NIEUWE LEIUSCHE COURANT
Zaterdag vertrokken de Heer H. C. Oly en Mej. J. Veneman met een
open sloep met aanhangmotor van IJmuiden om de Noordzee over te
steken naar Engeland. 90 K.M. van de kust werden zij door den
storm overvallen en bekwamen dusdanige averij, dat zij als twee
hulpelooze schipbreukelingen op de Noordzee rondzwalkten.
Zij werden opgepikt door een Scheveningschen logger
die hen aan boord nam en weer behouden te
Scheveningen aan wal bracht. Op onze foto
ziet men de beide waaghalzen met het
sloepje aan boord van den logger.
GEREF. KERKEN.
Beroepen, te Anna Jacobapol-
der: A. Mout, cand. te Botterdam.
Te Antwerpen: J. W. Esseling, te Stra
tum.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal, te Dokkum: J. Hovius,
te Sneek; en C. v. d. Zaal. te Deventer.
Beroepen, te Rozenburg: W*. F.
v. d. Kodde, te Delft.
Aangenomen, naar Nieuwe Pe-
kela: J. Hovius, te Sneek.
Bedankt, voor Aalsmeer en Maars-
sen: H. Biesma, te Groningen.
GEREF. GEM.
Beroepen, te yiaardingen: J.
Vreugdenhil, te Bruinisse.
BEROEPBAAR.
Ds. C. L. A. M. van Puyvelde, die,
zooals men weet, gerechtigd is tot de
bediening des Woords en der Sacra
menten in de Gereformeerde Kerken
in Nederland en mitsdien beroepbaar
verzoekt plaatsing van het volgende:
\angezien mij van verschillende
zijden de vraag bereikte of ik mij ook
beroepbaar stelde in de Gereformeer
de Kerken, wil ik langs dezen weg me-
dedcolen, dat ik bereid ben een even
tueel beroep in érnstige overweging
te nemen. Mijn adres is: Nassaukade,
119, te Amsterdam.
BS VESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Zondagavond nam Ds. W. A. B. ten
Cate, na een 4 H-jarig verblijf afscheid
van de Ned. Herv. Kerk te Vlissingen,
wegens vertrek naar Enschedé.
Tot tekst voor zijn predikatie koos
spreker Hebr. 13 8: „Jezus Christus
is gisteren en heden deielfde en in der
eeuwigheid". Gebruikelijke toespraken
volgden.
Na het uitspreken van den zegen
zong de groote schare haar scheiden
den leeraar toe: „De Heer zal u steeds
gadeslaan".
Na den dienst namen zeer velen in
de consistoriekamer met een hand
druk afscheid van den vertrekkenden
predikant.
Na 's morgens bevestigd te zijn
door zijn vader, Ds. N. P. E. G. van
Uchelen, van Hilversum, met een pre
dikatie over 2 Cor. 4:5: „Want wij
I prediken niet onszelve, maar Christus
Jezus den Heere; en onszelve, dat wij
Uwe dienaren zijn om Jezus wil",
deed Ds:. A. C. v. Uchelen, van Paesens,
Zondagmiddag zijn intrede te Hoen-
derloo. Ds. v. U. had to.t tekst Hande
lingen 10 33b: „Wij zijn dan allen nu
hier tegenwoordig voor God om te
hooren al hetgeen U van God bevolen
is".
Na toegesproken te zijn namens ge
meente, Kerkvoogdij, ring en door
zijn voorganger, Ds. Meyer, van Gent.
werd den hieuwen predikant staande
toegezongen liet laatste vs. van Gez. 3.
Na des morgens bevestigd te zijn
door Ds. A. Kardolus van Suameer,
die tot tekst had gekozen Joh. 2 :21,
aanvaardde de heer K. Kiewiet, over
gekomen van Westerbork, Zondag
middag zijn werkkring als voorgan
ger bij de Ned. Herv. Evangelisatie te
Bergum, met een predikatie naar aan
leiding van Joh. 1 8 en 9.
Na de gebruikelijke toespraken te
hebben gehouden werd de heer Kie
wiet toegesproken door Ds. M. J. A.
Bouwers van Hardegarijp, de gods
dienstonderwijzers F. P. de Haan van
Joure, sprekende over Gen. 33 14; H.
