CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 8,,e JAARGANG WOENSDAG 11 JANUARI 1928 NUMMER 2232 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaalf 2.50 Per week1 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 /"QrWW Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/i cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei Bij contract belangrijke reductie - Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Dil nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Wetenschappelijk anti-gods dienstig. Van Communistische zijc'-» wordt thans, anders dan eenige jaren geleden, nie* meer met strengj oede opgetreden te gen den godsdienst. De taaie Russische boer bleek te zeer aan 2i„n zij het ook eenvoudig geloof gehecht om dit geheel uit te roeien. Omgtkeerd eeft het Com munisme den Rmsischen boer fé zee noodig en moet hem naar de oogen zien. Langzamerhand her ft men dan ook de vervolgingen gestaakt en is ieder vrij in het belijden van zijn geloof. Maar de staat is godsdienstloos. Het staatsapparaat is ingesteld om de godl-ochenarij te propa- geeren. Godsdienstonderricht g?ven is ver boden. maar propaganda maken tegen den godsdienst, is niet alleen geoorloofd, doch wordt door de Sovjet-heerschers krachtig gesteund. T-Toe die anti-g dsdienstige pro paganda gevoerd wordt. Miikt wel zeer duidelijk uit een Lrief, welken de com munistische .Tribune" uit Mockou ont ving en in haar blad van 3 Januari af drukt. De bolsjewistische correspondent vertelt baar-fijn en met duivelscb genot, boe er aan de ontkerstening gewerkt wordt. Zijn verbaal is karakteristiek genoeg om het letterlijk af te drukken: „Wit begeven ons naar de club „Tivoli". Een partiigenoot houdt voor ongeveer dui zend toehoorders, meest metaalarbeiders met. hun gezinnen, een groote anti gods dienstige rede. Hij begint met de uiteen zetting. hoe de verschillende voorstellin gen van een goddelijk wezen zijn ont staan .bij de oervolken, de oude Grieken, de Joden en de Christenen, en zet dan op een geestige manier uiteen, hoe de bijbel zichzelf tegenspreekt op menigerlei ge bied. om ten slotte over te gaan i,ot. een wetenschappelijke beschouwing van de mensehelijke ontwikkelingsgeschiedenis." Wat een wetenschap! F.en bijbel die zich tegenspreekt, wordt hier gezegd, en dat in een tijd. waarin slag op slag het bijbelverhaal wordt be vestigd. Wat de wetenschap niet kan doet de spot. Lukt het niet, om door dergelijke we tenschappelijke voordrachten de geloovi- gen hun geloof te ontnemen, door spot en hoon bereikt men meer. Dezelfde briefschrijver gaat voort en legt: „Vervolgens kwam er een anti-godsdien stige poppenkast-voorstelling, die uitne mend voldeed. Als een sluwe, smerige en „Russki Gorki" (Russische bitter) drinken de Priester Jan Klaassen een dom-geloo- vige boerin door haar vroomheid en haar religieus bijgeloof bij den neus neemt, en haar de laatste kopeke uit den zak weet te halen, dan schudt heel de' zaal van het lachen. Het slot van den cvond wordt overgelaten aan het initiatief en aan de zelfstandigheid van de gasten. Vroolijke massa- en solo-zang wisselen af met hu moristische en ernstige voordrachten, met geïmproviseerde, anti-religieuse gesprek ken tusschen pope, boer en arbeider, tus schen een communist en zijn geloovlge vrouw. enz. In ongeveer 250 arbeiderscli bs in Mos kou, werd op een dergelijke wijze voor een half millioen toeschouwers de „heili ge" avond gevierd. Het Kerstfeest wordt in de eerste plaats door de Jeugdorgani satie der communisten, loor de organisa tie van de „goddeloozen" en door de pio niers benut voor anti