NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ROMANO
van
ZATERDAG 1 OCT. 1927
TWEEDE BLAD.
I UIT DE SCHRIFTEN
TIJDIGE GEWENNING.
Tuchtig uwen zoon, als er nog
hope is.
Spr. 19 vs. 18a.
Gehoorzaamheid moet worden ge
leerd.
Dat is de moeilijke taak dei- opvoe
ding, maar ook een heerlijke, want er
zifn geen voortreffelijker menschen,
dan zij, voor wie het gehoorzamen een,
tweede natuur is geworden. Dat zijn,
de sterke en plichtgetrouwe karakters
die tucht oefenen over zichzelf, om
dat zij1 geleerd hebben onder de tucht
van anderen te buigen.
Dat gehoorzamen moet ons in onze
jonkheid ingescherpt worden.
Onze kinderen zijn zoo geheel an
ders dan het heilig kind Jezus, van
hetwelk ons is meegedeeld, dat het
Zijn ouders onderdanig was. Dat zijn
onze kinderen uit zichzelven aller
minst, maar het moet hun geleerd wor
den door degenen, aan wie God hunnei
opvoeding toevertrouwd heeft
Het kind keert zich het liefst naar
zijn eigen wegen; volgt liefst zijn
eigen lusten; 'en handelt liefst naar
eigen ingevingen: precies als ge dit
soms vindt bil volwassenen, die geen
of geen voldoende gehoorzaamheid1
hebben geleerd, moeilijk te regeeren
zijn, en die alleen door dwang zijn te
buigen.
Onze tijd is rijk aan zwakke karak
ters, en daarom is er ook zoo'n groot
tekort aan onderdanigheid. Uw eigen
wil te volgen is noT ceen bewijs van
zedelijke kracht, want 't kleinste kind
is er in staat toe; maar uw ei^en wil1
te verloochenen en uw schouders t.e
buigen onder het juk der gehoorzaam
heid. daaruit kan spreken mannelijke
kloekheid, zelfbeheersching en zelf
overwinning, daarin kan zich openba
ren zedelijke kracht. Die zijn geest be
heerscht is sterker dan die een stad
inneemt.
Men vindt het somtijds heel moedig
en dapper, wanneer iemand zich tegen
het gezag durft verzetten, tegen de
orde durft ingaan, en het bestaat zijn
eigen zin en wil door te voeren; en
men zegt dan dikwijls bewonderend;
die durft, maar in de wettelijkheid
is die bewondering kwalijk besteed,
want zulk een man wordt voor de ken
ners van karakters openbaar als
iemand, die weinig over zichzelf heeft
te zeqgen Hij heerscht niet over zijn
hart to ht, ïraar de arts och h ersc'it
over hem. Hi) geeft den schijn een.
held te zijn, maar inderdaad is nil een
kind.
De kracht van een volk ligt niet in
de oproerige elementen, maar in de
ordelievende burgers, die zich voegen
naar den gang van het werk. De ellen
digste tijd uit Israëls volkshistorie wa
ren de dagen der richters, toen ieder
deed wat goed was in zqn oogen;
maar het roemruchtigste tijdperk is
het geweest, toen David regeerde en
het volk hem onderdanig was en zij!
van overwinning tot overwinnig wer
den geleid.
Gehoorzaamheid moet in de jeugd!
worden geleerd.
Tuchtig uwen zoon als er nog
hope is.
De opvoeding heeft zulk een heer
lijke taak. Het kind is van nature ge
neigd zijn eigen aandrift te volgen.
Maar de opvoeders moeten het vani
jongsaf leeren eigen wil te onderwer
pen aan een hoogeren wil. Daar moet
het kind aan worden gewend. Wan
neer het ja is, dan moet het ja zijn
en blijven.
Wanneer het neen is, dan moet het
insgelijks neen zijn en blijven- Daar
kweekt men de gemakkelijkste kin
deren mede.
Weet ge, wat zoo verderfelijk is?
.Ge hebt neen gezegd. En 'dan be
gint uw kind te zeuren en te dreinen
en te dwingen; ge wordt dat op den -
duur zat en tenslotte zegt ge; voor
uit dan maar, in vredesnaam, ga jo
gang. Met dat: ga je gang, hebt ge uw
kind geen goed gedaan.