Hofstra, van Houtigehage; en P. van
Tuinen, oud-evangelist te Bergum,
een der bestuursleden en een oud-be
stuurslid. Toegezongen werd Ps. 20 :1,
v aarvoor de heer Kiewiet met een
kort woord dankte, waarna hij eindig
de met dankgebed.
NIEUWE CHR. GEREF. KERK.
Te Winschoten wordt getracht een
Chr. Geref. Gem. te stichten.
ALG. SYNODALE COMMISSIE.
De najaarszitting van de Algemeene
Synodale Commissie der Ned. Herv.
Kerk zal Dinsdag 15 Nov. a.s. aanvan
gen.
EVANGELISATIE TE DOESBURG.
Te Doesburg hebben naar de „Ned."
meldt, de Hervormde, Gereformeerde,
Luthersche en Chr. Geref. gemeenten
een evangelisatievereeniging opge
richt. Deze vereeniging stelt zich ten
doel speciaal hen te bewerken, die bui
ten alle kerkelijk verband leven.
Iedere 14 dagen zal een evangelisatie
van
WOENSDAG 12 OCT. 1927
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZEGGEM.
Moderne beschaving.
Hoe minder we thuis zijn in de we
reld, die zich vermaakt, hoe beter het
voor ons is.
Toch, zegt de „Graafschapper", kan
het zijn nut hebben, om, al is het dan
ook slechts zijdelings, kennis te ne
men van de wijze, waarop de mensch,
de „beschaafdemensch nog wel, in
onzen tijd zijn levensgenot zoekt te
vergrooten en zijn verstand en hart
zoekt te verrijken.
Misschien kan een dergelijk heen-
wijzen naar de „hedendaagsche be
schaving" ouderen en jongeren tevens
tot waarschuwing strekken, om zich
zelf zoo ver mogelijk te houden van
het cultuurleven van onzen tijd.
Het toppunt van beschaving ligt,
naar het schijnt althans, wel hierin,
dat men dansen kan, en dat men al
lerlei gewaagde dansen kan en mag
bewonderen.
Men danst altijd door.
Al zijn de tijden nog zoo ernstig,
men danst.
Al zijn de oordeelen Gods op aarde,
men danst.
Al worden ook uitgestrekte streken
verwoest door cycloon, door aardbe
ving, door overstrooming, men danst!
En men danst zoo, dat zelfs fat
soenlijke menschen, die overigens geen
principieel bezwaar in het dansen heb
ben, bang worden voor de danswoede
en voor de manier, waarop bij ver
schillende dansen met alle betamelijk
heid en moraal wordt gespot.
In het bijzonder zijn in onze „be
schaafde" kringen de negerdansen in
trek. Hoe veredelend deze werken, kan
men nagaan, uit de beschrijving, die
we dezer dagen lazen van de prestaties
van een beroemde negerdanseres, die
met name in de lichtstad Parijs haar
triumfen viert.
Zooals de correspondent van de N.
R. Crt. meldt, was zij het, die geheel
Parijs naar den schouwburg deed
stroomen, waar zij haar negerkunst
vertoonde.
Daar kwam, zoo schrijft hij, een
donker wezen op, dat we niet thuis
konden brengen. Het liep met knik
kende knieën en het leek een kange-
roe. Het had een schrille stem. zwart
geverfde lippen en met olie op den
schedel geplakte haren.
Haar lichaam leek een saxophoon.in
beweging en aldoor trok het grimas
sen. Ze loenste en blies haar wangen
op, verrekte zich met opzet, spreidde
op den grond de beenen in een ge-
strekten hoek, hupte op die manier
voort of rende op handen en voeten
weg. de beenen stijf, zoodat het achter
stel als bij een jonge giraf boven het
hoofd uitstak.
Met een dergelijk wezen en dergelij
ke kunst dweept men.
Men deed reeds pogingen om deze
negerin ook te Amsterdam te laten
optreden, opdat ook Nederland zou
kunnen genieten.
Ontegenzeggelijk zijn deze feiten
treurige verschijnselen van bescha-
ving.
