CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 8,1e JAAROANO DINSDAG 7 FEBRUARI 1928 NUMMER 2354 NIEDWE LEIDSCHE CODKANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten geveatigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weeki 0.19 Franco per poat per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 afcTygfjEP Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE -PRIJS Gewone Advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen dobbel tariei Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Dil nummer beslaat nil TWEE Bladen EERSTE BLAD. Waarom een feest? Het Volk, als orgaan van de S.D.A.P., heeft behoefte om die vraag te stellen. Dat blijkt uit een beantwoording van die vraag door A. B. Kleerekoper. Van A.R. zijde is door verschillende or ganen ook door ons aangetoond, dat er geen reden kan zijn, voor een partij die de orde van staat wenscht te hand haven. om over zoo'n revolutionaire daad als die van 1903 feest te vieren. De Stan daard noemde Zaterdagavond nog deze daad der S.D.A.P. een daad „van euvelen moed". De heer A. B. K. heeft dan tot taak ge had, nader uiteen te zetten waarom de herdenking van 1903 een feest mocht zijn. Hij ontkomt er echter niet aan, om toch het zonderlinge, op de hem eigen origi- neele pakkende wijze, te schilderen. „Ziedaar schrijft hij een rare his torie* 1903het smartenjaar der Neder- landsche socialisten. En 25 jaar later, de herdenking van zooveel leeds, een feest? De belofte, om dat aannemelijk te ma ken, schept geen kleine schuld, waarvan de afbetaling licht valtl Ja, den buitenstaander valt dit zelfs in het geheel niet uit te leggen. Hij zal kort af zeggen, dat wij mal zijn. En wij zijn te beleefd om hem tegen te spreken. Maar kerngezond en jong is een beweging, die haar over-leden teleurstellingen feestelijk kan herdenken." Verder zet de schrijver uiteen dat hier een feest van de hoop, van het geloof in de uitkomst der Sociaal-democratie, ge vierd werd. Zooals Kuyper zich beriep op de Heilige Schrift en de daaruit opgediepte ordinan tiën des Heeren, om het Vaderland te red den van de „misdadige woelingen", zóo beroept hij zich op de trouw van de ka meraden. „Dit was het feest! zegt hij. Maar óók was er zoo vervolgt hij nog wat anders, dat o, zoo moeilijk onder woorden is 'e brengen. Wie het heeft, die heeft er geen woorden bij noodig, en wie het niet heeft, dien is het met woor den niet te verklaren. Wij raken hier een onderwerp, waarover in den laatsten tijd veel is geschreven en dat bestemd is, vooralsnog in onzen kring aan de orde van dei. dag te blijven: de ze delijke grondslag van onze beweging. Hier was ons geloof te beleven! Er was één man, een van de helden van toen, die uitriep: „Maakt de organisatie groot, dan hebben wij niet voor niets hon ger geleden!" Deze spreker, wien men de geschiedenis van zijn leven precies van het gelaat lezen kon, heeft het meest van allen indruk gemaakt op de aanwezigen, omdat hij het geloof behouden had." „Leed en offervaardigheid, omgezet in kracht en zege, dat was c'it feest der ge dachtenis, een socialistisch geloofsfeest, zoo spreekt de heer A. B. K. „Naar onze overtuiging, zegt hij, kan aan de menschelijke ziel jren betere be vrediging voor hare diepste en innerlijk ste behoeften worden geboden dan daar te beleven viel." Is het niet uitermate arm dit z.g.n. ge loofsfeest der S.D.A.P. De organisatie groot en sterk dan niet voor niets honger te hebben geleden is torii nog iets anders dan te roemen in de gunst van een Al machtig Schepp >r m onderhouder van al het geschapene, om Wiens wille wij leven en werken mog n en tot Wiens eere wij alle onze krachten en talenten aanwen den. Maar ook hierin blijkt bij vernieuwing dat de S.D.A.P. zoodra zij sterk genoeg is, opnieuw zal grijpen naar de macht' en op nieuw de hand zal uitsteken om in de plaats van het wettig gezag de willekeur vah de massa te stellen. Het feest en de verklaring van het feest leeren het ons. V Het element „kracht". In sommige streken van Java, en ook reeds hier en daar in de Buiten gewesten, begint