Weet ge, wffc zoo verderfelijk is?
Wanneer er geen vaste lijn en geen
gestadige gang in de opvoeding uwer
kinderen is. Vandaag laat ge toe. wat
ge morgen zoudt willen verbieden.
Daar komt al dat gehaspel met de
kinderen vandaan. Men geelt de
vrijheid en laat ze loopen waar ze
willen; en later bekijft men ze, wan
neer het blijkt, dat zij de vrijheid heb
ben misbruikt.
In dit alles is geen opvoedende
kracht. Zoo kweekt men geen gehoor-
rame en plichtgetrouwe karakters.
Geeft de kinaeren vrijheid, en legt
ze niet als een hond aan de ketting,
maar laat het een vrijheid zijn binnen
de grenzen van het gebod. Een kind
behoort goed te weten wat het mag
en wat het niet mag.
Ge kunt utw kind in een kooi sluiten
en dan wordt het óf een slaaf, óf een
opstandeling.
Ge kunt uw kind de volle vrijheid
geven, en dan wordt het een tuchte-
looze deugniet.
Maar ge kunt uw kind ook de ruiml
te geven, doch dan altijd binnen die
grenzen, welke het niet overschrijden
mag. En dat is voor het kind het best.
Ruimte van beweging binnen dc gren
zen van het gebod. Van het gebold,
waar ge ook streng de hand aan houdt
't Is moeilijk, zegt ge. Zeker. Maar
toch ook weer eenvoudig, 't Hangt er
slechts van af wat ge zelf zijt. Indien
gijzelf plichtsgetiouwheid geleerd hebt
zoo kunt ge ook het best anderen tot
plichtsgetrouwheid opvoeden.
En vergeet dan dit vooral niet:
Tuchtig uwen zoon als er nog
hope is.
Begin er dus vroegtijdig mede. Ge
ziet het aan de boomen. Wanneer ze
jong zijnde, krom groeien, krijgt ge
ze later niet licht meer recht. Het
jonge leven vereischt een vaste hand.
die het 1 efdevol leidt.
Strenge meesters met een warm
hart, worden van achteren door de
goeden het meest gewaardeerd.
Ze vormen plichtsgetrouwe persoon
lijkheden.
Staal in de opvoeding brengt staal
in de karakters. En ge weet: staall
heeft twee kostelijke eigenschappen:
het is hard en het is tegelijk buigzaam
Goede tucht, van jongsaf geoefend,
heeft den dubbelen zegen, dat ze vaste
en plichtgetrouwe karakters vormt;
maar een vastheid, is het, die geen
stijfhoofdigheid vormt, doch die de
buigzaamheid van het staal vertoont.
Aan deze karaktervorming moet ge
vroegtijdig beginnen.
De eenvoudigste is er toe in staat.
Mits hijzelf gehoorzaamheid geleerd
heeft.
En ook mits onder biddend opzien
tot God en tot den Heere Jezus Chris
tus, zonder Wien wij niets vermogen
Maar dan ook is tijdige gewenning
zoo iets voortreffelijks.
Tuchtig uwen zoon als er nog
hope is.
GODS WIJSHEID IN DE NATUUR.
Wat is Gods wijsheid heerlijk groot,
Die Hij in 't scheppingswerk ontsloot
Voor 't oog der stervelingen.
Hoe wijs is alles uitgedacht
En met beleid tot stand gebracht;
Zelfs schijn-gewone dingen.
Wanneer bij ons in 't Westaebied,
De zomerzon haar stralen giet,
In volle kracht doet gloeien;
Dan laat de Heer een looverdak
Van lommergroen aan kruin en tak,
Ons tot verkwikking groeien.
Als 't najaar wordt, zoo guur en frisch,
De zon in krac'T verminderd is,
Gaat 't lommer weer verdwijnen;
Dan laat de Schepper der natuur
Zijn zon weer, naar Zijn wijs bestuur,
Door naakte kruinen schijnen.
