NIEUWE LEIDSCHE COURANT ROMANO van ZATERDAG 1 OCT. 1927 TWEEDE BLAD. I UIT DE SCHRIFTEN TIJDIGE GEWENNING. Tuchtig uwen zoon, als er nog hope is. Spr. 19 vs. 18a. Gehoorzaamheid moet worden ge leerd. Dat is de moeilijke taak dei- opvoe ding, maar ook een heerlijke, want er zifn geen voortreffelijker menschen, dan zij, voor wie het gehoorzamen een, tweede natuur is geworden. Dat zijn, de sterke en plichtgetrouwe karakters die tucht oefenen over zichzelf, om dat zij1 geleerd hebben onder de tucht van anderen te buigen. Dat gehoorzamen moet ons in onze jonkheid ingescherpt worden. Onze kinderen zijn zoo geheel an ders dan het heilig kind Jezus, van hetwelk ons is meegedeeld, dat het Zijn ouders onderdanig was. Dat zijn onze kinderen uit zichzelven aller minst, maar het moet hun geleerd wor den door degenen, aan wie God hunnei opvoeding toevertrouwd heeft Het kind keert zich het liefst naar zijn eigen wegen; volgt liefst zijn eigen lusten; 'en handelt liefst naar eigen ingevingen: precies als ge dit soms vindt bil volwassenen, die geen of geen voldoende gehoorzaamheid1 hebben geleerd, moeilijk te regeeren zijn, en die alleen door dwang zijn te buigen. Onze tijd is rijk aan zwakke karak ters, en daarom is er ook zoo'n groot tekort aan onderdanigheid. Uw eigen wil te volgen is noT ceen bewijs van zedelijke kracht, want 't kleinste kind is er in staat toe; maar uw ei^en wil1 te verloochenen en uw schouders t.e buigen onder het juk der gehoorzaam heid. daaruit kan spreken mannelijke kloekheid, zelfbeheersching en zelf overwinning, daarin kan zich openba ren zedelijke kracht. Die zijn geest be heerscht is sterker dan die een stad inneemt. Men vindt het somtijds heel moedig en dapper, wanneer iemand zich tegen het gezag durft verzetten, tegen de orde durft ingaan, en het bestaat zijn eigen zin en wil door te voeren; en men zegt dan dikwijls bewonderend; die durft, maar in de wettelijkheid is die bewondering kwalijk besteed, want zulk een man wordt voor de ken ners van karakters openbaar als iemand, die weinig over zichzelf heeft te zeqgen Hij heerscht niet over zijn hart to ht, ïraar de arts och h ersc'it over hem. Hi) geeft den schijn een. held te zijn, maar inderdaad is nil een kind. De kracht van een volk ligt niet in de oproerige elementen, maar in de ordelievende burgers, die zich voegen naar den gang van het werk. De ellen digste tijd uit Israëls volkshistorie wa ren de dagen der richters, toen ieder deed wat goed was in zqn oogen; maar het roemruchtigste tijdperk is het geweest, toen David regeerde en het volk hem onderdanig was en zij! van overwinning tot overwinnig wer den geleid. Gehoorzaamheid moet in de jeugd! worden geleerd. Tuchtig uwen zoon als er nog hope is. De opvoeding heeft zulk een heer lijke taak. Het kind is van nature ge neigd zijn eigen aandrift te volgen. Maar de opvoeders moeten het vani jongsaf leeren eigen wil te onderwer pen aan een hoogeren wil. Daar moet het kind aan worden gewend. Wan neer het ja is, dan moet het ja zijn en blijven. Wanneer het neen is, dan moet het insgelijks neen zijn en blijven- Daar kweekt men de gemakkelijkste kin deren mede. Weet ge, wat zoo verderfelijk is? .Ge hebt neen gezegd. En 'dan be gint uw kind te zeuren en te dreinen en te dwingen; ge wordt dat op den - duur zat en tenslotte zegt ge; voor