CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8s,e JAARGANG
DINSDAG 13 DECEMBER 1927
Telefoonnummer 2778
Aangesloten op hei Streeknel Lisse
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden
Postbox 20 Postgiro 58936
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Een nieuw gevaar.
De heer G. V(elthuijsen) wijst in de
Middernachtzendeling op n nieuw ge
vaar op zedelijk gebied. Als zoodanig
duidt hij aan de eugenetiek, de pogin
gen tot rasverbetering van het men-
schelijk geslacht, door beperking van
de geboorten op een nog veel doortas
tender wijze dan die door de voorstan
ders van het nieuw malthusianisme
wordt bepleit, namelijk door eenvou
dig radicaal operatief of langs chemi
se l.en weg het voortplantingsvermo
gen te ontnemen aan zulke menschen
van wie men vreest, dat hun nage
slacht „erfelijk belast' zou zijn.
In Amerika heeft men dit middel al
op ruime schaal toegepast op krank
zinnigen, idioten, misdadigers, prosti
tuees. enz. In Californië is sedert de
invoering van een desbetreffende wet
aan meer dan 50.0000 menschen uit
krankzinnigengestichten het voort
plantingsvermogen ontnomen.
Na verschillende bijzonderheden
over dit operatief ingrijpen, n.l. den
leeftijd, de kunne, enz. van de patië-
ten te hebben aangehaald, wordt even
aandacht geschonken aan den ach
teruitgang van de zielevermogens der
geopereerden. Met zeer veel nadruk
wordt het woord van Prof. Santoli-
quido op het Abolitionistische Con
gres te Rome in 1920, voor de aan
dacht geroepen; die, op grond van
een onderzoek bij verschillende ge
neeskundigen en psychiaters van
naam, tot de slotsom kwam, dat de
njenschheid op deze wijze van de mo
gelijkheid tot het voortbrengen van
groote genieën voorgoed zal worden
beroofd.
Maar ook wordt met instemming
aangehaald een stuk uit een verslag
van Mr. de Graaf over bovengenoemd
Congres te Rome, die zeide:
„Is het noodig er den nadruk op te
leggen, dat gevaarlijker dan reglemen
teering, dan neo-reglementeering en
autodesinfectie, voor de moraliteit
zal zijn deze toenemende methode van
asexualisatie, die op de meest kiesche,
minst stuitende wijze, het meest ban-
delooze sexueele verkeer mogelijk
maakt, die ons met volkomen zedelijke
verwildering en depopulatie op de
fatsoenlijkste wijze bedreigt Geen
wonder dat deze methode in Amerika
en ook reeds in Engeland veel succes
heeft. Er is op dit oogenblik in de
geheele zedelijke en geestelijke we
reld geen dreigender, ernstiger gevaar
voor de toekomst der menschheid
bekend".
Aan dit artikel moesten wij denken
toen wij in Het Vaderland een artikel
lazen van Prof. Dr. J. G. Sleeswijk,
die daarin tracht aan te toonen hoe
men heden ten dagen ten onrechte den
eerlijken Engelschen prof. Malthus,
zooals hij zegt, tracht in de schoenen
te schuiven de prediker te zijn geweest
van beperking van het kindertal uit
gemak- of genotzucht Hij meent dat
Prof. Malthus in zijn dagen wel tot die
theorie moest komen op grond van
de toen bekende statistieken.
Maar niet alleen Malthus ook de hy
giënist Spencer wordt door hem in
bescherming genomen. Aan het slot
van deze beschouwing zegt hij deze
merkwaardige woorden:
„Het is een overwonnen standpunt,
dat de sociale hygiëne zou moeten
blijven stilstaan bij het negatieve
doel: het afweren van de gevaren die
de gezondheid der menschen bedrei
gen en het beperken daarbij van de
individueele vrijheid. Het stelsel is
eerst volledig, indien daarnaast het
positieve doel tot zijn recht komt:
de versterking van het weerstands
vermogen door lichamelijke opvoeding
naast voortplantingshygiëne (euge-
liethiekV'.
Inderdaad hier dreigt een gevaar,
waar wij met kracht en klem tegen
waarschuwen moeten.
Geen buiteniandsche rommel.