de Inlandsche be volking zich te verzetten tegen de groote cultures, vooral tegen die cul tures die gebruik moeten maken van de vlakke landen, zooals de suiker cultuur. Dat is jammer, want zonder die groote cultuur zou het land arm zijn. Maar de zaak heeft ook een ande ren kant. Er is ook wel eens te groo te honger naar teeltland hij de sui kercultuur. Bovenal komt het echter aan op een zoodanige exploitatie, dat de le vensbehoeften van de bevolking niet in het gedrang komen. Aan de „Soeloe Indonesia Moeda" ontleende het „Alg. Landb. Wbl.": ....Wij, Indonesiërs, wij moeten er ons voor schamen, dat telkens en telkens onze aanvallen op poena le sanctie of suiker-kapitaal met succes worden afgeslagendat wij tot nog toe niet in staat zijn, aan onze beweging te schenken het ele ment „kracht"! En laatstgenoemd blad teekent er hij aan: „Juist. Wij adviseeren meer trai ning op den akker en minder pra ten. Labora!" Hier is een kiem van het ernstig ste conflict. De InlandSche bevolking wil het element „kracht" in den zin van macht. Daartegenover wil de Europeesehe landbouwkundige aan den Inlander slechts toebedeelen de vlijtige koelie- arbeid. Daar tusschen in staat een andeae strooming, die vooral in mannen als den heer Ottolander zijn vertolkers vindt, die de bevolking wil ontwikke len tot telers van het beste suikerriet, dat zij zelf op eigen land verbouwen en aan de door Europeesehe inge nieurs geleide fabrieken leveren. Lukt dit, dan is er van een botsing geen sprake meer. Dan wordt le kracht zoowel in zedelijken als stoffelijken zin uitsluitend aange wend tot opbloei en welvaart van land en volk en vreemdelingen. STADSNIEUWS. DE HULDIGING DER NAGEDACH TENIS VAN JAN STEEN TE LEIDEN Verslag over de tentoonstelling. Hedenmiddag heeft in de consisto riekamer van de Pieterskerk de slot vergadering plaats gehad van de Com missie voor de Jan Steen-tentoonstel ling, welke van 16 Juni31 Aug. 1926 ter gelegenheid van den 300sten ge boortedag van Jan Steen in de La kenhal is gehouden. Behalve vele leden der Commissie waren o.m. aanwezig de burgemees ter, enkele wethouders, de commissie van het museum De Lakenhal, ver schillende leden van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. enz. In deze vergadering heeft mr. J. C. van Overvoorde het verslag uitge bracht, waaraan wij het volgende ont- leenen: In Juni 1926 mocht ik aan een rui men kring van genoodigden het wel kom toeroepen op de Jan Steen-ten toonstelling; thans rust op mij de plicht om een verslag uit te brengen over de resultaten hiervan. Bij de opening wees ik er op, hoe reeds tijdens de Rembrandt-herden- king in 1906 door prof. Martin en mij de mogelijkheid werd overwogen om te zijner tijd ook eene dergelijke hul de te brengen aan Jan Steen, na Rem brandt een der grootste onder onze oude meesters en tevens wellicht de meest bekende schilder onder zijn ge lijken, omdat hij ons in zijn werk een zoo raak beeld heeft geschetst van het Kollandsche volksleven in de 17de eeuw. Toen nu de 300ste herden king van zijn geboortejaar naderde, I.ostte het ons geen moeite om voor dit plan belangstelling 3 wekken en (•en kring medewerkers om ons te verzamelen. Den 29sten October 1925 had. de eerste bijeenkomst plaats, waarbij tot dagelijksch bestuur ge kozen werden: Mr. Dr. J. C. Overvoor de, voorzitter; prof. Dr. W. Martin, ondervoorzitter; A, Coert, secretaris; Mr. J. Slagter, penningmeester; Dr. J. J. de Gelder en Dr. H. Schneider, later aangevuld met Prof. Dr. P. J. Blok. De heeren A. VV. Frentzen en E. II. ter Kuile namen tevens aan ver schillende bestuursvergaderingen deel en steunden ons met hun advies. De tentoonstelling blëek reeds da delijk een succes, zoodat van de toe zeggingen voor het waarborgfonds van 10.000, dat volteekend werd, geen gebruik is gemaakt, t och niettemin verdienen de inschrijvers onzen har- telijken dank, daar zij door hun toe zeggingen ons het onbezorgd voort- werken mogelijk maakten. Het be stuur heeft daarom gemeend aan de inschrijvers een herinneringspenning te mogen aanbieden. In het geheel werden 