CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Hummer. 8"« JAARGANG WOENSDAG 8 FEBRUARI 1928 NUMMER 2355 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. f 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen dubbel taxiel Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Y De vindplaats voorbij. De Amsterdamsche Studentenveree- niging voor Sociale Lezingen en Soci ale Studie heeft in samenwerking met het „Nederlandsch Comité tot onder zoek van de oorzaken van den We reldoorlog'' in het gebouw van de In- dustriëele Club te Amsterdam een ver gadering belegd, waarin de Voorzitter van het genoemde Nederl. Comité, Dr. N. Japikse en Generaal Snijders het woord hebben gevoerd. Dr. Japikse zette het doel van het Comité uiteen, n.l. een onderzoek naai de oorzaken van den wereldoorlog en de resultaten daarvan in ge-* schrift neer te leggen. Het doel is vol strekt nietzoo sprak hij om de schuld vast te stellen, wat volgens spr. een onhistorisch begrip is. Slechts zuiver wetenschappelijk moet worden te werk gegaan. Het onderzoek moet dus zoo objectief mogelijk plaats heb ben. Spr. vroeg aandacht voor het pro gramma van het comité, n.l. om een serie van werken te doen verschijnen waarin aandacht wórdt gevraagd voor de internationale politieke verhoudin gen. de internationale politiek der ver schillende landen, de militaire en eco nomische zijde van het vraagstuk. Reeds een drietal hebben het licht ge zien. Hieruit zou men de conclusie mo gen trekken, dat ook de diepstliggen- de oorzaak van den oorlog het „hate lijk zijnde en elkander hatende" een breede plaats in de studie zou inne men. Wie echter het verslag van Generaal Snijders daar naast legt, gevoelt zich teleurgesteld. Deze spreker begon met uit te spre ken, dat hij niet verwacht, dat de oor log uit het bestaan der menschheid zal verdwijnen. „De algemeene oorzaken van den oorlog zijn zegt hij terug te brengen tot de natuur van den mensch en zijn bestaansstrijd. De strijd om het bestaan beheersch- te den mensch in den oertijd, maar was ook een bron tot botsing na het ontstaan der stammen en der staten. Vooral, waar mén tegenover elkaar kwam te staan met levenseischen van soms onoplosbare tegenstrijdigheden, terwijl de levensvoorwaarden eener- zijds slechts konden worden bevredigd ten koste van de andere zijde, ver mocht niet altijd de stem der rede de menschelijke hartstochten te ketenen en grepen de volken naar de wapens ter handhaving van hun werkelijke of vermeende rechten". Dat de algemeene oorzaken van den oorlog zijn terug te brengen „tot de natuur van den mensch en zijn be staansstrijd" is een station aan de rampspoedige lijn, dat reeds een heel eind van het beginpunt afligt. Toen de door de zonde verdorven Kaïn zijn broeder Abel doodsloeg, was dat een uiting van zijn verdorven natuur, maar volstrekt niet een gevolg van den bestaansstrijd. Integendeel „land- houwer" en „veehoeder" konden el kaar juist aanvullen en de helpende hand bieden. Het eerste station, of de eerste vind plaats van den oorlog, is dan ook de verdorven hartstocht, die tot jalouzie en afgunst prikkelt. De rest is slechts gevolg. STADSNIEUWS. CHR. ORATORIUM-VEREENIGING „CON AMORE". „Samson", van G. F. Handel. Het oratorium „Samson", dat boven genoemde vereeniging op Vrijdag 17 Februari in de Stadsgehoorzaal hoopt uit te voeren, neemt onder de 26 ora toria, die Handel schreef, een vooraan staande plaats in. Handel zelf had voor dit werk de grootste voorliefde. De blinde held, wiens