CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Oit nummer bestaat uil TWEE Bladen EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 8»'o JAARGANG VRIJDAG 13 JANUARI 1928 NUMMER 2234 Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Verheugend initiatief. Het Verbond van Nederlandsche Werkgevers heeft aan de vier groote vakbonden van werknemers, een brief geschreven, waarin ten eerste wordt betreurd de weinige samenwerking van werknemers en werkgevers en ten tweede een gemeenschappelijke bespreking van dit vraagstuk wordt voorgesteld. Reeds werd door een der aange schreven organisaties, n.l. door het Nederl. Verbond van Vakvereenigin- gen (N.V.V.) geantwoord met een be reidverklaring tot deze samenspre- king. Het is te hopen, dat ook de andere organisaties tot deze samenspreking rich bereid verklaren. Hier toch ligt de kiem van hetgeen in onze tegenwoordige sociale verhou dingen als een noodzakelijk, maar tot heden onbereikbaar ideaal wordt er kend. Hoewel het gildewezen in vorige eeuwen veel had dat niet tot de be geerlijke maatschappelijke verhou dingen gerekend moet worden, was er toen toch een gerepeld contact waarin de beide partijen voortdurend op elkanders wederzijdsche bereid willigheid waren aangewezen. In onze eeuw hebben wij steeds meer gekregen een hoe langer hoe verder van elkander verwijderd staan van de partijen. In de massale kracht, eenerzijds van het kapitaal, dat het uit kan houden, en aan de andere zijde in stevige organisatie, die in het allen voor één een machtig verweer middel vond, werd heil gezocht. Wederzijds werd gestreefd naar een machtspositie die op strijd was aan gewezen. Daarnaast verwachtte men in een wettelijke regeling van boven af een duurzamen vrede, althans be slechting van geschillen. Thans wordt van werkgeverszijde een poging gedaan om toenadering te verkrijgen. In de Nederl. Werkgever werd oen artikel geschreven ter inleiding van deze pogingen. Daarin werd de ver zuchting geslaakt, dat van overleg en samenwerking niets of weinig te recht komt, wanneer alles van boven af wordt geregeld, en dat op die wijze zelfs alle sociale gezindheid wordt gedood. Alle ethische elementen, die in het bedrijfsleven werkzaam zijn, komen in verdrukking, en het zoo gewenschte onderlinge vertrouwen tusschen werkgevers en werknemers wordt in de kiem gesmoord. Erger nog: elke nieuwe maatregel van dien aard versterkt de overtuiging bij de arbeiders, dat zonder wetsdwang van de ondernemers niets ten goede te verwachten is. De redactie van het orgaan richtte in dit opzicht haar oog op Engeland, waar moed- en hoop gevende teekenen waren te bespeu ren, in zoover men daar doör over leg en samenwerking tusschen de or ganisaties van werkgevers en arbei ders den vrede in de industrie wil trachten te verzekeren en van over heidswege dit streven wordt toege juicht, terwijl niet, zooals tot dusver hier te lande, de toenadering afstuit op het zaaien van wantrouwen in de bedoelingen der ondernemers. Hier wordt inderdaad een teere snaar aangeroerd. Hoe zegenrijk of de Overheidsbemiddeling ook moge gewerkt hebben en nog werkt, ideaal kan het niet zijn. Zonder overdreven verwachtingen te koesteren mogen wij toch het denkbeeld zelf een verheugend ver schijnsel noemen. V Baarlijke onzin. Werd Amsterdam indertijd geze gend met een „Had je me maar"-ge- meenteraadslid en Rotterdam met zijn „Rapaljaan"-dito, thans heeft Haarlem een dergelijk type, dat een bespotting moet brengen voor de ge meentelijke regeering. In een