CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. Belangrijksie nieuws in dit Nummer. ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknel Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/i cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariel Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da» gelijks geplaatst ad. 40 cents EERSTE BLAD. Y Ulgemeene onbehaaglijkheid. Prof. Dr. H. Vissscher, ons A.-R. Kamerlid, heeft weer eens zijn stem in de Pers laten hooren. Ook nu koos Prof. Visscher „De Groene Amster dammer". Dat er in de Standaard, dan wel eenig ander A.-R. orgaan, voor den geleerden schrijver geen plaats zou zijn, kan daar natuurlijk niet de oorzaak van zijn. Wat dan wel? Als naar gewoonte is het medege deelde der vermelding waard. Prof. Visscher teekent als volgt het onbehaaglijk gevoel over den politie- ken toestand: „De politieke toestand is uiter mate onbehagelijk. Voor de waar deering onzer constitutioneele in stellingen, voor de gezondheid tier democratie is deze steriele onmacht een bedenkelijk verschijnsel. Vrij wel alle redenaars hieven klaagzan gen aan en getuigden van hun heim wee naar andere en betere verhou dingen om te eindigen met de wee moedige belijdenis, dat de weg tot dat betere hun niet hekend was. Ja, zij noemden wel een weg, maar ont sluiten konden zij dezen niet. Dr. Nolens sprak van zijn voorkeur voor herstel der oude coalitie. Mr. Heemskerk prees haar dringend, al is zij niet 't panacee voor alle poli tieke kwalen en Dr. de Visser stond als 'n „cunctatorschuchter wijzend naar datzelfde einddoel, dat voor hem slechts scheen op te doemen in een nevelig verschiet. En tor linker zijde was het niet beter gesteld. De Roode vrijer kon het moeilijk ver kroppen, dat de Roomsche schoone zoo stuursch bleef. De versmade liefde prikkelde Albarda tot invec tieven over „Paepsclie stoutighe den", die Ds. Lingbook niet zouden hebben ontsierd. En Mr. Marchant sprak soms profetisch als een ern stig democraat, die de nadering van het onheil voorgevoelt. En allen ter rechter- en ter linkerzijde staarden hoopvol naar de komende stembus, als ware er gegronde verwachting, dat 1929 een jubeljaar zal zijn". Een Chineesche schim. Reeds eenige jaren zoo zegt Prof. Visscher was de Coalitie niet meer dan een Chineesche schim. De linkerzijde richtte er hare pijlen op, maar vanwege de ijlheid was zij niet meer trefbaar. Een groot deel der Roomsche fractie waardeerde haar niet meer en als het uitkwam, handel de dit als bestond zij niet langer. Men zag stemmen-combinaties, die met het bestaan der coalitie weinig strookten. Mr. Heemskerk zoo zegt hij ver der deed in de Kamer, als was hij vanwege de veelheid verlegen met zijne keus. Hij had slechts vrees voor de Herodes-natuur der linkerzijde, die het pasgeboren wicht terstond zou dooden. Dat er ook doodgeboren wich ten worden gebaard, scheen hij te ver geten. Zijn er dan geene politieke doelein den? Ongetwijfeld, voorshands meest al zulke, waarover de rechtsche groe pen juist verschillen. De Roomsche idealen wenschen de Chr. Historischen niet, de Antirevolutionairen evenmin. En zoo hebben alle drie hun eigen wenschen. En toch is zonder groote doeleinden wier verwezenlijking het rechtsche volksdeel bekoort, geestdrift, voor een coalitie niet mogelijk. Eene politieke combinatie, die slechts doelt op het verdeelen der ministerieele zetels, moge eenigen toelachen, maar is in hare gevolgen doodelijk voor het idea lisme van het Antirevolutionaire volk riiet het minst. Dat zou zijn als het offeren harer kinderen aan den Moloch van belangen, die in beginsel-politiek geen plaats en geen functies mogen hebben". Ongetwijfeld wordt hier de ware ondergrond voor de komende samen werking aangewezen. Rome te elastisch. Wat is zoo vraagt Prof. Visscher de oorzaak van dit verloop der be sprekingen in de Kamer? De evenredige vertegenwoordiging wijzigde niet slechts het aantal, maar cok het karakter der Roomsche frac tie in de Kamer. Dr. Kuyper heeft neg gewaarschuwd, toen Mr. Heemskerk scheep ging met een coalitie-kabinet onder Roomsche signatuur. De Roomsche fractie is slechts for- meele politieke