Gewijde en Ongewijde
Historie.
JOZEF IN DE GEVANGENIS.
De vrouw van Potifar had getracht
Jozef te verleiden, doch deze had
haar afgewezen en tot haar gezegd:
Hoe zoude ik dan dit een zoo groot
kwaad doen en zondigen tegen God".
Hij wilde vluchten, doch zij greep
hem; wel ontsnapte hij haar, maar
zijn opperkleed bleef in de handen der
Egyptische. En daarvan maakte zij
handig gebruik om Jozef valsch te
beschuldigen: de liefde was omgesla
gen in haat en wraakzucht, wat ziel
kundig zeer verklaarbaar is.
Zou Potifar de valsche beschuldi
ging, door zijn vrouw tegen Jozef in
gebracht, voetstoots en geheel ge
loofd hebben, of zou er bij hem eenige
twijfel daaromtrent zijn gerezen?
Men zou dit laatste kunnen veron
derstellen op grond van een tweetal
feiten. Vooreerst omdat Potifar den
Hebreeuwschen slaaf had leeren ken
nen als een man, die de geboden des
Heeren onderhield en in de tweede
plaats omdat hij wel zal geweten heb
ben, dat zijn vrouw ten opzichte der
huwelijkstrouw niet beter was dan de
massa der Egyptische vrouwen, wier
moraliteit niet op een hoog peil stond
zooals ons o.a. de Grieksche geschied
schrijver Herodotus meedeelt.
Ook is de straf, die Potifar Jozef
oplegt, niet zwaar in verhouding tot
het misdrijf waarvan hij beschuldigd
is. Kij werd slechts in de gevangenis
geworpen, en wel in de staatsgevan
genis („ter plaatse, waar des Konings
gevangenen waren", Gen. 39 20). Po
tifar, in zijn kwaliteit van overste der
scherprechters, had ook deze gevan
genis onder zijn beheer, en dat Jozef
in mindere of meerdere mate zijn ver
trouwen bleef genieten, blijkt uit Gen.
40 4, waar wij lezen, dat Potifar Jo
zef belast met de zorg voor de beide
in hechtenis zijnde ambtenaren: de
overste der schenkers en de overste
der bakkers.
De gevangenis, waarin Jozef werd
opgesloten bevond zich naar alle
waarschijnlijkheid te Memphis, de
oude Egyptische hoofdstad. Althans
zoo wil 't de overlevering en er is alle
reden aan te nemen dat zij juist is.
De Grieksche schrijvers verhalen ons
van een gevangenis of vesting, die
zich daar bevond, en die zij „den Wit
ten Muur" noemden, zulks omdat de
muren dezer vesting uit witte stee-
nen bestonden, terwijl-de muren van
het overige gedeelte der stad uit roo-
den baksteen waren opgetrokken. De
ze benaming „de Witte Muur" komt
ook in tal van inscripties voor; zelfs
wordt Memphis wel in de Egyptische
teksten „de stad van den Witten
Muur" genoemd.
Indien inderdaad in dien tijd de
Hijksos lnm residentie té Memphis
hadden, is het zeer waarschijnlijk dat
deze citadel van Memphis de gevan
genis van Jozef is geweest. Zij bevond
zich in de onmiddellijke nabijheid van
het huis van Potifar, die het hoofd
der politie was.
De Hebreeuwsche tekst noemt deze
gevangenis „beth has-sohar" (Gen.
39 20), d.w.z. het huis van de vesting;
een zuiver Egyptische uitdrukking.
Aan het hoofd van deze gevangenis
stond de „sar beth has-sohar" (Gen.
39 20 en 21), de overste der gevange
nis, die evenwel ondergeschikt was
aan Potifar den „sar hat-tabbachim"
(overste der scherprechters).
Ook in de gevangenis was de Heere
met Jozef en hij vond genade in de
oogen van den overste der gevangenis.
Hij plaatste al de gevangenen onder
het toezicht van Jozef en deze genoot
zijn volle vertrouwen.
Jozef, die op 17-jarigen leeftijd naar
Egypte was verkocht, was toen hij in
de gevangenis kwam omstreeks 27
jaar oud.