dezer dagen gehouden raads vergadering, verwekte bij de behan deling der begrooting deze edelacht bare, het lid der anti-stemdwangpar- tij, de heer Oversteegen, groote op schudding. Deze hield ongeveer het volgende betoog: „En ik zeg dat er genoeg bezuinigd kan worden, want ik zie kans, op de politie zóó 10.000 of 20.000 te be zuinigen. De politie is gewoon een onding!" (Gelach). „Alle halfjes en centen die te veel worden uitgegeven, komen uit de li chamen der arbeiders". (Vroolijkheid) Na uitvoerig betoogd te hebben dat de wethouders te veel verdienen, ver volgde hij: „En nu meneer de voorzitter, nu kom ik bij u. Ik vind het niet noodig dat de burgemeester „opslag" krijgt omdat de gemeente een beetje grooter geworden is. Als het nu iemand was die het noodig had, nou ja, dan zou 'k royaal wezen. Maar hij laat een huis zetten van 48000; dus is er over!" (Interrupties en gelach). „Wij hebben in de gemeente nog een instelling die niet deugt: het Bur gerlijk Armbestuur. Is het niet treurig dat de werkloo- zen niet net zooveel verdienen als menschen die werken?" (Groote vroo lijkheid). „Ik wil alleen nog maar zeggen, dat de werkloozen het net zoo goed mogen hebben als jullie en dat hun „digestie"-apparaat precies zoo werkt als jullie's! Er moet anders gehol pen worden, anders zullen Overstee gen en zijn kornuiten het doen, maar op hun manier". Eerst op klompen en met een Imo gen hoed op naar het stadhuis. Dan bij de behandeling der begrooting zoo'n optreden, 't Is fraai! Gelukkig is het politieke leven van dit soort niet erg taai. Maar het feit dat men menschen afvaardigt die zoo spreken willen en waarvan men verwacht dat zij zoo spreken zullen, is teekenend. Wanneer Oversteegen en kornuiten het zouden moeten doen zouden we spoedig een zonderlinge chaos bele ven. V Geen van beide. De heer Kleerekoper, die in „Het Volk" oproerige krabbels schrijft kan soms aangrijpend schoon zijn onder werp voorstellen. Wat dunkt LT van het volgende: „Toen de neger, die Dinsdagavond in het Concertgebouw zong, door het publiek eindeloos teruggeroepen, tot een toegift was gedwongen, gaf hij zich zelf op den vleugel den toon aan, en zong zonder begeleiding een gees telijk negerlied. Een der oudste, zoo als hij vooraf mededeelde, die er be staan. Hij droeg het voor met een in vroom gepeins samengetrokken ge laat. Het was alsof hij bad en door zijn gebed in steeds stijgende ver voering geraakte. En toen het lied uit was, liep hij anders dan hij tot dus verre had gedaan ijlings weg als om de bekende klettering van het storende handgeklap vóór te zijn. Vergeefs! De hoogere standen, die de dito toegangsprijzen bekostigd had den, lieten zich hun recht niet nemen, en rumoerden gelijk van beschaafde blanken in kunstextase naar recht en reden mag worden verwacht Wat zong dan de neger? Hij zong ons de kruisiging van Christus. Fase na fase beleefden wij de marteling van den Heiland. De vastnageling aan het hout, de lans- stoot in de zijde, het neerzinken van het hoofd, het geven van den geest. En telkens onderbrak de zanger zijn verhaal der smarten met denzelfden regel: „En hij zeide geen gestameld woord. Geen wooord, geen w o o r d." Deze zwijgende berusting was blijk baar het groote en schoone in den kruisdood voor de negers. Dit nu was hierom zoo ontroerend, omdat Chris tus volstrekt niet zwijgende is ge storven, maar met een kreet van menschelijke wanhoop, welke in rampzaligheid al het voorafgaande in de schaduw stelde. Maar het was de neger, die den zwijgzamen