CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 8s" JAARGANG DINSDAG 1 NOVEMBER 1927 NUMMER 2271 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 gStSjvK Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Zondagsrust. Het is bekend, dat in Roomsehe krin gen vaak een slappe houding heerscht tegen de ontheiliging van den dag des Heeren. Wanneer onzerzijds op krachtige maatregelen wordt aange drongen, dan wordt niet steeds van Roomsehe zijde dat gesteund. Rome maakt onderscheid tusschen arbeid met een godsdienstig doel, of altimns niet strijdende tegen den godsdienst, en arbeid, die ontheiligend is. Daarom is het een verblijdend ver schijnsel, dat in de „Osservatore Ro mano", het officieel orgaan van den Pauselijken Stoel te Rome, een arti kel voorkomt, waarin de ltaliaansche autoriteiten het gebod der Zondags-, rust en der heiliging van de feestda gen wordt voorgehouden, wat in Italië bijzonder noodig is. Want ofschoon of ficieel zoo wordt gezegd de Zon dagsrust werd ingevoerd, ziet men toch eiken Zondagmorgen een groot aantal arbeiders aan bouwwerken, op wegen en in de huizen aan het werk. De Zondagsarbeid is in Italië te zeer ingeburgerd, dan dat men hem zoo snel weer kan afschaffen. Een bouwmaatschappij heeft thans het voorstel harer werklieden aange nomen dat er, om spoedig een groot aantal huizen voor een instelling van algemeen nut te kunnen bouwen, ook eiken Zon- en feestdag, tenminste des morgens zal gewerkt worden. De directie dezer bouwmaatschappij noemt het voorstel der arbeiders bij zonder sympathiek en nutig en zegt, dat het duidelijk toont, hoe ook de ar beidersklasse in het nieuwe Italië er zich van bewust is dat men, om ver der te komen, ook meer moet arbei den. Bovendien wordt door de directie betoogt, dat alle Italianen steeds meer aan Mussolini's onvermoeibare werk kracht een voorbeeld moeten nemen. Tegenover deze opvatting wordt in het artikel in de „Osservatore Roftia- no" stelling genomen en met zeer krachtige woorden wordt de heilig heid van den Zondag nog eens in her innering gebracht. Gezegd wordt, dat het hier gaat om één der eerste ge boden Gods en bovendien om niets minder dan om de moreele en ook physieke gezondheid van het arbei dende volk. Moge ook van Roomsehe ^ijde hier mede een krachtige actie worden aan gevangen. Onzerzijds staan wij dan schouder aan schouder met Rome om te ver dedigen een der eerste geboden Gods, in welks onderhouding een moreele en physieke zegen voor ons volk ligt. STADSNIEUWS. LUTHER-AVOND. Gisteravond sprak in de groote zaai van het Nutsgebouw voor de Gerei. Jeugdraad Ds. J. C. Hullmann, Geref. predikant te Utrecht, ovér: Het gevonden Boek". De voorzitter, de heer A. Boekkooi, opende de vergadering.liet zingen Ps. 75 1, ging voor in gebed en gaf daar na het woord aan Mej, Smink. tot hei zingen van een lied „Frühlingsglaube'* van Schubert. Zij werd op de piano begeleid door Mej. Verkuyl. Vervolgens hield Ds. Rullmann zijn lezing. Spr. begon met op te merken, dat de titel zijner rede is ontleend aan een gebeurtenis uit het 18de regee- ringsjaar van den koning Josia. De hoogepriester Hilkia vond in de schat kist een heilige rol; waarschijnlijk was dit het Boek der Verbonds uit Deuteronomium 29. Deze vondst gaf den stoot tot meer doortastende refor matorische maatregelen van Josia. Ook Luther vond den Bijbel terug onder het stof der vergetelheid be dolven. Daarom wilde spr. de Hervor ming herdenken door stil te staan bij de reformatie door het wedervinden van het Woord