NIEUWE LEIUSCHE COURANT
van
ZATERDAG 8 OCT. 1927
TWEEDE BLAD.
UIT DE SCHRIFTEN
OVERVLOEDIG HOPEN.
Opdat gij moogt overvloedig zjjn
in ae hope, door Üe kracht des
Heiligen .Geestes.
Rom. 15:13.
Wij spreien veel over zonde en
schuld, over verzoening en rechtvaar
dig making.
We strijden en terecht voor
de handhaving tier zuivere belijdenis.
We roepen elkaar toe: zijt geduldig
in de verdrukking; volhardt in het
gebed.
Waarom wekken we elkander zoo
weinig op tot blijdschap?
Voor velen schijnen christelijk ge
loof en naargeestige, stroeve, vreugde-
Iooze ernst onlosmakelijk verbonden
te zijn.
Zij betoonen zich geen kinderen des
lichts, hoogstens kinderen der sche
mering.
Hoe komt Üa.t toch?
Niet van tie H. Schrift, want als er
één boelk is vol verheven blijdschap en
heilige vreugde, dan is het wel het
Woord van God.
Neen, het komt hier vandaan, dat
men het ware geloof te veel losmaakt
van Üe levende hoop.
Dat het aangezicht niet gewend is
naar wat God bereid heeft voor wie
'Hem vreezen.
Gelooven is maar niet een voor waar
houden van een prachtig ineenslui
tend dogmatisch systeem.
Het is aanvaarden van alles, wat
ons God in Zijn Woord heeft geopen
baard. Daarom is het ook een grijpen
naar de toekomst, naar het waarach
tige leven, en de volkomen zaligheid,
naar de volle realiseering der beloften
Gods in Christus.
Er moeten in den beker onzer hope
niet slechts een paar druppelen wor
den gevonden; wij moeten overvloedig
zijn in Üe hope, de ziel van den Chris
ten moet boordevol, overstroomend
zijn van hope.
Wie gelooft, is van een zondaar ge
worden tot een kind des Heeren.
Uit vrije genade.
Zonder eenige verdienste.
En toch met recht. Met genade-
recht.
Daarom is hij een erfgenaam, en
mag met zekerheid zijn ziel op de er
fenis der vromen richten en overvloe
dig zijn in de hope.
Doch, van een waarlijk hopen op het
heil des Heeren kan alleen sprake zijn
door de kracht des Heiligen Geestes.
Alleen door overvloedige toestroo-
ming dier kracht kunnen wij overvloe
dig zijn in de hoop.
Als die verborgen weiking in onze
eiel mag zijn, slaan wjj het oog naar
boven en hopen op God. Ja, dan zeg
gen we in vast vertrouwen: Gij Heere,
wilt of zult nooit onze hoop bescha
men.
Reeds op natuurlijk gebied is de
hoop een rijke gave Gods. Hoop doet
leven.
Maar in de genade is het: leven
doet hopen.
Die hoop is vrucht der wedeijge-
boorte, weik Gods.
Zij richt zich op de onvenvelkelijke.
onbevlekkelijke eifenis, die in de'he
melen bewaard wordt.
Zij houdt zich vast aan Christus,
al wederom Üoor de kracht des Hei
ligen Geestes, om uit Zijn volheid te
ontvangen genade voor genade.
Zoo is zij het anker der ziel, dat
ingaat achter het voorhangsel.
Geen beklagenswaardiger wezen dan
een mensch, die zijn hope alleen heefc
op de dingen van dit leven. Die zijn
verwachting stelt op gezondheid, op
kracht, ijver, liefde, roem, geld of
goed.
De hope der wereld is een ijdele
hoop, die steeds bedriegt. Zij gaat al
tijd weer naar andere, nieuwe dingefi
uit, omdat de oude steeds bedriegelij'k
bleken. En ach, ook die nieuwe din
gen blijken niet anders, n et beter dan
de oude te zijn. De wereld kan het
geluk niet geven.
Wie het pij haar zoekt, heeft geen
hoop en is zonder God. Het huis is
gebouwd op zandgrond.
