NIEUWE LEIOSCHE COURANT
MAANDAG 5 DEC. 1927
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
PROPAGAND A-BIJEENKOMST VAN
DEN BIJZ. VRIJW. LANDSTORM TE
'S-GRAVENHAGE.
(Vervolg).
Rede Dr. Deckers.
Mr. Dr. L. N. Deckers herinnerde
aan het ontstaan van de nationale
landstorm, waaraan onze maatschap
pij zooveel te danken heeft.
Om het volksgeluk te handhaven
moet men den grooten zelfverlooche-
nenden strijd van het leven overwin
nen. Hiertoe moet het ideele naar vo
ren worden gebracht.
Tot dit ideëele behoort de liefde tot
het vaderland. Vaderlandsliefde wordt
liefde voor het recht en de vrijheid.
Deze liefde wordt gediend door den
Landstorm, die lijden en strijden wil
voor een heerlijk beginsel.
Spr. wekte de leden van den Land
storm op het vaandel der vaderlands
liefde eendrachtig hoog te houden
voor Koningin en Vaderland.
Vervolgens werd het eerste en twee
de gedeelte van den Landstormfilm
vertoond, welke met groote aandacht
werd gevolgd.
Telkens wanneer H. M. de Koningin
of vooraanstaande personen uit de
beweging op het doek verschenen
volgde luid hoerageroep en toen, ter
wijl werd vertoond hoe H.M. een eere-
wacht, bestaande uit onze vrijwilli
gers, inspecteerde, de Kon Mil. Kapel
„Het Wilhelmus" inzette, rees de ver
gadering eenparig op en werd de zaal,
die ook eens de stomma getuige was
van een debat Snijdersvan Embden,
vervuld met de heerlijke tonen van
onzen schoonen volkspsalm, ontlokt
aan de borst van hen die wij zeker re
kenen mogen als te behooren tot H.
M.'s beéte onderdanen.
Waarschijnlijk door een fotografi
sche fout, bij de opname van de film,
waren de beelden wat abnormaal lang
en werd de film aanvankelijk iets te
vlug afgedraaid, wat aan de algehee
ls indruk niet ten goede kwam.
Overigens kregen wij aardige mo
menten uit het landstormleven te zien
Daarna volgde:
Rede Mr. Heemskerk.
Mr. Heemskerk herinnerde aan de
woelige Novemberdagen van 1918,
waarin onder Gods zegen het gezag
behouden bleef. Uit deze gebeurtenis
sen zijn de Burgerwachten en de Vrij
willige Landstorm voortgekomen.
Deze instituten woeden door hun
bestrijders vooral om hun preventie
ve werking gevreesd. Tot handhaving
van orde en rust zullen zij in tijden
van revolutie de Regeering ter zijde
staan.
Spr. wees op de bestrijding van re
volutionairen en van hen, die partij
strijd vreezen.
Waakzaamheid is ook geboden te
genover hen, waarvan het niet denk
beeldig is, dat zij nog eens tot revolu
tie zullen overgaan.
Spr. zette uiteen, dat de opvatting
van de derde groep, de vrees voor
partijstrijd, een misvatting is. De
Overheid kan nooit beter het gezag
handhaven dan wanneer zij vrijwillige
hulp uit het volk ontvangt.
Gezag en vrijheid dekken hier el
kander. Zoo wordt het best revolutie
weerstaan.
Principieel is de V.L. van het fas
cisme te onderscheiden, daar de eer
ste tegenover de Overheid nooit revo
lutionair optreedt. Integendeel de V.
I.. is in tijden van revolutiegevaar
Overheidsoryian. De revolutionaire
geest woelt en werkt thans evenals
vroeger, zoodat het van onschatbare
waarde is. dat vrijwillige krachten
voor God, Koningin en Vaderland pal
staan.
Na ten 20 min. pauze, waarin vele
wapenbroedersbanden uit vroeger da
gen werden vernieuwd en nieuwe ken
nismakingen voltrokken werden, gin
gen de lichten weer uit en verscheen
de Landstormfilm weer op het doek.