Zoo groeit geboomt met blij vend groen,
Om 't even ook in welk seizoen]
Juist in de warmste oorden;
Gods wijsheid kenmerkt 't gansch heelal'
Spreekt in de schepping overal,
In klanken 2onder woorden.
KERK EN SCHOOL.
NED. nsr.v. EU F. Ik.
Beroepen: te WemeldiTf^e (hulp
prediker), de heer M. J. C. Visser, can-
didaat te Doetinchem. Te Grevel-
duin-Capelle: C. v. d. Wal, te Rijn
sater woude. Te Randwijk: S. Go-
verts, te Oldebroek. Te Woubrug-
ge: A. Altena, te Rijnsburg (toez.).
GEREF. KEF.SEN.
Bedankt: voor Nieuw-Vennep,
W. Seinen, te Opperdoes.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: te Dordrecht, J. Jon-
geleen, te Hilversum.
BEV£S?I3:H3, INTRZBB EN
AFSÜHEO.
Ds. J. Kuylmari hoopt 27 October
a.s. afscheid te nemen van de Ned.
Herv. Gem. van Maasdam en 30 Oct.
zijn intrede te doen te Vreeland, na
vooraf te zijn bevestigd <jloor Ds. Th.
Cieremans, van Princenhage.
Ds. A. J. A. VERMEER.
Ds. A. J. A. Vermp- te 's-Graven-
hage, die onlangs zijn 40-jarig evan
geliebediening heeft herdacht, is be
noemd tot ridder in de Oranje Nassau-
orde.
DE SYNODE DER GEREF. KERKEN.
De Generale Synode der Gerefor
meerde Kerken, die tijdelijk werd ver
daagd, zal niet vóór Dinsdag 25 Oct.
te Groningen bijeenkomen. Een be
paalde datum is nog niet vastgesteld.
Onder meer moeten de zaken van Ds.
J. C. Brussaard van Bloemendaal en
Dr. N. D. van Leeuwen van Harkema-
Opeinde nog worden afgehandeld.
DE ZAAK-Ds. J. C. BRUSSAARD-
Zooals bekend is, zijn de moeilijk
heden met Ds. J. C. Brussaard van
Bloemendaal nog niet tot een bevredi
gende oplossing gekomen. De classis
Haarlem der Gereformeerde Kerken
zal nu Woensdag weer bijeenkomen
in buitengewone vergadering, ter ver
dere behandeling, zoo mogelijk defi
nitieve afdoening van deze zaak.
KERKINSTITUEERING.
Te Egmond aan Zee, waar tot dus
ver een filiaal-gemeente der Geref.
Kerk van Alkmaar bestaan heeft,
heeft men verzocht een zelfstandige
Geref. Kerk te mogen institueeren.
JUBILEUM.
Heden herdenkt de heer H. Pouts-
ma, godsdienstonderwijzer te Veen-
dam, den dag waarop hij voor 35 jaar
zijn ambt aanvaardde.
De heer Poutsiaa beweegt zich op
onderscheiden terrein.
NAT. BOND VAN BEZWAARDEN.
Gistermiddag is te Utrecht een ver
gadering gehouden van den Nationa-
len bond van bezwaarden in de Geref.
Kerk.
De voorzitter, ds. H. C v. d. Brink,
wees er in zijn openingswoord op, dat
de Bond wil zijn een band tusschen
de bezwaarden, in den strijd, welke
hun is opgelegd. Pe ie.ders der syno
dale beweging witte de scheur, door
Assen op kerkelijk terrein getrokken,
doortrekken ook op ander gebied. In
tal van schoolvereenigingen wil men
de bezwaarden uitbannen, dikwijls op
geniepige manier. Dit achtte spr. een
groote schade voor Gods koninkrijk
en een schande voor den naam van
Christus.
Van Mr. Knibbe was een brief in
gekomen, dat hij bedankt als lid van
den Bond en dus ook als bestuurslid.
I-I diens plaats werd nu als bestuurs
lid benoemd Dr. C. Koppenaal.
Aan de orde was daarna: het werk
plan van Groningen.
De voorzitter deelde mede, dat een
commissie, onder leiding van Dr.
