CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Belangrijkste nieuws in dii Nummer. NUMMER 235 8 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Adyertentiin per regel 22l/a cent Ingezonden Mededeelingen dobbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Oil nummer bestaal uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. De Lijkverbranding. Naast de vele onverkwikkelijke ge volgen die het intermezzo-kabinet ons lieeft gebracht, krijgen wij wel licht binnenkort nog een nieuw ge volg. B. en W. \an Amsterdam hebben ii.l. bij den Gemeenteraad een voor stel ingediend om vanwege die ge meente over te gaan tot stichting van een lijkverbrandingsoven. Nu de re geering ook deze kwestie laat liggen, ine enen B. en W. van Amsterdam, dat een beslissing moet geforceerd worden. Nieuw is deze aangelegenheid niet. In vele steden kwam het Vraagstuk leeds ter sprake. In Groningen werd bij de inrichting van een nieuwe be graafplaats een stuk grond voor een crematorium gereserveerd. In 1918 besloot de gemeente Rotter dam een stuk grond in erfpacht te geven tot stichting van een cremato rium. Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland keurden het goed maar de Regeering vernietigde het besluit omdat, „in afwachting van hetgeen clc rijkswetgever te dezer zake zal be sluiten, op die beslissing door een raad van een overheidscollege wordt vooruitgeloopen". Sinds heeft de overheid nog niets besloten. Het College van Dagelijksch Be stuur in Amsterdam wil nu van den ongezonder parlementairen toestand gebruik maken om een beslissing te forceeren. Het gevolg van een gunstige beslis sing of het lijdelijk toezien der Regee ring, zal dan zijn, dat Groningen, Rotterdam en wie weet welke andere plaatsen, het voorbeeld zullen volgen. Om deze reden wordt de Amster- damsche beslissing straks van natio nale beteekenis. Hierom, en omdat ook in Leiden de Lijkverbranding voorstanders heeft, willen wij deze aangelegenheid na der bezien. Met de kwestie der lijkverbanding gaat het in ons land wel heel vreemd. Het staat boven allen twijfel vast, dat de wet, de begrafeniswet, gebiedt de lijken te begraven. De wet neemt zoo kras mogelijk positie in tegen de lijkverbranding. Zij is in ons land verboden. Nu zijn er in ons land, die de lijk verbranding verdedigen als een zeer groot goed, waartoe de vrijheid moet worden bevochten. Men zou dus mo gen verwachten, dat alle' krachten waren ingespannen, om een wijziging van de begrafeniswet te verkrijgen. Dat men voor die beee de vrijheid een strijd zou hebben gestreden, zoo als ook voor het verkrijgen van ande re vrijheden gestreden is. Maar zoo ging het niet. Men ging op een goeden dag eenvoudig zijn gang, de crematieoven in Westerveld werd gebouwd en een lijk werd ver brand. Volgde een strafproces, dat ten slotte door den Hoogen Raad tot een eindbeslissing werd gebracht. Er kwam een wonderlijke uitspraak. De wet gebood het begraven van de lij ken, maar zij gaf niet aan wie voor het volvoeren van deze daad verant woordelijk was. Stellig had de wet gever in 1869 het Z09 natuurlijk ge vonden, dat de naastbestaanden van den overledene daartoe geroepen wa ren, dat hij den verantwoordelijken persoon niet aanwees. Prof. Fabius meent, dat hier geen twijfel behoeft te bestaan of de wet wel aangeeft wie ten slotte de man is, die voor het nakomen van de wet heeft zorg te dragen. De burgemees ter is die man. De fout is dan ook z.i., dat men een strafproces is begonnen. De bur gemeester van Velsen had, toen hij van de lijkverbranding hoorde, deze moeten verbieden en als er dan nie mand was, die voor de begrafenis had willen zorgen, dan had hij als Over heid op te treden en zorg te draeen, voor de navolging van de wet. De burgemeester zou. dus zeide prof. Fabius, toch ook wel opgetreden zijn, als de familieleden van een overlede ne op de gedachte waren gekomen het lijk ercens in de duinen te ver branden. Waarom deed hij het niet nu deze onwettige daad geschiedde in een liikverbrandingsoven? Hoe dit echter ook zij, men deed den bedrijvers van de onwettige