De Landstormdagen te Delft, Baarn
en Barneveld. Onder de officieele per
sonen te Delft ontdekten wij o.a. den
volijverigen en populairen plaatselijk
leider en secretaris van de Landstorm
Commissie, de heer H. Lamers.
Rede Mr. Droogleever Fortuyn.
Na de film voerde Mi*. P. Drooglee
ver Fortuyn het woord.
Deze vestigde er de aandacht op,
dat de Vrijwillige Lanastorm een na
tionaal karakter heeft en op het ge
meenschapsgevoel der deelnemers
rust. Het is de plicht van elk goed Ne
derlander om dit instituut te steunen
Het moet zijn: één volk, één land!
Het slotwoord,
werd gesproken door den heer L. F.
Duymaer van Twist, voorzitter der
Nat. Landstormcommissie. Hij bracht
dank aan allen, die dank verdienden.
Daarna ging de geestdriftige verga
dering uiteen, met het vaste voorne
men goede propagandisten te zijn voor
deze uitnemende nationale zaak.
OUD-MINISTER COLIJN.
Naar de „Rott." verneemt, zal de
heer H. Colijn, die Donderdagavond
uit Rotterdam naar Genève vertrok,
na afloop van de besprekingen aldaar,
in verband met zijn Volkenbondswerk
zaamheden nog conferenties houden
of bijwonen te Parijs, Londen en Brus
sel. Daarna zal de heer Colijn reeds 6
Januari a.s. naar Nederlandsch-Indië
vertrekken voor een langdurig bezoek
aan onze Koloniën.
Voor de redactie—werkzaamheden
aan „De Standaard" zullen eendge
bijzondere maatregelen worden ge
troffen.
BOERENLEENBANK
TE HAARLEMMERMEER.
Volgens de O. H. Crt. stelt de justi
tie te Haarlem een onderzoek in naar
vermoedelijke verduisteringen, die ge
pleegd zouden zijn bij de Boeren
leenbank te Haarlemmermeer.
HOOGE RAAD.
De Hooge Raad heeft de volgende
lijst van aanbeveling van zes candi-
daten ingezonden aan de Tweede
Kamer, opdat deze daarop zal acht-
slaan bij het maken van de nominatie
vcor de vacature aan een raadsheers
plaats, ontstaan door het overlijden
van Dr. B. Ort, raadsheer in dien Raad.
Ie. Dr. W. A. van Woudenberg
Hamstra, raadsheer in het gerechts
hof te Amsterdam;
2e. Dr. A. H. M. J van Kan, lid van
het college van curatoren van de
rechtshoogeschöol te Batavia en hoog
leeraar in Ned. Indisch burgerlijk
recht (voorzitter der faculteit) aan ge
noemde rechtshoogeschool);
3e. Dr. R. W. J. C, de Menthon Bake,
raadsheer in het Gerechtshof te Arn
hem;
4e. Dr. F. Kranenburg, kantonrech
ter te Amsterdam;
5e. Dr. J. A. F. van Asperen, rechter
in de arrondissements-rechtbank te
's-Gravenhage;
6e. Dr. J. E. van der Meulen, rechter
in de Arrondissements-rechtbank te
Utrecht.
Naar men mededeelt, heeft dr. H.
A. E. Modderman, advocaat en procu
reur te Amsterdam, het verlangen te
kennen gegeven, voor een benoeming
tot lid van den Hoogen Raad niet in
aanmerking te komen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Veendam: C. C. de
Kloet, te Helder. Te Lage Vuurse: J.
E. Klomp, te Oldebroek. Te Vlissin-
gen: J. H. C Kamsteeg, te 's Heer Hen
drikskinderen Te Vianen: J. W. v.
d. Does, te Brielle.
Bedankt, voor Hooge Zwaluwë:
J. W. v. d. Does, te Brielle,
GEREF. KERKEN.
Tweetal, te Kampen (vac. J. J.
Westerbeek, van Eerten): J. C. Hout
zagers, te Reeuwijk; en P. N. Kruijs-
wijk, te Vlissingen.
Aangenomen, naar Aalsmeer:
G. D. Kuiper, cand. te Kampen.
Bedankt, voor Baarland, Hel
mond, Nieuwerkerk a. d. IJssel, Vel-
sen, Noord-Scharwoude, IJlst, Opende
(Gr.), Kruiningen, Ambt-Vollenhove
(A)„ Baambrugge en Sellingen: G. D.