religieuse propa ganda. Deze campagne duurt tot aan den tienden Januari, opdat ook de „rechtge- loovige" vierders van- den Kerstdag, die nog aan den ouden kalender vasthouden, kunnen worden bewerkt". Is het wonder, dat. met een dergelijke intense anti-godsdienstige propaganda in de Russische steden geen geloovigen meer gevonden worden? Hier heeft het Communisme inderdaad een vreeselijk succes bereikt. Niet alleen de stad, ook de dorpen. Is deze ongeloofspropagande het he vigst in de steden en het meest intens in Moskou, ook elders wordt alles in het werk gesteld om het volk aldus op te voe den. Genoemde briefschrijver 'och zegt: „Wat wij op dien avond In de arbeiders club „Tivoli" zagen, dat is er nu geduren de deze drie „goddelooze" weken in alle clubs van de Sovjet-Unie te beleven. Overal werden in de clubs anti-gods dienstige redevoeringen gehouden en overal worden anti-godsdienstige tentoon stellingen georganiseerd. De clubs in Mos kou organiseeren gedurende de feestda gen messaal bezoek aan de biologische musea; het Darwin-museum is op het moment wegens restauratie gesloten, zoo dat daar op het oogenblik geen bezoeken kunnen worden georganiseerd. Daarente gen zijn de radio en de bioscoop volledig in den dienst van de volksvoorlichting ge steld. In alle kazernes en in alle coope- ratie-woningen wordt door middel van de radio anti-religieuse voorlichting ver strekt. In de bedrijven worden door de „blauwe kielen" anti-godsdienstige voor stellingen gegeven en in de voormiddag uren worden er voorstellingen voor de kinderen georganiseerd. De organisatie van de goddeloozen had als leuze uitge geven dat het feest der Geboorte (het Rus sische Kerstfeest heet „Roschdestwo", d. vv.z. de Geboorte) tot een geboortefeest van nieuwe afdeelingen van de anti-gods dienstige organisaties moest worden." Men ziet radio, bioscoop, musea en wat niet al wordt te baat genomen om het volk van het ware geloof af te trekken. Üok de sport wordt in dienst gesteld van deze propaganda. „In de talrijke schaatsenrijdersclubs van Moskou zoo heet het verder hadden de fabrieks-sportvereenigingen een Kerst carnaval georganiseerd en zoo kon men op het ijs de koddigste caricaturen zien: Chamberlain met een pope (priester) op een kanon rijdend, die door gebukte loon slaven wordt voortgesleept. Reusachtige jeneverflesschen, reuzen ganzen en var kens, die het burgerlijk Kerstfeest moeten karakteriseeren." Ook hier weer spot en hoon met wat een Christen heilig is. Het Kerstfeest wordt voorgesteld ris een smul- en slemp partij. is het niet ontzettend? Maar toch hoe liet Communisme ook moge razen en tieren tegen God en Zijn dienst, eenmaal zal de Rechter der gan- sche aarde ook daarover rechtvaardige vergelding brengen. Dat oordeel zal vreeselijk zijn. STADSNIEUWS. HAARLEMSCHE ORKESTVEREENIGING. Beethoven-avond. De Gehoorzaal was niet geheel be zet, en dat was jammer, want er is gisteravond door de II. O. V. onder zijn flinken dirigent, Eduard van Bei- num, heel veel moois ten beste gege ven. De avond werd ingeleid met de Ouverture „Coriolan". We brengen in herinnering, dat men hierbij niet moet denken aan het be roemde treurspel van Shakespeare: „Coriolanus". Dan hadden twee genie- en elkaar gevonden. „Coriolan" is een zeer middelmatig en allang vergeten drarna van Beet hoven's tijdgenoot Collin, die zijn tekst bewerkt heeft naar de gegevens van Plutarchus. De Ouverture mist o.i. den breeden zwier van de Egmond- en Leonore- Ouverture, maar steekt toch hoog ge noeg uit boven het meest gangbare soort Ouvertures, om ze hoog te kun nen waardeeren. Er zit fantasie