CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen.
Belangrijkste nieuws io dit Nummer.
8«(® JAARGANG VRIJDAG 30 DECEMBER 1927 NUMMER 2321
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. f 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Posi'oox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/t cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tariel
Bil contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
EERSTE BLAD.
V Verdwijnende bezwaren.
Over het algemeen ondervinden de
Comités, die zich hebben aangegord
om den uitbouw der Vrije Universiteit
mogelijk te maken, weinig tegenstand
op hun weg.
Een enkele maal hoort men nog
eens twijfel opperen of een Vrije Uni
versiteit wel zoo noodig is. Voor de
Lagere school wordt dat grif beaamd,
voor de Middelbare wil men hete ook
toegeven, maar voor de Hoogere school
is dat niet zoo noodig.
In dien strijd willen wij de heeren
en dames-comité-leden nog gaarne het
volgende citaat meegeven.
In „Bede en Rede" schreven de bei
de overleden Professoren P. Biester-
veld en H. Bavinck indertijd het vol
gende:
„Niet enkelen, maar bij tien- en
honderdtallen hebben de ongeloovige
scholen van lager en middelbaar en
hooger onderwijs ons onze zonen
ontroofd.
Gansclie familiën en geslachten zijn
door haar aan de zijde der tegenstan
ders overgebracht. En alleen eene
Christelijke v/etenschap '•ene Gerefor
meerde hoogeschool is in staat, om
voor ons te bewaren of ons terug te
schenken de mannen, die met hunne
overtuiging niet tegenover het volk
staan, maar het leiden en voorgaan
naar zijn historischen, nationalen en
Calvinistischen aard.
Eene universiteit toch is meer
waard dan heel een Leger des Heils.
Want zij behoudt niet enkele zielen,
maar zij schept de wereld der ge
dachte en het bewustzijn van gansch
een volk om. Buitenlandsche zending
is goed, en evangelisatie binnen onze
eigen erve is noodzakelijk. Maar hoog
boven deze staat de waarde, invloed
en macht eener Christelijke universi
teit Want Evangelisatie moge hare
duizenden verslaan; eene Vrije,
Christelijke Hoogeschool verslaat ha
re tienduizenden".
F.en ander bezwaar is, dat soms ge
twijfeld wordt of vroeger de nood
zaak van een wis- en natuurkun
dige faculteit wel zoo gevoeld werd.
Ook hiertegen kunnen de Comité
leden zich wapenen met de volgende
uitspraak van Prof. Woltjer, nu 25
jaar geleden:
..Wordt onze vereeniging aangewe
zen bedoeld werd aangewezen voor
den effectus civilis dan zullen wij
vijf en twintig jaren na de aanwijzing
althans ééne faculteit meer moeten
hebben, of 1e verkregen rechten gaan
verloren; hoogeronderwijswet art.
199. We zullen dan moeten zorgen,
dat, wanneer we ons gouden feest
mogen vieren, er eene faculteit der
wis- en natuurkunde of der genees
kunde aan onze LTniversIteit zij met
ten minste drie hoogleeraren. Gemak
kelijk zal dat niet gaan. want voor
heide deze faculteiten zijn niet alleen
de professoren maar ook kostbare
laboratoria met dure instrumenten,
klinieken met verzoreingspersoneel
en dergelijke noodig. Toch zullen we
met vereende krachten ook die bezwa
ren vel te boven komen; geld kan er
in vijf en twintig jaren, wanneer er
een ernstige wil is, wel bijeengebracht
worden en de mannen zullen ons,
wanneer we de teekenen der tijden
recht verstaan. nW ontbreken
Ta di* werk iuf God "ooals wii vasto-
1 fik felnoven. dart <73] het. trots alle
bezwaren beveled worden, dan zal
Hij zorgen, gelUk Hij tot dusver ge
daan hpp't. Tvent, Fij l^at niet varen
d* giinor hnrdpn".
V Van anderen leeren.
Over de beteckenis en de waarde
van een Universiteit kunnen wij ook
ons licht opsteken bij anderen.
Zoo is er indertijd door Dr. Molken-
boer op gewezen, dat de menigte ge
leid wordt door de gedachte, doch dat
de gedachten gekweekt worden aan
de Universiteiten.
