Purol bij Ruwe en Schrale Huid NIEUWE LEIUSCHE COURANT RECLAME. wetsontwerp ingediend tot wijziging der Ziektewet. In de Memorie van Toelichting wordt gezegd, dat dit wetsontwerp strekt tot verwezenlij king van het in de Troonrede van het vorige jaar vermelde voornemen der Regeering om de Ziektewet in te voe ren, nadat deze zal zijn gewijzigd, in het bijzonder in dezen zin, dat meer plaats wordt ingeruimd aan voorzie ningen, welke uit het maatschappelijk ieven opkomen. Behalve op het punt van deze voorzieningen bevat het ont werp een verzekering die zich uit strekt tot alle loonarbeiders. De ver zekering is onafhankelijk van de hoogte van het loon. Wij komen op dit ontwerp met toe lichting nog terug. RIJWIEL- EN WEGENBELASTING. De Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland, gevestigd te 's-Graven- liage, heeft een requst verzonden aan den Minister van Financiën, waarin verzocht wordt, indien de rijwielbe lasting verlaagd moet worden, deze gelden niet aan het Wegenfonds en zeker niet aan de opbrengst der we genbelasting te onttrekken, doch hier voor gelden te gebruiken uit de alge- meene middelen. De bond stelt zich op het standpunt dat een goed wegennet een zuiver ge meenschappelijk belang is. Toch heeft «Ie wegenbelasting den belastingdruk op de bedrijven, die van motortractie gebruik maken, tot ten moordende hoogte opgevoerd. Elke hoogere op brengst dient dan ook, naar' de mee ning van adressant, gebruikt te wor den om de lasten, die op de bedrijfs autohouders veel te zwaar drukken, te verlagen. van den gemeenteraad van Aardenburg, als lid van het stembureau, na afloop der stemmingen bedriegelijk bij ongeveer 69 stembiljetten, waarin doop de kiezers, in een stemvakje het witte stipje was rood gemaakt, in nog een stemvakje het witte stipje rood gehaakt heeft, zoodat daar door de stembiljetten van onwaarde' wer den. President der strafzitting was mr. M. W. G. Jolles, vice-president der rechtbank het openbaar ministerie werd waargeno men door mr. W. P. E. baron van der Feltz, substituut-officier van justitie, ter wijl als verdediger van verdachte optrad, mr. J. J. X. M. ITouben te Breda. Verdachte ontkende het feit gepleegd te hebben. Tal van getuigen kwamen ver klaren op lijst 3, Catsman. te hebben ge stemd. Op de vraag van den verdediger, omtrpnt een afspraak tusschen de drie partijen, om door stern-uitwisselen Cats man gekozen te krijgen, konden velen geen inlichting geven. Wel verklaarde een,die zelf candidaat der v.d. was, op Catsman te hebben gestemd, maar den verdediger werd niet toegestaan eep na dere verklaring daarvan te vragen. F.en zest8l anderen hadden op de arbeiders- lijst op candidaat Corthals gestemd. En kele getuigen verklaarden nog, hoe het opnemen der biljetten geschiedde. De la ter ongeldig verklaarde biljetten wérden naar verdachte toegeschoven. HET GROENE KRUIS. Geciep. Staten van Zuid-Holland stellen aan Prov. Staten voor. in af wijking van de bestaande regeling tot toekenning van provinciaal subsidie aan de Z-H. Vereeniging „Het Groe ne Kruis" ten behoeve van d«e invoe ring der wijkverpleging door de af- deelingen dier vereeniging over de jaren 1927 t./m. 1930 het maximum van het prov. subsidie aan de vereen, toe te kennen, te bepalen op 5000 Ss jaars, met behoud van de overige bepalingen dier regeling. DE KONINGIN-MOEDER OP DE CHRYSANTEN-TENTOONSTELLING. H.M. de Koningin-Mcrdr heeft giste