NIEUWE LEIUSCHE COURANT van ZATERDAG 8 OCT. 1927 TWEEDE BLAD. UIT DE SCHRIFTEN OVERVLOEDIG HOPEN. Opdat gij moogt overvloedig zjjn in ae hope, door Üe kracht des Heiligen .Geestes. Rom. 15:13. Wij spreien veel over zonde en schuld, over verzoening en rechtvaar dig making. We strijden en terecht voor de handhaving tier zuivere belijdenis. We roepen elkaar toe: zijt geduldig in de verdrukking; volhardt in het gebed. Waarom wekken we elkander zoo weinig op tot blijdschap? Voor velen schijnen christelijk ge loof en naargeestige, stroeve, vreugde- Iooze ernst onlosmakelijk verbonden te zijn. Zij betoonen zich geen kinderen des lichts, hoogstens kinderen der sche mering. Hoe komt Üa.t toch? Niet van tie H. Schrift, want als er één boelk is vol verheven blijdschap en heilige vreugde, dan is het wel het Woord van God. Neen, het komt hier vandaan, dat men het ware geloof te veel losmaakt van Üe levende hoop. Dat het aangezicht niet gewend is naar wat God bereid heeft voor wie 'Hem vreezen. Gelooven is maar niet een voor waar houden van een prachtig ineenslui tend dogmatisch systeem. Het is aanvaarden van alles, wat ons God in Zijn Woord heeft geopen baard. Daarom is het ook een grijpen naar de toekomst, naar het waarach tige leven, en de volkomen zaligheid, naar de volle realiseering der beloften Gods in Christus. Er moeten in den beker onzer hope niet slechts een paar druppelen wor den gevonden; wij moeten overvloedig zijn in Üe hope, de ziel van den Chris ten moet boordevol, overstroomend zijn van hope. Wie gelooft, is van een zondaar ge worden tot een kind des Heeren. Uit vrije genade. Zonder eenige verdienste. En toch met recht. Met genade- recht. Daarom is hij een erfgenaam, en mag met zekerheid zijn ziel op de er fenis der vromen richten en overvloe dig zijn in de hope. Doch, van een waarlijk hopen op het heil des Heeren kan alleen sprake zijn door de kracht des Heiligen Geestes. Alleen door overvloedige toestroo- ming dier kracht kunnen wij overvloe dig zijn in de hoop. Als die verborgen weiking in onze eiel mag zijn, slaan wjj het oog naar boven en hopen op God. Ja, dan zeg gen we in vast vertrouwen: Gij Heere, wilt of zult nooit onze hoop bescha men. Reeds op natuurlijk gebied is de hoop een rijke gave Gods. Hoop doet leven. Maar in de genade is het: leven doet hopen. Die hoop is vrucht der wedeijge- boorte, weik Gods. Zij richt zich op de onvenvelkelijke. onbevlekkelijke eifenis, die in de'he melen bewaard wordt. Zij houdt zich vast aan Christus, al wederom Üoor de kracht des Hei ligen Geestes, om uit Zijn volheid te ontvangen genade voor genade. Zoo is zij het anker der ziel, dat ingaat achter het voorhangsel. Geen beklagenswaardiger wezen dan een mensch, die zijn hope alleen heefc op de dingen van dit leven. Die zijn verwachting stelt op gezondheid, op kracht, ijver, liefde, roem, geld of goed. De hope der wereld is een ijdele hoop, die steeds bedriegt. Zij gaat al tijd weer naar andere, nieuwe dingefi uit, omdat de oude steeds bedriegelij'k bleken. En ach, ook die nieuwe din gen blijken niet anders, n et beter dan de oude te zijn. De wereld kan het geluk niet geven. Wie het pij haar zoekt, heeft geen hoop en is zonder God. Het huis is gebouwd op zandgrond. Straks steekt de storm op en de watervloed komt het huis valt en zijn val is groot. Is het niet vreesëüjk zonder verwach ting de eeuwigheid in te gaan, waarin het woord hoop nimmermeer wordt genoemd? Maar voor den Christen is de hope een engel Gods, die zijn voet vóór ètrui kelen bewaart. Als het licht dier hope in dit tranendal inschjjnt, dan wordt het een voorportaal des hemels. Dan staan wij op den berg en blikkéiï van daar uit naar het hemelscih Kanaan. Dan zingen wij: de