NIEUWE LEIUSCHE COURANT van ZATERDAG 21 JAN. 1928 TWEEDE BLAD. KOU EN ZIE. En Nathanael zeide tot hem: Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Philippus zeide tot hem: Kom en zie. Johannes 1 47. Vooroordeelen zijn moeilijk te overwin nen. Juist omdat het vóór-oordeelen zijn d.w.z. oordeel-vellingen, die voorafgaan aan die andere waarvoor eerst een onder zoek moet worden ingesteld. Er zijn dingen, die vanzelf spreken, en waarvan ge u door geen redeneering laat afbrengen. Maar er zijn ook dingen, die schijnen vanzelf te spreken, en waaraan ge daarom vasthoudt en die ge u evenmin wilt laten afpraten. In dien schijn ligt het ergste gevaar voor de dwaling. Ge meent het dan bij het rechte eind te hebben, en ge zijt toch naast de waarheid in plaats van er achter. En vroeg of laat ontdekt ge tot uw schande, dat het niet was, zooals gij meendet. Zulk een onjuist vooroordeel was het, wat Nathanael uitsprak in antwoord op de verrassende mededeeling van Philip pus: Wij hebben dien gevonden, van wel ken Mozes in de Wet geschreven heeft, en de. Profeten, namelijk Jezus, den zoon van Jozef, van Nazarethl Een mededee ling, die wat het laatste gedeelte betreft minder juist was, en die daardoor Natha nael ertoe bracht om te zeggen: kan uit Nazareth iets goeds zijn? Deze Nathanael dezelfde, die in de eerste drie Evangeliën en in de Handelin gen der Apostelen Bartholomeus genoemd wordt was van Kana in Galilea (Joh. 21 2), een stad dichtbij Nazareth, en ken de daardoor Nazareth beter aan anderen. En wat hij van Nazareth wist, was meer kwaad dan goed. Vandaar, dat hij onmogelijk achtte, wat Philippus hem zeide. Kan uit Nazareth wel iets goeds zijn? M.a.w. hoe wilt ge mij dan wijsmaken, dat uit Nazareth de Mes sias is gekomen? Het antwoord van Nathanael moest de geestdrift van Philippus wel als een koud- waterstraal treffen. Van des te grooter bezonnenheid getuigt zijn antwoord: Kom, en zie. Hij wordt er niet boos om. Hij tracht niet door rede neering Nathanael te bewegen orn zijn vooroordeel prijs te geven. Maar hij dringt erop aan, dat Nathanael zich persoonlijk zal overtuigen. Dan zal h-'j zien. dat het toch waarheid en werkelijkheid is, wat hij onmogelijk acht. Nathanael was niet zoo stijfzinnig, dat hij nader onderzoek weigerde. Zoo zijn er anders wel: die vooral in dingen, die de Waarheid Gods betreffen en de vérschijn- selen op geestelijk gebied, van zulk een nader onderzoek niet willen weten. Maar al te dikwijls is dit een bewijs van zwakheid. Immers als ik weet, dat mijn vooroordeel juist is, dan behoef ik zulk een onderzoek niet te mijden. Nathanae' is ook gekomen. En het eer ste woord, dat hij van Jezus' lippen op vangt, breekt reeds de vastheid van zijn vooroordeel. In het volgende oogenblik geeft hij het geheel en al prijs: de feiten hebben hem overtuigd: Rabfc', gij zijt de ...Zone Gods, gij zijt de Koning Israëls. Dat was het gevolg van het juiste ant woord, dat Philippus aan Nathanael had gegeven. Het was ook metterdaad het eeni- ge goede antwoord dat hij geven kon. En dit is tegelijk het eenige antwoord, dat gegeven moet zoo dikwijls als ge bij anderen op vooroordeel stuit. Ge moet daar tegenover uw verontwaardiging be dwingen; want ze zouden in die veront waardiging een blijk zien van zwakheid. Maar ge moet er ook niet tegen rede neeren. Want tegen uw redeneering stel len ze de hunnen, en ze trekken zich nog te meer terug in den kring van hun eigen beschouwing van de dingen. Het eenige, wat overtuigen kan, zijn de feiten. Dit vindt zijn toepassing vooral in de geestelijke dingen. Als een Nathanael, dien FEUILLETON. Gods wondere leidingen. 