In de gevangenis ontmoette Jozef
na eenigen tijd twee hooge ambtena
ren, eunuchen van den farao: den op
perschenker en den opperbakker. De
ze lieden hadden tegen hun heer ge
zondigd, werden daar althans van ver
dacht, en de koning had hen deswege
doen opsluiten in de staatsgevangenis.
De farao had talrijke dienaren om
zich heen, die de leiding hadden van
de verschillende diensten in het Ko
ninklijk Huis. Aan het hoofd van al
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Een der meest belangrijke zaken
die onze gemeenteraad a.s. Maandag
zullen bezig houden is het praeadvies
op het verzoek van de Vereen, voor
Chr. Onderwijs, om medewerking voor
de oprichting van een school met den
bijbel in het Morschkwartier
Er is indertiid veel te doen geweest
over een verzoek van de Geref. School-
vereeniging om een school in het
Kooikwartier. Het verzet uitte zich
toen, eenerzijds in het kernachiige
woord: Je zult ons mooie Kooipark
niet bederven met een Chr. School.
Anderzijds in den strijd om de vraag
of een nieuwe school zou worden ge
sticht dan wel of een bestaande
school zou worden uitgebreid. Je weet
Amice, dat B. en W. het laatste wil
den en dat het verzet daar krachtig
gebruik van maakte. Maar de ver-
eeniging was op bouw-technische en
aesthetische gronden, maar veel meer
op paedagogische gronden, daartegen.
Ben ik goed ingelicht, Amice, dan heb
ben wij spoedig het einde van dien
strijd in een volledige overwinning
van het Chr Onderwijs te verwachten.
De strijd die nu gestreden wordt is
niet minder scherp. Het gaat hier wel
deze hoogwaar digheidsbekl ee d ers
stond de „hir ahoe tep en honef" (de
chef van het paleis van Zijne Majes
teit). Tot zijn ondergeschikten behoor
den b.v. de „verzorger van de klee-
ren des konings", die naast zich had
den „opperbleeker", den „wasscher
van den farao" en den „opperwasscher
van het paleis". Voor de kunstige
pruiken des konings zorgde de „haar-
maker van den koning" en de „opzich
ter der haarmakers". Zij waren de
„bewaarders van het diadeem" en de
voornaamste onder hen voerde den
titel „geheimraad der beide kronen"
of „geheimraad van het koninklijk
sieraad". De Egyptenaren waren al-
zoo, wat royaliteit met -titulateur be
treft, de Duitschérs der Oudheid!
Tot de hoogwaardigheidsbekleders
aan het Hof van den farao behoorden
ook, blijkens de Egyptische monu
menten, een opperbakker en een op
perschenker. De afbeeldingen op deze
monumenten zijn zoo volkomen in
overeenstemming met het Bijbelsch
verhaal, dat als men in Genesis de le
vendige en schilderachtige wijze leest
waarin deze beide eunuchen als zij hun
droom aan Jozef vertellen hun werk
kring beschreven ert men slaat daarna
het oog op de schilderingen die op de
Egyptische monumenten voorkomen,
men zou meenen, dat men zoo even
een beschrijving heeft gelezen van
deze zelfde afbeeldingen.
De farao droeg een dubbele
kroon: de hooge witte van Boven-
Egypte en de lage roode van Beneden
Egypte.
TERGING.
Mijnheer Zandheuvel is een gemoe
delijke ouwe dikke baas, met een
kogelrond glad hoofdje en een onder
kin met drie etages.
Er zijn slechts weinig menschen
die zulke kleine vriendelijke oogjes
hebben, oogjes die bij de kleinste glim
lach tot een spleetje worden, en mijn
heer Zandheuvel glimlacht bijna voort
durend vooral als hij met iemand in
gesprek is. Dan slaat hij bij de min
ste zweem van humor in de woorden
van zijn conferencier met. zijn kleine
handje op zijn dikke buikje, trekt zijn
oogen bijna geheel dicht en stoot een
min of meer benauwde i-klank uit:
Hi-i-i-i.
Er is nog nooit iemand geweest, die
hem boos gezien heeft en ik, die zeker
driemaal in de week met hem in aan
raking kom, heb me nooit kunnen
voorstellen, dat het mannetje boos
zou kunnen worden.
Eilacie, toch is het gebeurd!