en geestelijke diepgang in en het eenvou dige motief ondergaat een rijke sym- phonische bewerking. Het werk werd goed voorgedragen schoon dirigent en orkest hierin nog piet geheel geïnspireerd waren. Tot welke zeer mooie dingen de heer Van Beinum met zijn niet groot en semble in staat is, toonde hij ons in Beethoven's eenige, maar dan ook on vergetelijk poëtisch en zeldzaam schoon vioolconcert. Een genie dat bouwt, haalt niet alles tegelijk over hoop. Enkele constructieve lijnen wor den gedacht; het geestesoog ziet ze .rijzen, zich spannen en welven, zich reien tot harmonische samenvloeiing. En schouwend rijst het bouwwerk als een eenheid van gestolde kracht en schoonheid. En als het geestesoog de ideale conceptie heeft gezien, dan be gint pas het materiëele bouwen, van den grond af, steen voor steen. Zoo dit grandioze vioolconcert. Eerst het fundament: de inleiding: paukengeroffel; een nccoord van de houtblazers; dit herhaalt zich; dan komen de violen met een korte melo dische frase, gevolgd door accoorden van het geheele orkest. De inleiding wordt voltooid en dan komt het hoofd thema van het Allegro, uitgezongen door het geheele orkest. Nu grijpt onmiddellijk de soliste het thema aan en lost dit op in passage spel. De soliste van dezen avond was d( echtgenoote van den dirigent, Mevr. Sepha van Beinum-Jansen. Wat onmiddellijk in haar spel treft is de reinheid, de vlekkelooze klaar heid van haar toonvorming. Tech nisch violistisch toont zij zich weldra absoluut zeker van haar zaak, weife ling is niet te bespeuren, elke streek, elke figuur is op den man af, over tuigend. Steeds meer glans licht er op uit haar toonvorming; een verruk kelijke brille tot in .de hoogste hoog te der flageolets. En aan de uiterlijke schittering gaat gepaard 'n innige mu zikaliteit. Niet alleen technisch be heerscht zij het werk, maar het is tot in de finesses haar geestelijk eigen dom geworden. Men heeft op kunnen merken, hoe zij telkens het eenvoudige thema an ders belichtte: soms klonk het als een jubel, soms als een droom, al naar het rhythmisch of melodisch iets gewij zigd werd. Misschien kunnen we het het beste aldus voorstellen: 1 3 5 6 7 i 5. 6425 3. In werkelijkheid ondergaat deze hoofdgedachte allerlei veranderingen. Heerlijk heeft Mevr. van Beinum Beethoven's lyrische verrukkingen ge ïnterpreteerd. Het is een poëtisch wis selspel tusschen orkest en violiste tot eindelijk de cadenzen komen, met dub belgrepen, dubbeloctavenspel, trillers, flageoletten en alle technische moei lijkheden, die Beethoven maar heeft kunnen verzinnen om zijn inspiratie den vrijen loop te laten. Ontroerend in nig vloeit hieruit het motief te voor schijn, alleen zacht accenteerend be geleid door de pizzicati der contrabas sen. Wanneer Beethoven jubelt of droomt, is hij altijd een ziel die op de hoogte woont en veel bevoorrecht is een violiste, die hem zoo voortreffelijk aanvoelt. Een zeldzaam nobelen klank ont wikkelde het strijkorkest con sordine bij cle inzet van het Larghetto. Het motief is weer heel eenvoudig, maar het groeit uit tot een melodie van geweldig breede allure; breed en van machtige welving, maar teven» zeldzaam innig. Het strijkorkest doet het tot ons komen als ruischend or gelkoraal. Na eenigen tijd volgen de blazers en daarna de solopartij. Tel kens wordt de prachtige melodische phrase geïntoneerd door een andere instrumentengroep, omspeeld door va riaties en arabesken van de solopartij. Wat is toch het karakter van dit Larghetto? Het is droevig, wee moedig, elegisch en is toch doortin- teld van een vreugde van hooger or de: een gelukkige