CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
8»'® JAARGANG
ZATERDAG 10 DECEMBER 1927
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. 2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Dverlieidstaak inzake vioekverbod.
lil (Slot).
In onze eerste twee artikelen (zie
xios. van 20 Nov. en 3 Dec.) over dit
onderwerp toonden wij aan, in de
eerste plaats hoe thans in het alge
meen over dit onderwerp gedacht
wordt en in de tweede plaats hoe
naar onze meening wij als Antirevo-
luitonairen daartegenover moeten
staan. Thans rest ons nog aan te ge
ven wat naar onze meening reeds
aanstonds bereikbaar is, en daarom
ook bereikt moet worden.
Wij gaven aan het slot van ons
tweede artikel onze meening, dat van
het tegenwoordige Ministerie geen
voorstel tot een uitbreiding van het
Strafwetboek met een vioekverbod te
verwachten zou zijn. Daarentegen,
zoo meenden wij, hebben de gemeen
teraden hier een taak te vervullen.
Wij zullen dit thans nader aantoonen
Naar den goeden rechtsregel, die
ook in onze wetten is neergelegd,
rnoet de lagere Overheid voor de hoo-
gere wijken. Het terrein dat de hoo-
gere Overheid met haar regeling be
treedt, daarvan behoort de lagere
Overheid zich te onthouden, tenzij de
vrijheid voor aanvullende regeling ge
laten is, of om in sommige gevallen
een algemeene regel te specialisee-
ren naar plaatselijke behoefte.
Zoo behoort dus, waar het waken
tegen godslastering, tegen de blasphe-
mie, een taak is van de landsover-
heid, de gemeente dat terrein niet te
betreden.
Intüsschen kan tegen een dergelijk
verbod, zoolang de landsoverheid nog
geen regel gesteld heeft, geen wette
lijk bezwaar bestaan. Wel Is daarte
gen een ander bezwaar. Immers de
gemeenteraden kunnen tegen over
tredingen van hare verordeningen
geen hoogere dan bij de gemeentewet
toegelaten straf bedreigen, terwijl de
Commissie Chardon de Godslastering
wilde rangschikken, niet onder de
overtredingen, maar onder de
m i s d r ij v e n. In dat opzicht be
staat er dan ook naar onze meening
wel bezwaar, tegen een verordening
op zoo breed plan.
Vroeger is nog wel eens een ander
bezwaar geopperd. B.v. een staatsman
als, Mr. S van Houten heeft, toen hij
Minister was, een zoodanige veror
dening van een gemeente vernietigd,
op grond van de overweging dat on
der de bevoegdheid van den gemeen
teraad tot het maken van verordenin
gen, die in het belang van de openba-
r. orde, zedelijkheid en. gezondheid
worden vereischt en van andere be
treffende de huishouding der gemeen
te (art. 135 gemeentewet) niet begre
pen is het waken tegen godslastering.
In dan laatsten tijd wordt dit juri
disch bezwaar niet meer zoo naar vo
ren gebracht.
Integendeel men neemt het ruime
re standpunt in dat hetgeen door den
koogeren wetgever niet geregeld is
tot het terrein van den lageren wetge
ver behoort.
Voor een vioekverbod in dien rui
men zin, n.l. een waken tegen godslas
tering in het algemeen, is echter naar
onze ineening in elk g.val in de ge
meente noodig een onmisbare steun
in de overtuiging der burgerij. Vooral
omdat de gemeente, met de lichte
straf die zij op de overtredingen kan
bedingen, zoo weinig invloed heeft op
de openbare meening, is het noodig,
dat deze verbodsbepaling, wortele in
de volksovertuiging. Voor 'de rijks
overheid is dat natuurlijk anders, de
ze staan heel andere en degelijker
middelen ter handhaving ten dienste.
In sommige gemeenten bestaan ech
ter dergelijke algemeene verordenin
gen tegen het vloeken. Men heeft daar
in het algemeen gunstige ervaringen
opgedaan.
Een jnderzoek, dat de commissie
Chardon instelde in de gemeenten
waar regelend in deze materie is op
getreden, gaf op één uitzondering na
goede resultaten der verordening aan.
Bovendien mag men de practische
beteekenis dezer verordening niet
zonder meer afmeten naar het getal
veroordeelingen.
