CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 8«'« JAARGANG VRIJDAG 11 NOVEMBER 1927 NUMMER 2280 IE3 ABONNEMENTSPRIJS Lb Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per week1 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden fiÖjËÉjp Teleloonnunimer 2773 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Adverlentiën per regel 22*/a cent Ingezonden Mededeeiingen dubbel tariel Bij contract belangrijke reductie - Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Daarom komt ons een elkander vinden bij het begvooüngsdebat in 1928 noodig voor. Perspectief voor 1929. Der gewoonte getrouw begon de be handeling der Staatsbegrooting in de 'J weede Kamer rnet een soort politiek steekspel. Was het tot 1S25 een spel in groo- ten stijl, sedert het parlementaire kabinet voor een zakenkabinet lieeit Plaats gemaakt, komt er van een eigenlijke uitwisseling van beginse len niet zoo heel veel terecht. Ditmaal zagen we zelfs dat de eerste verte genwoordigers der groepen Nolens, Albania, Dr. de Visser. Heemskerk, aan het hoofd van de groep het deb«t openden. De heer Nolens gaf min of meer opening van het standpunt der Ka tholieken. door te verklaren dat zij op samenwerking aansturen. maar dan ook van de Chr.-Hist. verwach ten zich van het betreden van Anti papistische paden verre te houden. Dr. l)e Visser kaatstt dit terug met de verklaring, dat zijn fractie wars is van een anti-coalities.rooming. Voor ditmaal kon de Chr. Hist, leider nog eens den nadruk leggen op het regee- ren naar de Chr.-Hist. beginselen in P' otestantschen zin. De verzekering kwam daarbij dat een gezindheid wordt gekweekt en versterkt, zooals die in het verleden bestaan heeft en die voor het land zoo vruchtbaar is geweest. Intusschen hebben deze verklarin gen slechts geringe waarde. Zoolang van Roomsch-Katholieke zijde nog steeds weer het gezantschap bij den Paus wordt voorgehouden, komt oók 11 November 1925 weer dreigend naar voren. Eveneens is de verklaring van Chr.-Hist. zijde, dat het op dien Hen November toch absoluut niet ging te gen de coalitie, niet voldoende om een stevige grondslag te vormen voor samenwerking. Beiderzijds moet men des zins en willens zijn om het feit van 11 Nov. 1925 ongedaan te maken, op z'n minst zich vast voornemen ten eeuwigen dage daartoe het jzwi:een te doen. Zoo alleen kan er stevigheid komen in de slappe neiging om weer de han den ineen te slaan en de taak uit handen van Z.E. De Geer over te ne men. Moge het bedacht worden dat nu over een jaar de laatste gelegenheid aanbreekt om die definitieve afspraak te maken. Het accoord. Wil men tot vruchtbare samenwer king komen dan moet er eerst een accoord komen op de basis waarvan die samenwerking rusten kan. Voor de invoering van de evenredi ge vertegenwoordiging werden de ge- coaliseerde partijen wel gedwongen orn in een verkiezingsprogram dat ac coord uit te drukken. Sedert dien is die noodzaak vervallen. Nu ontstaat de vraag op grond van welke begin selen en in welke richting men ge meenschappelijk aan de regeering zal deelnemen eerst dan wanneer de stembus heeft gesproken. Eerst dan wanneer men de verhoudingen in het Parlement kent, komt practisch de noodzaak van overleg. Edoch, gelukkig gaan ten onzent de verkiezingen om hoogere vraag stukken dan om meer of minder. Iteeds in de verkiezingsdagen gaat het alleen om het .verkrijgen of het behoud van een regeering die voort bouwen zal op de Christelijke grond slagen van ons volksbestaan. Daar door hebben die verkiezingen zoo groote beteekenis. Maar dan is ook noodig dat van tevoren vaststa hoe de eventueele sa menwerking