Deze week is het uitgebarsten.
Laat ik u mogen vertellen hoe het
gebeurd is.
U moet dan weten: Mijnheer Zand
heuvel woont aan den Rijnsburger-
weg en hij heeft een vrouw, twee din
gen die heel goed met elkaar te rij
men zijn.
Ha, zegt U veelbeteekenend: Hij
heeft een vrouw!
Nu niet zoo flauw zijn, geachte lezer.
Zeker hij heeft een vrouw, maar
het zou geen sterveling in het hoofd
gekomen zijn dat de heer Zandheuvel
zich boos zou maken op zijn vrouw.
Hij had een lieve beste, brave vrouw,
een verdunde editie van zichzelf.
Na deze kleine uitwijding keeren
we terug tot den draad der geschiede
nis.
Mijnheer Zandheuvel had dus een
vrouw en woonde op den Rijnsburger-
weg, dicht bij den overweg.
Als hij 's morgens naar zijn kantoor
ging trippelen, keek hij eerst nauw
keurig uit of de boomen open waren
en dan ging hij, terwijl zijn vrouw uit
het raam van de eerste verdieping
hem nakeek. Steevast keerde hij
zich vlak bij de boomen een keer om
en zwaaide met zijn hand nogmaals
ten afscheid. Als dat geen lieve ver
houding is tusschen een niet meer
zoo jong paar, dan weet ik 't niet.
Het geviel nu deze week op een
morgen, dat de heer Zandheuvel zich
een weinig verslapen had en hoewel
hij niet aan een vaste kantoortijd ge
bonden was, hield hij toch van orde
en regel en zoo kwam het dat hij in
een eenigszins zenuwachtige stem
ming was. Zijn boordje prikte niet
zoo netjes in zijn onderkin als anders,
bij het aantrekken van zijn schoenen
trok hij zoo hard, dat zijn hand los
schoot en zijn elleboog met een doffe
slag tegen zijn buikje terecht kwam.
Hij dronk maar twee kopjes thee
niet om een schoolgebouw of om een
mooi park, maar het gaat wel om het
bestaansrecht van de Chr. School. De
school aan het Noordeinde kan bij
lange na niet aan de aanvragen vol
doen. Er is van uit het Morschkwar
tier een sterk verloop van het Open
baar naar het Bijzonder onderwijs.
De Paul Krugerschool is nu reeds
voor een aanzienlijk deel ontvolkt.
Op zich zelf is het dus geen wonder
dat een verzoek om nog een Chr.
school komt. Laten wij eerlijk zijn en
ook erkennen dat de voorstanders van
het openbaar onderwijs van hun
standpunt gelijk hebben door te ijve
ren voor het behoud der openbare
school.
Maar Amice, 't is hier weer een
strijd met minder faire middelen. Als
naar gewoonte werd het eerst voor de
hand liggend middel om school tegen
over school te plaatsen niet aange
grepen. De ouders die onderwijs voor
hun kinderen begeeren, overtuigen
van het superieure van het openbaar
onderwijs doet men alleen als er van
andere zijde aandrang is. 't Was hier
weer het aanvechten van de handtee-
keningen, dat de eerste aanval uit
maakte. De onderteekenaren kregen
bezoek, en zie toen bleek(?) dat men
niet bedoelde de kinderen naar de
nieuwe school te zenden. Maar er was
(anders drie) en liep tenslotte de deur
uit zonder demi, wat hem in normale
omstandigheden nooit voorgekomen
zou zijn. Hij had echter nog dezelfde
vriendelijke uitdrukking op het ge
zicht en groette in der haast nog in
nemend de buurvrouw.
Toen werd zijn oor plotseling ge
troffen door het luiden van de bel
aan den overweg.
Hij trippelde .wat hij trippelen kon,
maar te laat.
De boom slóeg dicht. Wachten.
„Die vervelende boomen", zei mijn
heer Zandheuvel.
Toen hij daar zoo stond en reeds
gewuifd had tegen zijn vrouw, be
dacht hij ineens dat hij nu wel even
zijn demi kon halen, 't Was zoo frisch
En tot groote verbazing van zijn
vrouw kwam hij teruggedribbeld.