weemoed. Het werd met wijding gespeeld; soms trof de koninklijke zwier van de melodie, dan weer het verstilde mijrmren. Zóó mooi hebben we het Larghetto tot dusverre nog niet hooren spelen. En als dan de verwachting op het hoogste ge spannen is, dan bruist plotseling het Rondo op. een geestige flitsing van licht en kleuren, een fijn getriller en diep gezoem, een pastorale lentevreug de; een vervulling. Het is geen wonder dat de soliste, naar wie men ademloos had zitten luisteren, een warme ovatie in ont vangst had te nemen. Maar die hulde gold niet minder den heer Van Bei num, die het orkest op onverbeterlijke wijze had geleid. De soliste ontving bloemen. Na de pauze de Zesde Symphonie van Beethoven. Deze Symphonie is een en al jubel. Het is programma muziek in den allerbesten zin. Vroolijk, ongedwongen, is het begin, een rijkdom van lieflijke melodieën, die een indruk geven van het onbe zorgde landleven. Het tweede deel schets ons een „Scène am Bach", een poëtisch geval letje van amoereuzen aard, begeleid door 't beekgeruisch. Allerlei natuur geluiden zijn hierbij gesymboliseerd: het windgesuis, het stroomgeruisch, en daartusschen liet klagen en vragen het lispelen en jubelen van een liefdes duet. Vervolgens komt het „Lustiges Zu- sammensein der Landleute", waaraan een leutig volkswijsje ten grondslag ligt Maar de vreugde dreigt verstoord te worden. Een onweer komt op; de donder rommelt, de stormwind giert; de lucht kraakt; de regen plast. Even wel, het onweer trekt af en alles is weer rust en vrede. Van deze zonnige symphonie werd een heel mooie vertolking gegeven en dirigent Van Beinum komt een woorj van warme hulde toe voor zijn Beet hoven-interpretatie. HET SPOORWEGONGELUK BIJ DE GEVANGENLAAN. De Officier van Justitie te 's-Gra- venhage, mr. De Vries van Doesburgh en de substituut-officier, mr. Rijkens, hebben gistermiddag van 3 tot 4 uur ter plaatse van het spoorwegongeval een onderzoek ingesteld. Gistermiddag kon de trein, welke te 1G.02 te Leiden moet aankomen, op het perron voor de richting Utrecht op het rechter-spoor het station bin nenrijden en later eveneens, evenals de volgende treinen, vandaar ver trekken. Het verkeer over het rechter spoor van de lijn RotterdamAmster dam kon gisteravond omstreeks 10 uur worden hervat. Het bericht in enkele bladen, dat de trein, welke gistermorgen 7.19 uit Leiden naar Utrecht moest vertrek ken, tengevolge van het ongeluk is komen te vervallen, is onjuist. Er is gen enkele trein naar Utrecht uitge vallen. Naar wij vernemen zal er door de directie van de Nederlandsche spoor wegen een enquête naar de oorzaak van het ongeval worden ingesteld, welke vermoedelijk a.s. Zaterdag in de eerste klas wachtkamer van het station alhier zal worden gehouden. Hedenmorgen 3 uur was men met het opruimingswerk geheel gereed en stonden de locomotief en tender weer op de rails. Ze zijn vervolgens op een zijspoor gezet in afwachting van het onderzoek. Hedenmorgen was men nog bezig met het herstellen van de trekdraden en wissels. AMBTSAANVAARDING VAN PROF. DR. J. ROOS. Dr. J. Roos alhier, benoemd tot hoogleeraar bij de geneeskundige fa culteit der Rijksuniversiteit te Utrecht om onderwijs te geven in de veterinai re physiologie, zal zijn ambt aanvaar den met bet houden van een rede op Maandag 6 Februari, des namiddags 2 uur in liet groot-auditorium der Universiteit. GESCHENKEN VOOR DE UNIVER SITEIT. Mevrouw Hartman te Nijmegen heeft aan den Senaat der Universiteit alhier ter plaatsing in de Senaatska mer, ten geschenke gegeven het door Louis Hartz geschilderd portret van wijlen haar