Hoewel de minister, wien dit aan
gaat, den naam heeft geen vriend te
zijn van actieve handelspolitiek, komt
toch in 't ingediende Aardewerkwetje
zoo iets van een actieve politiek naar
voren.
Wel wordt ook nu weer door de
wespen aan deze vrucht geknaagd,
maar een echte vrucht is het dan toch.
Daarom moet natuurlijk nu ook
weer dat wetj-e in een kwaad dag
licht gesteld worden. Het voorloopig
verslag van de Tweede Kamer was ten
minste niet erg bemoedigend. Vragen
de opmerkingen honderd en een. Men
verzette zich zelfs tegen spoedige be
handeling. Men klaagt over de ach
terlijkheid der Limburgsche industrie,
die is toch niet te helpen.
Vooral tegen die laatste» bepaald
minne bestrijding past een woord van
protest. Gelukkig komt dit protest
van een kant, waarvan men het niet
verwachten zou.
Met de publicatie van het voorloo
pig verslag der Kamer valt samen een
artikel in de N. R. Ct., waarin op de
eerste plaats het Maastrichtsche be
drijf wordt gerehabiliteerd.
Maastricht wenscht geen rommel te
maken, ook niet voor de kleine beur
zen; zijn product is goed, heter dan
het buiteniandsche.
Maar het buiteniandsche product,
broos, leelijk, vol fouten, wordt bij
millioenen stuks op de markt gewor
pen als een aanhangsel van het ver
derfelijk cadeausysteem.
Die buiteniandsche rommel kost bij
na niets, en daar kan Maastricht niet
togen op.
De Maasbode, waaraan wij deze ge
gevens ontleenen, voegt hieraan toe:
„Was het niet dienstig, dat de leden
van de Tweede Kamer, die zich ver
diepen in al, wat tegen Maastricht en
voor het buitenland pleit, ook deze zij
de der medaille eens bekeken?
Men kan de menschen niet beletten
zich buitenlandsch bocht in de han
den te laten stoppen, maar men mag
toch wel iets doen om een eigen nij
verheid, die een hooger standpunt in
neemt, het bestaan niet geheel onmo
gelijk te maken.
Of willen de heeren van de Kamer
alle gezinnen van den kleinen man
volstoppen met het minderwaardige
buiteniandsche product, in U3 mte-
ning nog wel, dat ze daarmee voor het
belang der consumenten zoo heet
het immers? opkomen".
Daar zijn wij het volkom in mee
eens. Wij hebben genoeg van dien bui
tenlandschen rommel.
STADSNIEUWS.
PROF. BR. H. OORT OVERLEDEN.
Hedennacht 3 uur is hier ter stede
Prof. Dr. H. Oort overleden.
Prof. Dr. Henricus Oort werd 27
December 1836 te Eemnes geboren,
waar zijn vader, Ds. H. L. Oort, Ned.
Herv, predikant was. Hij bezocht het
gymnasium in Den Haag en studeerde
daarna aan de Universiteit alhier,
waar hij den lsten October 1860 pro
moveerde tot doctor in de godgeleerd
heid op een dissertatie: „De pericope
Numeri XXII 2 XXIV historiem
Bileami continents". In hetzelfde jaar
wérd hij predikant bij de Ned. Herv.
Gem. te Santpoort en eenige jaren
later te Harlingen. In 1873 werd hij
benoemd tot hoogleeraar in de Oos-
tersche talen, de logica en de meta-
physica aan het Athenaeum Illustre
te Amsterdam. Hij aanvaardde dit
ambt met een rede over: De tegen
woordige toestand der Israëlitische
oudheden.
In 1875 volgde zijn benoeming tot
hoogleeraar in de Hebreeuwsche taai
en letterkunde en de Israëlitische oud
heden aan de Universiteit alhier,
welk ambt hij aanyaardde met een
rede over: „Israël, het volk van den
godsdienst".
Gedurende de eerste jaren van zijn
professoraat alhier was hij ook he
iast met de uitlegging van het Oude
Testament, doch de Hooger Onderwijs
wet van 1876 stelde dit in prof. Kue-
nen's handen.