schoonste plaats mat Gij met ruime snoeren, o heerljgk erf, gij kunt mijn ziel vervoeren. Dan voelen wij het scheepje aan het anker dier hope veilig liggen, hoe ook de golven bruisen. Want wij weten het met die hope is nog nooit iemand be drogen uitgekomen. „Óp U hebben onze- vaderen ver trouwd en Gij hebt hen uitgeholpen". Patriarchen, en profeten, apostelen en martelaren, kerkvaders en hervor mers, geleerden en eenvoudigen, zij hebben in tieze hoop geleefd en zijn niet beschaamd geworden. Hoopt dan op Hem, gij, die Hem vreest. Hij, die het beloofd heeft, is ge trouw. HET HEYLIGE GEBET DAT ONS DE HEERE JESUS SELVE GELEERT HEEFT. Ons' Vader trouw end vol barm- hertigheden Die bistomhoog in d'hemelsche woonsteden, Geheylicht werd' hier dijnen8) naem hoogwaerdich: Dijn rijcke kroon end dijn gebied rechtvaerdig; Laat dijnen wil op d'eerd hier by ons lieden Gelijk omhoog in d'Hemelen geschieden. Ons daeglicx broot geef ons den dach van heden End' wil met ons in dijn gericht niet treden; Maer ons vergeef ons sonden menigvuldich Alzo wij doen aan die, die ons sijn schuldich; End' wil ons voorts in geen becoring vueren. Maer van den quaed' ons lossen t'elker uren. Want dijn is 't rijk ver over alle rijcken, Dijn is de cracht end macht aen alle wijeken, En dy4) komt toe lof, prijs end heerlicheden Van eeuwicheyt tot alle eeuwic- heden. Verhoor ons dan, want wy dit al te samen In Christi naem oötmoedich bidden: Amen. MARNIX VAN ST. ALDEGONDE. zijt. 2) Uwen. s) voeren. 4) U. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Viertal: Te Middelburg (vac. H. Jonker), J. G. L. Brouwer, te De Meern; H. VV. J. C. Hanselaar, te Zevenber gen; J. G. H. Lunijn, te Workum; en H. W. te Winkel, te Sneek. Drietal: Te Nunspeet, Dr. Lodder te Doorn; R. P. A. Rutgers te Katwijk aan Zee; én J. Siehouwer te Weesp. Beroepen; Te Friezenveen, J. Ju- kema te Broek op Langendijk. Te Wassenaar, F. H. van Oosten te Feijen- oord. Te Purmerend (toez.) H. J. Kas- tein te Grootebroek. Te Maassluis, P. Hofstede te Noordwijkerhout. Te Nw.- Vennep, 0. W. C. v. d. Veen, te Stads kanaal. Aangenomen; Naar Hoorn, N. Zwiep, te Oostzaan. Bedankt: Voor Loon op Zand, J. H. Koster, te Montfoort. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Amsterdam-Zuid (2e pred.plaats), Dr. C. Bouma, te Zwolle; en J. Wijmenga, te Charlois. Beroepen: Te Antwerpen, J. W. Esselink, te Eindhoven. Bedank t: Voor Boornbergum, H. M. Ploeger, te Appelscha. Voor Kat wijk aan Zee. W. E. Gerritsma te Oudega (Sm.). OUD-GEREF. GEMEENTE. Aangenomen: Naar Rijssen. J. van Wier, te Scheveningen. HULPPREDIKER. Benoemd tot hulpprediker van de Ned. Herv. Kerk te 's-Gravendeel, de heer D. v. d. Ent Braat te Alpben aan den Rijn. EMERITAAT. Ds. F. D. Prins, Geref. pred. te Bols- ward, heeft tegen 1 Januari eervol emeritaat aangevraagd. BEVESTIGING, INTF.SEE EN AFSCHEID. Ds. H. P. Brandt is voornemens om Zondag 30 Oct. a.s. afscheid te ne men van de Ned. Herv. Kerk te Lage Zwaluwe om Zondag 6 Nov. d.a.v. te Delft zijn intrede te doen, na vooraf te zijn bevestigd door Dr. F. J. Los van Amsterdam. Cand. L. v. d. Zanden te Putten (Geld.) is voornemens 16 Oct. a.s. bij de Geref. Kerk van Smilde zijn in trede te doen, na vooraf te zijn beves tigd door Ds. H. W. van Andel van St. Pancras. Ds. I. H. C. Israël, heeft na een 52- jarigen diensttijd afscheid genomen van de Ned. Herv. Gem. te Hoogelaan. De 77-jarige grijsaard bepaalde zijn gehoor bij 2 Cor. 4 13b. Toespraken werden gehouden door den consulent, Ds. J. v. Doorne, van Veldhoven en door den kerkvoogd J. Vreeke. Toege zongen werden de zegenbeden uit Ps. 121 en uit Ps. 134. Ds. O. Groenewoud, te Parrega, hoopt Zondag den 30 October a.s. af scheid te nemen van de Herv. Gemeen