Kuiper, cand. te Kampen.
Ds. A. S. TALMA.
Ds. A. S. Talma. Ned. Herv, predi
kant te Vlissingen, heeft op zijn ver
zoek van het Prov. Kerkbestuur van
Zeeland tegen 15 Febr. 1928 eervol
emeritaat ontvangen.
Ds. Talma, die 35 dienstjaren heeft,
aanvaardde 't predikambt te Haaften.
vertrok vandaar naar Rijperkerk en
is nu sinds 13 Nov. 1904 aan de ge
meente van Vlissingen verbonden.
Ds. A. ANDREE.
Gisteren herdacht Ds. A. Andree,
Geref. predikant te Krabbendijke. den
dag waarop hij voor 35 jaar te Ooster
end (Fr.) het predikambt aanvaardde.
Ds. Andree diende de Kerken van
Spijk, Schoonhoven, Werkendam en
sinds 18 Jan. '25 die van Krabbendijke
Dr. J. G. GEELKERKEN.
Dr. J. G. Geelkerken, predikant bij
de Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid
in Hersteld Verband, herdacht Vrij
dag den dag waarop hij 12H jaar in
dat deel van Amsterdam als predikant
werkzaam was Tevoren diende hij de
Geref. Kerk van (Epe,
Dr. Geelkerken zal in een op 19
Dec. a.s te houden feestelijke samen
komst worden gehuk.igd, waarbij
hem een som gelds voor den bouw
eener tweede kerk in Amsterdam-Zuid
zal worden aangeboden.
GEREF. KERKEN IN H. V.
Men méldt aan de Stand, naar aan
leiding van de Zondag j.l. onder lei
ding van Ds. J. J. Buskes gehouden
diensten te Oosterend op Texel, dat
de Doopsgezinde Gemeente aldaar
haar kerkgebouw voorloopig voor den
tijd van één jaar heeft beschikbaar
gesteld. Zondag 18 dezer zullen de
ambten worden ingesteld. Daardoor
zal de kerk officieel geïnstitueerd zijn
BEZWAARDEN IN FRIESLAND.
Door den Prov. Bond van Bezwaar
den zullen in de volgende week be
halve te Heerenveen ook vergaderin
gen worden gehouden te Sneek,
Drachten, Dokkum en Harlingen.
Verschillende Geref. predikanten in
Hersteld verband zullen spreken over:
..De Crisis in. .onze Geref. Kerken".
NED. HERV. KERK TE DE LIER.
De Ned. HerV. Kerk té De Lier, een
plaatsje van plm. 4000 zielen in het
Westland, heeft ip één maand tijds
ruim 8000 bijeengebracht voor or
gel, bouwfonds en zending.
KERSTCONFERENTIE IN HET
ZENDINGSHUIS TE AMERONGEN.
Van 27 tot en met 30 Dec. zal een
Kerstconferentie gehouden worden in
het Zendingshuis te Amerongen, over
het thema: „Jezus Christus is gisteren
en heden Dezelfde en in der eeuwig
heid".
27 Dec., 's avonds opening; 28 Dec.:
„Hij is gekomen'; 29' Dec.: „Hij is te
genwoordig"; 30 DecJ: „Hij zal weder
komen".
Sprekers: Ds. H.j. Gouvée van Ame
rongen, Br. J. van Kempen van Haar
lem, Zendeling F. Kampmann van
Amerongen, e.a.
EEN MERKWAARDIGE GESCHIEDENIS.
Van den vermaarden Ds. Budding was
in vroeger jaren het vólgende verhaal
in omloop:
Eens op een huisbezoek zijnde, kwam
de predikant bij een boer, die een stal
met mooie koeien had. Hij sprak met den
boer over het eeuwig hèil zijner ziel en
ook over de verplichting van den chris
ten, om geheel vóór den Heere te leven.
Toen hij vertrekken wilde, zeide de
boer: „Nu moet dominé ook nog eventjes
mede om mijn mooie beesten te zien."