kruisdood -van zijn ras, door de Westerlingen uitgemoord, als een noodlot-in-lijd- zaamheid bezong. Want de mensch schept zich het beeld van zijnen God naar zijn eigen gelijkenis. En het applaus der opgetogen Wes terlingen kletterde, als het neerzetten van geweren, die hun vuursalvo heb ben afgegeven. De heer Kleerekoper eindigt met de vraag: Wat de neger daarbij ge dacht heeft? Wij zouden willen antwoorden, dat hij vermoedelijk zoowel innerlijke af keer van het niet begrijpen als mede lijden zal hebben gevoeld. Dat weet de heer K. ook wel; een man van zijn zielestemming voelt dit aan. Gelukkig dat in Schriftgeloovige kringen een "dergelijke voordracht ook met stille ontroering wordt aan gehoord en niet ontwijd door applaus Maar noch de neger-zanger, noch de heer K. hebben juist weer gegeven hoe het kruislijden van onzen Hei land moet geweest zijn. Of liever zij namen er beiden een stuk van waar. Stille namelooze smart en schreeu wende wanhoopsklacht paarden zich aan een ongeschokt Godsvertrouwen. Ook in het lijden betoonde zich on ze Heiland de God-mensch die het lijden in al zijn diepte doorvoelde, maar ook met goddelijke majesteit beheerschte. Daarom vindt de heer Kleerekoper ook ons aan zijn zijde in de veroor deel !ng van het daverend handge klap na zoo'n zang, maar om diepere oorzaak. Aanbidding gaat niet met handgeklap gepaard. STADSNIEUWS. PRINSES JULIANA. Prinses Juliana zal in verband met de hervatting der colleges Maandag 23 dezer weer haar villa's te Katwijk aan Zee betrekken. GEMEENTERAAD. Naar wij vernemen zal de eerst vol gende vergadering van den Gemeen teraad plaats hebben op Maandag 23 Januari a.s., des middags 2 uur. HOLLANDSCH VOCAAL-KWARTET. Bernard Zweers heeft soms bij zijn leven heel mooie dingen gezegd. Alle instrumenten, zoo redeneerde hij, zijn door den mensch gemaakt en door de vindingrijkheid der menschen ons ge geven. Maar de stem in de borst des menschen is het eenige instrument door God Zelf gegeven, daarom is dit instrument in zichzelf reeds volmaak ter dan welk menschenwerk ook. En in de tweede plaats ligt' de stem vlak bij het hart; zij is het gevoeligst voor al de emoties, welke in het hart leven. Neem een viool of een piano en de aandoeningen moeten hun weg nemen door polsen en vingers en door de technische kanalen worden overge bracht. Neem blaasinstrumenten, en de luchtwegen, die den toon voort brengen zijn langer en het mechaniek is dood. Maar de stem ligt bij 't hart en leeft en reageert onmiddellijk. Deze opmerkingen zijn, dunkt ons, onaanvechtbaar. Daarom zullen zelfs menschen, die onmuzikaal zijn, of ten minste weinig muzikaal ontwikkeld, gewoonlijk nog de meeste belangstel ling toonen voor den zang. Bovendien: de zang geeft het woord en met het woord de gedachte. De ontroering wordt er, vooral bij ongeschoolden, eerder door gewekt, dan door instru mentale muziek. Logisch ligt dit voor de hand en de feiten bevestigen het. Er is geen mensch, die niet gaarne een lied hoort van een mooie, welluiden de stem. Het individueele komt er zoo sterk door tot uitdrukking en juist uit het individueele spreekt zoo verrassend soms het algemeen men schelijke. En hoeveel te meer kleur hebben de voorgaande opmerkingen, wanneer we nu in het bijzonder denken aan het Hollandsch Vocaal-kwartet. Vier stemkunstenaars, wier adem en zangtechniek in de uiterste perfec tie is verzorgd; vier innig-muzikale menschen, behoorend tot de kleine uitgelezen schare van Holland's beste kunstenaars; vier sympathieke