uit dan maar, in vredesnaam, ga jo gang. Met dat: ga je gang, hebt ge uw kind geen goed gedaan. Weet ge, wffc zoo verderfelijk is? Wanneer er geen vaste lijn en geen gestadige gang in de opvoeding uwer kinderen is. Vandaag laat ge toe. wat ge morgen zoudt willen verbieden. Daar komt al dat gehaspel met de kinderen vandaan. Men geelt de vrijheid en laat ze loopen waar ze willen; en later bekijft men ze, wan neer het blijkt, dat zij de vrijheid heb ben misbruikt. In dit alles is geen opvoedende kracht. Zoo kweekt men geen gehoor- rame en plichtgetrouwe karakters. Geeft de kinaeren vrijheid, en legt ze niet als een hond aan de ketting, maar laat het een vrijheid zijn binnen de grenzen van het gebod. Een kind behoort goed te weten wat het mag en wat het niet mag. Ge kunt utw kind in een kooi sluiten en dan wordt het óf een slaaf, óf een opstandeling. Ge kunt uw kind de volle vrijheid geven, en dan wordt het een tuchte- looze deugniet. Maar ge kunt uw kind ook de ruiml te geven, doch dan altijd binnen die grenzen, welke het niet overschrijden mag. En dat is voor het kind het best. Ruimte van beweging binnen dc gren zen van het gebod. Van het gebold, waar ge ook streng de hand aan houdt 't Is moeilijk, zegt ge. Zeker. Maar toch ook weer eenvoudig, 't Hangt er slechts van af wat ge zelf zijt. Indien gijzelf plichtsgetiouwheid geleerd hebt zoo kunt ge ook het best anderen tot plichtsgetrouwheid opvoeden. En vergeet dan dit vooral niet: Tuchtig uwen zoon als er nog hope is. Begin er dus vroegtijdig mede. Ge ziet het aan de boomen. Wanneer ze jong zijnde, krom groeien, krijgt ge ze later niet licht meer recht. Het jonge leven vereischt een vaste hand. die het 1 efdevol leidt. Strenge meesters met een warm hart, worden van achteren door de goeden het meest gewaardeerd. Ze vormen plichtsgetrouwe persoon lijkheden. Staal in de opvoeding brengt staal in de karakters. En ge weet: staall heeft twee kostelijke eigenschappen: het is hard en het is tegelijk buigzaam Goede tucht, van jongsaf geoefend, heeft den dubbelen zegen, dat ze vaste en plichtgetrouwe karakters vormt; maar een vastheid, is het, die geen stijfhoofdigheid vormt, doch die de buigzaamheid van het staal vertoont. Aan deze karaktervorming moet ge vroegtijdig beginnen. De eenvoudigste is er toe in staat. Mits hijzelf gehoorzaamheid geleerd heeft. En ook mits onder biddend opzien tot God en tot den Heere Jezus Chris tus, zonder Wien wij niets vermogen Maar dan ook is tijdige gewenning zoo iets voortreffelijks. Tuchtig uwen zoon als er nog hope is. GODS WIJSHEID IN DE NATUUR. Wat is Gods wijsheid heerlijk groot, Die Hij in 't scheppingswerk ontsloot Voor 't oog der stervelingen. Hoe wijs is alles uitgedacht En met beleid tot stand gebracht; Zelfs schijn-gewone dingen. Wanneer bij ons in 't Westaebied, De zomerzon haar stralen giet, In volle kracht doet gloeien; Dan laat de Heer een looverdak Van lommergroen aan kruin en tak, Ons tot verkwikking groeien. Als 't najaar wordt, zoo guur en frisch, De zon in krac'T verminderd is, Gaat 't lommer weer verdwijnen; Dan laat de Schepper der natuur Zijn zon weer, naar Zijn wijs bestuur, Door naakte kruinen schijnen. Zoo groeit geboomt met blij vend groen, Om 't even ook in welk seizoen] Juist in de warmste oorden; Gods wijsheid kenmerkt 't gansch heelal' Spreekt in de schepping overal, In klanken 2onder woorden. KERK EN SCHOOL. NED. nsr.v. EU F. Ik. Beroepen: te WemeldiTf^e (hulp prediker), de heer M. J. C. Visser, can- didaat te Doetinchem. Te Grevel- duin-Capelle: C. v. d. Wal, te Rijn sater woude. Te Randwijk: S. Go- verts, te Oldebroek. Te Woubrug- ge: A. Altena, te Rijnsburg (toez.). GEREF. KEF.SEN. Bedankt: voor Nieuw-Vennep, W. Seinen, te Opperdoes. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: te Dordrecht, J. Jon- geleen, te Hilversum. BEV£S?I3:H3, INTRZBB EN AFSÜHEO. Ds. J. Kuylmari hoopt 27 October a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. van Maasdam en 30 Oct. zijn intrede te doen te Vreeland, na vooraf te zijn bevestigd <jloor Ds. Th. Cieremans, van Princenhage. Ds. A. J. A. VERMEER. Ds. A. J. A. Vermp- te 's-Graven- hage, die onlangs zijn 40-jarig evan geliebediening heeft herdacht, is be noemd tot ridder in de Oranje Nassau- orde. DE SYNODE DER GEREF. KERKEN. De Generale Synode der Gerefor meerde Kerken, die tijdelijk werd ver daagd, zal niet vóór Dinsdag 25 Oct. te Groningen bijeenkomen. Een be paalde datum is nog niet vastgesteld. Onder meer moeten de zaken van Ds. J. C. Brussaard van Bloemendaal en Dr. N. D. van Leeuwen van Harkema- Opeinde nog worden afgehandeld. DE ZAAK-Ds. J. C. BRUSSAARD- Zooals bekend is, zijn de moeilijk heden met Ds. J. C. Brussaard van Bloemendaal nog niet tot een bevredi gende oplossing gekomen. De classis Haarlem der Gereformeerde Kerken zal nu Woensdag weer bijeenkomen in buitengewone vergadering, ter ver dere behandeling, zoo mogelijk defi nitieve afdoening van deze zaak. KERKINSTITUEERING. Te Egmond aan Zee, waar tot dus ver een filiaal-gemeente der Geref. Kerk van Alkmaar bestaan heeft, heeft men verzocht een zelfstandige Geref. Kerk te mogen institueeren. JUBILEUM. Heden herdenkt de heer H. Pouts- ma, godsdienstonderwijzer te Veen- dam, den dag waarop hij voor 35 jaar zijn ambt aanvaardde. De heer Poutsiaa beweegt zich op onderscheiden terrein. NAT. BOND VAN BEZWAARDEN. Gistermiddag is te Utrecht een ver gadering gehouden van den Nationa- len bond van bezwaarden in de Geref. Kerk. De voorzitter, ds. H. C v. d. Brink, wees er in zijn openingswoord op, dat de Bond wil zijn een band tusschen de bezwaarden, in den strijd, welke hun is opgelegd. Pe ie.ders der syno dale beweging witte de scheur, door Assen op kerkelijk terrein getrokken, doortrekken ook op ander gebied. In tal van schoolvereenigingen wil men de bezwaarden uitbannen, dikwijls op geniepige manier. Dit achtte spr. een groote schade voor Gods koninkrijk en een schande voor den naam van Christus. Van Mr. Knibbe was een brief in gekomen, dat hij bedankt als lid van den Bond en dus ook als bestuurslid. I-I diens plaats werd nu als bestuurs lid benoemd Dr. C. Koppenaal. Aan de orde was daarna: het werk plan van Groningen. De voorzitter deelde mede, dat een commissie, onder leiding van Dr. Geelkerken, over dit punt advies heeft uitgebracht, welk advies het al gemeen bestuur heeft overgenomen. In dit advies wordt op den voorgrond gezet, dat Groningen is geworden een repetitie van Assen en alle pogingen om de Synode van Groningen op den weg der hereeniging te krijgen, afge wezen zijn. Groningen heeft na Assen niets veranderd. Het bewandelen van den langen kerkelijken