ME LEIDSCHE COURANT Gods wondere leidingen. VRIJDAG 23 DEC. 1927 TWEEDE BLAD- BINNENLAND. KERSTFEEST AAN 'T UDDELERMEER. De laate jaren is de Koningin gewoon, een Kerstfeest te vieren te midden van haar ondergeschikten op de Veluwe, het zij te Gort el, Uoog-Soeren, of Uddel. Woensdagavond viel die eer te beurt aan de bewoners van Uddel, van wie ve le hoofden van gezinnen hun dagelijk- schen arbeid in de bossen van het Kroon domein vinden. In het Theehuis aan het Uddelermeer was een prachtig versierde Kerstboom geplaatst, waar omheen klei nere boompjes met kaarsjes prijkten. De genoodigde arbeiders hadden reeds plaats genomen, toen H.M met gevolg per auto te half vijf van Het Loo aankwam. Even later kwam Prins Hendrik met zijn adju dant regelrecht van Bennekom aan het Uddelermeer. Negen vriendinnen van Prinses Juliana waren genoodigd, die met de Prinses een dames-zangkoor vormden, dat zes Kerst liederen zong. De Prinses was met haar vriendinnen reeds om 3 uur aangekomen voor het houden van een repetitie. Na een hartelijke begroeting ging de Koningin voor in gebed, waarna zij een eenvoudige Kerstrede hield. Hierna-deel de zij persoonlijk de Kerstgeschenken uit. Ter afwisseling zong het koortje Kerstlie deren. Er werd chocolade, limonade en gebak gepresenteerd. Geruimen tijd onder hielden de Koningin en de Prins zich met verschillende aanwezigen. Om 6 uur werd naar Het Loo teruggereden. Het was een aardig intiem feest, waar bij wel het meest treffend was de eenvou dige en hartelijke wijze, waarop onze Landsvrouwe zich met haar ondergeschik ten onderhield. ELECTRICITEITS-STATISTIEK. Nu de eleclrieiteit ook in ons land zulk een "voorname plaats inneemt, ten opzich te van de ontwikkeling op economisch en ander gebied, heeft het Departement van Waterstaat het gewensGht geacht een overzicht te verkrijgen van den groei van de electriciteitsvoorziening in Nederland. De minister van Waterstaat nam in 1925 de beslissing om.-met medewerking van de bedrijven een overzicht te doen sa menstellen, waaruit de jaarlijksche uit komsten der electriciteitsbedrjjven zou den .kunnen blijken, zoowel wat betreft de hoeveelheid opgewekten (ingekochten) en gedistribueerden stroom, als wat betreft de financieele uitkomsten. Thans is ver schenen d.e statistiek over 1924. Het moet betreurd warden aldus staat in het voorwoord dat deze eerste statistiek, welke de gegevens over 1924 omvat, eerst thans verschijnt. De oorzaak daarvan is goeddeels daarin te 'zoeken, dat, juist omdat het een eerste overzicht betreft, met talrijke bedrijven briefwis seling noodig was over de door hen ver strekte gegevens. Daarbij hebben ook de omvangrijke werkzaamheden, aan de sa menstelling vooral van deze eerste statis tiek verbonden, het verschijnen eenigszins vertraagd Aan de statistiek zelve is ontleend: De 11 provinciën hadden 564 bedrijven. Het totaal kapitaal, daarin gestoken, bedroeg 377.882.071.49, de totale afschrij ving bedroeg op 31 December 1924 89.171.188.16}^. Het aantal aansluitingen bedroeg 828.975, het aantal opgewekte K.W.U. 817.092.567.62, waaronder afgele verd aan de gemeenten door provinciale bedrijven 174.479.903 K.W.U, voor een ge zamenlijk bedrag van 83.229.132.91 Het totaal opgewekte K.W.U. na aftrek van de verliezen in centrales en eigen ge bruik in centrales, bedraagt 708.789.024.70. Het totaal van alle opbrengsten bedroeg 91.732.739.95 K. De exploitatie- en andere kosten der dis tributiebedrijven bedroegen ƒ42.677.118.50, de exploitatie- en andere kostenproductie of gémengde bedrijven