eenheid. De eenheids band is het behooren tot de Roomsche Kerk. .Dit is nog iets anders dan een saam bindend levensbeginsel. De kerkelijke band sluit veelvuldige verscheiden heid ook van politieke en sociale ide alen niet buiten. De Roomsche Kerk kan bovendien absoluut, maar ook zeer elastisch zijn. De handhaving der eenheid in deze Roomsche fractie is op zichzelf reeds een probleem, dat stuurmanskunst vordert* Welnu, is deze zoo talrijke partij geschikt voor eene coalitie, voor de oude, of voor een nieuwe? Kan zij zich garant stellen voor de diensten, die van haar zulen worden gevorderd? De geleerde schrijver had hier ook nog kunnen bijvoegen, dat ook in den boezem der Christelijk Historische Unie een angstige blik in de richting van Ds. Lingbeek wordt geworpen, wanneer er sprake is van herstel der samenwerking. Ja zelfs in onze partij beluisteren wij maar al te vaak stemmen, die mee nen, dat het toch nog zoo kwaad niet gaat, wij hebben toch nog Christen ministers. Zij vergeten daarbij, dat de kernachtige uitdrukking: „Wel minis ters, geen ministerie" (natuurlijk be doeld als parlementair kabinet) inder daad waarheid bevat. Historisch is niet alleen bij Rome, maar ook bij anderen, veel veranderd. Daarom moet bij alle partijen nog veel veranderen, alvorens weer 'n sa mengaan als vóór November 1925 kan plaats hebben. Intusschen, er is toenadering, en dat geeft hoop. Y Herstel is nu mogelijk. Prof. Visscher meent intusschen, dat herstel der samenwerking niet be hoeft te wachten tot 1929. De toekomst zoo zegt hij is dus verre van helder. Wanneer zal zij opklaren? Zoodra er groepen zijn, sterk genoeg te zamen en ook moedig genoeg om ons te ver lossen van de oorzaak der ellende. Dit kiesrecht met zijn dwang en even redigheid, waardoor zij, die den demo- cratischen staat ontkennen, niet slechts bevoegdheid erlangen, maar zelfs gedwongen worden officieel aan zijn ondermijning mede te werken, wekt een verlamming in het demo cratisch leven. Dus een coalitie behoeft niet uitge steld tot 1929, zij kan beginnen links of rechts, met het doel, de gezondma king der democratie. En daarna zal er ruimte zijn, niet het minst ook op sociaal gebied, om het volk te bevrijden van den steeds meer voortschrijdenden staatsdwang en te staan naar de organische struc tuur der maatschappij, dio bestaan baar is alleen bij de vrijheid van de burgerschap. Hier vinden wij de redeneering wel eenigszins zonderling. Hoe afkeerig wij ook zijn van den dwang van het tegenwoordig kies recht, en hoe verkeerd wij ook de structuur vinden, dat het bestrijden daarvan een middel zou kunnen zijn tot herstel, gelooven wij vooralsnog niet. Evenmin gelooven wij, dat de ver lamming in het democratisch leven, zijn oorzaak vindt in de ondermijning van het gezag, door de kieswet teweeg gebracht. Integendeel, naar ons gevoelen kan al het andere voorloopig rusten, maar moet bij rechts als een paal boven wa ter staan, dat de organische structuur der maatschappij, zooals Prof. Vis scher het uitdrukt, hecht komt te lig gen op de ordinantiën Gods. Voor het tegengaan van den voortschrijdenden staatsdwang alleen is samenwerking gebiedend noodig. Dat, dat alleen moge voldoende zijn om de partijen van rechts weer tot elkaar te drijven. STADSNIEUWS. GEMEENTERAAD. De eerstvolgende vergadering van den Raad zal plaats hebben op Maan dag 19 December a.s. In deze verga dering komt o.m. aan de orde een voorstel van B. en W. om ter gelegen heid der Kerstdagen een extra toeslag op de ondersteuning aan werkloozen te geven. HAARLEMSCHE ORKEST-VEREENIGING. Dit was nu eens een echt Hollanri- sche avond: Hollandsche componisten aan het woord; hun werken voor een deel op Hollandsche motieven rus tend, en alle Hollandsch van karak ter; de solist aan den Steinway-vleu- gel van Bender Eduard van Bei- num, een Hollander; en de gastdiri- gent van alles. Jan van Gilse, even eens, al heeft hij thans te Berlijn zijn domicilie. Men moet de H. O. V. prijzen om het streven, aan te toonen, dat de muziek niet alleen in Holland met liefde beoefend wordt, maar dat er een echt Hollandsche uiuzie- bestaai, waarin de eigenaardigheden van on zen volksaard