CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Oil nummer bestaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
8»,e JAARGANG ZATERDAG 14 JANUARI 1928 NUMMER 2235
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 «ITgWpig Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2.50
Per week 1 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
Droevige figuur.
In het kostelijk werkje van den heer
H. ile Wilde. „Om de Vrijheid", schil
dert hij het drietal: Oranje, Datheen
en Oldenbarneveldt, elk vertegenwoor
digende een bepaalde richting.
Oranje, die Overheid en Kerk ieder
een eigen terrein en een zelfstandige
plaats toekende.
Datheen, die de heerschappij van de
Kerk over de Overheid voorstond.
Oldenbarneveldt die volstrekte on
derworpenheid en afhankelijk van de
Kerk aan de Overheid wilde.
„Tragisch is'', zoo zegt de heer De
Wilde, „in zekeren zin het levenseind
van deze drie vermaarde mannen ge
weest".
Oranje werd op 51-jarigen leeftijd,
op 10 Juli 1584 te Delft vermoord.
In hetzelfde jaar zwierf Datheen als
balling in den vreemde, kwam zelfs
nog onder den invloed van de geest
drijverij van David Jorisz, en overleed
op 58-jarigen leeftijd, vier jaren na
den dood van Oranje in een stadje in
Noord Duitschland.
Oldenbarneveldt eindigde zijn werk
zaam leven op 70-jarigen leeftijd, op
12 Mei 1619, op het schavot.
Heeft het werk van Oranje, als den
Vader des Vaderlands, in ons volk
dien onuitwischbaren trek van de vrij
heidsliefde diep ingegrifd, het werk
van de anderen heeft niet die blijven
de vrucht afgeworpen.
Oldenbarneveldt heeft in veel op
zichten het werk van Oranje verdien
stelijk voortgezet, voor wat aangaat de
onafhankelijkheid en den opbouw, van
den Staat; voor alles was hij eqhter
eenzijdig partijman, aristocraat en
autocraat zooals de heer De Wilde
zich uitdrukt die alle belangen, ook
die van de Kerken, ondergeschikt wil
de maken aan de belangen van den
Staat.
"Datheen, vurig Calvinist, die veel
voor de verbreiding der beginselen
heeft gedaan, maar oneindig veel
meer had kunnen doen, wanneer;hij
wat gematigder was geweest, is wel
de meest droevige figuur geworden.
Datheen was een type van den fana-
tieken geestdrijver, die te vuur en te
zwaard voor de Gereformeerde begin
selen strijdende, geen andere belijde
nis daarnaast kon dulden.
Met den volksmenner Hembyse heeft
hij dan ook in Vlaanderen de Room-
schen op ergerlijke wijze vervolgd en
daardoor niet alleen het welslagen
van Oranje's streven naar vrijheid en
eenheid onmogelijk gemaakt, maar is
ook middelijk de oorzaak geweest, dat
de Gereformeerde belijdenis in België
nimmer daarna vasten voet heeft kun
nen krijgen.
Toen na het heldhaftig verzet van
de Noordelijke Nederlanden, en ken
nelijk onder den zegen des Heeren, het
juk van Alva eindelijk kon worden af
geworpen, waren de Zuidelijke Neder
landen nog volop het tooneel van het
schrikbewind van den ijzeren hertog.
Doch door het succes van Oranje in
Holland en Zeeland, kwam ook al
lengs in Vlaanderen kentering.. Dank
zij de schitterende staatsmans-talen-
talenten van den Prins, slaagde hij er
in, het slappe bestuur in de Staten
der Zuidelijke gewesten om te zetten
en de Zuidelijke en Noordelijke Neder
landen nader tot elkander te brengen,
hetgeen vooral in de Pacificatie van
Gent uitkwam.
De Gereformeerde leer verbreidde
zich snel en nam gaandeweg de over
hand zelfs.
's Prinsen bedoeling was, de Neder
landen tot een krachtige natie te ver
eenigen, in staat, om tegen Spanje po
sitie te kiezen.
Daartoe moesten alle onderlinge
verschillen overwonnen worden, maar
moest ook met de onderlinge naijver
tusschen Frankrijk en Spanje ten de
ze rekening worden gehouden.
Ware het mogelijk geweest een tijd
lang de noodige rust te verkrijgen,
zooals b.v. Calvijn's kerk in Straats
burg, of de vluchtelingenkerk in En
geland had, dan ware wellicht toen
maals een blijvend succes verzekerd
geweest.