laatste levens dagen hij hier in tonen schildert, bracht hem het beeld van zijn eigen moeder voor den geest, terwijl 10 jaar na de eerste uitvoering van den „Sam son" Handel zelf blind werd. Toch bleef hij, bij de uitvoering van zijn oratoria, tot kort voor zijn dood, de orgelpartij vervullen, De Engelsche schrijver, Dr. Birney, vermeldt, dat Handel in die latere ja ren de eerste aria van Simson: „Nacht ist 's umher" (Het is nacht om mij heen) nooit kon aanhooren, zonder tot tranen toe bewogen worden. De tekst, door den dichter Hamilton bewerkt, naar een gedicht van Milton „Samson Agonistes" verhaalt van Sim son's lijden in zijn blindheid en van zijn ontróerenden dood; in 't kort van zijn laatste levensdagen, zooals Milton gebruik makend van de gégevens dei- Heilige Schrift, die zich dacht. Hij plaatst ons dadelijk midden in de handeling: De Filistijnen vieren feest, nu hun gevreesde vijand door vrouwenlist en verraad in hun han den viel. Voor den blinden Simson heeft hun uitbundige feestvreugde al leen dit voordeel, dat zij hem eenigen tijd van rust gunt. Zijn vader en zijn vrienden kunnen tot hem naderen en, hoewel ontzet over het lot, dat h.un held trof, woorden van troost tot hem spreken. Straks evenwel ontvangt zijn lijden een nieuwen prikkel, als Delila, zijn Filistijnsche vrouw met haar gevolg van jonkvrouwen verschijnt en Sim son opnieuw aan zich tracht te binden Nauwelijks heeft deze haar afgewe zen, of de Filistijnsche reus Harapha treedt op hem toe, om met pralende woorden den geketenden vijand te lioonen; Micha, Simson's vriend, maakt aan den woordenstrijd met Harapha een einde, door den laatsten even als Elia later den Baiilspriesters deed, toe te voegen: „Roep Dagon, uw god aan, zijn eer staat op het spel. Vernie tigt hij de kracht van Simson, onzen held, dan zien wij, wie God is: Dagon, het maaksel van menschenhand, of Hij, dien Abrahams zaad aanbidt". Israëlieten en Filistijnen roepen nu als om strijd tot hun God, opdat wel dra blijken moge, wie het al regeert: Jehova of Dagon. Het derde deel van 't gedicht brengt de ontknooping. Simson wordt door de vorsten geroepen om zijn zeldzame lichaamskracht den Filistijnen te too- nen op het feest, dat zij ter eere van Dagon vieren. Eerst weigerend, gaat hij tenslotte toch, in de hoop, dat hij den vijanden van Israël zal mogen leeren, Jehova's macht te erkennen. Delila is ook op het feest aanwezig en gaat in uitgelaten jubel ter eere van Dagon den Filistijnen voor. Die jubel gaat echter over in een angstgeschrei, als Simson de pilaren van den tempel grijpt en de feestvie renden onder het puin verplettert. En wel beweenen de Israëlieten na dit aangrijpend gebeuren, in gevoel volle woorden hun gevallen held, maar om te eindigen in blijde lofprijzing van Jehova, die hun onversaagden Richter zelfs in den dood deed zege vieren. Handel schreef bij dezen tekst mu ziek van groote dramatische kracht, boeiend door de macht der tegenstel lingen, men vergelijke b.v. het ern stige, waardige karakter van de koren der Israëlieten, met het vroolijke, wuf te karakter van de koren der Filistij nen terwijl hij de karakters der handelende personen in recitatief en aria op bijna realistische wijze wist uit te heelden. Aan de prachtig geschreven koren de „Samson" telt er een 15-tal ruimde hij een groote plaats in. Nu eens zijn het de Israëlieten, dan weer de Filistijnen, de priesters van Dagon of de jonkvrouwen van Delila, die in koorzang handelend optreden. En het orkest