ƒ36.527.101.44. De totale winst bedroeg ƒ19.666.345.78, voor de 9 provinciale bedrijven 334.025.24 H voor de 555 niet provinciale bedrijven 19.332.320.53KDe gemiddelde winst in procenten van aanlegkapitaal bedroeg voor de provinciale bedrijven, 0.30 (aan schaffingswaarde), 0.34 (boekwaarde), de gemiddelde winst van de stroomopbrengst 2.15 pet. Deze cijfers bedragen voor de niet-provinciale bedrijven resp. 8.17, 11.46 en 28.57. VERLOF OP DE A.S. FEESTDAGEN. De rijksambtenaren, die voor familiebe zoek met Kerstfeest en Nieuwjaar builen hun standplaats vertoeven, mogen de te rugreis per eerste gelegenheid op Dins dag 27 December en Maandag 2 Januari aanvaarden. HET AARDEWERKWETJE. Het volgende telegram is aan de Twee de Kamer verzonden: De Vereeniging van Nederl. Stroocar- tonfabrikanten, gevestigd te Groningen, vertegenwoordigend nagenoeg de gehee- le stroocarton-industrie, betuigt hierbij ad- haesie aan de adressen der Kamers van Koophandel te Amsterdam en Hengelo, waarbij dringend verzocht is het wetsont werp tot tijdelijke verhooging van het in voerrecht op huishoudelijk aardewerk, porcelein en glaswerk, niet aan te nemen. HET HOOFDBESTUUR DRAAIT BIJ. Het hoofdbestuur der P. en T. deelt meè: - De maatregel tot vervroegde inning van de telefoon-abonnementsgelden is uitslui tend getroffen omdat in de toch reeds zoo drukke maanden Januari en Juli de in ning bovendien nog samenvalt met perio dieke drukte in den quitantiedienst in deze maanden. Teneinde tegemoet te komen aan de hierover gerezen klachten van het pu bliek, is inmiddels de volgende regeling gemaakt: De invordering per quitantie van de over een kalenderhalfjaar verschuldigde telefoonabonnementsgeldèn enz. vangt aan in het begin van de voorafgaande maan den December en Juni. Maakt een gea bonneerde bezwaar tegen betaling in die voorafgaande maanden, dan wordt hem de gelegenheid gegeven, de quitantie tot uiterlijk 2 Januari resp. 1 Juli (indien deze data op een Zondag vallen tot den daaropvolgenden werkdag) aan het loket of door tusschenkomst van den postchè- que- en girodienst te voldoen. De bepa lingen betreffende uitsluiting van tele foongemeenschap wegens niet-betaling van abonnementsgelden enz. vinden eerst toepassing nadat de termijn van betaling op 2 Januari resp. 1 Juli, verstreken is. De automatische afschijving per giro zal niet meer geschieden in de maanden De cember en Juni; doch in het begin van Januari en Juli. Is de betrokken giro-re kening alsdan ontoereikend voor afschrij ving van het verschuldigde bedrag, dan wordt onmiddellijk overgegaan tot invor dering der gelden per quitantie. Deze quitantie wordt slechts éénmaal aange boden. EEN MOEDIGE DAAD. De directie van de reederij v.h. C. Pronk Czn. té Scheveningen, heeft van een harer schepen, die thans nog op de visscherij in het Engelsche Kanaal is, het volgende schrijven ontvangen: „Na onze netten ingehaald te hebben, stoomden wij naar de haven van Dieppe, welke haven wij weldra bereikt zouden hebben, toen ik plotseling een schreeuw hoorde: „Een man overboord". Ik zag en kele meters van het schip een man drij ven. Ik liet direct den motor stop zetten en achteruitslaan, maar daar het schip een vaart had van ongeveer 6 mijl, waren we weldra een eind verwijderd van de plaats, waar de man overboord viel. Het was zeer donker en bitter koud. Aan boord van het schip heerschte nogal ver warring. De een riep: „De boot uit", de ander liep met een reddingsboei Toen de gang uit het schip was, stoomde ik langzaam achteruit, trachtend denzelfden