2G) o— „Mijn hulp is in den Naam des Heeren die Hemel en aarde ge maakt heeft 1" was onveranderlijk het einde van ieder gesprek. En het ging gelijk Hannah haar broer had medegedeeld bij haar be zoek te zijnent: toen eenmaal de reis was vastgesteld en in de noodige voor bereidselen een begin /an uitvoering kreeg toen verbeterde haar gezondheid aanmerkelijk.... slaap en eetlust keerden vanzelf terug en de lichame lijke welstand liet weldra niets meer te wenschen. Bij de Klosters verwekte Hannah's plan slechts één enkel algemeen ge voel van bewonderingde men- schen, oud en jong, hadden geen woorden, om hun eerbied voor zulk oen onderneming uit te drukken het kwam hun eerst ongeloofelijk voor en het bleef hun langen tijd ten oonenmale onbegrijpelijk! En dan de kosten.... de ontzettende onkosten dat punt speelde ook een groote rol in de besprekingen der familie onderling. Hannah had hun verteld, welk geld zij er aan wilde besteden..,, even. Jezus noemt, een Israëliét, in welken geen bedrog is, als die zelfs tegen de bood schap der verschijning van den Zaligma ker zeiven zoo vooringenomen en bevoor oordeeld was; dan moet het u niet ver wonderen en ergeren, als gij bij menschen van uw tijd stuit op vooroordeel tegen uw belijdenis en uw Kerk. Nu zijn er onder die tegenstanders spot ters, die ge moe-t straffen. Er zijn huiche laars onder, die hun zondig leven zoeken te bedekken onder voorgewenden twijfel. Maar er zijn toch ook anderen, die niet beter weten. En deze moeten door de macht der feiten zelve worden overtuigd. Tegenover hun; het kan niet, moet ge hun toonen, dat het toch metterdaad zoo is. Vetgeet hierbij niet, dat dit: Kom en zie, ook uzelf iets heeft-te zeggen. Ook gij moogt anderen niet lichtelijk of onver hoord oordeelen of helpen veroordeelen. Dat moogt ge evenmin ten opzichte van menschen als ten opzichte van dingen, die nieuw zijn en u daarom ongehoord schij nen. De geestelijke verschijnselen, die zich aan u voordoen, moogt ge niet zonder meer maar veroordeelen. Kom en ziel Hoe snel zijn wij dikwijls in het veroor deelen van menschen, die leven in een an deren kring, dan waarin wij zeiven ons bewegen! Hetzëlfde, wat u in anderen stuit, daaraan maakt ge op uw beurt u- zelf schuldig. Het is altijd weer als bij Nathanael: Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Maar het; Kom en zie, wordt niet altijd in toepassing gebracht. Is het, omdat de Nathanaels-oprechtheid ontbreekt? Toch zijn er gevallen, waarbij het: kom en zie, niet van kracht is. Want er zijn vooroordeelen, die ge u niet moogt laten ontnemen. Wat Godzelf in Zijn Woord u geopen baard heeft, dat hebt ge onvoorwaardelijk te gelooven. Dat is zoo, omdat Godzelf het getuigt. En als uw geloof in dat Woord door den Heiligen Geest in uw hart is ge werkt, dan kunt ge ook niet anders oor deelen. Dan ligt uw oordeel gebonden in wat Godzelf oordeelt. Oordeelt omtrent waarheid en leugen, omtrent goed en kwaad. En bij het licht van dat Woord komt ge dan tot de verschijnselen, die zich aan u voordoen. Dan ziet ge, dat het is zooals Gods Woord getuigt. En ge. wordt er door versterkt in uw geloof. Versterkt