Helaas was die rust niet weggelegd.
Onder den bekwamen Parma, zou
Spanje nogmaals een aanslag smeden
op de krachtige eenheid van de Neder
landen, en zou trachten, de Hervor
ming hier voor goed te doen misluk
ken.
Hadden Datheen en anderen dat ge
vaar ingezien, zooals Oranje, dan zou
dit plan wellicht niet gelukt zijn.
Liet Oranje zich niet door uiterl ij
ken voorspoed misleiden, Datheen
deed dat wel. De snelle groei der re
formatie sloeg hem naar het hoofd.
Hartstochtelijk verzette hij zich tegen
de door hem slap genoemde staatkun
de van Oranje. Met anderen verbond
hij zich, om op ruwe wijze tegen de
Roomschen op te treden..
Was Oranje's bedoeling om Roomsch
en on-Roomsch te verbinden tegen den
naderenden geweldenaar, Datheen en
zijn metgezellen kenden geen grenzen
en stonden met alle macht den Prins
tegen.
Dat Datheen in deze politiek verre
de mindere was van Oranje, kwam
o.a. daarin uit, dat hij een huichelaar
en verrader als Hembyse volkomen
vertrouwde en zich door dezen liet
ophitsen. Deze geslepen huichelaar
toch, heeft zich niet ontzien, om in
het critieke moment met Panna te
heulen. Hij heeft deze daad door het
verwoede volk op het schavot moeten
boeten.
Eerst toen het te laat was, hebben
de Vlaamsche Gereformeerden leeren
inzien, dat zij waren misleid. Toen
was het echter te Iaat. De Roomsche
bevolking koos gaarne partij tegen de
tirannyseerende Gereformeerden.
Datheen zelf heeft zich door de
vlucht het leven gered. In Utrecht in
hechtenis genomen, werd hij echter
verbannen naar Duitschland. Daar
heeft de man, die tweemaal de Syno
de heeft gepresideerd, zijn leven moe
ten slijten in het uitoefenen van de
geneeskunde, omdat niemand meer
van zijn prediking gediend was. Zwak
keling geworden, kwam hij zelfs nog
onder de bekoring van een geestdrij
ver, David Jorisz. Daarover door een
deputatie van de Synode onderhou
den, wilde hij eerst ontkennen, maar
door de overstelpende bewijzen ont
maskerd beleed hij onder tranen zijn
schuld Geldelijk gesteund van uit
Holland, eindigde deze beklagenswaar
dige man zijn leven in ballingschap
te E'bing in Duitschland.
De heer De Wilde, wien wij hier
voor volgden, schildert ons twee oor
zaken voor dit zonderling gedrag van
Datheen.
In de eerste plaats heeft Datheen
een tijdlang gearbeid in de Paltz, on
der de bevolking, die, omdat haar
Keurvorst Frederik III Gereformeerd
was, naar het Duitsche recht ook 'ge
rekend werd nominaal tot den Gere
formeerden godsdienst te behooren
Hij maakte de onvergeeflijke fout, om
dit ook voor de Nederlanden te willen
toepassen, vergetende, dat juist hier
de wettige vorst, Filips II, in tegen
stelling met de Paltz, niet Geref. was
en ook de bevolking gemengd was.
In de tweede 'plaats was Datheen
ontvankelijk voor invloeden v. buiten,
vooral, wanneer deze zijn eerzucht
streelden.
Helaas heeft Datheen in de geschie
denis navolgers. Zijn desnoods te vuur
en te zwaard voorstaan, als de eenig
bestaanbare, van de Gereformeerde
staatkunde, heeft ook nu nog men-
sclien als Ds. Kersten en anderen te
pakken.
Tegenover hun dwaling moet de
oude en beproefde leer wederom wor
den uitgestald. De groote kwesties ko
men voor heel onze partij weer op den
voorgrond. Wat voor onzen tijd het
aller voornaamste is, wordt weer het
onderwerp van aller gesprek. Wordt
weer het onderwerp ook in onze pers.
En zóó, dat men daarin niet ziet een
academisch betoog, maar zoo, dat men
gevoelt, hoe deze beschouwingen hun
wortel hebben in het werkelijke leven
en in de dagelijksche practijk.
De wezenlijke scheidslijn op politiek
gebied komt weer in al haar scherpte
voor onze aandacht.