We weten trouwens nog niet, wie
het meest te beklagen is, de negerin,
die op deze wijze aan eer en aan rijk
dom zoekt te komen, of het publiek,
dat zich verlaagt, om dergelijke too-
neelen toe te juichen en op deze wijze
de meest perverse en zinnelijke lusten
openbaart, die in het verborgene van
het hart worden gevoed en gekoesterd!
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Appingedam: E. A
Lazonder, te Warns. Te Ellewouts-
dijk: de heer W. H. Kelder, hulppre
diker te Amsterdam. Te Lage Zwa-
luwe: J. Baarslag, te Melissant. Te
Dinteloord en Prinseland: W. Deur,
te Schoonhoven.
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
15) o
Naast hen was kreupelhout, door den
wind heen en weer geslingerd; daar bo
ven verhief zich een jonge ahorn-boom
wiens bladeren bijna rood gekleurd
waren. Maar voor hen uit, over een
groot grasveld, over welks groene zo
den, witschemerende, zich draaiende
en keerende voortstuivende en weer
neervallende bladeren dansten, ver
toonde zich een vreemdsoortige aan
blik aan hun oog. Voor den grooten,
grauwen hemel, met zijn grootsche
wolkengevaarten, voor de eindelooze
vlakte van een laagland dat geen ach
tergrond had, doch de gedachte aan
iets vrij s. eenzaam-staands liet uitko
men, stonden de roode en witte, de
hooge en lage gebouwen der fabrie
ken. Uit hooge schoorsteenen sleurde
de wind den rook omhoog en liet hem
als gescheurde vlaggen wapperen. Een
lich band kwam juist tusschen twee
wolkenranden te voorschijn en kleur
de een rooden huismuur, een wit, laag
afdak met een vaal. ziekelijk 'licht.
De andere gebouwen lagen in sombere
glansloosheid. Dat was een grootsche
aanblik, vol schilderachtige bekoring.
Zie je. daar dat zijn wij," sprak
Andreas Alteneck en wees recht voor
uit.
Ebba was zeer opgewonden. Niet
juist angstig maar daar wachtte
haar toch een gewichtige ontmoeting.
Dat deze onvriendelijk kon uitvallen,
kwam niet in haar gedachten op. Ze
vreesde alleen, van zenuwachtigheid
niet het rechte woord te kunnen vin
den. Zij stelde zich de moeder van den
geliefde voor als de verpersoonlijking
van alle verstand, goedheid, kennis,
kortom van alle volmaaktheden. Met
diepen eerbied zag ze tegen haar op.
„Je moeder is zeker een heel, heel
bijzondere vrouw?" vroeg ze.
„Moeder? Een bijzondere vrouw?"
vroeg hij haar, „als vrouw en moeder
zeker. En als een vrouw dat is, dan
is ze zekér de kroon van haar ge
slacht."
Ebba had het eigenlijk anders ge
meend. Maar ze zweeg.
„Daar zijn we," zeide Andreas Alte
neck en stiet een laag hekje in een om
heining van latten open.
Nu bevonden ze zich op een plek, die
met rails doorkruist was en waarin
een klein kanaaltje gegraven was. dat
in verbinding gebracht was met het
riviertje. Daar lag een breedp vlakke
vrachtboot, die met een paar losse
planken met den oever verbonden was
Lasten dragende mannen gingen met
gelijkmatige, zware schreden daarover
heen en naar een deur toe. die to«
gang gaf tot een hooge. getecrir
schuur.
Andreas geleidde zijn meisie om die
schuur heen. tot een wit. door rook en
damp van allerlei aard zeer aangesla
gen huis in het gezicht kwam, dat met
de voorzijde eveneens met die geteerde
schuur verbonden was. Voor het huis
strekte zich een zeer goed onderhou
den tuintje tot aan den' donkerglan-
zenden waterrand van bet riviertje
uit.
Toen men zoo van ter zijde aan
kwam, zag Ebba, dat de achterramen
van het woonhuis op de reusachtig
groote fabrieksplaats moesten uitko
men, in welker achtergrond zich de
machine- en voorraadschuren bevon
den.
De tuin, die insgelijks slechts een
verzameling van grasvelden en bloem
bedden was en alleen bij de rivier wat
struikgewas en een priëeltje had, was
omgeven door een traliewerk, waarin
een deurtje was gelaten.