Geelkerken, over dit punt advies
heeft uitgebracht, welk advies het al
gemeen bestuur heeft overgenomen.
In dit advies wordt op den voorgrond
gezet, dat Groningen is geworden een
repetitie van Assen en alle pogingen
om de Synode van Groningen op den
weg der hereeniging te krijgen, afge
wezen zijn. Groningen heeft na Assen
niets veranderd. Het bewandelen van
den langen kerkelijken weg loopt op
RECLAME
(Zie advertentie)
niets uit. Wat de bezwaarden wel
moeten doen is: getuigen in eigen
kring, getuigen in den kerkeraad en
ten slotte den kerkeraad vragen, of
hij nog langer de verantwoordelijk
heid kan dragen voor alles wat in de
Gereformeerde kerken gebeurt. Zegt
de kerk op die vraag onverhoopt: ja,
dan trekke men zelf de consequentie.
Het bestuur wil van boven af niets
opleggen. Wat men doen wil als con
sequentie, dat beslisse men zelf.
Na eenige besprekingen vereenigde
de vergadering zich eenstemmg met
dit advies.
Verder werd een werkplan (o.a. in
houdende het beleggen van openbare
en besloten bijeenkomsten om het
standpunt der bezwaarden aan de Ge
reformeerden kenbaar te maken) be
handeld.
GEREFORMEERDE STUDENTEN.
Dezer dagen hebben de besturen
der drie Gereformeerde Studenten-
corpora vergaderd. Met algemeene
stemmen is de volgende motie aange
nomen:
„Het bestuur der Unie van Gerefor
meerde Studenten aan Rijksuniversi
teiten en Hooge Scholen in Neder
land, Societas studiosorum reforma-
torum;
de senaat van het studentencorps
aan de Theologische School te Kam
pen, Fides quaerit intellectual
en de senaat van het studentencorps
aan de Vrije Universiteit onder den
zinspreuk: „Nil desperandum deo
duce";
in vergadering bijeen te Amsterdam,
overwegende, dat vele beproefde
vrienden der Gereformeerde studen
tenbeweging zich van haar afkeeren,
zoodat het b.v. haar onmogelijk wordt,
de gewenschte sprekers voor haar
congres te krijgen; dat in breede krin
gen het vertrouwen in haar ernstig
geschokt is; dat de Geref. studenten
beweging in studentenkringen merk
baar aan waardeering inboet;
betreurende, dat nuanceeringen van
gezond Geref. studentenleven tot te
genstellingen zijn verscherpt;
van oordeel, dat de samenwerking
der drie corpora moet worden ge
handhaafd; dat derhalve thans het
oogenblik is aangebroken, zich op de
„Basis van Samenwerking" opnieuw
te bezinnen;
spreken als hun meening uit, dat
het doel der Geref studentenbeweging
(art. 1 van de Basis van Samenwer
king) voornamelijk is:
a. het verdiepen der kennis van en
het inleven in de overgeleverde Gere
formeerde levens- en .wereldbeschou
wing; de plaats der critiek zij beschei
den, aangezien aan die kennis nog
zooveel ontbreekt, en, gezien de vlot
tende bevolking der studentenwereld,
steeds zal blijven ontbreken; al moet
met nadruk op den voorgrond gesteld,
dat het nooit de bedoeling kan zijn,
die overgeleverde beschouwing klak
keloos na te spreken;
b. het bevorderen van het contact
tusschen de leden der corpora onder
ling, daar deze niet zijn vereenigd aan
óén Calvinistische universiteit, die
alle faculteiten omvat;
verzoeken het algemeen bestuur der
Geref. studentenbeweging, en de re
dactie van Fraternitas, hiermede re
kening te houden:
geven in overweging aan de sena
ten der corpora: in het vervolg bii de
benoeming van leden van het alge
meen bestuur terdege rekening te
houden met den heerschenden geest
in het corps: aan het algemeen be
stuur: aan oud-léden van het algemeen
bestuur niet langer dan één uur na
hun aftreden het recht van toegang
tot de algemeene bestuursvergadering
te verleenen; voor het e.v. congres een
commissie van advies te benoemen,
bestaande uit de heeren prof. dr. F.