Al zouden wij het niet begeeren, zelfs
wij worden gedwongen ons opnieuw te
bezinnen over deze heerlijke en be
langrijke dingen.
Laten wij het geduld nimmer ver
liezen. Wij kunnen in dit opzicht niet
te geduldig zijn. De Gereformeerden
hebben het groot geduld, altijd den
Heidelberger te verklaren van Zondag
tot Zondag. Welk een groote beteeke-
nis dit voor het leven heeft is niet te
meten, hoezeer elke prediking ons
weer tot de erkentenis brengen moet
dat wij altijd ver blijven beneden den
eisch, dien de Wet ons stelt. Gehoor
zaamheid en ootmoed hooren bijeen.
Zoo moeten wij, Antirevolutionairen
èn tegenover onszelf, èn tegenover den
tegenstander met eenzelfde groot ge
duld van de diepere beginselen ook
voor het staatsleven blijven spreken.
Altijd weer van voren af aan. Altijd
weer beter ook. Want de rijkdom, de
zer beginselen is onuitputtelijk.
En het is daarom, dat wij dankbaar
kunnen zijn voor het optreden van
Ds. Kersten en Ds. Lingbeek, al zijn
zij ook de personen van de droevige
figuur, zooals eenmaal een Datheen
was, zij, evenals hij, ondanks hun
groote gaven van verstand en hart.
STADSNIEUWS.
ONZE BEIDE EEUWELINGEN.
Het laatste woord van dit opschrift zal
velen onzer lezers ietwat vreemd in de
ooren klinken, want hoewel het zuiver
Nederlandsche klanken bevat, wordt het
toch in Noord-Nederland niet gebruikt.
Het is een uitdrukking uit den rijken
woordenschat van de „zcet-vloeyende
Vlaemsche taele en men duidt er mede
aan de menschen, die den honderdjarigen
leeftijd hebben bereikt. Bij ons noemt men
deze menschen doodgewoon honderdjari
gen, zooals men menschen van zestig jaar
zestigjarigen noemt, maar men zal toe
stemmen dat de Vlaamsche uitdrukking
honderd procent mooier is, niet alleen
omdat het een speciaal woord is dat een
speciale zaak aanduidt, maar bovenal om
den klankrijkdom en de rhythmische op
eenvolging der lettergrepen.
Doch te^ zake! Met onze beide eeuwelin-
gen bedoelen we de beide oudjes in onze
stad, die in 1928 den honderd-jarigen leef
tijd hopen te bereiken er waarover we j.l.
Maandag reeds een bericht hebben ge
plaatst.
We vonden deze zaak van een dergelij
ke importance, dat we geprobeerd hebben,
rneer gegevens machtig te worden over
deze laeftijd-record-houdsters in onze stad
en daarom plaatsen we in aansluiting op
ons vorig bericht hieronder een meer uit
gebreid stukje, waarin we een en ander
over den toestand en het leven van de
oudjes meedeelen.
Tot onze spijt moeten we wat betreft
Mej. G. v. L e e u w e nL aterveer, wo
nende in de Pieterskerkstraat 16, die 8
April van dit jaar een eeuw zal hebben
geleefd, zeer sober zijn in onze mededee-
lingen, dit op verzoek van de familie.
Mej. v. Leeuwen verheugt zich, in aan
merking genomen haar leeftijd, nog in
een zeer goede gezondheid. Den laatsten
tijd is ze 's nachts soms een weinig onrus
tig en daardoor overdag wel eens wat af
gemat, maar overigens is ze nog verba
zend kras en ziet er niet naar uit van
zoo hoogen leeftijd te zijn. ITaar gehoor
is nog al wat verminderd maar niet zoo,
of men kan nog heel goed met haar pra
ten en wat haar gezicht betreft, dit is nog
tamelijk goed, al heeft ze haar liefhebbe
rij om nog eens een stukje goed te naaien
eenigen tijd geleden moeten opgeven. De
eerste voorwaarde om te blijven leven, n.l.