Gods, le in Luthers tijd, 2e in onzen tijd. Luther vond, als bij toeval, in de Universiteitsbibliotheek te Erfurt een Latijnschen Bijbel, die aan een ketting gebonden was. Dit laatste was niets bijzonders; bet was destijds gewoonte in de bibliotheken boeken aan een ijzeren ketting te binden om ze tegen diefstal te beschermen. Het eerste wat Luther in den Bijbel las was de ge schiedenis van Samuël. Later, toen Luther in het klooster trad, was het eerste geschenk dat hij ontving de hem door den prior ge schonken in rood marokkijn gebonden Bijbel, dien hij overeenkomstig de kloosterregels aandachtig lezen en ijverig bestudeeren moest. Aldus kwam Luther tot de overtuiging, dat de mensch gerechtvaardigd wordt door het geloof alleen. De aanleiding tot de reformatie was den aflaathandel, doch de kracht der reformatie was de waarheid der vrije genade Gods. onvereenigbaar met de Roomsehe leer. Met een beroep op het gezag der Heilige Schrift heeft Lu ther de leeringen, die geboden vau menschen zijn, verworpen. Luthers leer vond spoedig ingang in de Nederlanden; de eerste bloedge tuigen waren Hendrik van Essen en Johannes Voes, die op 1 Juli 1523 op de Groote Markt te Brussel werden verbrand. Wie een Bijbel las, niet goedgekeurd door de Roomsehe kerk, stond bloot aan allerlei vervolgingen; 't was ver boden lectuur. De drukker Liesveldt te Antwerpen werd om het drukken van den Bijbel onthoofd; en het was deze Liesveldt- schen Bijbel, dien onze vaderen lazen. Zoo was de reformatie in de 16de eeuw teruggaan van den Paus en de Kerkvaders tot de Heilige Schrift, van liet menschenwoord tot 't Godswoord. De Protestantsche volken in onzen tijd loopen evenwel gevaar, die Schrift weer te verliezen. Er wordt in onzen tijd veel en velerlei gelezen, doch wei nig wordt de Bijbel biddend onder zocht. De openbare scholen hebben ons volk niet alleen ontkerstend, maar ook ontbijbeld; ons volk kent den Bij bel niet meer. Helaas neemt, in weer wil van onze Chr. scholen, ook in on ze Chr. kringen, de kennis der Schrift eer af dan toe. Die poovere Bijbelken nis verlamt onze prediking, zegt spr.; want de bediening des Woords veron derstelt kennis van dat Woord. Ook is het gewenscht, dat de kerkgangers een heelen Bijbel, Oud- en Nieuw Tes tament, bij zich hebben. Daarom roept een goede herdenking der Kerkhervor ming ons toe; terug tot het Woord Gods. Spr. eindigde met de aanwezigen op te wekken dien Bijbel biddend te on derzoeken, dan zullen we iets kennen van den geloofsmoed van Luther. Op verzoek van spr. werd hierna 't eerste couplet van het Lutherlied ge zongen. De voorzitter dankte den spr. voor zijn schoone rede en gaf daarna het woord aan Mej. Smink tot het zingen van „Bist du bei mir" van Bach. Nadat de voorzitter nog een kort slotwoord gesproken had, waarin hij den wensch uitsprak, dat de weldra te houden Calvijn-avond beter mocht be zocht zijn dan deze samenkomst, werd gezongen Ps. 89 7, waarna Ds. Rull mann in dankgebed voorging. WIJDINGS-ZANGDIENST. Gisteravond werd in de Hoogland- sche kerk in verband met de herden king der Kerkhervorming" een wij- dings-zangdienst gehouden, die onder leiding stond van Dr. J. Riemens. De samenkomst werd geopend met het zingen van Gezang 3:1 en 2, waarna Dr. Riemens voorging in ge bed. Door het kerkkoor „Ex Animo" werden Gezang 264 (Het Lutherlied) alsmede verschillende andere liederen op keurige wijze ten gehoore gebracht De zang werd op het orgel begeleid door den heer Henri Welboren, die dit eveneens zeer verdienstelijk