gaan zal. De grondsla gen van het accoord moeten gelegd zijn teneinde daarop de verkiezing - actie te bouwen. Zonder dat kan er van élan, van een opgewekte verkie zingsactie geen sprake zijn. Eveneens is het bekend dat er een ztkere aanleiding moet zijn om dit accoord ter sprake te brengen, omdat daarbij steeds eenige gevoelig heden onder de oogen moeten worden gezien. Zonder die noodzaak laat men liefst de zaak met die gevoelig heden rusten. Nu is het natuurlijk mogelijk om dat overleg te doen plaats hebben in het voorjaar 1929 als de verkiezingstijd aanbreekt. Tactisch is het beter om reeds in het najaar 1928 elkaar te vinden. Dat geeft het voordeel dat men reeds de geheele wintercampagne met een be paald wei-omschreven doel de ver kiezingsactie voorbereidt. Maar ook in het parlement zal beter met de ko mende wijziging kunnen gerekend w,,rden. STADSNIEUWS. FEDERATIE VAN DIACONIEëN IN DE NED. HERV. KERE. Gisteravond is in het „Nut" de al- geineene ledenvergadering van de Fe deratie van Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk (Classis Leiden) gehouden De voorz., de heer G. F. E. Kicrs, opende de vergadering, heette de aan wezigen welkoin en bracht de muta ties in het bestuur in herinnering. In het vervolg z.ulleri in April en No vember de ledenverga leringen ge houden worden. De door den penning meester opgestelde begrooting werd z h. st. goedgekeurd. Bij de rondvraag voerde Ds. J. Luu- i'in;_. van Hazerswoude, het woord, die wees op de moeilijkheden waarin het Tehuis „Vredeheim in Hockanje ver keert, dat 'e eerste instelling was van de Fed», atie. l)it tehuis voorziet in allerlei behoeften van Diaconieën door de opname van zieken, zwakken enz. Spr. geelt als middel om dit te huis uil de moeilijkheden te helpen aan het convejrteeren van de hypo theek in een obligatieleeqMg ïi 4 Dok rentelooze aandeelen van 25 kunnen geplaatst worden; contribu ties en giften zijn eveneens welkom. Vervolgens was het woord aan den heer A. v. Geelen, Directeur van den Gem. Dienst der Arbeidsbemiddeling en Werkloosheidsverzekering te Utrecht, over: „De houding der Dia conieën tegenover het vraagstuk dei- werkloosheid zoowel op het platte land als voor de stad". Spr. begon met de vraag te bespre ken of de werkloosheid een ver schijnsel is alleen uit tien tegenwcor- digen tijd, of ook uit vroegere tijden. Werkloosheid is er altijd wel geweest, doch zoo algemeen en zoo massaal als zij thans optreedt is zij een ver schijnsel, adliaerent aan de huidige maatschappij. In de Middeleeuwen was de werk loosheid het gevolg van luiheid, on bekwaamheid, beunhazerij, enz. Te genwoordig kan de meest bekwame vakman werkloos worden; alle stabi liteit is verdwenen en de grootst ino- pelijke onzekerheid ingetreden. De vrees om werkloos te worden heeft ook op de arbeidskracht van wie nog werk heeft een funesten invloed. Er moet tweeërlei werkloosheid on derscheiden worden: die welke t ge volg is van eigen schuld en onvrij willige werkloosheid. Spr. zal 't voor al over de laatste hebben, de z.g. nor male werkloosheid. Welke zijn de oorzaken van die werkloosheid? Spr. onderscheidt socia le oorzaken (de trek naar de groote steden, de toeneming van het aantal ongeschoolde arbeiders). politieke (protectionistische maatregelen, oor logen en geruchten van oorlogen, spe culatieve berichten op de beurs over politieke gebeurtenissen), natuurlijke 'seizoenwerkloosheid, campagnebedrij- ven), economische (de ontwikkeling' van onze productiewijze in de richting der grootindustrie, overproductie) en technische oorzaken (mechaniseering en rationaliseering van de