LEIDENS ONTZET CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 6s'e JAARGANG DINSDAG 4 OCTOBER 1927 NUMMER 2247 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaalf 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse 1574 3 October 1927 Zoo :s dan voor de acht-en-dertigste maal sedert het oprichten der 3-Ücto- bervereeniging, Leidens ontzet her dacht. Maanden van tevoren, ja bijna het geheele jaar heeft de 3-Octoberver eeniging dezen dag voorbereid en we kunnen niet anders dan haar den lof toezwaaien dien zij rijkelijk heeft ver diend. Reeds dadelijk bij het ontvangen van den Officiéelen Feestgids hebben we mogen vaststellen, dat, zooals de volksmond het uitdrukt, de boel op pooten stond. Het keurige program ma was af tot in de puntjes. En dat is niet zoo maar één, twee, drie tot stand gekomen. Wij, die in één dag al dat schoons hebben gezien kunnen ons niet voorstellen wat al werk er ge- geschied is om dat alles zoo keurig in elkaar gezet te krijgen. Dat heeft heel wat hoofdbrekens gekost en hier past dan ook een woord van warme hulde en dank aan het bestuur der 3-Octo- bervereeniging, dat tegen geen moeite opzag, maar alles in het werk heeft gesteld om den Leidenaars een onver- getelijken dag te bezorgen. Aanvang der feestelijkheden. Reeds Zaterdag 3 October is een aanvang gemaakt met de feestelijk heden door de opening van het Luna- park (Schuttersveld) te 3 uur des na middags. Jammer dat de regen tegen den avond veel heeft bedorven, waar door de belangstelling niet zoo groot was als anders verwacht mocht wor den. De toestand van het veld was echter, ondanks de onophoudelijke regen, vrij goed, dank zij de grondige bewerking die vooraf was gegaan. Ruim 150 vermakelijkheden, waar onder vele nieuwigheden, wisten de menschen op allerlei manier bezig te houden. De Reveille. Op hetzelfde oogenblik, dat van de trappen van het stadhuis, het Leid- sche Politie Muziekgezelschap, het oude Wilhelmus deed weerklinken door onze Breestraat, had Patrimo- nium's Jeugd: de „Leeuwkentroep" en „Hestia" zich opgesteld voor het monument van het Leidsche Drie manschap. Met wapperende vlaggen en onder de vroolijke tonen van de Padvindersband waren ze komen aan- inarcheeren deze jongens en meisjes, in krachtigen, stevigen pas. Wat ze daar kwamen doen? Wèl het volk, dat zijn groote man nen eert. Daar roffelt de trom, even later valt de turksehe in, dan schettert het uit de trompetten; geblazen door jonge veerkrachtige Padvindersmonden: het Generaal Saluut. Op hetzelfde oogenblik ook neigen de vaandels, heffen zich 80 jeugdige armen tot een eere-saluut. Neen niet om die klomp steen. Geen stofvergo- ding; het is een eere-groet aan de na gedachtenis dier onverschrokken hel den, die ten voorbeeld aan het vaak zielloos nageslacht, hebben pal ge staan toen iedereen haast de moed liet zinken en men zelfs over onderhande len met den gehaten vijand dorst spre ken. In alle vroegte en stilte, door weinigen opgemerkt is deze eenvou/ dige plechtigheid een daad geweest van stille vereering voor Gods macht en der vaderen heldenmoed. Na het saluut bij het Monument werd gemarcheerd langs de Garen- markt en voor het standbeeld van v. d. Werf gedefileerd. In de stad bleek al heel wat belang stelling voor dit vroege gebeuren te zijn; velen kwamen buiten om onze P.J.C.'ers te zien voorbij marcheeren. Gaat zoo voort Patrimonium's Jeugd-Centrale, gij toondet ook hier weer onze jeugd te bepalen bij iets anders dan bij feestlol alleen. De Koraalmuziek. Ook