deed. Ds. J. W. Groot Enzerink zette in een kernachtige rede de beteekenis der reformatie uiteen. De flink bezochte samenkomst werd besloten met het gezamenlijk zingen van Psalm 72 11. OPEN VENSTERS IN SPOORWEG RIJTUIGEN. Wie veel reist, weet, dat er onder de reizigers herhaaldelijk kwestie ont staat over het al of niet gesloten zijn van de vensters in de spoorwegrijtui- gen. De opvattingen, die hieromtrent onder het reizend publiek bestaan, loo pen nogal eens uiteen. Er zijn er, die van oordeel zijn, dat op verlangen van een der reizigers de vensters gesloten moeten zijn. Anderen meenen, dat de meerderheid der reizigers in de cou pé heeft te beslissen. Weer anderen meenen, dat er steeds een raampje open moet zijn, als een der reizigers dit verlangt, enzoovoorts, Is het méeningsverschil. over het al of niet geopend mogen zijn der ven sters niet te overbruggen, dan wordt meestal de hulp van den treinconduc teur ingeroepen, die dan in den regel, teneinde van de moeilijkheden af te zijn, als zijn meening te kennen geeft, dat 't door het geopende ven ster tocht en dan ordonneert, dat a'le raampjes gesloten moeten zijn .waar bij hij dan tevens de daad bij hei woord voegt. Nu, door de invoering van het elec- trisch treinverkeer de spoorwegrijtui- gen uit twee of drie compartimenten bestaan, is het netelige vraagstuk van het al of niet gesloten zijn der vet.- sters in een nieuw stadium getreden. Het schijnt in deze rijtuigen nogal eens te „tochten". Ook de directie der Ned. Spoorwegen schijnt tot die con clusie te zijn gekomen en nu heeft zij met betrekking tot de electrische trei nen de volgende dienstorder uitgevaar digd: „De groote vensterruiten mogen slechts geopend zijn, indien geen der reizigers in de betrokken af deeling zich daartegen verzet. De boven de vensters aanwezige draaibare luikjes mogen, indien één der reizigers in de betrokken afdee- ling dit verlangt, geopend zijn in de richting naar achteren van de bewe ging van den trein. Indien één of meer reizigers dit ver- lapgen, mag het achterste zijraam van het achterbalcon aan de niet wind- zijde geopend worden". Practisch zal deze dienstorder nu hierop neerkomen, dat voortaan geen enkele vensterruit in de electrische treinen meer geopend zal kunnen zijn. Immers, de veronderstelling is niet gewaagd, dat, nu de compartimenten zooveel grooter zijn dan in de rijtui gen van de stoomtreinen ,en zij dus veel meer reizigers zullen bev.atten, er altijd wel één reiziger zal zijn. die zich tegen het geopend zijn van een der vensterruiten verfeet. Wat dit zeggen wil in het midden van den zomer of in een afdeeling, waar gerookt wordt, laat zich gemakkelijk denken. De vraag rijst echter, of de directie der spoorwegen wel het recht heeft, deze dienstorder te doen uitvoeren en, doet de directie dit toch, of een reizi ger kan eischen, dat de vensters aan één zijde geopend zijn, Ter beantwoording hiervan behoeft mep er slechts op te wijzen, dat er nog zoo iets als een „Algemeen Reglement voor het vervoer op de Spoorwegen" bestaat, om te doen zien, dat met de ze dienstorder de directie der spoor wegen lijnrecht in strijd handelt met dit Algemeen Reglement en dat. in dien ook maar een der reizigers dit verlangt, de vensters, mits niet aan de windzijde, geopend moeten zijn. Was de desbetreffende bepaling in het Algemeen Vervoerreglement meer algemeen onder het publiek en het treinpersoneel bekend, twistvragen met al den aankleve van dien over het al of niet geopend zijn der vensters, zouden zich wellicht