NIEUWE LEIDSCHE COURANT
bods wondere leidingen.
van
WOENSDAG 15 FEBR.1928
TWEEDE BLAD.
Gewijde en Ongewijde
Historie.
MOZES.
En een man van het huis van Levi
ging, en nam, d.w.z. huwde, een doch
ter van Levi, zoo verhaalt Ex. 2 vs. 1.
Die vrouw werd zwanger zoo gaat
het verhaal voort en baarde een
zoon.
Hoe die man en die vrouw heetten,
lezen we hier niet. Dit vinden we pas
later, in het zesde hoofdstuk, in het
geslachtsregister van Mozes en Aaron.
De man heette Amram en de vrouw
Jochébed; zij was zijn tante. (Ex. 6
vs. 19).
't Was niet de eerste maal, dat God
hun huwelijk met kinderen zegende.
Zij hadden reeds een dochter van om
trent 15 jaar: Mirjam en een zoontje
van 3 jaar: Aaron.
De jonggeborene was een opvallend
mooi kind, en daarom viel het de moe
der nóg moeilijker om het wreede be
vel van den farao uit te voeren, en het
in den Nijl te werpen, waar het zou
verdrinken, of door de krokodillen
verslonden worden.
Drie maanden lang verborg de moe
der haar kind.
Dit was een geloofsdaad.
Door het geloof, zoo zegt de schrij
ver van den Brief aan de Hebreën, is
Mozes na zijn geboorte drie maanden
verborgen door zijn ouders, omdat zij
zagen, dat het knaapje schoon was en
zij namen het voorschrift van den ko
ning niet in acht (Hebr. 11 vs. 23).
Om dezen tekst goed te begrijpen,
moeten we in het oog houden, dat het
woord „schoon" hier niet slechts de
beteekenis heeft van lichamelijk
schoon. Het heeft nog een dieperen
zin. We zouden het in onze taal het
best aldus kunnen uitdrukken: zijn
ouders zagen wat in hem.
„Wij lezen niet zoo schrijft Dr. B.
Wielenga in „Mozes en Israël", blz. 13
dat God reeds voor de geboorte van
het „knechtje" de moeder bezocht
heeft met een profetisch woord, gelijk
dit later met Maria, de moeder des
Heeren geschiedde. Maria wist reeds
vóór zij haar Kindeke zag, dat het
„groot" zou zijn, en den troon van Zijn
vader David erven zou.
Het schijnt, dat Jochebed's geloof in
de grootsche toekomst van haar zoon
pas ontwaakte, toen hare oogen het
jongslee zagen. Zij zag, dat hij
schoon was. Natuurlijk is dit niet de
gewone schoonheid van lijn. vorm en
kleur alleen geweest. De uitwendige
schoonheid, het lief en knap ge
zichtje! was de uitdrukking en het
zinnebeeld van geestelijken adel en
geheiligd genie. En dat heeft het ver
want-geniale moederoog gezien!"
Drie maanden lang verborg de moe
der haar kindeke; toen ging het niet
langer. Steeds grooter werd het ge
vaar, dat het ontdekt zou worden, en
door de beulsknechten van den farao
op onmeedoogende wijze in de rivier
verdronken.
Wat nu te doen?
Toen God Nóach sparen wilde voor
den zondvloed om uit hem en zijn ge
zin een nieuwe menschheid in het aan
zijn te roepen, gebood Hij hem de ark
te bouwen, die hem veilig over de wa
tervloeden droeg.
Wellicht heeft deze geschiedenis Jo-
chebed op de gedachte gebracht ook
voor haar kind zulk een arkje te ma
ken. Zij gebruikte daarvoor biezen,
die overal langs den Nijl groeiden.
Ongetwijfeld is hier bedoeld de pa-
pyrusplant, een in oud-Egypte menig
vuldig voorkomende rietsoort, driehoe
kig, zoo dik als een vinger en van
meer dan een manshoogte, die door de
Egyptenaren voor allerlei doeleinden
gebruikt werd, o.m. ook, om er lichte
en snelle booten van te bouwen. Van
dit laatste spreekt b.v. Jesaja 18 vs. 1
en 2:
„Hei, land van vleugelgegons, dat
aan gene zijde van Ethiopia's stroo
men ligt!
dat over den grooten plas (d.w.z. den
Nijl) gezanten zendt, in biezen vaar
tuigen over den waterspiegel''.