De schoonste werking oefenen de
ze verordeningen uit, wanneer ze pre
ventief werken, zoodat geen veroor-
deeling noodig is.
Evenwel zal het zaak zijn hier geen
al te groote verwachtingen te koeste
ren. Een zedelijk kwaad bestrijdt men
nooit afdoende met Overheids-maat-
regelen.
Intüsschen meenen wij op de aan
gegeven gronden, dat de taak der ge
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Posibox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Aclvertentiën per regel 22'/j cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tarieJ
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
meenteraden vooralsnog een nauwere
begrenzing heeft.
Vanzelf spreekt dat de gemeenten,
gelijk ook Kijk en provincie, op eigen
terrein, d.w.z. in haar gebouwen, op
haar diensten, als eiscli kan stellen,
dat misbruik van Gods Naam daar
wordt nagelaten.
Van allen die in dienst der Overheid
zijn, mag worden gevraagd dat zij
hun werk uitoefenen, zooals de Over
heid dit wenschelijk acht.
Als men ziet welke betrekkelijk
kleine dingen men eischt in ambtena
ren- of werkliedenreglement, dan valt
niet in te zien, waarom daar ook niet
in opgenomen zou kunnen worden
een voorschrift, waarbij het vloeken
is verboden.
Niet slechts dronkenschap, maar
gebruik van sterken drank, is terecht
in Overheidsdienst, als regel verboden
Hoe veel te meer aanleiding is er
dan niet, om zulks te verbieden bij
een zoo verschrikkelijk kwaad als
het vloeken.
Voorts heeft de Overheid bijzondere
zeggenschap in haar gebouwen en ter
reinen, bestemd voor den openbaren
dienst. Van liet zich daar bevindend
publiek mag worden geëischt dat het
zich betamelijk gedraagt en zich dus
c-.thoudt van vloeken.
Ten deele zijn de markten ook pu
bliek terrein.
Het zou misschien aanbeveling ver
dienen, om in plaatsen, waar men de
verplichtingen der marktkooplieden
in een markt-reg lemen t aangeeft, den
eisch op te nemen, zich bij toespreken
van het publiek, van vloeken te ont
houden.
Voorts komen de openbare midde
len van vervoer in aanmerking, om
ook daar zoowel van personeel als
publiek te eischen, dat het zich ont-
boude van vloeken.
Gelijk men voorschriften geeft om
niet door spuwen of op andere wijze
de rijtuigen of wachtlokalen te ver
ontreinigen, of te beschadigen, om op
te volgen de aanwijzingen die de be
ambten geven, zoo zou even goed
voorgeschreven kunnen worden, dat
men niet vloeken mag.
Hoe is nu de praktijk in de gemeen
teraden. In den raad van Leiden is,
meenen wij, indertijd 'n voorstel van
den heer Zuidema verworpen, omdat
men meende, dat een dergelijk voor
schrift niet was uit te voeren.
Ook in Oude Tonge werd onlangs
e-n dergelijk besluit genomen.
In Ooltgensplaat wij noemen
slechts enkele gemeenten die ons toe
vallig voor de aandacht kwamen
stel 3e men de beslissing uit om B. en
W. in de gelegenheid te stellen elders
con onderzoek in te stellen.
In de zoo goed als geheel Boomsch
Kath. Raad van Boxtel is tot het ma-
kon van een gemeentelijke verorde
ning besloten.
In den gemeenteraad van Leimui-
don verklaarden de A.-R., Chr. Hist,
en R.-K. raadsleden zich er voor.
In den gemeenteraad van Velsen
alleen A.-R. en Christ. Hist., terwijl
in den gemeenteraad van Heemstede,
alleen het A.-R. raadslid, de heer
Kwak, een lans brak voor een zooda
nige verordening.
Hier lieten zelfs de Chr. Hist ons in
den steek, zoodat zijn voorstel zelfs
niet werd ondersteund.
Bij deze houding van rechts in de
verschillende gemeenteraden staat het
te vreezen, dat van de linkerzijde ze
ker geen steun is te verwachten.