productie). Spr. noemt inzonderheid van dit laatste eenige voorbeelden, waaruit blijkt hoe opvoering der productie ge paard gaat met vermindering van per- soneelsterkte. We hebben hier alzoo met een zeer ingewikkeld probleem te doen. Er is geen sprake van individueele schuld; doch de schuld ligt bij de gemeen schap. Daarom is de maatschappij verplicht de slachtoffers te helpen. Spr. wijst er vervolgens op. dat hier in Nederland de bevolking elk jaar met meer dan 100.000 toeneemt, welke toeneming vooral gevolg is van de da ling van het sterftecijfer; men spreekt er zelfs van, dat we een „gezondheids epidemie" doormaken. Gelukkig staat hiertegenover de intensievere bewer king van den grond en het aanboren van nieuwe welvaartbronnen. De gevolgen der werkloosheid voor de maatschappij zijn deze, dat de werkloosheid is een psychisch kwaad (verlamming der geestkracht), een moreel (ledigheid is des duivels oor- k issen), een physiek (daling van het levenspeil, degeneratie), een econo misch kwaad (consumptieve behoeften van niet productieve krachten). Bij een langdurige werkloosheid valt in alle landen toename der criminali teit, ook toename van het aantal zelf moorden, te constateeren. Spr. stipt nog even aan de midde len tot vermindering en voorkoming van werkloosheid: goed vakonderwijs, oorlichting bij de beroepskeuze met psychotechnisch onderzoek, goede ar beidsbemiddeling. Mi^dp'en om den direrten nood te lenigen zijn de werkloosheidsverze kering, steunverleening, werkverschaf fing, werkverruiming, emigratie, enz. Welke houding heeft nu de diaconie te d»'7or. opzichte aan te nemen? Al leen al uit een gelde'ijk oogpunt is het voor de diaconieën onmogelijk de werkloozen, met name de uitge- trokkenen. die tot de kerkelijke ge meente behooren, te onderhouden. Een andere vraag is: zou het wel juist zijn? Spr. gelooft van niet, omdat de te genwoordige werkloosheid is een ver schijnsel adliaerent aan onze huidige voortbrengingswijze.Wij zijn collectief verantwoordelijk voor de werkloos heid. Daar komt bij dat indirect door de tegenwoordige werkloosheid de diaconieën toch al zwaarder belast worden, b.v. doordat kinderen hun ouders niet meer kunnen onderhouden zoodat deze laatsten ten laste der dia conie komen. Hoeveel kleine baasjes, geen loontrekkenden zijn er voorts l iet, die thans door de veranderde tijdsomstandigheden bij de dia -onie om steun komen. Ook kunnen zich gevallen voordoen, dat ile massale steunverleening niet kan voldoen aan de individueele be hoeften. De diaconie heeft haar werk altijd individueel te.zien; zij kan bij de volvoering van haar taak het hart iaten meespreken. Dan is het heerlijk als de arbeider, lijden'e onder eer. nood waaraan hij onschuldig is, veelt dat hij lid is van een kerk. die hart heeft voor hem Dan zijn we met in nerlijke ontferming bewogen over on ze broeders en zusters en zien we niet slechts de indivueele gevallen doch ook den nood der individueele zielen Aan de discussie over 't scboone en leerzame referaat namen deel de hee- ren Kiers, Batelaan (Bodegraven), Valkenburg, Eikerbout. Boot (Lisse), Ds Luuring en Karstens. Nadat de referent verschillen le punten rog nader had toésrelL'ht. sloot de voorzitter met een woord van har telijk, n dank aan den spreker --n met dankgebed de zeer geanimeerde ver gadering. BUITENGEWONE ZENDINGS SAMENKOMST. Gisteravond werd in de Pieterskerk een buitengewone Zendingssamenkomst ge houden, waar als sprekers optraden Prof. Kramer van Utrecht en de zendelinge Mevr. Hofman—Stolk. Aan het begin der samenkomst werd gezongen Ps. 89 1 en gelezen Ps. 22 24 tot het einde, waarna