Ook Jochebed maakte een scheepje
of arkje van papyrus; daarna bestreek
zij het met asphalt („lijm", zegt de
Statenvertaling) als bindmiddel voor
de papyrusstengels en met pek om het
waterdicht te maken. Vervolgens leg
de zij het kind er in, en plaatste daar
na het biezen kistje in het dichte riet
aan den oever van den Nijl, waar het
niet door den stroom van het water
kon meegevoerd worden. De zuster
van het kind ging op eenigen afstand
staan om te zien, wat er van zou wor
den.
Hoe secuur geschiedt alles! Niets
wordt aan het „toeval" overgelaten.
Het lijkt wel „vroom", om zoo wei
nig mogelijk voorzorgsmaatregelen te
nemen, om zich niet tegen alle even-
tueele gevaren te assureeren, om in
gemakzucht „alles aan God over te
laten".
Doch de ware godsvrucht handelt
anders, gelijk duidelijk uit de geschie
denis van Mozes' ouders, die volgens
den Brief aan de Hebreën „uit geloof"
handelen, blijkt.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Stedum, C. J. Buis
kool te IJsselmonde.
Bedankt: Voor Vlissingen, G. van
Ramshorst, te Brummen.
GEREF KERKEN.
Tweetal: Te Meerkerk, S. Kamper,
te Oldebroek; en L. van Loon, te Scher-
penzeel (Geld.).
Beroepen: Te Hilversum, S. Neer
ken, te Ulrum. Te Pijnacker-Nootdorp, J.
Koolstra, cand. te Amsterdam.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Sneek, K. G. van Sme
den, te Kampen.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Zondagmiddag nam Ds. Th. Kuipers,
wegens vertrek naar Djokja, afscheid van
de Geref. Kerk te Beilen met een predika
tie over Jes. 10 21: „Het overblijfsel zal
wederkeeren, het overblijfsel van Jacob
tot. den sterken God."
Spr. richtte vervolgens het woord tot de
gemeente, den kerkeraad, de catechisan
ten, de Evangelisatiecommissie, de afge
vaardigden van de classis Beilen, tot Ds.
P. A. Tichelaar (Herv. predikant) en tot
het. Dagelijksch Bestuur der gemeente.
Door den scriba-ouderling, den heer
Timmerman, werd Ds. K. namens kerke
raad en gemeente toegesproken en harte
lijk dank gebracht voor alles wat hij voor
Beilen is geweest. Gevoeld werd welk een
innige band moest worden verbroken.
Ds. van Mantgem sprak namens de
classis, terwijl Ds. P. A. Tichelaar, Ned.
Herv. pred. als vriend en college Ds. Kui
pers toesprak.
Door de gemeente werd haar scheiden
den leeraar toegezongen Ps. 121 4.
Zondagavond heeft Ds. A. S. Talma,
predikant bij de Ned. Herv. gem. te Vlis
singen, aan wien. op verzoek wegens ge
zondheidsredenen, eervol emeritaat is
verleend, in de Groote Kerk afscheid ge
nomen van zijn gemeente. Hij had tot
tekst gekozen 2 Thessalonicensen 3 3.
Spr. dankte na de predikatie zijn beide
collega's te Vlissingen, Ds. Voorhoeve en
Ds. de Voogd voor hun vriendschap, voor
al den eerste, met wien hij deze 23 jaar
heeft samengewerkt in broederlijke eens
gezindheid. Vervolgens sprak Ds. Talma
zijn ringbroeders toe, den kerkeraad, kerk
voogden en notabelen en tenslotte zijn ge
meente, die hij dankte voor de trouw en
vrienschap gedurende deze lange jaren
ook namens zijn echtgenoote.
Door de gemeente werd den scheiden
den leeraar toegezongen Ps. 121 4.
Zondagmorgen werd Ds. E. v. Asch,
overgekomen uit Daarle, tot zijn dienst
werk in de Ned. Herv. Kerk te Arnemui-
den ingeleid door zijn broeder Ds. F. v.