nooit hebben voorgedaan. In dit Algemeen Reglement op het Vervoer, dat dateert van 1901, en be hoort bij het Kon. Besluit van 4 Jan. 1901, Staatsblad No. 20. staat in art. 11 sub 11„De vensters moeten (wij spatiëeren) wanneer één of meer rei zigers dit verlangen, aan de windzijde gesloten zijn". Men ziet dus. de wet, in het alge meen Vervoerreglement, bepaalt juist het tegendeel van hetgeen de directie thans per dienstorder heeft gemeend te moeten voorstellen. En dit regle ment is er nu eenmaal, voor de direc tie om te worden toegepast, en voor de reizigers om er. voor zoover noodig, rechten aan te kunnen ontleenen. In ieder geval mist de directie de be voegdheid, om een bepaling in dit reglement zoo maar op zij te zetten. Minister Lely. onder wien dit Regle ment tot stand is gekomen, schijnt de meenning te zijn toegedaan, dat toe voer van voldoende frissche lucht in spoorwegrijtuigen, waar menschen van allerlei slag samenzijn, beter is voor de gezondheid dan een bedorven at mosfeer. welke kan ontstaan, wan neer afvoer van bedorven en voldoen de toevoer van frissche lucht onmoge lijk wordt gemaakt. Dit mag tenmin ste op grond van art. 11 sub 11 worden aangenomen. De directie der spoorwegen schijnt er een andere meening op na te hou den. Wie het in dezen het meest bij het rechte eind heeft, minister Lely óf de directie der Spoorwegen, kan voorloo- pig buiten beschouwing blijven. Vast staat, echter, dat de thans uit gevaardigde dienstorder in strijd is met de wettelijke voorschriften en daarom van tweeën één: óf art. 11 sub 11 van het A. R. V. moet worden ge wijzigd in overeenstemming met deze dienstorder, óf de rijtuigen der elec trische treinen moeten zoo worden in gericht, dat de tot den nieuwen dienst order aanleiding gegeven hebbende be zwaren zich niet meer voordoen. VEREENIGING VOOR KINDERGENEESKUNDE. In de afdeeling kinderkliniek van het Nieuw Academisch Ziekenhuis al hier zal 20 November a.s. onder lei ding van Prof. Dr. E. Gorter de na jaarsvergadering gehouden worden van de Vereeniging voor kindergenees kunde LEIDSCHE SPAARBANK. Bij de Leidsche Spaarbank is in de maand October ingelegd f 363.745.43, en terugbetaald 303.067,50, terwijl 95 nieuwe inleggers zijn ingeschreven en 60 boekjes geheel werden uitbetaald Het tegoed der 16.202 inleggers be droeg einde October 6.518.170,37. LEIDSCH C. J. M. V. KAMPEN. Zaterdagavond om half acht stroom de een groote schare op Oud-Hortus- zicht toe. Onder luid gejuich ontmoet ten meer dan 90 jongens en leiders el kaar om de jaarlijksche reünie te vie ren. Om kwart voor acht opende de voorzitter met een kort woord den avond. Het werd gevolgd door enkele nummers voor viool en piano. Hierna sprak Dr. D. K. Wielenga de hoofdofficier van het eerste Noordwij- kerhoutkamp. Op geestige, maar ernstsgo wees hij op de plichten, die het, oud kampers chap" met zich meebrengt. Na de boeiende toespraak werd een pauze gehouden, waarin onder het zin gen van kampliederen de magen wer den gevuld. In den na-avond werden door eeni- ge kampers een paar geestige stukjes ten tooneele gebracht, die een enorm applaus oogstten. Een en ander werd afgewisseld door muziek en zang. De hoofdofficier van het tweede Noordwijkerkamp, de heer Janssen, eindigde dezen welgeslaagden avond met een kort. maar krachtig woord, waarna men huiswaarts toog, in de hoop elkaar spoedig weer op de kamp kringen terug te zien. BEGROOTING 1928 RIJNLAND. Vanaf heden tot en met 13 Novem ber ligt de begi'ooting voor het dienst jaar 1928 van 't