ook om te verkiezen wat goed is en te verwerpen wat kwaad is in de oogen des Heeren. EEN KLAGENDE ZIEL. Mijn zondig, dwaas en ijdel hart, Hoe woelt en werkt dat tot mijn smart; Wat plagen mij mijn snoode zonden, Wat steken mij de ziele-wonden. Dit maakt mij zelfs het leven moe. Mijn ziele vlucht naar Jezus toe, Ik zal mijn nood aan Jezus klagen, Och! kon ik dat maar t' allen dagen. Och, lieve Jezus, machtig" held, Mijn vijand strijdt en houdt het veld; Leer mij toch eens manmoedig strijden. En sterk mij in mijn kruis en lijden. O, liefste Jezus, mijne Borg,. O kon ik werpen al mijn zorg. Op U, mijn Priester en mijn Koning. Neem toch mijn harte tot Uw woning. O! Jezus is zoo vol van heil, Zijn rijkdom heeft geen maat of peil, In Hem alleen is 't al te vinden Voor allen, die Hem recht beminden. GROENEWEGEN. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Viertal, te Vlissingen: Dr. H. W. Obbink, te Geldermalsen; E. G. van Ramshorst, te Brummelen; G. C. Schellenberg, te Markelo en H. W. Winkel te Sneek. Beroepen, te Putten o. d. Velu- we (2e pred.-pl.): B. N. B. Bouthoorn, te Zeist. Te Maasland: J. H. Mul der, te Zoeterwoude. Te 's-Grevel- duin-Kapelle: R. Steenbeek, te Wapen veld. Bedankt, voor Noordwolde (Gr.): G. J. A. Offerbaus, te Eernevvoude. GEREF. KERKEN. Beroepen, te Pijnacker-Noot- dorp: D. Zwart, cand. te Ooster-N ij- als terloops had zij het aangestipt en inet de aangeboren wellevendheid, hun allen eigen, vroegen de ouders noch de kinderen verderen uitleg, maakten ook nergens toespelingen op. „We kunnen niets anders doen, dan voor jullie bidden, -kindlief", zei Va der Klosters op eenvoudigen, harte- iijken toon. „Dat is ten slotte toch het voor naamste", antwoordde Hannah met vertrouwen, „van Onzen Vader in de Hemelen moeten we de eerste en voornaamste hulp hebbenen dan denk ik maar: help u zelf, zoo helpt u God!" VIERDE HOOFDSTUK. In een méér dan eenvoudig gemeu belde kamer, deel uitmakend van een tweede verdieping en van een huis in de 64ste straat te New-York, zat Ro bert Johnson, een man van even tv. intig jaren, aan een tamelijk groo te tafel, die bedekt was met stapel tjes, bundeltjes en ook vele losse papieren. Johnson was onbemiddeld en moest hard werken, om het hoofd boven wa ter te houden, zonder van anderen steun te genieten. Hij werkte voor een beroemd speurder allerlei ver slagen uit, liep boodschappen, knapte nu en dan een niet al te ingewikkeld werkje op en leed altoos een tikje ar kerk. Te Zetten: J. H. Broek Roe- lofs, te Vroomshoop. BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE. Ds K. II o 1 w er d a is voornemens om 29 Januari a.s. afscheid te nemen van de Geref. Kerk te Westerlee en 5 Februari zijn intrede te doen te Hou werzijl. na vooraf bevestigd te zijn door Ds; Diemer van Scheemda. Ds. J. F. L ij s e n, te Nigtevecht hoopt Zondag, den 4den Maart af scheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Nigtevecht en Zondag den llden Maart zijn intrede te doen te V.'cubrugge, na bevestigd te zijn door Ds. R. P. A. Rutgers, van Katwijk aan Zee. PREDIKANTSWONINGEN. Te Bussum is door den Kerkeraad der Geref. Kerk het pand Burg. 