Asch te Den Ham. Hij deed dit naar aan
leiding van Matth. 15 3237.
't Namiddags verbond de nieuwe lee
raar zich aan zijn gemeente met een pre
dikatie over 1 Tim. 3 16. De hoofdgedach
te hierbij was, dat de verborgenheid der
Godzaligheid groot is in de prediking van
het Evangelie.
Na afloop van de predikatie richtte spr.
zich in hartelijke bewoordingen tot den
Kerkeraad, tot den bevestiger en tot den
consulent Ds. van Garderen, wien dank
gebracht werd, dat hij de bevestigings
beurt wilde afstaan. Voorts werden toe
spraken gehouden tot de Kerkvoogdij, al
len die kerkelijke diensten verrichten, het
Dag. Bestuur der Gemeente, de aanwezi
ge onderwijzers, en ten slotte tot heel de
gemeente.
Ds. van Garderen riep den nieuwen
predikant een hartelijk welkom toe.
Door de gemeente werd den nieuwen
predikant toegezongen Ps. 134 3.
Na des morgens te zijn bevestigd
door Ds. Israels van Angerlo, deed des
middags Ds. C. D. Israël, overgekomen
van Koudekerk, zijn intrede in de Ned.
Herv. Kerk te Hattem met een predikatie
over Joh. 1 29b.
Ds. J. R. Immink, uit Delden is Zon
dagmorgen als predikant bij de Ned.
Gem. te Heerenveen (Schoterland) beves
tigd door Ds. H. N. IJsbrandy te Gronin
gen, vroeger te Heerenveen.
Des middags deed Ds. Immink zijn in
trede. Beide keeren was het ruime kerk
gebouw geheel gevuld. Ds. IJsbrandy pre
dikte naar aanleiding van 2 Cor. 5 vers
7. Ds. Immink had tot. tekst Lucas U vers
57—62.
JUBILEUM G. J. A. RU YB.
Heden herdenkt de heer G. J. A. Ruys te
Amersfoort, secretaris van de Federatie
van Diaconieën der Ned. Herv. Kerk zijn
25-jarigen diaconalen arbeid, die zich over
heel ons vaderland uitstrekt.
De jubilaris diende voorheen vele jaren
de Ned. Herv. gem. van Utrecht als
diaken.
In het diaconale leven in de Ned. Herv.
Kerk was hij de man die er het organi
satorisch verband bracht.
Eerst als secretaris van de vereeniging
van diakenen, later als secretaris van de
Federatie van Diaconieën ontwikkelde hij
groote activiteit.
De voorbereiding van de Jaarlijksclie
conferenties der Federatie te Lunteren en
van menig voorstel aan de Synode was
zijn werk. Het brengen van het diacona
le werk in vaste banen levert goede re
sultaten op, getuige de totstandkoming
van de stichting „Zonnegloren" te Soest-
duinen, waarvan de jubilaris eveneens se
cretaris is.
CONFERENTIE VOOR INWENDIGE
ZENDING.
Voorloopig kan reeds worden medege
deeld, dat de Conferentie voor Inwendige
Zending is vastgesteld op 17—20 Juli en
dit jaar te Doetinchem zal worden ge
houden.
Zoodra wij zekerheid hebben aangaan
de de sprekers, zullen onderwerpen en
sprekers samen worden medegedeeld. Nu
kunnen wij reeds zeggen, dat het in de
bedoeling ligt te handelen over practisciie
bijbeluitlegging; het gezinsleven; de kin
derwetten en de task, die daarin ligt voor
de Inwendige Zending; den drang naar
waarheid in onzen tijd; terwijl ook een
zeer belangrijk onderwerp voor de Uit
wendige Zending op het programma ver
meld staat en ook mededelingen gedaan
zullen woraen over de Olympische Spe
len dit jaar en over Tractaatverspreiding.
De bedoeling van dit voorloopig bericht
is vooral, dat men den datum der Con
ferentie zal noteeren, om daarmede zoo
veel mogelijk rekening te houden bij het
vaststellen van andere conferenties, en
dat niet alleen allen, die nauwer met de
Inw. Zending verbonden zijn, maar ook
anderen die er belang in stellen, tijdig
maatregelen kunnen nemen om de confe
rentie bij te wonen.
