HOE MEN DE KIEZERS VOORLICHT. II (Slot). 2. Naar den maatstaf, door de Regee ring aangelegd, moest „voor elke op te richten vereeniging, al of niet rechtsper soon" (voor het bestaan eener vereehi- ging en het houden van een vergade ring) „eene vergunning worden gevor derd; hetgeen ik (Elout) in een land van vrijheid als het onze, een argumentum ex absurdo zou mogen noemen." 3. Die erkenning (Koninklijke goedkeu ring) is dan ook overbodig. Heeft een „ze delijk lichaam eene heilzame werking, dan levert ten aanzien van zoodanig li chaam de rechtspersoonlijkheid geen be zwaar op". Wanneer echter „dat lichaam strijdt tegen de wet en de goede zeden, en daardoor gevaarlijk wordt, „dan wordt het aanzijn van dat lichaam bij art. 1690 van het Burgerlijk Wetbo'ek Verboden". Ziedaar, waarom de antirevolutionaire spreker deze regeling „overbodig achtte". Hij en de heer Mackay achtten haar even wel ook „gevaarlijk". De laatste wees er op, dat „het recht van vereeniging en vergadering" een „teeder recht is", dat „niet alleen met beperking, maar ook met waarborgen moet geregeld worden, want wij mogen ons niet ontveinzen, dat in onze tijden zich wederom een geest voordoet, om al wat meeting, bijeenkomst of vergadering is tegen te werken." Het gevaarlijke nu in de onderhavige wettelijke regeling vonden deze antirevo lutionairen in de omstandigheid, dat het oordeel, of een vereeniging al dan niet zou erkend worden, volgens dit wetsont werp, afhankelijk werd gesteld van „de subjectieve meening van een minister", en de heer Elout stelde „geen afdoend vertrouwen in de schim eener ministeri- eele verantwoordelijkheid". Ep dat gevaar was voor hen te grooter, omdat in art. 7 van het wetsontwerp, de grondwettelijke uitdrukking „openbare orde" feitelijk werd vervangen door „openbaar belang": „De erkenning van ons of van onzent- wege wordt alleen geweigerd op gronden ontleend aan het algemeen belang." Zij vreesden, dat de willekeur van het verleden in de toekomst zou kunnen her leven. En zij schetsten met voorbeelden de gevaren van die willekeur. „Eene oude vrouw", zoo verhaalde de heer Elout, „vijftig jaren lang gewoon hare vergaderingen te houden en daar vereenigd te bidden, verzocht aan de mi nisters van Justitie en Eeredienst kwijt schelding van boete, daarvoor haar opge legd. En wat verklaarden die beide zeer achtenswaardige mannen? Zij verklaar den, geheel te goeder trouw en volgens hunne subjectieve opinie, dat het immers niet noodig was in het belang der vrije godsdienstoefening, met meer dan één God te bidden. Wat zal het baten vroeg deze spreker wanneer even ach tenswaardige ministers te goeder trouw en volgens hunne meening, op even gel- lige laat ik liever zeggen treurige gron den in het openbaar belang de erken ning eener vereeniging weigeren, al mocht men zich vleien, dat de Kamer een ander oordeel was toegedaan?" De heer Mackay herinnerde „aan de tijden van de afgescheidenen". En hij voegde er aan toe: „Oude tijden, zal men zeggen, oude zaken, maar geen oud stel sel; een stelsel, dat ik nog dezer dagen heb verdedigd gezien, hoe niet-erkenning v doet gelijkstellen met oproermakers en beroerders". Een derde spreker, de heer van der Linden, zeide: „Ik wil bijv. wijzen op eene soort van hooge school, die men schijnt te willen stichten te Kampen. Stel, zooiets zal zich onder de werking van deze wet voordoen, dat men die tot een zedelijk lichaam zal willen verheffen. De Minister kan van oordeel wezen, dat het volstrekt met het algemeen belang niet strookt zoodanige inrichting te hebben en ofschoon zij dan niet strijdt met de