CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 8»'® JAARGANG ZATERDAG 10 DECEMBER 1927 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Dverlieidstaak inzake vioekverbod. lil (Slot). In onze eerste twee artikelen (zie xios. van 20 Nov. en 3 Dec.) over dit onderwerp toonden wij aan, in de eerste plaats hoe thans in het alge meen over dit onderwerp gedacht wordt en in de tweede plaats hoe naar onze meening wij als Antirevo- luitonairen daartegenover moeten staan. Thans rest ons nog aan te ge ven wat naar onze meening reeds aanstonds bereikbaar is, en daarom ook bereikt moet worden. Wij gaven aan het slot van ons tweede artikel onze meening, dat van het tegenwoordige Ministerie geen voorstel tot een uitbreiding van het Strafwetboek met een vioekverbod te verwachten zou zijn. Daarentegen, zoo meenden wij, hebben de gemeen teraden hier een taak te vervullen. Wij zullen dit thans nader aantoonen Naar den goeden rechtsregel, die ook in onze wetten is neergelegd, rnoet de lagere Overheid voor de hoo- gere wijken. Het terrein dat de hoo- gere Overheid met haar regeling be treedt, daarvan behoort de lagere Overheid zich te onthouden, tenzij de vrijheid voor aanvullende regeling ge laten is, of om in sommige gevallen een algemeene regel te specialisee- ren naar plaatselijke behoefte. Zoo behoort dus, waar het waken tegen godslastering, tegen de blasphe- mie, een taak is van de landsover- heid, de gemeente dat terrein niet te betreden. Intüsschen kan tegen een dergelijk verbod, zoolang de landsoverheid nog geen regel gesteld heeft, geen wette lijk bezwaar bestaan. Wel Is daarte gen een ander bezwaar. Immers de gemeenteraden kunnen tegen over tredingen van hare verordeningen geen hoogere dan bij de gemeentewet toegelaten straf bedreigen, terwijl de Commissie Chardon de Godslastering wilde rangschikken, niet onder de overtredingen, maar onder de m i s d r ij v e n. In dat opzicht be staat er dan ook naar onze meening wel bezwaar, tegen een verordening op zoo breed plan. Vroeger is nog wel eens een ander bezwaar geopperd. B.v. een staatsman als, Mr. S van Houten heeft, toen hij Minister was, een zoodanige veror dening van een gemeente vernietigd, op grond van de overweging dat on der de bevoegdheid van den gemeen teraad tot het maken van verordenin gen, die in het belang van de openba- r. orde, zedelijkheid en. gezondheid worden vereischt en van andere be treffende de huishouding der gemeen te (art. 135 gemeentewet) niet begre pen is het waken tegen godslastering. In dan laatsten tijd wordt dit juri disch bezwaar niet meer zoo naar vo ren gebracht. Integendeel men neemt het ruime re standpunt in dat hetgeen door den koogeren wetgever niet geregeld is tot het terrein van den lageren wetge ver behoort. Voor een vioekverbod in dien rui men zin, n.l. een waken tegen godslas tering in het algemeen, is echter naar onze ineening in elk g.val in de ge meente noodig een onmisbare steun in de overtuiging der burgerij. Vooral omdat de gemeente, met de lichte straf die zij op de overtredingen kan bedingen, zoo weinig invloed heeft op de openbare meening, is het noodig, dat deze verbodsbepaling, wortele in de volksovertuiging. Voor 'de rijks overheid is dat natuurlijk anders, de ze staan heel andere en degelijker middelen ter handhaving ten dienste. In sommige gemeenten bestaan ech ter dergelijke algemeene verordenin gen tegen het vloeken. Men heeft daar in het algemeen gunstige ervaringen opgedaan. Een jnderzoek, dat de commissie Chardon