Dominé had er weinig zin in, maar om
den boer genoegen te dóen, voldeed hij
aan het verzoek.
„Das een beste; maar die is ook een
beste, en die is nog beter," sprak de boer,
op de. verschillende koeien in de stal wij
zende.
Budding, die weinig Verstand had van
koeien, liep al zuchtend achter de koeien
en dacht: „Ach Heere, waarom toch laat
die man mij die koeien zien?"
Nauwelijks evenwel was hij thuis ge
komen, of hij kreeg bezoek van een arme
weduwe, die hem mededeelde, dat zij haar
eenige koe verloren had.
„Nu weet ik," zoo denkt dominé, „waar
om de boer mij zijn koeien heeft laten
zien."
„Ga naar dien boer en zeg hem uit mijn
naam, dat hij u de beste koe uit zijn stal
moet geven," zegt Budding tot de wedu
we. Deze echter kwam spoedig terug met
het antwoord, dat de boer daaraan vol
strekt niet dacht.
„Ga weder tot hem en zeg hem dat als
hij de koe niet aan den Heere wil geven,
de duivel er wel spoedig om zal komen."
De boer had er echter geen ooren naar.
Dien nacht stierf de beste koe. Daarop
zond de dominé de weduwe weder naar
den boer, om deze nogmaals te verzoe-
kén, de beste zijner overgebleven koeien
te willen geven. Doch nu kon de boer er
nog minder een missen. En opnieuw stierf
er een koe.
Voor de derdé maal werd de weduwe
naar den boer gestuurd, doch. nu. met de
boodschap, dat zij niet meer terug zou
komen en tevens met den raad er nu eens
een te geven, .indien hij niet wilde, dat al
zijn koeien zouden sterven.
De boer die nu begon te vreezen voor
het verlies van al zijn beesten, gaf aan. de
weduwe de verlangde koe en de sterf
te hield op.
AAN HET ZOEKLICHT.
ONHISTORISCH CHRISTENDOM.
In Neurenberg is onder leiding van
een arts een „Geistchristliche Religi
onsgemeinschaft" gesticht, die in de
practijk wil brengen de stellingen,
welke Dr. Dinter heeft neergelegd in
zijn boek: Het Evangelie van onzen
heer en Heiland Jezus Christus" en
in diens „197 stellingen tot voltooiing
der Hervorming". Daarom is het doel
der vereeniging een einde te maken
aan de godsdienstige verdeeldheid
van het Protestantsche Duitsche volk,
gelijk die door verschillende Christe
lijke kerken is teweeg gebracht door
hun Joodschen grondslag.
Men moet terugkeeren tot de zuivere
leer van Christus, ontdaan van alle
Joodsche bijwerk, om vandaar te ko
men tot een volkomen religieuze
volksgemeenschap. Het einddoel der
vereeniging is, een groote kerk op bo
ven geschetsten grondslag. De vereen,
heeft een eigen orgaan gesticht, dat
eveneens tot doel heeft den terugkeer
tot de reine Heilandsleer te bevorde
ren.
Dit is niet de eerste poging van de
„völkische" zijde om een christelijke
gemeenschap te stichten, los van den
historischen oorsprong van het Chris
tendom
DE KERK VAN CHRISTUS IN CHINA
Omtrent de oprichting van de Kerk
van Christus, waarover „The Chris
tian Century" onlangs berichtte, geeft
het Engelsche blad „The Christian
World"' nadere berichten.
De conferentie, waarop de stichting
haar beslag kreeg, en die te Sjanghai
gehouden werd, duurde niet minder
dan elf dagen. De bedoeling is niet
geweest, een specifief Chineesche
Kerk te stichten; veel meer wilde men
de nationaliteitstegenstellingen over
bruggen.
Tot secretaris werd een niet-Chinee
sche zendeling benoemd, wien een
Chinees als tweede secretaris ter zijde
werd gesteld. Zoowel Christen-Chinee-
zen als christenen van andere na
tionaliteit kunnen de kerkelijke amb
ten bekleeden.