openbare orde, zal men op grond van het algemeen belang dat recht aan zoodanige stichting kunnen ontzeggen". Nu spreekt het van zelf, dat de S. G. partij er geen oogenblik aan denkt, dat lichamen, vereenigingen of vergaderin gen, als in deze voorbeelden bedoeld, door een Regeering niet zouden behooren er kend te worden. Maar achten de heeren het zoo onmo gelijk, dat we nog eens een Regeering in Nederland krijgen, die toch in deze rich ting zou willen gaan, en dat dan zou kunnen doen met de bestaande wet in de hand? Die b.v. de Koninklijke goedkeu ring zou kunnen weigeren aan de Theo logische scholen te Kampen, te Apeldoorn en te Rotterdam? 's Schijnt, dat de schrij vers in „De Banier" tittel noch jota snap pen van de gevaarlijkheid der dingen, die zij met de vingers aanraken in hun ijve rig snuffelen naar alle zaken, die hun ge schikt lijken om als wapenen gekeerd te worden tegen de A.R. partij en het A.R. beginsel. De heer Rutgers nam te dezer zake op 19 Juni '24 volkomen het zelfde stand punt in, waarop de heeren Mackay en Elout van Soeterwoude in Maart 1855 stonden. Hij wenschte geen Koninklijk goedgekeurden vrijbrief voor het door De Dageraad in haar statuten toenmaals uitgedrukte doel. Maar daarop had zijn door den heer van Dis aangehaalde slot zin ook geen betrekking. En daarom was het geen „laveerspeech", welke Mr. Rut gers hield. Mogen we nu een vraag doen aan den heer,van Dis? Voerden, naar uw oordeel, ook Mac kay en Elout van Soeterwoude in 1855 reeds een „laveer-politiek"? Of waren dat nog antirevolutionaire vaderen, voor wier beginseltrouw en politiek beleid gij eer bied hebt? Zoo het laatste, dan zult ge ook uw lichtvaardig oordeel over Mr. Rutgers en de A.R. partij van dezen tijd hebben te herzien. GEMENGD NIEUWS. Door den trein gedood. Men meldt uit Enschedé: Bij het station Boekelo is Zaterdag avond op de rails het lijk gevonden van den 78-jarigen landbouwer II. De kind- schen grijsaard is vermoedelijk overreden door den trein van 6 uur uit Haaksber gen. De machinist heeft niets gesnerkt. In een kelder gevallen. De 63-jarige landbouwer G.,v. H„ wonende te Azewray Maasniel bij Roermond, had Zaterdag in het café van den heer R. aan de Markt te Roermond het ongeluk in een diepen kelder te vallen. Met ernstige verwondin gen is de man naar het hospitaal ver voerd, waar hij gisterochtend aan de ge volgen is overleden. Paarden onder een auto. Terwijl de heer en mevrouw W. uit Twello, die per auto naar Hengelo (O.) waren geweest, op den terugweg ter hoogte van de Del len tusschen Hengelo en Delden waren gekomen, reden zij een koppel paarden achterop, toebehoorende aan den paar denhandelaar ten D. uit Goor. Bij het pas- seeren der paarden, die links van den weg liepen,, sprongen er plotseling een tweetal terzijde en geraakten onder den auto, waardoor de dieren vreeselijk ver minkt werden, zoodat ze moesten wor den afgemaakt. Door den schok kantelde de auto en kwam in een sloot terecht, tengevolge waarvan mevrouw W. aan hoofd en han den werd gewond. De auto werd licht be schadigd. Aan de gevolgen overleden. De land bouwer Ilbrink, te Voorst, die, terwijl hij op het land aan 't werk was, een trap van zijn paard kreeg, is, zonder tot be wustzijn te zijn gekomen, in het zieken huis overleden. Verdronken. De 68-jarige R., aan den Nijverheidssingel te Breda, is aan de voormalige Waterpoort te water geraakt en verdronken. Brand. Men meldt uit Groningen: Gisternacht is de stal verbrand van den heer A. de Wit, Kerklaan te Groningen. Vijf paarden kwamen om. Zes gered. Het materiaal, als wagens, gereedschappen en