LEIDENS ONTZET
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
6s'e JAARGANG
DINSDAG 4 OCTOBER 1927
NUMMER 2247
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
1574
3 October
1927
Zoo :s dan voor de acht-en-dertigste
maal sedert het oprichten der 3-Ücto-
bervereeniging, Leidens ontzet her
dacht.
Maanden van tevoren, ja bijna het
geheele jaar heeft de 3-Octoberver
eeniging dezen dag voorbereid en we
kunnen niet anders dan haar den lof
toezwaaien dien zij rijkelijk heeft ver
diend.
Reeds dadelijk bij het ontvangen
van den Officiéelen Feestgids hebben
we mogen vaststellen, dat, zooals de
volksmond het uitdrukt, de boel op
pooten stond. Het keurige program
ma was af tot in de puntjes. En dat is
niet zoo maar één, twee, drie tot stand
gekomen. Wij, die in één dag al dat
schoons hebben gezien kunnen ons
niet voorstellen wat al werk er ge-
geschied is om dat alles zoo keurig in
elkaar gezet te krijgen. Dat heeft heel
wat hoofdbrekens gekost en hier past
dan ook een woord van warme hulde
en dank aan het bestuur der 3-Octo-
bervereeniging, dat tegen geen moeite
opzag, maar alles in het werk heeft
gesteld om den Leidenaars een onver-
getelijken dag te bezorgen.
Aanvang der feestelijkheden.
Reeds Zaterdag 3 October is een
aanvang gemaakt met de feestelijk
heden door de opening van het Luna-
park (Schuttersveld) te 3 uur des na
middags. Jammer dat de regen tegen
den avond veel heeft bedorven, waar
door de belangstelling niet zoo groot
was als anders verwacht mocht wor
den. De toestand van het veld was
echter, ondanks de onophoudelijke
regen, vrij goed, dank zij de grondige
bewerking die vooraf was gegaan.
Ruim 150 vermakelijkheden, waar
onder vele nieuwigheden, wisten de
menschen op allerlei manier bezig te
houden.
De Reveille.
Op hetzelfde oogenblik, dat van de
trappen van het stadhuis, het Leid-
sche Politie Muziekgezelschap, het
oude Wilhelmus deed weerklinken
door onze Breestraat, had Patrimo-
nium's Jeugd: de „Leeuwkentroep"
en „Hestia" zich opgesteld voor het
monument van het Leidsche Drie
manschap. Met wapperende vlaggen
en onder de vroolijke tonen van de
Padvindersband waren ze komen aan-
inarcheeren deze jongens en meisjes,
in krachtigen, stevigen pas.
Wat ze daar kwamen doen?
Wèl het volk, dat zijn groote man
nen eert.
Daar roffelt de trom, even later valt
de turksehe in, dan schettert het uit
de trompetten; geblazen door jonge
veerkrachtige Padvindersmonden: het
Generaal Saluut.
Op hetzelfde oogenblik ook neigen
de vaandels, heffen zich 80 jeugdige
armen tot een eere-saluut. Neen niet
om die klomp steen. Geen stofvergo-
ding; het is een eere-groet aan de na
gedachtenis dier onverschrokken hel
den, die ten voorbeeld aan het vaak
zielloos nageslacht, hebben pal ge
staan toen iedereen haast de moed liet
zinken en men zelfs over onderhande
len met den gehaten vijand dorst spre
ken. In alle vroegte en stilte, door
weinigen opgemerkt is deze eenvou/
dige plechtigheid een daad geweest
van stille vereering voor Gods macht
en der vaderen heldenmoed.
Na het saluut bij het Monument
werd gemarcheerd langs de Garen-
markt en voor het standbeeld van v.
d. Werf gedefileerd.
In de stad bleek al heel wat belang
stelling voor dit vroege gebeuren te
zijn; velen kwamen buiten om onze
P.J.C.'ers te zien voorbij marcheeren.
Gaat zoo voort Patrimonium's
Jeugd-Centrale, gij toondet ook hier
weer onze jeugd te bepalen bij iets
anders dan bij feestlol alleen.
De Koraalmuziek.