„Denk bijvoorbeeld, zoo zeide hij,
aan de geschiedenis van het materia
lisme.
Lang, nadat het wetenschappelijk
was veroordeeld, vond het nog zijn
aanhangers onder de menschen van
minder ontwikkeling".
In denzelfden geest sprak ook Prof.
Jac. van Ginneken bij den aanvang
van het nieuwe Academiejaar aan de
R.-K. Universiteit, toen hij opmerkte:
„Wat geeft Prins Willem van Oran
je aan zijn trouwe onderzaten van
Leiden na Leidens ontzet, tot troost
en dankbaarheid? De eerste Neder-
landsche Universiteit. De geschied
schrijvers der verschillende groepen
van ons volk, mogen van meenin^
verschillen, op het stuk van 's Prin
sen religieuze gevoelens en de naïeve
eerlijkheid van zijn zwijgend hart;
maar eenstemmig klinken aller lof lie
deren samen, waar het geldt, het door
ziend beleid te huldigen van den doel-
bewusten staatsman, die Nederland
en dus ook ons, van 't vreemde Span-
jaardsjiik heeft vrijgemaakt. En een
der paarlen aan die kroon van genia
liteit, hem in de herinnering van het
dankbaar nageslacht om de slapen
gevlochten, is juist: die éénige Leid-
sehe Universiteit. Want onder de din
gen, waardoor een kleine natie groot
kan zijn, en het blijven, is Leiden's
Universiteit, door de eeuwen heen,
steeds blijven op den voorgrond staan.
En welk een macht er van Leiden
niet slechts op ons klein landeke,
maar op heel Europa uitging: dat
hebben al de bovendrijvende richtin
gen in den lande steeds bewezen, door
na langer of korter strijd beslag te
leggen: op de Leidsche Universiteit.
Eerst de Arminianen, daarna de Go-
maristen. In de 18e eeuw het onge
loof. In de 19e eeuw eerst de vinnig
kritische geest; en daarna de poeslie
ve liberale Wachter, wat is er van
den nacht? Er komt thans van Leiden
reeds weer een nieuw geluid.
En altijd werd het waar opnieuw:
Wat nu de Universiteit leert, is over
25 jaar de leuze der élite; en bezielt
over 50 jaar de diepste harte-roerse-
len van het volk".
Ons Christenvolk beseft die waarde
Voor wie het nog niet gevat heeft
mogen de verklaringen van beide bo
vengenoemde R.-K. geleerden een te
rechtwijzing zijn
STADSNIEUWS.
„SURSUM CORDA".
Het Weinachtsoratorium is geen
oratorium. Zooals reeds in het tekst
boekje van „Sursum Corda" stond
vermeld, is het een opeenvolgende rij
van zes cantaten, voor koor. solo, or
gel en orkest. Deze Cantaten moesten
naar Bach's bedoeling worden uitge
voerd op de drie Kerstdagen, Nieuw
jaarsdag, Zondag na Nieuwjaar en
Drie Koningen. Liturgisch vormen
dus deze zes composities een eenheid,
want ze omvatten de heele Kerstvie
ring en muzikaal heeft Bach door
de gewijd lyrische stemming er ook
een eenheid van gemaakt. De drama
tiek van het oratorium ontbreekt,
maar des te liefelijker is de poëzie
van het werk.
Jammer genoeg moesten voor koor
en solisten eenige coupures worden
gemaakt, daar het werk in zijn ge
heel veel te lang zou duren.