Moge het een belangrijke en gezegende
Conferentie worden!
BIJBELS EN GEZANGBOEKEN VOOR
RUSLAND.
In de maand December werd een op
roep van Dr. Schabert, predikant te Riga,
voorzien van een onderschrift van Dr. O.
Norel en Dr. B. Wielenga, in verschillen
de bladen gepubliceerd,, waarin bijdragen
werden gevraagd om het drukken van
Bijbels, gezangboeken en den. catechismus
voor de Christenen in Rusland mogelijk
te maken.
Met grooten dank aan de gevers kan
worden bericht, dat voor dit doel in Ne
derland is, ontvangen een bedrag van
doen 9tond en dat was, gelijk Torry
ook wel dacht de gevangenneming der
boeventroep in het kroegje van Nan-
cyTarris. Voor de. acht mannen wer
den de bedaardstepolitieagenten op
geroepen en dezen begaven zich elk
afzonderlijk, om geen argwaan te
wekken, in burgerkleeding naar de
beruchte herberg. Van uit hun schuil
plaatsen in de omliggende huizen,
waar zij toegang kregen op vertoon
hunner kaarten, konden zij bespie
den, wat er gebeurde rondom de
„Vroolijke Vriend". Volgens Torry's
beschrijving herkende mr. Smith ge
makkelijk Sim Scheeloog en nog
eenige anderen en de agenten zagen
hem morrelen met vreemde sleutels,
om de gesloten deur open te krijgen
dat gelukte al spoedig en nu voelden
de gasten zich blijkbaar geheel te huis.
Zij lieten de gordijnen zakken en
vreesden stellig vooreerst geen onraad
althans er gebeurde niets bijzon
ders. De helft der vrienden was aan
wezigtegen elf uur kwamen de
andere vier en die voerden een geboei
den en geblinddoekten man mede.
Mr. Smith gaf het teeken tot voor
zichtig naderen en ging zelf naar den
achterkant der woning.
Torry had den goeden inval gehad,
het raam der huiskamer van de knip
pen te ontdoen, en zoodra de kerels
lawaai genoeg maakten, om niet veel
van buitenaf te hooren. schoof een der
1404.63, een som die zelfs met eenige
honderden guldens het minimum bedrag
overtreft, dat de centrale Bond voor Inw.
Zending en Chr. Philanthropische Inrich
tingen tegenover den Internationalen
Bond voor Inwendige Zending op zich
nam voor Rusland bijeen te brengen.
DE OPGRAVINGEN TE UR.
Bij de uitgravingen te Ur in Chaldea
zijn in het graf van de voor 5000 jaar ge
storven koningin Schoebad schatten van
zeer groote waarde gevonden. Het lijk was
getooid met goud en kostbare steenen.
„VERGETEN" KINDEREN.
In Het Onderwijs schrijft een Rotter-
damsch schoolhoofd:
„Weer deed zich in mijn omgeving een
geval van opsluiting van een leerling voor
die bij het uitgaan der school vergeten
was. Het was Zaterdag, 's Middags komt
de werkvrouw en hoort het kind geheel
overstuur zenuwachtig huilenin het
steenkolenhok. Ze ontsluit, de deur en...
het verdere relaas laat ik achterwege,
maar het is diep treurig.
Hoevele jaren is er. door de theoretici
al gepredikt zich aan dergelijke school-
straffen niet schuldig te rnaken en toch
....in de practijk "is men van hét ver
keerde ervan niet Overtuigd. Delft, Am-,
sterdam, Dordrecht en,nu dit geval bewij
zen het, dat overtreden nog jaarlijks
ik durf wel schrijven wekelijks ge
schiedt. Herhaaldelijk, kómt he't voor, dat
onderwijzers kinderen in hun klasse la
ten zitten en zelf naar huis gaan. Niet al
tijd heeft het ernstige gevolgen, omdat
vele h. v. s. de goede gewoonte hebben,
voor zij naar huis gaan, de lokalen even
langs te loopen, maar het kwaad is er
niet minder om en daar moet desnoods
met behulp van het toezicht een eind
aan gemaakt worden door te bepalen; le.
dat leerlingen naar huis kunnen gaan,
wanneer er geen toezicht is, 2e. dat alle
schooldeuren van binnen geopend moeten
kunnen worden zondt-r sleutel.