broeikasramen verbrandden. De oor zaak is onbekend. Moord. Zekere E. heeft den te Herzo- genrath wonenden D. met drie revolver schoten van het leven beroofd. Reeds het eerste schot ging den aanrander door het voorhoofd. De reden van dezen moord, is dat E. wegens huurschuld door D. uit zijn woning was gezet. E. was hierdoor zoo danig verstoord, dat hij bij D. binnen drong om hem ter verantwoording te roe pen. D. wees den man de deur, waarop E. plotseling een revolver, trok en hem dood schoot. De dader, die niet ongunstig bekend staat, heeft zich bij de politie aangemeld. Veediefstal. Te Beek onder Princen- hage werd den laatsten tijd aanhoudend vee uit de weide vermist. In verband daar mede is zekere J. door de plaatselijke po litie aangehouden en op transport gesteld naar Breda. Mazelen. Te Achtmaal onder Zun- dert heerschen de mazelen zoodanig, dat de school gesloten is. De ontploffing te Zaandam. Omtrent het ongeluk in het Lunapark te Zaan dam wordt nog nader gemeld: Aanvankelijk' bestond de meening, dat de fotograaf Raaphorst uit Wassenaar (niet uit Amsterdam, zooals oorspronke lijk gemeld was) er tamelijk goed was af gekomen. Bij de geneeskundige behande ling aan de gemeentelijke kliniek, bleken de wonden aan den arm ernstiger te zijn, dan zich eerst liet aanzien, doordat stuk ken blik van het toestel diep in het vleesch waren gedrongen, zoodat Maan dagmiddag een operatie noodzakelijk bleek. De overige gewonden maken het tame lijk wel. Naar nader is gebleken zijn be halve de 15-jarige David Dame, die over leden is, in het geheel twaalf personen gewond. Maandagmiddag heeft het par ket uit Haarlem, vertegenwoordigd door den substituut-officier, mr. Andringa, en den rechter-commissaris een onderzoek ter plaatse ingesteld, onder deskundige voorlichting van luitenant H. A. M. van de artillerie-inrichtingen. Omtrent de oorzaak kan niets met ze kerheid worden bepaald. Vermoed was, dat de vlam in aanraking is geweest met den voorraad magnesium, waardoor dit is ontbrand. Van de gewonden worden er thans nog 4 in het gemeentelijk zieken huis verpleegd. Ontsporing. Gisteravond is bij de hal te Rondeputten, tusschen Axel en Zaam- slag, een goederentrein der Zeeuwsch- Vlaamsche tram op leegstaande wagons geloopen. De laatste dier wagons en de locomotief ontspoorden. De machinist sprong van de locomotief en kwam onder den wagen terecht, maar is er vrijwel met den schrik afgekomen. De tweede personentrein naar Zaam- slag en Walsoorden moest vervallen; ver der is de dienst uitgevoerd. Doodelijk motorongeluk. Op den Jaagweg te Oudendijk, heeft de motor rijder D. de wed. D., beiden uit die ge meente, aangereden. De vrouw werd deer lijk' verminkt. De motorrijder haalde on middellijk dr. Van Foreest te Oosthuizen, die de vrouw naar het ziekenhuis te Hoorn deed vervoeren, waar zij aan de inkomen verwondingen is overleden. Ongepaste stoeierij. De vreemdelin gendienst heeft dezer dagen twee Duit- sche meisjes van 15 en 16 jaar, die in Den Haag in betrekking waren, aange houden ter zake van ontuchtige hande lingen aan den openbaren weg. De overtreding zou gebeurd zijn in de omgeving van de Alexanderkazeme, waar het dikwijls de aandacht trekt dat mili tairen met meisjes op een ongepaste wij ze stoeien. Een der beide meisjes is er ditmaal nog met een ernstige waarschuwing afgeko men; de andere zal naar haar ouders in Duitschland teruggezonden worden. Het ligt, naar gemeld wordt, in het voornemen van den vreemdelingendienst om, in samenwerking met de zedenpoli tie, streng op te treden tegen dergelijke stoeierij. Noodlanding. Zondagmiddag