het eten, vervult zt goed, maar ze is zoo
verstandig om alleen dat te nemen, wat
ze weet dat goed voor haar is. Ze is „zui
nig" op zichzelf, zooals onlangs een be
zoeker het uitdrukte. Ze kan zich niet be
grijpen, dat ze al zoo hoogen leeftijd heeft
bereikt, maar ondertusschen is ze er
grootsch op. Men had gedacht dat haar
man wel ouder geworden zou zijn, dan zij
maar deze is reeds tientallen jaren gele
den overleden en slechts(!) 76 jaar oud ge
worden, zoodat ook hier weer gebleken is
dat men weinig staat kan maken op een
uiterlijke gezondheid. Tenslotte moeten
we wat betreft Mej. v. Leeuwen nog zeg
gen dat de hooge leeftijd, dien zij bereikt
heeft, ongetwijfeld ook hieraan toe te
schrijven is, dat ze door haar twee doch
ters voorbeeldig wordt opgepast en „geen
dings gebrek'.' heeft, doordat deze doch
ters zoo uitmuntend haar verzorgen.
Onze andere eeuwelinge, M e j. M. W.
P 1 u—v a n E s, die 11 September a.s. den
leeftijd van 100 jaren hoopt te bereiken,
is eveneens haar ouderdom in aanmer
king genomen zeer kras. Zij woont in
het Woudendorphof, het keurige hofje in
de Vrouwenkerkkoorstraat, dat onder het
beheer staat van de Diaconie der Ned.
Herv. Gemeente alhier en het familiehofje
is van de familie Plu. Vlak tegenover onze
oude stadgenoote wonen haar zoon, de
heer J. Plu en haar schoondochter, Mej.
G. Pluvan Gelderen, die haar op liefde
rijke en hartelijke wijze verzorgen. Zoo
heeft zij haar eigen huisje en is toch niet
alleen, maar heeft den geheelen dag hulp
en toezicht.
Wij hadden het genoegen met de oude
juffrouw kennis te maken, die daar rustig
in haar stoel zat bij het raam, terwijl de
kachel lustig brandde. Zij geniet nog een
uitstekende gezondheid, trouwns zij is in
haar lange leven nooit ziek geweest. Haar
gezicht begint haar te begeven, wat op
zoo n leeftijd niet te verwonderen is, doch
haar gehoor is nog goed en men kan nog
vrij goed een gesprek met haar voeren.
Zij was vroeger toch zoo vlug, zeide zij,
en om dit toe te lichten maakt zij daarbij
een beweging met de hand. Gaarne vertelt
zij ook van de professoren, bij wie zij ge
werkt heeft, mannen, wier naam voor ons
jongeren reeds tot de historie behoort, zoo
als Prof. Abraham Kuenin, den hekenden
hoogleeraar in de Oudtestamentische we
tenschap, Prof. J. PI. Scholtcn en Prof. L.
E. W. Rauwenhoff, eveneens hoogleeraar
in de theologie en voormannen der mo
derne richting, en Trof. Th. Buys, den ju
rist, om wiens honderdsten geboortedag
te herdenken men zich juist in dezen tijd
opmaakt.
Vooral de familie Kuene-n heeft stei-ds
een groote rol in haar leven gespeeld. In
haar kamer hangen nog dé portretten van
wijlen prof. en Mevrouw Kuenen en van
hun kinderen. Zij kende Prof. Kuenen
reeds toen hij hier ter stede „gekamerd"
was en heeft meer dan een halve eeuw
voor deze familie gewerkt. En dat de we-
derzijdsche verhoudingen nog steeds van
hartelijken aard zijn, bewijst wel het feit,
dat de dochter van wijlen Prof. Kuenen
Mej. Cath. Kuenen, haar nog iedere week
komt bezoeken.
We zullen thans nog geen levensbe
schrijving geven van het oudje, maar ho
pen dit zoo God haar het leven spaart
in September a.s. te doen, doch willen
alleen nog even meedeelen, dat zij bijna
49 jaar getrouwd is geweest, en dat haar
man, die kleermaker, en ondercustos aan
het Museum van Oudheden was, in 1902
op 70-jarigen leeftijd verleden is. Zij
woonden eerst gedurende 30 jaren op den
Ouden Rijn 124, en daarna in het Wou
dendorphof, waar ze thans al 44 jaren
woont.
Mogen onze beide eeuwelingen nog eeni
gen tijd gespaard blijven en moge hun
weldra het zeldzame voorrecht ten deel
vallen, in het genot van een goede gezond
heid en temidden van hun familiekring,
hun honderdsten verjaardag te vieren!
DE LEIDSCHE EFFECTENBANK.