's Ja- eoblaan 2 aangekocht als pastorie voor den beroepen tweeden predikant. ï)s. J. L. van der Wolf, thans te Kra lingen. De koopsom bedroeg 23.000. IN MEMORIAM Ds. J. H. DONNER. Men schrijft aan de Stand.: Gaarne gehoor gevende aan de stemmen die opgingen uit de gemeen te. om te komen tot oprichting van een gedenkteeken op het graf van onzen onvergetelijken Ds. J. H. Don- ner, is de kerkeraad der Geref. te Bre da er toe overgegaan een. commissie te benoemen om in overleg met de stichting „Vrederust" te Bergen op Zoom en de Geref. Kerk van Nieuw- dorp gelden voor dit doel te verza melen. Deze commissie bestaat uit de brs. M. de Nooijer ,G. Dorlijn, W. van de Waal en L. Berk. Mochten er broeders en zusters zijn buiten den kring Breda, b.v. oud-lid maten, die met dit doel sympathisee- ren, dan kunnen zij hun bijdrage zen den aan een der commissieleden of storten op de girorekening No. 60682 van L. Berk, Nassaustraat 35a, Breda. DE THEOL. SCHOOL DER VRIJE EVANG. GEM. De lessen der op den Tweeden Kerstdag geopende Theologische school der Vrije Evang. Gemeenten in Nederland, te Apeldoorn, zijn Donder dag 19 dezer aangevangen. DE GEREF. BOND. Het Hoofdbestuur van den Geref. Bond tot verbreiding en verdediging van de waarheid in de Ned. Herv. (Geref.) Kerk wenscht op 8 Febr. e.k., des voormiddags om 11 uur in het Hotel „Terminus", Stationsplein te Utrecht, D.V. een vergadering te hou den met afgevaardigden van afdee- li.ngen en belangstellende leden van dch Bond, die niet tot een afdeeling behooren, teneinde over verschillen de aangelegenheden van den Bond en hot werk van den Bond eens met el kander te spreken. NED. HERV. EVANGELISATIE. Te Maarssen (U.) wordt een Ned. Herv. Evangelisatie opgericht, uit gaande van de Minderheidsgroep Confessioneelen en Ethischen. DE GFREF. KERK VAN ZANDVOORT Op 16 Januari heeft bij onderhand- sche inschrijving plaats gehad de aanbesteding van den kerkbouw van de Geref. Kerk van Zandvoort. De houw is toegewezen aan de laagste inschrijfster, de N.V. Bouw- en Ex ploitatie Maatschappij „De Grens" te Bentveld-Zandvoort. Bereids werd aangekocht een stuk grond van pl.m. 1100 M2. aan den Ju- lianaweg, een rustig hoekje nabij het P""k Kostverloren. Verwacht wordt, dat het kerkge bouw half Juni in gebruik zal kunnen worden genomen, derhalve juist vóór dat de toevloed van zomergasten komt. EERSTE CONFERENTIE VAN LEGER EN VLOOTPREDIKANTEN IN INDJë Door overlag vé.p den vorigen Vloot voogd met den Legercommandant werd besloten ten hoogste tweemaal per jaar. en wel beurtelings te Soerabaja en te Ban doeng, een conferentie van leger- en vloot- predikanten te doen houden, en wel voor den eersten keer te Soerabaja. Begin De- cernb. kwamen te Soerabaja de heeren ds. Bartlema, vlootpredikant van Soerabaja, benevens ds. Duyker en ds. van Duinen, resp. legerpredikanten te Bandoeng en te Magelang, voor de eerste maal ter confe rentie bijeen, meldt het Soer. Hbld. Men besprak ter conferentie de geeste lijke belangen van leger en vloot en hoe die het beste te behartigen. Waar de pre- dikantenbond eenmaal per jaar vergadert tot het overwegen van kerkelijke belan gen, aclitte men een overleg van de leger en vlootpredikanten evenzeer gewenscht. Men stippelde een lijn uit voor de geeste lijke verzorging van het betrokken per soneel in de toekomst en overlegde, wel ke middelen daartoe het meest dienstig kunnen zijn. Tevens wordt nagegaan, op welke wijze men geJcn de onderlinge verhoudingen, het bqste elkander kan steunen bij deri gemeenschappelijken ar beid en hoé men met elkander te rade zal kunnen gaan, opdat men met meer vrucht zal kunnen