ZWEMMEN VERPLICHT LEERVAK.
Aan alle scholen te Spandou is, naar
Duitsche bladen melden, het zwemmen
als verplicht leervak ingevoerd.
BINNENLAND.
CHRIST. SOCIAAL COMITé (C.S.C.)
TIJDENS DE OLYMPISCHE SPELEN
Men verzoekt ons publicatie van
het volgende:
Het Christelijk Sociaal Comité, dat
het vorig jaar onder het Eere-Voor-
zitterschap van Dr. J. Th. de Visser is
opgericht, nadert thans den voor
avond van de uitvoering zijn belang
rijke taak van bestrijding der zedelij
ke gevaren, waaraan jonge vróuwen
en mannen gedurende de weken der
Olympische Spelen, als in onze hoofd
stad duizenden landgenooten en
vreemdelingen korter of langer de be
volking zullen komen vermeerderen,
zullen blootstaan. De voorbereiding is
nu in een beslissend stadium geko
men en de verschillende plannen be
ginnen zich af te teekenen. Daarom is
de tijd gekomen om opnieuw, in aan
sluiting met vorige persberichten, een
kort overzicht van den ondernomen
arbeid te geven.
Onder algemeene leiding van het
dagelijksch bestuur, bestaande uit
Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozen
burg, Mr. Dr. P. H. W. G. van der
Helm en Jhr. M. C. van Lennep, alge
meene secretarissen Amsterdam,
Stadhouderskade 137, Telef. 26410; A.
B. C. Dudok de Wit, penningmeester,
Vijgendam 26, postrekening 135563,
hebben de verschillende commissies
onderdeelen van de taak op zich ge
nomen (Evangelisatie-commissie, Ds.
A. Klinkenberg J.A.zn., voorzitter;
Commissie voor huisvesting en ont
spanning, Dr. C. P. Gunning, voorzit
ter; Commissie voor bescherming
van vrouwen en meisjes, Mr. A. de
Graaf, Voorzitter, C. Velthuysen, se
cretaris).
Een ruime plaats zal hierbij wor
den ingenomen door de bescherming
van jonge vrouwen. Een tijdelijk te
huis zal onderdak verschaffen aan
meisjes, die in ongelegenheid zijn ge
raakt, of wier opneming door de ze
den- en kinderpolitie is verzocht.
Ook wordt bijzonder aandacht ge
schonken aan den uit de provincie
verwachten stroom van vrouwen, die
tijdens de spelen in buffetten, koffie
huizen enz., zoowel in het stadion al9
in de stad zelve, een daggeld zullen
pogen te verdienen, maar' voor wel
ker huisvesting niet wordt gezorgd.
Wat de huisvesting van jongelieden
in het algemeen betreft ligt het be
ginsel voor, deze uitsluitend groeps
gewijze te verleenen. Daartoe zal wor
den gepoogd de leden der buitenland-
sche jongeliedenvereenigingen, die
het voornemen hebben te kennen ge
geven in ons land tijdens de Spelen te
verblijven, in wel georganiseerd ver
band te doen uitkomen. Op deze wijze
kan dezen op de meest daadwerkelij
ke wijze bescherming worden ver
leend en tevens gelegenheid worden
gegeven van gepaste ontspannine te
genieten. Daar de aandacht dezer
vreemdelingen zich wel niet uitslui
tend tot de Spelen zelve zal bepalen
en ook de wensch zal bestaan nader
iriet het landschaps- en stedenschoon
en de cultuur in Nederland kennis te
maken, ligt het in het voornemen
ook elders in ds hoofdstad en daar
buiten rond te leiden. De meer alge
meene bestrijding der zedelijke ge
varen zal ook tor hand genomen wor
den door een inlichtingen- en waar
schuwingsdienst.
Van evangelisatie met ruime schrift
verspreiding zal verder in het alge
meen bewarende en opbouwende in
vloed uitgaan. Kerkdiensten ook in
vreemde talen, zullen worden georga
niseerd. terwijl in dit opzicht de van
de voormalige Nederlandsche Tent
zending aangekochte Tent, die ruim
1400 toehoorders zal kunnen bevat
ten, een belangrijk middelpunt van
geestelijk leven zal vormen.