Ook dit jaar gaf de traditioneele
Koraalmuziek vóór het standbeeld
van burgemeester van der Werff weer
een mooie wijding aan het feest van
Leiden's Ontzet.
Tegen 8 uur hadden duizenden bij
duizenden op het Steenschuur en van
der Werffpark plaats genomen om te
luisteren naar de gewijde zang en mu
ziek. Door het opstellen van twee Phi
lips' luidsprekers werd het ten gehoo-
re gebrachte op duidelijke wijze in
de verre ruimte overgebracht.
De leiding was dit jaar in handen
van den musicus Leo Mens alhier, die
zich op uitnemende wijze van zijn
taak kweet. Telkens werden door den
omroep de te zingen nummers aan
de menigte aangekondigd, alles zeer
duidelijk te verstaan.
Achtereenvolgens werden de vol
gende liederen gezongen: 1. Wilt he
den nu treden; 2. Psalm 118; 3. Gode
alleen zij de eer; 4. Gelukkig Vader
land; 5. Bergen op Zoom; 6. O, Neder
land, let op Uw zaak; Het lied van
Koppelstuk; 8. Wien Neerlands Bloed,
en 9. Wilhelmus.
Alvorens het laatste nummer werd
uitgevoerd werden de Leidenaars op
iets nieuws verrast.
Door den omroep werd aangekon
digd dat alvorens het laatste nummer
zou worden uitgevoerd, onze Burge
meester, de heer Mr. A. v. d. Sande
Bakhuyzen, een enkel woord tot Lei
den's burgerij zqu richten.
Met handgeklap werd deze mede-
deeling begroet. z
Nadat aan het standbeeld van bur
gemeester van der Werff een krans
was gehecht, trad de burgemeester
vóór de microfoon en hield, met dui
delijke krachtige stem, tot de duizen
den belangstellenden de vólgenden
toespraak:
Waarde Medeburgers van
Leiden!
Begunstigd door schitterend weer
hebben we als Leidenaars hier mogen
luisteren naar de heerlijke klanken.;
van zang en muziek, waarin de groo
te heldendaden van onze vroegere me
deburgers zijn herdacht.
Staande aan de voet van het Stand
beeld van onzen grooten burgemeester
van der Werff, brengen wij dank en
hulde aan hem en aan Leidens bur
gerij voor wat zij in 1574 voor het heil
van onze stad en het heil van ons Va
derland onder Gods zegen hebben ge
trotseerd en tot stand gebracht.
Laat ons hun groote daden geden
ken door allen in te stemmen met het
lied van Willem van Oranje de grond
legger en de Vader des Vaderlands en
in hem hulde brengen aan onze ge
liefde Koningin, die op dezen dag met
ons in gedachte medeleeft.
Een luid applaus, steeg uit de me
nigte, na de korte, kernachtige
toespraak op, waarop ons bekende
Wilhelmuslied werd aangeheven.
Nadat de zang geëindigd was, kwam
de omroeper weer voor de microfoon
en stelde vóór, een lang leve onze
nieuwe burgemeester aan te heffen,
waaraan spontaan voldaan werd.
't Was een treffend, geestdriftig
moment.
Haring en Wittebrood,
Hiermede was de Koraalmuziek af»
geloopen en ging de groote stroom
naar de Aalmarkt waar plaats had de
uitreiking der Feestgave „Haring en
Wittebrood" aan 2655 personen. Een
vroolijke bedrijvigheid heerschte in
het Waaggebouw waar de honderden
de feestgave in ontvangst kwamen
nemen. Door de fa. van Nelle werden
weder, zooals ieder jaar, gratis koffie
en tabak uitgereikt, zoodat onze ar
men rijkelijk begiftigd huiswaarts
keerden.
Op het Waaghoofd gaf de Harmo-
nievereeniging „T. en D." een popu
lair concert onder leiding van haar
directeur, den heer H. Noordanus. Ter
afwisseling was er Philips' Radio-mu-
ziek, welk© door een grooten luidspre
ker zeer ver te hooren was.
De godsdienstoefeningen*
In de Pieterskerk, sinds 3 Oct. 1574 ver
maard in 's lands historie, was gister
morgen een buitengewoon talrijke
schare opgekomen, om op die geheel
eenige plaats te gedenken, wat God
voor Leiden en voor ons vaderland in
,,'t jaer van lijden swaer" heeft willen
doen.