Hoogheemraadschap Kijnland op de secretarie van hei Hoogheemraadschap ter visie. Zij geeft in hoofdcijfers de volgende bedragen aan: Uitgaven. Hoofdstuk 1 (Huish. be stuur) 95420; Hoofdstuk II: (Openba re Werken) 392,654; Hoofdstuk III: (Bijz. Eigendommen) 6530; Hoofd stuk IV: (Waarnemingen en toezicht) ƒ5420; Hoofdstuk V (Uiig. in de vorige hoofdst. niet begrepen) 58975,50; Hoofdstuk VI (Buitengewone uitga- 35972,53; Hoofdstuk VI (Gewone ziene uitgaven) 25.026,04 lA. Totaal 833.535,54 V*. Ontvangsten. Hoofdstuk I (Ontvang sten v. vroegere diensten) 155.432,60; Hoofdstuk II (Bezittingen) 56.022,06; Hoofdstuk III (Opbrengst sluizen en bruggen) 16.100; Hoofdstuk IV (Op brengst omslagen over landen in Rijn land) 345.001.39; Hoofdstuk V (Ink. wegens bemaling van landen buiten Rijnland of andere door Rijnland be wezen diensten) 21.906,46 35972Ü3; Hoofdstuk VII (Buitengew. ontv.) 3597.53; Hoofdst. VII (Buiten- gew. ontvangsten) J 203.100. Totaal 833.535.54 Yi. DE LEIDSCHE WINKELSTAND. Zooals uit een advertentie in ons nummer van gisteren blijkt, is de be kende zaak van de Fa N. F. G. Poptie, Haarlemmerstraat 115, overgenomen door den heer W. F. Poptie N. F. Gz. Deze laatste dreef in perceel Oude Rijn 28 een gramophoonhandel. Deze zaak is thans overgeplaatst en gecombineerd met den meubelhandel. De heropening van deze gecombi neerde zaak, die gedreven wordt on der den naam; Poptie's Meubel- en Gramophoonhandel heeft heden plaats gehad. De zaak is echter alleen in dit opzicht veranderd. Het is nog dezelf de ruime, mooie winkel van voorheen waar men thans buiten de overweldi gende sorteering meubelen ook aan treft een dito sorteering gramophoons pathéfoons, enz. waaronder vele van eigen fabrikaat, zooals trouwens ook de meubelen. Een apart salon is ingericht voor toon- en gehoorkamer voor gramo phoons, waar men. ver van het straat rumoer, rustig de kwaliteiten van de verschillende instrumenten kan be- oordeelen. We wenschen den heer Poptie veel succes met deze combinatie. FIETSRIJDERS OPGEPAST! We herinneren er onze lezers aan, dat ingevolge de heden in werking getreden nie«:we Motor- en Rijwiel- wet, alle rijwielen aan de achterzijde moeten voorzien zijn van een reflec tor, die de lichtstralen rood weer kaatst. Door de politie is aangehouden de gesignaleerde A. 0„ nachtverblijver, die nog 15.of 15 dagen te goed had. v. Z. heeft aangifte gedaan na mens de fa. T. en D., dat ten nadeele van deze firma 4 M. looden pijp is ontvreemd. Bij de politie zijn inlichtingen te verkrijgen omtrent een jongen, zwar ten hond. die sinds Zondagavond in bewaring genomen is. De politie waarschuwt tegen een persoon, die er werk van schijnt te maken onder valsche voorwendsels geld los ie krijgen, vooral van kekelij- ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/> cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Belangrijkste nieuws in dit NummEr. Binnenland. De 10.000ste arbeider bij Philips. Buitenland. Sovjet-Rusland wenscht deel te ne men aan de ontwapeningsconferentie te Gsnève. Nieuw meeningsverschil op de in- en uitvoerconferentie. Politieke rede van Dr. Marx. ■aBBnBBSDBBMHBnnBBHESZSa ke personen. De man is te lui om ie werken en vertoont bij degenen, die hij bezoekt, een brief van zijn moeder waarin het medelijden met haar zoon wordt opgewekt. BINNENLAND. DE FEESTELIJKHEDEN BIJ PHILIPS. De 10.000ste arbeider. Gisterenmiddag te ongeveer 12 uur weerklonk plotseling het onheilspellend geluid van de geweldige brandsiren.es der Philips fabrieken over