tegen twee uur cirkelden twee vliegtuigen, die in Kerlcrade vliegdemonstraties gaven, boven de gemeente Heerlen. Even voor 2 uur moest, zoo meldt de Limb. Koer., een der toestellen een noodlanding ma ken. De machine bevond zich op ongeveer 1000 M. boven den grond, toen de as van den propellor brak. De landing slaagde goed en het toestel streek neer op een be zaaid stuk land achter Ten Esschen on der de gemeente Hoensbroek. Het toe stel werd licht beschadigd. Een begin van brand kon onmiddellijk gebluscht wor den. De bemanning, bestaande uit den piloot, een mecanicien en een parachutis- te, kon ongedeerd het vliegtuig verlaten. Het toestel moet worden gedemonteerd en gaat daarna naar Duitschland terug. Verdronken. Gistermiddag omstreeks 1 uur is uit een achter de gebouwen der N.V. Biscuitfabriek „De Lindeboom" te Mijdrecht gelegen sloot opgehaald het lijk van den 14-jarigen van Egmond uit Waverveen, werkzaam op de genoemde fabriek. De knaap werd sinds den gehee- len morgen vermist. Tenslotte zag men zijn pet drijven, waarna terstond met dreggen is begonnen. Na eenigen tijd werd toen het lijk van den ongelukki- gen jongen opgehaald. Naar de oorzaak van dit tragisch ge beuren wordt door de politie een onder zoek ingesteld. Zeerooverij? De Berlingske Tidende van 20 October meldt: Onder de visschers in Esbjerg heerscht groote verontwaardiging tegenover bui- tenlandsche stoomtreilers en over hun brutaal optreden tegenover hun kleinere collega's, de kotters, op de vischplaat- sen in de Noordzee. Het zeegerecht in Esbjerg heeft gister ochtend een zaak behandeld, die een ka rakteristiek voorbeeld is. De schipper van den Esbjerger kotter Johanne, Frederik Lambertsen, had aan de politie gemeld, dat een Nederland- sche treiler de Johanne anderhalf uur lang had meegesleept en tenslotte was verdwenen, de ankerkettingen van den kotter meenemende. De. Nederlandsche treiler, die zijn nummerplaat met een zeil had bedekt, was recht op de Johanne in gevaren en had haar ankertouwen te pak ken gekregen, waarna de sterke treiler den kotter anderhalf uur lang achter zich aansleepte. Eerst toen er gevaar voor een botsing wafi, had schipper Lam bertsen zijn lijnen gekapt, waarna de trei ler verdween. - De bemanning gaf een gelijkluidende verklaring en karakteriseerde het gebeur de kort en bondig als zeerooverij. Men zal trachten uit te vinden, welke treiler het geweest is. UIT DE OMGEVING. ALPHEN AAN DEN BIJN. Vergadering van den Gemeenteraad op Donderdag 27 October 1927, des na middags te 7 uur. Agenda: 1. Voorstel van B. en W. om aan het bestuur van het departement Alphen a. d. Rijn der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen te verhuren vier lokalen van de O.L.school aan de Schoolstraat voor zijn ambachtsteekenschool. 2. Voorstel van B. en W. inzake het adres van de Co'nt. Petr. Cy. te Rotter dam tegen het besluit van B. en W. d.d. 19 Juli 1927, waarbij afwijzend is be schikt op haar verzoek om vergunning tot het plaatsen van een benzinepomp installatie voor het perceel Raadhuis straat 46. 3. Voorstel van B. en W. om onbewoon baar te verklaren de woning aan de Rijn- steeg, plaatselijk gemerkt no. 72. 4. Voorstel van B. en W. tot het be schikbaar stellen van een crediet voor den aankoop van een brancard. 5. Voorstel van B. en W. tot het aan gaan eener regeling krachtens art. 114- bis der Gemeentewet voor de belegging en opneming van kasgelden door den ge meenteontvanger. 