W. Grosheide, prof. dr. A. Noordtzij
en prof. dr. J. Ridderbos".
LEGER DES HEILS.
Van 8 tot 22 October e.k. houdt het
Leger des Heils zijn groote Najaars-
aanvrage. Ter gelegenheid van het 4l>-
jarig bestaan van het Leger des Heils
in Nederland werden zooveel blijken
van sympathie ontvangen, zelfs van t
Vorstelijk Huis, dat het overbodig
schijnt, hier uitvoerig stil te staan bij
het uitgebreide nuttige werk, dat het
Leger des Heils in Nederland in die
periode heeft verricht. De opbrengst
van deze collecte komt geheel ten goe
de van het Leger des Heils-werk in
Nederland.
TWEE TEGEN DRIE.
In het begrootingshoofdstuk van 't
Departement van Financiën, zoo lezen
wij in de Waarheidsvriend, wordt bij
de afdeeling: „Kosten der Eeredien
sten" ook voor 1928 de zilveren koor
de tusschen het Rijk en de Kerken, die
onder deze afdeeling ressorteeren,
weer een weinig aangetrokken.
Voor de voorstanders onder de Pro-
testantsch-Christelijke partijen, die nu
gaarne de relatie (betrekking) tus -
schen den Staat en de Kerk verstevigd
zien of in hun program schrijven, dat
de Staat den Iverkedienst, en dan wel
dien der Hervormden, heeft te onder
houden, om van te smullen en hoop
vol de toekomst in te zien, als zij ken
nis nemen van het voornemen van den
Minister van Financiën om de tracte-
menten van twee nieuwe predikants
plaatsen voor rekening van het Rijk te
nemen. Eén te Lemelerveld, waar ten
gevolge van heideontginning zich een
centrum van verkeer heeft gevestigd,
en één te Sittard, in welke gemeente
uit hoofde van de ontwikkeling der
mijnindustrie de vestiging van een
tweeden predikant wordt noodig ge
oordeeld.
Dat bijzonder Ds. Lingbeek en de
zijnen over deze ministerieele daad in
hun sas zullen zijn, laat zich begrij
pen, maar die blijdschap zal wel
eenigszins getemperd worden, wan
neer zij begrijpen, dat zij daarmede
ook weer een offer moesten brengen
aan Rome, die van Minister De Geer
als compensatie diimaal niet twee,
maar zelfs drie traetementen voor
nieuwe priesters ontvangt, één voor
een pastoor te Munstersche Veld, en
twee voor een pastoor en een vica
ris te Rotheni, in Limburg; de beide
laatsten, na oprichting van een nieu
we parochie door den bisschop van
Roermond.
Het is de consequentie, welke ieder
jaar terugkeert, dat nieuwe predi
kantsplaatsen ook Rome meer geld in
den buidel geeft.
Maar die consequentie schijnt de
voorstanders van meerderen rijks-
steun aan de Ned. Herv. Kerk niet te
deren, als de goêgemeente maar den
indruk krijgt, dat de Staat zijn be
schermende hand over de Kerk uit
strekt.
Hoe de versterking van Rome's po
sitie uit 's Lands kas in overeenstem
ming is te brengen met den inhoud
van Artikel 36 der Geloofsbelijdenis,
hebben zij intussehen voor zichzelf uit
te maken.
Voor ons blijft de eenige weg om uit
de moeilijkheden te geraken: losma
king der zilveren koorde, d.w.z. finale
afrekening tusschen het Rijk en de
Kerken, wat de kosten der Eeredien
sten betreft. Misschien wordt daardoor
tevens de weg geopend om de Ned.
Hervormde Kerk ook in ander opzicht
geheel onafhankelijk te maken van de
Landsoverheid.
Oil TEN EN LEGATEN.
Men vestigt er de aandacht op, dat
liet gisteren door ons gepubliceerde
bericht inzake de door enkele leden
der Chr. Geref. Kerk van Hilversum
aan Ds. A. Bikker geschonken 1000
voor kerkbouw op zijn zendingster
rein, onjuiSt is.
