NIEUWE LEIDSCHE COURANT WAT OE BLADEN ZEGGEN. van WOENSDAG 28 SEPT. '27 TWEEDE BLAD. Op de Raadstribune. 21—11. Gezien de uitslagen van verschillen de stemmingen in de j.l. Maandag ge houden Raadsvergadering, zou men geneigd zijn aan te nemen, dat de ver schuiving nog sterker is geweest dan de verkiezingsuitslag (19—14) ons hracht. Daarop doelde ook zeker de heer van Eek, toen hij onze uitspraak aanhaal de, en daarbij opmerkte, dat de ver houding nog ongunstiger was dan 1&—14. Inderdaad, wanneer het gaat om de Tjraag of een gemeentebedrijf uit zijn natuurlijke taak gehaald zal worden, om het te noodzaken aan een neven taak een onnatuurlijk groote aandacht te wijden, dan zijn er slechts 11 leden in onzen Gemeenteraad bereid dat pro pagandistisch pad der S.D.A.P. te be treden. Evenzoo wanneer de S.D.A.P. den Leidschen Gemeenteraad tracht te spannen voor dat zelfde wagentje der propaganda, inzake den steun der Provincie aan de gemeenten voor de werkverschaffing, dan is het alleen de V.D. die den democratische», rug kromt onder het harde juk van de tien roode broeders. Intusschen hebben de Soc.-dem. on zen wenk ter harte genomen; zij zijn niet den weg der doellooze en nutte- looze obstructie opgegaan, maar zul len nu pogingen doen, om op regelma tige wijze aandeel te verkrijgen in de beide commissies, waaruit zij geweerd wenden. 'Wanneer dit.de werkwijze dier com missies niet schaadt, hetgeen uiter aard dezerzijds moeilijk beoordeeld kan worden, zal naar onze nïeening de Raad verstandig- doen, om aan dat verzoek tegemoet te komen. Een frac tie van. 10 heeft groote beteékenis als oppositie. Een aardig spelletje werd reeds in den aanvang der middagzitting ge speeld tusschen de heeren Sijtsma en .Schüller. Eerstgenoemde, de nestor ,van dén raad, weet vaak handig' zijn roode neefjes een of ander mooi pro pagandistisch voorstel af te snoepen. Dat is dan natuurlijk minder prettig' voor den betrokken S.D.A.P.-man, in dit geval de lieer Schüller. De heeren kaatsten even enkele onvriendelijkhe den heen en weer,' maai' daarna was bij de eerste de beste stemming- de stemmige vrede weer. geteekend. De zaak waaftpm het ging staat in de algemeen,e aandacht. Zoodra men over het Levetndaal spreekt, grijpt ieder naar zijn neus of kijkt angstig achterom alsof hij op de Hoögewoerd loopt. Gelukkig, hoorden wij nu niet meer uit den voorzitterlijken mond den lof over de sierlijke stadsgracht spreken, maar klonk 't integendeel hoopvol,, dat nog voor Sept. 1928 het uitbreidingsplan "en mitsdien de Le- vendaaldemping, een punt van bespre king kan uitmaken. Tenzij het Leven daal inmiddels, evenals de verbree ding van het Gangetje, uit het alge- meene plan wordt gelicht. In dat ge val kan een spoedige behandeling ver wacht worden. Het ware te wenschen! De zaak van de vrije artsenkeuze '(een beperkte) vond in de belangheb bende doktoren, die voor eigen beurs opkwamen, geen sterke principieel e bestrijders. De heer Heemskerk, die voor hen nog iets poogde te redden, kon met zijn voorstel slechts 4 stem men halen. Eenigszins vermakelijk was het be toog van den'heer van Stralen dat co kes geen bijproduct is, en dat bij een fabriek die als lie h tfabrièk wordt geëxploiteerd en waar dus gas het hoofdproduct is. Zou de heer van Stra len te gelegener tijd misschien ook