Op uitnoodiging van mr. J. H. E. Nord
Thomson, daarbij optredende namens een
aantal crediteuren van de Leidsche Ef-
fectenbank, heeft gistermiddag in het ge
bouw Amicitia alhier een vergadering
van crediteuren van die bank plaats ge
had. Een 15-tal gedupeerden waren tegen
woordig.
Bij den aanvang der vergadering gaf
mr. Nord Thomson in overweging, de pers
niet bij de besprekingen toe te laten, doch
om na afloop een communiqué te ver
strekken. Hiertoe werd besloten.
Van andere zijde wordt nog gemeld,
dat het in de bedoeling van belangheb
benden ligt te trachten een faillissement
te voorkomen door een bedrag van ƒ40.000
opnieuw ter beschikking der bank te stel
len. Moch het faillissement worden uitge
sproken, dan zouden de aandeelen, welke
1000 groot zijn .n waarop slechts 10 pet.
is gestort, volgestort moeten worden. Uok
om deze reden wordt getracht een faillis
sement te voorkomen.
NUTTIGE FILMS.
De Directie van het Luxor Theater aan
de Stationsweg alhier verzoekt ons mede
te deelen, dat zij voornemens is om één
avond in de week haar gewone program
ma niet te vertoonen, maar dien avond
speciaal te houden voor de vertooning van
wetenschappelijke en z.g. leerfilms. In het
bijzonder films met schitterende natuur
opnamen van alle werelddeelen, over ze
den en gewoonten van verschillende vol
keren in vreemde werelddeelen, films over
industrie, cultuur, bouwkunde door alle
eeuwen, enz. enz. (geen politieke of sexu-
eele verhandelingen).
De vertooningen van deze films zullen
zeer interessant zijn en bovendien vul
doen aan de hoogste eischen die technisch
en wetenschappelijk aan de cinemato
graphic mogen gesteld worden. Films,
waar opvoedende kracht van uitgaat, de
toeschouwers nuttig en aangenaam bezig
houden en die onze geographische kennis
in het bijzonder zullen verrijken.
Het ligt in de bedoeling van de directie
hiervoor de Donderdagavonden te benut
ten, eerst eenige avonden bij wijze van
proef en bij voldoende belangstelling dit
geregeld iedere Donderdag te herhalen.
De voorstellingen zullen openbaar zijn,
dus voor ieder tegen entréeprijs toegan
kelijk.
Besturen van vereenigingen die tegen
een gereduceerden prijs over een aantal
plaatsen voor hun leden wenschen te be
schikken worden verzocht zich tijdig in
verbinding te stellen met de directie.
NIEUWE LEERLINGEN.
Aan de scholen der Vereeniging voor
Chr. Onderwijs te Leiden bestaat weder
gelegenheid tot aangifte van leerlingen
voor het eerste schooljaar dat 1 Maart a.s.
aanvangt.
Aanmelding kan plaats hebben aan de
scholen: 'Plantsoenschool, hoofd de heer
A. J. Doorneveld; Middelstegracht 109,
hoofd de heer P. C. Zandee; Oosterstraat
16, (bij de burg Zijlsingel—Utr. Veer—Rijn
kade), hoofd de heer \V. A. Bodewes; Pas
teurstraat 2, hoofd de heer A. van der
Baan.
De leerlingen moeten op 1 Maart a.s.
den leeftijd van 5>2 jaar bereikt hebben.
Ook in hoogere leerjaren kunnen nog
enkele leerlingen geplaatst worden.
Men zie verder de advertentie in dit
blad.
ALLERGISCHE KLINIEK.
De „Tel." deelt mede, dat de herhaalde
uitbreidingen, welke de kliniek voor al
lergische ziekten van prof. dr. W. Storm
van Leeuwen ten gevolge van den enor-
men toevloed van patiënten, tijdens haar
korte bestaan moest ondergaan, de vraag
heeft doen rijzen, of een dn gelijk insti
tuut ook |lders geen reden van bestaan
zou hebben.
Op grond van deze^over veging tueft
men thans bisloten,ook te Amsterdam
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/« cent
Ingezonden Me de dee ling en dubbel tariei
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da-
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Binnenland.
Van Lear Black zal van Londen
naar Kaapstad en terng vliegen per
vliegtuig van de K. L. M.
Buitenland.
Het antwoord van Kellogg aan
Briand.
De Dnitsche rijksminister van ver
dediging Dr. Gessier gaat heem
Malversatïes bij de herstelleverin
gen.