eenigszins hun weer spiegeling vinden. Zoo'n avond leert ons, dat naast de werken der buitenlandsche toonkunst die men gemeenlijk hoort, onze eigen muziek toch ook heusch een plaatsje waard is op de programma's, vooral wanneer zij keurig en kleurig wordt uitgevoerd als gisterenavond door het Haarlemsch orkest. Het begon met de Ouverture „Cy rano de Bergerac", van Dr. Joh. Wa genaar. Reeds dadelijk frappeerde de energieke inzet, en daarop weldra een heel zacht vioolgeruisch, dat aanzwelt en waaruit de motieven te voorschijn komen. Zeldzaam frisch en klaar is deze muziek, vol geestige wendingen en humoristische trekjes. Soms ver heft zich even het pathos, soms wordt het bizarre verklankt, tegen het einde b.v., maar er is ook een passage van heel teere contrapuntiek tusschen vi olen en houtblazers. Het geheele werk dunkt ons te getuigen van een smaak die meer naar het Fransche, dan naar het Germaansche gericht is, terwijl de stemming Hollandsch blijft. Het tweede nummer wds; „Variaties over een St. Nicolaasliedje" van Jan van Gilse. Na een korte inleiding komt het thema te voorschijn: „Zie ginds komt de stoomboot van Spanje weer aan". De waldhoorn heeft aan dezen opzet een belangrijk aandeel. Maar hoe mooi is de uitwerking, het steeds weer anders rhythmeeren, uit elkaar brok kelen en weer tot elkaar brengen van de melodische motieven. Aan geestige toetsen ontbreekt het niet, als het paardje op het dek heen en weer hup pelt. Geestig en vroolijk en dan weer bijna elegisch als de violen het thema opnemen en uitwerken, dat daarna weer gebroken en opgelost wordt in allerlei variaties. Eindelijk klinken fanfares, en worden we op bruisende rhythmen naar het einde gevoerd. In den meest goeden zin sympho- nisch is heel dit mooie oeuvre. De di rigent, de heer Van Gilse, die met er\ergie het orkest leidde, had warme huldebetuigingen in ontvangst te ne men, welke zoowel zijn leiding als zijn compositie golden. De Piet Hein-Rhapsodie van Dr. Pe ter van Anrooy is wel zoo Hollandsch als Hollandsche muziek maar kan zijn. En toch heeft het werk ook de repertoires in het buitenland kunnen bereiken, waar het gaarne wordt ge speeld. Dr Van Anrooy is leerling van Wa genaar en diens werken in het komi sche genre, zooals „De Schipbreuk", zijn hem niet spoorloos voorbij ge gaan. De opzet getuigt onmiddellijk van Schwung. Het motief is natuurlijk de me'odie van: „Heb je wel gehoord van de Zilvervloot". Op allergeestigste wijze wordt met deze melodie omge sprongen. Instrumentale combinaties veroorloven allerlei grappen, zoodat men voortdurend met een glimlach zit te luisteren. Toch blijft de compo nist binnen de perken en wordt hij nooit grof. Echt rhapsodisch is deze muziek: soms uitbundig, dan weer vertelt ze even heel rustig, plotseling even het pathos, dan weer een wals. En de coda eindigt met een tirade i^it het „Wien Neerlandsch bloed". Na de pauze werden de aanwezigen, de zaal was flink bezet vergast op „Drie dansschetsen" voor piano en klein orkest, een compositie van Jan van Gilse, welke thans voor het eerst werd uitgevoerd. De eerste, Tempo di Menuetto Moderato", in rustig tempo; de tweede „Hommage Johann Strauss'", een wals ter eere van den beroemden Weenschen walskoning; de derde „In modi di Tango", dus zoo als de moderne tijd het wenscht. De composities, die het genre dezer dansschetsen kenmerkten waren ka rakteristiek. Tevens toonde de compo nist, niet in het minst in de Tango, dat de meer moderne schrijfwijze niet spoorloos voorbij is gegaan. De heer Van Beinum, dien we tot dusver alleen kenden als dirigent van het Haarlemsch orkest, bleek in zijn pianistische eigenschappen dezelfde man van smaak te zijn. Hij beschikt over een goed ontwikkelde techniek en is ten overvloede muzikaal. Het publiek was over de prestaties zeer te vreden en huldigde zoowel den pianist als den dirigent, die den heelen avpnd met zooveel bezieling alles had geleid. ,MAG DE KERK ZWIJGEN?" Voor de afdeeling „Leiden en Om streken" van „Kerk en Vrede" sprak gisteravond in het Nutsgebouw, Prof. Dr. G. J. Heering, over het onderwerp: „Mag de Kerk zwijgen?" De groote zaal van het Nutsgebouw was stampvol, zoodat