een pleidooi gaan voeren tegen de bena ming van de teer als bijproduct? In. één opzicht vonden wij in het be toog een howdbaren grond, mits en 'daar strafte wethouder Goslinga hem geducht voor af men dat niet op de personen gaat toespitsen, n.l. datde landelijke organisatie van gasdirec- teuren op den duur een bedenkelijke zijde heeft. Het debat over de interpellatie-van Stralen, inzake huuropzegging, kreeg een oogenblik een onaangenamen kant toen bleek dat de inlichtingen offici eel en officieus ingewonnen, elkaar niet dekten. Wij achten den voorzitter volkomen te goeder trouw, maar ver trouwen dat de dictatoriale wijze van optreden van sommige menschen en daaronder zijn ook vaak ambtena ren hier veel bedorven heeft. Wethouder Goslinga had in de mid dagzitting met nadruk verklaard, dat de heeren maar niet moesten aanko men met groote woorden, met intimi datie. want dat hem dit koud liet. Slechts argumenten zouden bij hem een willig oor vinden. Als een massaal blok, recht evenredig aan de postuur van hem die ze uitsprak, lag daar deze vc-rklaring. Wat moest de S.D.A.P. er mee doen? Wel, wat was beter dan eens een ter gende opmerking te maken, dat een wethouder, in strijd met de wet, de wet hield. Maar ook deze vlieger ging niet op. Het ging er immers niet om, of de heer Goslinga wel toestemming had om het wethouderschap te bekleeden, maar de heer Groeneveld betwijfelde de wettig heid van het wethouderschap aan de hand van de desbetreffende bepaling der Radenwet. Zoo ziet men dat men een groot man kan zijn, zelfs zoo groot dat men het brengt tot Soc.-dem. Gemeenteraadslid c-n toch niet uit elkaar kan houden de on ver e énigbaarheid van de ambten in de gemeentewet geregeld en de toe stemming van den werkgever om dit of dat te doen. Ja, men kan ook een groot man zijn, en toch tot kleine mid delen de toevlucht nemen, zooals de Soc.-dem. daarmede bewezen. Revolutie alleen. In het Haagsche Volk van Maandag1, komt een lang verhaal voor over dei zoozeer verdrukte en mishandelde Indonesiërs, waarvan het refrein is, dat de dame (echtgenoote van een: cler gearresteerden i verklaarde, dat! haat man toch niets kwaads gedaani #had. I Zie hier. wat de Standaard schrijft: Revelatie alleen kan den. overheerschf ten uitkomst bieden. Dat is de grondtoon van alle- uitla tingen in de Indonesia Merde'ka (heb orgaan der vereeniging Perhimpoenaa Indonesia). De gewapende daad zal uitkomst bieden. i. Wat ten vorigen jare op Java en r» hef begin van dit jaar.' op Sumatra! plaats greep, was „vooroefening". Óp die revolutie wordt door een groot deel' der inlandsche intelligent sia, die hier te lande verblijf houdt, doelbewust aangestuurd: Aanraking met zelfs welgezinde .Ne- dei landers wordt opzettelijk verme den, omdat zoodanige aanraking de „haat" tegen de Westerlingen zou kun nen verzwakken. Hoe langer hoe meer worden wij er van overtuigd, dat de onderschei ding tusschen geoorloofde nationalist tische strevingen en ongeoorloofde verzetsprediking een kunstmatige is, die op den werkelijke» toestand niet klopt. En we geloóven dan ook, 'dat de tijd1 niet verre meer is, dat het Ko loniale vraagstuk weer in. het centrum! der Nederlandsche politiek zal ko men te staan. Het wordt tijd, dat de oog en in Ne derland open gaan. .Want Moskou heeft ze altijd open. Of zou