Nog kort geleden haalde Het Volk
aan een geval dat zich in den ge
meenteraad van Hemelumer-Olde-
phaert en Noordwolde had voorge
daan. Het blad zegt: „Tegen verschil
lende heeren in kwam een der leden
als zijn meening weergeven, dat het
een vreemden indruk naar buiten zal
wekken, als men leest, dat in zulk een
rechtsche gemeente nog zoo'n toe
stand heerscht, dat een vioekverbod
noodig wordt geacht", om dan spijtig
daarop te doen volgen: „Dit raadslid
bleef ondanks deze snedige opmer
king alleen staan; met 101 stem
zullen B. en W. worden uitgenoodigd.
met een concept-verordening te ko
men".
Toch meenen wij, dat ook de Soc.-
Dem., evenals cle Vrijz.-Dem. en de
Vrijheidsbond, uit eerbiedsoverwegin-
gen, of minstens om de ergernis van
anderen niet op te wekken, er voor
kunnen zijn. Heeft niet terecht
iemand gezegd, dat een vloeker altijd
blijk geeft van weinig beschaving?
Doch ook zonder dien steun mee
nen wij dat onze rechtsche raadsleden
den plicht hebben om, wanneer straks
het verzoek van den Bond tegen het
vloeken in behandeling komt, te trach
ten een beslissing ten gunste van een
gemeentelijke verordening te verkrij
gen.
Het vloeken is een ergerlijke na
tionale zonde. Dagelijks stijgt een
droeve kolom van godslastering, zoo
als onlangs iemand zich uitdrukte,
omhoog. Daaraan zoo mogelijk een
eind te helpen maken eischt Gods eer
en ook de eer der menschen als schep-
STADSNIEUWS.
MAATSCHAPPIJ TOT
BEVORDERING DER TOONKUNST.
Gisteravond gaf „Toonkunst" haar
142ste uitvoering voor de geheel be
zette Stadsgehoorzaal.
Voor de pauze werd uitgevoerd „A-
cis und Galatea" van Handel. De tekst
van dit werk is bewerkt naar een Si-
ciliaansche sage, waarin een dichter
lijk verhaal wordt gegeven van het
ontstaan der rivier de Acis.
Zooals het tekstboekje reeds aan
geeft, werd de sage reeds medegedeeld
door den idyllendichtcr Theocritus
en ook door Ovidius. Een bijzondere
voorliefde voor het herdersdicht ont
staat in West-Europa voor en na de
Renaissance, die, zooals men weet,
haar cultuur bouwde op klassieke mo
tleven. Op den duur echter ontaardt
het streven der Renaissance in vor
melijkheid en de arcadia, de pastorale
die toch al geïmporteerd was, wordt
vervelend en popperig. Maar dan
komt weer de doorbraak van het le-
vjn in de Barok. De klassieke motie
ven blijven, maar worden omslingerd
van weligen bloei, doorademd van le
ven Handel, de jonge Handel, is de
man var de Barokstijl in de muziek.
Als hem in 1720 een nieuwe bewer
king van genoemde sage in handen
valt, grijpt hij ze met vreugde aan, om
ze te verheerlijken door zijn muziek.
Handels orgelziel verstaat de kunst,
oin met. verfijnde lyriek, zonnig pas
toraal en tegelijkertijd ontroerend tra
gisch de sage zoo te behandelen, dat
zij zelfs voor onzen nuchteren tijd
haar dichterlijke kracht nog niet ver
loren heeft. We hoorden hier en daar
het woord „zoetelijk" mompelen, maar
moeten onmiddellijk tegen deze kwa
lificatie, wanneer ze in afkeurenden
zin be.'ocM is. stFllin0 nemen. Daar
voor is Handels muziek innerlijk te
sterk van bouw.
Reeds onmiddellijk treft de Ouver
ture door den lichten, feeënrieken
glans, welke er over tintelt. En die
zelfde pastorale glans tintelt over de
koren en aria's van heel het eerste
deel. Welk een weelde van lichte
rhythmen en glanzende coloratuur.
Het koor had hierin niet zoo heel
veel te doen, maar direct gaf het blijk
van feestelijke samenzang, volkomen
slagvaardigheid, evenwicht van stem
menverhouding en glanzend coloriet.