krijgt, naast zijn belangrijke taak in de begeleiding en muzikale il lustratie van soli en koren, nog gele genheid zich zelfstandig te laten hoo- ren in de mooie Ouverture, die het begin van het Filistijnsche feest ter eere van Dagon uitbeeldt en in de in drukwekkende Treurmarsch na den dood van Simson, die in Engeland nog aftijd hij de begrafenissen van vorste lijke personen gespeeld wordt. De Chr. Oratoriurn-vereeniging „Con Amore" besteedde aan de voorberei ding van deze uitvoering, waarmee zij haar 15-jarig bestaan hoopt te herden ken, veel zorg. Zij verzekerde zich van de medewerking van een uitnemende groep solisten, van een prima orkest en zij legde, om dit Handel-werk zoo veel mogelijk in de juiste bezetting uit te voeren, de hand op een mooi kerkorgel, dat in de Stadsgehoorzaal zal geplaatst worden en verkreeg voor deze gelegenheid de medewerking van een koor van ruim 50 jongens. Het geheel zal onder leiding staan van haar energieken Dirigent, den heer D. Smink. Moge de belangstelling van het pu bliek haar arbeid loonen. LEIDSCH UNIVERSITEITSFONDS. De Leidsche Universiteitsraad heeft heden in het academiegebouw alhier zijn jaarlijksche vergadering gehou den onder voorzitterschap van Mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Sloo- ten uit Leeuwarden, die allereerst een woord van herdenking sprak in ver band met het overlijden van Prof. Lo- rentz. In deze vergadering heeft Prof. Dr. A. J. Wensinck, secretaris van den Universiteitsraad en v. de commissie van gecommitteerden, het jaarverslag van het Leidsch Universiteitsfonds uit gebracht, waaraan het volgende is o:it leenrl: De commissie van uitvoering hoef' haar werkzaamheid ten behoeve van de Leidsche Universiteit n het afge- loopen jaar voortgezet in dien zin, dat in de eerste plaats zooveel moge lijk werd voorzien in de dringendste behoeften der verschillende facultei ten, Hoewel het jaarlijks ter beschik king van de commissie gestelde bedrag een kleine zeer gewaardeerde stijging vertoont, toch kan er nog niet aan gedacht worden de groote leemten voorloopig of duurzaam aan te vullen. Aan de Faculteit der Godgeleerd heid werd een bedrag toegestaan tot het doen houden van voordrachten op het gebied der wijsgeerige theologie. De bemoeiingen ten behoeve van de Vereenigde Faculteiten van rechten en letteren bestonden weder in het ter beschikking stellen van gelden voor le zingen over tropische economie en voor een practicum voor Indisch staats recht. Tot groote voldoening van de com missie werd Prof. Lorentz, na verkre gen koninklijke machtiging, weder be reid gevonden een aantal voordrach ten te houden over natuurkunde. Het onderwijs van de privaat-docent Dr. Gerth werd opnieuw gesteund. Aan de door Prof. Vogel, ten deele in verband met het instituut Kern georganiseerde cursussen in levende Oostersche talen, werden, evenals aan het Instituut-Kern zelf, subsidies ver leend. Aan Prof. Vürtheim werd een be drag voor den aankoop van palaeogra- phisch materiaal voor collegegebruik toegekend. De commissie voor phono- grafische studiën ontving een bijdrage tot het aanschaffen van platen. In bescheidener mate werden subsi dies toegekend aan ondernemingen van wetenschappelijken aard: de slib- onderzoekingen van Prof. Escher, het werk over Carolus Clusius van Dr. Hunger, het onder leiding van Dr. Crommelin zich uitbreidende museum van natuurkundige instrumenten, dat thans nog in het laboratorium op de Steenschuur is ondergebracht. In de derde plaats mogen voorzie