het alleen 'dorst naar kennis! zijn, die de Russische dame hooft) van de afdeeling Indonesië van het! ethnclogisch museum te Leningrad naar Leiden drijft om van een Inlan der aldaar Maleisch te leeren? Onzer is niet de naïveteit om dat te •kunnen gelooven. Moscou stuurt welbewust aan op het verwekken van onrust, verzet, re volutie in ons Indië. Het heeft de In landsche intellectueelen voor een niét onbelangrijk gedeelte voor die gedach te gewonnen; het spint aan dien draad altijd voort, zonder zich door tijdelij'ken tegenslag die immers toch door de Inlanders zelf wordt ge- FEUILLETON. EBBA EN HELENE. 4) O Ebbe, en Üelene hadden daaromtrent geen vast oordeel, maar ze bespraken het wel dikwijls met elkaar, of de oude he>er wel werkelijk een scheppen de geeat was en of hij niet veel meer slechts een onvruchtbare begeerte •naar v/eten had. Ehlya zeide verschoonend: „Néén, papa, een professoraat aan nemendat. zou een offer zijn, dat .we niet zouden kunnen aannemen. 11 imofet voor uw boek leven. Ik hen ech- itear jong en kan werken, ook Helene •kajn beproeven iets te verdienen." „Julliemaar kinderen!" riep de ;oude heer bijna verteederd uit. „Wij zijn geen kinderen. Helene is -'drie en twintig, ik hen een jaar jon ger. Nog een paar jaar en dan zijn we oude jongejuffrouwen." ,.Oude jongejuffrouwen? oude jonge juffrouwen?" Hij herhaalde het verbaasd. Toen doorkruiste een gedachte zijn brein: „O, het zóu goed zijn, als jullie trouw- dett" Helene glimlachte in zichzelf. „Wie-zal er.met ons trouwen, papa? iWij leeren niemand kennen, behalve een paar heeren, die we 's Woensdags hij tante Herlingen zien. Het is de eenige familie, waar we aan huis ko men. Onze schoolvriendinnen, waar van er twee, drie hier getrouwd zijn, noodigen ons nooit meer uit, deels om dat wij nooit iets terug doen, deels omdat Helene ze allen afgeschrikt heeft „Zeer juist, mijn kind," zeide de pro fessor, zich tot Helene wendend, „men moet terughoudend zijn en niet met alle plebeische geesten op vriendschap pelijken voet blijven, met wie het toe val ons in de jeugd verbond." „Ik heb een vast plan," sprak Ebba verder, die zich tot geen prijs van de wijs wilde laten brengen, „u verkoopt bij voorbeeld vijfduizend Mark van uw Pruisische consols. Daarvan gebruiken we een paar honderd Mark voor nieuw linnengoed voor dé huishouding, voor u en voor ons en om een paar noodza kelijke dingen aan te schaffen. U neemt vrouw Vosz. die een nette, eer lijke vrouw is, hij u in. Twee kamers kunnen aan heeren verhuurd worden. Dan woont goedkooper. Vier duizend Mark geeft, u Helene en mij in de hand en dan gaan wij naar Berlijn. We kun nen bij de zuster van mama .inwonen; u weet, dat ze dat al dikwijls gevraagd heeft. Ik doe eerst mijn abiturium, dat kan men nu doen, en daarna kan ik misschien naar Zurich gaan. Helene leert teekenen en .schilderen voor de kunstnijverheid." De professor staarde zijn dochter aan. Hij zag wel, dat daar een vol wassen, zelfbewust menschenkind tot hem sprak, dat scheen te weten, wat dragen ooit te -laten ontmoedigen; We hebben daartegen met groote! beslistheid öp te treden. En dat nieti alleen repressief, maar veel méér nog' preventief. En vooral' wachte men er zich voor met deze revolutionaire geesten lieb- baugeln, door hen te paaien met be noemingen -in allerlei' ambt. Zulke benoemingen zijn af te keu ren .om tweeërlei reden.' Zij brengen onbetrouwbare elemen ten op plaatsen, waar zij niet hoorery en ze werken deorimeerend op denl geest der welgezinden 'die er geluk kig ook nog. vele zijn 'die zich ver wonderd gaan afvragen, of de weg) om iets te worden, 'door 'de poort voert die als oosch". ifi het. woord „onbe trouwbaarheid" draagt. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Soesterberg, B. TiïinstraC te Bees'd. Té Sté'dum (Gr.), 'E. A. X-azon'der, te Warns. (Fr..). Aang enom e-n. Na&v .Sneek, H. I. Handers te Herveld. ,Naar Sluipwijk' .W. Wesseldijk te "Wouterswoüde. Bedankt: Moor Wil sum, W. jW.es- seldij'k te Wouterswoude. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Hilversum, 3de préd- plaats. A. T. Bouma te Wanswera, en' Dr. D. K. Wielenga te Voorschoten. Beroepen: Te Ijlst. C. Mak, té Brielle. Te .Westbroek. E. J. var. Voorst te Kootwijk. Te' Fijnaart. D. Bremmer te Bruinisse-Qosterland. To Zuilen, D. Chr. Karssen, te Hattem. Bedankt: Voor Hoek van Hol land, L. E. Smilde te Haastrecht. CHR. GEREF. GEM. T w. e er tal: Te Nocrëdeloos, N. Bij- idemast te- Rotterdam, e» J. Reesink te 'Aalten. - "- BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Ds. Th. G. C. Rappar'd, wier. met ingang van l'Oct.obe' a's. eer vol emeritaat is verleend, heeft Zon dagmiddag afsche-id genomen van da Ned. Herv. -Kerk te Kootwijkerhoiit, met een predicatie: naar aanleiding' van Marcus A3: 31. Na cle preek bracht Ds. I. H. Th. Rappavd, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Barneveld en tevens con sulent vair Koctwij'kerbroek. zijn vader namens Üe gemeente dank voor zijn arbeid1. Steeds zal, volgens de verklaring? van den kerkeraad, het werk van Dsi Rappavd -Sr;' in' zegenend' aandenken* blijven. Spreker kan zich' voorstel'- len, -dat .dit scheiden zijn bijna 75- jarigen vader zWadr moét vallen. Met 'de- bede. dat- voor zijn ouders! nog een gelukkigen levensavond moge) zijn weggelegd, .en dat de Heere hen steeds nabij moge zijn;, eindigde sprei ker, die de 'getnèehie verzocht haar scheidenden Jeeraar het derde vers' van den 122ën Psalm toe te zingen. Ds. M. G. Gijsman heeft Zondag middag in de Ned. Ken*. Kerk te Zun- derdorp (Amsterdam-Noord) zijn af- scheidspredikatiegehouden wegens vertrek naar Nieuwe Pekela. Ds. G. sprak naar aanleiding van de' verzen 1 én 2 uit het 15e hoofdstuk! van den eersten brief van Paulus aa» de Corinthiërs. Na de predicatie spraken resp. de consulent. Ds. de Vlieger te Holysloot. namens de/gemeente en Ds. Kool te Rans'dorp namens de ring-collega's. Tot slot zong de gemeénte' den schei denden Ieeraar een zegenbede toe. Zondagnamiddag nam Ds. J. Louw afscheid van de Baptistengê- meente te 2e Exloermon'd. -:De naar Groningen vertrekkende predikant had tot' lekst" gekozen 2 Pet.-. 