dit jaar gaf de traditioneele Koraalmuziek vóór het standbeeld van burgemeester van der Werff weer een mooie wijding aan het feest van Leiden's Ontzet. Tegen 8 uur hadden duizenden bij duizenden op het Steenschuur en van der Werffpark plaats genomen om te luisteren naar de gewijde zang en mu ziek. Door het opstellen van twee Phi lips' luidsprekers werd het ten gehoo- re gebrachte op duidelijke wijze in de verre ruimte overgebracht. De leiding was dit jaar in handen van den musicus Leo Mens alhier, die zich op uitnemende wijze van zijn taak kweet. Telkens werden door den omroep de te zingen nummers aan de menigte aangekondigd, alles zeer duidelijk te verstaan. Achtereenvolgens werden de vol gende liederen gezongen: 1. Wilt he den nu treden; 2. Psalm 118; 3. Gode alleen zij de eer; 4. Gelukkig Vader land; 5. Bergen op Zoom; 6. O, Neder land, let op Uw zaak; Het lied van Koppelstuk; 8. Wien Neerlands Bloed, en 9. Wilhelmus. Alvorens het laatste nummer werd uitgevoerd werden de Leidenaars op iets nieuws verrast. Door den omroep werd aangekon digd dat alvorens het laatste nummer zou worden uitgevoerd, onze Burge meester, de heer Mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen, een enkel woord tot Lei den's burgerij zqu richten. Met handgeklap werd deze mede- deeling begroet. z Nadat aan het standbeeld van bur gemeester van der Werff een krans was gehecht, trad de burgemeester vóór de microfoon en hield, met dui delijke krachtige stem, tot de duizen den belangstellenden de vólgenden toespraak: Waarde Medeburgers van Leiden! Begunstigd door schitterend weer hebben we als Leidenaars hier mogen luisteren naar de heerlijke klanken.; van zang en muziek, waarin de groo te heldendaden van onze vroegere me deburgers zijn herdacht. Staande aan de voet van het Stand beeld van onzen grooten burgemeester van der Werff, brengen wij dank en hulde aan hem en aan Leidens bur gerij voor wat zij in 1574 voor het heil van onze stad en het heil van ons Va derland onder Gods zegen hebben ge trotseerd en tot stand gebracht. Laat ons hun groote daden geden ken door allen in te stemmen met het lied van Willem van Oranje de grond legger en de Vader des Vaderlands en in hem hulde brengen aan onze ge liefde Koningin, die op dezen dag met ons in gedachte medeleeft. Een luid applaus, steeg uit de me nigte, na de korte, kernachtige toespraak op, waarop ons bekende Wilhelmuslied werd aangeheven. Nadat de zang geëindigd was, kwam de omroeper weer voor de microfoon en stelde vóór, een lang leve onze nieuwe burgemeester aan te heffen, waaraan spontaan voldaan werd. 't Was een treffend, geestdriftig moment. Haring en Wittebrood, Hiermede was de Koraalmuziek af» geloopen en ging de groote stroom naar de Aalmarkt waar plaats had de uitreiking der Feestgave „Haring en Wittebrood" aan 2655 personen. Een vroolijke bedrijvigheid heerschte in het Waaggebouw waar de honderden de feestgave in ontvangst kwamen nemen. Door de fa. van Nelle werden weder, zooals ieder jaar, gratis koffie en tabak uitgereikt, zoodat onze ar men rijkelijk begiftigd huiswaarts keerden. Op het Waaghoofd gaf de Harmo- nievereeniging „T. en D." een popu lair concert onder leiding van haar directeur, den heer H. Noordanus. Ter afwisseling was er Philips' Radio-mu- ziek, welk© door een grooten luidspre ker zeer ver te hooren was. De godsdienstoefeningen* In de Pieterskerk, sinds 3 Oct. 1574 ver maard in 's lands historie, was gister morgen een buitengewoon talrijke schare