Een klacht over niet-nakoming van
het verdrag van NeuiÜy door Bulgarije
Een nieuw ontwerp voor een En-
qelsch gebedenboek.
een allergische kliniek in te richten, wel
ke onder leiding zal komen te staan van
een der oudste artsen van de Leidsche kli
niek, dr. W. Ivremer.
Het zal evenwel nog geruimen tijd du
ren, voor deze inrichting kan worden ge
opend.
RIJKSBEURZEN.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen a.i. brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat degenen, die gedu
rende den cursus 19281929 voor eene
Rijksbeurs (renteloos voorschot), ter tege
moetkoming in de kosten van hunne stu
die, in aanmerking wenschen te komen
(met uitzondering: le. van de studenten
aan de Rijksuniversiteiten en de Techni
sche Hoogeschool, voor zoover zij reeds
één of meer examens aan die inrichtingen
hebben afgelegd, welke gegadigden hunne
aanvragen moeten richten tot curatoren
der inrichting, waarakn zij studeeren; 2e.
van hen, die aan eene inrichting ter op
leiding van onderwijzer(es) of hoofdonder
wijzeres) studeeren, en 3e. van hen, die
aan eene inrichting van kunst, studeeren)
zich hij gezegeld adres tot zijn Departe
ment moeten wenden vóór 1 April 1928.
Leerlingen van ambachtsscholen en an
dere inrichtingen voor lager nijverheids
onderwijs moeten hun adres vóór 15 Fe
bruari 1928 indienen.
Voor zoover niet vóór 1 September 1924
eene beurs werd genoten, moet uit het
request blijken, dat de belanghebbenden
bereid zijn de hun eventueel te verstrek
ken gelden te zijner t5jd terug te betalen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
ook degenen, die thans nog geen eindexa
men hoogere burgerschool of gymnasium
hebben afgelegd, doch met 1 September
1928 eene beurs wenschen voor de studie
aan eene universiteit of hoogeschool, hun
ne requesten vóór 1 April 1928 moeten in
dienen.
De adressen, welke vóór genoemde data
niet aan het Departement zijn ingekomen,
kunnen niet in behandeling worden geno
men.
Ds. G. H. BEEKENKAMP.
Ds. Beekenkamp schrijft in het „Leidsch
Predikbeurtenblad"
Ik hoop niet, dat. degenen, die het be
richt in de N. L. Courant deze week ge
lezen hebben, getiteld: „onze predikanten"
daarvan een verkeerden indruk hebben
gekregen. Want formeel was het wel juist,
wat er van ondergeteekende was meege
deeld, dat hij „op medisch advies voor-
loopig nog rust moest houden", maar wat
er niet bijstaat is, dat „hij springt op zijn
stoel", en hunkert van verlangen om weer
eens in 't publiek op te treden, en het Ra
penburg en omtrek gelukkig ook al ge
zien en betreden heeft, hoewel hij vaste-
lijk besloten is zich stiptelijk aan het „me
disch advies" te houden, en dankbaar is,
dat zoovelen van de collega's in en buiten
de stad ter wille zijn in de vervulling van
de spreekbeurten. Tevreden met uet tegen
woordige, hopen wij op het toekomende,
dat allen weer bevredigen moge.
HET KAASMEFtK.
Men deelt ons van de zijde der Vereen.
„Het Kaasmerk" mede, dat het beiicht
betreffende het ingebruik nemen van de
fabriek dezer vereeniging aan den Room-
burgenveg niet juist is. Deze fabriek is
reeds vanaf begin Juli j.l. in gebruik, al
leen zijn Maandag de vertegenwoordigers
der pers tot een bezoek uitgenoodigd om
de fabriek te bezichtigen.
Deze vertegenwoordigers der pers zijn
dan, 200 bleek ons nader, de redacteuren
of correspondenten van de verschillende
bladen op landbouw- en zuivelgebied, en
van de volgende groote bladen: Standaard,
Tijd, Telegraaf, Handelsblad en N. R. Ct.,
voorts van de plaatselijke pers hier ter
stede het „Leidsch Dagblad
Het is wel een zeer eng standpunt van
het bestuur dezer vereeniging, niet de drie
plaatselijke bladen hier ter stede uit te
noodigen, vooral omdat, zoowel de Leid
sche Courant als ons blad in landbouw-
kringen in de omgeving zeer veel lezers
hebben.