renmorgen, vergezeld van klein gevolg, een bezoek gebracht aan de,Chrysanthe mum- en najaarbloemententoonstelling in den Haagschen Dierentuin. H.M. werd rondgeleid door den voorzit ter en den secretaris van de Ned. Chry santhemumclub, resp. de heeren H. de Lange en D. Admiraal. CASSATIEBEROEP VAN DEN STAAT VERWORPEN. De Ilooge Raad heeft gisteren verworpen het cassatieberoep, door den staat inge steld, tegen het arrest van het Haagsche Gerechtshof, waarbij met bevestiging van het vonnis der Haagsche rechtbank den res.-officier Monkhorst ls toegewezen, diens vordering tot uitbetaling van kor ting, toegepast op verschillende toelagen van res.-officieren, die reeds uit anderen hoofde pensioen genieten. van ZATERDAG 12 NOV. 1927 TWEEDE BLAD. UIT DE SCHRIFTEN j DE LAATSTE BLIK. Ik heb het u met uwe oogen doen zien.... Deut. 34 4m. Van den Nebo Gods landouwen Nog t' aanschouwen, Bracht aan Mozes 't voorgenot' Van de ruste bij zijn God. Alzoo ziet Mozes op wondere wijze het heilige land. Hij ziet het gansche land van Juda, van Naftali, Efraim en Manas- se. Neen hij ziet het niet, zooal9 het is. Zooals het op dit oogenblik is in de hand der heidenen. Maar Mozes ziet het profe tisch, hij ziet het in physisch en geestelijk perspectief. Als een film ontrolt zich voor zijn blik, als hij dezen gang des geloofs volbracht heeft, vanaf den bergtop de heilige erve. Wondere blik, die blik van Mozes, die laatste vóór zijn sterven, op het heilige land. Hij ziet vanaf de bergen Gods het land der belofte. Hij ziet Kanaan en sterft! Zoo kan God alleen Mozes het beloofde vaderland doen zien. Daarom zegt Jeho va ook- Ik heb het u met uwe oogen doen zien. Mozes ziet geheel het land. Zijn le vensideaal zal niet verwerkelijkt worden. Om der zonden wil zal hij niet binnentre den. Maar God zal hem, enkele momen ten vóór z'n sterven gunnen het verge zicht op Palestina. En dan ziet Mozes, zooals God alleen kan doen zien. Deze laatste blik is een wondere blik. Daar ontplooit zich voor zijn oog het heerlijke Tand, ja Gods landouwen. En dit gezicht op de plaats der aardsche rust is voor de zen oude, wiens kracht nog niet vergaan is, een voorsmaak, een voorportaal van de eeuwige rust, die God hem aanstonds be reiden zal. Deze wondere blik is voor Mozes een profetie van wat hij zoo aanstonds zien zal. Zien zal, wat geen oog gezien heeft, wat in 's menschen hart niet is opge klommen, doch wat God bereid heeft dien die Hem liefhebben! Deze laatste blik is onvergetelijk, om dat hemelglans als over de aarde ligt, omdat het land der aarde als doortrok ken wordt van hemel-heerlijkheid. Deze laatste blik is onovertroffen, om dat Mozes het land der belofte ziet in al zijn schoone pracht, in ongebroken heer lijkheid, als een land der belofte, hem gewezen door de hand des Heeren Hee ren, hem getoond door den God van Abra ham, Izak en Jacob. Mozes is door God bevolen den Nebo te beklimmen om vandaar het beloofde land te zien. Wat Mozes hier gebeurde in de wer kelijkheid, wel dat kent Gods volk even eens. Dat leven, op den bergtop, dat zicht in ziele-verten, dat ervaren op lichte hoogten, nadat ge strijdend eerst zijt ge gaan den moeilijken weg des geloofs. Zie eens God beveelt u te klimmen; en ge gaat strijdend, met moeite den weg des Heeren. Ge gaat in gehoorzaamheid 't pad, dat God u wijst. Ge gaat, geloovig achter Hem, die uw Levensgids is. Zoo gaat ge biddend en strijdend, den