instelde in de gemeenten waar regelend in deze materie is op getreden, gaf op één uitzondering na goede resultaten der verordening aan. Bovendien mag men de practische beteekenis dezer verordening niet zonder meer afmeten naar het getal veroordeelingen. De schoonste werking oefenen de ze verordeningen uit, wanneer ze pre ventief werken, zoodat geen veroor- deeling noodig is. Evenwel zal het zaak zijn hier geen al te groote verwachtingen te koeste ren. Een zedelijk kwaad bestrijdt men nooit afdoende met Overheids-maat- regelen. Intüsschen meenen wij op de aan gegeven gronden, dat de taak der ge Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Posibox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Aclvertentiën per regel 22'/j cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarieJ Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents meenteraden vooralsnog een nauwere begrenzing heeft. Vanzelf spreekt dat de gemeenten, gelijk ook Kijk en provincie, op eigen terrein, d.w.z. in haar gebouwen, op haar diensten, als eiscli kan stellen, dat misbruik van Gods Naam daar wordt nagelaten. Van allen die in dienst der Overheid zijn, mag worden gevraagd dat zij hun werk uitoefenen, zooals de Over heid dit wenschelijk acht. Als men ziet welke betrekkelijk kleine dingen men eischt in ambtena ren- of werkliedenreglement, dan valt niet in te zien, waarom daar ook niet in opgenomen zou kunnen worden een voorschrift, waarbij het vloeken is verboden. Niet slechts dronkenschap, maar gebruik van sterken drank, is terecht in Overheidsdienst, als regel verboden Hoe veel te meer aanleiding is er dan niet, om zulks te verbieden bij een zoo verschrikkelijk kwaad als het vloeken. Voorts heeft de Overheid bijzondere zeggenschap in haar gebouwen en ter reinen, bestemd voor den openbaren dienst. Van liet zich daar bevindend publiek mag worden geëischt dat het zich betamelijk gedraagt en zich dus c-.thoudt van vloeken. Ten deele zijn de markten ook pu bliek terrein. Het zou misschien aanbeveling ver dienen, om in plaatsen, waar men de verplichtingen der marktkooplieden in een markt-reg lemen t aangeeft, den eisch op te nemen, zich bij toespreken van het publiek, van vloeken te ont houden. Voorts komen de openbare midde len van vervoer in aanmerking, om ook daar zoowel van personeel als publiek te eischen, dat het zich ont- boude van vloeken. Gelijk men voorschriften geeft om niet door spuwen of op andere wijze de rijtuigen of wachtlokalen te ver ontreinigen, of te beschadigen, om op te volgen de aanwijzingen die de be ambten geven, zoo zou even goed voorgeschreven kunnen worden, dat men niet vloeken mag. Hoe is nu de praktijk in de gemeen teraden. In den raad van Leiden is, meenen wij, indertijd 'n voorstel van den heer Zuidema verworpen, omdat men meende, dat een dergelijk voor schrift niet was uit te voeren. Ook in Oude Tonge werd onlangs e-n dergelijk besluit genomen. In Ooltgensplaat wij noemen slechts enkele gemeenten die ons toe vallig voor de aandacht kwamen stel 3e men de beslissing uit om B. en W. in de gelegenheid te stellen elders con onderzoek in te stellen. In de zoo goed als geheel Boomsch Kath. Raad van Boxtel is tot het ma- kon van een gemeentelijke verorde ning besloten. In den gemeenteraad van Leimui- don verklaarden de A.-R., Chr. Hist, en R.-K. raadsleden zich er voor. In den gemeenteraad van Velsen alleen A.-R. en Christ. Hist., terwijl in den gemeenteraad van Heemstede, alleen het A.