„Als men bij ons voor wil rijden,
mag men over de fabrieksplaats," zei
Andreas.
Voor het huis was een soort van ter
ras, waarheen een breede trap van vijf
treden leidde. Trappen en terras wa
ren met klimop en bladplanten van
allerlei soort rijk versierd. Maar op al
le bladen lag een zwarte Jaag rook-
aanslag.
„Daar is moeder...."
Ebba zag voor de glazen deur een
grijze gestalte, zag dat de deur open-
gestcotén werd en voelde zich door
twee armen innig omvat'.
Beide vrouwen weenden en wissel
den stamelende beden en beloften. En
bijeenkomst worden gehouden, waar
in naar toerbeurt een der predikanten
zal voorgaan.
CENTR. DIACONALE CONFERENTIE
Den 24sten November a.s. zal het 40
jaar geleden zijn dat de eerste Diaco
nale Conferentie der Gereformeerde
Kerkén te "s-Gravenhage gehouden
werd.
ZAKBIJBELBOND.
De jaarvergadéring van den Zak-
bijbelbond is uitgeschreven tegen
Woensdag 19 October a,s„ in het zaal
tje naast de Weteririgkerk te Amster
dam, waar ook liet Hoofddepöt van
den Bond gevestigd is, 3de Wetering
dwarsstraat 20 .De vergadering vangt
aan des morgens om 11 uur, waarbij
uok belangstellenden welkom zullen
zijn.
Een openbare propaganda-avond
wordt des avonds te voren. Dinsdag
18 October, om 8 uur, terzelfder plaat
se gehouden. Naast mej. J. v. d. Mersch
uit Scheveningen, Ds. W. J. Linthout,
uit Dordrecht en Ds. D. E. Boeke, uit
Haarlem, (leden va n 't Hoofdbestuur),
zal daar het woord gevoerd worden
door Ds. J. Dallinga, Vrij Evang. pre
dikant te Den Haag en Ds. S. Kamper,
Geref. predikant te Oldebroek. Toe
gang vrij.
Oil TEN EN LEGATEN.
Door wijlen Mevrouw, de Weduwe
Leempoel van den Brug, te Lemmer,
is aan de Ned. Herv. Kerk aldaar een
legaat vermaakt van 1000 en aan de
Diaconie 2000, vrij van successie
rechten.
Door wijlen den heer F. te Beest,
te Dinxperlo, is vrij van successierech
ten vermaakt aan de Kerkvoogdij der
Ned. Herv. Gem. 1000 en aan de
Vereen, voor C. N. S. in het Dorp Dinx
perlo 500.
EIGENAARDIGE DENKBEELDEN.
Men schrijft aan de Stand.:
Op een vergadering in de vorige
we-ik gehouden, van onderwijzers aan
openbare schc.en in de gemeente
Schoterland, is door een schoolhoofd
een inleiding gehouden over het vraag
punt: „Vrije neutrale of openbare
scholen". Volgens den inleider zou de
vrije neutrale school in betere positie
komen dan de openbare. Inleider wees
in dit verband op de Chr. scholen, die
wat verbetering of uitbreiding van lo
kalen, schoolpleinen, leermiddelen,
e»— .betreft in veel betere conditie
verkeerden dan de openbare scholen,
omdat door de gemeentebesturen bij
na altijd aan aanvragen van besturen
van Chr. scholen, op grond van de
wetsbepalingen, werd voldaan. Inl.
kwam tot de conclus-ie, dat een vrije
neutrale school, met het oog daarop
te verkiezen is boven een openbare
.school en beval het nemen van een
proef aan.
We geven dit bericht als een sterk
staaltje van de wonderlijke denkbeel
den, die in de hoofden van sommige
openbare onderwijzers opkomen.
Veiligheidshalve melden we nog,
dat het meerendeel der vergadering
liet niet met den inleider eens was.
EEN ENCYCLIEK.