Druk gebarende beduidde hij haar,
dat hij,zijn jas moest hebben. Zij hielp
hem sjorren en toen ging hij weer
met een vriendelijke groet parmantig
de kleine beentjes bewegend.
Een roep van zijn vrouw deed hem
«mzien.
Ze had iets bespeurd dat elke goe
de echtgenoote niet dulden kan.
„Er zit wit op je jas". Tevergeefs
probeerde hij de korte armpjes naar
zijn rug te brengen. Voor de tweede
maal moest hij naar vrouwlief toe.
„Ik kom veel te laat", zuchtte hij
stil in zichzelf. Maar met hetzelfde
vriendelijke gezicht van altijd klonk
zijn: „Dag Emilie".
De boomen sloegen dicht.
„Die lamme boomen", zeide mijn
heer Zandheuvel.
Hij troostte zich echter spoedig,
wilde een sigaar opsteken, maar hoe
hij ook met de mollige handjes op z'n
binnenzakken sloeg, hij kon geen si
garenkoker ontdekken.
Dan maar gauw even halen.
Natuurlijk was het bewuste artikel
ergens boven op een kamer, in een
kast, in de zak van een costuum. Me
vrouw Zandheuvel ging het ding ont
dekken.
Onderwijl keek haar gade om het
hoekje van de deur naar den overweg.
En juist toen hij met de koker in
de hand zich weer op weg spoedde
luidde de bel.
De boomen sloegen dicht.
„Die lamme, akelige, nare boo
men, zei mijnheer Zandheuvel, nu
toch een beetje wrevelig, maar slechts
voor een oogenblik. Een kennis van
hem stond ook voor de boomen en
dadelijk was hij weer al vriendelijk
heid.
„Goeden morgen".
Mooi weer, hè".
Uit een loodgrijze wolk begon het
te stortregenen.
„Hi-i-i, lachte Mijnheer Zandheu
vel om die onverwachte ironie, maar
keek dan plotseling bedenkelijk naar
de lucht. Het zou nog wel even duren.
„Man, ga een parapluie halen, je zit
vlak bij huis", raadde de kennis.
Mijnheer Zandheuvel keek schuin
naar beide kanten of er een trein aan
kwam en dribbelde toen voor de derde
keer naar huis.
Toen hij bij de voordeur kwam ra
telde een trein voorbij. De boomen
gingen op.
H„'t duurde zeker drie minuten eer
de parapluie gevonden was.
Tergend gingen Je buomen naar be
neden.
Toen zei mijnheer Zandheuvel een
woord dat,ik niet durf herhalen, en
toch ben ik niet bang. Zijn oogen
werden ontstellend groot, zoo groot
als niemand ze ooit gezien had.
Hij was doodop van het haastige ge-
dribbel. Het stortregende. De boomen
bleven dicht. Er \vas 'n goederentrein
aan 't rangeeivn.
Toen merkte de heer Zandheuvel,
dat hij zijn actetasch had achtergela
ten bij het halen van zijn parapluie.
Zijn bolroode gezicht werd aschgrauw.
Maar hij beheerschte zich en dribbel
de vlug terug, gaf zelfs zijn vrouw
nog een lief glimlachje.
Vlugger nog dan eerst liep hij van
huis. De boomen zakten. Hij zette het
op een dribbeldrafje, slipte nog net
onder de eerste boom door. De tweede
viel. Hij zat gevangen
Vreeselijk was de aanblik van het
kleine mannetje. Hij was in staat ge
weest den boomensluiter te vermoor
den.
Maar 't werd nog erger. Tergend
langzaam kwam een agent aange
wandeld.
„Weet U niet dat U niet onder de
boomen door mag als de bel geluid
heeft?"
nog iets anders er was zelfs niet ge
vraagd om de kinderen te zenden er
was slechts sympathie voor het bij
zonder onderwijs gevraagd.
Eerlijk gezegd, Amice, dommer
aanval kan ik mij niet voorstellen.
Stel je voor een schoolbestuur gaat
uit om handteekeningen, van ouders
die straks hun kinderen naar de
nieuwe school zullen willen zenden.