Prof. Kramer voor ging in gebed. Daarna nam Mevr. Hofman het woord om te \ertellen van het werk der zen ding. Spr. begint met te zeggen, dat zij zeven jaar gewerkt heeft in het werk der zending in Posso op Midden-Celebes, en uit haar rijke ervaring vertelt ze dan van de Possanen. Deze Possanen zijn alles zins godsdienstige inenschen, maar welk een godsdienst is het, die zij belijden, de afgodendienst en den dienst der geesten. Ze leven in een voortdurende angst voor den toorn van de geesten. Spr. vertelt verschillende staaltjes uit het leven van de Possanen, van hun godsdienstige fees ten en van hun dagelijks komen met hun werk en met alles en allen voor het aan gezicht der goden, aan den ijver waar mede zij dat doen, waaraan wij nog wel een voorbeeld kunnen nemen. Een groot feest voor de Possanen is dat wanneer de oogst achter den rug is.'-Dan houden zij groote maaltijden en genieten volop, maar daarbenevens is de offertafel en worden groote offers gebracht- aan goden en geesten uit dankbaarheid. Maar al die toewijding is uit angst en daartegeover hebben wij een God van liefde. De Possa nen bidden ook, maar ze bidden alleen voor zichzelf en op z'n hoogst voor goede vrienden. Wij hebben geleerd te bidden voor allen, zelfs voor onze vijanden. Laten wij dan ook leeren danken onzen God voor Zijn liefde en voor Zijn goede gaven en laten wij leeren bidden om ons zelf en onze kinderen te mogen wijden in Gods dienst en offers van dankbaar- beid Gode te offeren. Daarna werd gezongen Gez. 155 1 en 5, waarna Prof. Kramer den kansel betrad en een woord sprak naar aanleiding van Jesaja 56:7b: Mijn huis zal een bede huis genaamd worden voor alle volken. Spr. begint met te zeggen, dat we in den Bijbei niet behoeven te zoeken naar teksten voor de zending, want als we dat doen, hebben we Gods Woord nog nooit goed gelezen. We moeten het niet be schouwen alsof de zending pas begint als we over den Oceaan komen, maar dat deze begint in onze onmiddellijke omge ving en dan wordt de geheele Bijbel een zendingsboek. Onder bet oude Testament werd dat reeds gezien zooals uit de tekst blijkt en deze visie is voor ons nog hel derder. Zoor durven wij ook met den profeet de gemeente van Christus te noemen het bedehuis van alle volken. Ken bedehuis moet groote lijnen, hebben, die de ziel op heffen naar God. De geiueenle moei zijn het bedehuis waar God wordt aang he den. Is ze da:' lijk; .'e izem ;:nfe mei dikwijls een koophuis, waar velen hun waren uitstallen? Dat mag niet. E»- moet één groote gedachte zijn, die de ziel op heft. En zulk een gedachte is de zen dingsgedachte, zulk een gedebte is haast alleen de zendingsgedachte. De zendings gedachte laat ons zien Jezus Christus, den Heer der Heerlijkheid. Wanneer de Chr. gemeente meer leefde met het oog op den toekomst, dan zou ze meer lijken op het bedehuis, waarvan de profeet hier spreekt. Het gemeentelijk leven if vaak zoo klein. Wat leeft nog weinig in de menschen de zendingsgedachte! Wanneer zullen wij het woord zendingsvriend eens kwijt raken? Zijn er dan Christenen, die geen zendingsvrienden zijn? In het bedehuis moet aangebeden wor den. In het aanbidden zijn allen één. Het bedehuis staat open aan alle kanten voor alle volken omdat de veelheid een een heid wordt. Door de verscheidenheid komt de eenheid meer naar voren. Dat leert ons het zendingswerk. Onze kleine bede huisjes, waar we zoo knus in ons eigen kringetje verkeerden, vallen dan weg en één groot bedehuis verrijst voor ons, waarin alle volken aanbidden. in deze zendingsweek wordt gevraagd gebed en toewijding, maar laten we daar bij de grootsehe