Straks steekt de storm op en de
watervloed komt het huis valt en
zijn val is groot.
Is het niet vreesëüjk zonder verwach
ting de eeuwigheid in te gaan, waarin
het woord hoop nimmermeer wordt
genoemd?
Maar voor den Christen is de hope
een engel Gods, die zijn voet vóór ètrui
kelen bewaart.
Als het licht dier hope in dit
tranendal inschjjnt, dan wordt het een
voorportaal des hemels. Dan staan wij
op den berg en blikkéiï van daar uit
naar het hemelscih Kanaan.
Dan zingen wij: de schoonste plaats
mat Gij met ruime snoeren, o heerljgk
erf, gij kunt mijn ziel vervoeren.
Dan voelen wij het scheepje aan het
anker dier hope veilig liggen, hoe ook
de golven bruisen. Want wij weten het
met die hope is nog nooit iemand be
drogen uitgekomen.
„Óp U hebben onze- vaderen ver
trouwd en Gij hebt hen uitgeholpen".
Patriarchen, en profeten, apostelen
en martelaren, kerkvaders en hervor
mers, geleerden en eenvoudigen, zij
hebben in tieze hoop geleefd en zijn
niet beschaamd geworden.
Hoopt dan op Hem, gij, die Hem
vreest.
Hij, die het beloofd heeft, is ge
trouw.
HET HEYLIGE GEBET DAT ONS DE
HEERE JESUS SELVE GELEERT
HEEFT.
Ons' Vader trouw end vol barm-
hertigheden
Die bistomhoog in d'hemelsche
woonsteden,
Geheylicht werd' hier dijnen8)
naem hoogwaerdich:
Dijn rijcke kroon end dijn gebied
rechtvaerdig;
Laat dijnen wil op d'eerd hier by ons
lieden
Gelijk omhoog in d'Hemelen
geschieden.
Ons daeglicx broot geef ons den dach
van heden
End' wil met ons in dijn gericht niet
treden;
Maer ons vergeef ons sonden
menigvuldich
Alzo wij doen aan die, die ons sijn
schuldich;
End' wil ons voorts in geen becoring
vueren.
Maer van den quaed' ons lossen t'elker
uren.
Want dijn is 't rijk ver over alle
rijcken,
Dijn is de cracht end macht aen alle
wijeken,
En dy4) komt toe lof, prijs end
heerlicheden
Van eeuwicheyt tot alle eeuwic-
heden.
Verhoor ons dan, want wy dit al te
samen
In Christi naem oötmoedich bidden:
Amen.
MARNIX VAN ST. ALDEGONDE.
zijt. 2) Uwen. s) voeren. 4) U.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Viertal: Te Middelburg (vac. H.
Jonker), J. G. L. Brouwer, te De Meern;
H. VV. J. C. Hanselaar, te Zevenber
gen; J. G. H. Lunijn, te Workum; en
H. W. te Winkel, te Sneek.
Drietal: Te Nunspeet, Dr. Lodder
te Doorn; R. P. A. Rutgers te Katwijk
aan Zee; én J. Siehouwer te Weesp.
Beroepen; Te Friezenveen, J. Ju-
kema te Broek op Langendijk. Te
Wassenaar, F. H. van Oosten te Feijen-
oord. Te Purmerend (toez.) H. J. Kas-
tein te Grootebroek. Te Maassluis, P.
Hofstede te Noordwijkerhout. Te Nw.-
Vennep, 0. W. C. v. d. Veen, te Stads
kanaal.
Aangenomen; Naar Hoorn, N.
Zwiep, te Oostzaan.
Bedankt: Voor Loon op Zand, J.
H. Koster, te Montfoort.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Amsterdam-Zuid (2e
pred.plaats), Dr. C. Bouma, te Zwolle;
en J. Wijmenga, te Charlois.
Beroepen: Te Antwerpen, J. W.
Esselink, te Eindhoven.
Bedank t: Voor Boornbergum, H.
M. Ploeger, te Appelscha. Voor Kat
wijk aan Zee. W. E. Gerritsma te
Oudega (Sm.).
OUD-GEREF. GEMEENTE.