daad een proces aan. Zij lokten dit proces zelve uit, om eens te zien. hoe ver zii het konden brengen. En zie de Hooge Raad besliste: de wet was geschon den. maar de persoon, die gestraft be hoorde te worden, kon niet worden aangewezen. Men kreeg dus dezen tcestand, dat de daad der lijkverbran ding wel onwettig is, maar niet straf baar. Zoo vond de lijkverbanding in ons land ingang. Het kabinet-Ruys heeft aan dezen geheel ongeoorloofden toestand een eind willen maken. Het gaf een wets ontwerp, waarin de toestand, zooals die geworden was, onaangetast bleef. Men zou tot de lijkverbanding in Wes terveld ook voortaan mogen over gaan. Noodig zoude zijn. dat degene, die begeerde dat zijn Jijk zou worden verbrand, dit zelve verklaarde op een oogenblik, waarop kon worden aange nomen, wat hij volkomen wist wat hij deed. De familie zou hier niet beslis sen, maar de persoon zelf, tijdens zijn leven. Het bouwen van nieuwe lijkver brandingsovens zou worden gekeerd. Men wilde dus zorg dragen, dat het kwaad niet verder ging. Tegen dit standpunt is bezwaar in gebracht. Zij, die van oordeel zijn, dat de lijkverbranding berust op hei- densche zede, en dat zij tegen de chris telijke zede ingaat, willen, dat de lijk verbanding algeheel wordt verboden. De zaak is niet eenvoudig. Maar men moest het toch toejuichen, dat de regeering een eind wilde maken aan het feit, dat de wet straffeloos werd overtreden. Zoo langzamerhand ging het besef, dat er hier sprake is van een onwettige daad, verzwakken, Men zag zelfs dat de regeering zich liet vertegenwoordigen bij de verbran ding van een lijk. Dat kon toch in geen geval worden goedgekeurd. Het ontwerp kwam niet in open bare behandeling. Maar w^j mochten de hoop koeste een, dat, toen het kabinet-Colijn op trad. de oplossing van deze kwestie ter hand genomen zou worden. Dit kabinet viel echter en toen kwam het intermezzo-ministerie. Het ver klaarde dezen weg te willen volgen, dat de politieke vraagstukken, die verband hóuden met de partijgroe- peering, zooals die tot dusver in ons land bestond, zouden blijven rusten. De lijkverbranding is een van de vraagstukken, die in den beginsel strijd der partijen een belangrijke plaats innemen. Minister De Geer wilde deze kwestie dus niet aanvat ten. De zaak behoort bij de Staten-Gene- raal. Maar de regeering en de volks vertegenwoordiging zijn, tengevolge van den nieuwen politieken toestand niet in staat haar te behandelen. Hier komt wel de ongezonde poli tieke toestand aan het licht. De Staten Generaal is in meerder heid tegen de lijkverbranding. Een wettelijke regeling, hetzij dan op het voetspoor van het kabinet-Ruys, het zij een absoluut verbod zou dus te verwachten zijn. Maar een initiatief nemend Minister ontbreekt. Ja het staat zelfs te vreezen, dat het kabinet straks tegenover een Kamer-ontwerp even afwijzend zal staan als destijds tegenover de voorstellen Bijleveld in zake de vaccinatie. Opvallend is intusschen de motivee- rirg van Amsterdam, dat de Regee ring daarom ook een besluit tot stichting van een crematorium niet vernietigen zal. Natuurlijk gaat de redeneering van het gemeentebestuur niet op. Als het kabinet zegt: ik kan deze beginselkwestie niet aanraken, dan zou het toch wat fraais wezen, als een gemeentebestuur dan zeggen zou: darj ga ik dus maar mijn gang. Als de regeering een besluit van den Amsterdamsehen raad tot het bouwen van een lijkverbrandingsoven zou goedkeuren, dan zou zij dus moeten zeggen: ga uw gang. Amsterdamsch bestuur en overtreedt rustig de wet. Gij behoeft voor de wet geen eerbied te hebben, omdat de Hooge raad een leemte daarin heeft ontdekt, en ge zegd heeft: er is. wel een wetsovertre ding, maar er is geen, die wij daar voor kunnen straffen. Een gemeente bestuur zou dus door zijn voorbeeld tot de burgerij zeggen: gij hebt het moreele recht wet en verordening voor niets te achten, als gij kans ziet liet straffeloos te doen. En de regeering zou antwoorden: dat is een besluit, dat ik niet mag vernietigen. Zoo kan het naar ons voorkomt toch niet gaan. Tegen het Amsterdamse he voorstel