weg te volgen dien ik gekomen was. Alles moest echter op de gis gebeuren, daar het zeer donker was. Plotseling hoorden wij schreeuwen en zagen wij bij het schijnsel van een stakel- bos iets drijven, dwars van het schip. Toen gebeurde er iets, wat ik nog nooit gezien heb. Plotseling sprong een matroos overboord en 5 minuten later waren ge redde en redder aan boord van het schip. Een heldendaad, die ik niet licht verge ten zal, want wis en zeker zou de man verdronken zijn. Begrijpt u. aarde-donker, bitterkoud en alles was ijs, rnaar gelukkig zijn zij thans beideii weer gezond. De man die over boord viel, was de lichtmatroos W. de Graaf en zijn redder was de matroos A. K. Vroenj beiden ven Scheveningen". NATUURSCHOONWET. De Tweede Kamer heeft gistermiddag zonder stemming aangenomen het wets ontwerp, dat ter bevordering van het be houd van natuurschoon den belastingdruk voor den eigenaar van onroerende goede ren verlicht, voor zoover deze goederen betreft en voor zoover deze goederen op verzoek van den eigenaar als landgoede ren in den zin dezer wet zijn aangewezen. PANORAMAGEBOUW TE AMSTERDAM. De gerechtelijke verkooping van het Pa noramagebouw te Amsterdam is gisteren niet doorgegaan. Naar het Hbld. verneemt, heeft de ge meente het gebouw gekocht en uiteraard heeft daardoor de N.V. „Het Panorama" ook aan haar verplichtingen tegenover den heer Wijdeveld voldaan. Omtrent de bestemming die aan het gebouw en den grond zal worden gegeven, is nog niets bepaald. ONVEILIG STRAND. Het Noordzeestrand is onveilig van den Wassenaarschen slag tot Scheveningen, op Dinsdag 27 December van 10.30 v.m. tot 2.30 n.m. wegens schieten met geschut; op Donderdag 29 Dec. en Vrijdag 30 Dec. telkens van 9 u. v.m. tot 2.30 n.m., we gens schieten met mitrailleurs. Het strand is onveilig van Katwijk tot Scheveningen op Woensdag 28 December van 11 uur v.m. tot 2.30 n.m. wegens het schieten met geschut. De aandacht van het publiek wordt er op gevestigd, dat het strand zóólang on veilig is, tot de roode vlaggen, die de on veiligheid aanduiden, zijn ingetrokken. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Nieuw Vennep, J. H. Mulder, té Zöeterwoude. Bedankt: Voor Loon op Zand, H. A. Leenmans, te Delft. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Almelo (2e pred.plaats) A J. Fanoy, te Ferwerd; en G. B. Wurth. te Oost- en West-Souburg. Beroepen: Te Schipluiden, J. Douma, Azn., te Britsum. Te Hoofddorp, J. H. Rietberg, te Maassluis. GEREF. GEMEENTE. Beroepen: Te Delft, K. P. de Groot te Alphen aan den Rijn. Bedankt: Voor Paterson (N. Ameri ka), J. Vreugdenhil, te Bruinisse. Dr. J. HANIA. Dr. J. Hania, predikant der Geref. Kerk te Geldermalsen. die reeds éenige weken ongesteld was, is thans voor het onder gaan van een operatie opgenomen in het ziekenhuis te Tiel. Zijn toestand is ern stig. A. D. LEEMAN f Op 75-jarigen leeftijd is gisteren te Rot terdam overleden de heer A. D. Leeman, oud-hoofd van een mulo school vooral be kend als een der schrijvers van de metho de voor het onderwijs in de beginselen van het Fransch van De Bock en Leeman. Hij examineerde jaar op jaar voor de acten Fransch lager onderwijs, en M.O. A„ en in de laatste jaren ook voor de acte Spaansch M.O. Een week geleder had hij nog examens Spaansch afgenomen te zamen met prof. Snijders de Vogel en dr. Geers; met het oog op zijn minder goede gezondheid had den die examens te Rotterdam plaats, in stede van, zooals gewoonlijk te Amster dam. Zijn bekendste werk is wel de boven reeds genoemde methode voor het onder