CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Oil nummer bestaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 8»,e JAARGANG ZATERDAG 14 JANUARI 1928 NUMMER 2235 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 «ITgWpig Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. i 2.50 Per week 1 0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 Droevige figuur. In het kostelijk werkje van den heer H. ile Wilde. „Om de Vrijheid", schil dert hij het drietal: Oranje, Datheen en Oldenbarneveldt, elk vertegenwoor digende een bepaalde richting. Oranje, die Overheid en Kerk ieder een eigen terrein en een zelfstandige plaats toekende. Datheen, die de heerschappij van de Kerk over de Overheid voorstond. Oldenbarneveldt die volstrekte on derworpenheid en afhankelijk van de Kerk aan de Overheid wilde. „Tragisch is'', zoo zegt de heer De Wilde, „in zekeren zin het levenseind van deze drie vermaarde mannen ge weest". Oranje werd op 51-jarigen leeftijd, op 10 Juli 1584 te Delft vermoord. In hetzelfde jaar zwierf Datheen als balling in den vreemde, kwam zelfs nog onder den invloed van de geest drijverij van David Jorisz, en overleed op 58-jarigen leeftijd, vier jaren na den dood van Oranje in een stadje in Noord Duitschland. Oldenbarneveldt eindigde zijn werk zaam leven op 70-jarigen leeftijd, op 12 Mei 1619, op het schavot. Heeft het werk van Oranje, als den Vader des Vaderlands, in ons volk dien onuitwischbaren trek van de vrij heidsliefde diep ingegrifd, het werk van de anderen heeft niet die blijven de vrucht afgeworpen. Oldenbarneveldt heeft in veel op zichten het werk van Oranje verdien stelijk voortgezet, voor wat aangaat de onafhankelijkheid en den opbouw, van den Staat; voor alles was hij eqhter eenzijdig partijman, aristocraat en autocraat zooals de heer De Wilde zich uitdrukt die alle belangen, ook die van de Kerken, ondergeschikt wil de maken aan de belangen van den Staat. "Datheen, vurig Calvinist, die veel voor de verbreiding der beginselen heeft gedaan, maar oneindig veel meer had kunnen doen, wanneer;hij wat gematigder was geweest, is wel de meest droevige figuur geworden. Datheen was een type van den fana- tieken geestdrijver, die te vuur en te zwaard voor de Gereformeerde begin selen strijdende, geen andere belijde nis daarnaast kon dulden. Met den volksmenner Hembyse heeft hij dan ook in Vlaanderen de Room- schen op ergerlijke wijze vervolgd en daardoor niet alleen het welslagen van Oranje's streven naar vrijheid en eenheid onmogelijk gemaakt, maar is ook middelijk de oorzaak geweest, dat de Gereformeerde belijdenis in België nimmer daarna vasten voet heeft kun nen krijgen. Toen na het heldhaftig verzet van de Noordelijke Nederlanden, en ken nelijk onder den zegen des Heeren, het juk van Alva eindelijk kon worden af geworpen, waren de Zuidelijke Neder landen nog volop het tooneel van het schrikbewind van den ijzeren hertog. Doch door het succes van Oranje in Holland en Zeeland, kwam ook al lengs in Vlaanderen kentering.. Dank zij de schitterende staatsmans-talen- talenten van den Prins, slaagde hij er in, het slappe bestuur in de Staten der Zuidelijke gewesten om te zetten en de Zuidelijke en Noordelijke Neder landen nader tot elkander te brengen, hetgeen vooral in de Pacificatie van Gent uitkwam. De Gereformeerde leer verbreidde zich snel en nam gaandeweg de over hand zelfs. 