is inmiddels ook reeds verzet opgeko men. De centrale .Antirevolutionaire Kiesvereeniging heeft aan den Raad verzocht het voorstel niet te aanvaar den. De Memorie van toelichting hij dat verzoek heeft ongeveer den volgenden inhoud Het bestuur overweegt in de eerste plaats, dat het bij het vraagstuk van ae verbranding der lijken niet gaat om persoonlijke opvattingen van enkele of vele burgers, maar om beginselen, die verweven liggen in het Christelijk ka rakter van het volk; dat liet verbran den van lijken in strijd is met de Chris telijke zede en evenzeer met datgene, wat historisch als de Christelijke le venshouding zich openbaarde, kan moeilijk worclen ontkend; en slechts waar de Christelijke grondslagen der samenleving worden gehandhaafd, zal een bevolking van een land of een ge meente geregeerd worden tot haar eigen welzijn. In de tweede plaats merkt adressant op, dat slechts een gewrongen juridi sche constructie in het voorstel van B. en W. een schijn van recht kan ge ven voor het verbranden van lijken. Ook moet het wel een voorbeeld van slechte volksopvoeding door de over heid geacht worden. wanneer deze laatste van een soort toevalligheid ge bruik maakt, om stage overtreding van de wet mogelijk te maken. Dit dan nog afgedacht van- het feit, dat het ontwerp, dat deze materie alge meen bedoelt te regelen, allerminst is ingetrokken. Maar ook nog van andere zijde kwam verzet. Had Prof. Mr. J. B. Co- hen verdedigd, dat rechtens tegen lijk verbranding geen bezwaar bestaat, Mr A. J. Fokker, Advocaat en Procureur te Amsterdam komt in de Tel. daar tegen op. „De bedoeling van den wetgever van 1869 zegt hij was zonder eenigen twijfel hegraven en het gebod in artikel 1 der wet luidt niet anders. De overheid mag er zeker niet toe medewerken en dat nog wel actief, dat tegen geest en bedoeling der wet wor de gehandeld, ook al achtte de Hooge Raad dit niet strafbaar. En het is vol komen onjuist te beweren, dat wij thans zouden mogen spreken van een recht tot lijkverbranding, verkregen door gebruik of gewoonte. Gewoonte geeft geen recht, dan al leen wanneer de wet daar naar ver wijst. Deze bepaling is te vinden in ar tikel 4 van de wet, houdende algemee- ne bepalingen van wetgeving voor het Koninkrijk, en,is menigen voorstander van lijkverbranding waarschijnlijk on bekend en al bestond op dat stuk zoo danige naar gewoonte verwijzende wetsbepaling, dan zou hier zeer zeker nog van een in gewoonte wortelend recht, geen sprake kunnen zijn, waar verbranden, al komt het tamelijk re gelmatig voor, zeker geen regel of ge woonte is, maar veeleer een zeer groo- te uitzondering, op den regel, dat lij ken ter aarde worden besteld. Zeer terecht betoogt hij. dat een niet vernietigd raadsbesluit tot exploitatie van 'n crematorium een wetsovertre ding door een orgaan van de overheid zou zijn. Zoo opgevat en wij zijn het daar mede volkomen eens, moet na aan neming van het voorstel door den Am- sterdamschen raad en daar bestaat groote kans op een daad van de Regeering volgen. Doet zij dat niet, dan kan naar onze meening een ini tiatief-voorstel van de Tweede Kamer niet gemist worden. STADSNIEUWS. jan smeterlin. Opvallend is de rust, waarmee deze oul op zijn lage u t zit te spe len; soms langen tijd bijna onbeweeg- - het li 1-0 armen. De fijngevormde virtuozenhanden met de ondenkbaar beweeglijke vingers doen al het werk. Van den beginne af geeft hij daardoor den indruk, dat hij er van zii zaak is. Zijn techniek is superieur. Een minutieu ze zorg besteed hij aan de helderheid, de afronding der klankproductie. En welk een rijkdom van schakeering weet hij te bereiken, welk een klaar heid en doorzichtigheid als in varia- tiespel de verbrokkelde melodie toch duidelijk haar ^oorspronkelijke lijn afteekent. Hij is een meester in fluweelig toucher, parelende toonvorming. Zijn pedaalgebruik is onverbeterlijk. Zijn rust en zijn beheersching stel len hem in staat zijn geperfectioneer de techniek als louter muzikaal mid del te gebruiken. Alles komt van binnen uit. Zijn spel is doorleefd en gracieus, licht en élé