wijs in het Fransch geweest, waaruit al le latere Nederlandsche generaties de be ginselen dier taal hebben geleerd. Het eerste deel daarvan bracht het zelfs tot een honderdsten druk. Grooten opgang maakten ook zijn Cours gradué de lectu res frangaises en andere Fransche leer boeken. Zijn bekendste leerboek voor de Spaan- sche teal was de Praktische handleiding vcor de beoefening van de Spaansche taal. De begrafenis zal morgenmiddag op de algemeene begraafplaats Crooswijk plaats hebben. S. DE JONG Ezn. f In den ouderdom van 61 jaar is gister middag in Eudokia te Rotterdam overle den Je heer S de Jong Eznou J-hoofd van de Da Costa-scnool en een tekende fi guur in Christelijk e kringen. Do thans overledene is van 1902 tot eind 1921 hoofd van de Da Cosiaschooi ge weest; gezondheidsrc lenen no3p-eu licra tot het vragen van ontslag. De heer de Jong ving ruim 40 jaar ge leden zijn arbeid bij het Christelijk On derwijs aan te IJsselmonde, waar hij een klas van 97 leerlingen kreeg. Hierover schreef de jonge onderwijzer naar zijn leermeester, den heer Onvlee, en in dit schrijven beklaagde hij zich over het groote aantal zijner leerlingen. Maar „meester Onvlee" antwoordde: Klaag niet over deze vele leerlingen, zie daarvoor Klaagliederen 3 27. Den lsten Juni 1888 ging de heer de Jong naar Rotterdam, waar hij kwam aan de school van den heer Janssen in de Op pert. Daar heeft hij, naar zijn eigen ge tuigenis, veel geleerd, ook al bedroeg het salaris ƒ600 voor hoofdakte en Fransch verplicht. In het najaar van 1896 werd hij benoemd tot hoofd te Enkhuizen. Hier, in het liberale deel van Noord-Holland, heeft de thans overledene met veel zegen ge werkt. De school moest tweemaal ver groot worden, terwijl de heer de Jong zich ook op kerkelijk eu politiek terrein bewoog. Onze Antirevolutionaire beginse len droeg hij met onverzwakten ijver uit en het gevolg was, dat in 1901 het libe rale district omging. In 1902 vertrok de thans overledene weer naar Rotterdam, waar hij hoofd werd der nieuwe Da Costa-school, met als onderwijzers naast zich de heeren Knop pers en Van Noordwijk. Eerstgenoemde is thans predikant te Amsterdam, laatst genoemde volgde in 1923 den heer de Jong op. De heer de Jong is verder leeraar ge weest aan de Gereformeerde vormschool ter opleiding van onderwijzers en secre taris van het bestuur der Provinciale ver eeniging van Christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in Zuid-Holland. In den kerkeraad der gereformeerde Kerk van Rotterdam heeft hij jarenlang zitting gehad. Hij was ouderling der Ge ref. Kerk te Kralingen. Van de Antirevplutionaire kiesvereeni- ging in het district Rotterdam II is hij jarenlang voorzitter geweest en voorts is hij enkele jaren secretaris van den bond van A.R. kiesvereenigingen gew est. Ver der is de heer de Jong geruimen tijd voorzitter geweest van de gemeentelijke bioscoopcommissie. Met den heer de Jong gaat heen een der vertegenwoordigers van de „oude garde", die de hitte van den strijd verduurd heeft en wiens nagedachtenis in eere zal wor den gehouden. BEGRAFENIS Ds. M. v. d. BOOM. In tegenwoordigheid van een klein aan tal vrienden werd Woensdagmiddag in treffende eenvoud op „Oud Eik en Dui nen" te 's-Gravenhage ter yruste gelegd het stoffelijk overschot van' Ds. M. v. d. Boom, in leven emeritus- predikant van de Geref. Kerk van Ouderkerk a. d. Am- stel. Tevoren leidde Ts. M. Schuurman, em. predikant van de Geref. Kerk van Den Haag-West, zwager van den overledene, aan het sterfhuis een rouwdienst, spre kende over 2 Cor. 4 (slot) en 2 Cor. 5 (le gedeelte). Verschillende personen voerden aan de groeve het woord. De heer G. J. v. d. Boom, oudste zoon van den overledene, dankte voor de eer, zijn vader bewezen. HET NIEUWE KERKELIJKE BLAD. Van welingelichte zijde meldt men aan de „N. Prov. Gron. Crt.": AAN HET ZOEKLICHT. Leiden. 