-R. raadslid, de heer Kwak, een lans brak voor een zooda nige verordening. Hier lieten zelfs de Chr. Hist ons in den steek, zoodat zijn voorstel zelfs niet werd ondersteund. Bij deze houding van rechts in de verschillende gemeenteraden staat het te vreezen, dat van de linkerzijde ze ker geen steun is te verwachten. Nog kort geleden haalde Het Volk aan een geval dat zich in den ge meenteraad van Hemelumer-Olde- phaert en Noordwolde had voorge daan. Het blad zegt: „Tegen verschil lende heeren in kwam een der leden als zijn meening weergeven, dat het een vreemden indruk naar buiten zal wekken, als men leest, dat in zulk een rechtsche gemeente nog zoo'n toe stand heerscht, dat een vioekverbod noodig wordt geacht", om dan spijtig daarop te doen volgen: „Dit raadslid bleef ondanks deze snedige opmer king alleen staan; met 101 stem zullen B. en W. worden uitgenoodigd. met een concept-verordening te ko men". Toch meenen wij, dat ook de Soc.- Dem., evenals cle Vrijz.-Dem. en de Vrijheidsbond, uit eerbiedsoverwegin- gen, of minstens om de ergernis van anderen niet op te wekken, er voor kunnen zijn. Heeft niet terecht iemand gezegd, dat een vloeker altijd blijk geeft van weinig beschaving? Doch ook zonder dien steun mee nen wij dat onze rechtsche raadsleden den plicht hebben om, wanneer straks het verzoek van den Bond tegen het vloeken in behandeling komt, te trach ten een beslissing ten gunste van een gemeentelijke verordening te verkrij gen. Het vloeken is een ergerlijke na tionale zonde. Dagelijks stijgt een droeve kolom van godslastering, zoo als onlangs iemand zich uitdrukte, omhoog. Daaraan zoo mogelijk een eind te helpen maken eischt Gods eer en ook de eer der menschen als schep- STADSNIEUWS. MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER TOONKUNST. Gisteravond gaf „Toonkunst" haar 142ste uitvoering voor de geheel be zette Stadsgehoorzaal. Voor de pauze werd uitgevoerd „A- cis und Galatea" van Handel. De tekst van dit werk is bewerkt naar een Si- ciliaansche sage, waarin een dichter lijk verhaal wordt gegeven van het ontstaan der rivier de Acis. Zooals het tekstboekje reeds aan geeft, werd de sage reeds medegedeeld door den idyllendichtcr Theocritus en ook door Ovidius. Een bijzondere voorliefde voor het herdersdicht ont staat in West-Europa voor en na de Renaissance, die, zooals men weet, haar cultuur bouwde op klassieke mo tleven. Op den duur echter ontaardt het streven der Renaissance in vor melijkheid en de arcadia, de pastorale die toch al geïmporteerd was, wordt vervelend en popperig. Maar dan komt weer de doorbraak van het le- vjn in de Barok. De klassieke motie ven blijven, maar worden omslingerd van weligen bloei, doorademd van le ven Handel, de jonge Handel, is de man var de Barokstijl in de muziek. Als hem in 1720 een nieuwe bewer king van genoemde sage in handen valt, grijpt hij ze met vreugde aan, om ze te verheerlijken door zijn muziek. Handels orgelziel verstaat de kunst, oin met. verfijnde lyriek, zonnig pas toraal en tegelijkertijd ontroerend tra gisch de sage zoo te behandelen, dat zij zelfs voor onzen nuchteren tijd haar dichterlijke kracht nog niet ver loren heeft. We hoorden hier en daar het woord „zoetelijk" mompelen, maar moeten onmiddellijk tegen deze kwa lificatie, wanneer ze in afkeurenden zin be.'ocM is. stFllin0 nemen. Daar voor is Handels muziek innerlijk te sterk van bouw. Reeds onmiddellijk treft de Ouver ture door den lichten, feeënrieken glans, welke er over tintelt. En die zelfde pastorale glans tintelt over de