NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WAT OE BLADEN ZEGGEN.
van
WOENSDAG 28 SEPT. '27
TWEEDE BLAD.
Op de Raadstribune.
21—11.
Gezien de uitslagen van verschillen
de stemmingen in de j.l. Maandag ge
houden Raadsvergadering, zou men
geneigd zijn aan te nemen, dat de ver
schuiving nog sterker is geweest dan
de verkiezingsuitslag (19—14) ons
hracht.
Daarop doelde ook zeker de heer van
Eek, toen hij onze uitspraak aanhaal
de, en daarbij opmerkte, dat de ver
houding nog ongunstiger was dan
1&—14.
Inderdaad, wanneer het gaat om de
Tjraag of een gemeentebedrijf uit zijn
natuurlijke taak gehaald zal worden,
om het te noodzaken aan een neven
taak een onnatuurlijk groote aandacht
te wijden, dan zijn er slechts 11 leden
in onzen Gemeenteraad bereid dat pro
pagandistisch pad der S.D.A.P. te be
treden.
Evenzoo wanneer de S.D.A.P. den
Leidschen Gemeenteraad tracht te
spannen voor dat zelfde wagentje der
propaganda, inzake den steun der
Provincie aan de gemeenten voor de
werkverschaffing, dan is het alleen de
V.D. die den democratische», rug
kromt onder het harde juk van de tien
roode broeders.
Intusschen hebben de Soc.-dem. on
zen wenk ter harte genomen; zij zijn
niet den weg der doellooze en nutte-
looze obstructie opgegaan, maar zul
len nu pogingen doen, om op regelma
tige wijze aandeel te verkrijgen in de
beide commissies, waaruit zij geweerd
wenden.
'Wanneer dit.de werkwijze dier com
missies niet schaadt, hetgeen uiter
aard dezerzijds moeilijk beoordeeld
kan worden, zal naar onze nïeening
de Raad verstandig- doen, om aan dat
verzoek tegemoet te komen. Een frac
tie van. 10 heeft groote beteékenis als
oppositie.
Een aardig spelletje werd reeds in
den aanvang der middagzitting ge
speeld tusschen de heeren Sijtsma en
.Schüller. Eerstgenoemde, de nestor
,van dén raad, weet vaak handig' zijn
roode neefjes een of ander mooi pro
pagandistisch voorstel af te snoepen.
Dat is dan natuurlijk minder prettig'
voor den betrokken S.D.A.P.-man, in
dit geval de lieer Schüller. De heeren
kaatsten even enkele onvriendelijkhe
den heen en weer,' maai' daarna was
bij de eerste de beste stemming- de
stemmige vrede weer. geteekend.
De zaak waaftpm het ging staat in
de algemeen,e aandacht. Zoodra men
over het Levetndaal spreekt, grijpt
ieder naar zijn neus of kijkt angstig
achterom alsof hij op de Hoögewoerd
loopt. Gelukkig, hoorden wij nu niet
meer uit den voorzitterlijken mond
den lof over de sierlijke stadsgracht
spreken, maar klonk 't integendeel
hoopvol,, dat nog voor Sept. 1928 het
uitbreidingsplan "en mitsdien de Le-
vendaaldemping, een punt van bespre
king kan uitmaken. Tenzij het Leven
daal inmiddels, evenals de verbree
ding van het Gangetje, uit het alge-
meene plan wordt gelicht. In dat ge
val kan een spoedige behandeling ver
wacht worden.
Het ware te wenschen!
De zaak van de vrije artsenkeuze
'(een beperkte) vond in de belangheb
bende doktoren, die voor eigen beurs
opkwamen, geen sterke principieel e
bestrijders. De heer Heemskerk, die
voor hen nog iets poogde te redden,
kon met zijn voorstel slechts 4 stem
men halen.
Eenigszins vermakelijk was het be
toog van den'heer van Stralen dat co
kes geen bijproduct is, en dat bij een
fabriek die als lie h tfabrièk wordt
geëxploiteerd en waar dus gas het
hoofdproduct is. Zou de heer van Stra
len te gelegener tijd misschien ook een
pleidooi gaan voeren tegen de bena
ming van de teer als bijproduct?
In. één opzicht vonden wij in het be
toog een howdbaren grond, mits en
'daar strafte wethouder Goslinga hem
geducht voor af men dat niet op de
personen gaat toespitsen, n.l. datde
landelijke organisatie van gasdirec-
teuren op den duur een bedenkelijke
zijde heeft.