's Prinsen bedoeling was, de Neder landen tot een krachtige natie te ver eenigen, in staat, om tegen Spanje po sitie te kiezen. Daartoe moesten alle onderlinge verschillen overwonnen worden, maar moest ook met de onderlinge naijver tusschen Frankrijk en Spanje ten de ze rekening worden gehouden. Ware het mogelijk geweest een tijd lang de noodige rust te verkrijgen, zooals b.v. Calvijn's kerk in Straats burg, of de vluchtelingenkerk in En geland had, dan ware wellicht toen maals een blijvend succes verzekerd geweest. Helaas was die rust niet weggelegd. Onder den bekwamen Parma, zou Spanje nogmaals een aanslag smeden op de krachtige eenheid van de Neder landen, en zou trachten, de Hervor ming hier voor goed te doen misluk ken. Hadden Datheen en anderen dat ge vaar ingezien, zooals Oranje, dan zou dit plan wellicht niet gelukt zijn. Liet Oranje zich niet door uiterl ij ken voorspoed misleiden, Datheen deed dat wel. De snelle groei der re formatie sloeg hem naar het hoofd. Hartstochtelijk verzette hij zich tegen de door hem slap genoemde staatkun de van Oranje. Met anderen verbond hij zich, om op ruwe wijze tegen de Roomschen op te treden.. Was Oranje's bedoeling om Roomsch en on-Roomsch te verbinden tegen den naderenden geweldenaar, Datheen en zijn metgezellen kenden geen grenzen en stonden met alle macht den Prins tegen. Dat Datheen in deze politiek verre de mindere was van Oranje, kwam o.a. daarin uit, dat hij een huichelaar en verrader als Hembyse volkomen vertrouwde en zich door dezen liet ophitsen. Deze geslepen huichelaar toch, heeft zich niet ontzien, om in het critieke moment met Panna te heulen. Hij heeft deze daad door het verwoede volk op het schavot moeten boeten. Eerst toen het te laat was, hebben de Vlaamsche Gereformeerden leeren inzien, dat zij waren misleid. Toen was het echter te Iaat. De Roomsche bevolking koos gaarne partij tegen de tirannyseerende Gereformeerden. Datheen zelf heeft zich door de vlucht het leven gered. In Utrecht in hechtenis genomen, werd hij echter verbannen naar Duitschland. Daar heeft de man, die tweemaal de Syno de heeft gepresideerd, zijn leven moe ten slijten in het uitoefenen van de geneeskunde, omdat niemand meer van zijn prediking gediend was. Zwak keling geworden, kwam hij zelfs nog onder de bekoring van een geestdrij ver, David Jorisz. Daarover door een deputatie van de Synode onderhou den, wilde hij eerst ontkennen, maar door de overstelpende bewijzen ont maskerd beleed hij onder tranen zijn schuld Geldelijk gesteund van uit Holland, eindigde deze beklagenswaar dige man zijn leven in ballingschap te E'bing in Duitschland. De heer De Wilde, wien wij hier voor volgden, schildert ons twee oor zaken voor dit zonderling gedrag van Datheen. In de eerste plaats heeft Datheen een tijdlang gearbeid in de Paltz, on der de bevolking, die, omdat haar Keurvorst Frederik III Gereformeerd was, naar het Duitsche recht ook 'ge rekend werd nominaal tot den Gere formeerden godsdienst te behooren Hij maakte de onvergeeflijke fout, om dit ook voor de Nederlanden te willen toepassen, vergetende, dat juist hier de wettige vorst, Filips II, in tegen stelling met de Paltz, niet Geref. was en ook de bevolking gemengd was. In de tweede 'plaats was Datheen ontvankelijk voor invloeden v. buiten, vooral, wanneer deze zijn eerzucht streelden. Helaas heeft Datheen in de geschie denis navolgers. Zijn desnoods te vuur en te zwaard voorstaan, als de eenig bestaanbare, van de Gereformeerde staatkunde, heeft ook nu nog men- sclien als Ds. Kersten en anderen te pakken. Tegenover hun dwaling moet de oude en beproefde leer wederom wor den uitgestald. De groote kwesties ko men voor heel onze partij weer op den voorgrond. Wat voor onzen tijd het aller voornaamste is, wordt weer het onderwerp van aller gesprek. Wordt weer het onderwerp ook in onze pers. En zóó, dat men daarin niet ziet een academisch betoog, maar zoo, dat men gevoelt, hoe deze beschouwingen hun wortel hebben in het werkelijke leven en in de dagelijksche practijk. De