Prachtig was de gepassioneerde solo
voordracht van Louis van Tulder als
Acis, en daartegenover het mooie, rei
ne timbre van Mevr. Jo van IJzer-Vin-
cent, als Galathea. Mannelijke kracht
en vrouwelijke gratie in de tegenstel
ling der opeenvolgende aria's en het
mooie duet. Hierbij trad somwijlen
het orkest geheel op den achtergrond
om de begeleiding over te laten aan
het clavecimbel, door Mej. Toos
Gleuris met zooveel smaak bespeeld
of aan clavecimbel en orgel. Het laat
ste werd verdienstelijk bespeeld door
Mej. C. M. cle Hdas.
Na de geluksdroom van het eerste
deel, kondigt zich in het tweede ge
deelte weldra de tragiek aan. Het
koor: „Ach, ihr Armen!" wordt door
de tenoren met nobelen klank inge
zet en achtereenvolgens treden ook de
andere stemmen toe. We werden hier
sterk getroffen door wat we zullen
noemen: de uitbeeldingskracht van
het koor. Er zat een nobele? drama
tiek in de voordracht, de tekst was
doorleefd. En nu moge 't Toonkunst
koor beschikken over uitstekend ma
teriaal, wanneer het niet een fijnzin
nig en innig muzikaal dirigent in An
ton Tierie bezat, zou het zoo'n koor
niet zoo volmaakt ten gehoore kun
nen brengen.
Weldra treedt nu Polyphem op, de
bassolist, Willem Herkenrath, die in
deze compositie de onsympathieke,.,
satanische rol heeft te vervullen.
Maar hij deed het op overtuigende
wijze met een prachtig, zwaar geluid.
Zijn partij is, alleen technisch reeds,
zeer moeilijk. Maar hij zong boven de
techniek uit met veel sentiment. Er
komt nu steeds meer spanning in het
werk. We denken aan de prachtige
aria van Acis: „Lasz mich zum
Ivampf", het innige: „Bleib, o bleib,
mein süszer Freund" en het daarop
volgende Terzet. Verder aan de ont
roerende wijze, waarop Van Tulder
zong: „O nehmt mich Toten auf in
euer Haus". Er is zoo buitengewoon
veel schoons op te merken in de mu
ziek en over de voortreffelijke wijze
waarop zij werd uitgevoerd. We den
ken aan de hobo-solo met clavecimbel
begeleiling voor het duet tusschen
Galathea en het koor; hoe aangrij
pend Mevr. Van IJzer zong: ,,So ist
mein 4('*9 nur dahin" en hoe de zang
van het koor daarop klonk, we zou
ten bijna zeggen: con sordine. Er zal
stemming in. Het mooie slotkoor tin
telde weer in alle nuances.
De heer Tierie, die het geheel met
fijne muzikaliteit geleid had, ontving
de dankbare hulde van het publiek,
waarin hij alle uitvoerenden liet dee-
len. Hij ontving een prachtige krans.
Na de pauze kwam Toonkunst met
een noviteit: „Psalmus Hungaricu9",
van Zoltan Kocl&ly. De tekst van dit
werk is een Hongaarsche berijming
van Psalm 55 uit de 16de eeuw. en
werd ook in het oorspronkelijke ge
zongen. De componist zelve had de
leiding op zich genomen, nadat het
werk door den heer Tierie was inge
studeerd. Ineens werden we ver
plaatst in een muziekwereld, geheel
anders dan we gewend zijn. Elke ge
dachte aan Germaansche, Romaan-
sche en Slavische muziek is hierbij
uitgesloten. Melodie en rhythme zijn
in wezen verschillend van wat we ge
woonlijk in de concertzalen hooren.
Daardoor ontstond wel een heel scher
pe tegenstelling met het eerste werk.
De „Psalmus Hungaricus" is in één
woord te karakteriseeren als een
machtig werk, een grootsche compo
sitie.