weg loopt op RECLAME (Zie advertentie) niets uit. Wat de bezwaarden wel moeten doen is: getuigen in eigen kring, getuigen in den kerkeraad en ten slotte den kerkeraad vragen, of hij nog langer de verantwoordelijk heid kan dragen voor alles wat in de Gereformeerde kerken gebeurt. Zegt de kerk op die vraag onverhoopt: ja, dan trekke men zelf de consequentie. Het bestuur wil van boven af niets opleggen. Wat men doen wil als con sequentie, dat beslisse men zelf. Na eenige besprekingen vereenigde de vergadering zich eenstemmg met dit advies. Verder werd een werkplan (o.a. in houdende het beleggen van openbare en besloten bijeenkomsten om het standpunt der bezwaarden aan de Ge reformeerden kenbaar te maken) be handeld. GEREFORMEERDE STUDENTEN. Dezer dagen hebben de besturen der drie Gereformeerde Studenten- corpora vergaderd. Met algemeene stemmen is de volgende motie aange nomen: „Het bestuur der Unie van Gerefor meerde Studenten aan Rijksuniversi teiten en Hooge Scholen in Neder land, Societas studiosorum reforma- torum; de senaat van het studentencorps aan de Theologische School te Kam pen, Fides quaerit intellectual en de senaat van het studentencorps aan de Vrije Universiteit onder den zinspreuk: „Nil desperandum deo duce"; in vergadering bijeen te Amsterdam, overwegende, dat vele beproefde vrienden der Gereformeerde studen tenbeweging zich van haar afkeeren, zoodat het b.v. haar onmogelijk wordt, de gewenschte sprekers voor haar congres te krijgen; dat in breede krin gen het vertrouwen in haar ernstig geschokt is; dat de Geref. studenten beweging in studentenkringen merk baar aan waardeering inboet; betreurende, dat nuanceeringen van gezond Geref. studentenleven tot te genstellingen zijn verscherpt; van oordeel, dat de samenwerking der drie corpora moet worden ge handhaafd; dat derhalve thans het oogenblik is aangebroken, zich op de „Basis van Samenwerking" opnieuw te bezinnen; spreken als hun meening uit, dat het doel der Geref studentenbeweging (art. 1 van de Basis van Samenwer king) voornamelijk is: a. het verdiepen der kennis van en het inleven in de overgeleverde Gere formeerde levens- en .wereldbeschou wing; de plaats der critiek zij beschei den, aangezien aan die kennis nog zooveel ontbreekt, en, gezien de vlot tende bevolking der studentenwereld, steeds zal blijven ontbreken; al moet met nadruk op den voorgrond gesteld, dat het nooit de bedoeling kan zijn, die overgeleverde beschouwing klak keloos na te spreken; b. het bevorderen van het contact tusschen de leden der corpora onder ling, daar deze niet zijn vereenigd aan óén Calvinistische universiteit, die alle faculteiten omvat; verzoeken het algemeen bestuur der Geref. studentenbeweging, en de re dactie van Fraternitas, hiermede re kening te houden: geven in overweging aan de sena ten der corpora: in het vervolg bii de benoeming van leden van het alge meen bestuur terdege rekening te houden met den heerschenden geest in het corps: aan het algemeen be stuur: aan oud-léden van het algemeen bestuur niet langer dan één uur na hun aftreden het recht van toegang tot de algemeene bestuursvergadering te verleenen; voor het e.v. congres een commissie van advies te benoemen, bestaande uit de heeren prof. dr. F. W. Grosheide, prof. dr. A. Noordtzij en prof. dr. J. Ridderbos". LEGER DES