arbeiden. Tevens zal een richtsnoer worden ge zocht voor de volgende vergaderingen, waarvan de eerste te Bancloeng zal plaats hebben in het midden van 1928. LANDELIJKE FEDERATIE VAN DIACONIEëN IN DE NED. HERV. KERK. Gistermiddag heeft de Landelijke federatie van diaconieën in de Ned. Herv. Kerk haar vergadering gehou den in het gebouw voor Christelijke belangen te Arnhem. De aftredende bestuursleden, de heeren van Holthe tot Echten, van der Kamp, van der Leest en Wisman werden herkozen, terwijl alsnog tot bestuurslid geko zen werden de heeren Mullaard en Barneveld. De begrooting voor het komende vereenigingsjaar werd vast gesteld. Hierna hield de heer D. G. Mul laard, voorzitter van de Nederlandsch Hervormde Diaconie te Arnhem een lezing, waarin hij een uitvoerig over zicht gaf van datgene, wat in deze ge meente op het gebied van armenzorg en liefdadigheid door particulieren en van overheidswege geschiedt, waarbij hij het gesprokene met veel statisti sche gegevens toelichtte. Naar aan leiding van deze voordracht werd een geanimeerde discussie gehouden, waarna de vergadering werd geslo ten. Na een gemeenschappelijken maal tijd werd een bezoek gebracht aan het gebouw van het Protestantsche beste- delingenhuis. ALBERT SCHWEITZER. De heer M. van Empel, Ned. Herv. predikant uit Middelburg, heeft Don derdagavond te Rotterdam een lezing gehouden over Albert Schweitzer, die door zijn werken „Aan den zoom van het oerwoud" en „Terug naar Lambarene" zoo groote bekendheid heeft verworven, ook in ons land. Het beeld van Franciscus van Assisi staat spreker telkens voor oogen wan neer hij denkt aan dr. Schweitzer. Beiden zijn een aanklacht togen ons. Spr. teekende het werk van dr. Al- bert Schweitzer, het werk van zelf verloochening in aequatoriaal Afrika. En toch, zoo ging spr. verder, al heb ben wij groo.ten eerbied voor Schweit zer, die Jezus beter volgt dan wij al len samen, wij missen in dezen bij hem toch iets. Pessimistisch is zijn opvatting over de cultuur, gelijk spreker uit ziin ten deele verschenen Kulturphilisophie aantoont. Optimistisch en ethisch zij volgens hem onze levenshouding. In den wil tot daden aanvaart hij het leven zoo als het nu is. Zinrijk in het zinlooze, zinloos in het zinrijke, zóó typeert hij het heelal. Doch in zichzelf heeft hij den vurigen levensdrang, en daarin voelt hij zich gegrepen door het oneindige; daarom aanvaart hij, en werkt met alle krachten. Overgave an het leven, waardoor het eigen le ven niet meer ten koste van anderer leven kan worden geleefd, dat is de grondtoon van dit machtig credo. Zóó groote bewondering heeft spre ker voor dezen mensch, dat hij liever geen critiek wil geven, maar het ar me van Schweitzer's ideaal: de ko mende cultuurmensch, doet hem pijn om Schweitzer zelf. Spreker voelt in deze levensbeschouwing de worsteling van een benauwde ziel, die óók ter be vrijding van zichzelf dit eerbiedwek kende levenswerk is begonnen. Al wenschte hij vurig, dat Schweitzer een ander ideaal, dat van 't Konink- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 21 Jan. 1928. Het roode dagblad „Het Volk" ziet meermalen spoken, soms op klaar lichten dag. Het vormt zich van som mige personen, die het niet uitstaan kan, een wanstaltig beeld, dat hee- lemaal niet met de werkelijkheid overeenkomt. Zelden bleek dit duidelijker, dan gisteravond. Toen schreef Het Volk. over