figu ren, die het tot een achtenswaardige eenheid van kunstzinnig begrip heb ben gebracht en daarom tot een innig doorleefde harmonie van uitbeelding. Want vier voortreffelijk geschoolde menschen vormen nog maar niet zoo een kwartet. Dit vereischt weer een studie, een scholing van hooger orde, waarover men niet te licht mag den ken. De persoonlijkheden moeten zich uit kunnen leven in den zang en zich tevens gebonden weten aan de ande ren. Dat nu hebben Mej. Mia Peltenburg, sopraan; Mevr. Suze Luger, alt, en de heeren Louis van Tulder. tenor en Jan Dekker, bas, onder leiding van Louis van Tulder, in enkele jaren tijds be^ reikt. Een ensemble is gevormd, dat een weelde van klankschoon weet te ont wikkelen en ons weer opnieuw heeft laten hooren, hoe mooi vocalen en consonanten zijn; dat de beteekenis van het woord, het woordbegrip, in zijn zuiverheid tot ons doet komen door het klankgehalte; dat een door leefde voordracht geeft van alles, wa^ het programma te genieten gaf.. Dit zeer moeilijke programma was met zorg en smaak samengesteld, op zichzelf reeds een onderwerp van kunstzinnige waardeering. Aan de samentselling van 'n programma her kent men gewoonlijk reeds den artis- tieken zin van concertgevers. Een drietal Oud-Hollandsche liede ren, bewerkt door Florimont van Duy- se. vormden de inleiding. En hierbij viel op, hoe licht en rhythmisch deze liederen zijn. Daarna een madrigaal van Palestrina, waarin men onmid dellijk diens klaar-diatonische contra- puntiek herkent. Alles beweegt zich in horizontaal-canonische lijnen en boeit meteen door vlekkelooze harmo nieën. Niet licht zal men de reine voor dracht van dit werk met het orgelend wegstervend slotaccoord vergeten. Michael Haydn's „Tenebrae facta sunt" klonk immaterieel en was een wonder van teere klankschoonheid. Na Mozart's „Ave Vervim" kwamen eerst een drietal Engelsche vocalisten uit de 16de eeuw aan de beurt, met 'n drietal fijrie polvphone werkjes van Thomas Thomkins, Thomas Morley en William Byrd. den „Engelschen Pales trina'. En wel zeer bijzonder is inder daad diens „Ave Verum", een voor treffelijk meesterwerk, vol diepte van gevoel en schoone rijkdom van melo dische uitbeelding. En na deze religieuze werken weer een viertal wereldlijke van Franschen en Vlamingen: Claude le Jeune, Cle ment Jannequin, Orlondo di Lasso en Hubert Waelrant. Wereldlijk zijn deze werkjes, maar hoe voornaam van allure en, in het geestige genre, hoe fijn van uitbeel ding. Wat kenden de oude vocalisten de grenzen en mogelijkheden der stem op hun duimpje. Na de pauze twee werken van Da rius Milhaud. Zijn „Eloge" is weer zoo'n frappant bewijs, dat de oude to- naliteits-opvatting sinds de 16de eeuw in Frankrijk ongerept is gebleven, ter wijl ze zich met de meest moderne op vattingen laat vereenigen. Milhaud heeft hier een koorwerk van buitengemeen klankschoon gege ven, met tal van fijne nuances en sug gestieve wendingen. Zijn „Le Brick", dat vooral rhythmisch zulke hooge eisclien stelt, schijnt ons meer instru mentaal gedacht. Zeer hooge eischen, omdat het zoo teer is, en zich bijna geheel beweegt in fragiele nuances, stelt Debussy's „Dieu, qu'il la fait 'bon regarder'. Met het Hollandsche lied begonnen, met het Hollandsche lied geëindi/.l het laatste een magistraal meester werk. „Den Uil" is een Oud-Hol- landsch liedje, van tragi-comischen inhoud, dat door Alphons Diepen- brock vierstemmig is gecomponeerd. Oer-geestig is deze compositie en te vens grootsch, zooals alleen een genie het geestige