Terwijl gezongen werd Gez. 171 1,
3 en 8, betrad Ds. J. W. Groot Enze-
rink den kansel. Deze las Psalm 34 en
herinnerde er daarna aan, hoe op 3
Oct. 1574, een Zondag, des morgens te
ruim 8 uur dt Pieterskerk reeds tot
in de nokken gevuld was met een
bonte menigte, vanaf den Admiraal
tot den armsten Leidschen bedelaar.
De eenig overgebleven predikant Pie-
ter Cornelisz liet de schare een psalm
zingen om God te danken en Hem te
eeren, en het gezang smolt weg in
tranen. Welk kerkgebouw heeft een
historie als onze Pieterskerk?
Spr, had tot tekst Rom. 9 28 slot:
de Heere zal een afgesneden zaak
doen op de aarde. Spr. herinnerde er
aan, hoe altijd God het weer is Die d©
geschiedenis maakt. Dat ook gedaan
heeft in onze goede stad, waar in Zijn
kracht een belangrijk deel van den
strijd voor de vrijheid van godsdienst
is gestreden. God heeft hier daarmee
ook een afgesneden, een voor de
menschheid onmogelijke zaak gedaan.
Met verschillende historische aanha
lingen teekende spr. een beeld van
Leidens wee en zegepraal.
Weer „fluisteren deze gewelven
van 's lands historie" in onze hoofd
kerk.
Toen Psalm 9 werd gezongen werd
gevoeld, dat geen plaats zich daartoe
op dezen dag meer leent dan deze
kerk, waar eenmaal, volgens Hooft,
de harten van vroolijkheid, de oogen
van tranen overliepen.
Aan 't slot werden twee coupletten
van net Wilhelmus staande gezongen.
Onder de aanwezigen merkten we
o.m. op onzen Burgemeester en zijn
echtgenoote, wethouder Reimeringer,
alsook onzen oud-Burgemeester, Jhr.
N. C. de Gijselaar.
Ook in de Geref. Kerk was de dienst
druk bezocht. De Hooigrachtkerk was
tamelijk wel geheel gevuld.
Ds. H. J. Kouwenhoven ging hier
voor. Z.Eerw. had tot tekst gekozen
Ps. 77 15 en 16. Aan de hand hiervan
behandelde Spr. het geheele beleg en
ontzet vanaf het eerste beleg in
het najaar van 1573 tot aan den ge-
denkwaardigen 3 Oct. 1574 toe. Op de
hem eigen wijze wist Ds. Kouwenho
ven de met aandacht luisterende
gemeente bij de groote daden die God
deed te bepalen. God was het die niet
alleen den wind beschikte om de wa
teren op te stuwen, zoodat het water
uit Delfland en Maasland, Rijnland
kon binnen stroomen, maar die 't ook
zoo bestierde dat de weigering van
Valdez om vrijgeleide te geven aan de
onderhandelaars er toe leidde dat de
stad voor den Prins behouden bleef.
Nog meer historische bijzonderheden
werden van uit de beteekenis van den
tekst belicht.
Ook hier was de dienst in de Kerk
een der meest indrukwekkende ge
deelten van het feest.
In de Chr. Geref. Kerk ging gister
morgen voor Ds. S. v. d. Molen van
Lisse, die in verband met Psalm 77
vs. 10, 11 en 12 de geschiedenis van
Leidens beleg en ontzet verhaalde en
wees op de hand Gods in onze historie.
Des avonds trad in den dankstond
Ds. Joh. Jansen op, die tot tekst hö.d
1 Sam. 5 15 (de val van Dagon).
In het kerkgebouw der Geref. Gem.
sprak gistermorgen de heer W. C. La-
main, Theol. student, naar aanleiding
van 2 Kon. 19 14 e.v. (Hiskia, die de
brieven voor het aangezicht des Hee-
ren uitspreidde). Spr. wees er op dat
de verlossing alleen van den Heere
komen moet.
Bespeling van het Carillon.
Gedurende de morgenuren van 10
11.30 uur werd door den heer R. H.