Het ligt voor de hand, dat voor de
goede uitvoering v. een en ander veel
geld noodig is. Met aanbeveling van
de Financieele Commissie, waarin zit
ting hebb ende heeren: Chr. Beels, Am
sterdam; Dr. C. W. Th. baron van
Boetzelaer, De Bilt; A. B. C. Dudok
de Wit, D. P. D. Fabius, Mr. L. M. de
Jong Schouwenburg, Mr. A. Maclaine
Pont, H. W. van Marie, Jhr. H. L.
Quarles van Ufford, allen te Amster
dam en J. F. Westerman te Rotter
dam, wordt een krachtig beroep ge
daan op de offervaardigheid van al
len, die voor den omschreven arbeid
gevoelen.
Bijdragen worden gaarne ingewacht
bij den algemeenen penningmeester
postrekening C.S.C. 135563, Amsterdam
Ook is groote behoefte aan manne
lijke en vrouwelijke personen, die zich
te Amsterdam nu en tijdens de Spe
len belangloos beschikbaar willen
stellen voor velerlei arbeid, zij wor
den verzocht zich aa:i te melden aan
het Secretariaat Stadhouderskade
137, te Amsterdam.
DE KLEEDING VAN HET WEESKIND.
In het „Tijdsch. v. Armwezen" enz. stelt
het bestuur van het Weeshuis de vraag
inzake het al of niet afschaffen der uni-
formkleeding.
„In ons regentencollege is reeds meer
malen de vraag geopperd of het niet in
het belang van de weeskinderen zou zijn
om over te gaan tot afschaffing van de
uniforme kleeding. De meeningen hier
omtrent zijn bij ons echter verdeeld. Aan
de eene zijde wordt gevoeld, dat de uni
forme kleeding bezwaren met zich brengt
en het „geteekend zijn" van de kinderen,
vooral van de ouderen, hun wel eens in
den weg staat aan het gelijkopgaan met
niet-weezen «in het dagelijksch leven, doch
aan de andere zijde wordt zeer sterk ge
voeld, dat men een controle op de gedra
gingen der kinderen in het openbaar
kwijtraakt door afschafiing van de uni
forme kleeding.
„Het is ons bekend, dai er weeshuizen
zijn waar men reeds lang met het sy
steem van uniforme kleeding heeft ge
broken en het zou voor on9 van zteer groo
te waarde zijn te weten, welke ondervin
dingen men in die inrichtingen ermede
heeft opgedaan en welke de motieven wa
ren die tot de verandering in de kleeding
deden besluiten."
De redactie van het tijdschrift noodigt
zijn lezers uit, inzonderheid hen, die als
bestuurslid, directeur of in andere func
tie practisch met verpleging van kinderen
in inrichtingen te doen hebben, uit, hun
ervaring op dit punt ea hun oordeel me
de te deelen.
FEUILLETON.
liiijkbaar; hield de vrouw niet van
aandoenlijkheid. Zij liet het kind met
het handje wuiven, gaf den sleutel
der huisdeur aan Joris, beval hem de
deur op slot te draaien en reed kalm
de straat uit.
Alleen gebleven, ging Torry eens
op onderzoek uit in de kleine, verla
ten woning.... zijn zonderlinge be
schermster had hem verlof gegeven,
zich toe te eigenen wat hem aan
stond en hij was van plan daarvan
gebruik. te makenhij vond een
stevig knipmes, een fermen kurke-
trekkereen dun, sterk touw, dat
hij zich onder zijn buisje om het mid
del wond, en een leeren zak met alle
mogel ijke inbrekerswerktuigen
'n goeie buit dusde politiekaart,
welke de boeven hem niet hadden
ontnomen, zat veilig in de dubbele
zool van een zijner schoenen en in de
voering van zijn pet had hij drie
bankbiljetten, die mr. Bobby hem ge
geven had in voorschot op zijn maand
loon. Verder vond Torry niets bij
zondershij ging in de gelagkamer
itten met een leesboek, volgens Nan
cy's aanwijzing en spoedig begreep
iiij de reden ervan. Tweemaal zag hij
met een schuin oog een gezicht over
het horretje naar binnen gluren,
waarna er even aan de voordeur
werd gemorreld. „De ouwe is eruit",
sprak een stem den eersten keer, en
later vernam hij: ,,'t is ook nog veel
te vroeg,... de afspraak is om half
negen".
