CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8,,e JAARGANG
WOENSDAG 11 JANUARI 1928
NUMMER 2232
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per week1 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 /"QrWW Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/i cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei
Bij contract belangrijke reductie -
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Dil nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Wetenschappelijk anti-gods
dienstig.
Van Communistische zijc'-» wordt thans,
anders dan eenige jaren geleden, nie*
meer met strengj oede opgetreden te
gen den godsdienst. De taaie Russische
boer bleek te zeer aan 2i„n zij het ook
eenvoudig geloof gehecht om dit geheel
uit te roeien. Omgtkeerd eeft het Com
munisme den Rmsischen boer fé zee
noodig en moet hem naar de oogen zien.
Langzamerhand her ft men dan ook de
vervolgingen gestaakt en is ieder vrij in
het belijden van zijn geloof. Maar de staat
is godsdienstloos. Het staatsapparaat is
ingesteld om de godl-ochenarij te propa-
geeren. Godsdienstonderricht g?ven is ver
boden. maar propaganda maken tegen den
godsdienst, is niet alleen geoorloofd, doch
wordt door de Sovjet-heerschers krachtig
gesteund. T-Toe die anti-g dsdienstige pro
paganda gevoerd wordt. Miikt wel zeer
duidelijk uit een Lrief, welken de com
munistische .Tribune" uit Mockou ont
ving en in haar blad van 3 Januari af
drukt.
De bolsjewistische correspondent vertelt
baar-fijn en met duivelscb genot, boe er
aan de ontkerstening gewerkt wordt. Zijn
verbaal is karakteristiek genoeg om het
letterlijk af te drukken:
„Wit begeven ons naar de club „Tivoli".
Een partiigenoot houdt voor ongeveer dui
zend toehoorders, meest metaalarbeiders
met. hun gezinnen, een groote anti gods
dienstige rede. Hij begint met de uiteen
zetting. hoe de verschillende voorstellin
gen van een goddelijk wezen zijn ont
staan .bij de oervolken, de oude Grieken,
de Joden en de Christenen, en zet dan op
een geestige manier uiteen, hoe de bijbel
zichzelf tegenspreekt op menigerlei ge
bied. om ten slotte over te gaan i,ot. een
wetenschappelijke beschouwing van de
mensehelijke ontwikkelingsgeschiedenis."
Wat een wetenschap!
F.en bijbel die zich tegenspreekt, wordt
hier gezegd, en dat in een tijd. waarin
slag op slag het bijbelverhaal wordt be
vestigd.
Wat de wetenschap niet kan
doet de spot.
Lukt het niet, om door dergelijke we
tenschappelijke voordrachten de geloovi-
gen hun geloof te ontnemen, door spot en
hoon bereikt men meer.
Dezelfde briefschrijver gaat voort en
legt:
„Vervolgens kwam er een anti-godsdien
stige poppenkast-voorstelling, die uitne
mend voldeed. Als een sluwe, smerige en
„Russki Gorki" (Russische bitter) drinken
de Priester Jan Klaassen een dom-geloo-
vige boerin door haar vroomheid en haar
religieus bijgeloof bij den neus neemt, en
haar de laatste kopeke uit den zak weet
te halen, dan schudt heel de' zaal van het
lachen. Het slot van den cvond wordt
overgelaten aan het initiatief en aan de
zelfstandigheid van de gasten. Vroolijke
massa- en solo-zang wisselen af met hu
moristische en ernstige voordrachten, met
geïmproviseerde, anti-religieuse gesprek
ken tusschen pope, boer en arbeider, tus
schen een communist en zijn geloovlge
vrouw. enz.
In ongeveer 250 arbeiderscli bs in Mos
kou, werd op een dergelijke wijze voor
een half millioen toeschouwers de „heili
ge" avond gevierd. Het Kerstfeest wordt
in de eerste plaats door de Jeugdorgani
satie der communisten, loor de organisa
tie van de „goddeloozen" en door de pio
niers benut voor anti religieuse propa
ganda. Deze campagne duurt tot aan den
tienden Januari, opdat ook de „rechtge-
loovige" vierders van- den Kerstdag, die
nog aan den ouden kalender vasthouden,
kunnen worden bewerkt".