Th. van Leeuwen het carillon in den
toren van het Stadhuis bespeeld. In
beweging gebracht door een meester
hand deden de klokken ,hun mooiste
klanken hooren en klonken de va-'
derlandsche liederen vroolijk over
onze goede stad.
Springen der Fontein^
De Fontein op de Vischmarkt, die
anders meestal werkeloos staa^was
ter eere van dezen dag ook in
king gesteld, zooals telken jare„
hielp aldus mee om het vroolijke a:
peet van de stad te verhoogen.
Volksvermakelijkheden.
Intusschen gingen de volksverma
kelijkheden op het Feestterrein
„Schuttersland" hun gang en bewo
gen zich honderden menschen langs
de tenten en kramen en vermaakten
zich kostelijk in de „vergenoegingspa-
leizen".
De Leidsche Hout.
Het glanspunt van den dag was,
zooals altijd, de optocht.
Het was een sympathiek idee van
het Bestuur der 3-Octobervereeniging
om daarvoor als onderwerp te kiezen:
„De Leidsche Hout".
De Leidsche Hout is een toekomst
beeld da.L-alle--oprechte Leidenaars
zich voor oogen stellen als iets zee»
begeerlijks. x
En dat niet alleen Leidenaars met
de plannen meeleven moge blijken uit
het volgende epistel, dat ontvangen is
van een Amerikaan van Nederland-/
sche geboorte:
„Ofschoon geen Leidenaar, dochi
Amerikaan van Hollandsche geboor
te, ben ik toch met historische banden
aan Uw goede stad verbonden en ge
voel ik mij altijd thuis in Uw midden.
Ik ben dan ook donateur van Uw vqr-
eeniging en ik deel telken jare met'U
in de feestvreugde van den 3en Octo
ber, die mij herinnert aan het roem
rijk verleden Uwer stad. Tot mijn
leedwezen ben ik echter ditmaal ver
hinderd Uw feest bij te woneni maar
ik wil toch gaarne mijn bijdrage
zenden voor het goede doel uat Uwe
Vereeniging thans beoogt doof het tot
stand brengen van den Leidschen
Hout, waarmede ik van harte instem.
Ik sluit dan ook hierbij in een Vhèque
van 100 en wensch U goed succes
met het bijeenbrengen der n^odig©
gelden".
Dergelijke blijken vany sympathie
geven moed en als de Leidenaars nu
zelf goed hun best doen en metjeheJ-
pen dan kan de Leidsche Hout er
spoedig zijn.
De optocht van gistermiddag is
prachtig geslaagd. Reeds veel hebben
we over den optocht geschreven en bij
het publiek was reeds een klein ver
moeden wat er komen zou. Maar dat
het zoo zou riin als het was dat had
zeker niemand gedroomd behalve
dan de heel diep ingewijden.
Voorop ging een rijtuig waarin de
commissaris van politie. Dan kwam
de vaandelwacht, bestaande uit een
tiental heeren, waarvan er een het
sierlijk door den heer H. Harmsen be
werkte vaandel der 3-Octobervereeni-
ging droeg. Daarachter volgde de mu
ziek en dan kwamen de rijtuigen
waarin de leden van het Bestuur der
3-Octobervereeniging.
Vier bazuinblazers daarachter de#
den den volke kond dat er iets' zeer
schoons was t© zien. Vervolgens kwam
d© deftige heraut dragende de Leid»
sche vlag.
Wat we dan te zien krijgen is eigen
lijk een extract van wat we ontvan
gen zullen in den Leidschen Hout.
K.t bosch zooals het in onze kinder
verbeelding bestond was bevolkt met
sprookjes-figuren. De meestt sprook
jes die we met een tintelende span
ning lazen speelden in het bosch tus-
sthen de dikke stammen in lugubere
holen, in pittoreske huisjes. Later
toen we grooter werden hebben
meegeleefd in de verhalen van ridders
en jonkvrouwen die d© groote jacht
feesten organiseerden en het wilde
everzwijn najaagden dikwijls met le
vensgevaar.
Thans kennen we het bosch anders.
De sprookjesfiguren hebben pla
gemaakt voor de levende werkelijk
heid. We kennen het bosch vooral uit
de vacantie als het summum van ge
not, als een plaats vol verrassingen,
als een wereldje van loutere vreugde.