Het debat over de interpellatie-van
Stralen, inzake huuropzegging, kreeg
een oogenblik een onaangenamen kant
toen bleek dat de inlichtingen offici
eel en officieus ingewonnen, elkaar
niet dekten. Wij achten den voorzitter
volkomen te goeder trouw, maar ver
trouwen dat de dictatoriale wijze van
optreden van sommige menschen
en daaronder zijn ook vaak ambtena
ren hier veel bedorven heeft.
Wethouder Goslinga had in de mid
dagzitting met nadruk verklaard, dat
de heeren maar niet moesten aanko
men met groote woorden, met intimi
datie. want dat hem dit koud liet.
Slechts argumenten zouden bij hem
een willig oor vinden. Als een massaal
blok, recht evenredig aan de postuur
van hem die ze uitsprak, lag daar deze
vc-rklaring.
Wat moest de S.D.A.P. er mee doen?
Wel, wat was beter dan eens een ter
gende opmerking te maken, dat een
wethouder, in strijd met de wet, de
wet hield.
Maar ook deze vlieger ging niet op.
Het ging er immers niet om, of de heer
Goslinga wel toestemming had om het
wethouderschap te bekleeden, maar de
heer Groeneveld betwijfelde de wettig
heid van het wethouderschap aan de
hand van de desbetreffende bepaling
der Radenwet.
Zoo ziet men dat men een groot man
kan zijn, zelfs zoo groot dat men het
brengt tot Soc.-dem. Gemeenteraadslid
c-n toch niet uit elkaar kan houden de
on ver e énigbaarheid van de ambten in
de gemeentewet geregeld en de toe
stemming van den werkgever om dit
of dat te doen. Ja, men kan ook een
groot man zijn, en toch tot kleine mid
delen de toevlucht nemen, zooals de
Soc.-dem. daarmede bewezen.
Revolutie alleen.
In het Haagsche Volk van Maandag1,
komt een lang verhaal voor over dei
zoozeer verdrukte en mishandelde
Indonesiërs, waarvan het refrein is,
dat de dame (echtgenoote van een:
cler gearresteerden i verklaarde, dat!
haat man toch niets kwaads gedaani
#had. I
Zie hier. wat de Standaard schrijft:
Revelatie alleen kan den. overheerschf
ten uitkomst bieden.
Dat is de grondtoon van alle- uitla
tingen in de Indonesia Merde'ka (heb
orgaan der vereeniging Perhimpoenaa
Indonesia).
De gewapende daad zal uitkomst
bieden. i.
Wat ten vorigen jare op Java en r»
hef begin van dit jaar.' op Sumatra!
plaats greep, was „vooroefening".
Óp die revolutie wordt door een
groot deel' der inlandsche intelligent
sia, die hier te lande verblijf houdt,
doelbewust aangestuurd:
Aanraking met zelfs welgezinde .Ne-
dei landers wordt opzettelijk verme
den, omdat zoodanige aanraking de
„haat" tegen de Westerlingen zou kun
nen verzwakken.
Hoe langer hoe meer worden wij
er van overtuigd, dat de onderschei
ding tusschen geoorloofde nationalist
tische strevingen en ongeoorloofde
verzetsprediking een kunstmatige is,
die op den werkelijke» toestand niet
klopt. En we geloóven dan ook, 'dat
de tijd1 niet verre meer is, dat het Ko
loniale vraagstuk weer in. het centrum!
der Nederlandsche politiek zal ko
men te staan.
Het wordt tijd, dat de oog en in Ne
derland open gaan. .Want Moskou
heeft ze altijd open.
Of zou het alleen 'dorst naar kennis!
zijn, die de Russische dame hooft)
van de afdeeling Indonesië van het!
ethnclogisch museum te Leningrad
naar Leiden drijft om van een Inlan
der aldaar Maleisch te leeren?
Onzer is niet de naïveteit om dat te
•kunnen gelooven.
Moscou stuurt welbewust aan op
het verwekken van onrust, verzet, re
volutie in ons Indië. Het heeft de In
landsche intellectueelen voor een niét
onbelangrijk gedeelte voor die gedach
te gewonnen; het spint aan dien
draad altijd voort, zonder zich door
tijdelij'ken tegenslag die immers
toch door de Inlanders zelf wordt ge-
FEUILLETON.