Is het wonder, dat. met een dergelijke
intense anti-godsdienstige propaganda in
de Russische steden geen geloovigen meer
gevonden worden?
Hier heeft het Communisme inderdaad
een vreeselijk succes bereikt.
Niet alleen de stad, ook de
dorpen.
Is deze ongeloofspropagande het he
vigst in de steden en het meest intens
in Moskou, ook elders wordt alles in het
werk gesteld om het volk aldus op te voe
den.
Genoemde briefschrijver 'och zegt:
„Wat wij op dien avond In de arbeiders
club „Tivoli" zagen, dat is er nu geduren
de deze drie „goddelooze" weken in alle
clubs van de Sovjet-Unie te beleven.
Overal werden in de clubs anti-gods
dienstige redevoeringen gehouden en
overal worden anti-godsdienstige tentoon
stellingen georganiseerd. De clubs in Mos
kou organiseeren gedurende de feestda
gen messaal bezoek aan de biologische
musea; het Darwin-museum is op het
moment wegens restauratie gesloten, zoo
dat daar op het oogenblik geen bezoeken
kunnen worden georganiseerd. Daarente
gen zijn de radio en de bioscoop volledig
in den dienst van de volksvoorlichting ge
steld. In alle kazernes en in alle coope-
ratie-woningen wordt door middel van de
radio anti-religieuse voorlichting ver
strekt. In de bedrijven worden door de
„blauwe kielen" anti-godsdienstige voor
stellingen gegeven en in de voormiddag
uren worden er voorstellingen voor de
kinderen georganiseerd. De organisatie
van de goddeloozen had als leuze uitge
geven dat het feest der Geboorte (het Rus
sische Kerstfeest heet „Roschdestwo", d.
vv.z. de Geboorte) tot een geboortefeest
van nieuwe afdeelingen van de anti-gods
dienstige organisaties moest worden."
Men ziet radio, bioscoop, musea en wat
niet al wordt te baat genomen om het
volk van het ware geloof af te trekken.
Üok de sport wordt in dienst gesteld
van deze propaganda.
„In de talrijke schaatsenrijdersclubs van
Moskou zoo heet het verder hadden
de fabrieks-sportvereenigingen een Kerst
carnaval georganiseerd en zoo kon men
op het ijs de koddigste caricaturen zien:
Chamberlain met een pope (priester) op
een kanon rijdend, die door gebukte loon
slaven wordt voortgesleept. Reusachtige
jeneverflesschen, reuzen ganzen en var
kens, die het burgerlijk Kerstfeest moeten
karakteriseeren."
Ook hier weer spot en hoon met wat
een Christen heilig is. Het Kerstfeest
wordt voorgesteld ris een smul- en slemp
partij.
is het niet ontzettend?
Maar toch hoe liet Communisme ook
moge razen en tieren tegen God en Zijn
dienst, eenmaal zal de Rechter der gan-
sche aarde ook daarover rechtvaardige
vergelding brengen.
Dat oordeel zal vreeselijk zijn.
STADSNIEUWS.
HAARLEMSCHE
ORKESTVEREENIGING.
Beethoven-avond.
De Gehoorzaal was niet geheel be
zet, en dat was jammer, want er is
gisteravond door de II. O. V. onder
zijn flinken dirigent, Eduard van Bei-
num, heel veel moois ten beste gege
ven.
De avond werd ingeleid met de
Ouverture „Coriolan".
We brengen in herinnering, dat men
hierbij niet moet denken aan het be
roemde treurspel van Shakespeare:
„Coriolanus". Dan hadden twee genie-
en elkaar gevonden.
„Coriolan" is een zeer middelmatig
en allang vergeten drarna van Beet
hoven's tijdgenoot Collin, die zijn tekst
bewerkt heeft naar de gegevens van
Plutarchus.
De Ouverture mist o.i. den breeden
zwier van de Egmond- en Leonore-
Ouverture, maar steekt toch hoog ge
noeg uit boven het meest gangbare
soort Ouvertures, om ze hoog te kun
nen waardeeren. Er zit fantasie en
geestelijke diepgang in en het eenvou
dige motief ondergaat een rijke sym-
phonische bewerking.
Het werk werd goed voorgedragen
schoon dirigent en orkest hierin nog
piet geheel geïnspireerd waren.