opgekomen, om op die geheel eenige plaats te gedenken, wat God voor Leiden en voor ons vaderland in ,,'t jaer van lijden swaer" heeft willen doen. Terwijl gezongen werd Gez. 171 1, 3 en 8, betrad Ds. J. W. Groot Enze- rink den kansel. Deze las Psalm 34 en herinnerde er daarna aan, hoe op 3 Oct. 1574, een Zondag, des morgens te ruim 8 uur dt Pieterskerk reeds tot in de nokken gevuld was met een bonte menigte, vanaf den Admiraal tot den armsten Leidschen bedelaar. De eenig overgebleven predikant Pie- ter Cornelisz liet de schare een psalm zingen om God te danken en Hem te eeren, en het gezang smolt weg in tranen. Welk kerkgebouw heeft een historie als onze Pieterskerk? Spr, had tot tekst Rom. 9 28 slot: de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde. Spr. herinnerde er aan, hoe altijd God het weer is Die d© geschiedenis maakt. Dat ook gedaan heeft in onze goede stad, waar in Zijn kracht een belangrijk deel van den strijd voor de vrijheid van godsdienst is gestreden. God heeft hier daarmee ook een afgesneden, een voor de menschheid onmogelijke zaak gedaan. Met verschillende historische aanha lingen teekende spr. een beeld van Leidens wee en zegepraal. Weer „fluisteren deze gewelven van 's lands historie" in onze hoofd kerk. Toen Psalm 9 werd gezongen werd gevoeld, dat geen plaats zich daartoe op dezen dag meer leent dan deze kerk, waar eenmaal, volgens Hooft, de harten van vroolijkheid, de oogen van tranen overliepen. Aan 't slot werden twee coupletten van net Wilhelmus staande gezongen. Onder de aanwezigen merkten we o.m. op onzen Burgemeester en zijn echtgenoote, wethouder Reimeringer, alsook onzen oud-Burgemeester, Jhr. N. C. de Gijselaar. Ook in de Geref. Kerk was de dienst druk bezocht. De Hooigrachtkerk was tamelijk wel geheel gevuld. Ds. H. J. Kouwenhoven ging hier voor. Z.Eerw. had tot tekst gekozen Ps. 77 15 en 16. Aan de hand hiervan behandelde Spr. het geheele beleg en ontzet vanaf het eerste beleg in het najaar van 1573 tot aan den ge- denkwaardigen 3 Oct. 1574 toe. Op de hem eigen wijze wist Ds. Kouwenho ven de met aandacht luisterende gemeente bij de groote daden die God deed te bepalen. God was het die niet alleen den wind beschikte om de wa teren op te stuwen, zoodat het water uit Delfland en Maasland, Rijnland kon binnen stroomen, maar die 't ook zoo bestierde dat de weigering van Valdez om vrijgeleide te geven aan de onderhandelaars er toe leidde dat de stad voor den Prins behouden bleef. Nog meer historische bijzonderheden werden van uit de beteekenis van den tekst belicht. Ook hier was de dienst in de Kerk een der meest indrukwekkende ge deelten van het feest. In de Chr. Geref. Kerk ging gister morgen voor Ds. S. v. d. Molen van Lisse, die in verband met Psalm 77 vs. 10, 11 en 12 de geschiedenis van Leidens beleg en ontzet verhaalde en wees op de hand Gods in onze historie. Des avonds trad in den dankstond Ds. Joh. Jansen op, die tot tekst hö.d 1 Sam. 5 15 (de val van Dagon). In het kerkgebouw der Geref. Gem. sprak gistermorgen de heer W. C. La- main, Theol. student, naar aanleiding van 2 Kon. 19 14 e.v. (Hiskia, die de brieven voor het aangezicht des Hee- ren uitspreidde). Spr. wees er op dat de verlossing alleen van den Heere komen moet. Bespeling van het Carillon. Gedurende de morgenuren van 10 11.30 uur werd door den heer R. H. Th. van Leeuwen het carillon in den toren van het Stadhuis bespeeld. In beweging gebracht door een meester hand deden de klokken ,hun mooiste klanken hooren en klonken