23 Dec. 1927. Ik heb indertijd gelegenheid gehad om diepe eerbied te krijgen voor de edele menschenliefde en de goede economische inzichten van den heer D. W. Stork, de oudste Directeur van de firma Gebr. Stork en Co. te Hen gelo. Een van de mooie instellingen door den heer Stork geschapen, was o.a. de stichting van een fonds, waardoor- de arbeiders van zijn machinefabriek aandeelhouder van deze fabriek kon den worden. Daartoe heeft, eenige jaren geleden, de firma bij een fees telijke gelegenheid een som van 100,000,in dit fonds gestort. Hier door werden de arbeiders in staat ge steld hun aandeelen langzaam aan vol te storten terwijl ze reeds dadelijk rente trokken. Dat deze instelling aardig opnam, bewijst dat de arbeiders aan rente on geveer 3 pCt. van hun inkomen ont vangen, of anders gerekend, wordt aan de arbeiders een vierde van het totaal betaalde rentebedrag uitbetaald. Nu komen de aandeelhouders in verzet tegen het te lage percentage aan rente, slechts 6 pC. vinden ze 13 weinig. Op .het jaarlijksche personeelsfeest heeft Coen Stork, een jongere broer van D. W., zich tegen dezen eiseli ver zet Instede van dit goed te keuren, wordt echter door A.B.K. in Het Volk deze voorbeeldige handeling bespotte lijk gemaakt. Het is duidelijk, dat een socialist het goede niet goed mag noemen omdat het in de kapitalistische maat schappij gezien wordt. Zelfs A.B.K, mag dat niet.. OBSF.RVATOn. Het bericht van ..De Rotterdammer" be treffende een vergadering Ie Utrecht, waarin besloten werd tot de oprichting van een Gereformeerd maandschrift, is niet geheel juist. De samenkomst werd bijgewoond door mannen, die tot geen groep behooren, zelfs die niet erkennen, maar allen als ideaal hebben mee te wer ken aan den bloei der Gereformeerde Ker ken, welke zij liefhebben. De bedoeling is voorts artikelen van thetischen £ard, zoo wel populair wetenschappelijk als prac- tisch te geven, teneinde voorlichting te geven bij de vraagstukken van dezen tijd, Hierdoor is de voorstelling die „De Rot terdammer" geeft, eenzijdig en beperkt. BOODSCHAP ARBEIDSGROEP 1 DOOPSGEZINDEN. Verschenen is de boodschap van de Ais beidsgroep van Doopsgezinden tegen; den krijgsdienst, tot de leden der Christelijke kerken bij de nadering van Kerstmis. Daaraan is het volgende ontleend: „De Christelijke Gemeente heeft tot taak niet slechts van vredesverwachtingk maar ook van vredesgezindheid te getui gen, en daardoor te toonen dat de Vredes vorst in haar leeft en werkt. Tegenover de velen, die zoo zij al niet den. oorlog wil len, hem toch voorbereiden, moeten de Christenen, de volgelingen van Jezus, be- bereiders zijn van den vrede. Het is daar om beschamend te zien, dat het ongodde lijke en anti-Christelijke van den oorlog buiten den kring der Christelijke kerken vaak sterker beseft wordt dan daar bin nen. Het is bedroevend, dat er onder de Christenen vaak niet eens belangstelling laat staan warme belangstelling ge vonden wordt voor de pogingen die in het heden gedaan worden om den oorlog te gen te gaan. Jezus heeft tot Zijn volge lingen, juist waar het betreft het daad werkelijk uitstrekken van de liefde tot hen die buiten eigen kring en natie staan, gezegd: „Wat doet gij boven anderen?" Hij