koren en aria's van heel het eerste deel. Welk een weelde van lichte rhythmen en glanzende coloratuur. Het koor had hierin niet zoo heel veel te doen, maar direct gaf het blijk van feestelijke samenzang, volkomen slagvaardigheid, evenwicht van stem menverhouding en glanzend coloriet. Prachtig was de gepassioneerde solo voordracht van Louis van Tulder als Acis, en daartegenover het mooie, rei ne timbre van Mevr. Jo van IJzer-Vin- cent, als Galathea. Mannelijke kracht en vrouwelijke gratie in de tegenstel ling der opeenvolgende aria's en het mooie duet. Hierbij trad somwijlen het orkest geheel op den achtergrond om de begeleiding over te laten aan het clavecimbel, door Mej. Toos Gleuris met zooveel smaak bespeeld of aan clavecimbel en orgel. Het laat ste werd verdienstelijk bespeeld door Mej. C. M. cle Hdas. Na de geluksdroom van het eerste deel, kondigt zich in het tweede ge deelte weldra de tragiek aan. Het koor: „Ach, ihr Armen!" wordt door de tenoren met nobelen klank inge zet en achtereenvolgens treden ook de andere stemmen toe. We werden hier sterk getroffen door wat we zullen noemen: de uitbeeldingskracht van het koor. Er zat een nobele? drama tiek in de voordracht, de tekst was doorleefd. En nu moge 't Toonkunst koor beschikken over uitstekend ma teriaal, wanneer het niet een fijnzin nig en innig muzikaal dirigent in An ton Tierie bezat, zou het zoo'n koor niet zoo volmaakt ten gehoore kun nen brengen. Weldra treedt nu Polyphem op, de bassolist, Willem Herkenrath, die in deze compositie de onsympathieke,., satanische rol heeft te vervullen. Maar hij deed het op overtuigende wijze met een prachtig, zwaar geluid. Zijn partij is, alleen technisch reeds, zeer moeilijk. Maar hij zong boven de techniek uit met veel sentiment. Er komt nu steeds meer spanning in het werk. We denken aan de prachtige aria van Acis: „Lasz mich zum Ivampf", het innige: „Bleib, o bleib, mein süszer Freund" en het daarop volgende Terzet. Verder aan de ont roerende wijze, waarop Van Tulder zong: „O nehmt mich Toten auf in euer Haus". Er is zoo buitengewoon veel schoons op te merken in de mu ziek en over de voortreffelijke wijze waarop zij werd uitgevoerd. We den ken aan de hobo-solo met clavecimbel begeleiling voor het duet tusschen Galathea en het koor; hoe aangrij pend Mevr. Van IJzer zong: ,,So ist mein 4('*9 nur dahin" en hoe de zang van het koor daarop klonk, we zou ten bijna zeggen: con sordine. Er zal stemming in. Het mooie slotkoor tin telde weer in alle nuances. De heer Tierie, die het geheel met fijne muzikaliteit geleid had, ontving de dankbare hulde van het publiek, waarin hij alle uitvoerenden liet dee- len. Hij ontving een prachtige krans. Na de pauze kwam Toonkunst met een noviteit: „Psalmus Hungaricu9", van Zoltan Kocl&ly. De tekst van dit werk is een Hongaarsche berijming van Psalm 55 uit de 16de eeuw. en werd ook in het oorspronkelijke ge zongen. De componist zelve had de leiding op zich genomen, nadat het werk door den heer Tierie was inge studeerd. Ineens werden we ver plaatst in een muziekwereld, geheel anders dan we gewend zijn. Elke ge dachte aan Germaansche, Romaan- sche en Slavische muziek is hierbij uitgesloten. Melodie en rhythme zijn in wezen verschillend van wat we ge woonlijk in de concertzalen hooren. Daardoor ontstond wel een heel scher pe tegenstelling met het eerste werk. De „Psalmus Hungaricus" is in één woord te karakteriseeren als een machtig werk, een grootsche compo sitie. ,Om er zich een juist oordeel over te kunnen vormen, zou men het werk eenige malen moeten hooren of zelf mee instudeeren. 