Wat al poëzie schuilt er tusschen
die roerlooze stammen, wat al ge
heimzinnigheid is er in de geluiden
van het bosch. We voelen ons als in
een geheimnisvol oord, dat nog be
volkt wordt door de dwergmannetjes
waar de planten en vogels en de die
ren tot ons spreken en waar schoone
nymfen langs ons zweven en soms als
er niemand aanwezig is rondedansen
maken om de dikste stammen. We voe
len zoo zuiver de waarheid van de re
gels:
Mij spreekt de blomme een tale
Mij is het kruid beleefd
Mij groet het altemale
Wat God geschapen heeft.
Het bosch is ook de plaats van de
minne. De plaats waar Amor de mees
te successen behaalt, de plaats waar
de idylle zoo licht de nuchterheid
doet wijken van den meest nuchteren
mensch, de plaats waar het proza
plaats maakt voor de poëzie. Er is
geen mensch die den weldadigen in
vloed van het bosch niet ondergaat,
zoodra hij binnenschrijdt in den tem
pel van het ongekorven hout.
Al deze dingen en nog veel meer
liet de optocht ons zien.
Ze was verdeeld in drie afdeelin-
gen: A. Het Bosch en de Menschheid;
Het bosch en zijn bewoners; C. Het
iwelijk van de Leidsche Hout met
d^Leidsche Burgerij.
Öe eerst© afdeeling bestond uit vijf
wageri-s. De eerste wagen stelde voor:
Het bosch en het sprookje. Daarop za
gen we de verschillende sprookjesfi
guren uit onze jeugd levendig voor
ons: de verschrikkelijke draak ;met
zijn grimmige muil geflankeerd door
den ridder en *de maagd; Moeder de
gans; Roodkapje; Hans en Grietje en
de booze heks, die uit het jannenkoek-
huisje loert. Voor de wagen uit liepen
Klein Duimpje en zijn broertjes; ter
wijl de Schoone Slaapster op haar bed
meegevoerd werd.
De tweede wagen liet\ ons zien:
jachttafereelen uit vroegeh, eeuwen,
met ridders en jonkvrouwen, terwijl
de derde wagen ons de moderhe sport
deed zien in het bosch, n.l. eeh pad
vinderskamp, waarvoor uitreed een
moderne jagerstoet.
De vierde wagen bracht iets geheel
anders. Hij stelde voor de vier Jaar
getijden des levens, de jeugd spelend
in de ontluikende natuur; de volrijpe
gezondheid van den mensch in den
zomer. Verder de herfst, tijd van ap
pelen en peren en regen, terwijl de
winter voorgesteld wordt als twee
oudjes di© gebogen zitten op 'n omge
vallen boom in de sneeuw.
De vijfde wagen werd bevolkt door
een twaalftal kabouters in hun eigen
aardige kleederdracht zittend onder
en tusschen de paddestoelen.
De zesde wagen was de eerste van
afdeeling B. Ze stelde voor een aantal
liev© boschnymfen, die dansen rond
om een koepeltje, terwijl we in de ver
beelding hun zoeten zang hooren,
mystiek en geheimzinnig.
De zevende wagen toonde ons de
dieren uit 't Woud; vogels, vlinders,
bijtjes en eekhorentjes, idyllisch
saamgegroept, terwijl de achtste wa
gen ons deed zien de bloemen uit het
woud, een bonte mengeling in kostba
re costuums van rozen, papavers, zon
nebloemen, lelie's, viooltjes enz.
De negend© wagen bracht ons een
woudidylle: een paartje tusschen
groen en bloemen, genietend van
jeugd en verliefdheid, terwijl een kod-
deheiev oen walrend ooaie In 't zeil
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/a cent
Ingezonden Mcdedeelingen dubbel tariei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
De herdenking van Leidens Ontzet.
De „Postduif is te Abushire geland.
Zendeling Bikker naar Indië ver-
troklten.
Buitenland
Een nederlaag der Noordelijken in
China.
De viering van Hindenburg's 80sten
verjaardag.
De Beriijnsche tramstaking is nog
op het laatste oogenblik afgelast-
Opwinding onder de troepen in de
stad Mexico.
houdt. Amor richt zijn pijl op de har
ten der minnenden.