78 schilderijen uitgekozen, waarvan 6 uit buitenland- sche musea te Berlijn, Cassel, Floren ce, Göttingen en Keulen, 13 uit Nerier- landsche musea te Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Leiden en Rotterdam; 21 uit particulier bezit in het buiten land in Denemarken. Duitsrhland. Frankrijk, Engeland, Oostenrijk en Zwitserland en 38 uit particuliere verzamelingen in Nederland. Hier bij konden enkele persoonlijke herin neringen aan Jan Steen worden ee- voegd uit de Leidsche cn Haarlem- sche archieven. Op 16 Juni werd de tentoonstelling geopend, en reeds de eerste dagen werd het geschatte aantal bezoekers verre overtroffen en de verdere we ken bewezen, dat het geen voorbij gaande belangstelling gold. Dikwijls moesten de deuren tijdelijk gesloten worden, als de toeloop te groot bleek om een rustig genieten mogelijk te maken, en op de dagen van verlaagd entrée Vormden zich lange rijen, voor dat 't museum geopend werd. Door de ze goedkoopere dagen heeft het be stuur aan velen, voor wie het ge wone entrée te bezwarend was, de ge legenheid geboden om de tentoonstel ling te bezoeken, waarvan door 5924 personen werd gebruik gemaakt. Bij de sluiting bleek, dat het totale aan tal bezoekers 42.602 had bedragen. Duizenden hebben genoten van Jan Steens meesterwerken, het museum en de stad hebben deel gehad in de belangstelling voor den grooten stad genoot en vele neringdoenden hebben de voordeelen getrokken van het ex tra-bezoek van duizenden vreemde lingen. Dit drukke bezoek heeft ook een gunstigen invloed geoefend op het geldelijk resultaat. De ontvangsten beliepen in totaal 46,395,49hiertegenover stonden aan uitgaven 12.677.47, zoodat een batig saldo w?rd verkregen van 33.718.02, te verminderenmet 3.910,80, welke aan de gemeente moesten afgedragen worden, volgens de verordening op toegangsgelden voor het Museum, zoodat ter beschik king bleef 29.807,22. Hiervan werd betaald: aan subsidie voor den gedenkst. te Warmond 50. aan den heer Etienne voor den gedenksteen in de Pieterskerk en ver dere hieraan verbonden kosten en kosten van de onthulling (raming 550. aan aankoop van schil derijen ten behoeve van de Lakenhal 25.770.24 aan aankoopen nog .in be handeling (raming) 2.600. aan een bijdrage voor het inrichten van een Ver ster-kamer in het mus. 350. Het daarna nog beschikbaar saldo zal overgedragen worden aan de Com missie voor het Stedelijk Museum de Lakenhal, nadat alle rekeningen, ook van dezen dag betaald zijn. Na een woord van dank aan allen, die tot het welslagen der tentoonstel ling hadden medegewerkt, werden ten slotte aan den Burgemeester in zijn dubbele waardigheid van hoofd der gemeente en voorzitter der Mu seumcommissie de stukken overge dragen, die uit de baten der tentoon stelling konden aangekocht worden, en wel een buitengewoon werk van den Leidschen meester Frans van Mieris, dat langen tijd deel uitmaak te van de bekende Alte Pinakothek te München, en dat thans op schitteren de wijze dezen meester in zijn ge boorteplaats zal vertegenwoordigen, een stilleven van een groot Leidsch kunstenaar uit onzen tijd, onzen te vroeg overleden vriend en stadgenoot Floris Verster, dat reeds op de aan hem gewijde tentoonstelling zoozeer de aandacht rok, en waarvan wij we ten, dat de meester zelf het tot zijn beste werken rekende, en twee por tretten van den vroegcren Leidschen burgemeester N'icolaas van Warmond en zijn echtgenoote Anna van Hues- sen, geschilderd in 1583, welke in de eerste plaats uit locaal-historisch oogpunt belangrijk zijn. Ten slotte ligt het in de bedoeling nog hierbij te voegen een antiek meu bel waarover reeds onderhandelingen gevoerd worden, of een aequivalent hiervan. Het bestuur meende echter de onthulling van het gedenkteeken hiervoor niet te mogen vertragen. De burgemeester bracht hierna dank voor de kostbare gesc'lienken, die de gemeente op hoogen prijs stelt en daarom door het gemeentebestuur en de museumcommissie gaarne worden aanvaard. De onthulling van den gedenksteen. Hierna begaf men zich naar de kerk, waar de onthulling van den steen plaats