't Is wonderlijke muziek: innig droevig in dén begin ne, niet alleen door de melodische fra ses in dat eigenaardig gedragen rhytli me, 'dat men ook in Hongaarsche lie deren opmerkt, maar niet minder door de eigenaardige gedurfde instru mentatie. Men hoort ongewone com binaties, die soms in moderne muziek gewild aandoen en hier in verband met de tekstbeteekenis en de tekst verluchting zoo juist op haar plaats zijn. De droefheid, de angst, de smart van den psalmdichter wordt op aan grijpende wijze verklankt. Het koor had de moeilijke partij geheel in haar macht en zong deze met begrip en glans. De eenige solist, de heer Van Tulder, gaf zich in al zijn kracht. Na al de klachten komt de passage: „En toch mijn ziel, verheug u en vrees niet". Deze wordt voorafgegaan door een uitermate liefelijke orkestinlei ding van harp, fluit en viool, waarbij we nog een heerlijke solotrek van Adolph Poth konden bewonderen. Eigenaardig is weer de verklanking van deze vreugde. Geen bruisende rhythmen, geen jubelende melodieën, maar alles handhaaft zich in hetzelf de gedragen tempo. Maar de droefheid is toch weg, er ligt een immateriëele glans over de muziek; de vreugde en het licht zijn van een hoogere orde. Zoo zouden over dit zonder eenigen twijfel sublieme werk nog tal van hoo- gelijk waardeerende opmerkingen zijn te maken. De componist deed zich kennen als een man van gratie, die heel rustig en beheerscht, maar inner lijk hevig gespannen de uitvoering leidde, zoodat deze een pracht-pres- tatie werd. ..Geruimen tijd, nadat het pianissimo slotaccoord verklonken was, ontlaad de de spanning der aanwezigen zich in geestdriftige huldebetuigingen voor den heer Kod&ly, die een bloemen mand in ontvangst had te nemen en de hulde overbracht op de uitvoeren den en op den heer Tierie. Er is den heelen avond voortreffe lijk gemusiceerd en het Residentie orkest verdient nog wel een apart woord van waardeering voor de volg zaamheid en smaak, waarmee het de beide werken heeft begeleid. Voor Toonkunst is alles een mooi succes. BURGERLIJK ARMBESTUUR. Door den gemeenteraad zijn in zijn gisteravond gehouden vergadering tot nieuwe leden van liet B. A. benoemd, de heer L. van der Laan en Mej. F. W. G. Riphagen Het Burgerlijk Armbestuur zal 1 Januari 1928 als volgt zijn saamge- steldt: Voorzitter de heer T. S. Gos- linga, wethouder; leden, de heeren: J. P. Mulder, Dr. H. W. Blote, H. J, Planjer, J. J. Vallentgoed, J. Karstens, L. van der Laan; en de dames Mej. D. M. J. Coebergh en F. W. C. Riphagen, UITBOUW VRIJE UNIVERSITEIT. Men vestigt er onze aandacht op, dat de vergadering van het Comité voor den uitbouw van de Vrije Universi teit niet zal plaats hebben in de ca techisatiekamer van Ds. Thomas, maar in de consistoriekamer van de Geref. Kerk aan de Oude Vest. LEZING Dr. M. H. A. v. d. VALK. Op verzoek vestigen we nog gaarne de aandacht op de vergadering die Maandag 12 Dec., 's av. acht uur in „Prediker", Janvosaensteeg gehouden wordt en waar Dr. M. H. A.v.d.Valk uit Rotterdam zal spreken over: „De na derende Anti-Christ". Een zeer belangrijk onderwerp zal hier behandeld worden door een be kwaam spreker. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. De gemeentebegrooting door den Lei'dschen Raad vastgesteld. Buitenland Besprekingen te Genève over het - jlsch-Litausch gasc" Het dreigend conflict in de Duitsche metaalindustrie. Hevigs g&vechten om Hsoetsjaufrau in China. De Britsche werldoosheidsverzeke- ringswet aangenomen. I -UI CHR. BESTURENBOND. Voor den Chr.. Besturenbond alhier zal Maandag 12 December a.s., 's av. 8 uur, in het gebouw „Nathahaël" spreken de heer F. P. Fuykschot te Amsterdam, hoofdbestuurder Chr. Kantoorbedienden. Onderwerp: Jeugd en Toekomst". Wij hopen, dat velen aanwezig zijn om dit hoogst belang rijk onderwerp te hooren behandelen. HAARL. ORKESTVEREEN. Dinsdag geeft de H.O.V. in de Stads gehoorzaal haar vijfde concert. Dit maal zal dirigent zijn: Jan van Gilse uit Berlijn, terwijl Eduard van Bei- ;ium als solist zal optreden met drie Dansschetsen voor piano, met bege leiding van klein orkest van Jan van Gilse, Orkestwerken zijn: „Ouveiture Cy rano de Bergerac", van Dr. Johan Wagenaar; Variaties ovër een St.- Nicolaasliedje, van Jan van Gilse; en Piet Hein Rhapsodie, van Dr. Peter van Anrooy. Alzoo een interessante avond, waar we den dirigent Eduard van Beinum ook als pianist zullen leeren kennen. Ds. MEETER. Wij lezen in het Predikbeurtenblad het volgende: Niet zonder ontsteltenis hoorden velen 1.1. Donderdag, dat Ds. Meeter plotseling door een ernstige ziekte was overvallen. Gelukkig bleken de geruchten, zooals dat weieens meer gaat, bedenkelijker dan de werkelijk heid. De pati4n moet rust en diëet houden, wegens een wondeplek in de maagstreek, maar gevoelt zich overi gens, Gode zij dank, normaal en zon der pijn. Moge het hem geschonken worden, zijnen arbeid weldra te kun nen hervatten. ISRAëLITISCHE GEMEENTE. In de plaats van den heer E. Loeb, die beclankt heeft als lid van den Ker- keraad en Penningmeester der Ne- derl.-Israël. gemeente alhier, is tot Kerkeraadslid gekozen de heer S. B. van Kloeten. KERKELIJKE GRENZEN. Over dit onderwerp schrijft het Pre dikbeurtenblad: „Het Classicaal Bestuur van Leiden besloot in zijne vergadering van Woensdag 30 November, in zake de grensregeling Leiden'Oegstgeest, om aan de kerkeraden van Leiden en Oegstgeest cle opdracht te geven, een commissie samen te tellen, (welke uit evenveel Leidsche als Oegstgeester kerkeraadsleden zal bestaan) ten einde tot overeenstemming te komen; daarbij adviseert het Classicaal Be stuur, als grens te aanvaarden de Poelwetering, waarbij het nieuwe Ziekenhuis-complex grootendeels bin nen Leiden valt, alsmede de Rijnsbur- gerweg tot aan „Posthof", en natuur lijk alles, wat binnen de spoorlijn Haarlem—Leiden ligt. Het zou aanbeveling verdienen, wanneer de bewoners van den Rijns- burgerweg zich eens spontaan uit ten. Kan het hun niet schelen bij wel ke gemeente zij worden gerekend? Van de bewoners van de Maredijk, Aloë- laan, Haverzaklaan, Cronjéstraat, Morschweg enz. is dit m.i. niet twij felachtig. Zij gaan immers in Leiden ter kerk en zenden hier hun kinderen op catechisatie. Andersom is 't met de meeste bewoners van den Warmon- derweg en wat daarvan ten N. ligt. Maar nu de omgeving van de Oegst- geesterlaan, Mariënpoelstraat, Johan tie Wittstraat, Chr. H. B. S., Terwee- park, Rijnsburgerweg bezuiden de burgerlijke grens. Liefst bij kerkelijk Oegstgeest? Of: „'t laat ons koud?" Het past Leiden niet, een enquête te gaan houden buiten zijn tegenwoor dige kerkelijke grenzen. Dit doet te veel denken aan bemoeizucht. Zou het wellicht mogelijk zijn, dat een tweetal kerkeraadsleden, één voorvechter van Leiden's grondgebied, en één verdedi ger van de kerkelijke landpalen, van Oegstgeest, vriendschappelijk 9amen eens de ronde deden in het tuss'chen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1