In den academischen cursus 1891
1892 was hij rectormagnificus der Uni
versiteit. Als zoodanig hield hij op den
verjaardag dezer hoogeschool op den
8sten Februari 1892 een rede over:
Oud-Israël's rechtswezen.
Vele, uit een wetenschappelijk oog
punt zeer belangrijke werken zijn van
zijn hand, deels in samenwerking met
anderen, verschenen. Zijn grootste
werk is ongetwijfeld de bekende
Leidsche Bijbelvertaling,waarvan zoo
als de bekende Graecus, wijlen prof.
J. van Leeuwen, op het afscheidscol
lege van Prof. Oort dén 7den Juni
1907 getuigde, dat Qort's naam daar
aan onafscheidelijk blijft verbonden.
Oort's buitengewone verdienste is
voorts hierin gelegen, dat hij, zooals
wijlen prof. dr. P. D. Chantepie de la
Saussaye het op ditzelfde afscheids
college uitdrukte, hij, wat het theolo
gisch onderwijs betreft, daarin een
schakel heeft toegevoegd door de be
studeering van de laatste eeuwen
van Israel s volksbestaan en daardoor
verband heeft gelegd tusschen het
Oude en het Nieuwe Testament
Buiten zijn professoraat deed hij zich
kennen als een ijverig voorstander
van de Vrijzinnig Hervormde bewe
ging en ook in den Protestantenhond
nam hij een belangrijke plaats in. Ook
het sociale werk trok hem sterk aan,
wat om blijkt uit de omstandigheid,
da hij een der oprichters was van het
Wijkgebouw en zich sterk interesseer
de voor de stichting: Het Leidsche
Volkshuis'
Dat hij overal in den lande als ge
leerde hoog stond aangeschreven,
nleek ondubbelzinnig bij de herden
king van zijn gouden doctoraat en bij
andere jubilea.
Na zijn emeritaat bleef prof. Oort,
die een krachtige natuur was, gere
geld zijn wetenschappelijken arbeid
voorfrzett n en sedert hebben nog ver
schillende werken van zijn hand het
licht gezien
Van zijn werken noemen wij o.a.:
„De dienst der Baalim in Israël";
„Het menschenoffer in Israël";
„Twaalf wonderspreuken van Jezus";
„De Bijbel voor jongelieden" (tezamen
met J. Hooykaas); „Evangelie en
Talmud, uit een oogpunt van zede
lijkheid vergeleken'; „Atlas voor de
Bijbelsche en Kerkelijke geschiede
nis"; „Het Oude Testament, uit den
grondtekst overgezet en van inleidin
gen en aanteekeningen voorzien" (met
anderen, 18971901); „Textus-hebraici-
emendationes quibus in Vetere Tes-
tamento neerlandice verten do usi
sunt" (met A. Kuenen, 1900); „Ons le
ven in God" (1902); „De bergrede"
(1905); „Wat geloofden de Joden in
den tijd van Jezus?' (met G. Wilde-
boer, 1906 „Platenatlas tot ophelde
ring van de bijbelsche oudheden"
(1906); „De Leidsche vertaling van
het Oude Testament" (met prof. Knap
pert, 1906); „De laatste eeuwen van
Israels Volksbestaan (tezamen met A.
Kuener en J. Hooykaas, 18771878);
„Der Ursprung der Blutbeschuldiging
gegen die Juden", voordracht op het
Ode Intern. Oriëntalisten Congres te
Leipzig in 1883 gehonuden; „Een ge
loofsbelijdenis" (1897).
Na zijn aftreden als hoogleeraar,
namelijk in 1912, voltooide hij de ver
taling van hetNieuwe Testament, met
inleiding en aanteekeningen, waar
van in 1913 de tekstuitgaaf verscheen
en dat reeds in 1915 werd herdrukt.
Prof. Oort war voorts ridder in de
Orde van den Nederlandschen Leeuw,
lid van de Kon. Academie van Weten
schappen, van de Maatschappij der
Nederlandsche Letterkunde, enz.
De crematie zal Vrijdagmiddag
kwart over 1 te Westerveld plaats
hebben.
DE FLORES FILM.
Na Warta Sari de Flores-filcu.
Wij staan wel in het teeken van rui
me voorlichting over Indië.