De zegsman van een en ander, is
Dr. Anley uit Sjanghai, die zijn mede-
deelingen elders besluit:
„Een nieuwe aera in dit zendings
werk is ingetreden, welke beheerscht
wordt door een op zij zetten van nati
onale en andere hindernissen. Er ar
beiden nu in China zendelingen van
ongeveer 130 afzonderlijke kerken of
Zendingsgenootschappen. Het vereeni-
gingsproces is begonnen".
Het aantal der over 47 districten ver
deelde belijdende lidmaten is 113.000.
De vrouwen kregen het passieve kies
recht. Het beginsel van de autonomie
der gemeenten is ingevoerd. De ge
meenten hebben het recht, de gods
dienstoefeningen naar eigen Inzicht in
te. richten.
Leiden, 5 December 1927.
De Vrije Gemeente te Amsterdam
heeft op feestelijke wijze haar gouden
jubileum gevierd, o.m. door de opvoe
ring van een Bijbelsch tooneelspel,
onder regie van Eduard Verkade. Dit
stuk heette „Naaman de Syriër".
Afgezien van de tooneelkwestie is
het wel eigenaardig, dat men juist dit
stuk gekozen heeft. W it de tendens
van het Bijbelsch verhaal, dat daar
aan ten grondslag ligt, gaat vierkant
tegen de beginselen der Vrije Gemeen
te in.
De Vrije Gemeente is hypermodern.
Ze heeft, in tegenstelling met de mees
te vrijzinnige groepen, zelfs den
naam „Christelijk" prijsgegeven Ze
wil uitsluitend „religieus" zijn. Aan
de toespraken behoeft ook geen Bij
belwoord ten grondslag te liggen,
doch de spreker mag eveneens een
rede houden naar aanleiding van een
woord van Kloos of Goethe, uit den
Koran of de Bhagavad Gita. Alle gods
diensten zijn voor haar uitingen van
„bewustheid van sterke, innerlijke
eenheid en van onverbrekel ijken
geestelijk-en samenjhang met het Ik
met den Al—geest".
Het Schriftverhaal van Naaman
staat echter niet in het tee-
ken van een dergelijke svnthesezucht.
Naaman moest uit Syrië naar Israël
gaan; niet in Abana en Papar. de
rivieren van Damasci doch in den
Jordaan moest hij zich zevenmaal
wasschen om rein te worden.
Zoo beheerscht de anti these tus-
schen de bijzondere en de algemeen©
openbaring heel de Heilige Schrift.
OBSERVATOR
ONDERWIJZERS-BEZOLDIGING IN
VROEGER TIJD.
Hoe droevig het in de 18e eeuw daar
mee gesteld was, en wat men toen van een
onderwijzer durfde vragen, werd onlangs
in de „Drentsche Crt." met de volgende
voorbeelden geillusteerd:
Ziehier bijv. de „voordeelen' in 1784
verbonden aan een onderwijzerspost te
Dwingeloo:
1. Een jaarlijksch traktement van 37
gulden en lü stuivers.
2. Opbrengst der schoolgelden ad 4 dui
ten per week.
3. Voor het schrijven der dorpsrekening
één acht en twintig.
4. Voor het opwinden van het torenuur
werk en het schoonhouden der kerkepa-
den, een rijksdaalder.
5. Voor het verpachten der kerkelanden
een rijksdaalder.
6. Voor het schieten van kraaien en
het vangen van bunsiugs op de heerlijk
heid van Baron B., jaarlijks twee vrach
ten takkebossen.
7. Des winters voor het open houden
van de grachten van het kasteel, vijf
schellingen.
8. Als omroeper, telkens een zesthalf.
9. Voor het verven en teeren der hek
ken van het kerkhof en de kerkelanden,
een dukaton.
10. Gedurende de wintermaanden van
elk ter-school gaand kind 's weeks een
turf en twee knuppels, tér verwarming
der school.
11. Verder als koster en voorganger de
voordeelen van de duiven op den kerk
toren.
12. Het gebruik van tuin en bleekveld,
benevens twee derde morgen boomgaard,
wei- en hooiland.
13. Uit elke boerderij, waar twee of
meer paarden gehouden worden, een sche
pel rogge 's jaars.
14. Een gast eieren, dat is 4 stuks, voor
elke zitplaats in de kerk, op te halen aan
de huizen in de weck van Paschen.