Tot welke zeer mooie dingen de heer
Van Beinum met zijn niet groot en
semble in staat is, toonde hij ons in
Beethoven's eenige, maar dan ook on
vergetelijk poëtisch en zeldzaam
schoon vioolconcert. Een genie dat
bouwt, haalt niet alles tegelijk over
hoop. Enkele constructieve lijnen wor
den gedacht; het geestesoog ziet ze
.rijzen, zich spannen en welven, zich
reien tot harmonische samenvloeiing.
En schouwend rijst het bouwwerk als
een eenheid van gestolde kracht en
schoonheid. En als het geestesoog de
ideale conceptie heeft gezien, dan be
gint pas het materiëele bouwen, van
den grond af, steen voor steen. Zoo
dit grandioze vioolconcert.
Eerst het fundament: de inleiding:
paukengeroffel; een nccoord van de
houtblazers; dit herhaalt zich; dan
komen de violen met een korte melo
dische frase, gevolgd door accoorden
van het geheele orkest. De inleiding
wordt voltooid en dan komt het hoofd
thema van het Allegro, uitgezongen
door het geheele orkest.
Nu grijpt onmiddellijk de soliste het
thema aan en lost dit op in passage
spel.
De soliste van dezen avond was d(
echtgenoote van den dirigent, Mevr.
Sepha van Beinum-Jansen.
Wat onmiddellijk in haar spel treft
is de reinheid, de vlekkelooze klaar
heid van haar toonvorming. Tech
nisch violistisch toont zij zich weldra
absoluut zeker van haar zaak, weife
ling is niet te bespeuren, elke streek,
elke figuur is op den man af, over
tuigend. Steeds meer glans licht er
op uit haar toonvorming; een verruk
kelijke brille tot in .de hoogste hoog
te der flageolets. En aan de uiterlijke
schittering gaat gepaard 'n innige mu
zikaliteit. Niet alleen technisch be
heerscht zij het werk, maar het is tot
in de finesses haar geestelijk eigen
dom geworden.
Men heeft op kunnen merken, hoe
zij telkens het eenvoudige thema an
ders belichtte: soms klonk het als een
jubel, soms als een droom, al naar het
rhythmisch of melodisch iets gewij
zigd werd. Misschien kunnen we het
het beste aldus voorstellen:
1 3 5 6 7 i 5. 6425 3.
In werkelijkheid ondergaat deze
hoofdgedachte allerlei veranderingen.
Heerlijk heeft Mevr. van Beinum
Beethoven's lyrische verrukkingen ge
ïnterpreteerd. Het is een poëtisch wis
selspel tusschen orkest en violiste tot
eindelijk de cadenzen komen, met dub
belgrepen, dubbeloctavenspel, trillers,
flageoletten en alle technische moei
lijkheden, die Beethoven maar heeft
kunnen verzinnen om zijn inspiratie
den vrijen loop te laten. Ontroerend in
nig vloeit hieruit het motief te voor
schijn, alleen zacht accenteerend be
geleid door de pizzicati der contrabas
sen. Wanneer Beethoven jubelt of
droomt, is hij altijd een ziel die op de
hoogte woont en veel bevoorrecht is
een violiste, die hem zoo voortreffelijk
aanvoelt.
Een zeldzaam nobelen klank ont
wikkelde het strijkorkest con sordine
bij cle inzet van het Larghetto.
Het motief is weer heel eenvoudig,
maar het groeit uit tot een melodie
van geweldig breede allure; breed en
van machtige welving, maar teven»
zeldzaam innig. Het strijkorkest doet
het tot ons komen als ruischend or
gelkoraal. Na eenigen tijd volgen de
blazers en daarna de solopartij. Tel
kens wordt de prachtige melodische
phrase geïntoneerd door een andere
instrumentengroep, omspeeld door va
riaties en arabesken van de solopartij.
Wat is toch het karakter van dit
Larghetto? Het is droevig, wee
moedig, elegisch en is toch doortin-
teld van een vreugde van hooger or
de: een gelukkige weemoed. Het werd
met wijding gespeeld; soms trof de
koninklijke zwier van de melodie, dan
weer het verstilde mijrmren. Zóó mooi
hebben we het Larghetto tot dusverre
nog niet hooren spelen. En als dan
de verwachting op het hoogste ge
spannen is, dan bruist plotseling het
Rondo op. een geestige flitsing van
licht en kleuren, een fijn getriller en
diep gezoem, een pastorale lentevreug
de; een vervulling.