had, welke is aangebracht in de zuil boven den grafsteen van den schilder. Mr. Overvoorde hield hierbij de vol gende rede: Geachte aanwezigen, De 300ste herdenking van Jan Stten's geboortedag bracht ons de welkome aanleiding om den meester te huldigen in zijne werken door in de Lakenhal een groot aantal van zijne beste scheppingen bijeen te bren gen. Deze spraken voor zich zelf. Zij wekten onze bewondering en leerden jus den meester nader komen en de den voor goed vele vooroordeelen val len, die ons oordeel over den meester als mensch vertroebelden. De rijk be gaafde kunstenaar, die een zoo groote schat van kunstwerken heeft nage laten, die tintelden van geest en diep gevoeld medeleven, kon niet de le gendarische figuur zijn, waarvan de herinnering voortleeft in het onge bonden huishouden. In alle binnen- en buitenlandsche bladen, die aandacht wijden aan de Oud-Hollandsche kunst, werd Jan Steen als kunstenaar door meer of min bevoegden geprezen. Wij zullen hierbij niet in herhaling vervallen, en evenmin in bespreking van de le vensbijzonderheden, waaraan de kunst historici hun aandacht wijdden. Slechts wil ik er op wijzen, dat dit on derzoek ook nieuwe gegevens bracht omtrent zijn laatste rustplaats, waar bij wij ons thans voor eene laatste hulde verzameld hebben. Voorheen gold algemeen de opvatting, dat Steen in armoede gestorven was en dat hij was bijgezet op een der bolwerken. Oudere schrijvers hadden dit vermeld en volgende geslachten hebben dit op hun gezag herhaald. Het was eene vaste overlevering geworden, waaraan te minder getwijfeld werd, omdat men meende, dat aan Steen als ka tholiek geen graf in een der Gerefor meerde kerken zoude zijn ingeruimd. Onze voorouders waren echter, al thans op dit punt, niet zoo kleingees tig, als het nageslacht veronderstelde, en het grafboek van de Pieterskerk vermeldt, ook na de Hervorming, en kele dooden van andere gezindten naast een overgroot aantal Gerefor meerden. Het was eene gelukkige vondst van Mej. F. le Poole, toen zij in deze grafboeken ook eene aanteekening vond van het begraven van onzen meester onder „Ontfangh wegens ope nen van particuliere eygen graven in de Pieterskerck" op 1 Februari 1679, waardoor althans de weg gewezen werd voor een verder onderzoek en het gelukte mij daarna het bewijs te vinden, dat het graf had toebehoord aan Jan Dircks Steen, Jan's grootva der, hetwelk ons bekend is uit de door Mr. A. J. F. C. Kneppelhout uitgege ven „Gedenkteekenen in de Pieters kerk". Deze zerk moest in het koor liggen en werd nu ook spoedig gevon den. Het bleek, dat deze zerken al thans de waarschijnlijkheid is groot, dat de zerk nog hetzelfde graf dekt, waar voor 250 jaar de naaste vrien den en waarschijnlijk o^1' zijne kunst broeders, de laatste hulde brachten aan den te vroeg overleden kunste naar. Ik zal niet trachten U van die be grafenis een beeld te schetsen, omdat ik hierbij alleen op eigen fantasie zoude aangewezen zijn, bij gebrek aan uit den tijd zelf overgeleverde bijzon derheden. Het was waarschijnlijk een stoet zonder andere praal, dan waar toe elk gildebroeder gerechtigd was. Het was ook slechts het negatieve, het einde van een kunstenaars-loop baan vol lief en leed, het einde van een scheppenden geest, wiens werk eerst later naar waarde zou worden geschat. Dit werk heeft zijn naam doen voortleven en heeft den meester een eereplaats doen innemen onder de personen, die den roem hebben ver hoogd van zijn geboorteplaats en van zijn vaderland. Hij zelf is bij zijn le ven de eenvoudige man gebleven en zgo moge ook? deze laatste herdenking blijven een eenvoudige, doch dank bare hulde aan den meester gebracht in de prachtige parochiekerk, waar zoovele groote mannen hun rustplaats vonden en de Pieterskerk maakten tot het Leidsche Pantheon. Hooggeachte heer president-kerk voogd, mag ik U thans verzoeken om den eenvoudigen gedenksteen te ont hullen en onder uw welwillend toe zicht te nemen, nadat ik U namens de Steencommissie hartelijk dank heb betuigd voor de vriendelijke wij ze, waarop gij aan ons verzoek zijt te