,Om er zich een juist oordeel over
te kunnen vormen, zou men het werk
eenige malen moeten hooren of zelf
mee instudeeren. 't Is wonderlijke
muziek: innig droevig in dén begin
ne, niet alleen door de melodische fra
ses in dat eigenaardig gedragen rhytli
me, 'dat men ook in Hongaarsche lie
deren opmerkt, maar niet minder
door de eigenaardige gedurfde instru
mentatie. Men hoort ongewone com
binaties, die soms in moderne muziek
gewild aandoen en hier in verband
met de tekstbeteekenis en de tekst
verluchting zoo juist op haar plaats
zijn. De droefheid, de angst, de smart
van den psalmdichter wordt op aan
grijpende wijze verklankt. Het koor
had de moeilijke partij geheel in haar
macht en zong deze met begrip en
glans. De eenige solist, de heer Van
Tulder, gaf zich in al zijn kracht. Na
al de klachten komt de passage: „En
toch mijn ziel, verheug u en vrees
niet". Deze wordt voorafgegaan door
een uitermate liefelijke orkestinlei
ding van harp, fluit en viool, waarbij
we nog een heerlijke solotrek van
Adolph Poth konden bewonderen.
Eigenaardig is weer de verklanking
van deze vreugde. Geen bruisende
rhythmen, geen jubelende melodieën,
maar alles handhaaft zich in hetzelf
de gedragen tempo. Maar de droefheid
is toch weg, er ligt een immateriëele
glans over de muziek; de vreugde en
het licht zijn van een hoogere orde.
Zoo zouden over dit zonder eenigen
twijfel sublieme werk nog tal van hoo-
gelijk waardeerende opmerkingen zijn
te maken. De componist deed zich
kennen als een man van gratie, die
heel rustig en beheerscht, maar inner
lijk hevig gespannen de uitvoering
leidde, zoodat deze een pracht-pres-
tatie werd.
..Geruimen tijd, nadat het pianissimo
slotaccoord verklonken was, ontlaad
de de spanning der aanwezigen zich
in geestdriftige huldebetuigingen voor
den heer Kod&ly, die een bloemen
mand in ontvangst had te nemen en
de hulde overbracht op de uitvoeren
den en op den heer Tierie.
Er is den heelen avond voortreffe
lijk gemusiceerd en het Residentie
orkest verdient nog wel een apart
woord van waardeering voor de volg
zaamheid en smaak, waarmee het de
beide werken heeft begeleid. Voor
Toonkunst is alles een mooi succes.
BURGERLIJK ARMBESTUUR.
Door den gemeenteraad zijn in zijn
gisteravond gehouden vergadering tot
nieuwe leden van liet B. A. benoemd,
de heer L. van der Laan en Mej. F. W.
G. Riphagen
Het Burgerlijk Armbestuur zal 1
Januari 1928 als volgt zijn saamge-
steldt: Voorzitter de heer T. S. Gos-
linga, wethouder; leden, de heeren:
J. P. Mulder, Dr. H. W. Blote, H. J,
Planjer, J. J. Vallentgoed, J. Karstens,
L. van der Laan; en de dames Mej. D.
M. J. Coebergh en F. W. C. Riphagen,
UITBOUW VRIJE UNIVERSITEIT.
Men vestigt er onze aandacht op, dat
de vergadering van het Comité voor
den uitbouw van de Vrije Universi
teit niet zal plaats hebben in de ca
techisatiekamer van Ds. Thomas,
maar in de consistoriekamer van de
Geref. Kerk aan de Oude Vest.
LEZING Dr. M. H. A. v. d. VALK.
Op verzoek vestigen we nog gaarne
de aandacht op de vergadering die
Maandag 12 Dec., 's av. acht uur in
„Prediker", Janvosaensteeg gehouden
wordt en waar Dr. M. H. A.v.d.Valk uit
Rotterdam zal spreken over: „De na
derende Anti-Christ".
Een zeer belangrijk onderwerp zal
hier behandeld worden door een be
kwaam spreker.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
De gemeentebegrooting door den
Lei'dschen Raad vastgesteld.
Buitenland
Besprekingen te Genève over het
- jlsch-Litausch gasc"
Het dreigend conflict in de Duitsche
metaalindustrie.
Hevigs g&vechten om Hsoetsjaufrau
in China.
De Britsche werldoosheidsverzeke-
ringswet aangenomen.
I -UI
CHR. BESTURENBOND.
Voor den Chr.. Besturenbond alhier
zal Maandag 12 December a.s., 's av.
8 uur, in het gebouw „Nathahaël"
spreken de heer F. P. Fuykschot te
Amsterdam, hoofdbestuurder Chr.