te te Parrega en Zondag den 6 No vember d.a.v. zijn intrede te doen te Vreizenveen, na bevestigd te zijn door den consulent Ds. Le Roy, van Almelo. In het gebouw voor Chr. belan gen te Veendam werd dezer dagen het 35-jarig ambtsjubileum herdacht van den heer H. Boutsma, den evangelist der Ned. Herv. Gem. Ds. Vermaat, Ned. Herv. pred. te Ommelanderwijk, sprak den jubilaris toe, terwijl voorts nog een toespraak werd gehouden door ds. G. Kerssies, Geref. pred. Velen maak ten van de gelegenheid gebruik, den jubilaris en zijn familie te complimen teeren. Aan ds. P. van Willenswaard, die zoo men weet afscheid genomen heeft van de Ned. Herv. gemeente te Krim pen aan den IJsel, werd als aanden ken, door de gêmeehte, aangeboden een door Jan Sinks vervaardigd schil derij, voorstellende een gezicht op bet weiland naast de pastorie, dat voor den scheidenden leeraar en zijn vrouw steeds zooveel bekoorlijks had. De heer J. H. W. Warners, cand. tot den H. Dienst te Haarlem, hoopt zijn intrede te doen in de Ned. Herv. Gem. te Geervliet (N.-H.) Zondag 13 Nov. (middag), na des morgens beves tigd te zijn door ds. G. J. Warners, vlootpredikant te Helder. DS. R. VISSCHER f Te Utrecht is eergisteren in den ou derdom van 81 jaar overleden de heer R. Visscher, em.-predikant der Ned. Hervormde kerk. De overledene werd in 1874 predikant te Ascb, stond daar na te Gramsbergen, Numansdorp en Leidschendam, waarna hij 1 Novem ber 1919 zijn emeritaat nam. De be grafenis zal plaats hebben op de eer ste algem. begraafplaats te Utrecht a.s. Maandag te 11 uur. DS. A. A. VAN OPSTAL. Woensdag j.l. heeft Ds. A. A. van Opstal te Vledder zijn 40-jarig ambts jubileum gevierd. In de Geref. Kerk, werd in verband hiermede een samen zijn belegd, waarin de jubilaris sprak naar aanleiding van Psalm 7117. Na de rede van Ds. van Opstal werd het woord gevoerd dool* Ds. Dijkstra, van Diever, die Ds. van Opstal com plimenteerde namens de classis Beilen van de Geref. Kerken, en namens zijn kerkeraad. Uit naam van de classis overhandigde spreker een geschenk, in den vorm van eenige boeken, in houdende de verklaring van de Evan geliën. (Meerdere stoffelijke blijken van waardeering had de jubilaris van zijn gemeente e.a. reeds ontvangen). Door den heer De Vries, onderwijzer te Zevenhuizen werd gesproken na mens den heer van der Laan, hoofd der Bijz. school te Nijensleek, die door ernstige ongesteldheid niet aanwezig kon zijn. Verder voerden nog 't woord het kerkeraadslid, de heer J. Mulder, en namens de kerken van Beilen. Hij ken, Westerbork en Dwingeloo, de pre dikanten Kuipers, van Mantgem, Noor dewier en Smit. Toen de rij der sprekers gesloten was, trad de jubilaris nogmaals naar voren, en dankte diep bewogen voor 't vele goede hem bewezen. Ds. Dijkstra sprak nog een kort slotwoord en ging daarna voor in dankgebed. WAT PRETTIGER BEGRAVEN! De „N. R. C." weet mee te deelen, dat op een congres van begrafenisonderne mers te Chicago besloten is voortaan aan begrafenissen een prettiger kant te geven, door de doodkisten niet meer donker te kleuren, doch te laten schil deren „in de kleuren van den regen boog", als symbool van de hoop! Of daarbij ook steeds het symbool wijzen zal op de hoop, die niet be schaamt, valt te betwijfelen, voegt De Rotterdammer daaraan toe. OIL TEN EN LEGATEN. De Kerkeraad der Geref. Kerk van Piaam-Idsegahuizen (Fr.) ontving een gift van 1000 voor het pastoriefonds. Als het bouwfonds al toereikend is, mag de gift voor het tractement van den beroepen predikant worden ge bruikt. Ds. J. J. v. d. Schuit te Apeldoorn penningmeester van de Generale Zen- dingskas, der Chr, Ger. Kerk, ontving van de Chr. Geref. Gem. van Hilver sum een som van 1400, ten einde daarvan te bekostigen