kan uiten in grootsche verhoudingen. De stampvolle Gehoor zaal werd er door tot enthousiasme opgezweept en het kwartét gaf een gedeeltelijke herhaling. Dit heele, moeilijke, programma is niet alleen met uiterlijken glans, maar tevens met innerlijke muzikaliteit ten uitvoer gebracht. Alles viel te loven! De Leidsche Kunstkring „Voor Al len" moge zich gelukkig rekenen, wan neer zij het Hollandsch Vocaal-kwar tet een volgend seizoen opnieuw kan engageeren. Ze heeft eer van haar keuze gehad. CHRISTELIJKE FRÖBELSCHOOL. Heerensingel 28. Men schrijft ons: „Wat doen jullie daar toch met die kleuterszoo vraagt menigeen de onderwijzeressen dezer school. „Hoe houden jullie ze toch een geheelen dag bezig?" Ja dat is moeilijk om in een paar woorden te zeggen. En al werden die paar woorden een paar honderd, niet iedereen zou het direct begrijpen. Daarom: Gaat het eens zien. Met eigen oogen. Een geheele lieve na middag lang. En wel Dinsdag van 2 tot 4 uur. Dan is er Openbare Les voor ouders en alle belangstellenden, gehouden van het werk der kinderen op Donderdagmiddag van 3^—5 en des avonds voor degenen, die 's middags niet kunnen, van 7—9 uur. Wat klinkt dat vreemd, hè: het v.crk der kinde ren. Toch is het zoo. Alles wat daar in een 3-jarigen cursus gemaakt wordt, zult gij er vinden en gij zult verbaasd staan over wat die dames aan zulke kleine k'euter? kunnen lee- ren. Ons Christelijk fröbelonderwijs moet vooruit. En het gaat ook voor uit. Maar alleen dan hard genoeg als de ouders er belang in gaan stellen. Welke ouders? Alle Chr. ouders zonder onderscheid. Komt U daarvan Dinsdag of Donderdag overtuigen. NAAR HET LAND VAN DE MIDDERNACHTZON. Gisteravond werd vanwege den Ne derl. Christenvrouwenbond, in de groote zaal van 't Nut van "t Alge meen, de derde lezing gehouden in dit seizoen, ditmaal door Dr. J. G. van Es, die bij lichtbeelden sprak over:,, Het land van de Middernachtzon". De bijeenkomst stond onder leiding van Dr. J. Riemens. De eigenlijke presidente, Mevr. Rie- mens-Coolsma, merkte op, dat Dr. Rie mens haar president weer was, waar om ze hem vroeg de leiding voor de zen avond op zich te nemen. Nadat gezongen was Ps. 95 vs. 2 en gelezen enkele verzen uit Psalm 104, ging Ds. Riemens voor in gebed, waar na hij Dr. van Es hartelijk welkom heette en hem dankte, dat hij, on danks zijn drukke practijk, nog een paar uur had kunnen losmaken om dezen avond op te treden. Dr. van Es begon met op te mer ken, dat het woord lezing wel een beetje al te mooi is voor de causerie, die hij zal houden. Beter is het te zeg gen: praatjes bij plaatjes. Spr. gaf daarna allereerst eenige al- gemeene gegevens over Noorwegen. Het land van de Middernachtzon be hoort tot het Skandinavische schier eiland en is ongeveer acht maal zoo ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 227» cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Buitenland. De eerste conferentie voor tie Indus- tiieelen vrede in Engeland. Sovjet-tentoonstelling te Brnssel door nationalistische jongelieden ver nield. De Fransche communistische Ka merleden Cachin en VaillantCoutu rier gearresteerd. De ministercrisis in Letland £s op gelost. groot als Nederland. Het is echter veel dunner bevolkt, want 't telt over die groote uitgestrektheid slechts 2 A mil- lioen inwoners. Dit maakt het reizen natuurlijk zeer mooi. De bergen in Noorwegen zijn van een hoogte van 1500 a 1600 M. Daar 't land veel Noor delijker ligt is het er kouder dan bij ons. Bovendien is het klimaat minder goed. In