de va-' derlandsche liederen vroolijk over onze goede stad. Springen der Fontein^ De Fontein op de Vischmarkt, die anders meestal werkeloos staa^was ter eere van dezen dag ook in king gesteld, zooals telken jare„ hielp aldus mee om het vroolijke a: peet van de stad te verhoogen. Volksvermakelijkheden. Intusschen gingen de volksverma kelijkheden op het Feestterrein „Schuttersland" hun gang en bewo gen zich honderden menschen langs de tenten en kramen en vermaakten zich kostelijk in de „vergenoegingspa- leizen". De Leidsche Hout. Het glanspunt van den dag was, zooals altijd, de optocht. Het was een sympathiek idee van het Bestuur der 3-Octobervereeniging om daarvoor als onderwerp te kiezen: „De Leidsche Hout". De Leidsche Hout is een toekomst beeld da.L-alle--oprechte Leidenaars zich voor oogen stellen als iets zee» begeerlijks. x En dat niet alleen Leidenaars met de plannen meeleven moge blijken uit het volgende epistel, dat ontvangen is van een Amerikaan van Nederland-/ sche geboorte: „Ofschoon geen Leidenaar, dochi Amerikaan van Hollandsche geboor te, ben ik toch met historische banden aan Uw goede stad verbonden en ge voel ik mij altijd thuis in Uw midden. Ik ben dan ook donateur van Uw vqr- eeniging en ik deel telken jare met'U in de feestvreugde van den 3en Octo ber, die mij herinnert aan het roem rijk verleden Uwer stad. Tot mijn leedwezen ben ik echter ditmaal ver hinderd Uw feest bij te woneni maar ik wil toch gaarne mijn bijdrage zenden voor het goede doel uat Uwe Vereeniging thans beoogt doof het tot stand brengen van den Leidschen Hout, waarmede ik van harte instem. Ik sluit dan ook hierbij in een Vhèque van 100 en wensch U goed succes met het bijeenbrengen der n^odig© gelden". Dergelijke blijken vany sympathie geven moed en als de Leidenaars nu zelf goed hun best doen en metjeheJ- pen dan kan de Leidsche Hout er spoedig zijn. De optocht van gistermiddag is prachtig geslaagd. Reeds veel hebben we over den optocht geschreven en bij het publiek was reeds een klein ver moeden wat er komen zou. Maar dat het zoo zou riin als het was dat had zeker niemand gedroomd behalve dan de heel diep ingewijden. Voorop ging een rijtuig waarin de commissaris van politie. Dan kwam de vaandelwacht, bestaande uit een tiental heeren, waarvan er een het sierlijk door den heer H. Harmsen be werkte vaandel der 3-Octobervereeni- ging droeg. Daarachter volgde de mu ziek en dan kwamen de rijtuigen waarin de leden van het Bestuur der 3-Octobervereeniging. Vier bazuinblazers daarachter de# den den volke kond dat er iets' zeer schoons was t© zien. Vervolgens kwam d© deftige heraut dragende de Leid» sche vlag. Wat we dan te zien krijgen is eigen lijk een extract van wat we ontvan gen zullen in den Leidschen Hout. K.t bosch zooals het in onze kinder verbeelding bestond was bevolkt met sprookjes-figuren. De meestt sprook jes die we met een tintelende span ning lazen speelden in het bosch tus- sthen de dikke stammen in lugubere holen, in pittoreske huisjes. Later toen we grooter werden hebben meegeleefd in de verhalen van ridders en jonkvrouwen die d© groote jacht feesten organiseerden en het wilde everzwijn najaagden dikwijls met le vensgevaar. Thans kennen we het bosch anders. De sprookjesfiguren hebben pla gemaakt voor de levende werkelijk heid. We kennen het bosch vooral uit de vacantie als het summum van ge not, als een plaats vol verrassingen, als een wereldje van loutere vreugde. Wat al poëzie schuilt er tusschen die roerlooze stammen, wat