EBBA EN HELENE.
4) O
Ebbe, en Üelene hadden daaromtrent
geen vast oordeel, maar ze bespraken
het wel dikwijls met elkaar, of de
oude he>er wel werkelijk een scheppen
de geeat was en of hij niet veel meer
slechts een onvruchtbare begeerte
•naar v/eten had.
Ehlya zeide verschoonend:
„Néén, papa, een professoraat aan
nemendat. zou een offer zijn, dat
.we niet zouden kunnen aannemen. 11
imofet voor uw boek leven. Ik hen ech-
itear jong en kan werken, ook Helene
•kajn beproeven iets te verdienen."
„Julliemaar kinderen!" riep de
;oude heer bijna verteederd uit.
„Wij zijn geen kinderen. Helene is
-'drie en twintig, ik hen een jaar jon
ger. Nog een paar jaar en dan zijn we
oude jongejuffrouwen."
,.Oude jongejuffrouwen? oude jonge
juffrouwen?"
Hij herhaalde het verbaasd. Toen
doorkruiste een gedachte zijn brein:
„O, het zóu goed zijn, als jullie trouw-
dett"
Helene glimlachte in zichzelf.
„Wie-zal er.met ons trouwen, papa?
iWij leeren niemand kennen, behalve
een paar heeren, die we 's Woensdags
hij tante Herlingen zien. Het is de
eenige familie, waar we aan huis ko
men. Onze schoolvriendinnen, waar
van er twee, drie hier getrouwd zijn,
noodigen ons nooit meer uit, deels om
dat wij nooit iets terug doen, deels
omdat Helene ze allen afgeschrikt
heeft
„Zeer juist, mijn kind," zeide de pro
fessor, zich tot Helene wendend, „men
moet terughoudend zijn en niet met
alle plebeische geesten op vriendschap
pelijken voet blijven, met wie het toe
val ons in de jeugd verbond."
„Ik heb een vast plan," sprak Ebba
verder, die zich tot geen prijs van de
wijs wilde laten brengen, „u verkoopt
bij voorbeeld vijfduizend Mark van uw
Pruisische consols. Daarvan gebruiken
we een paar honderd Mark voor nieuw
linnengoed voor dé huishouding, voor
u en voor ons en om een paar noodza
kelijke dingen aan te schaffen. U
neemt vrouw Vosz. die een nette, eer
lijke vrouw is, hij u in. Twee kamers
kunnen aan heeren verhuurd worden.
Dan woont goedkooper. Vier duizend
Mark geeft, u Helene en mij in de hand
en dan gaan wij naar Berlijn. We kun
nen bij de zuster van mama .inwonen;
u weet, dat ze dat al dikwijls gevraagd
heeft. Ik doe eerst mijn abiturium, dat
kan men nu doen, en daarna kan ik
misschien naar Zurich gaan. Helene
leert teekenen en .schilderen voor de
kunstnijverheid."
De professor staarde zijn dochter
aan. Hij zag wel, dat daar een vol
wassen, zelfbewust menschenkind tot
hem sprak, dat scheen te weten, wat
dragen ooit te -laten ontmoedigen;
We hebben daartegen met groote!
beslistheid öp te treden. En dat nieti
alleen repressief, maar veel méér nog'
preventief.
En vooral' wachte men er zich voor
met deze revolutionaire geesten lieb-
baugeln, door hen te paaien met be
noemingen -in allerlei' ambt.
Zulke benoemingen zijn af te keu
ren .om tweeërlei reden.'
Zij brengen onbetrouwbare elemen
ten op plaatsen, waar zij niet hoorery
en ze werken deorimeerend op denl
geest der welgezinden 'die er geluk
kig ook nog. vele zijn 'die zich ver
wonderd gaan afvragen, of de weg)
om iets te worden, 'door 'de poort voert
die als oosch". ifi het. woord „onbe
trouwbaarheid" draagt.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Soesterberg, B.
TiïinstraC te Bees'd. Té Sté'dum (Gr.),
'E. A. X-azon'der, te Warns. (Fr..).
Aang enom e-n. Na&v .Sneek, H.
I. Handers te Herveld. ,Naar Sluipwijk'
.W. Wesseldijk te "Wouterswoüde.