6. Voorstel van B. en W. tot het be schikbaar stellen van een extra-crediet voor het aanschaffen van leermiddelen ten behoeve van de openbare school aan den Oudshoornsche weg. 7. Voorstel van B. en VV. tot het verlee- nen van een crediet voor betere inrich ting van de dienstkamers van het bu reau voor Openbare werken. 8. Voorstel van B. en W. tot aanvul ling van de verordening regelende de jaarwedden van het Secretarie-personeel. 9. Voorstel van B. en W. tot aanvulling van het Reglement voor het Algemeen Armbestuur 10 Voorstel van B. en W. tot vaststel ling van een nieuwe verordening op het Grondbedrijf. 11. Voorstel van B. en W. om aan de fa. Gustave Depla te Rotterdam onders hands te gunnen de levering van 800 M2 trottoirbanden. 12. Voorstel van B. en W. tot verkoop van een strook' grond achter de wonin gen aan de Noordzijde van de Torenstraat aan H. van Vliet e.a. 13. Voorstel van B. en W. tot verkoop van grond aan de St. Jorisstraat aan de fa. W. van der Bijl q.q. en tot verlenging en verbetering -van die straat. 14. Voorstel van B. en W. tot wijziging van het bouwplan „Bloemhof" gelegen achter de Bloemhofstraat. 15. Voorstel van B, en W. tot verkoop van grond aan de Hortensiastraat aan den heer C. Ja van der Bijl q.q. 16. Voorstel van B. en W. tot verkoop van grond aan de Hortensiastraat aan den heer S. de Jeu. 17. Voorstel van B. en W. tot verkoop van grond aan de Hortensiastraat aan G. Gesman en C. Zoetemeijer q.q. alhier. 18. Voorstel van B. en W. tot verkoop van grond aan de Prins Hendrikstraat en Zaalbergstraat aan J. A. Vellekoop q.q. alhier. 19. Voorstel van B. en W. tot aankoop van een hoefslag aan den Aardijk van J. Uittenbroek. 20. Voorstel van B. en W. tot aankoop van een strook grond van de N.V. Ned. Asphaltfabriek voor het Loodgieters- en Fittersbedrijf, welke strook grond deel uitmaakt van den Hoogen Rijndijk en be stemd is voor openbaren weg en tot het beschikbaar stellen van een crediet voor het in orde brengen van het trottoir ter plaatse. 21. Benoeming van een lid der Schat tingscommissie als bedoeld in art. 57 der Wet op de Inkomstenbelasting. 22. Voorstel van B. en W. tot benoe ming van Mej. L. J. A. Kiers, onderwijze res op wachtgeld te Winschoten, tot on derwijzeres aan de openbare school voor g.l.o. aan den Öudshoornscheweg. 23. Benoeming van een onderwijzer aan de O.L.school aan de Raadhuisstraat. (De voordracht voor deze benoeming zal na der worden medegedeeld. ALKEMADE. Gemeenteraad. Gisterenmiddag vergaderde de Raad dezer gemeente. Voorzitter 'de !Bur- gemeester. Aanwezig alle leden, be halve de heer de Koning. De .Voorz. opent Üe vergaldering met gebed, waarna 'de notulen wor den gelezen en goedgekeurd. Punt 1 van 1de agenda is de vast stelling der gemeentebegrooting '28. De commissie tot nazien van d'e begrooting heeft rapport ujtgebracht en maakt de volgende opmerkingen Ze betreurt het 'dat het noodig ge weest is voor de pensioenbijldragevan de gemeenteambtenaren 5Va pet'- te heffen van het salaris. De commis sie heeft er evenwel' geen bezwaar tegen, wanneer deze maatregel slechts tijdelijk zal zijn. Tevens geeft de commissie in óverweging omdéloo- nen van «s twee wegwerkers eénigs- zins te verhoogen, n.l. tot een mini mum van salaris van f 22,per week, met periodieke verhoogingen tot een maximum van f26,—Voorts meent die commissie 'dat de brug bij de Wed. v. d, Meer wel kan vervallen, en dat daaraan geen ver beteringen meer behoeven te worden aangebracht. Ten slotte stelt de com missie voor, aan de ambtenaren in de gemeente een kindertoeslag te geven van f50,per jaar voor kin deren .beneden den leeftijd van 14 jaar, te beginnen met het derde kind'. Het antwoord van B. en W. op deze opmerkingen is wat betreft de verhooging van