Dat is het eenige, maar ook het nood
zakelijke gegeven. Daarop grondt de
wetgever de heele mogelijkheid van
de oprichting van de school. Kun jij
je nu voorstellen, dat er één Christen
is die anders vragen zal dan kinde
ren voor de school Je kent het beken
de gezegde van pater Hendrichs, den
Roomschen propagandist. Men vroeg
hem eens of hij dan niet wist dat in
een Roomsch catechismusboekje (zoo
wordt daar het leerboek voor het ca
techetisch onderwijs genoemd) ook de
vraag voorkomt: Hoe moet men de
Ketters behandelen? waarop dit ant
woord gegeven zou zijn: Men moet de
Ketters uiterlijk vriendelijk behande
len maar in het hart als verdoemden
haten. De pater vroeg toen aan den
vrager of hij de volgende vraag met
liet antwoord ook kende. Op het ont
kennende antwoord kwam toen dit
merkwaardige: Zijn de Roomschen
ook gek? Antwoord: Ja, ze zijn gek.
Mijnheer Zandheuvel dreigde te
barsten.
„Je bent heelemaal-stapel-krank-
zinnig-gek", beweerde hij toen met
een vreeselijk gezicht.
„Uw naam?" vroeg de beleedigde
politieagent.
„Ik sla je de hersens in", schreeuw
de mijnheer Zandheuvel buiten zich
zelf van woede.
Toen is het gebeurd, dat twee poli
tieagenten den lieven, vriendelijken
goedigen, vroolijken, innemenden heer
Zandheuvel opbrachten wegens ver
zet tegen en aanranding van het wet
tig gezag.
Nadat proces-verbaal was opge
maakt is hij op vrije voeten gesteld
en is hij ziek naar huL teruggekeerd
in een auto.
De boomen waren open.
Deze geschiedenis, geachte lezer,
die van a tot z op (on)waarheid be
rust, zou bijna waar kunnen zijn, als
er zulke menschen waren die dicht
bij den overweg woonden en alles ver
gaten, maar gelukkig zijn de men
schen zoo verstandig om onverschrok
ken te wachten met een benijdens
waardig geduld, alsof ze den gehee-
len dag den tijd hebben. Het ware
misschien goed behalve het beroem
de bordje: „Halt als de bel luidt",
daarnaast een bordje te plaatsen met
de woorden: „,In de oefenschool des
gedulds".
Dat is het eenige goede dat van de
geheele misère kan gezegd worden.
D. VANDERES.
GEMENGD NIEUWS.
Het koekoeksei P. F. Bunyard.
lid van het Engelsch dierkundig ge
nootschap, heeft schriftelijk aan de
Ornithologen-club te Londen meege»
deeld, dat hij er na veel moeite in ge
slaagd is, te ontdekken hoe de koe
koek haar ei in een nest van andere
vogels legt.
Hij had zich verdekt opgesteld bij
het nest van een karekiet, waarin
twee eitjes lagen. Plotseling kwam de
koekoek aanvliegen, die op den rand
van het nest ging zitten, met den kop
er in dook en een soort braakbewe-
ging maakte. Daarna stak de vogel
nogmaals den kop in het nest en
vloog met een eitje in den bek weg.
De karekieten waren middelerwijl op
gedaagd en sputterden luid tegen de
indringster. Toen Bunyard het nest
inspecteerde, vond hij er nog twee
eitjes in, maar ditmaal was één 'n
koekoeksei.
Hij merkt op, dat zijn waarneming
de theorie bevestigt van den Fran-
schen dierkundige Fabre, dat de koe
koek haar ei eerst inslikt en het dan
in het nest van de vogels, waaraan ze
de zorg voor haar jong wil toevertrou
wen, uitbraakt.
Tragisch. In het einde van Sep
tember liep te Rotterdam een Deensch
vaartuig binnen met acht Estland-
sche verstekelingen aan boord, die in
Holland werk wilden zoeken en die
tegen betaling van 600 Mk. per hoofd
door de bemannning waren togelaten.
Daar zij echter door den Vreemdelin
gendienst niet werden toegelaten,
moesten zij aan boord blijven, waarin
zij toestemden, in de gedachte, dat
het schip naar Antwerpen voer. Toen
ze echter bij Poortershaven vernamen,
dat naar een Engelsche haven werd
koers gezet, sprongen er zeven van
hen overboord, waarvan er drie om
het leven kwamen.