Ds. H. Janssen, leger-predikant in
algemeen dienst te 's-Gravenhage,
heeft mede namens een broeder uit
Den Haag en een vriend uit Indië de
ze 1000 geschonken als een eerste
steentje voor kerkbouw op het zen
dingsterrein.
Wijlen mevr. C. C. de Quarles
van UffordTwiss heeft per testa
mentaire beschikking aan de kerk
voogdij en de diaconie dee Ned. Herv.
gemeente te Blauwkapel (bij Utrecht)
elk 1000 geschonken.
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
7) -o-
Ze kwam zichzelf verstandig en
grootmoedig voor bij deze uiteenzet
ting. Ze zou het niet hebben kunnen
verdragen, als haar bekenden haar
voor het tegendeel hadden gehouden,
wanneer het bij een verloving in haar
familie bekrompen was toegegaan.
Dat Helene en Ebba geen bruidschat
hadden, dat wist men. Maar volgens
haar stand moest alles gebeuren. En
de rijke tante zou daarbij een soort
gouden achtergrond vormen. Men kon
niet weten, of deze of gene man hier
door niet op Ebba opmerkzaam ge
maakt werd. Het deed volstrekt geen
kwaad, als men Ebba voor haar erfgc
name aanzag. In werkelijkheid ging
haar geheele vermogen naar haar ei
gen familie terug niet naar de Her-
lingens; dat behoefde echter niemand
te weten.
Tante Louise gevoelde zich heel ge
lukkig bij al deze overwegingen. Ze
hield ervan, dat er hier en daar iets
gebeurde, en vooral al9 ze bij de ge
beurtenissen een veelzijdige rol kon
spelen. En ze verheugde zich ook op
de lang gewenschte gelegenheid, haar
zwager eens precies in de kaart te
kunnen kijken. Ze vreesde voor een
dwaas geldbeheer en wilde graag de
leiding daarvan op zich nemen.
De professor begreep, dat er geen
ontkomen aan was. Hij had zelf het
gevoel, dat het noodig was, want bij
zulke nieuwe verhoudingen kon men
toch niet in de oude sfeer blijven
•voortgaan, en practisch was de vrouw
van zijn broeder, dat werd altijd ge
zegd.
„Ga maar mede," zeide hij gelaten.
In het voorbijgaan streek tante de
beide meisjes over de wang, ten tee-
ken van vroolijke deelneming in He-
lene'9 geluk, tot troost voor de toe
ziende Ebba.
Diep beleedigd trok deze zich bijna
terug en keek tante met toornige en
verwijtende oogen na. Voor het eerst
kwam er zoo iets als heftige tegenzin
tegen tante Louise in haar op.
Toen waren de meisjes alleen.
„Helene, wat hebt ge gedaan!" riep
Ebba hartstochtelijk. „Maar.... ge
lukkig.... 't woord voor ons gespro
ken, heeft geen waarde. Tegen hem
zelf zult ge neen zeggen! Niet waar?
Beloof het me! Zweer het me!"
„Ik denk er niet aan," zeide Hele
ne op haar gewonen beslisten toon.
„Ik heb altijd naar een rijken man
verlangd. Nu komt hij, en nu zou ik
hem wegsturen? Dat zou dwaasheid
zijn!"
„Dwaasheid zou het meer zijn, je
jonge leven aan een man te verbinden,
dien je nu niet lieihebt en dien je wel
dra haten zult!' pleitte Ebba.
„Ik zal evenmin haten als liefheb
ben," z^ide Helene op onverschilligen
toon.
„Wilt ge hem dan bedriegen?" riep
Ebba boos. „Dat zou slecht zijn!"
„Ik zal hem de waarheid zeggen, en
dan zal hij eerst recht veel van me
houden."
„Helene, liefste eenigste, beste Hele
ne.... maak je niets wijs. Ik geloof,
dat je je ergens ingewerkt hebt, in
een programma, in een rol, een hou
ding.... weet ik wat! Bedenk toch!
Je zult ongelukkig worden 1"
Helene stond eenige oogenblikken
zwijgend daar. Toen keek ze om en
wees met een langzame, veelzeggende
handbeweging op de verschoten meu
bels, op een gat in den rand van het
doorschijnende tafelkleed, op de arm
zalige, gestopte gordijnen.