15. Voor het maken van graven op het
kerkhof, van elk lijk drie schellingen.
16. Het restant wijn en brood na het
gehouden Avondmaal.
GIFTEN EN LEGATEN.
Te Ossendrecht ontving de Ned.
Herv. Gem. een gift van 4000 ter ver
betering van het predikantstracte-
ment.
VARIA.
De heer K. de Vries te Oostzaan is
benoemd tot leerend ouderling bij de
Geref. Kerk van Poortvliet.
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
61. —o-
Het was smal en zeer diep en had
achter een grooten tuin, die tot aan
het Burgerpark doorliep. En 't schoot
Ebba. plotseling te binnen, dat men
van uit dezen tuin zeker op de fabriek
van Alteneck kon zien.
Ook hier moest Ebba wachten, het
was ook een klein voorkamertje en er
hing ook 'n op papier gestikte spreuk
boven de schrijftafel. Voor het raam
stonden eveneens twee camelia's zon
der bloem.
Ebba moest heel lang wachten en
ku-i de angstige gelijkheid der kamers
opmerken. Eindelijk sloeg er een klok
buLen langzaam en gedempt twaalf
slagen. Ebba moest aan een nachtwa
ker denken.
Eindelijk, na nog vijf minuten, ver
scheen juffrouw Drews.
„Ach. mij lieve julfrouw, u zijt ze
ker wel ongeduldig geworden. In dit
sombere kamertje te moeten wachten,
is geen genoegen. Maar ik gaf Fran-
sche les in de eerste klasse. Wees wel
kom, en vertel me eens. wat u tot mij
voert!"
Juffrouw Drews was niet mooi, ze
had echter een mooi figur, was een
voudig en goed gekleed, en. wat Eb
ba dadelijk opviel, ze had groote en
bruine oogen, met een vasten, vroolij-
ken opslag, daarbij een rij hagelwitte
tanden zooals men ze zelden ziet.
Het was bekend, dat de heele school
met haar dweepte. Ebba kon het da
delijk begrijpen. Ze gevoelde, dat ze
openlijk kon spreken, en ze zeide dan
ook, dat ze eerst bij juffrouw Lach
man geweest was en wat ze daar had
moeten hooren.
Juffrouw Drews hoorde dit met een
diplomatisch lachje aan. Maar ze zei
de, dat ze al iets van Ebba afwist, dat
mevrouw Lehr uit Berlijn haar ge
schreven had, dat haar man, de prof-
fessor nog nooit zoo'n vlijtige, intelli
gente leerling gehad had. Ebba wist
niet, dat de vrouw van haar onderwij
zer een vriendin in Lunstedt had, en
nog wel juffrouw Drews. Ten slotte
hied ook juffrouw Drews een soort
van toespraak, evenals juffrouw Lach
man gedaan had.
„Niet waar, dat begrijpt u wel, juf
frouw Herlingen", zeide ze vroolijk,
„ik kan voor u niemand opruimen, om
een plaats te maken. Vooreerst is er
dus niets. Maar er kan altijd iets ge
beuren. Nietwaar, om te beginnen,
vindt u het goed. zoo nu en dan eens
in te springen, ais het noodig is al
is het ook maar schrijven en rekenen
bij de kleintjes? Dat had ik me zoo
gedacht. En dan met Paschen kunt u
misschien voor goed bij mij komen. Ik
geloof, dat ik een van mijn beste
krachten zal moeten missen. Ik mag u
hier nog niets van zeggen Staatsge
heimen, weet u! Het zou mij genoegen
doen. als u die plaats wildet aanvul
len. ïk heb zoö'n voorgevoel, dat wij
vroolijk en prettig Zouden samen wer
ken. Overigens is het mijn meening,
dat u tot zoolang de handen niet in
den schoot moet laten liggen. U moet
u bekend maken, iets. op touw zetten.
Hoe zoudt u bijvoorbeeld denken over
een letterkundigen cursus voor jon
ge meisjes? Ik erger er me dikwijls
over. dat al het zaad, dat men zoo met
al de jaren in die jonge zielen heeft
gestrooid, meestal later niet opkomt.