Bedankt: Moor Wil sum, W. jW.es-
seldij'k te Wouterswoude.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Hilversum, 3de préd-
plaats. A. T. Bouma te Wanswera, en'
Dr. D. K. Wielenga te Voorschoten.
Beroepen: Te Ijlst. C. Mak, té
Brielle. Te .Westbroek. E. J. var.
Voorst te Kootwijk. Te' Fijnaart. D.
Bremmer te Bruinisse-Qosterland. To
Zuilen, D. Chr. Karssen, te Hattem.
Bedankt: Voor Hoek van Hol
land, L. E. Smilde te Haastrecht.
CHR. GEREF. GEM.
T w. e er tal: Te Nocrëdeloos, N. Bij-
idemast te- Rotterdam, e» J. Reesink
te 'Aalten. - "-
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. Th. G. C. Rappar'd, wier.
met ingang van l'Oct.obe' a's. eer
vol emeritaat is verleend, heeft Zon
dagmiddag afsche-id genomen van da
Ned. Herv. -Kerk te Kootwijkerhoiit,
met een predicatie: naar aanleiding'
van Marcus A3: 31.
Na cle preek bracht Ds. I. H. Th.
Rappavd, predikant bij de Ned. Herv.
Gemeente te Barneveld en tevens con
sulent vair Koctwij'kerbroek. zijn vader
namens Üe gemeente dank voor zijn
arbeid1.
Steeds zal, volgens de verklaring?
van den kerkeraad, het werk van Dsi
Rappavd -Sr;' in' zegenend' aandenken*
blijven. Spreker kan zich' voorstel'-
len, -dat .dit scheiden zijn bijna 75-
jarigen vader zWadr moét vallen.
Met 'de- bede. dat- voor zijn ouders!
nog een gelukkigen levensavond moge)
zijn weggelegd, .en dat de Heere hen
steeds nabij moge zijn;, eindigde sprei
ker, die de 'getnèehie verzocht haar
scheidenden Jeeraar het derde vers'
van den 122ën Psalm toe te zingen.
Ds. M. G. Gijsman heeft Zondag
middag in de Ned. Ken*. Kerk te Zun-
derdorp (Amsterdam-Noord) zijn af-
scheidspredikatiegehouden wegens
vertrek naar Nieuwe Pekela.
Ds. G. sprak naar aanleiding van de'
verzen 1 én 2 uit het 15e hoofdstuk!
van den eersten brief van Paulus aa»
de Corinthiërs.
Na de predicatie spraken resp. de
consulent. Ds. de Vlieger te Holysloot.
namens de/gemeente en Ds. Kool te
Rans'dorp namens de ring-collega's.
Tot slot zong de gemeénte' den schei
denden Ieeraar een zegenbede toe.
Zondagnamiddag nam Ds. J.
Louw afscheid van de Baptistengê-
meente te 2e Exloermon'd.
-:De naar Groningen vertrekkende
predikant had tot' lekst" gekozen
2 Pet.-. 1—10.
Aan het einde richtte Ds. L. zich
tot gemeente en kerkeraad en sprak
woorden ter afscheid, waarna ouder
ling De Jonge namens ,de gemeente
Ds. L. toesprak.
Voorts werden nog woorden van af
scheid gesproken .door Ds. Reiling en.
Ds. .Weenink.
KERKELIJKE STATISTIEK.
Ter vergadering van fde;ji kerkeraad
der Geref. Kerk van ScheVeningen deni
ze wilde. Maar ..dat wat ze wilde, was
zoo overwegend voor zijn kalm leven,
zoo geheel tegen zijn vaste overtuiging
in, dat hij er eerst sprakeloos van was.
„Houd me niet voor ondankbaar, pa
pa," besloot Ebba bewogen, „maar zoo
kan het niet blijven. Helene en ik, we
verspillen onze heele jeugd en verzui
men het misschien, aan ons leven een
vaste richting te gevën. We zouden u
gaarne dit offer brengen, als het goed
voor u was, als het een doel had. Maar
zoo, alleen uit een soortnalatigheid
neen. dat mogen we niet. Ook niet
om uwentwil. Want kijk eens: u kondt
later, wanneer u oud zijt, niet meer iri
staat zijn, om te werken, en als dan
het kapitaal opgeteerd is, en wij niets
hebben leeren verdienen wat moet
'er dan gebeuren?