De Flores film, een kunstweck, dat
het eigendom is van de Patervan
het God ie lijk Woord, boeit va.i begin
tot einde.
Natuurlijk maakt deze film propa
ganda voor de Roomsche Zending.
Maar afgescheiden daarvan geeft hij
een treffend beeld van de opleiding
en het leven van de missionarissen,
maar ook van hun werk in het mid
den der heidensche bevolking van dit
mooie eiland.
In zes deelen geeft de film, eerst een
kijkje in het geweldige werk van den
eenvoudigen wereldpriester Am. Jans
sen. Dan in drie deelen de reis naar
Indië, een reis over Java, Bali, Lom
bok, Soembawa en Soemba en einde
lijk Flores. Vervolgens wordt ons ge
toond het volk in zijn uagelijksch le
ven en in zijn heidensche gewoonten,
om dan weer in twee deelen te schil
deren het werk der mannelijke en
vrouwelijke missionarissen. Tot slot
krijgen wij te zien het enorme bescha
vingswerk dat de zending ook hier tot
stand brengt.
De Flores-zending is te vergelijken
met onze Soemba-zending. In tegen
stelling met de Java-zending, die in
langzaam tempo voet voor voet het
terrein'betwist aan 't Mohammedanis
me, en ook een strijd moet voeren te
gen den verkeerden invloed van een
onchristelijke westersche cultuur, kon
op Flores en Soemba nog echt bescha
vingswerk verricht worden, zonder
nieuwe conflicten in de geesten te
doen ontstaan.
In een woord, ook voor Protestant-
sche christenen een mooie film, die
ons Indië, het Heidensche Indië, maar
dat ontvankelijk is voor het Evangelie
vooral in zijn jongere bevolking, op
treffend juiste wijze doet zien.
DR. M. H. A. VAN DER VALK OVER
DEN NADERENDEN ANTICHRIST.
Gisteravond hield in „Prediker" Dr.
M. H. A. van der Valk uit Rotterdam
voor een vrij talrijk gehoor een rede
over: „De naderende Antichrist".
Nadat spr. was voorgegaan in ge
bed, wees hij er op, dat er aan de we
derkomst van Christus heel wat moet
vooraf gaan, zoodat het niet juist is
te zeggen, dat Christus ieder oogen
blik weder kan komen. Dit is reeds
daarom niet mogelijk, omdat de Anti
christ nog niet verschenen is, al is
hij misschien wel reeds geboren.
Spr. schetste den tijd, die Christus'
wederkomst vooraf moet gaan, als een
tijd, waarin de energie van den arbeid
en de energie van het genot aan den
dag treden; ook als een tijd van groo-
ten afval, alle dingen, die we in onze
dagen kunnen opmerken. Die afval
heeft niet alleen betrekking op het
Christendom, maar op alle religies.
Zoo wordt de tijd rijp voor de komst
van den Antichrist.
Spr, ging vervolgens na, wat de be-
teekenis van den naam „Antichristus"
is, zulks in verhand met de drieërlei
beteekenis van het Grieksche woord
„anti". Het beteekent plaats
vervanger van Christus, die zeg
gen zal, dat hij de ware Christus is;
tegenstander, die zich tegen
Christus stelt; tegen-Christus in den
zin van pretendent. De Antichrist
zal zijn een monster, in wien de zonde
is geïncarneerd; de militairist bij uit
nemendheid.
..De Antichrist wordt thans nog weer
houden door allerlei factoren: de door
werking van het Christendom, de zin
voor orde in staat en maatschappij,
de vrees voor revolutie, ook het fas
cisme. Doch tenslotte zal de vloed der
revolutie doorbreken en niet meer te
weerhouden zijn.
Nadat eenige minuten gepauzeerd
was, vervolgde spr. zijn rede en toon-
>de aan, hoe dwaas de meening van
sommigen is, dat de Paus de Anti
christ zou zijn. Diens macht zal im
mers nooit zoo groot zijn, dat hij over
al die honderden millioenen heidenen
die er op de wereld zijn, heerschen
zal. Bovendien zal het streven van
den Antichrist zijn, alle religie af
te schaffen.