Eindhoven en om geving. De Eindhovenaren wisten eclirer, dat zij ditmaal geen onheil verkondigden doch integendeel een heuglijk feit in ont wikkeling van deze Kindhoven zoo nauw verwante fabrieken. Men zag dan ook kort daarop de vlaggen in top gaan; het was het historische oogenblik, dat ie tienduizendste der Philips' beambten en werklieden, de fabrieksarbeider B. Cle ment bij de Philips fabrieken in dienst trad. Toen deze de fabriekspoort binnen kwam, werd hij door den heer A. Philips in het bijzijn van den Philips staf onder het klinken van fanfares der Philips har monie gelukgewenscht, waarna de. heer Philips hem een enveloppe met inhoud overhandigde. In de commissariskamer nam de heer Philips de gelukwenschen in ontvangst van den beer C. J. Ph. Zaalberg, direc teur-generaal van den Arbeid, die bege leid door den heer C. Donker, hoofdin specteur van den Arbeid te Maastricht, namens den Minister van Arbeid, den heer Philips feliciteerde met dit histo rische feit. De heer Zaalberg wees er o.a. op. dat wat hier tot stand is gebracht en wordt voortgezet te danken is aan zeld zame bekwaamheid aan werk- en wils kracht, waardoor een geheel is ontstaan, waarin harmonische samenwerking be staat tusschen wetenschap en techniek, commercieel e en bedrijfs-technische lei ding en hij bracht buide aan den Philips staf, wiens leden hij de kapiteins noem de van de vele schepen der vloot, die de admiraalsvlag van Bestevaer Philips voert. -Verder prees hij hetgeen door de Philips fabrieken op sociaal gebied en in het bijzonder ook door mevrouw Philips was verricht en wees er tenslotte op, hoe de Philips fabrieken ons land een eere plaats hebben helpen verschaffen in de rij der industrie-staten, tot heil van ge heel ons volk. De heer Philips verzocht den heer Zaal berg den Minister van Arbeid zijn dank te willen overbrengen en voegde hieraan toe, dat vooral het feit, dat de Fransehe invoerrechten voor de Philips producten niet, zooals aanvankelijk gevreesd was, verhoogd werden, er zeer toe hebben bij gedragen, dat het aantal arbeiders te Eindhoven zooveel kon worden uitge breid. Tevens werd de heer Philips geluk ge wenscht door B. en tW. van Eindhoven, die hem bij deze gelegenheid mededeel den, dat het gemeentebestuur hem in ver band met het succes van den kortegolf- zender een gedenkpenning alsook het eer ste exemplaar van de Eindhovensclie ge- meentevlag toebedacht heeft. De burge meester sprak verder zijn bewondering uit voor de vasthoudendheid en de geest kracht, die de grondslagen vormen van den grooten bloei der Philips fabrieken. De heer Philips dankte den burgemees ter voor zijn hartelijke gelukwenschen en hoopte ook verder op de zelfde aangena me W'jze met hem te kunnen samenwer ken. Nadat ook het bestuur van de Kamer van Koophandel den heer Philips geluk gewenscht had, sprak mr. II. F. van Wal- sem, secretaris van de N.V. Philips Gloei lampenfabrieken namens den staf en ken schetste in geestige bewoordingen de lei ding van den heer A. F. Philips, waarna deze door de aanwezigen werd toege juicht. De ontwikkeling der Phllips-fabrieken. Ter gelegenheid van dit heugelijk feit heeft de heer A. F. Philips gisteravond voor de microfoon van den Philips-zender een rede gehouden, die ook door Hilver sum werd uitgezonden. Wij ontleenen hieraan de volgende interessante bijzon derheden, over de ontwikkeling der Phi lips fabrieken. In 1897, aldus spreker, werd de firma Philips Co. opgericht door mijn vader,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1