„Sursum Corda" had onder leiding
van Hubert Cuypers de moeilijke, dik
wijls fugatische koren en de prachtige
koralen goed ingestudeerd. Aan de in
zetten ontbrak niets; bij de coloratuur
achtige passages geen spoor van wei
feling; overal een beschaafde koor
klank, ook waar de zang zich fortis
simo verhief; overal een evenwichtige
verhouding van stemmen, al zou men
het tenorenkoor hier en daar iets ster
ker willen hebben. Frisch en licht,
zuiver en doorzichtig, glanzend en
met voordracht kwamen de koren er
uit. Cuypers is als leider van koor
zang onovertroffen in Nederland. Zijn
diepe muzikaliteit richt zich allereerst
en voornamelijk op de technische ver
zorging van rhythmen, melodie,
woordklank, en uitspraak. Is niet de
zuiver technische afwerking van
woordklank en uitspraak de eerste
voorwaarde, om de gevoelswaarde
van het woord in den zang, om de me
lodische expressie zoo zielvol moge
lijk te doen spreken? Daardoor komt
er zooveel kleur in de voordracht;
niet door het zachte zingen alleen,
maar door de wijze van zingen, door
de klankverinniging. welke hij weet
aan te brengen, krijgt men die prach
tige pianissimo's, die bij a capella-
zang natuurlijk veel beter tot hun
recht komen dan bij een uitvoering
als gisteravond Wondermooi van
bouw zijn deze koren van Bach, maar
niet minder mooi en fijn zijn de ko
ralen. Wij dachten onwillekeurig aan
een woord van Diepenbrock: „Baeh
in stille, devote extase de Protestant-
sche koraal verheerlijkend met de
wonderlijk rijke ranken zijner con-
trapuntische figuren, zooals een Mid-
deleeuwsche monnik de initialen van
zijn handschrift. de lyricus van het
religieus gevoel".
Hoe Bach de statig-vrome gang zij
ner koralen verheerlijkt door „won
derlijk rijke ranken van contrapunti-
sclie figuren" heeft men gisteravond
kunnen opmerken reeds direct bij No.
9: „Ach. mein herzliebes Jesulein",
waarbij de gedragen koraalharmonie-
en rijk omrankt worden door de con-
trapuntiek van fluit, hobo en D-trom-
pet. Niet minder verrassend is No. 23:
„Wir singen dir in deinem Heer",
waarbij de machtige koraal-satzen
telkens worden afgewisseld door mys
tiek aandoende, orgelende harmonie-
en van hobo d' amore, fluit en klari
net. En eindelijk moet worden ge
wezen op het slotkoraal, waarin het
koor op machtige wijze de overwin
ning van Christus bezingt, terwijl
vooraf de eerste noot van het voor
tot de laatste noot van het naspel,
doorloopend de „Baeh-trompetschet
tert en met het klaterend goud van
haar coloratuur luister schept om
den statigen gang der overwinnings
hymne.
Een wonderlijke rijkdom van kleu
rige visioenen wordt door deze mu
ziek geboden, daar er geen koor of
koraal in is, of het wordt door een an
dere instrumentatie van de begelei
ding steeds anders belicht. Maar dat
juist ook vraagt van den uitvoerenden
dirigent een fijne aanvoeling Van
tekst en melodie, een fijn muzikaal
inzicht in de samenstelling van het
geheel, een fijn begrip, hoe melodie
en gedachte zich hier verbinden door
eindelooze rhythmische variaties, fijn-
deinende contrapunten en hoe het ge
heel van Bach uitbloeit in stil verruk
te extase van Godsvertrouwen, dat de
duisternis dezer wereld doordringt
van hemelsch licht.
En wat voor de compositie der ko
ren geldt, is geldig voor solo's en reci
tatieven. Reeds na het eerste inleiden
de koor treedt de recitant op en zingt
de eerste zes verzen van het overbe
kende, altijd weer nieuwe en boeien
de verhaal van Lucas II. En boven
de begeleidingsharmonieën van het
orkest klinkt de boeiende vertelling
van den heer Louis van Tulder vol af
wisseling, vol nuance.
De poëzie van het verhaal krijgt hoo
ger wijding, zoodra de alt-soliste in 'n
Recitatief en Aria de gevoelens der
verlangende menschheid vertolkt,
eigenlijk de gevoelens der ziel, die
haar Bruidegom wacht.
Zoo zinvol heeft Bach hier juist aan
de Alt deze partij toegewezen en de
hobo d' amore vooral begeleidt den
zang. die zoo warm, zoo vol, zoo diep
gevoeld door Mevr. Suze Luger ver
klankt werd.
Nadat het koor daarna op heel in
nige wijze de Adventshymne: „Wie
soil ich dich empfangen?" vertolkt
heeft, hooren we weldra heel mooie
accoorden van hobo d' amore, cello,
contrabas en vleugel, en de sopraan-
soliste zingt „maar een paar noten",
een koraal in den trant der oude
Kerstleysen; „Er ist auf Erden kom
men arm". Zelden hebben wij Mej.