echtgenoot, prof. dr. J. J. Hartman, in leven hoogleeraar in de Latijnsche taal- en letterkunde aan de Universiteit alhier. Mevr. Einthoven heeft, met dezelf de bestemming, aan den Senaat der Universiteit ten geschenke gegeven het door den Leidschen schilder J. A. N. van Dijk vervaardigd portret van wijlen haar echtgenoot, prof. dr. W. Einthoven, in leven hoogleeraar in de physiologie aan de Universiteit alhier DE AANRIJDING AAN DE HAAGSCHE SCHOUW. Dinsdag 17 dezer zal de strafkamer der Haagsche Rechtbank de zaak be handelen tegen den chauffeur O. P. A., wonende te Iseghem (België), aan wiens schuld het te wijten zou zijn geweest, dat de door hem bestuurde auto in den avond van den 25sten Augustus van het vorige jaar bij de Haagsche Schouw onder Oegstgeest in aanrijding is gekom' met den Nederlandschen auto L 10014. Van de inzittenden van dezen laatsten auto werd een 11-jarig meisje op slag ge dood, terwijl de 3 andere passagiers, 2 dames en één heer ernstig werden gewond. Raadsman van den verdachte is mr. Roeper Bosch, advocaat te 's Graven- li age. KAMER VAN KOOPHANDEL. De voorzitter der Kamer van Koophan del en Fabrieken voor Rijnland te Leiden, de heer D. ten Cate Brouwer, heeft in de hedenmiddag gehouden vergadering der Kamer een rede uitgesproken, waaraan wij het volgende ontleenen: Alvorens met de gewone werkzaamhe den aan te vangen, zij het mij vergund u in het kort een algemeen overzicht te ge ven van den toestand van Nijverheid en Handel in het District onzer Kamer. Wollenstoffen-nijverlield. In de Wollenstoffen-nijverheid (Laken industrie) was de gang van zaken in 1927 maar matig voldoende. Het samengesteld en gespecificeerd bedrijf van de lakenin dustrie, eischt niet liet minst ten gevolge van den verkorten arbeidstijd en de daar door ontstane versnelde bewerkingen van het product, constante oplettendheid van uitstekend geschoolde arbeiders. De gemakkelijkheid voor aankomende arbeiders om werk te vinden in bedrijven waar van eenige noodzakelijke geestelijke inspanning geen sprake is en de daarbij komende omstandigheid, dat 'in deze be drijven dikwijls een even groot loon wordt betaald, zijn oorzaak, dat thans cjn be hoefte aan goede vakarbeiders in dit be drijf gevoeld wordt. Ilet. ware te wenschen, dat bij de heden daagsche volksklasse de overtuiging meer veld won, dat de beste verzekering tegen werkloosheid bestaat in het zich met alle kracht inspannen om erkend v karbeider te worden. Daartoe zijn vakscholen niet bepaald noodzakelijk. Wel is het noodig, dat ook hier de kost voor de baat moet uitgaan en dat in de eerste leerperiode, behalve groote ijver en accuratesse, niet een loon geëischt wordt even groot als dat, hetwelk betaald wordt in bedrijven, welke geen vakkennis vereischen. Wollen garenlabrieken. In de wollen gareu fabrieken was de toestand over 1927 in doorsnee gunstig. Gesteund door de vaste positie van de wolmarkt, was er zoowel van binnen- landsche al-, van buitenlandsjhe zijde een voortdurende toevloed van orders, waar door het bedrijf in vollen omvang gaande kon worden gehouden. G°brek aan schoolde vrouwelijke werkkrachten blijft Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. De Nieuwjaarsrede van den voor zitter van de Kamer van Koophandel van Rijnland. Buitenland. Een Pauselijke encycliek over de godsdienstige eenheid. Een proclamatie van Tsjang Kai Sjek. Zomerweer te New-York. Succes der Labourpartij bij een tus- cchentijdsche Lagerhuisverkiezing. echter nog bij voortduring een onoverko melijk bezwaar. De export naar Duitschland, welke voor al dit jaar opleefde, was niet zonder be- teekenis, zij