In de Fransclie grondwet, na de re
volutie stond als eerste artikel: II n'y
a pas un être suprème" (Er is geen
Opperwezen). En in Riga werden in
1917 de dominee en de pastoor op het
zelfde schavot onthoofd. Daarom is
het anti-papisme zoo kortzichtig: als
het bolsjewisme hier komt, dan wor
den Ds. Lingbeek, Ds. Kersten en Dr.
Nolens en Spr. op hetzelfde schavot
onthoofd! Het is wel zeer treurig, dat
de Christenen elkaar vereten en geen
oog hebben voor het dreigend gevaar.
Spr. schetste ten slotte den grooten
veldslag op Armageddon, wanneer
Christus den Antichrist dooden zal
met het zwaard Zijns monds en het
einde der wereld zal gekomen zijn.
Daarna sloot spr. de vergadering
met dankgebed.
ALG. VERG. LEIDSCHE MIJ. VAN
WELDADIGHEID TER VOORKOMING
VAN VERVAL TOT ARMÖEDE.
Gistermiddag te half vijf werd in
het Nutsgebouw aan de Steenschuur
de Algemeene Vergadering gehouden
van de Leidsche Mij. van Weldadig
heid ter voorkoming van verval tot
armoede. Buiten de meeste leden van
het Bestuur was één gewoon lid aan
wezig.
De voorzitter, de heer Mr. Pijnacker
Hordijk, opende de vergadering, waar
na de notulen werden gelezen en on
veranderd vastgesteld.
De Commissie tot nazien van de
boeken van de penningmeesteresse
bracht bij monde van den heer Wit
man, verslag uit en stelde voor Mej.
Coebergh onder dank voor haar
nauwkeurig beheer te dechargeeren.
Bij de bestuursverkiezing voor le
den van het hoofdbestuur werden de
heer Couvée en Mevr. de Vries hij ac
clamatie herbenoemd. In de plaats
van Prof. Knappert werd gekozen de
heer Goudsmit, die reeds een half jaar
het secretariaat heeft waargenomen
in de plaats van den heer Koumans
en thans als zoodanig officieel werd
geïnstalleerd.
Daarna las de secretaris het jaar
verslag. Daarin werd met voldoening
terug gezien op het afgeloopen boek
jaar. Melding werd gemaakt, van de
wijziging die heeft plaats gehad in
het Hoofdbestuur, waarbij een woord
van dank werd gebracht aan den heer
Koumans voor alles wat 'hij als secre
taris voor de Mij. van Weldadigheid
gedaan heeft. Tevens werd dankbaar
herinnerd aan de blijken van belang
stelling voor de Mij. van de zijde van
H. M. de Koningin-Moeder.
Uit het financieel verslag bleek het
volgende:
Aan giften was ontvangen 1395.
(vorig jaar 1421,51). Aan interest
6389,81 (vorig jaar 905,68). Aan
Pauvres honteux was uitbetaald
1015 (vorig jaar 800). Aan school
geld, enz. 378,74 (vorig jaar 630,42k
Aan geneeskundige hulp 159 (vorig
jaar 205). Aan gew. ondersteuningen
5133,77 X (vorig jaar 5717,86). De
rekening onkosten bedroeg 770,96.
Vervolgens werd nog uitgebracht
het verslag van de Leidsche Hulpbank
Beide verslagen werden zonder op-
of aanmerkingen onder dank aan
den secretaris vastgesteld.
Daarna volgde sluiting.
NIEUWE OFF. VAN GEZONDHEID.
De alhier tot semi-arts bevorderde
heeren A. Quartel en H. A. C. Schaaf
zijn bestemd tot reserve-officier van
gezondheid bij het reserve-personeel
van den geneeskundigen dienst der
landmacht.
PROF. MR. A. J. BLOK.
Bij Kon. besluit is aan prof. mr. A.
J. Blok, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend uit zijn betrekking van
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/* cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Serenade aan den Bnrgemees^r
van Leiden.
Prof. H. Oort te Leiden overleden*
Buitenland
De slotzitting van den Volken
bondsraad. t
Wat Italië van Frankrijk eischt.
Het conflict in de West-Duitsche
metaalindustrie.