„'We willen niet uit zucht naar ver
andering weg, ook niet, om meer ge
noegen en afwisseling te hebben. We
zijn heel tevreden met ons stil, arm
zalig leven. We dragen het samen, He
lene en ik, en we houden van elkaar."
Ze brak in tranen uit. Helene zat on
beweeglijk en sloot slechts langzaam
de oogen.
De professor had ook met opkomen
de tranen te kampen, ze schoten hem
in de oogen, en zijn oogleden werden
rood. Hij beklaagde zijn kinderen, He
lene haast nog meer dan zijn doch
ter, daar zij niet zijn eigen, -maar toe
vertrouwd bloed was.
Maar wat moest men doen? Het was
nu eenmaal zool Waarom was ook zijn
de ouderling v. Kuyk mede, eene vol
ledig? statistiek te hebben opgemaakt
van de doopleden der gemeente, ge
rubriceerd naar den leeftijd.
Hieruit blijkt, dat het getal doople
den op 15 Sept. ,1927.'bedroeg 4133,
waarvan 2225 van het mannelijke en
1908 van .het vrouwelijke geslacht. In
den leeftijd van 12—25 jaar - zijn er
1699.
De kerkeraad besloot deze merkwaar
dige en leerzame statistiek in de Kerk
bode op te nemen. Ze gaf aanleiding:
tot een uitvoerig? bespreking over het
verschijnsel, dat van de bovengenoemde
1699, naar de opgave van de predikan
ten en van den "heer Vrolijk, slechts
pl.m. ióoo ter catechisatie komen, zoo
dat er bijna 700 doopleden zijn, dié
geen catechetisch onderwijs ontvangen
Ai rekent men een 300-tal voor de
zeejongens, die weinig .of in 't geheel
niet cp de Catechisatie komen, dan
blijven er nog 400 over. Besloten werd
de bespreking van dit verschijnsel op
de volgende vergadering voort te. zet
ten.
DE SCHEPPINGSDAGEN.
Ds. W. Breukelaar,Gerëf. Predate
Zaandam, verzoekt aan de Standaard
plaatsing van het volgende schrijven:
„Onder het „Kerknieuws" in de
Stand, van Zaterdag 24 Sept. '27 komt
:een bericht voor (cok door ens ver
meld), van een door den he?r A. van
JDiggëlen te Amersfoort aan da Generale
Syncde gericht adres. Volgens dit be
richt noemt de heer A. van Diggelen in
dit adres mijn naam. en schrijft o.a.
dat hij „geen enkels predikant of pFo-
fesscr, die, evenals 'Ds. B. t? Z. -in
plaats van de dagen in Genesis 1 d?
tijdperken leert, wenscht aan te
klagen".
In de door mij onderstreepte woor
den legt de hesr A. van Diggelen mij
ten laste, dat ik „inplaats van de dagen
in Genesis 1 de tijdperken leer" en
derhalve de scheppingsdagen, waarvan
Genesis 1 ons spreekt, niet al's_dagen
erken. Hoe de heer' A. van Diggelen
er toe komt die leer mij toe te dichten,
weet ik niet. Vermoedelijk gaat hij af
cp het lasterlijk geschrijf, dat. zeker
blad omtrent mij heeft gepubliceerd.
Aan mij heeft hij geen verklaring van
mijn gevoelen gevraagd en evenmin
daarnaar bij mijn kerkeraad een on
derzoek ineestefd. Indien hij dit ge
daan had, zou hij niet hebben geschre
ven zcoals «hij deed. Want dat de z~e3
scheppingsdagen geen dagen waren in
eigenlijken zin, is nooit mijn gevoelen
geweest én wordt door mij niet geleerd.
Het spreekt vanzelf, dat ik overigens
cp het schrijven van den heer A. van
Diggelen niet inga, wijl dit niet op
mijn weg ligt".
BINNENLAND.
HET EINDE VAN DEN ZOMERTIJD.
Men verzoekt ons' er aan te herinne
ren, dat de zomertijd hier te lande zal
eindigen den 2den .October a,s. te 3 uur
in den voormiddag, dus in den nacht
van Zaterdag op Zondag a.s.
Wie dus nog schikkingen heeft te
treffen doe dat uiterlijk Zaterdag,
AANVULLING TIJDELIJKE BETREK
KINGEN AAN GPENB. LAGERE
SCHOLEN.