weg naar Boven, den weg der lange eenzaam heid, het pad van alleen-zijn. En weet ge dan niet, hoe God daarna op de le venshoogte, toen ge met Hem alleen waart, toen ge aan Hem genoeg hadt, aan Hem alleen, toen het u zoo goed gewor den was nabij God, weet ge dan niet, hoe God daarna u zien deed, wat ge tot he den nóg nimmer had aan schouwd? Toen heeft uw ziel, waar de vreeze Gods in woont, Gods verborgen omgang gevi^ 'en: Toen hebt ge gezien, met uwe oogSJj) wat God u alleen kon doen zien. Gezïei^ met bet oog des geestes hemel glans, enoten onvergetelijke oogenblik- ken, uien met God, waarin ge gedronken hebt uit den beker des heils! Op die uren hebt ge door de genade Gods toch geschreven: Ik heb het u met FEUILLETON. EBBA EN HELENE. 42. o— Hevig snikkend verborg Ebba haar gelaat tegen den schouder van Fausta „Nu", sprak deze troostend, „dat is voorbij. Tracht slechts in datgene, dat je vergoeding moet zijn. iets vol komens te worden. Dan kunt ge nooit ongelukkig zijn. Dat zou treurig zijn, als er geen geluk denkbaar was zon der den man." Ebba wilde wel eerlijk probeeren om Iets volkomens te worden, maar ze stond dikwijls wanhopig voor haar taak. Het was haar, als breidde zich 'n groot korenveld uit en moest zij dit met haar twee zwakke armen omvat ten en als een wondergroote schoof opeens in de schuur dragen. Zonder de hulp en den bijstand van Trude Edlessen zou ze het opgegeven hebben. Deze zat de eerste dagen uren lang beraadslagend bij haar. Voor al les moest er aan gedacht worden, dat Ebba twee en twintig jaar was en on mogelijk den geheelen cursus van ne gen klassen of vier jaar studie meer doormaken kon. Trude Edlessen nam Ebba een soort examen af en meende, dat, als het jonge meisje heel vlijtig wilde zijn, ze met de reeds voorhanden zijnde ken nis na een half jaar tot den hoofdcur sus toegelaten zoii kunnen worden. Alleen was het de vraag, hoe Ebba uwe oogen doen zien? Ge hebt daar den Heere de eer toch van gegeven? Niet door het aan iedereen te vertellen. Maar door God te danken voor de verborgen heer lijkheid, die Ilij u gaf. En dan waar zijn die bergtoppen? Ja dat kan ik u niet zeggen. Maar die liggen, waar God u brengt. Die liggen midden in de worsteling van Gods wil en uw wil. Ons Nebo is daar. waar we alleen door het geloof gekomen zijn en waar God ons heerlijke dingen toont. Waar God ons doet zien in het volle persoonlijke levenslicht het kruis van Gol gotha voor ons, voor ons ookl Waar God ons Zijn rijke, Zijn vele, Zijn volle ge loften doet zien! Waar God ons toont Hem, onze Heiland, in Wien al, al Gods beloften ja en amen zijn. Waar God ons toont de belofte der schuldvergeving, de belofte van Zijn Goddelijke steun in den levensnacht, waar God ons toont de be lofte van kracht en troost! God doet het ons met onze oogen zien! Het beloofde licht, de beloofde zalig heid, de beloofde overwinning, de beloof de vrede, kortom alles te zaarn ver en ruim, het beloofde land! De laatste blikl Zoo gaan we eens het dal in of den bergtop op (zoo ge 't noemen wilt), waar God ons henenwijst om ,te sterven. We zullen straks afscheid hebben te nemen. Onze taak is afgeloopen, breekt misschien af, we moeten achterlaten, wat ons zoo lief was. God zegt: Klim op dezen berg en sterf! Zullen we gehoorzaam zijn? Willen sterven? Ons bereiden voor den grooten weg naar de overzijde? Die gelooft, zal ook dan den weg des geloofs gaan achter