smith be spiedde met veel belangstelling, wat daar binnen voorviel. De dievenbende bekommerde zich oogenblikkelijk niet om haar geblinddoekten gevan gene, die met een prop in den mond op een bank zat. „Nancy heeft ons voor den gek ge houden", begon Sim, zij i9 er van door en die kleine smeris ook.... Je moet een wijf maar vertrouwen". „We hebben, zelf het -eerst ons woord gebroken", morde een ander, „en ze l^eft ons gedreigd;- dat heeft ze". „Nou, 't is zoo heel erg nietdie daar is een vrij wat betere vangst.... en hebben we den buit dan gedeeld, gaan we immers toch uit elkaar.... dus niet langer getalmdOp tafel". Elk legde nu uit zijn zakken een hoeveelheid geld, wat gouden en zil veren voorwerpen, eenige edelsteenen en verdere waardevolle dingen op ta fel en de verdeeling begonallen waren verdiept in het elk toegemeten deelSim was belast met het re gelen der portieshij maakte acht deelen en toen dobbelden zij om de volgorde der keuze. Intusschen waren alle twaalf agen ten in de buiskamer aanwezig en hielden hun geladen revolver in de linkerhandzij kenden hun plicht en vervulden dien stipt en zonder overijling. Juist zou Sim als oud9te aanwezige, de dobbelsteenen neer gooien, toen de glazen deur geopend werd en de agenten vlug binnentra den.... acht hiervan richtten eeu revolver op ieder der mannen, de anderen plaatsten zich aan de deuren cn bleven zwijgend staan. „Handen omhoog", beval mr. Smith, „Wie een enkele beweging maakt, krijgt een schot". Met een afschuwelijke verwen- sching wilde Sim opvliegeneen kogel trof hem in den bovenarm en hij zonk bloedend op zijn stoel terug dat hielpde anderen hieven de handen op, lieten zich boeien, de geladen revolvers zakten, het zaakje was in orde. De gevangene werd bevrijd en tot aller vreugde, die der boeven natuur lijk uitgezonderd, bleek de man nie mand anders te weze dan mr. Bob by in hoogst eigen persoon.kalmp jes reikte hij mr. Smith de hand en knikte de agenten vriendelijk toe. „Wel bedankt mr. Smith.... en jullie ook agenten te allen tijde tot wederdienst bereid". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5