De laatste wagen toonde de tegen
standers van den Leidschen Hout: Jan
Salie, Nurks, de Gierigheid, de Be
krompenheid en de Domheid met
achter zich een heldenfiguur met
zwaard, trachtend de tegenstanders
te onderwerpen.
De laatste afdeeling spande de
kroon hoewel ze slechts uit twee wa
gens bestond. Op de eerste wagen zit
het gelukkige paar, terwijl de zon en
't water hun geschenken aanbieden.
De tweede wagen laat zien de trappen
van het stadhuis, waarop de Leid sche
Stedemaagd het huwelijk van de Leid
sche Hout en de Leidsche Burgerij in
zegent.
De stoet werd gesloten door een be-
delwagen. Een aantal visschers visch-
ten de gaven der burgers voor de Leid
sche Hout op.
Het was een lange kleurige stoet vol
afwisseling, waarvan het ons onmo
gelijk is de finesses te beschrijven.
We kunnen niet anders dan den
ontwerper, den heer Nico de Jong, on
zen lof brengen, om niet te vergeten
den heer Jan Franken, die zorgde voor
de teekeningen en de artistieke ver
zorging.
Een viertal muziekcorpsen tusschen
de afdeelingen van den optocht zorg
den voor de noodige afwisseling.
Duizenden en nog eens duizen-
de menschen hadden zich opgesteld
langs den weg waarlangs de stoet
kwam. De belangstelling was gewel
dig.
In „Prediker".
Er waren verleden week vele, die
wat sceptisch stonden tegenover het
plan der Christ. Oranjevereeniging,
behalve de morgengodsdienstoefenin
gen, ook des avonds Christelijk Lei
den bijeen te roepen voor een herden
king van Leidens Ontzet volgens ons
beginsel. Zij zullen echter als zij
gisterenavond in de Janvossensteeg
geweest zijn wel gezien hebben, dat
hun vreeze ongegrond was, want de
groote, de vergroote zaal van „Predi
ker" was tot berstens toe gevuld, en
velen, zeker wel honderden te-
leurgestelden moesten afgewezen wor
den.
Ds. Thomas opende de samenkomst,
liet zingen Ps. 66 2, ging voor in ge
bed en sprak vervolgens een kort ope
ningswoord. waarin hij de aanwezi
gen hartelijk welkom heette, in 't bij
zonder het Dagelijksch Bestuur der
gemeente, vertegenwoordigd door
wethouder Goslinga, den heer Feyten,
den voordrachtkunstenaar en den
heer Plu met zijn staf (zijn naam is
klein, zijn daden bennen groot!) Spr.
wees er op, dat hij kort zal zijn. aan
gezien het in de bedoeling liet. de sa
menkomst om half 10 te beëindigen.
Nadat vervolgens het Wilhelmus
gezongen was, gaf de voorzitter aan
het strijkje gelegenheid een nummer
tje muziek ten gehoor'e te brengen.
Daarna was het woord aan den de
clamator, den heer J. L. Feyten, die
eerst een lied over de Nederlandsche
vlag voordroeg en vervolgens
„Scheepspraat" van Huygens. Met
spanning luisterde de talrijke aanwe
zigen; ge kondt 't op de gezichten le
zen.
Vervolgens sprak Ds. Thomas de
feestrede uit. Spr. wees er in schoone,
beeldrijke taal up, dat het ten slotte
niet de volharding der uitgehongerde
Leidenaars, niet den moed van Van
Ier Werff en de zijnen, niet het staat-
inansbeleid van Prins Willem, niet de
vermetelheid der Watergeuzen, niet
de afgematheid der Spaansche troe
pen, ook niet het ineenvallen van een
stuk muur is geweest, waaraan Lei
den zijn behoud te danken had, doch
aan God, die de Heer der winden is.
Toen als nu waren het de bidders en
bidsters waarop de benauwd© veste
dreef. En ook wij in onze dagen zijn
met dankbaarheid vervuld, dat God
den strijd onzer vaderen voor de vrije
uitoefening der Gereformeerde religie
met zulk een zegen heeft bekroond.
Die eigen kijk dien het Christel if