ningen van aigemeen-universitairen aard genoemd worden: de subsidies ten behoeve van de „cité universitai re" te Parijs, van het a.s. congres der International Astronomical Union en van de voorbereidende maatregelen voor de stichting van een studenten huis. Verder wordt in dit jaarverslag nog herinnerd aan den bestendigen steun aan de Leidsche Universiteit verleend door de vier bijzondere leerstoelen, door de hernieuwde aanstelling van assistenten bij de studie van het Fransch en bij die van 't Hebreeuwsch door de herhaalde serie lessen in ele mentair Latijn, gegeven door den lec tor Dr. De Boer, door de voortgezette publicatie van de Acta Leidensia en den Gids voor Studeerenden, en door het subsidie ten behoeve van het Jaarboek, waarvan, tengevolge van 'n verhoogden post op de begrooting, het Fonds niet meer zal behoeven bij te dragen dan billijk is. De Universiteitsdag werd op 3 Oc tober te Haarlem gevierd. Door de goede zorgen van het comité, waar van de heeren Jhr. Mr. A. Roell als voorzitter en Dr. A. A. G. Land als se cretaris optraden, mag die viering, die opgeluisterd werd door voordrach ten van de heeren Prof. Lorentz en Prof. P. J. Blok, zeer geslaagd ge noemd worden. Aan al deze heeren wordt hier gaarne dank betuigd voor hun vriendelijke bemoeiingen. Ten slotte vermeldt het verslag nog dat het aantal ondersteuners van het Fonds op 1 Febr. j.l. 1888 bedroeg, te gen 1802 op dien dag in 1927. Aan het financiëel verslag over '27 uitgebracht door den penningmeester Mr. Ph. B. Libourel, is het volgende ontleend: Den 7den Januari 1927 werd het Fonds verblijd met een gift van 20.000 gulden van een onbekende, zulks door bemiddeling van Mr. K. P. van der Mandele, directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging, en met een gift van 1000 van Prof. Dr. A. F. Holleman, alsmede met enkele kleinere giften. De staat van het Leidsch Universi teitsfonds wees op 31 Augustus 1927 een eindcijfer aan van 286.657. Met inbegrip van de effecten van het Schlegelfonds ad 1069, van het Slingerlandfonds ad 40.000 (Hofste de met land onder Ylist en Haastrecht bezwaard met twee lijfrenten) en van de inschrijving grootboek N. W. S. 3 pet. nominaal 109.300 (76^) is 83.614. bedroeg het effectenbezit 143.583. De rekening van inkomsten en uit gaven van 1 Sept. 1926 tot 1 Sept. 1927 wees een eindcijfer aan van 26.792. Aan contributies werd ontvangen 5152. Aan salarissen of bijdragen werd uitgekeerd aan: Prof. Einstein f 800, Prof. Leo Polak 1000. Prof. De Josselin de Jong ICOO. Prof. B. G. E- srher 1000, Prof. Wensinck 167; Prof. Gerth 300; Dr. C. de Boer 800. Pr C. A. Crommelin (IToll. Amer. Week) J 325. C. C. Berg 1250, J. van Gelderen 300, Vereen, voor Trop. Ge neeskunde 750, Dr. A. Gans 250, Raden Mr. 'Wirjono Prodjodikarsto (Kanakaprijs) 500, Mej. J. W. P. Rij ke 675, H. J. Mook 180. Prof. Ver- rijn Stuart 300, Mej. C. E. te Lintum 250, J. van Niekerk 100, Prof. Koo lemans Beynen 1000, Prof. Cohen (leerstoel Hellenisme) 250. De rekening van het Slingerlandt- fónds met een eindcijfer van 2450 wijst een voordeelig saldo aan van 1596. De balans van het Lorentz Gouden Doctoraatfonds vertoont een eindcijfer van 148.125 (per 31 Aug. '27); de in komsten en uitgaven van dit fonds, met inbegrip van een batig saldo ad 1817, een eindcijfer van 7163. De stand op 1 Sept. 1927 der gelden door het international Education Board van de Rockefeller Foundation, beschikbaar gesteld voor het "Natuur kundig Laboratorium en het Kabinet der