De Church Times (Engeland) deelt
mede, dat er een pauselijke nieuwe
encycliek op komst is, handelend over
„nationalisme". De inhoud der ency
cliek zal dan het Vaticaansche stand
punt geven ten opzichte o.a. van het
Italiaansche fascisme en het Fransche
royalisme. Begrijpelijkerwijze is men
dus vooral in Italië en Frankrijk
nieuwsgierig naar den inhoud, en
uiteraard het meest in Italië, daar
liet standpunt van den Paus tegen
over de „Action frangaise", laatst nog
geïllustreerd door het aftreden van
kardinaal Bilot reeds vrijwel geheel
bekend is.
BINNENLAND.
DE POSTVLUGHT NAAR INDIë.
Een persgesprek met luitenant Koppen
Men seint uit Batavia aan de N. R
Ct.:
Hoe wij het gelapt hebben, de vlucht
in zoo'n korten tijd te volbrengen?
Wel, dat is eenvoudig genoeg. Wij volg
den een rechte lijn. Een postduif volgt
de man stond glimlachend, met voch
tige oogen daarbij.
Het was voor beiden een gewichtig
oogenblik, waarvoor ze beiden gesid
derd hadden. De oudere natuurlijk
meer dan de jongere.
En eerst na een paar minuten was
men zichzelf weer zooveel meester,
om elkaar goed aan te zien.
Wat mevrouw Alteneck zag, moest
haar wel bevallen, want ze wendde
het hoofd om, en knikte tegen haar
zoon. Die begreep. Hij kuste zijn moe
der verrukt op de wang.
„U moet geduld met me hebben, lie
ve moeder, en ik moet nog veel van u
leeren," sprak Ebba met kinderlijke
genegenheid, „want u hebt zeker wel
gehoord, dat mijn lieve moeder al lang
dood is, en papa is zoo onbekend met
de wereld."
Dat was een heerlijke bede. Me
vrouw Alteneck wenschte niets liever,
dan een schoondochter te krijgen, die
van haar leeren wilde, in plaats van
alles beter te weten.
Ebba vertelde toen van het geld in
den nagelaten brief van haar mama.
Mevrouw Alteneck nam dat anders op
dan tante Louise. Ze was er diep door
getroffen en zeide, dat deze vijfdui
zend Mark een edeler rijkdom waren,
dan de millioenen van Rockefeller.
Zoo liet alles zich zoo prettig mo
gelijk aanzien. Mevrouw Alteneck
vroeg naar een en ander en met vol
komen onbevangenheid vertelde Ebba
zonder de minste achterhoudendheid
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 12 October 1927.
Kardinaal Pie, Bisschop van Poi
tiers, liet zich eens aldus uit:
„Al zou een volk Dog zoo godsdien
stig zijn, bet godsdienstigste zelfs ter
wereld, al zou dit volk zich geregeld
om den predikstoel scharen en naar
de schoonste preeken luisteren: leest
dat volk slechte boeken en bladen, na
30. jaar zou 't een volk van goddeloo-
zën en oproerlingen zijn geworden.
Menschelijkerwijs gesüroken is er geen
prediking die het uithoudt tegen de
slechte pers".
Deze gedachte is in de Roomsche
Kerk diep ingedragen. Veel intensie
ver dan in Protestantsche kringen
wordt in de Roomsche Kerk de strijd
aangebonden tegen slechte boeken. De
index ven verboden boeken is be
kend. Een periodiek verschijnende
boekenschouw geeft uitvoerige inlich
tingen. Dank zij dé centralisatie is dat
bij Rome mogelijk.
Maar zou het in onze kringen ook
niet kunnen?
In de eerste plaats getuigen door
woord en daad. Geen neutraal blad
meer in huis. Elk ambtsdrager op
huisbezoek ook toeziende op de lec
tuur van de gemeente.
Ik geloof ook dat in dat opzicht nog
veel van Rome te lgeren valt.
OBSERVATOR.
immers instinctief den rechten weg en
zoo komt zij toch, waar zij wezen moet
in den bestemden tijd."
Aldus ving het uiterst gemoedelijke
gesprek aan, dat luitenant Koppen
met een vertegenwoordiger van de N.
R. Ct. kort na aankomst had.
„En toch had ik de vlucht in 9 da
gen kunnen doen," aldus vervolgde
luitenant Koppen.