velen onverrich- terzake moesten terugkeeren en ande ren zich met een staanplaats tevreden moesten stellen. De vergadering stond onder leiding van den heer J. A. Riedel, die de ver gadering opende met gebed en na een kort openingswoord dadelijk het woord gaf aan Prof. Heering. Spr. begon met enkele bezwaren op zij te ruimen, die gewoonlijk tegen de vereeniging „Kerk en Vrede" wor den ingebracht. Men noemt de leden dezer vereeniging gevaarlijke utopis ten, maar het is veel meer een utopie, zooals men de zaak aan den kant der militairisten ziet. Een nieuwe oorlog zal tengevolge hebben, dat Europa ont volkt wordt, dat de cultuur verwoest zal zijn en dat de mensch moreel ten gronde zal gaan. Spr. toont dat aan met verschillende uitspraken van be kende chemici. Te bedenken dan ook, dat de regeering van ons land op de vraag, wat tegen den gasoorlog zal ge daan worden, geantwoord heeft, dat alle menschen gasmaskers krijgen en dat kelders zullen worden gebouwd, waarin ze binnen enkele minuten moeten vluchten, is al zeer vreeselijk. Het is een utopie van het militairisme dat, wanneer er oorlog komt, het zoo'n vaart niet zal loopen met die ver schillende moordwerktuigen als gas sen, enz. Dit is echter slechts het opruimen van rommel. De principieele kwestie weegt echter tegen alles op. De christe lijk-zedelijke wetten moeten door alles heen gehandhaafd worden. Door den oorlog worden deze wetten met voe ten getreden. Een van de eerste be ginselen van de Christelijke moraal is: de liefde tot den naaste, zooals Christus zegt: Zoo gij dit aan Mijn minste broederen gedaan hebt, zoo hebt gij dat Mij gedaan. De heele geest van het Christendom is gekant tegen het geweld en wil niets van oorlog weten. Dit is het oordeel van Harnack en deze meening wordt gesteund door Origenes, Tertullianus en Cyprianus, wat spr. met verschillende uitspraken aantoont. Deze meening in het Chris tendom is eerst gewijzigd in de vierde eeuw, toen Constatijn de Groote zijn overwinning aan Jezus toeschreef en Gods Zoon vereerde als een krijgsgod. De staat heeft langzamerhand de Kerk op sleeptouw genomen, wat vooral uitkomt in de 19de eeuw. toen de dienstplicht is ingevoerd. Het scheen toen wel, of het patriotisme de hoogste Chr. deugd was. Met dat grootendeels onheilige vuur hebben de Staten een eeuw lang gespeejd en het ontzettende resultaat van de sa menwerking tusschen kerk en staat is geweest de bloedstorting van den wereldoorlog. Deze oorlog heeft de oogen geopend en argument na argu ment, "dat vóór den oorlog pleitte, uit de handen geslagen. Spr. noemt vervolgens enkele gru welijke voorbeelden van het feit, dat het militair intellect geheel zonder moraal is. Het standpunt van de vereeniging „Kerk en Vrede" is, dat de Kerk moet protesteeren tegen de grootste gruwel van de wereld, tegen het karakter-be dervende en leugenachtige van den modernen oorlog. Dit heeft de vereeniging samenge vat in de volgende motie: De groep, enz., „van oordeel, dat slechts door het doorwerken der Chr. beginselen heil te wachten is voor menschen, volke ren en volkerengemeenschap; dat deze doorwerking niet alleen te gengehouden wordt door den invloed der zonde, maar ook door 't instand houden van zondige gebruiken, waar van de verderfelijkste de oorlog is; dat niet alleen de oorlog met alle recht spot, maar ook het karakter der moderne oorlogsvoering het godsdien- stig-zedelijk bewustzijn krenkt op een niet meer te verdedigen wijze; dat het elk offer waard is, om tegen over deze misdaad ernst te maken met de zedelijke waarheid, dat het beter is Onrecht te lijden, clan te doen; bindt den strijd aan tegen oorlog en oorlogstoerusting en roept alle Chris tenen binnen en buiten de Kerken op, om in dezen strijd mee te strijden, opdat de namen van Jezus Christus en Zijn hemelschen Vader niet meer op die gruwelijke wijze door de vol keren geschonden worden als in de ja ren, die achter ons liggen het geval is geweest". - Na de pauze beantwoordt spr. de vraag: Wat is ons concrete doel? Dat doel is tweeledig en wel; ten eerste ook door den Volkenbond tot den vrede te geraken. Spr. toont aan, dat men in Genève thans op