gant. Het is innerlijk en doorleefd; het boeit onafgebroken, maar mist door zijn beheersching de heel hevige opbruisingen van het hartstochtelijke. Toch is het weldadig en warm. Het is Fransch geaccentueerd en bijwijlen zeer spiritueel. Wij kui non ons voor stellen, dat sommigen hem, vooral in de Sonate Bes clur van Schubert, niet ten volle zouden kunnen waardeeren. De Srhubertsche weelde werd bijna ie klaar geëxposeerd, .en gevolg van zijn uiterlijke beheersching, zijn zucht naar volkomenheid van klank. Toch lijkt ons zijn opvatting van Schuberts romantiek aannemelijk. Want uit deze Sonate deed hij spre ken den Koning van het Lied. Prach tig die cello-achtige melodie in het Moderato, zich oplossend in fioritu- ren, maar niet uitbundig, eerder een verfijnde rococo-Weelde. Hoe mooi droefgeestig het Andante, technisch af tot in de -uiterste perfec tie, maar niet minder innerlijk bezon ken en doorleefd, een wisseling van stillen jubel, mijmering en droom. Meer modern zijn de Etudes van Szymanowsky. een der meest moder ne en meest begaafde jongere Pool- sche pianisten. Deze zes stukjes ga ven den pianist gelegenheid niet het minst No. 3 en 5! om zijn enor me techniek even te demonstreeren. Geheel op het terrein der uit het in nerlijk ontblooide muziek kwamen we weer bij een reeks Chopin-voordrach- ten. Smeterlin is Chopin-speler bij uit nemendheid. We gelooven niet, dat zijn Chopin-interpretatie is te over treffen. 't Is of de toongeving van den vleugel nog nobeler, verfijnder, pare lender van klank wordt, wanneer hij het Andante Spianalo begint. Men weet dat dit werk met de bijbehoo- rende Grande Polonaise Brillante ge schreven is met orkest-begeleiding. Het wordt evenwel nooit met orkest uitgevoerd, daar het op zich zelf ge heel af is en de orkestrale begelei ding best kan missen. Zeldzaam klaar en zonnig werd het Andante ge speeld; hoe innig voornaam de melo dievorming en het wegluwen van de melodische frases. Welk een rijkdom van belichting, welk een spiritueele verfijning. In het Andante gaf Smeterlin ons al dadelijk een schoonheidsvisie van hoogere orde. De Grande Polonaise staat daar tegenover als een schitterend bravour- stuk, dat naar den eisch, brillant werd gespeeld. Alles wat we verder hoorden van Chopin, de Ballade f-mol, Nocturne in G-dur, twee Mazurka's in C-dur, d© Etudes in F-dur op. 25 en A-mol op. 10 en ten slotte de Ballade in As-dur werd even voortreffelijk en doorleefd muzikaal gespeeld. In deze werken was de dichter aan het woord, die niet alleen maar de noten speelt in hun zuiverheid en schoonheid van klank, maar die uit het notenbeeld de levende ziel van 't toongedicht oproept. Smeterlin is een aristocratisch en fijn-besnaard lyri cus, die de abonné's van de Holland- sche Concert-directie Dr. De Koos een avond van groot genot heeft bereid. Na de herhaalde en warme hulde betuigingen van de helaas niet geheel volle zaal gaf Smeterlin als toegift nog een Wals van Chopin. Steinway-vleugel uit Bender's Ma gazijn. het residentie orkeot. Van verschillende kanten zijn reeds meermalen pogingen gedaan, om van het Residentie-Orkest alhier meer con certen te kunnen hooren. Het Bestuur van het Residentie-or kest heeft daarin aanleiding gevonden om bij voldoende inteekening inplaats van drie concerten in het komende seizoen 19281929 vijf concerten te geven tegen den prijs van vijf gulden, belasting inbegrepen. De belangstelling voor de concerten, van het Residentie-orkest hier ter ste de is groot en zeker zullen de bewon deraars van 't Residentie-orkest niets onbeproefd laten door flinke inteeke ning deze vijf concerten te helpen ver zekeren. Vanaf heden is de inteekening open gesteld bij de firma- Eggers, Boter markt. ned. herv. gemeente. In de gisteravond gehouden verga dering van het kiescollege der Ned. Ilerv. Gemeente had de verkiezing ploats van een predikant in de vaca ture Ds. Goedhard. Uitgebracht werden 127 stemmen, waarvan op Ds. Kuilman van Borne 79, op Ds. Adriani van Baarn 9, op Ds Petri van Dordrecht 35 en 4 blanco. Beroepen is derhalve Ds. D. Kuilman van