wezenlijke scheidslijn op politiek gebied komt weer in al haar scherpte voor onze aandacht. Al zouden wij het niet begeeren, zelfs wij worden gedwongen ons opnieuw te bezinnen over deze heerlijke en be langrijke dingen. Laten wij het geduld nimmer ver liezen. Wij kunnen in dit opzicht niet te geduldig zijn. De Gereformeerden hebben het groot geduld, altijd den Heidelberger te verklaren van Zondag tot Zondag. Welk een groote beteeke- nis dit voor het leven heeft is niet te meten, hoezeer elke prediking ons weer tot de erkentenis brengen moet dat wij altijd ver blijven beneden den eisch, dien de Wet ons stelt. Gehoor zaamheid en ootmoed hooren bijeen. Zoo moeten wij, Antirevolutionairen èn tegenover onszelf, èn tegenover den tegenstander met eenzelfde groot ge duld van de diepere beginselen ook voor het staatsleven blijven spreken. Altijd weer van voren af aan. Altijd weer beter ook. Want de rijkdom, de zer beginselen is onuitputtelijk. En het is daarom, dat wij dankbaar kunnen zijn voor het optreden van Ds. Kersten en Ds. Lingbeek, al zijn zij ook de personen van de droevige figuur, zooals eenmaal een Datheen was, zij, evenals hij, ondanks hun groote gaven van verstand en hart. STADSNIEUWS. ONZE BEIDE EEUWELINGEN. Het laatste woord van dit opschrift zal velen onzer lezers ietwat vreemd in de ooren klinken, want hoewel het zuiver Nederlandsche klanken bevat, wordt het toch in Noord-Nederland niet gebruikt. Het is een uitdrukking uit den rijken woordenschat van de „zcet-vloeyende Vlaemsche taele en men duidt er mede aan de menschen, die den honderdjarigen leeftijd hebben bereikt. Bij ons noemt men deze menschen doodgewoon honderdjari gen, zooals men menschen van zestig jaar zestigjarigen noemt, maar men zal toe stemmen dat de Vlaamsche uitdrukking honderd procent mooier is, niet alleen omdat het een speciaal woord is dat een speciale zaak aanduidt, maar bovenal om den klankrijkdom en de rhythmische op eenvolging der lettergrepen. Doch te^ zake! Met onze beide eeuwelin- gen bedoelen we de beide oudjes in onze stad, die in 1928 den honderd-jarigen leef tijd hopen te bereiken er waarover we j.l. Maandag reeds een bericht hebben ge plaatst. We vonden deze zaak van een dergelij ke importance, dat we geprobeerd hebben, rneer gegevens machtig te worden over deze laeftijd-record-houdsters in onze stad en daarom plaatsen we in aansluiting op ons vorig bericht hieronder een meer uit gebreid stukje, waarin we een en ander over den toestand en het leven van de oudjes meedeelen. Tot onze spijt moeten we wat betreft Mej. G. v. L e e u w e nL aterveer, wo nende in de Pieterskerkstraat 16, die 8 April van dit jaar een eeuw zal hebben geleefd, zeer sober zijn in onze mededee- lingen, dit op verzoek van de familie. Mej. v. Leeuwen verheugt zich, in aan merking genomen haar leeftijd, nog in een zeer goede gezondheid. Den laatsten tijd is ze 's nachts soms een weinig onrus tig en daardoor overdag wel eens wat af gemat, maar overigens is ze nog verba zend kras en ziet er niet naar uit van zoo hoogen leeftijd te zijn. ITaar gehoor is nog al wat verminderd maar niet zoo, of men kan nog heel goed met haar pra ten en wat haar gezicht betreft, dit is nog tamelijk goed, al heeft ze haar liefhebbe rij om nog eens een stukje goed te naaien eenigen tijd geleden moeten opgeven. De eerste voorwaarde om te blijven leven, n.l. het eten, vervult zt goed, maar ze is zoo verstandig om alleen dat te nemen, wat ze weet dat goed voor haar is. Ze is „zui nig" op zichzelf, zooals onlangs een be zoeker het uitdrukte. Ze kan zich niet be grijpen, dat ze al zoo hoogen leeftijd heeft bereikt, maar ondertusschen is ze er grootsch op. Men had gedacht dat haar man wel ouder geworden zou zijn, dan zij maar deze is reeds tientallen jaren gele den overleden en slechts(!) 