Peltenburg zóó immaterieel, zoo rein
vergeestelijkt, in zoo verstilde adora
tie „een paar noten" hooren zingen.
Dit was diep ontroerend, misschien
nog meer geaccentueerd, door de ant
woorden, welke de bassolist telkens
op de melodische phrases der sopraan
gaf. In een prachtige Aria: „Groszer
Herr und starker König", verheerlijkt
dan de bas, de heer Jan Dekker, den
Verlosser, die zoo arm op deze we
reld gekomen is. Met perfecte tech
niek, met glans en bravour, vertolkte
de heer Dekker deze moeilijke colora
tuur-aria.
Het is niet onze bedoeling den gang
van het geheele werk te volgen, en
nog veel meer te zeggen van de solis
ten, die ook, hetzij in duet, hetzij in
terzet, niet alleen technisch gaaf
werk leverden, en dat zegt al heel
wat bij de moeilijke aria's van Bachl
maar boeiden door de innerlijke
diepte en muzikaliteit van hun voor
dracht. We zouden nog afzonderlijk
kunnen wijzen op de Aria voor Tenor;
„Frohe Hirten, eilt, ach eilet", waar
hij de moeilijke coloratuur van den
zang, zoo glashelder met die nasale
zilverresonans, die het bijzondere ge
heim van Louis van Tulder is, wordt
ombloeit door fluitmelodieën; of de
heerlijke Aria voor Alt: „Schlafe, mein
Liebster", waarin weer trof 't bijzon
der warme. Maar genoeg. Nog één so
list dient genoemd: de heer Olivier
Koop, die op alleszins te loven wijze
de klavierpartij vervulde.
Het Utrechtsche Stedelijk Orkest,
waaraan de begeleiding was toever
trouwd, heeft zich loffelijk van zijn
taak gekweten. Wel afzonderlijk mo
gen genoemd worden de hoboïsten,
de fluitist, de bespeler van de D-trom-
pet en de concertmeester de heer
Oellers, die een mooie vioolsolo ten
beste had gegeven bij het Terzet.
Niet vergeten mag worden de zeer
fijne, rijk genuanceerde voordracht,
welke het orkest gaf van de „Sinfo-
nia", die het tweede deel inleidde.
Een wonderlijk orgelgeruiich soms
van alt-hobo met fluit, een wonder
lijke lichte klaarheid in deze muziek,
die den nacht der Geboorte in tonen
verklankt; een staal van irnige mu
zikale lyriek. In dit gedeelte heeft
men Cuypers meer als orkest-dirigent
kunnen waardeeren en men heeft
kunnen opmerken, hoe fijn-gesoig
neerd de vertolking der „Sinfonia" tot
on*, kwam.
Wij eindigen onze beschouwing. De
uitvoering van het „Weinachtsora
torium" is voor „Sursum Corda" een
zeer mooi succes geweest en de flink
bezette Gehoorzaal heeft de auditie
van het werk, juist in deze dagen, op
hoogen prijs weten te stellen.
RIE BATENBURG.
Naar wij vernemen zal onze stad-
genoote, de pianiste Rie Batenburg,
evenals den vorigen winter op uit-
noodiging in verschillende steden van
ons land Chopin- en thans ook Liszt-
voordrachten houden met muzikale
illustratie.
Voor haar Leidsche vereerders zal
zij binnenkort optreden met een ge
heel nieuw programma, o.a. met wer
ken van Mozait, Brahms, Chopin en
Debussy.
Mr. A. L. HERMANS
Onze vroegere stadgenoot Mr. A. L.
Hermans, advocaat en procureur te
Rotterdam, komt voor op de aanbe
veling van kantonrechter te Nijmegen
ARBEIDSKAART.
De Directeur van den Gem. Dienst
voor Sociale Zaken vestigt er de aan
dacht op, dat krachtens het 5e lid van
artikel 67 der Arbeidswet 1919, de ar
beidskaart voor een gehuwde vrouw
slechts geldig is gedurende het ka
lenderjaar, waarin de kaart is afge
geven.