Het is geen wonder dat de soliste,
naar wie men ademloos had zitten
luisteren, een warme ovatie in ont
vangst had te nemen. Maar die hulde
gold niet minder den heer Van Bei
num, die het orkest op onverbeterlijke
wijze had geleid.
De soliste ontving bloemen.
Na de pauze de Zesde Symphonie
van Beethoven. Deze Symphonie is
een en al jubel. Het is programma
muziek in den allerbesten zin.
Vroolijk, ongedwongen, is het begin,
een rijkdom van lieflijke melodieën,
die een indruk geven van het onbe
zorgde landleven.
Het tweede deel schets ons een
„Scène am Bach", een poëtisch geval
letje van amoereuzen aard, begeleid
door 't beekgeruisch. Allerlei natuur
geluiden zijn hierbij gesymboliseerd:
het windgesuis, het stroomgeruisch,
en daartusschen liet klagen en vragen
het lispelen en jubelen van een liefdes
duet.
Vervolgens komt het „Lustiges Zu-
sammensein der Landleute", waaraan
een leutig volkswijsje ten grondslag
ligt
Maar de vreugde dreigt verstoord
te worden. Een onweer komt op; de
donder rommelt, de stormwind giert;
de lucht kraakt; de regen plast. Even
wel, het onweer trekt af en alles is
weer rust en vrede.
Van deze zonnige symphonie werd
een heel mooie vertolking gegeven en
dirigent Van Beinum komt een woorj
van warme hulde toe voor zijn Beet
hoven-interpretatie.
HET SPOORWEGONGELUK BIJ DE
GEVANGENLAAN.
De Officier van Justitie te 's-Gra-
venhage, mr. De Vries van Doesburgh
en de substituut-officier, mr. Rijkens,
hebben gistermiddag van 3 tot 4 uur
ter plaatse van het spoorwegongeval
een onderzoek ingesteld.
Gistermiddag kon de trein, welke te
1G.02 te Leiden moet aankomen, op
het perron voor de richting Utrecht
op het rechter-spoor het station bin
nenrijden en later eveneens, evenals
de volgende treinen, vandaar ver
trekken. Het verkeer over het rechter
spoor van de lijn RotterdamAmster
dam kon gisteravond omstreeks 10
uur worden hervat.
Het bericht in enkele bladen, dat de
trein, welke gistermorgen 7.19 uit
Leiden naar Utrecht moest vertrek
ken, tengevolge van het ongeluk is
komen te vervallen, is onjuist. Er is
gen enkele trein naar Utrecht uitge
vallen.
Naar wij vernemen zal er door de
directie van de Nederlandsche spoor
wegen een enquête naar de oorzaak
van het ongeval worden ingesteld,
welke vermoedelijk a.s. Zaterdag in
de eerste klas wachtkamer van het
station alhier zal worden gehouden.
Hedenmorgen 3 uur was men met
het opruimingswerk geheel gereed en
stonden de locomotief en tender weer
op de rails. Ze zijn vervolgens op een
zijspoor gezet in afwachting van het
onderzoek.
Hedenmorgen was men nog bezig
met het herstellen van de trekdraden
en wissels.
AMBTSAANVAARDING VAN
PROF. DR. J. ROOS.
Dr. J. Roos alhier, benoemd tot
hoogleeraar bij de geneeskundige fa
culteit der Rijksuniversiteit te Utrecht
om onderwijs te geven in de veterinai
re physiologie, zal zijn ambt aanvaar
den met bet houden van een rede op
Maandag 6 Februari, des namiddags
2 uur in liet groot-auditorium der
Universiteit.
GESCHENKEN VOOR DE UNIVER
SITEIT.
Mevrouw Hartman te Nijmegen
heeft aan den Senaat der Universiteit
alhier ter plaatsing in de Senaatska
mer, ten geschenke gegeven het door
Louis Hartz geschilderd portret van
wijlen haar echtgenoot, prof. dr. J. J.