gemoet gekomen, en mijne erkente lijkheid heb betuigd aan den heer M. J. Etienne te Delft, den ontwerper, en aan prof. A. W. M. Odé, die ons bij de keuze van het ontwerp op de meest welwillende wijze met zijn technisch advies heeft terzijde gestaan en aan de II.II. L. Mens en Paul Peret, die door orgelspel en zang wijding ga ven aan deze plechtigheid, hetwelk wij te meer waardeeren, daar deze wijding in overeenstemming is met Steen's liefde voor de muziek, waar op door Dr. A. Bredius in zijn voor treffelijk werk de aandacht werd ge vestigd. Daarna had de onthulling plaats. De president-kerkvoogd, de heer W. Fontein, nam hierna het woord, waar hij hij donk bracht voor het aanbren gen van dezen steen, dien het kerkbe stuur gaarne aanvaardde. Belangrijkste nieuws in dit Mummer. Binnenland. Onthulling van een gedenksteen voor Jan Steen in de Pieterskerk te Leiden* Jan Toorop's toestand ernstig. Vliegtuigen voor IndfÖ bij Fokker besteld. Buitenland. Te Washington is het Fransch- Amerikaansche arbitrageverdrag on derteekend. De geschillen in het Duitsche Cen trum zijn nog niet bijgelegd. Een omkeer in de houding van Li- tauen. Overval door bandieten te Lemberg. Hiermede was de plechtigheid ge ëindigd. LEIDSCHE RADIO-AVOND. Zooals reeds eerder in dit blad werd vermeld, zal op Maandag 20 Februari a.s., vanwege de Leidsche Christelijke Radio-Vereeniging een z.g. „Leidsche avond" worden gehouden in de Stads gehoorzaal, terwijl de Ned. Chr. Ra dio-Vereeniging deze uitvoering enz. uitzendt met haar zender te Huizen. Op dien avond zullen als sprekers optreden, de H.Ed.Achtb. Heer Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, burge meester en de WelEerw. heeren DL W. Bouwman en A. D. Meeter. Het muzikale gedeelte van den avond (die van half acht tot ongeveer half twaalf zal duren) is goed ver zorgd en biedt zeer veel afwisseling, zoodat het zich laat aanzien, dat len Leidenaars, die in de zadl aanwezig zullen zijn, alsmede den duizenden luisteraars in den lande een zeer ge notvolle avond zal worden bereid. Voor nadere bijzonderheden zie men de advertentie in dit blad. Men wordt beleefd verzocht zich tij dig te voorzien van kaarten. Ds. G. VAN REENEN. Ds. G. van Reenen, voorheen predi kant bij de Geref. Gemeente alhier, thans emeritus predikant en wonende te Bodegraven, zal zich metterwoon weder te Leiden vestigen Zijn toekomstig adres is, Van 01- denbarneveldtstraat No. 16. PROF. Dr. W. v. <L VLUGT. De verbetering in den toestand van Prof. v. d. Vlugt blijft aanhou den. De koorts is geheel geweken en de nacht was zeer rustig. V. C. S. B. Op uitnoodiging van den V.C.S.B. zal Donderdag 16 dezer Prof. Dr. M. C. van Mourik Broekman uit Utrecht spreken: over: „Geestelijk leven in Amerika". HET AUTO-ONGELUK AAN DE HAAGSCHE SCHOUW. Het O.M. bij de Haagsche Rechtbank heeft hooger beroep aangeteekend te gen het vrijsprekende vonnis van dat college ten aanzien van den Belgi schen chauffeur A., beschuldigd van het veroorzaken van dood door schuld (auto-ongeluk bij de Haagsche Schouw). DAMMEN. Christelijke Damvereeniging. Hedenavond speelt de Leiderdorp- sche Damclub een retourmatch tegen boven genoemde Club. De wedstrijd vangt aan te 8 uur in 't gebouw Pa trimonium, Hoogl. Kerkgracht. Hedenmorgen omstreeks kwart over 9 is een begin van brand ont staan in het perceel Haarlemmer straat 222a, ten huize van den heer v. B. Het 3H-jarig zoontje had met lu cifers gespeeld, waardoor het gordijn in brand was geraakt. Door een paar brandweermannen, die juist passeerden, werden de bran dende gordijnen afgerukt en aldus erger voorkomen. De 36-jarige stoker P. D. had hedenmorgen bij het smeren van een motor het ongeluk, dat hij van een 1 M. hooge kist viel. Hij kwam met zijn rechterzijde op de handle van den motor terecht. Naar het Ac. Zieken huis vervoerd, bleek dat hij een rib- fractuur en een nierscheurtje had bekomen. Hij werd daarna ter verpleging naar het Diaconessenhuis vervoerd. In het perceel Bilderdijkstraat 3 is gisteravond ten huizo van Mevr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1