Gehuwde vrouwen, die een arbeids
kaart behoeven, moeten derhalve ten
spoedigste er een op de afd. Sociale
Zaken, Levendaal hoek Garemnarkt
aanvragen. (Het trouwboekje mede
brengen.
TRAMVERTRAGING.
De tram van de N. Z. H. T, M„ die
gisteravond 6,52 uit Den Haag vertrok
kreeg bij Voorburg een defect aan den
motorwagen, waardoor een opstop
ping van een 6 of 7-tal tramwagens
ontstond.
De defecte motorwagen werd opge
duwd naar de remise te Voorburg,
waarna de tram met een anderen mo
torwagen verder ging.
Een en ander had een vertraging
van 45 minuten in het verkeer tus-
schen Den Haag en Leiden tengevolge
Doordat de slooten met ijs be
dekt zijn was het mogelijk, dat men
hedennacht uit een hok bij „Zoiner-
zorg" vijf konijnen weghaalde, van
welk feit aangifte is gedaan bij de
politie.
BINNENLAND.
HOFBERICHT.
De Koningin heeft heden schaats
gereden op het ijs langs het Paleis in
't Bosch. De Prinses was op de Haag-
sche IJsclub.
DE GAS-CORRUPTIE.
Te Noord'Scharwoude.
In de gisteren gehouden vergade
ring van den gemeenteraad .te Noord-
Scharwoude is met algemeene stem
men de nota van den burgemeester
verworpen, waarbij hij in een uitvoe
rige toelichting ,in afwijking van het
besluit van de commissie voor de
lichtbedrijven aan Langendijk en St.
Pancras, de noodzakelijkheid bepleit
te van het terugstorten der door den
directeur genoten provisie ad J 16,ü(H)
en dezen ongeschikt verklaarde, in
verband met zijn houding tegen de
beweerde gascorruptie, een leidende
functie in de lichtbedrijven te beklee-
den.
De raad oordeelde, dat de geuite
beschuldigingen behooren te worden
gedaan in de vergadering van de ge
noemde commissie uit de lichtbe-
bedrijven.
Te Doetmchem.
.'ooals men zich herinnert heeft de
i vid van Doetinchem begin December
besloten een commissie van onder
zoek in te stellen naar mogelijke cor
ruptie in alle gemeentebedrijven. De
ze commissie heeft zich als deskundi
gen den heer v. d. Stel en mr. Nothorn
geassumeerd.
In de gisteren gehouden vergade
ring dezer commissie is gebleken, dat
de gemeente op ernstige wijze in het
gasbedrijf zou zijn benadeeld. Men
noemde een bedrag van eenige dui
zenden. De directeur der gasfabriek
werd uitgenoodigd gistermiddag in
de commissie te verschijnen. Na te
zijn voorgesteld aan de heeren v. d.
Stel en Mr. Nothorn heeft hij daarna
onmiddellijk de zaal op demonstra-
lieve wijze verlaten.
De commissie heeft zich daarna tot
den burgemeester gewend met het
verzoek den directeur te schorsen en
hem te gelasten nog denzelfden avond
voor de commissie te verschijnen, en
alle gevraagde inlichtingen- te ver
strekken.
B. en W. hiervoor in spoAleisclion-
de vergadering bijeengeroepen hebben
op grond van art. 123 van de Gemeen
tewet besloten dat geen termen aanwe
zig zijn den directeur onmiddellijk te
schorsen.
WERKVERSCHAFFING EN VORST.
Naar wij vernemen is het. bericht,
dat de minister van Binnenlandsche
Buitenland
Dreigende metaalstaking in Poolsch
SilezttS.
De verke?Tsbelemm?ringen in En
geland ten gevolge van het winter
weer.
De Roemeensche patriarch zal nit
èca Regentschapsraad gezet worden.
Grove corrr..in Roemenië.
Zakm en Landbouw aan het gemeen
tebestuur van Emmen zou hebben ge
weigerd, nu de vorst is ingetreden, n
toeslagregeling voor tegen werkloos
heid verzekerde arbeiders en 'n steun
regeling voor de overige arbeiders in
te voeren, onjuist. Een dergelijke aan
vraag heeft den minister niet bereikt.