„Neen, ik kan nooit ongelukkig zijn.
als ik schoonheid om me heen heb,"
zeide ze zacht. „Schoonheid is meer
dan liefde, maar dan kracht, meer dan
arbeid, meer dan geluk. Ik ben nu
eenmaal zoo. Je hebt het geweten,
maar toch niet zoo geheel en al. Ik
at hier het genadebrood, maar ik houd
van jullie en ben dankbaar voor al
les; en alles wat ik gevoelen kan. ge
voel ik voor jou en voor je vader.
Maar ik heb onzegbaar geleden! Zeg.
als ge wilt. dat het ziekelijk is. Mis
schien ben ik ook slechts een zieke
lijk wezen, uit overgevoelige, levens
moede ouders geboren. Wie weet!
Maar als ik zelf leven wil, dan kan ik
dat slechts in rijkdom. Zie je, het doet
mijn hand bepaald pijnlijk aan als ik
die leelijke, oude dingen aanpak. Mijn
oog lijdt door het leelijke tapijt. Mijn
huid doet zeer, omdat ik dat ordinaire
linnengoed draag. Ik verga van ver
langen naar schilderijen, naar wonder
schoone kleurige stoffen, naar fijn
vaatwerk en echte kant. Het kopje, dat
ik naar den mond breng, moet een
kunstwerk zijn, als ware het voor mij
gewrocht. Zie je.... daar verlang ik
naarEn jij gelooft, dat, als ik dat
eindelijk heb. ik ongelukkig zal zijn?
Ons leven was voor mij geen leven."
„En voor zulke uiterlijkheden wil je
je aan hem overgeven?" riep Ebba
haast weenend uit; „dat is alsof hij
voor geld zich een slavin koopt,"
Over Helene's gelaat vloog een koe
le, vreemde uitdrukking.
„Als je slechts het woord „uiterlijk
heden" weet te zeggen, dan heb je me
'niet begrepen," sprak ze. En toen na
een pauze:
„Slavin?Meesteres!"
Een glimlach speelde om haar mond
en in haar oogen fonkelde iets. dat
Ebba schrik aanjoeg.
HOOFDSTUK II.
Den volgenden dag ging Ebba in Ti
onbeschrijfelijke opgewondenheid naar
het gewone avondpartijtje bij tante
Louise. Hoe moest Helene wel te moe
de zijn? Door de ruwe manier, waar
op de opdracht van den heer Kunows-
ky uitgevoerd was. moest uit Helene's
ziel ieder spoor van onbevangenheid
wel uiteewischt zijn!
Wat een pijnlijk iets, naar een feest
te gaan, met het bewustzijn: daar zal
ik den man vinden, die me zijn liefde
bekennen zal! Maar Helene wandelt
met haar gelijkmatige schreden en
haar gewone waardige houding naast
haar.
Het laatste schijnsel van den lang
zaam verdwijnenden Septemberdag
verhelderde-den hernel nog en deed
hem witachtig schijnen. Onder zijn
kleurloosheid zagen de boomen en de
boschjes er donkerder uit. Zachtjes
vielen er soms gele lindebladen van
de kruin af. onder wier schemer de
meisjes voortgingen. Het nieuwe vil
lapark, waarin eerst sedert kort sier
lijke. kleine huisjes voor burgerlieden
rij aan rij gebouwd waren, was al
lang geplant en aangelegd. Toen had
den de rijen lindeboomen, die de toe
komstige straten aangaven, in het
vrije veld tijd en lucht gehad om zich
krachtig te ontwikkelen. En nu nog
strekten zich in lange rijen de boom
toppen uit tot in weiland en roggevel
den. Daar wandelde de professor des
morgens, want daar kwam hij geen
mensch tegen.
De avondstilte was weldadig, er lag
iets in van zachte gelatenheid. Ze
maakte de meisjes stil.
Wat zouden ze ook hebben moeten
bespreken? Ebba's hartstochtelijke
woordenrijkheid droeg bij tot de stille
in zichzelf gekeerde vastberadenheid
van de andere.
(Wordt vervolgd.)