Jezus! En dan zal de Heere ons doen zien voor de laatste maal, ons gunnen de laat ste blik van uit deze strijd-wereld op het beloofde landl We hebben al zooveel maal uit de smarten des levens gezien naar den he mel! Als de onzen ons voorgingen! Als het leven veel van ons vergde en we los van de aarde werden! We hebben reeds meermalen gezien naar dat land der be lofte! Eens zullen we erheen blikken voor de laatste maal! De laatste blik van de aarde op het land van den hemel!. En dan zal Gods engel neerdalen -r- en wij zullen daar heen overgaan en wij zullen het zien, door de genade Gods, eeuwig zien! BEMOEDIGING. Zij winnen 't niet en nimmer meer, Die strijden tegen God den Heer; Zijn woord, hoe vurig ook gehaat-, Moet overwinnen, vroeg of laat. God gaf ter wereld Zijnen Zoon. Zij schonk haar Heiland spot en hoon. Maar 't einde van haar bitt'ren strijd Is toch Gods zegë in eeuwigheid! De vijand lastert, maar de Geest .Werkt aan de harten onbevreesd. Hij komt, ook waar men hern belacht En schept de harten om met kracht. Dan lokt Hij met Zijn teed're stem Naar Golgotha en Bethlehem; Zijn liefde is sterk,. Zijn macht is groot, Hij overwint den diepsten nood. Dies zien wij opwaarts naar den Troon. Waar Jezus heerscht, des menschen Zoon; Hij houdt in Zijn doorboorde hand Den schepter over 't verste strand. Laat komen 's vijands legerschaar, Laat alle duivTën met elkaar Zich zaam'len tot den laatsten strijd! Mijn Jezus heerscht in eeuwigheid! GUNNING. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Pürmerend (toez.), E. D. Spelberg, te Egmond-binnen. Te Wal- terswoude (toez.), J. Keiler, te IJsselrnui- den. Bedankt: Voor Putten, W. J. van Lokhorst, te Delfshaven. Aangenomen: Naar Voorburg, mr. N. G. Veldhoen, te Alphen a. d. Rijn. OEREF. KERKEN. Tweetal: Te Delft (vac; K. Schilder), C. W. Keur, te Heinkenszand; en 11. A. Munnik, te Zwolle. het noodige Grieksch en Latijn in haar hoofd wilde brengen. Trude bleef er ook bij. dat ze eerst examen moest doen als onderwijzeres; de som der daarbij aangenomen ken nis kwam haar ook te pas bij het vol gen van den hoofdcursus en bood, te genover het kleine tijdverlies, toch in ieder geval ren garantie aan. wan neer onvoorziene omstandigheden het haar verhinderden' het eindexamen te doen. Wat ze eigenlijk dacht, zeide Trude Edlessen niet. Zij was er namelijk van overtuigd, dat zoo'n mooi, friseh, ta lentvol meisje niet ongetrouwd zou blijven en verdacht er speciaal doctor Olof Beuthner van, nu eens werkelijk ernstig verliefd te zijn. Zoo werd dus een heel werkplan be raamd. Trude zelf gaf iederen dag een uur les, vier Latijnsche en twee Duitsche lessen in de week. Fransch, Grieksch en natuurkunde nam Ebba buitens huis bij verschillende leeraren. die Trude aanbeval. In aardrijkskunde, haar stokpaardje, hoopte zij zichzelf zoo ver te brengen, met behulp van den leiddraad, die er op dezen cursus gebruikt werd. En in wiskunde zou doctor Beuthner haar onderwijnen. Het lag zoo voor de hand, dat men aan hem dacht, nog voor hij zich aan bood, wat hij echter vlug deed. En hoe had Ebba durven bekennen, dat ze bang was voor dezen man? Men zou haar uitgelachen hebben. Eu ze kun haar vrees ook met geen bewijzen van Beroepen: Te Oudewater, C. W. Keur te Heinkenszand. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Dordrecht, H. Biesma, te Groningen. DE REDE VAN Ds. CREUTZBERG. In de Zondagsbode, orgaan der ver eeniging voor Inwendige Zending in N.