den ver keerden weg is. Men heeft de oorlog nog niet kunnen muilbanden. Er is geen denken aan, dat men vruchtbaar de vredesgedachte kan tot werkelijk heid brengen, wanneer men werkeloos toeziet, dat de volkeren zich steeds meer wapenen. Er moet een verach ting gekweekt worden tegen den oor log. Daartoe moeten allereerst de lan den medewerken, die niet geleden heb ben onder de oorlogspsychose en in die landen moeten de kerken voor gaan, Wanneer hier de Kerk zwijgt, dan zal het volk opstaan, wat ook Buitenland De Belgische Senaat neemt een mo tie van vertrouwen in de regeerüng aan Mussolini over de verhouding tot Frankrijk. Dreigende mijnwerkersstaking £n midden-Silezië. De roode terreur te Kanton. reeds gebeurt, en hier geldt de spreuk Vox populi, vox Dei. En dat doel is ten tweede, het Evan gelie los te scheuren van elke oorlogs gedachte. Dit laatste doel is het voor naamste. ..In 1928 zal een Intern, congres be legd worden te Amsterdam om dit t© propageeren. Men kan geen Kerstfeest vieren, wanneer men dit zwijgen van de Kerk tolereert. Na deze rede, waarmede de aanwe zigen ondubbelzinnig hun instemming lieten blijken, was gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan enkele personen gebruik maakten. In de pauze en na afloop van de vergadering was er gelegenheid zich op te geven als lid van de vereeniging „Kerk en Vrede", waarvan velen ge bruik maakten. WETHOUDER SPLINTER. Onze wethouder van Fabricage, de heer J. Splinter Gzn., die eenigen tijd ongesteld was en o.a. de geheele open bare behandeling van de begrooting in den Gemeenteraad aan den Burge meester moest overlaten, is thans weer hersteld. Zijn werkzaamheden als Wethou der heeft hij echter nog maar gedeel telijk weer opgevat. De vergadering der Commissie van Fabricage, welke hedenmiddag gehou den werd, werd nog niet door hem gepresideerd. Deze werd nog geleid door den Bur gemeester, die de werkzaamheden van Weth. Splinter, tijdens diens onge steldheid waarneemt. LEZING MET LICHTBEELDEN OVER INDIë. Wij herinneren nogmaals aan de le zing met lichtbeelden over Indië, die hedenavond in de Heerengrachtkerk door den heer D. Huinink zal worden gehouden. Telkens blijkt, hoe weinig de men schen van „Nederland over zee" afwe ten en daarom is het bijzonder inte ressant om van iemand, die Indië uit ervaring kent, bijzonderheden daar over te hooren, vooral ook, als daar bij speciaal op het Zendingswerk ge wezen wordt. DS. SCHILDER OVER HET BOEK „PREDIKER". Morgenavond! Dan behoort de Hooigrachtkerk vol te zijn tot in alle hoeken. Voor den Ring Leiden en Omstreken van den Bond van J. V. op G. G. zal Ds. K. Schilder van Oegstgeest spre ken over het boek „Prediker''. Het zal een propagandarede zijn. Van de zijde der ouderen wordt ge klaagd, dat er zoo weinig actie zit in de Jeugdbeweging en van de zijde van de jeugd hoort men, dat de oude ren zoo weinig daadwerkelijk hun be langstelling te toonen. En wanneer nu de Jeugdbeweging een vergadering op touw zet als boven aangegeven is, dan dient natuurlijk allereerst de jeugd zelf door trouwe "Opkomst haar willen te toonen, maar dan dienen ook de ouderen, omdat het hier een propagandavergadering betreft, .die propaganda niet onmoge lijk te maken door stil thuis te blijven Om deze reden alleen reeds verwach ten we een groote opkomst. De vergadering spreekt overigens voor zichzelf. Ds. Schilder heeft altijd iets bijzonders, iets origineels te zeg gen, ook al zou het onderwerp niet zoo interessant zijn als thans het ge val is. Maar waar bovendien het on derwerp handelt over een van de schoonste Bijbelboeken, zal ieder, die maar eenigszins in de gelegenheid is, morgenavond ongetwijfeld tegen ach ten zijn schreden richten naar de Hooigracht, om daar geestelijk ver rijkt te worden. EEN SPITSDOLFIJN TE KIJKDUIN AANGESPOELD. Ongeschonden te Lelden aangekomen. Zondagmorgen j.l. kwam bij prof. dr. E. D. van Oort, directeur van het Rijksmuseum van Natuurlijke His torie alhier, uit Kijkduin het bericht binnen, dat aldaar een dolfijn was aangespoeld. Onmiddellijk begaf prof. Van Oort zich derwaarts, en het bleek hem daar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1