„Wanneer ik het achteraf naga, acht
ik het zelfs mogelijk, dat ik in 8 da
gen van Amsterdam naar Batavia had
kunnen vliegen, wanneer ik de vlieg
route had kunnen kiezen over Allaha
bad, Rangoon en Medan naar Batavia.
Men weet, dat luitenant Koppen niet
te Medan kon landen, omdat daar geen
vliegterrein beschikbaar was.
Luitenant Koppen vertelde, dat hij
het traject van Bangkok naar Singa
pore het zwaarste van den gelieelen
tocht had gevonden. „Overigens", zoo
zeide hij, „zijn wij slechts een paar
keer even verdwaald geweest. De eer
ste maal op het traject van Amster
dam naar Sofia". De Postdiiif had een
heelen tijd boven het wolkendak ge
vlogen, maar toen was Koppen voor
zijn oriëntatie gedwongen zeer laag te
gaan vliegen.
„,Wij daalden," zoo vertelde hij ver
der, „tot een hoogte van 25 meter bo
ven den grond en vlogen een eind
langs een spoorbaan. Toen wij bij een
stationnetje kwamen, lazen wij, op 'n
bord, den naam van het plaatsje en
zoo ontdekten wij, dat wij boven
Landshut aan den Isar waren".
„Waarom wij ons niet gehouden heb
ben aan het door ons zelf ontworpen
program? Wel, kijk u eens, een der
gelijk program wordt opgesteld aan
de hand van kansrekeningen, en bij
die kansrekeningen tracht men aan
den veiligen kant te blijven. In de
praktijk blijkt echter, dat. wanneer
men werkelijk een recordvlucht wil
volbrengen men zich onmogelijk aan
zulk een van te voren opgezet pro
gramma kan houden. Je vliegt dab
zooveel en zoolang als maar eenigs-
zins doenlijk is."
Luitenant Koppen roemde de harte
lijkheid die hij van de zijde van de
Engelschen had ondervonden langs ds
geheele route, zoodra hij van hun vlieg
velden gebruik maakte. Ook van de
zijde van de Franschen te Aleppo, de
Perzen te Bushire en de Nederlanders
te Calcutta, Palembang en Batavia,
had hij een buitengewone hartelijk
heid ondervonden.
Luitenant Koppen raakte niet uitge
praat over de ontvangst te Batavia.
Deze was inderdaad de geestdriftigste.
ontvangst, die ooit een vlieger te beurt
gevallen is.
Het militaire cordon werd. zoodra de
wielen van de Postduif den grond aan
raakten, verbroken. Zelfs de beide
broers van luitenant Koppen, die men
naar het vliegtuig wilde geleiden, kon
den niet door het gedrang komen. De
van haar leven thuis. Het viel haar
in het geheel niet in, dat men iets
verzwijgen kon en dat sommige fei
ten haar vader of haar zelf zouden
kunnen venederen. En ze sprak tot
goede toehoorders, die zelf in moeilij
ke jaren het echte van het onechte
hadden leeren onderscheiden en die
aan Ebba merkten, dat ze aan de wel
gesteldheid van haar verloofde, of
aan zijn bëteekenis in de wereld in t
geheel niet dacht.
Toen begon Ebba te vragen en wil
de alles van Andreas weten vanaf zijn
kinderjaren. De moeder begon een wa
ren lofzang te zingen; Andreas ver
klaarde lachend, dat hij dan niet blij
ven wilde.
„Dus dan moet ik je zijn echten le
vensloop maar eens onder vier oogen
vertellen," zeide de moeder vroolijk
geluimd; „in breede trekken is hij ook
heel eenvoudig. Hij was als jongen
zwakker dan ge het van dezen groo
ten, breeden man denken zoudt. Ook
niet zoo aardig, als je eerbied je ge
doogt dit aan te nemen. Ik heb heel
wat met hem te stellen gehad. Dan,
op de universiteit hm, toen heeft
hij wel een beetje geboemeld bijna
had hij toen een nooit meer goed te
maken domheid begaan
„Moeder!"
„Nu ja, Ebba zal toch niet denken,
dat je altijd bij moeders pappot geble
ven zijt en 9teeds gebeden hebt!"
„Moederl"
(Wordt vervolgd.)