de passage van Ds. Bikker naar Indië. ARMENZORG. Te Neede zal vanwege de Ned. Herv. Gemeente een nieuw armenhuis wor den gesticht. ONTSLAG AANGEVRAAGD. De heer R. Huizenga, oud-directeur van de Kweekschool met den Bijbel te Groningen, heeft ontslag aange vraagd als inspecteur van Chr. Nat. Schoolonderwijs. ONDERWIJS IN DE FRIESCHE TAAL. Het hoofdbestuur van den „Bond v. Friesche vereenigingen buiten Fries land" (secretariaat: Van Blankenburg straat 100, Den Haag), bij welken bond zijn aangesloten 28 vereenigingen met te zamen ruim drie duizend leden, heeft aan den Minister van Onderwijs, K. en W. een adres gezonden, met ver zoek te bevorderen, dat er van Regee- ringswege worde benoemd een com missie met de opdracht, bet vraagstuk van het onderwijs in de Friesche taal zoowel aan de inrichtingen van lager, middelbaar en hooger onderwijs in Friesland, als aan de Nederlandsche Universiteiten, in het bijzonder die te Groningen, in zijn vollen omvang te bestudeeren en voorstellen ter rege ling van deze aangelegenheid in te dienen. BIDSTOND VOOR HET CHR. ONDERWIJS. Te Bodegraven zal ook dit jaar weer een bidstond worden gehouden voor 't Chr. onderwijs. Daartoe zal Ds. K. Schilder. Geref. predikant te Oegst- geest, in November op een avond in de Ned. Herv. Kerk voorgaan. VARIA. Ds. VV. de Jong, emeritus-predikant van de Geref. Kerk van Dalfsen, ver zoekt mede te deelen, dat zijn adres thans is; Weg naar Laren 73, Zutfen. BINNENLAND. DE VLUCHT VAN LUIT. KOPPEN. Toen luit. Koppen gisteren gedwon gen was een uur na zijn opstijgen te FEUILLETON. EBBA EN HELENE. 12) -o- „Je moeder...." sprak ze naden kend. „En hoe heerlijk zal het voor je zijn, weer een moeder te hebben. Je moe der is al lang dood, niet waar?" „Het wordt reeds zeven jaar," ver telde Ebba; „en sedert dien tijd heeft papa zich geheel in zijn boeken be graven. Het is, als verstopt hij zich daarachter, daar hij den treurigen toe stand in onze huiselijkheid liever niet wil zien, omdat hij te hulpeloos is, hem te veranderen. Maar juist gisteren heeft tante Louise een verstandig ge sprek met, hem gehad en weet je, voor haar is hij een beetje bang. Ja, het is heerlijk, dat ik weer een moeder krijg. Voor Helene zou 't ook goed zijn. Maar de heer Kunowsky's ouders zijn bei den reeds lang dood." „Dus die beidenwerkelijk?" „Ja." Het was een kort antwoord. Ebba gevoelde zich niet gerechtigd, de ge heimen van die verbintenis te verra den tenminste in dit uur, waarin haar eigen geluk en baar verhouding tot Andreas Alteneck nog zoo nieuw waren, wilde ze liever verder niet9 zeggen. „Vreemd!" zeide Andreas. „Ik heb dikwijls gedacht, als men dat meisje een gewoon japonnetje aantrekt en een landelijk kapsel maakte, dan zou ze eer leelijk dan mooi zijn. Ze maakt alleen indruk omdat ze rondloopt als een beeld uit BurneJones geknipt." „Neen, neen," beweerde Ebba ijverig, „ze is een bijzonder menschenkind en ik weet niet hoe het komt; men is ook in het dagelijksch leven altijd ver baasd over haar." „Of ze echter een man gelukkig mar ken kan. een goede huisvrouw kan zijn en kinderen weet op te voeden? Nu, dat zijn mijn zorgen niet. En aan mijn keus verbinden er zich geen!" Hij drukte, haast in overmoedige blijdschap, haar arm. Een twaalftal schreden vóór hem stonden Kunowsky en Helene te wach ten aan het tuinhek. „O, die zullen verbaasd zijnl" fluis terde Ebba lachend. Boven uit het venster van het dak kamertje scheen nog licht. Achter het doorschijnende grijze linnen van de rolgordijn zag men als een gele vlek. den omtrek van de studeerlamp. „Papa leest nog." zeide Ebba, „maai de hoofdonderwijzer en zijn vrouw zijn reed9 naar bed." Beneden in het huis woonden de eigenaars, een gepensionneerde hoofd