•Eenigen tijd geleden, bij de eerste
vorstperiode, heeft de minister aan
den landarbeidersbond, welke om een
regeling vroeg, medegedeeld, dat,
waar de vorstperiode kort had ge
duurd, het invoeren van een regeling
niet noodig was. Zou echter 'n meer
langdurige vorstperiode intreden, dan
zou de minister de invoering in over
weging nemen. Men deelt dan ook
mede, dat zeer binnenkort op het de
partement van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw over de vraag, of een
regeling moet worden ingevoerd, met
de landarbeidersbonden een bespre
king zal worden gehouden.
DE CULEMBORGSC5E MOORDZAAK
In verband met de invrijheidstelling
van de beide verdachten in de Culem-
borgsche moordzaak heeft de procu
reur-generaal bij het gerechtshof te
Arnhem, Mr. A. A. Cnopius, het vol
gende medegedeeld:
In deze moordzaak berustte het be
wijs in hoofdzaak op twee getuigen
verklaringen, waarmee men in dit ge
val met meer voorzichtigheid moest
te werk gaan, dan gewoonlijk met die
van andere getuigen geschiedt.
Het overige bewijsmateriaal was
toch in vergelijking met de krachtige
verklaringen van Mej. Haveman en
De Smale zeer zwak. Daarom is dan
ook een deskundig onderzoek gelast
naar de geloofwaardigheid van die
beide getuigen. Dit onderzoek heeft nu
plaats gehad. Het is evenwel nog niet
geëindigd.
Tijdens dit onderzoek heeft De Sma
le erkend, zijn geheele verklaring ten
r.adeele van verdachte Sweris te heb
ben gelogen. Het spreekt vanzelf, dat
de gevolgen van deze mededeeling
voor de handdiggen. Het geheele ver
loop van het proces staat afgeschei
den van het standpunt der verdedi
gers. die betoogd hebben, dat de beide
Collé's de schuldigen zijn. Wat hier
van waar is, is nog niet bekend. Dit
zal nog onderzocht moeten worden.
Op een vraag, of de mogelijkheid be
staat. dat de verdachten, die sedert
Maart 1926 in hechtenis hebben door
gebracht, schadeloos kunnen worden
gesteld, antwoordde de procureur-ge
neraal, dat deze zaak aanvankelijk is
behandeld volgens de bepalingen van
het nieuwe Wetboek van Strafvorde
ring, doch na het bestaande arrest
van den Hoogen Raad heeft de verde
re behandeling plaats gehad volgens
het oude Wetboek van Strafvordering.
De mogelijkheid bestaat dus, dat de
verdediger schadeloosstelling zou kun
nen vragen voor den tijd, door de ver
dachten in voorloopige hechtenis door
gebracht, onder de bepalingen van het
nieuwe Wetboek. Dit zou dan zijn de
tijd, voorafgaande aan de behandeling
der zaak voor de Tielsche rechtbank.
Verder werd medegedeeld, dat de
nieuwe behandeling der zaak door 't
gerechtshof, plaats zal vinden in een
der eerste zittingen gedurende Fe
bruari.
NEDERLANDSCHE ARBEIDERS
NAAR DUITSCHLAND.
Verwacht wordt, dat het volgend
voorjaar in het Duitsche Rijnland
weer Nederlandsche werkkrachten ar
beid kunnen vinden, voornamelijk
landarbeiders, melkknechten en grond
werkers. Door tusschenkomst van de
Nederlandsche Arbeidsbeurs te Ober-
hausen werden in November 1.1. ook
reeds ongeveer 400 Nederlandsche ar
beiders bietenrooiers en grondwer
kers in het Rijnland geplaatst. Die
toenemende vraag naar arbeiders uit
ons land moet ook verband houden
met het nieuwe Duitsch-Poolsche ver
drag betreffende de te werk stelling
van Poolsche landarbeiders in Duitseh
land. De arbeiders, die vóór 1 Jan
1919 naar Duitschland gingen, mogen
blijven, maar zij, die zich na dien da
turn vestigden, moeten over een tijd
vak van G jaren naar Polen terugkee-
reu en. wel ongeveer 4500 per jaar.