Torry zette voor zich zelf een kop
thee en at een' boterham.hij kende
het lang en geduldig wachten en
maakte zich niet eerder gereed om
heen te gaan, dan toen de hangklok
een paar minuten vóór achten wees.,
glimlachend telde hij de langzame
slagen, zette zijn pet op, nam den ge
vonden zak in de hand en verliet zijn
gevangenis. Zonder overhaasting door
liep hij de lange straat, nam de eerste
de beste tram naar mr. Bobby's wo
ning en vernam daar tot zijn doode-
lijke ontsteltenis, dat deze al sedert
drie dagen werd vermisteen
leelijke streep door al zijn plannen.
Maar Torry toonde zich een hoopvol
leerling van mr. Bobby. Hij stond niet
lang stil mj de teleurstelling, maar
nam de tram naar Mr. Daniël Mac
Dowry, waar hij onmiddellijk werd
toegelaten en een kort zakelijk, ver
slag deed van de ervaringen der ver-
loopen dagen.
De groote speurder ontbood ter
stond zijn helper, mr. Smith lichtte
dezen in over het gehoorde en over
legde met hem, >vai er het eerst te
agenten het venster op en klauterden
drie hiervan den aanvoerder na. Met
de grootste omzichtigheid keken zij
door de reten der gordijnen, die vóór
de deur hingen, welke naar de
gelagkamer leidde en mr. Smith be
spiedde met veel belangstelling, wat
daar binnen voorviel. De dievenbende
bekommerde zich oogenblikkelijk
niet om haar geblinddoekten gevan
gene, die met een prop in den mond
op een bank zat.
„Nancy heeft ons voor den gek ge
houden", begon Sim, zij i9 er van door
en die kleine smeris ook.... Je moet
een wijf maar vertrouwen".
„We hebben, zelf het -eerst ons woord
gebroken", morde een ander, „en ze
l^eft ons gedreigd;- dat heeft ze".
„Nou, 't is zoo heel erg nietdie
daar is een vrij wat betere vangst....
en hebben we den buit dan gedeeld,
gaan we immers toch uit elkaar....
dus niet langer getalmdOp tafel".
Elk legde nu uit zijn zakken een
hoeveelheid geld, wat gouden en zil
veren voorwerpen, eenige edelsteenen
en verdere waardevolle dingen op ta
fel en de verdeeling begonallen
waren verdiept in het elk toegemeten
deelSim was belast met het re
gelen der portieshij maakte acht
deelen en toen dobbelden zij om de
volgorde der keuze.
Intusschen waren alle twaalf agen
ten in de buiskamer aanwezig en
hielden hun geladen revolver in de
linkerhandzij kenden hun plicht
en vervulden dien stipt en zonder
overijling. Juist zou Sim als oud9te
aanwezige, de dobbelsteenen neer
gooien, toen de glazen deur geopend
werd en de agenten vlug binnentra
den.... acht hiervan richtten eeu
revolver op ieder der mannen, de
anderen plaatsten zich aan de deuren
cn bleven zwijgend staan.
„Handen omhoog", beval mr.
Smith, „Wie een enkele beweging
maakt, krijgt een schot".
Met een afschuwelijke verwen-
sching wilde Sim opvliegeneen
kogel trof hem in den bovenarm en
hij zonk bloedend op zijn stoel terug
dat hielpde anderen hieven
de handen op, lieten zich boeien, de
geladen revolvers zakten, het zaakje
was in orde.
De gevangene werd bevrijd en tot
aller vreugde, die der boeven natuur
lijk uitgezonderd, bleek de man nie
mand anders te weze dan mr. Bob
by in hoogst eigen persoon.kalmp
jes reikte hij mr. Smith de hand en
knikte de agenten vriendelijk toe.
„Wel bedankt mr. Smith.... en
jullie ook agenten te allen tijde tot
wederdienst bereid".
(Wordt vervolgd).