Bergen regent het gewoonlijk 355 dagen van het jaar. De bodem be staat uit geweldig hard graniet. Het merkwaardigen van het land zijn zijn fjorden, die diep in het land insnijden en rondom begrensd worden door hon derden meters hooge granietrotsen. Tevens treft men er aan verbazend groote gletschers. Dat het land zoo dun bevolkt is, komt hoofdzakelijk door het weinige levensonderhoud, dat men er vindt. Men vindt er kleine boerderijtjes en leeft overigens vooral van de vissche- rij. Verder treft men er aan weverijen, terwijl de Noren ook zeer goede zee lieden zijn. De planten en dierenwereld houdt verband met de lage temperaturen. Vruchten worden in Noorwegen heel weinig geteeld en men vindt er slechts dieren, die' de koude goed kunnen ver dragen. 'Wat de verkeerswegen betreft, deze kunnen in Noorwegen slechts met groote moeite worden aangelegd, zoo als ook de spoorwegen, vanwege den harden bodem. Met het houweel kan men niets tegen het harde graniet be ginnen. Alles moet men laten sprin gen met dynamiet. Naast den trein maakt men in Noorwegen gebruik van kleine karretjes, die veel gelijken op onze sjeesen en verder van de auto's, Men treft er zeer goede chauf feurs aan, die volkomen berekend zijn voor hun taak, om de auto veilig langs de diepe afgronden over smalle wegen te voeren. Na deze algemeene gegevens vertel de spr. op een prettige wijze bij een groot aantal lantaarnplaatsjes over de reis, die hij met een klein gezel schap eenigen tijd geleden naar Noor wegen heeft gemaakt Schitterend wa ren de natuurtafereelen, die spreker ons op het witte doek liet zien. Al de eigenaardigheden van het land kwa men prachtig uit. De typische houten huizen en hotels, de eigenaardige klee derdrachten, vele landelijke gebruiken enz., enz., werden duidelijk door Dr. van Es gedemonstreerd en bij het aan schouwen van de plaatjes en het hoo ren vertellen over het mooie, aan na tuurmonumenten rijke Noorwegen, zal menigeen de lust bekropen hebben om ook eens een bezoek te brengen aan dit schoone land. Het was alles hij elkaar genomen 'n zeer mooie avond en de afd. Leiden van de Ned. Christenvrouwen Bond heeft weer bewezen, dat het haar wel toevertrouwd is dergelijke avonden te organiseeren. DE ZORG VOOR DE WERKLOOZEN. Gistermiddag is in het gebouw Patri monium een vergadering van den Leld- schen Chr. Besturenbond met de werkloo zen der aangesloten organisaties gehou den, waar als spreker optrad de voorzitter de heer J. B. H. Grotenhuis met het on derwerp: De zorg voor de werkloozen. De bovenzaal was geheel gevuld. De heer Grotenhuis opende de vergade ring, las Jesaja 40:2631, en sprak daar na een openingswoord, waarin hij protes teerde tegen het ingezonden stuk in het neutrale dagblad hier ter stede over den onlangs gehouden Filmavond van den Be sturenbond. Wanneer de zaak zoo stond, als daarin gezegd wordt, wanneer het ge bed en de lezing van Gods Woord dien avond niet op haar plaats waren, wanneer het grootste gedeelte onzer menschen daar hadden gezeten met zinnelijken lust, zoo als klaarblijkelijk de schrijver van bedoeld stuk gedaan heeft, dan zou spr. een der gelijke vergadering niet hebben willen presideeren. Spr. zal overigens op dit ingezonden stuk niet terugkomen, doch wilde in deze eerste vergadering van den Besturenbond na den filmavond dit woord van protest niet achterwege houden. Spr. gaf vervolgens de leiding der verga dering over aan den secretaris, den beer J. Slegtanhorst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1