De jonge meisjes uit de zoogenaamde
eerste families, leven voor haar ge
noegens, de handwerkersdochters,
waarvan ik er Ook zoo vele op school
heb, vinden thuis bij vader en moe
der. die een veel slechtere, opvoeding
genoten hebben, geen aansporing. Be
proef u daar eens met succes tusschen
beide te treden! Plaats 'n annonce in
de courant en geef daarbij een paar
adressen op dat ziet men graag! Op
mij kunt u in ieder geval rekenen. I*
zijt een dapper meisje, en dat zie ik
graag."
Ebba kwamen de tranen in haar
oogen. In verrukking over juffrouw
Drews ging ze heen. Ze genoot in
haar verbeelding al van het succes
van haar werk.
Ze zou de hoofdonderwijzeres bij
juffrouw Drews worden, zoo haar
Lest doen, zich zóó onmisbaar maken,
dat. dank zij haar medewerking, de
school zou groeien en bloeien en het
instituut-Lachman in den grond boren
En eindelijk zou ze compagnon wor
den van juffrouw Drews, en haar goe
den, lieven vader, tot zijn dood kun
nen verzorgen als een rijken mijnheer!
Ze stapte haast triomf eerend de
ziekenkamer binnen, waar juffrouw
Möller ijverig zat te borduren. Haar
vader lag zeer rustig, met het hoofd,
omgeven door de grijze krullen, op
het kussen.
„Werk heb ik nog niet. maar voor
uitzichten", riep Ebba vroolijk.
Ongeveer acht dagen later werd ér
een onderwijzeres bij. juffrouw Drews
ziek. Dat was treurig voor de onder
wijzeres, maar zeer goed voor Ebba.
want in plaats van zich te behelpen,
nam juffrouw Drews dadelijk Ebba
aan, waarschijnlijk om bij deze gele
genheid een oordeel over Ebba te kun
nen vellen. Deze plaatsvervulling kon
vanvier tot zes weken duren, want
de betreffende dame had longontste
king. lederen dag waren het twee of
drie uur.
Spoedig daarop verscheen er in de
Lunstedter courant ook een adverten
tie, waarin Ebba Herlingen zich bij
de jonge dames in Lunstedt aanbeval
tot het houden van een cursus op lit
terair gebied en natuurwetenschap
pelijke lezingen. Inlichtingen waren
te bekomen bij professor Lehr, Berlijn,
doehtor Trude Edlessen. Berlijn en bij
mej. Hanna Drews, hoofd der school
te Lunstedt.
„Heb je het gelezen?" vroeg mevrouw
Alteneck aan haar zoon, die aan zijn
werktafel stond en nadenkend een
klein, gesloten buisje in de hand hield
Hij schrikte, zag zijn moeder ver
strooid aan, en toen deze haar vraag
herhaalde, knikte zij.
Het was de eerste maal,, dat ze het
waagde er over te spreken. Zij had er
niet achter kunnen komen of hij het
prettig zou vinden, over Ebba te spre
ken of niet. Daarom had ze het het
best gevonden het maar na te laten.
Zooals hij met zijn moeder stond, zou
hij wel beginnen, wanneer hij er be
hoefte aan had, dacht ze.
Maar het scheen, dat hij die behoef
te niet gevoelde. Hij had toen slechts
kort gezegd: „Ik heb Ebba den ring
terug gegeven". Toen had hij haar
snikkend alleen gelaten, haar omar
ming, haar troostwoorden afgeweerd,
en zich met zooveel werk omringd,
dat dit als verwering moést dienen.
Hij zweeg er ook over, dat hij Ebba
in Berlijn gezien had. Ze hoorde het
van mevrouw Buschmann, die de op
merkingen van haar zoon nog sterk
illustreerde. Volgens haar, had Ebba
zich in heel slecht gezelschap bijna
schandalig gedragen en was op een
plaats gezien, die Fiddie Buschmann
anders nooit bezocht en waar hij met
Andreas Alteneck verzeild was ge
raakt, hij wist niet hoe het kwam.
Van de tweede ontmoeting voor He-
lene's portret wist ze heden nog niets.
(Wordt vervolgd).