Borne. ds. g. h. beekenkamp. Ds. Beekenkamp, die nog steeds on gesteld is, schrijft in het „Leidsch Predikbeurtenblad": „Wij mogen blijde zijn, dat het tot dit oogenblik beschouwd naar den toestand zoo goed gaat. Al duurt het wat lang, ditmaal. In Leiden heb ik nog nooit mijn werk behoeven te sta gen in al de 7 jaren, die achter mij liggen. Hebben wij dan reden tot kla gen 01' tot danken? Ook te dien opzieh Binnenland. De rede van Prof. Einstein ter huldi ging van de nagedachtenis van Prof. Lo- rentz. Buitenland, President Hindenburg doet een beroep op de regeeringspartijen om een kabi netscrisis te voorkomen. De onderhandelingen inzake het conflict in de Duitsche metaalindustrie zijn op nieuw uitgesteld. Mohwinckel aanvaardde de opdracht tot kabinetsformatie in Noorwegen. Liberale overwinning bij een tnsschen- tijdsche verkiezing in Engeland. te geldt het: „God is goed, hoe de wind ook draait". Wij willen integendeel stille zijn en hopen op de goedertierenheden Gods. Een mijner kenissen herinnerde mij aan Hiskia, en ik las nog eens Jes. 38, wat ik al mijn wijkvrienden bij deze van harte aanbeveel. Daar ligt troost in voor zieken en gezonden". classis leiden. Gister gaven we een overzicht van hetgeen dé laatste vergadering der classis Leiden besloot. Daaronder kwam ook een bericht voor, met be trokking tot hetgeen door ons aan geduid werd als de bekende kwestie te O De Voorzitter van den kerkeraad al daar verzoekt ons mede te deelen, dat dit bericht aanleiding kan geven tot zeer onjuiste onderstellingen en dus af te wijzen is. In tegenstelling met den auteur van dit door ons geplaats te bericht, meent hij niets anders te mogen doen, dan te verwijzen naar het oi'fieieele verslag der classis zelf, dat eorst voor de kerkelijke pers is be stemd. de laatste winterlezing. Donderdag 16 Febr. a.s. zal in do Oosterkerk Ds. R. E. van Arkel van Utrecht op uitnoodiging van het Co mité voor Chr. Winterlezingen een lozing houden over „Bileam". Dit zal de laatste winterlezing voor dit seizoen zijn. Het schijnt met de be langstelling voor deze drie lezingen crescendo te gaan; wij verwachten dan ook, dat er dezen keer geen plaatsje onbezet zal blijven. ledenvergadeding chr. h.b.s. Wij vestigen nog eens de aandacht op de algemeene ledenvergadering van de Vereen, voor Chr. M. O. in het gebouw der Chr. H. B. S. aan de Ka- gerstraat op Donderdag 16 Februari, des avonds te 8 uur. Men zie de advertentie in ons blad van gisteren. ontspanningsavond voor werkloozen. De Christelijke Besturenbond zal op 21 Februari a.s. weer een ontspan ningsavond voor de werkloozen der aangesloten organisaties houden, die gevuld zal zijn met voordrachten van den declamator, den heer Siebesma, van Voorburg, xylophoonmuziek en tubaphoonmuziek van den heer Stou te, terwijl ook het strijkje van den heer Plu zijn medewerking weer zal verleenen. melkprijsverlaging. Hedenmorgen werd door de R. K. Melkveehouders in Den Burcht een vergadering gehouden, waar aan de orde was het verzoek om den melk prijs met een- cent per liter te verla gen. Men besloot om af te wachten de beslissing van den Zuid Hollandschen Bond van Melkveehouders, die Dins dag a.s. te Rotterdam ook voor deze kwestie vergadert. DE HULDIGING DER NAGEDACHTENIS VAN PROF. Dr. H. A. LORENTZ, Zooals reeds in het kort gemeld, heeft gistermiddag in het groot-auditorium der Universiteit onder groote belangstelling Prof. Einstein uit Berlijn een rede gehou den ter nagedachtenis van Prof, Dr. H. A. Lorentz. Prof. Einstein ving aan met er op te wijzen, dat ieder hier onder den indruk zal zijn van het groote verlies, dat de wetenschap en de maatschappij hebben geleden door het heengaan van den groo- ten Lorentz. Lang heeft spreker geaarzeld alvorens hij kon besluiten op deze bijeenkomst het woord te voeren, omdat er nauwelijks woorden kunnen worden gevonden om de groote verdiensten van Lorentz voor de wetenschap in het juiste licht te stellen. Maar hij beschouwde het tenslotte als zijn plicht hier de wetenschappelijke be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1