HEILS. Van 8 tot 22 October e.k. houdt het Leger des Heils zijn groote Najaars- aanvrage. Ter gelegenheid van het 4l>- jarig bestaan van het Leger des Heils in Nederland werden zooveel blijken van sympathie ontvangen, zelfs van t Vorstelijk Huis, dat het overbodig schijnt, hier uitvoerig stil te staan bij het uitgebreide nuttige werk, dat het Leger des Heils in Nederland in die periode heeft verricht. De opbrengst van deze collecte komt geheel ten goe de van het Leger des Heils-werk in Nederland. TWEE TEGEN DRIE. In het begrootingshoofdstuk van 't Departement van Financiën, zoo lezen wij in de Waarheidsvriend, wordt bij de afdeeling: „Kosten der Eeredien sten" ook voor 1928 de zilveren koor de tusschen het Rijk en de Kerken, die onder deze afdeeling ressorteeren, weer een weinig aangetrokken. Voor de voorstanders onder de Pro- testantsch-Christelijke partijen, die nu gaarne de relatie (betrekking) tus - schen den Staat en de Kerk verstevigd zien of in hun program schrijven, dat de Staat den Iverkedienst, en dan wel dien der Hervormden, heeft te onder houden, om van te smullen en hoop vol de toekomst in te zien, als zij ken nis nemen van het voornemen van den Minister van Financiën om de tracte- menten van twee nieuwe predikants plaatsen voor rekening van het Rijk te nemen. Eén te Lemelerveld, waar ten gevolge van heideontginning zich een centrum van verkeer heeft gevestigd, en één te Sittard, in welke gemeente uit hoofde van de ontwikkeling der mijnindustrie de vestiging van een tweeden predikant wordt noodig ge oordeeld. Dat bijzonder Ds. Lingbeek en de zijnen over deze ministerieele daad in hun sas zullen zijn, laat zich begrij pen, maar die blijdschap zal wel eenigszins getemperd worden, wan neer zij begrijpen, dat zij daarmede ook weer een offer moesten brengen aan Rome, die van Minister De Geer als compensatie diimaal niet twee, maar zelfs drie traetementen voor nieuwe priesters ontvangt, één voor een pastoor te Munstersche Veld, en twee voor een pastoor en een vica ris te Rotheni, in Limburg; de beide laatsten, na oprichting van een nieu we parochie door den bisschop van Roermond. Het is de consequentie, welke ieder jaar terugkeert, dat nieuwe predi kantsplaatsen ook Rome meer geld in den buidel geeft. Maar die consequentie schijnt de voorstanders van meerderen rijks- steun aan de Ned. Herv. Kerk niet te deren, als de goêgemeente maar den indruk krijgt, dat de Staat zijn be schermende hand over de Kerk uit strekt. Hoe de versterking van Rome's po sitie uit 's Lands kas in overeenstem ming is te brengen met den inhoud van Artikel 36 der Geloofsbelijdenis, hebben zij intussehen voor zichzelf uit te maken. Voor ons blijft de eenige weg om uit de moeilijkheden te geraken: losma king der zilveren koorde, d.w.z. finale afrekening tusschen het Rijk en de Kerken, wat de kosten der Eeredien sten betreft. Misschien wordt daardoor tevens de weg geopend om de Ned. Hervormde Kerk ook in ander opzicht geheel onafhankelijk te maken van de Landsoverheid. Oil TEN EN LEGATEN. Men vestigt er de aandacht op, dat liet gisteren door ons gepubliceerde bericht inzake de door enkele leden der Chr. Geref. Kerk van Hilversum aan Ds. A. Bikker geschonken 1000 voor kerkbouw op zijn zendingster rein, onjuiSt is. Ds. H. Janssen, leger-predikant in algemeen dienst te 's-Gravenhage, heeft mede namens een broeder uit Den Haag en een vriend uit Indië de ze 1000 geschonken als een eerste steentje voor kerkbouw op het zen dingsterrein. Wijlen mevr. C. C. de Quarles van UffordTwiss heeft per testa mentaire beschikking aan de kerk voogdij en de diaconie dee Ned. Herv. gemeente te Blauwkapel (bij Utrecht) elk 1000 geschonken. FEUILLETON. EBBA EN HELENE. 