- llolland, is de volgende verklaring gepu bliceerd: Het Hoofdbestuur van I. Z. I. N., kennis genomen hebbenden Van de verschillende meeningen naar aanleiding van het re feraat van Ds. Creulzberg in de laatst ge houden algemeene vergadering van I. Z. I. N., stelt er prijs op te verklaren, dat het zich in hoofdzaak kan vereenigen rnet den geest van het gesprokene, maar zich geenszins aansprakelijk stelt "voor daarin gebezigde uitdrukkingen. JUBILEUM J. P. ZUIDEMA. Heden herdenkt de heer J. P. Zuidema, oud-Theol. docent aan de Keuchenius- school te Djocjacarta (Java), den dag, waarop hij voor 40 jaar in dienst van de zending der Geref. kerken naar Java uit gezonden werd. In 1924. moest de jubilaris om gezond heidsredenen zijn arbeid neerleggen en vestigde zich metterwoon te Malang. Op de November-vergadering van de Missionaire arbeiders op Midden-Java zal de jubilaris worden gehuldigd. Behalve als leeraar aan de Keuchenius- school had in de eerste jaren vah den zendingsarbeid op Midden-Java de heer Zuidema naam als bouwer van de ge bouwen. Mei Inlandsche en Chineesche hulpkrachten heeft de heer Zuiderna ver schillende van de nu nog gebruikte ge bouwen gesticht. Dr. N. D. VAN LEEUWEN AFGEZET. De classis Drachten der Geref. Kerken, in een voortgezette vergadering bijeen te Drachten op Donderdag 10 November '27, kennis genomen hebbende: a. van het rapport van de, commissie benoemd op de vergadering van 1 Novem ber 1927 om aan Dr. N. D. van Leeuwen het schorsingsbesluit mede te deelen en om hem te vermanen zich te verootmoe digen, en aan de schorsing zich te onder werpen. waaruit blijkt," dat hun niet de gelegenheid is gegeven met hem te spre ken; b. van de mededeeling van den Kerke- raad van Harkërna-Opéiride, dat bij hern een schrijven is ingekomen van Dr. N. D. van Leeuwen, waarin hij verklaart, dat hij de op 1 November j.l. op hem toege paste schorsing niet aanvaardt: c. van de mededeeling, dat de onder scheidene leden van den Kerkeraad van Ilarkema-Opeinde hebben ontvangen een schrijveh van Dr. N. D. van Leeuwen., d.d. 9 November 1927. waarin deze als praeses hen hoofdelijk uitnoodigt tot het bijwonen va.n eèri kerkeraadsvergadering op 11 November 1927, waartoe hem als ge schorst Dienaar des Woord» het recht ontbreekt: d. van het feit, dat Dr. N. D. van Leeu wen zich na de schorsing ook aan andere handelingen heeft schuldig gemaakt, die wezen op scheurrhakibg; van oordeel "zijnde, dat uit het boven staande duidelijk blijkt, dat Dr. N. D van Leeuwen volhardt in zijn dwaling, weigert zich te onderwerpen aan de uil- spraken van de kerkelijke vergaderingen en zich schuldjg maakt aan schismatieke handelingen; terugkomende op haar besluit van 1 November 1927, waarbij over Dr. N. D. v. Leeuwen de schorsing werd uitgesproken voor den tijd van één maana; gehoord het advies van de Deputaten ad art. 49 K.O., van Friesland. Zuidelijk gedeelte; besluit thans op bovenstaande gronden, volgens art. 80 K.