verwacht van de Zijnen dat zij jn ijver voor vredesgezindheid vooraan zul len staan! Daaraan moet de wereld kun nen zien, dat wij Zijn discipelen zijn. Ons kindschap Gods moet ook hierin tot uiting komen, dat Gods welbehagen in menschen ook door ons als erfdeel meegedragen wordt. Als daar één Evangelieklank in deze dagen voor Kerstmis weerklank mo ge vinden in onze harten, dan zij het: „Zalig zijn de vredestichters, want zij zul len kinderen Gods genaamd worden." FEUILLETON. „Nee, maar toch wel geregeld wer ken, vind ik". „Dat-doen we ook.... dat 's te zeg gen.... nee, eigenlijk toch nietje loopt college of je blijft weg, zoo als 't valt". „Precies, en nu heb ik zoo'n idee, dat het gewoonlijk valt op wegblijven" „Hm! nee, dat 's toch ook weer niet heelemaal waar.... je werkt ook wel maai je bent vrij in alles heel anders dan jij bijvoorbeeld". „O hemeltje jadat geloof ik kun je niet inet mekaar vergelijken., op de technische ambachtschool moet je poot-an spelen .alsjeblief'. „Ben je den heelen dag bezig aldoor w?rken?" „Dag in, dag uit, van acht tot twaalf van twee tot vijf, v. zeven tot ne genmaar daar zijn de lessen ook onder begrepen". „En je hebt het machine-vak geko zen, hè?" „Ja, een verrukkelijk vak! er komt heel wat bij kijkenteekenen voor al en wiskunde.... en dan de talen natuurlijkmaar handenarbeid is de hoofdzaakik kan al aardig smeden!" Karry keek zijn vriend eens van ter zijde aanwat een kerel, die Hen drik! zoo in zijn nette pak leek hij wel minder forsch dan in de werk- manskleeren, maar toch..,, een heel verschil met den student der hooge- school! De aankomende smid had een frisch, blozend gelaat, een breede borst, vierkante schouders en echte werknanden, wel goed verzorgd, maar t-ch niet de lange smalle, blanke handjes van den noofdwerker. Harry zag er altijd wat bleek uit, had een fijne huid en maakte geheel den indruü van een aristocraat, ter wijl de vriend op ende op den ilinken krachtigen burger voorstelde, „Arbeit ist des Burgers Zierde", neuriede Hen drik mee in: Segen ist der Mühe Preis, Ehrt den Iiönig Seine VVürde, Ehret uns der 'Hande Fleisz! De peddelaars war ennu aan het doel van hun tocht jezij stapten af aan de nette dorpsherberg, stalden hun karretjes en gingen onder de breede linde vóór den hoofdingang even uitblazen. Harry tikte op het groene tafeltje en een aardige kleine krullebol ver scheen. om te vragen, wat de heeren beliefden't was een lief deerntje, maar zij ging zwaar mank en liep met een stok. „Ik een glas bier", bestelde Harry, wat jij?" „Een kop thee of een kwast". „Thee hebben we nog niet zoo vroeg en ik geloof, dat Moeder citroenen besteld heeftmaar wil meneer dan een kogelfleschje? citroen-limo nade? ze is heel best meneer! we heb ben ook spuitwater". „Spauswasser dan maar!" lachte Hendrik. „Het bestelde werd gebracht door de heldere waardin, dié vriendelijk een praatje maakte en hoopte, dat al les koel genoeg was.... die wensch rging in vervulling: hel bier was ijs koud en bet kogelfleschje eveneens. „Nog steeds teetoteler?" begon Har- hy, „jonge kerel, je weet niet, wat je versmaadt zoo'n biertje is toch maar je ware.... daar laat ik een glas wijn voor staanwat heb je nou an zoo'n fleschjel' „Wel, ik nad dorst gekregen en boe- wel ik nu liefst een flink glas pompe- cognac zou gehad hebben, kun je dat aan een uitspanning slecht alleen vragennu is dit spuit ook lekker!' „Goed, dat je geen student bent., dan zou je onmogelijk gch'elonthou- der kunnen blijven", „Dat zie 'k zoo dadelijk nog niet in!" „Nee, dat kun