Aangenomen: Naar Rijssen. J.
van Wier, te Scheveningen.
HULPPREDIKER.
Benoemd tot hulpprediker van de
Ned. Herv. Kerk te 's-Gravendeel, de
heer D. v. d. Ent Braat te Alpben aan
den Rijn.
EMERITAAT.
Ds. F. D. Prins, Geref. pred. te Bols-
ward, heeft tegen 1 Januari eervol
emeritaat aangevraagd.
BEVESTIGING, INTF.SEE EN
AFSCHEID.
Ds. H. P. Brandt is voornemens
om Zondag 30 Oct. a.s. afscheid te ne
men van de Ned. Herv. Kerk te Lage
Zwaluwe om Zondag 6 Nov. d.a.v. te
Delft zijn intrede te doen, na vooraf
te zijn bevestigd door Dr. F. J. Los
van Amsterdam.
Cand. L. v. d. Zanden te Putten
(Geld.) is voornemens 16 Oct. a.s. bij
de Geref. Kerk van Smilde zijn in
trede te doen, na vooraf te zijn beves
tigd door Ds. H. W. van Andel van St.
Pancras.
Ds. I. H. C. Israël, heeft na een 52-
jarigen diensttijd afscheid genomen
van de Ned. Herv. Gem. te Hoogelaan.
De 77-jarige grijsaard bepaalde zijn
gehoor bij 2 Cor. 4 13b. Toespraken
werden gehouden door den consulent,
Ds. J. v. Doorne, van Veldhoven en
door den kerkvoogd J. Vreeke. Toege
zongen werden de zegenbeden uit Ps.
121 en uit Ps. 134.
Ds. O. Groenewoud, te Parrega,
hoopt Zondag den 30 October a.s. af
scheid te nemen van de Herv. Gemeen
te te Parrega en Zondag den 6 No
vember d.a.v. zijn intrede te doen te
Vreizenveen, na bevestigd te zijn door
den consulent Ds. Le Roy, van Almelo.
In het gebouw voor Chr. belan
gen te Veendam werd dezer dagen het
35-jarig ambtsjubileum herdacht van
den heer H. Boutsma, den evangelist
der Ned. Herv. Gem. Ds. Vermaat, Ned.
Herv. pred. te Ommelanderwijk, sprak
den jubilaris toe, terwijl voorts nog
een toespraak werd gehouden door ds.
G. Kerssies, Geref. pred. Velen maak
ten van de gelegenheid gebruik, den
jubilaris en zijn familie te complimen
teeren.
Aan ds. P. van Willenswaard, die
zoo men weet afscheid genomen heeft
van de Ned. Herv. gemeente te Krim
pen aan den IJsel, werd als aanden
ken, door de gêmeehte, aangeboden
een door Jan Sinks vervaardigd schil
derij, voorstellende een gezicht op bet
weiland naast de pastorie, dat voor
den scheidenden leeraar en zijn vrouw
steeds zooveel bekoorlijks had.
De heer J. H. W. Warners, cand.
tot den H. Dienst te Haarlem, hoopt
zijn intrede te doen in de Ned. Herv.
Gem. te Geervliet (N.-H.) Zondag 13
Nov. (middag), na des morgens beves
tigd te zijn door ds. G. J. Warners,
vlootpredikant te Helder.
DS. R. VISSCHER f
Te Utrecht is eergisteren in den ou
derdom van 81 jaar overleden de heer
R. Visscher, em.-predikant der Ned.
Hervormde kerk. De overledene werd
in 1874 predikant te Ascb, stond daar
na te Gramsbergen, Numansdorp en
Leidschendam, waarna hij 1 Novem
ber 1919 zijn emeritaat nam. De be
grafenis zal plaats hebben op de eer
ste algem. begraafplaats te Utrecht
a.s. Maandag te 11 uur.
DS. A. A. VAN OPSTAL.
Woensdag j.l. heeft Ds. A. A. van
Opstal te Vledder zijn 40-jarig ambts
jubileum gevierd. In de Geref. Kerk,
werd in verband hiermede een samen
zijn belegd, waarin de jubilaris sprak
naar aanleiding van Psalm 7117.