Ö., Dr. N. D. van Leeu wen, zij het ook met diep leedwezen, met ingang van heden uit zijn ambt als Die naar des Woords bij de Geref. Kerken af te zetten. BINNENLAND. WIJZIGING ZIEKTEWET. Het eenigszins zonderlinge bericht van de intrekking der Ziektewet, dat wij gisteren vermelden, heeft een ver klarende oorzaak. Bij de Tweede Kamer is n.l. een zijn gevaarlijkheid staven. Alleen zijn blik, zijn glimlach, de manier, waar op hij soms trachtte haar hand met zijn vingers te streel en. En dan k on ze dien verschrikkelijken droom niet vergeten, waarin hij haar gekust had. Het was haar, als moest hij dat ver moeden, als maakte hij daardoor aan spraak op haar. Op Ebba's verzoek hadden deze les sen in de hliiskamer van mevrouw Ebermann plaats, die het zich best kon begrijpen, dat het jonge meisje den man niet in haar eigen kamer wilde ontvangen. Het stoorde haar ook niet. Stil zat ze bij het raam te bor duren en hoorde geen Woord van al de regels en wetten, die Beuthner aan gaf. Ze dacht steeds aan haar zoons en of doctor Beuthner de man was, die hun later nog van dienst kon zijn. dan wilde ze wat vriendelijk tegen hem zijn. ofschoon ze hem eigenlijk vcrschikkelijk vond. Waren deze uren een marteling, die bij Trude waren een genot. Altijd weer in harden, beschamen den strijd moest Ebba zich dwingen, de waarachtig geestelijke noodzake lijkheid te bewijzen, waardoor ze op dezen weg geraakt was. Ach, en deze innerlijke noodzakelijkheid, die haar eerst zoo dringend toescheen zt Was in het geheel niet meer waar te nemen. Maar in de uren, die ze met doctor Trude Edlessen doorbracht, kwam een soort hoopvolle geestdrift over haar. Het vroeg oude, bescheiden meisje ge- JHR. VAN KARNE3EEK G.-G.7 Het Bat. Nieuwsblad vraagt naar aan leiding van het door Anèta geceinde te legram over de rede, die jhr. van Karne- beek voor het Royal Colonial Institute te Londen gehouden he^ft, of jhr. van Kar- ncbeek, die zich tot dusver afzijdig hield van koloniale 2aken, plaa's gaat nemen in de rij van canr.lidat.en voor de vervul ling van het gouverneur-generaalschap. DE FINANCIëN VAN EMMEN. De burgemeester van Kramen heeft in de gisteren gehouden vergadering aan den gemeenteraad medegedeeld, dat de re geering, in afwachting van de door den raad in te voeren bezuinigingen, in het saneeringsplali omschreven, een tweede voorschot van /ÏUO.OÓO heeft doen toeko men Hij bracht de regeering en Ged. Staten van Drente dank voor cle hulp aan F.m- inen. Wanneer Ernmen op steun van de hoogere colleges kan rekenen, vertrouwde hij, dat het mogelijk zal blijken deze ge meente er binnen afzienbaren tijd weer bovenop te heipen. Zonder steun achtte hij dat niet mogelijk, omdat verbetering van den toestand met eigen krachten zeer moeilijk zal blijken te zijn. liet door de tegeering goedgekeurde saneeringsplan noemde burgemeester Bourna een uiterst belangrijke zaak voor Emmen, omdat het de basis kan zijn, waarop de verdere op- bouwplannen kunnen gegrond worden. DE AARDENBURGSCHE VERKIEZING. Gisteren stond voor de rechtbank te Middelburg terecht, G. P. H. W., 45 jaar, gemeente-ontvanger te Aardenburg. aan wien werd ten laste gelegd, dat hij om streeks 21 Mei j.l. te Aardenburg bij ge legenheid der verkiezing van de leden HET REGLEMENT VAN ORDE DER TWEEDE KAMER. Het Kamerlid Braat heeft een voor stel ingediend tot wijziging vaii het reglement van orde der Tweede Ka mer. Het voorstel is mede ondertee kend door den heer Lingbeek. Zooals bekend is, moet een motie, die door een Kamerlid wordt voorge steld, door minstens 5 leden worden ondersteund om in behandeling te kunnen komen. De bedoeling van dén heer Braat is, dat een motie, ook al wordt ze niet ondersteund, toch .1 behandeling moet worden genomen. Daarmede wordt bereikt, dat de le den der kleine partijen onafhankelij ker zijn van de welwillendheid