Rijksuniversiteit te Leiden, welke gelden, evenals de hierboven genoem de fondsen, door het Leidsch Univer siteitsfonds worden beheerd, wees een eindcijfer aan van 36.268. WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACHTEN. Het Comité ter bevordering der ken nis van het Katholicisme alhier, deelt ons mede, dat de voordracht van Prof. J. P. Verhaar op Donderdag 9 Febr. niet doorgaat, daar, wegens de begra fenis van Prof. Lorentz de Academie gebouwen dien dag zullen gesloten zijn. DIRECTE BELASTINGEN, INVOER RECHTEN EN ACCIJNZEN. Ons wordt het volgende medege deeld: Voor het onderzoek van hen, die zich voor een plaats als klerk bij de dienstvakken der Directe Belastingen, Invoerrechten en Accijnzen en der Re gistratie en Domeinen wenschen aan te melden, is o.a. een Commissie inge steld ter standplaats Leiden voor het deel der provincie Zuid Holland, om vattende de Inspecties der Directe Be lastingen, enz. te Leiden, le afd., 2de afd. en 3de afd. en Alphen aan den Rijn. De aanmelding voor een plaats als klerk moet geschieden, hetzij hij den Inspecteur der Registratie en Domei nen te Leiden, hetzij bij den Inspec teur der Directe belastingen, enz. lid der commissie voor het onderzoek van gegadigden voor klerk, ter inspectie der Directe Belastingen te Leiden, le afd. Sollicitaties kunnen ook worden ingezonden door tusschenkomst van den Inspecteur of ontvanger van een der beide dienstvakken over de woon plaats van den candidaat. Telkens wanneer de belangen van den dienst dit noodig maken, of wel zich een voldoend aantal candidaten hebben aangemeld, wordt een onder zoek gehouden, waarbij de commissie de sollicitanten persoonlijk hoort. DE INDONESISCHE STUDENTEN. Men meldt uit 's Gravenhage: Gisteren heeft de beteekening plaats gehad van de sluiting van het gerech telijk vooronderzoek in de zaak van de Indonesische studenten. Het dossier in deze zaak is thans in handen van den President der Straf kamer, voor het bepalen van een dag van behandeling. Zoodra dit is ge schied, zal onmiddellijk de dagvaar ding worden uitgebracht. Naar men verneemt, zullen de stu denten terecht moeten staan wegens opruiing. VROUWELIJKE STUDENTEN IN DE MEDICIJNEN. In de rubriek Aanleg en Arbeid van het tijdschrift „De vrouw en haar huis", geeft de vrouwelijke arts hier ter stede, Dr. Hovens Gréve. een bij drage over de studie in de medicijnen door vrouwen beoefend. Onder het aantal vrouwelijke stu denten, dat al te Leiden alleen ver over de honderd is, zijn 12 a 18 medi- cae ingeschreven. Niet allen voltooi en haar studie: een klein percentage verandert tuschentijds van richting, anderen breken hun studie af wegens huwelijk, weer anderen worden door materieele omstandigheden of gebrek aan geld daartoe gedwongen. Men moet niet vergeten, dat de geheele stu die ongeveer acht jaar duurt! De vrouwelijke artsen, al kunnen ze niet overal met evenveel succes de mannelijke vervangen, b.v. levert de practijk op het platteland in hoofd zaak om de vele lichamelijke vermoei enissen bezwaren, ook al wordt juist daar dikwijls de vrouwelijke dokter zeer gewaardeerd vinden in het al gemeen een wijd arbeidsterrein, al doet de concurrentie zich natuurlijk gelden. Voelt zij zich tot de practijk niet aangetrokken, dan kan zij met succes werkzaam zijn b.v. in een laboratori um, of als ambtenaar van den genees- Binnenland. De viering van den 353sten verjaardag der Leidsche Universiteit. Opening van de Winkelbeurs te Lisse. Buitenland. De Britsche troonrede. Motie