Na de rede van Ds. van Opstal werd
het woord gevoerd dool* Ds. Dijkstra,
van Diever, die Ds. van Opstal com
plimenteerde namens de classis Beilen
van de Geref. Kerken, en namens zijn
kerkeraad. Uit naam van de classis
overhandigde spreker een geschenk,
in den vorm van eenige boeken, in
houdende de verklaring van de Evan
geliën. (Meerdere stoffelijke blijken
van waardeering had de jubilaris van
zijn gemeente e.a. reeds ontvangen).
Door den heer De Vries, onderwijzer
te Zevenhuizen werd gesproken na
mens den heer van der Laan, hoofd
der Bijz. school te Nijensleek, die door
ernstige ongesteldheid niet aanwezig
kon zijn. Verder voerden nog 't woord
het kerkeraadslid, de heer J. Mulder,
en namens de kerken van Beilen. Hij
ken, Westerbork en Dwingeloo, de pre
dikanten Kuipers, van Mantgem, Noor
dewier en Smit.
Toen de rij der sprekers gesloten
was, trad de jubilaris nogmaals naar
voren, en dankte diep bewogen voor 't
vele goede hem bewezen. Ds. Dijkstra
sprak nog een kort slotwoord en ging
daarna voor in dankgebed.
WAT PRETTIGER BEGRAVEN!
De „N. R. C." weet mee te deelen, dat
op een congres van begrafenisonderne
mers te Chicago besloten is voortaan
aan begrafenissen een prettiger kant
te geven, door de doodkisten niet meer
donker te kleuren, doch te laten schil
deren „in de kleuren van den regen
boog", als symbool van de hoop!
Of daarbij ook steeds het symbool
wijzen zal op de hoop, die niet be
schaamt, valt te betwijfelen, voegt De
Rotterdammer daaraan toe.
OIL TEN EN LEGATEN.
De Kerkeraad der Geref. Kerk van
Piaam-Idsegahuizen (Fr.) ontving een
gift van 1000 voor het pastoriefonds.
Als het bouwfonds al toereikend is,
mag de gift voor het tractement van
den beroepen predikant worden ge
bruikt.
Ds. J. J. v. d. Schuit te Apeldoorn
penningmeester van de Generale Zen-
dingskas, der Chr, Ger. Kerk, ontving
van de Chr. Geref. Gem. van Hilver
sum een som van 1400, ten einde
daarvan te bekostigen de passage van
Ds. Bikker naar Indië.
ARMENZORG.
Te Neede zal vanwege de Ned. Herv.
Gemeente een nieuw armenhuis wor
den gesticht.
ONTSLAG AANGEVRAAGD.
De heer R. Huizenga, oud-directeur
van de Kweekschool met den Bijbel
te Groningen, heeft ontslag aange
vraagd als inspecteur van Chr. Nat.
Schoolonderwijs.
ONDERWIJS IN DE FRIESCHE
TAAL.
Het hoofdbestuur van den „Bond v.
Friesche vereenigingen buiten Fries
land" (secretariaat: Van Blankenburg
straat 100, Den Haag), bij welken bond
zijn aangesloten 28 vereenigingen met
te zamen ruim drie duizend leden,
heeft aan den Minister van Onderwijs,
K. en W. een adres gezonden, met ver
zoek te bevorderen, dat er van Regee-
ringswege worde benoemd een com
missie met de opdracht, bet vraagstuk
van het onderwijs in de Friesche taal
zoowel aan de inrichtingen van lager,
middelbaar en hooger onderwijs in
Friesland, als aan de Nederlandsche
Universiteiten, in het bijzonder die te
Groningen, in zijn vollen omvang te
bestudeeren en voorstellen ter rege
ling van deze aangelegenheid in te
dienen.
BIDSTOND VOOR HET CHR.
ONDERWIJS.
Te Bodegraven zal ook dit jaar weer
een bidstond worden gehouden voor 't
Chr. onderwijs. Daartoe zal Ds. K.
Schilder. Geref. predikant te Oegst-
geest, in November op een avond in de
Ned. Herv. Kerk voorgaan.
VARIA.