76 jaar oud ge worden, zoodat ook hier weer gebleken is dat men weinig staat kan maken op een uiterlijke gezondheid. Tenslotte moeten we wat betreft Mej. v. Leeuwen nog zeg gen dat de hooge leeftijd, dien zij bereikt heeft, ongetwijfeld ook hieraan toe te schrijven is, dat ze door haar twee doch ters voorbeeldig wordt opgepast en „geen dings gebrek'.' heeft, doordat deze doch ters zoo uitmuntend haar verzorgen. Onze andere eeuwelinge, M e j. M. W. P 1 u—v a n E s, die 11 September a.s. den leeftijd van 100 jaren hoopt te bereiken, is eveneens haar ouderdom in aanmer king genomen zeer kras. Zij woont in het Woudendorphof, het keurige hofje in de Vrouwenkerkkoorstraat, dat onder het beheer staat van de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente alhier en het familiehofje is van de familie Plu. Vlak tegenover onze oude stadgenoote wonen haar zoon, de heer J. Plu en haar schoondochter, Mej. G. Pluvan Gelderen, die haar op liefde rijke en hartelijke wijze verzorgen. Zoo heeft zij haar eigen huisje en is toch niet alleen, maar heeft den geheelen dag hulp en toezicht. Wij hadden het genoegen met de oude juffrouw kennis te maken, die daar rustig in haar stoel zat bij het raam, terwijl de kachel lustig brandde. Zij geniet nog een uitstekende gezondheid, trouwns zij is in haar lange leven nooit ziek geweest. Haar gezicht begint haar te begeven, wat op zoo n leeftijd niet te verwonderen is, doch haar gehoor is nog goed en men kan nog vrij goed een gesprek met haar voeren. Zij was vroeger toch zoo vlug, zeide zij, en om dit toe te lichten maakt zij daarbij een beweging met de hand. Gaarne vertelt zij ook van de professoren, bij wie zij ge werkt heeft, mannen, wier naam voor ons jongeren reeds tot de historie behoort, zoo als Prof. Abraham Kuenin, den hekenden hoogleeraar in de Oudtestamentische we tenschap, Prof. J. PI. Scholtcn en Prof. L. E. W. Rauwenhoff, eveneens hoogleeraar in de theologie en voormannen der mo derne richting, en Trof. Th. Buys, den ju rist, om wiens honderdsten geboortedag te herdenken men zich juist in dezen tijd opmaakt. Vooral de familie Kuene-n heeft stei-ds een groote rol in haar leven gespeeld. In haar kamer hangen nog dé portretten van wijlen prof. en Mevrouw Kuenen en van hun kinderen. Zij kende Prof. Kuenen reeds toen hij hier ter stede „gekamerd" was en heeft meer dan een halve eeuw voor deze familie gewerkt. En dat de we- derzijdsche verhoudingen nog steeds van hartelijken aard zijn, bewijst wel het feit, dat de dochter van wijlen Prof. Kuenen Mej. Cath. Kuenen, haar nog iedere week komt bezoeken. We zullen thans nog geen levensbe schrijving geven van het oudje, maar ho pen dit zoo God haar het leven spaart in September a.s. te doen, doch willen alleen nog even meedeelen, dat zij bijna 49 jaar getrouwd is geweest, en dat haar man, die kleermaker, en ondercustos aan het Museum van Oudheden was, in 1902 op 70-jarigen leeftijd verleden is. Zij woonden eerst gedurende 30 jaren op den Ouden Rijn 124, en daarna in het Wou dendorphof, waar ze thans al 44 jaren woont. Mogen onze beide eeuwelingen nog eeni gen tijd gespaard blijven en moge hun weldra het zeldzame voorrecht ten deel vallen, in het genot van een goede gezond heid en temidden van hun familiekring, hun honderdsten verjaardag te vieren! DE LEIDSCHE EFFECTENBANK. Op uitnoodiging van mr. J. H. E. Nord Thomson, daarbij optredende namens een aantal crediteuren van de Leidsche Ef- fectenbank, heeft gistermiddag in het ge bouw Amicitia alhier een vergadering van crediteuren van die bank plaats ge had. Een 15-tal gedupeerden waren