het dan ook, dat de te be dingen prijzen niet altijd loonend waren. Dit stond vooral in verband met het feit, dat de prijzen van ruwe producten meer' stegen dan die der wollen garens Wollendeken-Industrie. In de Wollendeken-industrie was de toestand iets minder gunstig, slechts in de laatste maanden kwamen voldoende or ders binnen en kon op volle capaciteit ge werkt worden. Hier waren het Vooral de vaste wolprij- zen, welke op de bedrijfsreslutaten een minder gunstige uitwerking uitoefenden. F.en scherpe concurrentie drukte verder de verkoopsprijzen. De verwachting voor 1928 was niet gunstig. Metaalnijverheid. Bij de Koninklijke Nederlandsche Grof smederij onderscheidde zich de algemeens toestand weinig van dien over het jaar 192Ü. In de afdeelingen Scheeps- en Machine bouw was het werk zeer schaarsch en kon men betrekkelijk weinig orders boeken en dan nog alleen tegen min of meer ver liesgevende prijzen. Ketelmakerij, Gieterij en Constructie werkplaats maakten evenzeer een moei lijken tijd door. De afdeelingen Grofsmederij en Ketting- fabriek waren echter gedurende het ge heele jaar goed van werk voorzien en hoe wel hier de buitenlandsche concurrentie ernstig werd gevoeld, zijn de resultaten, voor zoover men die thans kan overzien, niet onbevredigend. De vooruitzichten voor 1928 laten zich iets gunstiger aanzien. Bij de N.V. Scheepsbouw- en Reparatie- werf „De Hoop" voorheen Gebrs. Boot, kenmerkte het afgeloopen jaar zich door flinke bedrijvigheid. De meeste orders konden echter slechts worden bekomen door op de te bouwen schepen vrij groote bedragen als hypo theek te verstrekken, terwijl bovendien nog maar al te dikwijls de oude schepen moeten worden overgenomen. De Noordzeevisscherij, die de finan- cieele moeilijkheden van de laatste jaren nog niet te boven is, gaf zeer weinig werk, alleen werden eenige zellloggers tot mo- torloggers omgebouwd. Dit bedrijf blijft bij voortduring de groo te behoefte gevoelen aan een betere ver- keersgelegenheid te water; de bestaande sluizen en bruggen met de te nauwe door- vaartwijdten waren oorzaak, dat voor een groot aantal aanvragen moest worden be dankt. In dit verband is het te hopen, dat spoe dig de dag aanbreke, waarop ook van de gemeente Leiden getuigd kan worden, dat zij is aangesloten aan groot scheepsvaar- water. Ook in Alphen aan den Rijn waren Scheepsbouwverven met voldoende or ders voorzien. Deze orders konden echter slechts worden geboekt tot lage prljzon, welke weinig of geen winst afwierpen. In de af deeling Scheepsmotorenbouw te Alphen aan den Rijn heerschte even eens groote bedrijvigheid, ook hier waren de prijzen, welke bedongen konden wor den, speciaal tengevolge van de groote buitenlandsche concurrentie, maar matig voldoende. Visscherij. De toestand in de visscherij was gedu rende 1927 in het algemeen bevredigend. Voor enkele reederijen, die door wan vangst en nettenverlies tegenslag hebben gehad, is de toestand echter minder gun stig geweest. Ofschoon de uitkomsten over 1927 bevredigend zijn, mag daaruit niet geconcludeerd worden, dat de financieele positie der reederijen daardoor van betee- kenis verbeterd zou zijn. Er liggen zoo veel slechte jaren achter den rug. dat een enkel beter jaar het bedrijf niet kan op heffen, temeer, omdat de behaalde winst slechts matig is. Nog immer drukken de exploitatie-kos ten te zwaar, waartegen de prijzen van het product niet in verhouding zijn ge weest. Het visscherij-bedrijf in den huidigen toestand biedt dan ook geringe kans op behoorlijk rendement voor de toekomst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1