van wantrouwen tegen de Noor- sche regeering ingediend. Wijziging der Amerikaansche immigra- tiewet. Frankrijk en de 8-urendag-conventie. De componist van de Internationale uit- genoodigd om zich in Rusland te vestigen. kundigen dienst, als schoolarts of als leidster van een of andere maatschap pelijke instelling op het gebied van hygiëne, of kinderverzorging en op voeding. Het artsendiploma stelt menige mooie positie voor de vrouw in uit zicht, ze moet echter over veel door zettingsvermogen en arbeidslust be schikken. DE STATIONSWEG. De verkeerstoestand op den Stati onsweg, speciaal voor rij- en voertui gen, is de laatste jaren door bet zich steeds meer uitbreidend snelverkeer, hoogst gevaarlijk geworden. De beide trottoirs aan weerszijden van de straat verschaffen den voet gangers voldoende veiligheid, maai' de rijwegbreedte voor rijtuigen, auto's en fietsers is van dien aard, dat bot singen en aanrijdingen niet meer te voorkomen zijn. Immers de rijweg wordt voor de grootste breedte in beslag genomen met het dubbele spoor der tramrails, welke rails door het drukke verkeer bijna den geheelen dag bezet is met tramwagens. Langs deze rails worden niet minder dan drie tramdiensten onderhouden, n.l. de stadstram (5 min. dienst) de N. Z. H. T. M. (half uur dienst) en de H. T. M. (half uur dienst) Schakelt men de breedte der tram rails uit, dan blijft er voor rij- en voer tuigen niet meer dan een 5 M. breede verkeersweg over. En hierlangs bewegen zich dag aan dag duizenden auto's, fietsen, rij- en voertuigen, enz. Deze toestand is op den duur on houdbaar. Een belangrijke verbetering is reeds de wegneming der boomenrij. vanaf den Morschsingel tot de Haverzaklaan 'Wanneer in de naaste toakomst ook kon worden overgegaan tot opruiming van de voortuintjes, welke men voor tal van huizen aan beide zijden der straat aantreft, en de hierdoor gewon nen wegbreedte bij de trottoirs wer den getrokken, dan kon een gedeelte der trottoirs, laten we zeggen 3 M., aan weerszijden der straat, worden bijgevoegd hij den rijweg en zou hier door de veiligheid van het rijverkeer aanmerkelijk worden bevorderd. Wij vernemen, dat in deze richting reeds plannen in voorbereiding zijn, welke oi. ten zeerste moeten worden toegejuicht. Een flinke breede Stationsweg veilig voor voetgangers en berijders zou bet aspect van onze stad in niet geringe mate verboogen. Het geld, hieraan uitgegeven, is nut tig besteed. RUSSISCHE ACADEMIE VAK WETENSCHAPPEN. In de dezer dagen te Leningrad ge houden vergadering der Russische Academie van Wetenschappen werd prof. C. Snouck Hurgronje, hoog leeraar alhier, reeds correspondeo- rend lid der Academie, gekozen tot eerelid, terwijl prof. N. van Wijk, hoogleeraai* alhier, werd benoemd tot correspondeerend lid voor Indo-Euro- peesche talen. BUITENLANDSCH BEZOEK. Hier ter stede is aangekomen prof. Tamm, verbonden aan de Universi teit te Moskou. Hij zal eenige maan den in de theoretische afdeeling van het Natuurkundig laboratorium al- bier werkzaam zijn ter bestudeering van de nieuwere theoretische physica. LEIDSCHE REDDINGSBRIGADE. In café Oud-Hortuszicbt bad gister avond een algemeene vergadering plaats van de Leidsche Zwemclub, afd. Reddingsbrigade. De voorzitter der Reddingsbrigade, de heer W. v. Ingen Scbenau, heette de talrijke aanwezigen hartelijk wel kom, in het bijzonder den beer Men nes, directeur van den Markt- en Ha vendienst. die met zijn personeel reeds

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1