Hartman, in leven hoogleeraar in de
Latijnsche taal- en letterkunde aan
de Universiteit alhier.
Mevr. Einthoven heeft, met dezelf
de bestemming, aan den Senaat der
Universiteit ten geschenke gegeven
het door den Leidschen schilder J. A.
N. van Dijk vervaardigd portret van
wijlen haar echtgenoot, prof. dr. W.
Einthoven, in leven hoogleeraar in de
physiologie aan de Universiteit alhier
DE AANRIJDING AAN DE
HAAGSCHE SCHOUW.
Dinsdag 17 dezer zal de strafkamer
der Haagsche Rechtbank de zaak be
handelen tegen den chauffeur O. P. A.,
wonende te Iseghem (België), aan
wiens schuld het te wijten zou zijn
geweest, dat de door hem bestuurde
auto in den avond van den 25sten
Augustus van het vorige jaar bij de
Haagsche Schouw onder Oegstgeest
in aanrijding is gekom' met den
Nederlandschen auto L 10014. Van de
inzittenden van dezen laatsten auto
werd een 11-jarig meisje op slag ge
dood, terwijl de 3 andere passagiers,
2 dames en één heer ernstig werden
gewond.
Raadsman van den verdachte is mr.
Roeper Bosch, advocaat te 's Graven-
li age.
KAMER VAN KOOPHANDEL.
De voorzitter der Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor Rijnland te Leiden,
de heer D. ten Cate Brouwer, heeft in de
hedenmiddag gehouden vergadering der
Kamer een rede uitgesproken, waaraan
wij het volgende ontleenen:
Alvorens met de gewone werkzaamhe
den aan te vangen, zij het mij vergund u
in het kort een algemeen overzicht te ge
ven van den toestand van Nijverheid en
Handel in het District onzer Kamer.
Wollenstoffen-nijverlield.
In de Wollenstoffen-nijverheid (Laken
industrie) was de gang van zaken in 1927
maar matig voldoende. Het samengesteld
en gespecificeerd bedrijf van de lakenin
dustrie, eischt niet liet minst ten gevolge
van den verkorten arbeidstijd en de daar
door ontstane versnelde bewerkingen van
het product, constante oplettendheid van
uitstekend geschoolde arbeiders.
De gemakkelijkheid voor aankomende
arbeiders om werk te vinden in bedrijven
waar van eenige noodzakelijke geestelijke
inspanning geen sprake is en de daarbij
komende omstandigheid, dat 'in deze be
drijven dikwijls een even groot loon wordt
betaald, zijn oorzaak, dat thans cjn be
hoefte aan goede vakarbeiders in dit be
drijf gevoeld wordt.
Ilet. ware te wenschen, dat bij de heden
daagsche volksklasse de overtuiging meer
veld won, dat de beste verzekering tegen
werkloosheid bestaat in het zich met alle
kracht inspannen om erkend v karbeider
te worden. Daartoe zijn vakscholen niet
bepaald noodzakelijk. Wel is het noodig,
dat ook hier de kost voor de baat moet
uitgaan en dat in de eerste leerperiode,
behalve groote ijver en accuratesse, niet
een loon geëischt wordt even groot als
dat, hetwelk betaald wordt in bedrijven,
welke geen vakkennis vereischen.
Wollen garenlabrieken.
In de wollen gareu fabrieken was de
toestand over 1927 in doorsnee gunstig.
Gesteund door de vaste positie van de
wolmarkt, was er zoowel van binnen-
landsche al-, van buitenlandsjhe zijde een
voortdurende toevloed van orders, waar
door het bedrijf in vollen omvang gaande
kon worden gehouden. G°brek aan
schoolde vrouwelijke werkkrachten blijft
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
De Nieuwjaarsrede van den voor
zitter van de Kamer van Koophandel
van Rijnland.
Buitenland.
Een Pauselijke encycliek over de
godsdienstige eenheid.
Een proclamatie van Tsjang Kai
Sjek.
Zomerweer te New-York.
Succes der Labourpartij bij een tus-
cchentijdsche Lagerhuisverkiezing.
echter nog bij voortduring een onoverko
melijk bezwaar.