Donderdag werden twee slachtof
fers, de 23-jarige kantoorbediende E.
M. M. Raastas en de 20-jarige los
werkman A. Uripea, beiden uit Re-
val op dé algemeene begraafplaats te
Hoek van Holland ter aarde besteld.
De Estlandsche consul en Ds. v. d.
Horst voerden het woord, terwijl hun
vier geredde makkers een krans op
hun graf legden.
Bierverlof. Bij besluit van B. en
W. van Apeldoorn is thans aan het
Troelstra-oord te Beekbergen verloi
verleend voor den verkoop van alco
holhoudenden drank anderen dan
sterkedrank.
PREDIKBEURTEN.
AARLANDERVEEN.
Ned. Herv. Kerk: v.m. 9.30 en n.m.
6.30 uur Ds. Klomp.
Je voelt de ironie. Welnu zoo zou ook
van een Schoolbestuur kunnen ge
zegd worden, als ze in stede van om
leerlingen voor de school, om
sympathie voor de school gingen
vragen. Natuurlijk is bij heel veel
ouders over het Chr. onderwijs en de
waarde daarvan gesproken. Geen
wonder zou ik zeggen: Waar 't hart
vol van is, vloeit de mond van over.
Opmerkelijk is dat B. en W. in hun
advies zeggen, dat blijkbaar een zeker
aantal z.g.n. herroepen handteekenin
gen afkomstig zijn van menschen die
niet eens teekenden. Wilde ik kwaad
met kwaad verbelden, dan zou ik kun
nen zeggen: Wat een ander in de
schoenen geschoven wordt, is bij hen
zelf de overtreding. Maar liever wil ik
aannemen, zooals B. en W. doen, dat
geheel toevallig enkele handteeke
ningen ten onrechte op het tegenadres
geplaatst zijn.
Buitengewoon frappant vind ik de
uitlating in het praeadvies van B. en
W., dat de openbare scholen slecht be
volkt zijn. Hoe komt dat zoo in eens?
Is dat misschien ook een zinsnede die
de Wethouder zelf in het praeadvies
heeft gezet, omdat men op de Secreta
rie dat niet durfde schrijven? Er zijn
soms van die waarheden, die sommi
ge menschen haast niet durven uiten.
Liever zou men een verantwoordelijk
Geref. Kerk v.m. 9.30 en 's avonds
6.30 uur Ds. Moolhuizen.
Chr. Geref. Kerk: v.m. 9.30 en n.m.
6.30 uur Preeklezen.
NIEUWVEEN.
Geref,'Kerk: v.m. 9.30 en 'savonds
6.30 uur Ds. Speelman.
Nel. Herv. Evangel.: v.m. 9.30 en
s a vends 6.30 uur de heer ds Jcng.
NIEUWKOOP.
Herv. Kerk: v.m. 9.30 en 's avond»
6.30 uur. Ds. W. J. Kelbr.
Geref. Kek: v.m. 9 3) en 'savo ,ds
6.30 uur Pie?'klezen.
NOORDEN.
Ned. Herv. Kedk: v.m. 9 30 uürDs.
W. de Lange van Woerden.
Geref. Ketk: v.m. 9 30 uur Dr.
G. Ubbin'k van Zevenhoven en nm
6.30 uitr I'iee'klezen.
TER AAR.
Ned. Herv. Kerk: v.m. 9.30 uur
Pree'klei.en e i 's avonds 6.30 uur Ds.
G. A. Pott Bodegraven.
Geref. Kerk: v.m. 9.30 en 's avonds
6.30 uur Ds. v. Heiningen.
ZEVENHOVEN.
Ned. Herv. Kerk: v.m. 9.30 en n.m.
6.30 uur Ds. W olfensberger.
Geref. Keik: v.m. 9 30 uur Preek-
lezen en 's avonds 6.30 uur Dr. L G.
Ubbinlc.
BOSKOOP.
Geref. Kerk: V.m. ro en n.m. 6 uur,
Ds. Petersen.
Evangel lokaal Dwars-Nieuwstr. v.m.
9.30 uur de heer Lyclema uit Waddinx
veen en n.m. 6 uur Ds. Ottevanger uit
Papeodrecht.