Geen hernieuwing van het Britsch"
Japansch bondgenootschap.
lid van het algemeen college van toe
zicht, bijstand en advies voor het
Rijkstucht- en opvoedingsv ezen, onder
dankbetuiging voor de als zoodanig
bewezen diensten.
BENOEMING KANTONRECHTER.
Door de arrondissements-rechtbank
te 's-Gravenhage is ter vervulling der
vacature van Kantonrechter alhier de
navolgende alphabetische lijst van
aanbeveling opgemaakt:
1. jhr. mr. dr. B, van den Brandeler,
subst, griffier bij de arr. rechtbank te
Haarlem;
2. mr. J Stlieeman Hesse. griffier bij
het Kantongerecht te Arnhem.
3. jhr. mr. J. Linsingh Wichers,
griffier bij het Kantongerecht te Delft
LEIDSCH-UTRECHTSCH PHILO-
LOGENGEZELSCHAP.
De Sociëtas Philologica Lugduno-
Trajectina heeft Zaterdag 10 Dec. hare
G5e bijeenkomst gehouden te Utrecht,
onder voorzitterschap van prof. dr. P.
H. Damsté
Dr. D. Loenen hield een lezing ge
titeld: „Over den afkeer van den staats
dienst in het oude Athene". Spr. stond
voornamelijk stil bij de denkbeelden
van Plato, die steeds gehuiverd heeft
voor zijn levensvrede, zoo hij aan
staatszaken deel zou nemen.
Dr. P. Hendrix sprak over de alle
gorische interpretatie van de gulden
hemelketen, die vermeld wordt in 't
begin van het achtste hoek van de
Ilias. Nadat Plato daarmede in zijn
Theaete-tus een begin had gemaakt,
vindt men voortdurend allegorieën v.
de catena aurea tot in de renaissance
toe. Prof. Dr. Damsté verklaarde en
emendeerde ten slotte eenige plaat
sen uit de gedaanteverwisselingen
van Apulejus.
EEN SERENADE AAN ONZEN
BURGEMEESTER.
Nog slechts betrekkelijk korten tijd
is het dat onze nieuwe burgemeester,
Mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen, in onze
veste vertoeft en reeds mag hij zich
in een groeiende populariteit verheu
gen. Dat is iets specifieks Leidsch. De
burgerij leeft mee in alles wat den
burgemeester betreft en wanneer deze
genade gevonden heeft in hun oogen,
dan kan hij er van verzekerd zijn het
medeleven, het medegevoelen, de lief
de van de burgerij als zoodanig te be
zitten. wat hem zeker zal helpen met
blijdschap de hem opgelegde taak te
volbrengen.
Dat Burgemeester v. d. Sande
Fakhuyzen zich zeer spoedig de sym
pathie van Leidens burgerij heeft ver*-
worven blijkt wol uit de grootsche se
renade die hem gisteravond is ge
bracht voor zijn woning op het Rapen
burg, die hij op dien dag had betrok
ken. Spontaan is deze gelegenheid
aangegrepen.
Toen het uur van achten verstreken
was werd het op straat al drukker
v.. oral in de buurt van de Kaasmarkt
en van het Rapenburg.
Op de Kaasmarkt werd de stoet op
gesteld. Alle straften, die toegang ge
ven 'tot dit terrein waren afgezet door
de politie en honderden menschen
verdrongen zich in de nauwe stegen,
op de ITooglandsche Kerkgracht en de
Oude Rijn. Op het terrein zelf bevond
zich spoedig een bonte groep van al
lerlei vereenigingen, waarboven de
veelkleurige vaandels uitstaken en
de gouden letters werden verlicht door
de toortsen en de kleurige lantaarns.
Om even over negenen werd de
stoet opgesteld, voorafgegaan en ge
sloten door bereden politie, een lange
optocht, fantastisch verlicht, stap
pend op de maat v. de trommel en de
muziek. Muziekcorpsen liepen er een
vijftal mee in de stoet en zoo ging het
door de Pelikaanstraat, Haarlemmer
straat, Kort Rapenburg, Rapenburg.
De Burgemeester en zijn echtge-
noote stonden op het hordes van hun
nieuwe woning toen de optocht voor
bijtrok en groetten minzaam telkens
als een vereeniging met haar vaandel
een saluut bracht
Op een schuit in het Rapenburg