onderwijzer met zijn vrouw, die steeds beweerden, niet naar bed te kunnen gaan vóór alle huisbewoners thuis wa ren. „Jullie hebt langzaam gewandeld," zeide Helene, toen ze aankwamen. „Dat heeft een oorzaak, die Ebba u dadelijk zal verklaren. Vindt ge hei goed, Kunowsky, om samen door de stad terug te gaan, in plaats van door het park? Ik geloof.'dat we verblijden de redenen hebben, wat meer met el kaar. bevriend te worden dan tot nu toe het geval is geweest," zeide An- di:eas Alteneck op zijn gewonen, vas ten toon, waardoor echter een groote vreugde klonk. „Wat?" riep Helene verbaasd. „Later," zeide Ebba. Goedennacht. Goedennacht!" De beide heeren bleven nog staan, tot Ebba de voordeur geopend had. Toen zagen ze daarbinnen een licht opsteken en gingen denzelfden weg terug, dien ze gekomen waren. De lichtstraal werd veroorzaakt door een brandende kaars, van de vrouw van den hoofdonderwijzer Möller, die, met de nachtmuts op en een blaker in de hand, door een kier van de deur van haar slaapkamer keek. „Het is vanavond laat geworden. fluisterde ze, want haar echtgenoot snorkte reeds; „ik dacht al, dat de da mes iets overkomen was! Wilt u dit licht hebben?" „O. dank u wel," zeide Ebba, nam den lagen blaker met den breeden on derrand aan en steeg de trap op. ..De wijze maagd," spotte Helene achter haar. „Laten we maar niet uitmaken, wie de dwaze en wie de wijze maagd van ons is." „Het is aardig, dat er voor ons bei den een bruidegom kwam," zeide He lene en deed geeuwend haar mantei af. „Is dat alles, wat ge te zeggeii hebt?" vroeg Ebba verbitterd. Helene nam baar den blaker uit de hand en zette hem voorzichtig op het gangtafeltje. Toen legde ze de beide handen op Ebba's schouders en keek haar in de oogen. „Is zwijgen niet bet beste? Gij en ik, tot gisteren nog twee arme, kleine schapen, samen opgesloten in een ar- moedigen stal zijn plotseling van elkaar gescheiden. Kunowsky en Alte neck zullen zeker dikwijls bij elkaar op thee komen en menig feestgebraao samen verorberen. Maar wij zullen elkaar niets wijsmaken. Sedert giste ren veracht ge mij. En dat scheidt ons innerlijk, want dat verdraag't mijn trots niet." „Helene!" riep Ebba. „ik jou verach ten?! Ik begrijp je niet. Juist omdat ik je zoo grenzenloos liefheb, begrijp ik niet, hoe men zich zonder liefde geven kan. Ik ben angstig voor je, ik heb medelijden met je!" „Medelijden?" zeide Helene, en uit haar oogen schoten vonken; „wat een dwaasheidl Ik ben de gelukkigste vrouw van de wereld." Ze breidde haar armen uit en maak te met haar lange, dunne vingei-9 een vreemd krakend geluid, als greep ze en drukte ze iets samen. Allahabad weder te landen, heeft de hecrscliende moesson hem bij de lan ding op liet vliegveld van Brambauli zeer gehinderd. Op het door den regen drassige terrein zakte het toestel een voet in den modder weg. De geheele dag werd doorgebracht om het vlieg tuig weder voor den verderen tocht in orde te brengen. Reuter seint uit Allahabad d.d. gis teren: Luitenant Koppen is hedenochtend te 9 uur 40 minuten op weg naar Ba tavia vertrokken. Te Calcutta aangekomen. Reuter seint nader uit Calcutta, dat luitenant Koppen daar te 15 uur 22 minuten is geland. Luitenant Koppen seint uit Calcutta d.d. 7 October aan het Anetakantoor: Wij zijn om halfvijf te Allahabad op gestegen en na een vlucht van 5Yt uur de Calcutta gedaald. Wij hadden een goede reis en het weer was mooi. De Hollandsche consul was op het terrein aanwezig om ons te verwel komen. Morgen vertrekken wij naar Akyab. Reuter seinde uit Calcutta d.d. 7 Oc tober; Luitenant Koppen kwam hier van daag om 3 uur 10 min. in het zicht, vloog hoven de stad rond en landde vervolgens op het vliegveld Dumdum. Luitenant Koppen verklaarde in 