Zendingsgedachte vast houden, het bedehuis, waarin alle volken aanbidden. Wij allen hebben onze zen- dingstaak. Ons leven moet zijn zendings leven. De aanbidding brengt tot zendings- actie en tie zendingsactie brengt tot aan bidden en er is geen grooter eer dan dat God ons tot dat werk oproept. Nadat no^ gezongen was Gez. 245 2, draagt spr. daarna het werk der zending ïri gebed op aan God. Bij den uitgang werd een schaalcol- lecte gehouden voor de zending. WAPENSTILSTANDSDAG. Ter gelegenheid van de heiJenking van de wapenstilstandsdag op 11 Nov peelde de stadsklokkenist, de heer van Leeuwen, heden na half elf als ctrste van zijn liederen het „N-joii- meer-Oorlog-Lied" van Ds. Beversluis PROF. DR. J. K. L. MARTIN. 1877 8 Dec. 1927 (De eerste hoogleeraar in de geologie en mineralogie in ons land). Donderdag 8 Dec. herdenkt prof. dr. J. K. L. Martin, oud-hoogieeraar in de geologie en mineralogie aan de Universiteit, alhier, den dag, waarop hij 5U jaar geleden aan de Universi teit alhier het hoogleeraarsamht aan vaardde. Prof. Martin, die de grondlegger is van het geologisch en mineralogisch onderwijs hier te lande, werd 24 Nov. 1851 te Oldenburg geboren. Na de gymnasia ie Oldenburg en Jever be zocht te hebben, studeerde hij achter eenvolgens aan de universiteiten te München, neipzig en Göttingen, aan welke laatste universiteit hij in 1873 promoveerde op een proefschrift: .,Ein Betrag zus Kenntnis fossiler Euge- noïden". Vervolgens was hij eenigen tijd werkzaam aan het geologisch museum te Göttingen en v/erd daar na privaat-docent aan de universiteit aldaar. In 1877 werd hij benoemd tot hoog leeraar in de geologie en de mineralo gie aan de Universiteit alhier, welk ambt hij den Ssten December van dat jaar aanvaardde met een rede over: Geologische theoriën der Jetzlzeit In 1878 werd hij belast met het be heer over de geologiscli-inineralogi- ache verzameling alhier, welke hij, vooral met het oog op onze kennis omtrent de Nederlandsche koloniën, belangrijk heeft uitgebreid. Deze ver zameling werd toen afgescheiden van het museum van Natuurlijke Histo rie, met de bedoeling, heide later weji' tot één gebouw te vereenigen. In 1893 is voor deze verzameling een nieuw gebouw op bet Van der Werfpark ver rezen, dat echter met liet oog op ver- eeniging met b.et museum van Nat. Historie niet geheel is afgewerkt. In 1884 nam prol. Martin deel aan den onderzoekingstocht naar West- Indië en in 1891 ondernam hij een tocht naar de Molukkon, waar hij vooral Ceram en Boeroe onderzocht. Een groot aantal verhandelingen en andere werken zagen van zijn hand het licht. Gedurende den academischen cur sus 18951890 was hij rector-magni- ficus der Universiteit. In 1917, bij de viering van zijn 40- jarig ambtsjubileum, bleek, welk een voorname plaats hij in de weten schappelijke wereld, zoowel in ons land als daarbuiten, innam. In September 1921 moest hij wegens het bereiken van den 70-jarigen leef tijd, aftreden, doch desondanks houdt hij zich nog steeds met wetenschop- pelijken arbeid onledig. DE BAZAAR IN DE STADS GEHOORZAAL. ITet is er thans drie dagen op den ba zaar ten bate van de Veremiging- „Hel Hoogeland" in de foyer der Stadsgehoor zaal vooral des avonds vroolijk toege- Belangrijkste nieuws in dil Nummer. Binnenland. Ontwerp-wet op de Ziektevcrzske- ring in ge trokken. Bollenland Heden onderteekeninq van h8t ver drag tusschen Frankrijk en Joego slavië. Het congres der Rocmsensche boe renpartij verboden. Het proces tegen Manoilescoa be gonnen. Overstroomingea in Duitschland en Zwitserland. gaan. Het bezoek en de verkoop waren uitmuntend. Er heersehte een