de salarissen van de wegwerkers, dat haar college advi seert hierop niet in te gaan, omdat deze werklieden eerst zijn aangesteld en toen de Raadt het salaris heeft vastgesteld, en daar er geen ver hooging: van levenstandaard voor de ze weikliedien is te constateereni, er ook geen reden bestaat om dit salaris te verhoogen, vooral ook omdat de financiën der gemeente slechts moei lijk in evenwicht kunnen gehouden worden. Het eventueel vervallen van de brug zullen B. en W. overwegen. Wanneer het mogelijk is, zullen B. en W. hier gaarne toe medeweiken. Wat be reft de kindertoeslag, von den B. en W. het beter de toeslag te geven reeds bij het eerste kind, maar het bedrag te stel'len op f 25. 'Over de begrooting worden geen al gemeen e beschouwingen gehouden. De artikelsgewijze bespreking heeft daarna plaats. Bij de bespreking der uitgaven vraagt de heer de Ve11e of de huisnummering al voortgang hee^ De Voorzitter antwoordt dat daarmede nog even gewacht wordt tot de nieuwe volkstelling. Daarna komt ter sprake de salaris verhooging van de wegweikers. De iV oorzitter licht het standpunt van B. en W. nader toe. De heer B ont j e zegt dat de com missie eenparig van oordeel was deze verhooging te moeten voorstellen. 2 leden van de commissie waren nog geen li'd. van de Raad toen deze salarissen vastgesteld werden, zoofcht het heelemaal niet vreemd is dat dit voorstel thans komt. De heer Los zegt, dat de weg; weikers met hun salaris van nu, nog ver boven het gemidde'de salaris zijn van de arbeiders uit de gemeente. En waar het met .de financiën nu niet rooskleurig staat, is gpr. er sterk op tegen om het salaris te verhoogen. De heer de Vette begrijpt niet dat de commissie met dit voorstel is gekomen. Spr. is er sterk tegen. De heer Rietb roek zegt dat de Raad zich niet mag spiege'én aan ide l'oonen in de gemeente. Hij moet een voorbeeld geven. Spr. vindt een salaris van f24,— wat de 'wegwer kers nu zullen krijgen, nog heel karig vooral als daar nu nog de pensioens1- 'bijdrage af moet. De heer Rotteveel vindt het tijdsrin om rret d:t voorstel te ko men. 'niet gunstig gekozen. In ver band met den smoken toestand van de financiën in deze aemeente, is spr ste k tegen het voorstel. De be lasting komt ter» laste van de an dere arbeiders, die het nog veel be ter kmnen gebruiken. De Voorzitter zegt dat he1: ba tig sardo dat op de be°Tooting kan ge bracht wo'den f12000,kleiner is a,ls op Ide vorige begrooting. Dat moet gevonden worden. En het is ook gevonden. Men is eerst begon nen met de ambtenaren een offer te laten brengen, en nu is het n ot consequent om aan deze gemeen e- werklieden salaris\ erhooging te geven Bij de volgende begrooting kan dit punt opnieuw erns ig overwogen wor den. Bovendien zal in het wegen- plan groote verandering komen, waar door nog niet vast te stellen -is wat er met de wegweikers gedaan zal' moeten worden. Dus dit alles kan beter nog eens aangezien worden. Het voorstel van de commissie wordt daarna in stemming gebracht en verworpen met de stemmen van de commissieleden voor(Rietbipek, Horsman en Bontje). Daarna komt ter sprake het voor stel omtrent de kindertoeslag. Het voorst ei van B. en W. zal f 550, kosten, maar dan zullen alle ambte naren er de profeten van trekken, 'dat van de commissie vraagt een jaarlijksch bedrag van f450, De heer Rietoroek zegt dat hij blijft voor het voorstel van de com missie, maar als dat geen ingang kan vinden, grijpt hij ook' gaarne 'het voorstel van B. en W. aan. Het voorstel van B. en'W. instem ming gebracht, wordt aangenomen met de stem van den heer de Vette tegen Ten slotte wordt nog eenigen tijd gesproken over de tol die toegang geeft tot de gemeente Alkemade van af Leiden, waarover B. en W. een conferentie aangevraagd] hebben met B. en W. van Leidien. De gemeentebegrooting wordt daar na vastgesteld, sluitend in ontvang en uitgaaf met een bedrag van f 170.807,691/2. Enkele wijzigingen van de gemeen- tebegrooting dienst 1927, wobdenvast- gestéld. Daarna komen in behandeling Ide ingekomen stukkken. 