'n interview, dat hij geen last meer met zijn machine had gehad, maar dat hij niet door wilde vliegen naar Akyab, omdat bet met bet oog op het licht daarvoor te laat zou worden. Hij stelt zich voor morgenochtend vróeg zijn tocht voort te zetten naar Akyab. Tot Rangoon kan hij niet doorvliegen, om dat het landingsterrein aldaar in zeer ongunstigen toestand verkeert tenge volge van de erop gehouden races. Misschien kan hij van Calcutta Bangkok bereiken, indien het weer in de Golf van Bengalen goed is. Luitenant Koppen zeide, dat de luchtgesteldheid in sommige deelen van Engelsch-Indië veel beter voor t vliegen blijkt dan Europa. Men heeft er veel minder last van „bumping". BESTELLINGEN IN HET BUITENLAND. De heer Kortenhorst, lid van de Tweede Kamer, heeft aan de minis ters van waterstaat en van binnenland sche zaken en landbouw de volgende vraag gesteld: Zijn de ministers bereid aan de Ka mer mede te deelen, welke pogingen door hen zijn aangewend, om een be stelling van kleinijzerwaren der Neder landsche Spoorwegen aan de Neder landsche nijverheid toegewezen te krijgen? DE TRAM TE ROTTERDAM. De gemeenteraad van Rotterdam heeft gisteravond na een langdurige discussie met 34 tegen 11 stemmen 't voorstel van B. en W. aangenomen, om met ingang van 15 October a.s. de tram tijdelijk als een gemeentebedrijf te exploiteeren. Tevens werd besloten voorloopig het tarief, de dienstrege ling en alle verdere het vervoer be treffende regelingen van R.E.T.M. voor loopig te handhaven, en met ingang van 15 October al het personeel met uitzondering van den directeur in zijn tegenwoordige indeeling in vasten dienst over te nemen. NEDERL. ROODE KRUIS. De Prins zal Woensdag 19 dezer te Harderwijk een voor de af deeling van het Roode Kruis aldaar te houden pro- paganda-avond voor het vredeswerk van het Ned. Roode Kruis bijwonen. Voorts is de Prins voornemens deel te nemen aan op Vrijdag 21 dezer door de rentmeesters van het kroondomein te houden excursies in Zeeuwsch- Vlaanderen. DE VERGADERZAAL DER TWEEDE KAMER. Na de veranderingen in de vergader zaal der Tweede Kamer aangebracht, werd erover geklaagd, dat thans een deel der Kamer van de perstribune af niet meer te zien was, hetgeen voor 't volgen der sprekers hinderlijk was. Thans is men bezig zoowel de lesse naars als den vloer der perstribune twintig centimeters omhoog te bren gen, waarmee men het euvel hoopt te hebben verholpen. „Je zult eens zien, wat ik van dien man maakl" „Maak hem slechts gelukkig! Zijn haast beangstigende liefde voor je ver dient het," sprak Ebba, aan wie dit gesprek een ontwijdend naspel geleek. „En gij: wees en maak gelukkig!" zeide Helene en gaf haar vriendin plot seling.een kus, vol natuurlijke teeder*- heid en deelneming. Maar Ebba was uit de stemming geraakt. „Heb daar maar geen zorg voor. Dat lijdt geen twijfel," antwoordde ze koel. „Wat ben je zeker! Ook menschen. die vrij van duizeligheid zijn, kunnen in den afgrond storten. Ebba scheen deze scherpe opmer king niet te liooren. „Ga je nog mee naar Papa?" vroeg ze. Helene bedacht zich. Die lieve, goe de oude man daar boven! Het was ze ker de moeite waard zijn verbazing, zijn hulpeloosheid, zijn vreugde te zien als hij hoorde, dat Ebba's lot zijn hart niet meer behoefde te verontrusten. Gisteren al, bij het groote nieuws, dat Helene betrof, had men hem kunnen pakken en kussen, zoo roerend was hij geweest. Helene dacht eraan dat ze, van haar vroegste jeugd af, de helft van alle liefde, de helft van alle zorg, die an ders Ebba's deel geweest zou zijn, mee genomen had. Nooit was het gevoel van onrechtvaardigheid, nooit de af gunst haar kinderhart binnengeslopen. (Wordt verrol»!)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5