Kantoorbedienden. Onderwerp: Jeugd
en Toekomst". Wij hopen, dat velen
aanwezig zijn om dit hoogst belang
rijk onderwerp te hooren behandelen.
HAARL. ORKESTVEREEN.
Dinsdag geeft de H.O.V. in de Stads
gehoorzaal haar vijfde concert. Dit
maal zal dirigent zijn: Jan van Gilse
uit Berlijn, terwijl Eduard van Bei-
;ium als solist zal optreden met drie
Dansschetsen voor piano, met bege
leiding van klein orkest van Jan van
Gilse,
Orkestwerken zijn: „Ouveiture Cy
rano de Bergerac", van Dr. Johan
Wagenaar; Variaties ovër een St.-
Nicolaasliedje, van Jan van Gilse; en
Piet Hein Rhapsodie, van Dr. Peter
van Anrooy.
Alzoo een interessante avond, waar
we den dirigent Eduard van Beinum
ook als pianist zullen leeren kennen.
Ds. MEETER.
Wij lezen in het Predikbeurtenblad
het volgende:
Niet zonder ontsteltenis hoorden
velen 1.1. Donderdag, dat Ds. Meeter
plotseling door een ernstige ziekte
was overvallen. Gelukkig bleken de
geruchten, zooals dat weieens meer
gaat, bedenkelijker dan de werkelijk
heid. De pati4n moet rust en diëet
houden, wegens een wondeplek in de
maagstreek, maar gevoelt zich overi
gens, Gode zij dank, normaal en zon
der pijn. Moge het hem geschonken
worden, zijnen arbeid weldra te kun
nen hervatten.
ISRAëLITISCHE GEMEENTE.
In de plaats van den heer E. Loeb,
die beclankt heeft als lid van den Ker-
keraad en Penningmeester der Ne-
derl.-Israël. gemeente alhier, is tot
Kerkeraadslid gekozen de heer S. B.
van Kloeten.
KERKELIJKE GRENZEN.
Over dit onderwerp schrijft het Pre
dikbeurtenblad:
„Het Classicaal Bestuur van Leiden
besloot in zijne vergadering van
Woensdag 30 November, in zake de
grensregeling Leiden'Oegstgeest, om
aan de kerkeraden van Leiden en
Oegstgeest cle opdracht te geven, een
commissie samen te tellen, (welke
uit evenveel Leidsche als Oegstgeester
kerkeraadsleden zal bestaan) ten
einde tot overeenstemming te komen;
daarbij adviseert het Classicaal Be
stuur, als grens te aanvaarden de
Poelwetering, waarbij het nieuwe
Ziekenhuis-complex grootendeels bin
nen Leiden valt, alsmede de Rijnsbur-
gerweg tot aan „Posthof", en natuur
lijk alles, wat binnen de spoorlijn
Haarlem—Leiden ligt.
Het zou aanbeveling verdienen,
wanneer de bewoners van den Rijns-
burgerweg zich eens spontaan uit
ten. Kan het hun niet schelen bij wel
ke gemeente zij worden gerekend? Van
de bewoners van de Maredijk, Aloë-
laan, Haverzaklaan, Cronjéstraat,
Morschweg enz. is dit m.i. niet twij
felachtig. Zij gaan immers in Leiden
ter kerk en zenden hier hun kinderen
op catechisatie. Andersom is 't met de
meeste bewoners van den Warmon-
derweg en wat daarvan ten N. ligt.
Maar nu de omgeving van de Oegst-
geesterlaan, Mariënpoelstraat, Johan
tie Wittstraat, Chr. H. B. S., Terwee-
park, Rijnsburgerweg bezuiden de
burgerlijke grens. Liefst bij kerkelijk
Oegstgeest? Of: „'t laat ons koud?"
Het past Leiden niet, een enquête te
gaan houden buiten zijn tegenwoor
dige kerkelijke grenzen. Dit doet te
veel denken aan bemoeizucht. Zou het
wellicht mogelijk zijn, dat een tweetal
kerkeraadsleden, één voorvechter van
Leiden's grondgebied, en één verdedi
ger van de kerkelijke landpalen, van
Oegstgeest, vriendschappelijk 9amen
eens de ronde deden in het tuss'chen-