van medeleven en dat deze laatste geen moties behoeven te steunen, waarme de zij het feitelijk oneens zijn. VERLICHTING FRIESCHE GAT- Het Tweede Kamerlid Hiem9tra heeft aan den Minister van Water staat gevraagd of het hem bekend is, dat het bij slecht weer voor schepen moeilijk, ja dikwijls onmogelijk is, te Zoutkamp binnen te loopen, omdat het z.g. Friesche Gat onvoldoende verlicht is? Zoo ja, of de Minister dan bereid is, door het doen plaatsen van een tweetal gasboeien, deze verlich ting te verbeteren? WEER EEN AMBTENAAR ONTSLAGEN. Ook een ambtenaar bij bet Gemeen telijk Electrisch Bedrijf in Den Haag is door B. en W. in hun vergadering van gisteren ontslag verleend wegens het aannemen van gelden van een leverancier. raakte dan onverwacht in vuur. Trude korj met ware overtuiging van de vreugde der kennis spreken. Ze deed Ebba direct aan haar vader denken. Slechts in studie was reinheid en red ding voor de verleiding. Menschen be drogen. de wetenschap niet. Die vroeg niet naar schoonheid en jeugd Alleen trouwe genegenheid moest men voor haar koesteren en men werd dan altijd beloond, altijd tevreden ge steld. De tevredenheid was het bezit van hen, die niet gelukkig konden worden. En bij de wetenschap was te vredenheid. Zoo zat Ebba van 's morgens acht tot 's avonds 8 uur, en als zij van de nu en dan voorkomende gezellige avondjes bij Fausta laat thuiskwam, van twaalf tot twee uur in den nacht, anders nog van negen tot elf uur. Ze was frisch, met onverbruikte krachten en een ijzeren gezondheir! aangekomen. Veertien werkuren dage lijks maakten weldra, dat haar wan gen wat b'eeker werden. Maar Trude zeide, dat dat niet gaf, zij was ook eens frisch en gezond geweest; wat kracht boette mefi er altijd bij in het was voor een \Touvvengestel iets an ders dan voor een man. Een enkele luxe gunde Ebba zich. De vrouw van den geheimraad kon juist deze niet begrijpen. Haar man had toch de „Berliner Nachrichten die mocht Ebba wel medelezen, voor al daar ze de courant snel doorkeek. Waarom het „Fremdenblatt" nemen? Maar Ebba wist waarom. Iederen dag keek ze'de lijst der vreemden ha. „Hij"* moest alle vier of vijf weken in Ber lijn zijn. Ook gedurende hun verlo ving was hij daar eens geweest. De naam van het hotel, waarin hij dan ver nachtte was Ebba ontgaan. En er kwam een dag. waarop zij zijn naam vond. Hij stond onder de vreemdelingen van „Kaiserhof". Doc tor Andreas Alteneck, Lunstedt. Ze staarde op den naam, als was deze levend en kon hij tegen haar spre ken, haar openbaren, wat zijn eige naar gedacht, gevoeld had, toen hij voor vier en twintig uren in dezelfde stad, met de eens teerbeminde, ver blijf had gehouden. Den volgenden dag moest ze. van de Voorstraat komende, de Wilhelm- platz oversteken, daar ze naar haar leeraar in natuurkunde ging, dië in de Luisestrasze woonde, en dezen lan gen weg legde ze, op dringend verzoek van mevrouw Ebermann tweemaal in de week te voet af, opdat ze toch wat beweging en frissche lucht zou hebben Hij was er natuurlijk niet meer. Hij bleef altijd maar een dag. Ebba wist dat. En toch knikten haar knieën. Als hij eens, tegen zijn gewoonte in, toch gebleven was? In het portaal stond? In het café zat? Haar zag? Na verloop van drie weken was hij er weer geweest. Nu scheen het Ebba bijna onbegrijpelijk toe. dat het toeval hem niet op haar weg gevoerd had. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5