al ge heimzinnigheid is er in de geluiden van het bosch. We voelen ons als in een geheimnisvol oord, dat nog be volkt wordt door de dwergmannetjes waar de planten en vogels en de die ren tot ons spreken en waar schoone nymfen langs ons zweven en soms als er niemand aanwezig is rondedansen maken om de dikste stammen. We voe len zoo zuiver de waarheid van de re gels: Mij spreekt de blomme een tale Mij is het kruid beleefd Mij groet het altemale Wat God geschapen heeft. Het bosch is ook de plaats van de minne. De plaats waar Amor de mees te successen behaalt, de plaats waar de idylle zoo licht de nuchterheid doet wijken van den meest nuchteren mensch, de plaats waar het proza plaats maakt voor de poëzie. Er is geen mensch die den weldadigen in vloed van het bosch niet ondergaat, zoodra hij binnenschrijdt in den tem pel van het ongekorven hout. Al deze dingen en nog veel meer liet de optocht ons zien. Ze was verdeeld in drie afdeelin- gen: A. Het Bosch en de Menschheid; Het bosch en zijn bewoners; C. Het iwelijk van de Leidsche Hout met d^Leidsche Burgerij. Öe eerst© afdeeling bestond uit vijf wageri-s. De eerste wagen stelde voor: Het bosch en het sprookje. Daarop za gen we de verschillende sprookjesfi guren uit onze jeugd levendig voor ons: de verschrikkelijke draak ;met zijn grimmige muil geflankeerd door den ridder en *de maagd; Moeder de gans; Roodkapje; Hans en Grietje en de booze heks, die uit het jannenkoek- huisje loert. Voor de wagen uit liepen Klein Duimpje en zijn broertjes; ter wijl de Schoone Slaapster op haar bed meegevoerd werd. De tweede wagen liet\ ons zien: jachttafereelen uit vroegeh, eeuwen, met ridders en jonkvrouwen, terwijl de derde wagen ons de moderhe sport deed zien in het bosch, n.l. eeh pad vinderskamp, waarvoor uitreed een moderne jagerstoet. De vierde wagen bracht iets geheel anders. Hij stelde voor de vier Jaar getijden des levens, de jeugd spelend in de ontluikende natuur; de volrijpe gezondheid van den mensch in den zomer. Verder de herfst, tijd van ap pelen en peren en regen, terwijl de winter voorgesteld wordt als twee oudjes di© gebogen zitten op 'n omge vallen boom in de sneeuw. De vijfde wagen werd bevolkt door een twaalftal kabouters in hun eigen aardige kleederdracht zittend onder en tusschen de paddestoelen. De zesde wagen was de eerste van afdeeling B. Ze stelde voor een aantal liev© boschnymfen, die dansen rond om een koepeltje, terwijl we in de ver beelding hun zoeten zang hooren, mystiek en geheimzinnig. De zevende wagen toonde ons de dieren uit 't Woud; vogels, vlinders, bijtjes en eekhorentjes, idyllisch saamgegroept, terwijl de achtste wa gen ons deed zien de bloemen uit het woud, een bonte mengeling in kostba re costuums van rozen, papavers, zon nebloemen, lelie's, viooltjes enz. De negend© wagen bracht ons een woudidylle: een paartje tusschen groen en bloemen, genietend van jeugd en verliefdheid, terwijl een kod- deheiev oen walrend ooaie In 't zeil ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/a cent Ingezonden Mcdedeelingen dubbel tariei Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. De herdenking van Leidens Ontzet. De „Postduif is te Abushire geland. Zendeling Bikker naar Indië ver- troklten. Buitenland Een nederlaag der Noordelijken in China. De viering van Hindenburg's 80sten verjaardag. De Beriijnsche tramstaking is nog op het laatste oogenblik afgelast- Opwinding onder de troepen in de stad Mexico. houdt. Amor richt zijn pijl op de har ten der