Ds. VV. de Jong, emeritus-predikant
van de Geref. Kerk van Dalfsen, ver
zoekt mede te deelen, dat zijn adres
thans is; Weg naar Laren 73, Zutfen.
BINNENLAND.
DE VLUCHT VAN LUIT. KOPPEN.
Toen luit. Koppen gisteren gedwon
gen was een uur na zijn opstijgen te
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
12) -o-
„Je moeder...." sprak ze naden
kend.
„En hoe heerlijk zal het voor je zijn,
weer een moeder te hebben. Je moe
der is al lang dood, niet waar?"
„Het wordt reeds zeven jaar," ver
telde Ebba; „en sedert dien tijd heeft
papa zich geheel in zijn boeken be
graven. Het is, als verstopt hij zich
daarachter, daar hij den treurigen toe
stand in onze huiselijkheid liever niet
wil zien, omdat hij te hulpeloos is,
hem te veranderen. Maar juist gisteren
heeft tante Louise een verstandig ge
sprek met, hem gehad en weet je, voor
haar is hij een beetje bang. Ja, het is
heerlijk, dat ik weer een moeder krijg.
Voor Helene zou 't ook goed zijn. Maar
de heer Kunowsky's ouders zijn bei
den reeds lang dood."
„Dus die beidenwerkelijk?"
„Ja."
Het was een kort antwoord. Ebba
gevoelde zich niet gerechtigd, de ge
heimen van die verbintenis te verra
den tenminste in dit uur, waarin
haar eigen geluk en baar verhouding
tot Andreas Alteneck nog zoo nieuw
waren, wilde ze liever verder niet9
zeggen.
„Vreemd!" zeide Andreas. „Ik heb
dikwijls gedacht, als men dat meisje
een gewoon japonnetje aantrekt en
een landelijk kapsel maakte, dan zou
ze eer leelijk dan mooi zijn. Ze maakt
alleen indruk omdat ze rondloopt als
een beeld uit BurneJones geknipt."
„Neen, neen," beweerde Ebba ijverig,
„ze is een bijzonder menschenkind en
ik weet niet hoe het komt; men is ook
in het dagelijksch leven altijd ver
baasd over haar."
„Of ze echter een man gelukkig mar
ken kan. een goede huisvrouw kan
zijn en kinderen weet op te voeden?
Nu, dat zijn mijn zorgen niet. En aan
mijn keus verbinden er zich geen!"
Hij drukte, haast in overmoedige
blijdschap, haar arm.
Een twaalftal schreden vóór hem
stonden Kunowsky en Helene te wach
ten aan het tuinhek.
„O, die zullen verbaasd zijnl" fluis
terde Ebba lachend.
Boven uit het venster van het dak
kamertje scheen nog licht. Achter het
doorschijnende grijze linnen van de
rolgordijn zag men als een gele vlek.
den omtrek van de studeerlamp.
„Papa leest nog." zeide Ebba, „maai
de hoofdonderwijzer en zijn vrouw zijn
reed9 naar bed."
Beneden in het huis woonden de
eigenaars, een gepensionneerde hoofd
onderwijzer met zijn vrouw, die steeds
beweerden, niet naar bed te kunnen
gaan vóór alle huisbewoners thuis wa
ren.
„Jullie hebt langzaam gewandeld,"
zeide Helene, toen ze aankwamen.
„Dat heeft een oorzaak, die Ebba u
dadelijk zal verklaren. Vindt ge hei
goed, Kunowsky, om samen door de
stad terug te gaan, in plaats van door
het park? Ik geloof.'dat we verblijden
de redenen hebben, wat meer met el
kaar. bevriend te worden dan tot nu
toe het geval is geweest," zeide An-
di:eas Alteneck op zijn gewonen, vas
ten toon, waardoor echter een groote
vreugde klonk.
„Wat?" riep Helene verbaasd.
„Later," zeide Ebba. Goedennacht.
Goedennacht!"
De beide heeren bleven nog staan,
tot Ebba de voordeur geopend had.
Toen zagen ze daarbinnen een licht
opsteken en gingen denzelfden weg
terug, dien ze gekomen waren.