Dr. A. R. Zimmerman o.m. het volgende: „In Engeland zijn sir Alfred Mond en zijn kollega's met de arbeiders rondom een tafel gaan zitten. In ons land beeft het Verbond van Werkgevers de arbeiders-centralen uitgenoodigd om de verscherping uit de verhoudingen weg te nemen. Dat is niet naar den zin van Dr. Zimmerman, den scherpslijper, vol gens wien de klassenstrijd op de spits gedreven moet worden". Doch wat is nu het merkwaardige? In het no. van „De Telegraaf" van gisteravond, dat gelijktijdig met be doeld nummer van „Het Volk" ver scheen, staat een artikel van Dr. Zim merman, waarin hij deze „sociale- toe nadering" toejuicht. Of dien „bewusten" proletariërs ook maar wat op d'r mouw gespeld wordt door hun hoofdorgaan! OBSERVATOR. rijk Gods zou stellen, toch ziet spreker achter dezen man Eén, grooter dan Franciscus: Jezus-zelf. DE EERWAARDE MARSKRAMER. Een Engelsch predikant heeft er zijn vacantie aan besteed om eens proef ondervindelijk na te gaan af men als als marskramer zijn brood kon ver dienen. Hij verkocht kunstzijden dameskou sen en sokken, later ook pakjes laven del. Hij deed twee verschillende ver halen om zijn waar aan den man te brengen of liever, aan de vrouw, want vrouwen waren zijn beste klan ten. Hij eene was, dat bij den kooper in rechtstreekscbe verbinding wilde brengen met den fabrikant; bij dit smoesje foei dominee! kleedde hij zich netjes aan, daarentegen ar moedig voor het tweede smoesje: dat hij geld noodig had om van de eene plaats naar de andere te komen. Zijn slotsom was, dat hij wel vijf tot zes pond kon maken als hij beroeps- kramer werd. DROOMEN. In een meditatie in bet Handels blad,maakt Prof. G. van der Leeuw van Groningen, over droomen o.a. de volgende opmerkingen; Er zijn menschen, die zeggen, dat ze nimmer droomen. Maar wij, die wel droomen, kennen in het grove twee soorten: die van den angst en die van het verlangen. Van den angst; We worden voort gejaagd, tot over de daken toe, we verliezen die ons dierbaar zijn en we staan aan hun graf, we lijden een ge voelig echec en slaan een figuur. Bedrog, onwerkelijkheid. Goed, maar de angst, dien we in den droom beleven, is allesbehalve on werkelijk. En de aanleiding tbt dien angst evenmin. Ik hen nog nooit in 'n publieke rede blijven steken behal ve in den droom. En dan altijd voor een zeer groot gehoor. De uit het le ven gedrongen angst vindt een onder komen in de schaduwen van den nacht. Ik kan niet den heelen dag bang zijn voor het leven van hen, die ik lief heb. Maar ik droom, dat ze ziek of dood zijn. Het spook, dat we de hel verlichte voordeur hebben uitgejaagd, komt de duistere achterdeur binnen. De niet gehonoreerde angstrekening van allen dag wordt in den droom vereffend. En evenzoo die van het onvervulde verlangen. Het paradijs, dat ik onbe reikbaar weet, en waarnaar ik toch niet ophouden kan te verlangen, ik ben er een burger van in den droom. En even groot als de verlichting bij het ontwaken, wanneer de angst een droom blijkt, is de teleurstelling, wan neer de zalige morgenglimlach der ver vulling wegsterft onder het vale licht van den al te gewonen morgen. wrakke meubeltjes en de spaarduitjes van den overledene, waarvan echter de begrafeniskosten betaald moesten worden. De belangstellende buren beredder den een en ander voor den nu vereen zaamden tien-jarigen knaap, verkoch ten het roerende goedje, betaalden de onkosten en