7) -o- Ze kwam zichzelf verstandig en grootmoedig voor bij deze uiteenzet ting. Ze zou het niet hebben kunnen verdragen, als haar bekenden haar voor het tegendeel hadden gehouden, wanneer het bij een verloving in haar familie bekrompen was toegegaan. Dat Helene en Ebba geen bruidschat hadden, dat wist men. Maar volgens haar stand moest alles gebeuren. En de rijke tante zou daarbij een soort gouden achtergrond vormen. Men kon niet weten, of deze of gene man hier door niet op Ebba opmerkzaam ge maakt werd. Het deed volstrekt geen kwaad, als men Ebba voor haar erfgc name aanzag. In werkelijkheid ging haar geheele vermogen naar haar ei gen familie terug niet naar de Her- lingens; dat behoefde echter niemand te weten. Tante Louise gevoelde zich heel ge lukkig bij al deze overwegingen. Ze hield ervan, dat er hier en daar iets gebeurde, en vooral al9 ze bij de ge beurtenissen een veelzijdige rol kon spelen. En ze verheugde zich ook op de lang gewenschte gelegenheid, haar zwager eens precies in de kaart te kunnen kijken. Ze vreesde voor een dwaas geldbeheer en wilde graag de leiding daarvan op zich nemen. De professor begreep, dat er geen ontkomen aan was. Hij had zelf het gevoel, dat het noodig was, want bij zulke nieuwe verhoudingen kon men toch niet in de oude sfeer blijven •voortgaan, en practisch was de vrouw van zijn broeder, dat werd altijd ge zegd. „Ga maar mede," zeide hij gelaten. In het voorbijgaan streek tante de beide meisjes over de wang, ten tee- ken van vroolijke deelneming in He- lene'9 geluk, tot troost voor de toe ziende Ebba. Diep beleedigd trok deze zich bijna terug en keek tante met toornige en verwijtende oogen na. Voor het eerst kwam er zoo iets als heftige tegenzin tegen tante Louise in haar op. Toen waren de meisjes alleen. „Helene, wat hebt ge gedaan!" riep Ebba hartstochtelijk. „Maar.... ge lukkig.... 't woord voor ons gespro ken, heeft geen waarde. Tegen hem zelf zult ge neen zeggen! Niet waar? Beloof het me! Zweer het me!" „Ik denk er niet aan," zeide Hele ne op haar gewonen beslisten toon. „Ik heb altijd naar een rijken man verlangd. Nu komt hij, en nu zou ik hem wegsturen? Dat zou dwaasheid zijn!" „Dwaasheid zou het meer zijn, je jonge leven aan een man te verbinden, dien je nu niet lieihebt en dien je wel dra haten zult!' pleitte Ebba. „Ik zal evenmin haten als liefheb ben," z^ide Helene op onverschilligen toon. „Wilt ge hem dan bedriegen?" riep Ebba boos. „Dat zou slecht zijn!" „Ik zal hem de waarheid zeggen, en dan zal hij eerst recht veel van me houden." „Helene, liefste eenigste, beste Hele ne.... maak je niets wijs. Ik geloof, dat je je ergens ingewerkt hebt, in een programma, in een rol, een hou ding.... weet ik wat! Bedenk toch! Je zult ongelukkig worden 1" Helene stond eenige oogenblikken zwijgend daar. Toen keek ze om en wees met een langzame, veelzeggende handbeweging op de verschoten meu bels, op een gat in den rand van het