geest van offervaardigheid en de organisators van den bazaar hebben niet te klagen gehad. Het spreekt echter vanzelf, dat lang niet alles verkocht is en daarom wordt venavond een verknoping bij opbod ge houden, oiu alle artikelen van de hand tq doen. Daaronder zijn nog prachtige din gen en het zon toch wel jammer zijn, wanneer die dingen voor een appel en ei van de hand moesten worden gedaan, omdat er zoo weinig koopers waren. Er zullen toch nog genoeg koopjes te halen zijn e,n laat daarom vanavond de foyer propvol zijn, opdat alles vlug en goed verkocht kan worden. Bedenkt nog eens voor welk een schoon doel uw geld wordt gebruikt. CHR. ONDERWIJZERS(ESSEN). De afdeeling Leiden en Omstreken van de Ver. van Chr, Ond. en Onder- w.essen in Nederland zal op Zater dag 12 Nov. a.s., des middags om u. vergaderen in de benedenzaal van het Nut aan de Steenschuur. De agenda vermeldt: 1. Opening, notulen, voorstellen in gekomen stukken: 2. Een Praatje over het Boek, met lichtbeelden, door de heer Arie Willemse, van de firma Wolters. Den Haag; 3. pauze; 4. Ver kiezing van een secretaris, van een lid van het Hoofdbestuur en aanwij zing van kasnazieners; 5. Vaststelling van de jaarrooster voor 1928; 6. Rond vraag en sluiting. BOND VAN POLITIEPERSONEEL. Vrijdag 25 dezer zal het 25 jaar ge leden zijn, dat hier ter stede werd opgericht „De Algemeene Bond van Politiepersoneel in Nederland" en niet zooals gisteravond abusievelijk werd vermeld de Afdeeling Leiden van dien Bond. BEROOVING VAN EEN POSTWAGEN. De stoomtram van Heemstede naar Leiden vervoert ook zendingen der pos terijen, waartoe achter de personenwa gens een klein ouderwetsch tramwagen tje is aangehaakt. De conducteur van de tram is tevens met het toezicht op het postwagentje belast. Bij Hillegom, Lisse en Sassenheim komt postpersoneel in- en uitladen, terwijl bij aankomst te Leiden ambtenaren van het postkantoor den wa gen ledigen. Zoo is ook geschied met de tram, die Woensdagavond om 7 uur 20 uit Hillegom was vertrokken, maar de dienstdoende beambten constateerden te Leiden, dat vier postzakken uit Hillegom verzonden, verdwenen waren. Een onder zoek in alle plaatsen tusschen Haarlem en Leiden heeft tot resultaat gehad, dat de postzakken geopend in den omtrek van Bloemendaal werden gevonden, en door elkaar gegooid de geopende paket- ten langs den weg lagen. In hoeverre alle paketten terecht waren, kon men nog niet mededeelen. Van de daders is nog geen spoor gevon den. Vermoed wordt, dat tijdens den rit dieven op het primitieve wagentje ge sprongen zijn en' er de vier postzakken hebben uitgehaald, meenende, dat één er van wel geldswaardige stukken zou in houden. Met de zakken zijn ze naar Bloe mendaal gevlucht, waar de buit werd on derzocht, maar bleek, dat de paketten slechts handelswaren, voornamelijk bloem bollen inhielden. Daar deze geen waarde voor hen hadden, hebben zij de paketien weggegooid. De verzending van gelds waarden geschiedt in tegenstelling met die van handelspaketten, steeds onder bij zonder toezicht. Omtrent de daders tast men nog vol komen in het duister. WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACH TEN OVER HET KAT T0LICISM5. Gisteravond hield Prof. Vei.u-ar War mond) zijn tweede academo-vonr irariit, in het klein-auditorium alhier, nv-r lier Bijbelsch Scheppingsverha n I In het eerste gedeelte gnf spr f.'iii/e in leidende beschouwingen over de boeken van Mozes in bet algemeen en liet schep pingsverhaal iu hét bijzonder. Vooreerst werd «ie geschiedkundige waarde van den Pentateuch aangegeven. Vervolgens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1