je ook niet inzien, maar geloof me gerust.... het gaat niet.bepaald: het gaat niet". Je weet het beter dan ik natuurlijk, ofschoon.... ik zou niet weten, waarom niet.... een student is zoo heel erg op zijn vrijheid gesteld, niet waar", nu, dan zou ik daar toch ook vrij in willen wezen". „Je hebt goed pratenje kent de studentenwereld niet! stel je voor: fuiven met spuitwater.... een mooie plechtigheid!" „Och waarom? Wij hebben een veertien dagen terug toch ook wel een feestje gehadbij gelegenheid van een gelukkig examen van een vrienddaar is geen druppel alco hol verschenen en we zijn in de dolste pret bijeen gebleven tot 's morgens vijf uur; en de grappen, die zijn uit gehaald! je rolde haast onder de tafel van 't lachen Harry keek verbaasd op; hij wist, dat zijn vriend in de verste verte geen opsnijder was en ook geen overdrijvev dus plezier had ie gehad met z'n kornuitendat stond vastmaar toch! „Wat gebruikten ze dan allemaal?" „O, van alles! We hadden samen een echt feestmaal besteldje reinste „Festessen"het was een menu om den hoed voor af te nemen om acht uur gingen we aan tafel en zooals ik zei: tot vijf uur 's mor gens in éénen door.maar we heb ben dan ook een half dozijn grappen makers er bijje zat er gewoon verstomd vanen kwinkslagen! ieder kreeg z'n beurt.twee van die leukerds deden de lui na, met wie we alle dagen in aanraking komen alles, wat r het heele jaar zoo al was voorgevallen, kwam op de proppen., we hadden twee vreemde gasten, die natuurlijk niet overal het fijne van snaptenmaar ze hebben zich de kaken zeer gelachenzuiver waar, hoor!" De leerlingen van de school onder elkaar?" „Ja, behalve die twee vrienden van den geslr.agde.komenden winter willen we nog eens zoo'n feestje op touw zetten en dan worden de dames- huisgenooten ook mee gevraagd.... dat 's leuk, hè!" „Oud en jong?" „Voor de leus: moeders en dochters, maar de mama's zullen wel thuis blijven.... ten minste bij ons heeft Moeder al gezegd, dat 's iets voor Mie- ke en Truus". „Hè!laat je Moeder die beidjes maar zoo naar een jongelui'sfeestje gaan, zonder geleide?" ..Waarom niet?allemaal keuri ge nette jongens 1' „Nou jamaar toch.... hm!" „Je moet niet vergeten dat niemand er drank gebruiktook geen wijn of biernou, dan is er ook geen sprake van opgewondenheid, waarbij je uit het oog verliest, wat gepast is en wat niet. Moeder zegt: met een nuehteren kop doet een fatsoenlijk jongmensch geen dingen, die niet dooi den beugel kunnen en alleen de drank maakt de tongen los.... begrijp je?" Ja, Harry begreep hetheel goed zelfsen hij dacht even met een vervelend gevoel van beschaming aan zijn eigen fuiven, waarbij wèl gedron ken was.hij had wel pleizier gehad stellig wel.... maar ook een beetje herrie achterna., ze waren al len samen dronken geweest, zoodat ze van geen toeten of blazen meer wisten en de kellners van het hotel hadden hen in een rijtuig gesleept en ieder naar zijn eigen kamer laten rij denlater hadden de heeren die diensten dubbel en dwars moeten goed maken en ook de koetsiers hadden dan aanspraak op een flinke fooi! Dat was nu nog tot daaraan toe, maar er ger was, wat hun later voor de voeten werd geworpen. De hotelier had geen blad voor den mond genomen en een voudig verklaard: „Mijn zalen staan wel ter beschik king van alle mogelijke gezelschap pen, en ik kan best wat van de stu denten door de vingers zien, maar voor zoo'n zwijnenboel, als die laatste partij was, bedank ik dan toch..., als de heeren dat maar weten". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5