doorschijnende tafelkleed, op de arm zalige, gestopte gordijnen. „Neen, ik kan nooit ongelukkig zijn. als ik schoonheid om me heen heb," zeide ze zacht. „Schoonheid is meer dan liefde, maar dan kracht, meer dan arbeid, meer dan geluk. Ik ben nu eenmaal zoo. Je hebt het geweten, maar toch niet zoo geheel en al. Ik at hier het genadebrood, maar ik houd van jullie en ben dankbaar voor al les; en alles wat ik gevoelen kan. ge voel ik voor jou en voor je vader. Maar ik heb onzegbaar geleden! Zeg. als ge wilt. dat het ziekelijk is. Mis schien ben ik ook slechts een zieke lijk wezen, uit overgevoelige, levens moede ouders geboren. Wie weet! Maar als ik zelf leven wil, dan kan ik dat slechts in rijkdom. Zie je, het doet mijn hand bepaald pijnlijk aan als ik die leelijke, oude dingen aanpak. Mijn oog lijdt door het leelijke tapijt. Mijn huid doet zeer, omdat ik dat ordinaire linnengoed draag. Ik verga van ver langen naar schilderijen, naar wonder schoone kleurige stoffen, naar fijn vaatwerk en echte kant. Het kopje, dat ik naar den mond breng, moet een kunstwerk zijn, als ware het voor mij gewrocht. Zie je.... daar verlang ik naarEn jij gelooft, dat, als ik dat eindelijk heb. ik ongelukkig zal zijn? Ons leven was voor mij geen leven." „En voor zulke uiterlijkheden wil je je aan hem overgeven?" riep Ebba haast weenend uit; „dat is alsof hij voor geld zich een slavin koopt," Over Helene's gelaat vloog een koe le, vreemde uitdrukking. „Als je slechts het woord „uiterlijk heden" weet te zeggen, dan heb je me 'niet begrepen," sprak ze. En toen na een pauze: „Slavin?Meesteres!" Een glimlach speelde om haar mond en in haar oogen fonkelde iets. dat Ebba schrik aanjoeg. HOOFDSTUK II. Den volgenden dag ging Ebba in Ti onbeschrijfelijke opgewondenheid naar het gewone avondpartijtje bij tante Louise. Hoe moest Helene wel te moe de zijn? Door de ruwe manier, waar op de opdracht van den heer Kunows- ky uitgevoerd was. moest uit Helene's ziel ieder spoor van onbevangenheid wel uiteewischt zijn! Wat een pijnlijk iets, naar een feest te gaan, met het bewustzijn: daar zal ik den man vinden, die me zijn liefde bekennen zal! Maar Helene wandelt met haar gelijkmatige schreden en haar gewone waardige houding naast haar. Het laatste schijnsel van den lang zaam verdwijnenden Septemberdag verhelderde-den hernel nog en deed hem witachtig schijnen. Onder zijn kleurloosheid zagen de boomen en de boschjes er donkerder uit. Zachtjes vielen er soms gele lindebladen van de kruin af. onder wier schemer de meisjes voortgingen. Het nieuwe vil lapark, waarin eerst sedert kort sier lijke. kleine huisjes voor burgerlieden rij aan rij gebouwd waren, was al lang geplant en aangelegd. Toen had den de rijen lindeboomen, die de toe komstige straten aangaven, in het vrije veld tijd en lucht gehad om zich krachtig te ontwikkelen. En nu nog strekten zich in lange rijen de boom toppen uit tot in weiland en roggevel den. Daar wandelde de professor des morgens, want daar kwam hij geen mensch tegen. De avondstilte was weldadig, er lag iets in van zachte gelatenheid. Ze maakte de meisjes stil. Wat zouden ze ook hebben moeten bespreken? Ebba's hartstochtelijke woordenrijkheid droeg bij tot de stille in zichzelf gekeerde vastberadenheid van de andere. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5