De lichtstraal werd veroorzaakt door
een brandende kaars, van de vrouw
van den hoofdonderwijzer Möller, die,
met de nachtmuts op en een blaker in
de hand, door een kier van de deur
van haar slaapkamer keek.
„Het is vanavond laat geworden.
fluisterde ze, want haar echtgenoot
snorkte reeds; „ik dacht al, dat de da
mes iets overkomen was! Wilt u dit
licht hebben?"
„O. dank u wel," zeide Ebba, nam
den lagen blaker met den breeden on
derrand aan en steeg de trap op.
..De wijze maagd," spotte Helene
achter haar.
„Laten we maar niet uitmaken, wie
de dwaze en wie de wijze maagd van
ons is."
„Het is aardig, dat er voor ons bei
den een bruidegom kwam," zeide He
lene en deed geeuwend haar mantei
af.
„Is dat alles, wat ge te zeggeii
hebt?" vroeg Ebba verbitterd.
Helene nam baar den blaker uit de
hand en zette hem voorzichtig op het
gangtafeltje.
Toen legde ze de beide handen op
Ebba's schouders en keek haar in de
oogen.
„Is zwijgen niet bet beste? Gij en ik,
tot gisteren nog twee arme, kleine
schapen, samen opgesloten in een ar-
moedigen stal zijn plotseling van
elkaar gescheiden. Kunowsky en Alte
neck zullen zeker dikwijls bij elkaar
op thee komen en menig feestgebraao
samen verorberen. Maar wij zullen
elkaar niets wijsmaken. Sedert giste
ren veracht ge mij. En dat scheidt ons
innerlijk, want dat verdraag't mijn
trots niet."
„Helene!" riep Ebba. „ik jou verach
ten?! Ik begrijp je niet. Juist omdat
ik je zoo grenzenloos liefheb, begrijp
ik niet, hoe men zich zonder liefde
geven kan. Ik ben angstig voor je, ik
heb medelijden met je!"
„Medelijden?" zeide Helene, en uit
haar oogen schoten vonken; „wat een
dwaasheidl Ik ben de gelukkigste
vrouw van de wereld."
Ze breidde haar armen uit en maak
te met haar lange, dunne vingei-9 een
vreemd krakend geluid, als greep ze
en drukte ze iets samen.
Allahabad weder te landen, heeft de
hecrscliende moesson hem bij de lan
ding op liet vliegveld van Brambauli
zeer gehinderd. Op het door den regen
drassige terrein zakte het toestel een
voet in den modder weg. De geheele
dag werd doorgebracht om het vlieg
tuig weder voor den verderen tocht in
orde te brengen.
Reuter seint uit Allahabad d.d. gis
teren:
Luitenant Koppen is hedenochtend
te 9 uur 40 minuten op weg naar Ba
tavia vertrokken.
Te Calcutta aangekomen.
Reuter seint nader uit Calcutta, dat
luitenant Koppen daar te 15 uur 22
minuten is geland.
Luitenant Koppen seint uit Calcutta
d.d. 7 October aan het Anetakantoor:
Wij zijn om halfvijf te Allahabad op
gestegen en na een vlucht van 5Yt uur
de Calcutta gedaald. Wij hadden een
goede reis en het weer was mooi.
De Hollandsche consul was op het
terrein aanwezig om ons te verwel
komen.
Morgen vertrekken wij naar Akyab.
Reuter seinde uit Calcutta d.d. 7 Oc
tober;
Luitenant Koppen kwam hier van
daag om 3 uur 10 min. in het zicht,
vloog hoven de stad rond en landde
vervolgens op het vliegveld Dumdum.
Luitenant Koppen verklaarde in 'n
interview, dat hij geen last meer met
zijn machine had gehad, maar dat hij
niet door wilde vliegen naar Akyab,
omdat bet met bet oog op het licht
daarvoor te laat zou worden. Hij stelt
zich voor morgenochtend vróeg zijn
tocht voort te zetten naar Akyab. Tot
Rangoon kan hij niet doorvliegen, om
dat het landingsterrein aldaar in zeer
ongunstigen toestand verkeert tenge
volge van de erop gehouden races.