minnenden. De laatste wagen toonde de tegen standers van den Leidschen Hout: Jan Salie, Nurks, de Gierigheid, de Be krompenheid en de Domheid met achter zich een heldenfiguur met zwaard, trachtend de tegenstanders te onderwerpen. De laatste afdeeling spande de kroon hoewel ze slechts uit twee wa gens bestond. Op de eerste wagen zit het gelukkige paar, terwijl de zon en 't water hun geschenken aanbieden. De tweede wagen laat zien de trappen van het stadhuis, waarop de Leid sche Stedemaagd het huwelijk van de Leid sche Hout en de Leidsche Burgerij in zegent. De stoet werd gesloten door een be- delwagen. Een aantal visschers visch- ten de gaven der burgers voor de Leid sche Hout op. Het was een lange kleurige stoet vol afwisseling, waarvan het ons onmo gelijk is de finesses te beschrijven. We kunnen niet anders dan den ontwerper, den heer Nico de Jong, on zen lof brengen, om niet te vergeten den heer Jan Franken, die zorgde voor de teekeningen en de artistieke ver zorging. Een viertal muziekcorpsen tusschen de afdeelingen van den optocht zorg den voor de noodige afwisseling. Duizenden en nog eens duizen- de menschen hadden zich opgesteld langs den weg waarlangs de stoet kwam. De belangstelling was gewel dig. In „Prediker". Er waren verleden week vele, die wat sceptisch stonden tegenover het plan der Christ. Oranjevereeniging, behalve de morgengodsdienstoefenin gen, ook des avonds Christelijk Lei den bijeen te roepen voor een herden king van Leidens Ontzet volgens ons beginsel. Zij zullen echter als zij gisterenavond in de Janvossensteeg geweest zijn wel gezien hebben, dat hun vreeze ongegrond was, want de groote, de vergroote zaal van „Predi ker" was tot berstens toe gevuld, en velen, zeker wel honderden te- leurgestelden moesten afgewezen wor den. Ds. Thomas opende de samenkomst, liet zingen Ps. 66 2, ging voor in ge bed en sprak vervolgens een kort ope ningswoord. waarin hij de aanwezi gen hartelijk welkom heette, in 't bij zonder het Dagelijksch Bestuur der gemeente, vertegenwoordigd door wethouder Goslinga, den heer Feyten, den voordrachtkunstenaar en den heer Plu met zijn staf (zijn naam is klein, zijn daden bennen groot!) Spr. wees er op, dat hij kort zal zijn. aan gezien het in de bedoeling liet. de sa menkomst om half 10 te beëindigen. Nadat vervolgens het Wilhelmus gezongen was, gaf de voorzitter aan het strijkje gelegenheid een nummer tje muziek ten gehoor'e te brengen. Daarna was het woord aan den de clamator, den heer J. L. Feyten, die eerst een lied over de Nederlandsche vlag voordroeg en vervolgens „Scheepspraat" van Huygens. Met spanning luisterde de talrijke aanwe zigen; ge kondt 't op de gezichten le zen. Vervolgens sprak Ds. Thomas de feestrede uit. Spr. wees er in schoone, beeldrijke taal up, dat het ten slotte niet de volharding der uitgehongerde Leidenaars, niet den moed van Van Ier Werff en de zijnen, niet het staat- inansbeleid van Prins Willem, niet de vermetelheid der Watergeuzen, niet de afgematheid der Spaansche troe pen, ook niet het ineenvallen van een stuk muur is geweest, waaraan Lei den zijn behoud te danken had, doch aan God, die de Heer der winden is. Toen als nu waren het de bidders en bidsters waarop de benauwd© veste dreef. En ook wij in onze dagen zijn met dankbaarheid vervuld, dat God den strijd onzer vaderen voor de vrije uitoefening der Gereformeerde religie met zulk een zegen heeft bekroond. Die eigen kijk dien het Christel if

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1