tegen woordig. Bij den aanvang der vergadering gaf mr. Nord Thomson in overweging, de pers niet bij de besprekingen toe te laten, doch om na afloop een communiqué te ver strekken. Hiertoe werd besloten. Van andere zijde wordt nog gemeld, dat het in de bedoeling van belangheb benden ligt te trachten een faillissement te voorkomen door een bedrag van ƒ40.000 opnieuw ter beschikking der bank te stel len. Moch het faillissement worden uitge sproken, dan zouden de aandeelen, welke 1000 groot zijn .n waarop slechts 10 pet. is gestort, volgestort moeten worden. Uok om deze reden wordt getracht een faillis sement te voorkomen. NUTTIGE FILMS. De Directie van het Luxor Theater aan de Stationsweg alhier verzoekt ons mede te deelen, dat zij voornemens is om één avond in de week haar gewone program ma niet te vertoonen, maar dien avond speciaal te houden voor de vertooning van wetenschappelijke en z.g. leerfilms. In het bijzonder films met schitterende natuur opnamen van alle werelddeelen, over ze den en gewoonten van verschillende vol keren in vreemde werelddeelen, films over industrie, cultuur, bouwkunde door alle eeuwen, enz. enz. (geen politieke of sexu- eele verhandelingen). De vertooningen van deze films zullen zeer interessant zijn en bovendien vul doen aan de hoogste eischen die technisch en wetenschappelijk aan de cinemato graphic mogen gesteld worden. Films, waar opvoedende kracht van uitgaat, de toeschouwers nuttig en aangenaam bezig houden en die onze geographische kennis in het bijzonder zullen verrijken. Het ligt in de bedoeling van de directie hiervoor de Donderdagavonden te benut ten, eerst eenige avonden bij wijze van proef en bij voldoende belangstelling dit geregeld iedere Donderdag te herhalen. De voorstellingen zullen openbaar zijn, dus voor ieder tegen entréeprijs toegan kelijk. Besturen van vereenigingen die tegen een gereduceerden prijs over een aantal plaatsen voor hun leden wenschen te be schikken worden verzocht zich tijdig in verbinding te stellen met de directie. NIEUWE LEERLINGEN. Aan de scholen der Vereeniging voor Chr. Onderwijs te Leiden bestaat weder gelegenheid tot aangifte van leerlingen voor het eerste schooljaar dat 1 Maart a.s. aanvangt. Aanmelding kan plaats hebben aan de scholen: 'Plantsoenschool, hoofd de heer A. J. Doorneveld; Middelstegracht 109, hoofd de heer P. C. Zandee; Oosterstraat 16, (bij de burg Zijlsingel—Utr. Veer—Rijn kade), hoofd de heer \V. A. Bodewes; Pas teurstraat 2, hoofd de heer A. van der Baan. De leerlingen moeten op 1 Maart a.s. den leeftijd van 5>2 jaar bereikt hebben. Ook in hoogere leerjaren kunnen nog enkele leerlingen geplaatst worden. Men zie verder de advertentie in dit blad. ALLERGISCHE KLINIEK. De „Tel." deelt mede, dat de herhaalde uitbreidingen, welke de kliniek voor al lergische ziekten van prof. dr. W. Storm van Leeuwen ten gevolge van den enor- men toevloed van patiënten, tijdens haar korte bestaan moest ondergaan, de vraag heeft doen rijzen, of een dn gelijk insti tuut ook |lders geen reden van bestaan zou hebben. Op grond van deze^over veging tueft men thans bisloten,ook te Amsterdam ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/« cent Ingezonden Me de dee ling en dubbel tariei Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da- gelijks geplaatst ad. 40 cents Binnenland. Van Lear Black zal van Londen naar Kaapstad en terng vliegen per vliegtuig van de K. L. M. Buitenland. Het antwoord van Kellogg aan Briand. De Dnitsche rijksminister van ver dediging Dr. Gessier gaat heem Malversatïes bij de herstelleverin gen. Een klacht over niet-nakoming van het verdrag van NeuiÜy door Bulgarije Een nieuw ontwerp voor een En- qelsch gebedenboek. een allergische kliniek in te richten, wel ke onder leiding zal komen te staan van een der oudste artsen van de Leidsche kli niek, dr. W. Ivremer. Het zal evenwel nog geruimen tijd du ren, voor deze inrichting kan worden ge opend. RIJKSBEURZEN. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen a.i. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat degenen, die gedu rende den cursus 19281929 voor eene Rijksbeurs (renteloos voorschot), ter tege moetkoming in de kosten van hunne stu die, in aanmerking wenschen te komen (met uitzondering: le. van de studenten aan de Rijksuniversiteiten en de Techni sche Hoogeschool, voor zoover zij reeds één of meer examens aan die inrichtingen hebben afgelegd, welke gegadigden hunne aanvragen moeten richten tot curatoren der inrichting, waarakn zij studeeren; 2e. van hen, die aan eene inrichting ter op leiding van onderwijzer(es) of hoofdonder wijzeres) studeeren, en 3e. van hen, die aan eene inrichting van kunst, studeeren) zich hij gezegeld adres tot zijn Departe ment moeten wenden vóór 1 April 1928. Leerlingen van ambachtsscholen en an dere inrichtingen voor lager nijverheids onderwijs moeten hun adres vóór 15 Fe bruari 1928 indienen. Voor zoover niet vóór 1 September 1924 eene beurs werd genoten, moet uit het request blijken, dat de belanghebbenden bereid zijn de hun eventueel te verstrek ken gelden te zijner t5jd terug te betalen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat ook degenen, die thans nog geen eindexa men hoogere burgerschool of gymnasium hebben afgelegd, doch met 1 September 1928 eene beurs wenschen voor de studie aan eene universiteit of hoogeschool, hun ne requesten vóór 1 April 1928 moeten in dienen. De adressen, welke vóór genoemde data niet aan het Departement zijn ingekomen, kunnen niet in behandeling worden geno men. Ds. G. H. BEEKENKAMP. Ds. Beekenkamp schrijft in het „Leidsch Predikbeurtenblad" Ik hoop niet, dat. degenen, die het be richt in de N. L. Courant deze week ge lezen hebben, getiteld: „onze predikanten" daarvan een verkeerden indruk hebben gekregen. Want formeel was het wel juist, wat er van ondergeteekende was meege deeld, dat hij „op medisch advies voor- loopig nog rust moest houden", maar wat er niet bijstaat is, dat „hij springt op zijn stoel", en hunkert van verlangen om weer eens in 't publiek op te treden, en het Ra penburg en omtrek gelukkig ook al ge zien en betreden heeft, hoewel hij vaste- lijk besloten is zich stiptelijk aan het „me disch advies" te houden, en dankbaar is, dat zoovelen van de collega's in en buiten de stad ter wille zijn in de vervulling van de spreekbeurten. Tevreden met uet tegen woordige, hopen wij op het toekomende, dat allen weer bevredigen moge. HET KAASMEFtK. Men deelt ons van de zijde der Vereen. „Het Kaasmerk" mede, dat het beiicht betreffende het ingebruik nemen van de fabriek dezer vereeniging aan den Room- burgenveg niet juist is. Deze fabriek is reeds vanaf begin Juli j.l. in gebruik, al leen zijn Maandag de vertegenwoordigers der pers tot een bezoek uitgenoodigd om de fabriek te bezichtigen. Deze vertegenwoordigers der pers zijn dan, 200 bleek ons nader, de redacteuren of correspondenten van de verschillende bladen op landbouw- en zuivelgebied, en van de volgende groote bladen: Standaard, Tijd, Telegraaf, Handelsblad en N. R. Ct., voorts van de plaatselijke pers hier ter stede het „Leidsch Dagblad Het is wel een zeer eng standpunt van het bestuur dezer vereeniging, niet de drie plaatselijke bladen hier ter stede uit te noodigen, vooral omdat, zoowel de Leid sche Courant als ons blad in landbouw- kringen in de omgeving zeer veel lezers hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1