Misschien kan hij van Calcutta
Bangkok bereiken, indien het weer in
de Golf van Bengalen goed is.
Luitenant Koppen zeide, dat de
luchtgesteldheid in sommige deelen
van Engelsch-Indië veel beter voor t
vliegen blijkt dan Europa. Men heeft
er veel minder last van „bumping".
BESTELLINGEN IN HET
BUITENLAND.
De heer Kortenhorst, lid van de
Tweede Kamer, heeft aan de minis
ters van waterstaat en van binnenland
sche zaken en landbouw de volgende
vraag gesteld:
Zijn de ministers bereid aan de Ka
mer mede te deelen, welke pogingen
door hen zijn aangewend, om een be
stelling van kleinijzerwaren der Neder
landsche Spoorwegen aan de Neder
landsche nijverheid toegewezen te
krijgen?
DE TRAM TE ROTTERDAM.
De gemeenteraad van Rotterdam
heeft gisteravond na een langdurige
discussie met 34 tegen 11 stemmen 't
voorstel van B. en W. aangenomen,
om met ingang van 15 October a.s. de
tram tijdelijk als een gemeentebedrijf
te exploiteeren. Tevens werd besloten
voorloopig het tarief, de dienstrege
ling en alle verdere het vervoer be
treffende regelingen van R.E.T.M. voor
loopig te handhaven, en met ingang
van 15 October al het personeel met
uitzondering van den directeur in zijn
tegenwoordige indeeling in vasten
dienst over te nemen.
NEDERL. ROODE KRUIS.
De Prins zal Woensdag 19 dezer te
Harderwijk een voor de af deeling van
het Roode Kruis aldaar te houden pro-
paganda-avond voor het vredeswerk
van het Ned. Roode Kruis bijwonen.
Voorts is de Prins voornemens deel te
nemen aan op Vrijdag 21 dezer door
de rentmeesters van het kroondomein
te houden excursies in Zeeuwsch-
Vlaanderen.
DE VERGADERZAAL DER TWEEDE
KAMER.
Na de veranderingen in de vergader
zaal der Tweede Kamer aangebracht,
werd erover geklaagd, dat thans een
deel der Kamer van de perstribune af
niet meer te zien was, hetgeen voor 't
volgen der sprekers hinderlijk was.
Thans is men bezig zoowel de lesse
naars als den vloer der perstribune
twintig centimeters omhoog te bren
gen, waarmee men het euvel hoopt te
hebben verholpen.
„Je zult eens zien, wat ik van dien
man maakl"
„Maak hem slechts gelukkig! Zijn
haast beangstigende liefde voor je ver
dient het," sprak Ebba, aan wie dit
gesprek een ontwijdend naspel geleek.
„En gij: wees en maak gelukkig!"
zeide Helene en gaf haar vriendin plot
seling.een kus, vol natuurlijke teeder*-
heid en deelneming. Maar Ebba was
uit de stemming geraakt.
„Heb daar maar geen zorg voor. Dat
lijdt geen twijfel," antwoordde ze koel.
„Wat ben je zeker! Ook menschen.
die vrij van duizeligheid zijn, kunnen
in den afgrond storten.
Ebba scheen deze scherpe opmer
king niet te liooren.
„Ga je nog mee naar Papa?" vroeg
ze.
Helene bedacht zich. Die lieve, goe
de oude man daar boven! Het was ze
ker de moeite waard zijn verbazing,
zijn hulpeloosheid, zijn vreugde te zien
als hij hoorde, dat Ebba's lot zijn hart
niet meer behoefde te verontrusten.
Gisteren al, bij het groote nieuws, dat
Helene betrof, had men hem kunnen
pakken en kussen, zoo roerend was hij
geweest.
Helene dacht eraan dat ze, van haar
vroegste jeugd af, de helft van alle
liefde, de helft van alle zorg, die an
ders Ebba's deel geweest zou zijn, mee
genomen had. Nooit was het gevoel
van onrechtvaardigheid, nooit de af
gunst haar kinderhart binnengeslopen.
(Wordt verrol»!)