stelden het kind daarna nog honderd dollars ter hand. Maar Bobby wist er geen weg mee, en hij vroeg aan de buren, bij wie hij eenige dagen geherbergd was, wat hij nu met het geld moest doen. „Weet je wat", raadde huurman hem aan, „geef het aan Father Grego ry in bewaring en vraag hem meteen eens, hoe het nu verder met je gaan zal". Dus stapte kleine Bobby naar het armoedige huisje van den Ierschen Predikant, die in deze ellendige buurt der wereldstad met de zielzorg was be last van bonderden arme, verlaten mannen, vrouwen en vooral kinderen, en die ieders vriend en raadsman kon genoemd worden. Father Gregory belegde het geld op de volksspaarbank, -zorgde er voor, dat Bobby bij brave menschen in huis kwam, plaatste hem op de armen school tot zijn veertiende jaar en wist hem toen op het kantoor te krijgen van den beroemden speurder Daniël Mac Dowry, zijn landgenoot en bes ten vriend. moede, ten minste gewoonlijk en al tijd des zomers.in het gure jaar getijde verlangde Johnson wel eens naar wat meer brandstof, een stevi- gen maaltijd en warmere kleeren, maar hij sloeg zich door de barre da gen heen, zoo goed en kwaad als het ging en een klacht over wat of tegen wien ook was nog nooit over zijn lip pen gekomen. Zijn onverwoestbare gezondheid be schouwde hij als zijn grootsten schat en dat was ze dan ook werkelijk. Robert Johnson was lang er. schraal van gestalte, had een zeer bewegelijk gelaat, doffe oogen, een vaak glim lachenden mond, wijd van het hoofd staande ooreneen wipneus en vooruitspringende jukbeenderen. Op het eerste gezicht leek Bobby, zooals zijn kennissen hem noemden, nog al onnoozel, hij het domme af, vooral wanneer hij het noodig vond, zijn oogen zonder de minste uitdruk king te laten. Daarbij had hij een eigenaardige manier om aan zijn dunne lichaam een schuifelende be weging te geven, waardoor het leek, alsof hij voortdurend voor iemand of iets wegkroop, èn zijn stem was be deesd en zeer zacht, bijna fluisterend. Ook liep hij met opgetrokken schou ders en binnenwaarts gebogen knieën, handen in de zakken, stroohalmpje of stok:e tusschen de vooruitgestoken lippenen wie hem zoo in een sukkeldrafje de lange straten zag af- loopen, zou hem stellig geen zaak van eenig gewicht, nog geen belangrijke boodschap hebben toevertrouwd. Het eenige, wat Bobby aan gaven had ontvangen, was de buitengewone bijna ongelooflijke scherpte, zijner zintuigen.... de oogen zagen verder dan die van den best geoefenden zee man.... het gehoor ving de fijnste klanken en geluiden op en zelfs van ondenkbaar grooten afstandaan den reuk herkende Bobby onmiddel lijk, wat hij nog zoo lang geleden on der den neus had gehad, en zijn toch geenszins verwende smaak onder scheidde zonder falen, waaruit het geen hij te proeven kreeg, was samen gesteld. Ook liet zijn geheugen hem nimmer in den steek. Wat hij eenmaal ge hoord, gezien of gevoeld had, onthield hij en ook wat hem gezegd of toever trouwd was. Bobby was niets anders dan een New-Yorksch straatkind, zonder hem bekende ouders of verwanten groot geworden in een slopje, waar een blinde man hem te eten gaf en hem gebruikte, om langs de straten ge leid te worden. Toen de blinde plotseling stierf, kreeg Bobby diens geheele nalaten schap, bestaande uit dc matrassen, waarop zij samen 's nachts gelegen hadden, het schamele etensgerei, wat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5