De export naar Duitschland, welke voor
al dit jaar opleefde, was niet zonder be-
teekenis, zij het dan ook, dat de te be
dingen prijzen niet altijd loonend waren.
Dit stond vooral in verband met het feit,
dat de prijzen van ruwe producten meer'
stegen dan die der wollen garens
Wollendeken-Industrie.
In de Wollendeken-industrie was de
toestand iets minder gunstig, slechts in de
laatste maanden kwamen voldoende or
ders binnen en kon op volle capaciteit ge
werkt worden.
Hier waren het Vooral de vaste wolprij-
zen, welke op de bedrijfsreslutaten een
minder gunstige uitwerking uitoefenden.
F.en scherpe concurrentie drukte verder
de verkoopsprijzen. De verwachting voor
1928 was niet gunstig.
Metaalnijverheid.
Bij de Koninklijke Nederlandsche Grof
smederij onderscheidde zich de algemeens
toestand weinig van dien over het jaar
192Ü.
In de afdeelingen Scheeps- en Machine
bouw was het werk zeer schaarsch en kon
men betrekkelijk weinig orders boeken
en dan nog alleen tegen min of meer ver
liesgevende prijzen.
Ketelmakerij, Gieterij en Constructie
werkplaats maakten evenzeer een moei
lijken tijd door.
De afdeelingen Grofsmederij en Ketting-
fabriek waren echter gedurende het ge
heele jaar goed van werk voorzien en hoe
wel hier de buitenlandsche concurrentie
ernstig werd gevoeld, zijn de resultaten,
voor zoover men die thans kan overzien,
niet onbevredigend.
De vooruitzichten voor 1928 laten zich
iets gunstiger aanzien.
Bij de N.V. Scheepsbouw- en Reparatie-
werf „De Hoop" voorheen Gebrs. Boot,
kenmerkte het afgeloopen jaar zich door
flinke bedrijvigheid.
De meeste orders konden echter slechts
worden bekomen door op de te bouwen
schepen vrij groote bedragen als hypo
theek te verstrekken, terwijl bovendien
nog maar al te dikwijls de oude schepen
moeten worden overgenomen.
De Noordzeevisscherij, die de finan-
cieele moeilijkheden van de laatste jaren
nog niet te boven is, gaf zeer weinig werk,
alleen werden eenige zellloggers tot mo-
torloggers omgebouwd.
Dit bedrijf blijft bij voortduring de groo
te behoefte gevoelen aan een betere ver-
keersgelegenheid te water; de bestaande
sluizen en bruggen met de te nauwe door-
vaartwijdten waren oorzaak, dat voor een
groot aantal aanvragen moest worden be
dankt.
In dit verband is het te hopen, dat spoe
dig de dag aanbreke, waarop ook van de
gemeente Leiden getuigd kan worden, dat
zij is aangesloten aan groot scheepsvaar-
water.
Ook in Alphen aan den Rijn waren
Scheepsbouwverven met voldoende or
ders voorzien. Deze orders konden echter
slechts worden geboekt tot lage prljzon,
welke weinig of geen winst afwierpen.
In de af deeling Scheepsmotorenbouw
te Alphen aan den Rijn heerschte even
eens groote bedrijvigheid, ook hier waren
de prijzen, welke bedongen konden wor
den, speciaal tengevolge van de groote
buitenlandsche concurrentie, maar matig
voldoende.
Visscherij.
De toestand in de visscherij was gedu
rende 1927 in het algemeen bevredigend.
Voor enkele reederijen, die door wan
vangst en nettenverlies tegenslag hebben
gehad, is de toestand echter minder gun
stig geweest. Ofschoon de uitkomsten over
1927 bevredigend zijn, mag daaruit niet
geconcludeerd worden, dat de financieele
positie der reederijen daardoor van betee-
kenis verbeterd zou zijn. Er liggen zoo
veel slechte jaren achter den rug. dat een
enkel beter jaar het bedrijf niet kan op
heffen, temeer, omdat de behaalde winst
slechts matig is.
Nog immer drukken de exploitatie-kos
ten te zwaar, waartegen de prijzen van
het product niet in verhouding zijn ge
weest.
Het visscherij-bedrijf in den huidigen
toestand biedt dan ook geringe kans op
behoorlijk rendement voor de toekomst.