Gebouw „Salvatori" v.m. 9.30 en
n.m. 6 uur Ds. v. d. Hooft uit Over»
schie.
HAZERSWOUDE.
Ned. Herv. Kerk: v.m. 9.30 en n.m.
6.30 uur Ds. Luuring.
Geref. Kerk: v.m. 9.30 en n.m. 2
uur de Eerw. heer Kamper van Al
phen a. d. Rijn.
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Ned. Herv. Kerk: v.m. 9.30 en n.m.
6 uur Ds. Bollee.
Geref. Kerk vm 9.30 en n.m. 6 uur
Ds. Metering.
NOORDWIJK AAN ZEE.
Ned. Herv. Keik: v.m. 10 en n.m.
5 uur Ds. Hospers.
Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur
Ds. Koers.
NOORDWIJK BINNEN.
Geref. Keik: v.m. 10 en n.m. 5 uur
Ds. T. L. Jaspers van Santpoort.
NOORDWIJKERHOUT.
Ned. Herv. Keik: v.m. 10 uur Ds.
Nicolai van Voorhout.
WOUBRUGGE.
Ned. Herv. Kerk: v.m. 9.30 en n.m.
6.30 uur Ds. Kijne.
Geref. Kerk: v.m. 9.30 en n.m. 6.30
uur Ds. Nauta.
LEIDERDORP.
Ned. Herv. Kerk; v.m. 10 en n.m.
6.30 uur Ds. Mondt.
Geref. Keik: v.m. 9.30 uur Ds. Bou-
ma, Em.-Pred. te Doorn; Bed. H- A.
en n.m. 6.30 uur Ds. Bouma; Bed. H.
lAvondm. en Nabetr.
KOUDEKERK.
Ned. Herv. Keik: v.m. 9.30 uur de
Eerw. heer Bons, Cand. te Den H^ag
en n.m. 6.30 uur Ds. Israël.
Geref. Kerk v.m. 9.30 en n.m. 6.30
uur Ds. Haspers.
WASSENAAR.
Ned. Herv. Kerk: v.m. 10 uur Ds. lüe
Graaf van Naaldwijk e.i n.m. 5.30 uur
Ds. Groot Enzerink van Leiden.
Kievitskerkv.m. 10 uur Ds. Schok
king van Den Haag.
Geref. Keik: v.m. 10 en n.m. 5 uur
Ds. v. d. Heyden.
VOORSCHOTEN
Herv. Kerk. v.m. 10 en n.m. 5 uur,
Ds. H. P. Fortgens.
Geref. Kerk: v.m. 10 en n.m. 5 uur
Dr. Wielenga.
SASSENHEIM.
Chr. Geref. Kerk: v.m. 10 uur de
heer Aangeenbrug en n.m. 5 uur Lees-
dienst.
OEGSTGEEST.
Geref. Kerfk: v.m. 10 en n.m. 5.30
uur Ds. Schilder.
Wethouder onverantwoordelijk on
volledig doen worden dan een waar
heid openbaren diehet openbaar
onderwijs kwaad kan doen. Zoo ver
gaat soms de liefde in een zekere rich
ting. Maar wij weten het nu, de scho
len zijn zoo dun bevolkt, dat het nood
zakelijk zal zijn op den duur er een
of meer te sluiten, omdat het aantal
boventallige onderwijzers anders te
groot zou worden, hetgeen, omdat de
bijzondere scholen in geen mindere
positie mogen komen, groote finan-
cieele gevolgen kan hebben.
't Is toch maar gelukkig, Amice,
dat we zuinig exploiteerende bijzon
dere scholen hebben. Als alles eens ge
meten werd met de maat van het
openbaar onderwijs zouden wij het
denk ik spoedig op de begrooting
kunnen zien.
Ik stel mij voor, dat Maandag ona
weer een levendige politiek onder-
wijs-debat zal brengen. Natuurlijk zul
len de Soc.-Dem. zich roeren. Even
natuurlijk echter zal m.i. zijn dat in
een stemverhouding, gunstiger dan
rechts tegen links, het voorstel van
B. en W. wordt aangenomen. Zou ee*i
deel der linkerzijde zich tot die hoog
te kunnen opwerken?
VERITAS