Op de vragen van den heer van Za-
delhoff betreffende dé toepassing van
art. 56, 4de en 5de lid, der Lager-on-
clerwijswet 1920 ten aanzien van de
vervulling van tijdelijke betrekkingen
aan openbare lagere scholen, heeft de
heer Waszink, minister van Onderwijs
Kunsten en Wetenschappen, het vol
gende geantwoord:
Het antwoord op deze vraag: (Is de
'Minister van meening, dat, ook voor
de vervulling van tijdelijke betrekkin
gen aan openbare lagere scholen, art.
56, 4de lid, der Lager-onderwijswet
1920 van toepassing is?) luidt bevesti
gend.
De wet verleent ondergeteekende
niet het recht, het voorschrift van ar
tikel 56, 4de lid, der Lager-onderwijs
wet 1920 voor tijdelijke ««betrekkingen
van korten duur in het algemeen bui
ten werking te stellen. Indien echter
door plotselinge ontstentenis van on
derwijzend personeel, hetzij door ziek
te of anderszins, onmiddellijk in een
opengevallen plaats tijdelijk moet wor
den voorzien, kan dit voor ondergetee
kende een gewichtige reden zijn,- om
lieve, trouwe Lily zoo vroeg heenge
gaan, de hulpeloozen alleen achter
latende?
„En wat wilde je dan studeeren?
Laat me eens precies weten, wat je
wilt, wat je hoopt, opdat ik je weer
leggen kan."
Ze moest zeggen, wat ze wilde en
hoopte? In duidelijke woorden samen
vatten, wat dringend en heftig haar
ziel bewoog? Deze eiscli deed haar van
schrik verstommen. Was dat te zeg
gen? Wat wilde ze eigenlijk? Vrijheid?
Neen, dat was een nietszeggend woord.
Waarom, waartoe vrijheid? Wat daar
mede beginnen? Ze gevoelde zich niet
geketend en gebonden. Haar ziel haak
te niet naar avontuurlijke gebeurtenis
sen, die voor het vaderoog verborgen
moesten blijven. Wat was eigenlijk
vrijheid, hoe kon ze dit begrip in ver
band brengen met de gistende onrust
in haar binnenste? Neen, het woord
vrijheid drukte niets uit. Het leek hier
een holle phrase.
Wetenschap? Ze had meer geleerd
en gelezen, dan duizend anderen jon
gen meisjes mogelijk is. Haar kalm
leventje, de boekenschat van haar va
der, een onverzadelijke belangstelling
in alles wat met aardrijkskunde en
geschiedenis samenhing, waren haar
helpers geweest. Ze kon ervan over
tuigd zijn, met een korte studie
van methodistischen aard, het examen
voor onderwijzeres gemakkelijk, bijna
spelend te doen. En niemand en niets
verhinderde haar, haar hersens steed3
AAN HET ZOEKLICHT.
- V~1
Leiden, 28 Sept. 1927.
„Staat en Kerk", het officieel orgaan
van de Hervormd Geref. Staatspartij,
komt weer eens met een onthulling:
„Het Socialisme groeit' met den
dag en de jeugdorganisaties in het
Roode Kamp groeien en bloeien naar
hartelust. Dank zij Schaepman, voor
wien kort geleden een standbeeld
werd opgericht. (We lazen niet, dat
toen het Partijbestuur van de S.D.
A.P. tegenwoordig was. Niet erg
erkentelijk. Schaepman leverde im
mers dat roode moes. grdtig opge
slorpt door Kuyper en Lohman en
hunne volgelingen. Aan het drieman
schap, en voornamelijk aan Schaep
man heeft de S.D.A.P. haar opkomst
te danken!)
Wij schrijven dii als een door
slaand bewijs, dat Rome niets geeft
om den geestelijken nood van de So
cialisten,"
Van „doorslaan" gesproken, de
schrijver van dezen onzin slaat inder
daad door als een blinde vink. Maar
heeft de redactie van genoemd orgaan
er wel eens over nagedariit, dat er in
derdaad geen enkele pa"ij in Neder
land is, die zoozeer haar best doet,
Rome en de S.D.A.P. naar elkaar toe te
drijven en dan gezamenlijk op het za
del te heffen.