1. Schrijven va'n heeren Ged. St., houdende mededeeling, dat zij' geen voldoende termen aanwezig achten over te gaan tot inwilliging van het verzoek tot het verleenen van vrij stelling van de verplichting tot het doen geven van ónderwijs in het vak genoemd onder letter J. in art. 2 der L. O.-wet 1920 (lidh. oefening) aan de O. L. S. te de Kaag. 2. Overzicht van ide weikzaamheden door den Keuringsdienst van Waren in deze gemeente verricht gedurende het tijdvak 1 Januari tot en met 30 £eotember 1927. 3. Mededeeling door heeren Ged. Staten, dat d'e uitkeering overleer* komstig de wet van 24 Mei 1897 Stbl. 156 voor het jaar 1927 is be paald op f9.332,48. 4. Mededeeling van den inspecteur der Volksgezondheid te Bloemendaal, dat 'binnenkort door heeren Ged. St. ter hand zal worden genomen de drinkwatervoorziening van hetNoord1- o o stel ijk gedeelte der provincie, zoo dat zijn vorig schrijven als niet ge daan kan worden beschouwd. Wordt voor kennisgeving aangeno men. 5. Adres van een 4-tal' bewoners van de Zuidkade te Roel of arends veen, houdende verzoek om eenlan taarn geplaatst te krijgen op de Zuidkade, in ue bocht ten zuiden van den heer C. van Zaal. B. en W. stellen voor om dit adres in handen te stellen van ge noemd pollege ter onderzoek en af doening. Aangenomen. 6. Adres van eenige bewoners van de Oude-Wetering, houdende verzoek om niet over te gaan tot verlaging van de brug, gelegen in den Lange» weg tusschen Roeiofarendsveen en Oude-Wetering. B. en W. stellen voor om het adres voor kennisgeving aan te ne men. Aangenomen. 7. Schrijven van heeren Gedi. St„ houdende verzoek om mededeeling ot de Raad' in verband met de ten laste der gemeente komende kosten van de restauratie van de Burgemeesters woning een verhooging gewenscht acht van het bedrag, waarmede de jaar wedde van den Burgemeester wordt verminderd, in verband met het be wonen van een huis der gemeente en zoo ja, tot welk bedrag. B. en W. stellen voor, om de huis huur niet te verhoogen. Aangenomen. Bij de rondvraag vraagt de heer Rotteveel', of de steenen die langs den weg liggen, niet opgeruimd1 'unnen worden. De .Voorzitter zegt dat hjj, daar mede wilde wachten tot het vrie zend weer is? omdat thans alle krach ten bezig zqn aan de verbetering van den weg. De heer Rotteveel' zegt, dat het dan misschien nog moeilijker zal gaan omdat dan de steenen wellicht vast gevroren zullen raken. De Voorzitter zal' Ide zaak be spreken in B. en W. Daarna sluiting. AARLANDEBVEEN In geen jaren geschiedde het, dat al hier aan iemand een serenade werd ge bracht Die eer viel echter thans ten deel aan den heer A. v. Leeuwen, bij diens zil veren bruiloft. Het Fanfarecorps deed zulks. Hartelijk werden de muzikanten door den jubilaris toegesproken en ont haald. Pogingen worden hier aangewend om te komen tat oprichting van een tweede Fanfarecorps. Ieder jaar wordt door den heer Uit hol een 6-tal edelkarpers uitgepoot in den polder, maar helaas ziet hij hiervan geen vermenigvuldiging. Volgens hem schijnt de kuit der visschen in de klei bij veenachtigen bodem niet tot ontwik keling te kunnen komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6