Tot meerdere glorie van Ds. Ling-
beek en zijn „Protestantisme"
OBSERVATOR.
gebruik te maken van de bevoegdheid
welke hem is verleend bij het vijfde
lid van dit artikel.
Aangezien hierbij elk geval op zich
zelf moet wórden beoordeeld, kan on
dergeteekende niet hij voorbaat verkla
ren, of in het algemeen van deze be
voegdheid een ruim gebruik zal wor
den gemaakt.,
TELLING VAN DIENSTSTUKKEN
DOOR DE GEMEENTEBESTUREN.
De Minister, van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw heeft aan de ge
meentebesturen medegedeeld, dat zij
wederom een telling van verzonden
dienststukken moeten houden en wel
gedurende de week van 17 tot en met
22 October. Het resultaat van de tel
ling moet vóór 15 November aan den
Minister door tusschenkomst van Ge
deputeerde Staten worden opgegeven.
In verband met de in den loop van
dit jaar gehouden verkiezingen voor
de Provinciale Staten en de Gemeen
teraden wil de Minister bovendien
gaarne een opgaaf ontvangen van de
aantallen stukken, die daarop betrek
king hebben gehad.
In het belan£ van een beperking
van uitgaven wijst de Minister
gemeentebesturen nog op de moge
lijkheid, in velé gevallen van kaart-
iormulieren gebruik te maken. Ver
schillende mededeelingen van onbe-
langrijken inhoud kunnen als brief
kaart verzonden worden. Behalve de
besparing op de portokosten, wordt
hiermede ook een bezuiniging op het
materieel verkregen.
FINANCIEELE VERHOUDING VAN
RIJK EN GEMEENTEN.
Naar aanleiding van verschillende
verzoeken van gemeentebesturen, in
gekomen bij het. bureau van de Staats
commissie inzake de financieele ver
houding van Rijk en Gemeenten heeft
dit bureau zich thans in verbinding
gesteld met alle gemeentebesturen, ten
einde van deze Gemeentebesturen een
overzicht te verkrijgen van het bedrag
der Rijksuitkeering, dat benoodigd zou
wezen, wanneer de door de Staatscom
missie voorgedragen grondslagen wer
den berekend op de basis van de cij
fers, vastgesteld in' de goedgekeurde
gemeenterekening 1926. De berekenin
gen van het bureau gemaakt in den
zomer van 1926 koflden slechts worden
gedaan met inachtneming van de toen
laatstelijk vastgestelde gemeentereke
ning 1924. De berekeningen zijn dus
verouderd. Daarenboven zijn de ver
strekte gegevens niet in het bijzonder
door Gedep. Staten gecontroleerd.
Het ligt in de bedoeling van het bu
reau thans aan Gedep. Staten een
niet officieele controle te verzoeken
en daarna de gegevens opnieuw te ver
werken.
meer te vullen met allerlei weten
schappen.
Zelfstandigheid?. Was het dat mis
schien? Drukte zij zich juist en duide
lijk uit, wanneer ze zeide: Ik wenscli
mijn kunde.op materieele wijze te ge
bruiken en ze daarom slechts te ver
meerderen, en ze door studie tot ver
krijging van den doctorstitel te kro
nen, om geld te verdienen? Neen, dat
was slechts een uiterlijke wensch, in
gegeven door den financieelen toe
stand, waarin ze zich bevonden.
„Hoe zal ik uitdrukken, wat ik wil?"
dacht ze opgewonden. „Hoe zal ik met
woorden zeggen, dat -ik geloof, dat er
ook voor een vrouw een toestand van
volkomen innerlijke zekerheid bereik
baar is, waarin ze werkzaam en be
wust deelneemt aan de voorkomende
zaken, aan de ontwikkeling der gehee-
le menschheid, aan den vooruitgang
der cultuur?"
Zij was het zich bewust, dat ef een
man op de wereld" was, wien haar ge-
heele wezen in gloeiend verlangen te
gemoet vloog. Als hij kwam en riep:
„Wees de mijne!" jubelend zou ze zich
aan hem overgeven. En ze dacht het
zich heerlijk, schouder aan schouder
met hem te arbeiden in zegenrijke, en
merkbare bezigheid. Daden te volbren
gen, waardoor het geheele'geslacht ge-
eerd zou worden en die, behalve voor
het tegenwoordige7, ook voor de toe
komst beteekenis kregen.
Was het dus misschien de eerzucht,
dl© in haar brandde.