1—10. Aan het einde richtte Ds. L. zich tot gemeente en kerkeraad en sprak woorden ter afscheid, waarna ouder ling De Jonge namens ,de gemeente Ds. L. toesprak. Voorts werden nog woorden van af scheid gesproken .door Ds. Reiling en. Ds. .Weenink. KERKELIJKE STATISTIEK. Ter vergadering van fde;ji kerkeraad der Geref. Kerk van ScheVeningen deni ze wilde. Maar ..dat wat ze wilde, was zoo overwegend voor zijn kalm leven, zoo geheel tegen zijn vaste overtuiging in, dat hij er eerst sprakeloos van was. „Houd me niet voor ondankbaar, pa pa," besloot Ebba bewogen, „maar zoo kan het niet blijven. Helene en ik, we verspillen onze heele jeugd en verzui men het misschien, aan ons leven een vaste richting te gevën. We zouden u gaarne dit offer brengen, als het goed voor u was, als het een doel had. Maar zoo, alleen uit een soortnalatigheid neen. dat mogen we niet. Ook niet om uwentwil. Want kijk eens: u kondt later, wanneer u oud zijt, niet meer iri staat zijn, om te werken, en als dan het kapitaal opgeteerd is, en wij niets hebben leeren verdienen wat moet 'er dan gebeuren? „'We willen niet uit zucht naar ver andering weg, ook niet, om meer ge noegen en afwisseling te hebben. We zijn heel tevreden met ons stil, arm zalig leven. We dragen het samen, He lene en ik, en we houden van elkaar." Ze brak in tranen uit. Helene zat on beweeglijk en sloot slechts langzaam de oogen. De professor had ook met opkomen de tranen te kampen, ze schoten hem in de oogen, en zijn oogleden werden rood. Hij beklaagde zijn kinderen, He lene haast nog meer dan zijn doch ter, daar zij niet zijn eigen, -maar toe vertrouwd bloed was. Maar wat moest men doen? Het was nu eenmaal zool Waarom was ook zijn de ouderling v. Kuyk mede, eene vol ledig? statistiek te hebben opgemaakt van de doopleden der gemeente, ge rubriceerd naar den leeftijd. Hieruit blijkt, dat het getal doople den op 15 Sept. ,1927.'bedroeg 4133, waarvan 2225 van het mannelijke en 1908 van .het vrouwelijke geslacht. In den leeftijd van 12—25 jaar - zijn er 1699. De kerkeraad besloot deze merkwaar dige en leerzame statistiek in de Kerk bode op te nemen. Ze gaf aanleiding: tot een uitvoerig? bespreking over het verschijnsel, dat van de bovengenoemde 1699, naar de opgave van de predikan ten en van den "heer Vrolijk, slechts pl.m. ióoo ter catechisatie komen, zoo dat er bijna 700 doopleden zijn, dié geen catechetisch onderwijs ontvangen Ai rekent men een 300-tal voor de zeejongens, die weinig .of in 't geheel niet cp de Catechisatie komen, dan blijven er nog 400 over. Besloten werd de bespreking van dit verschijnsel op de volgende vergadering voort te. zet ten. DE SCHEPPINGSDAGEN. Ds. W. Breukelaar,Gerëf. Predate Zaandam, verzoekt aan de Standaard plaatsing van het volgende schrijven: „Onder het „Kerknieuws" in de Stand, van Zaterdag 24 Sept. '27 komt :een bericht voor (cok door ens ver meld), van een door den he?r A. van JDiggëlen te Amersfoort aan da Generale Syncde gericht adres. Volgens dit be richt noemt de heer A. van Diggelen in dit adres mijn naam. en schrijft o.a. dat hij „geen enkels predikant of pFo- fesscr, die, evenals 'Ds. B. t? Z. -in plaats van de dagen in Genesis 1 d? tijdperken leert, wenscht aan te klagen". In de door mij onderstreepte woor den legt de hesr A. van Diggelen mij ten laste, dat ik „inplaats van de dagen in Genesis 1 de tijdperken leer" en derhalve de scheppingsdagen, waarvan Genesis 1 ons spreekt, niet al's_dagen erken. Hoe de heer' A. van Diggelen er toe komt die leer mij toe te dichten, weet ik niet. Vermoedelijk gaat hij af cp het lasterlijk geschrijf, dat. zeker blad omtrent mij heeft gepubliceerd. Aan mij heeft hij geen verklaring van mijn gevoelen gevraagd en evenmin daarnaar bij mijn kerkeraad een on derzoek ineestefd. Indien hij dit ge daan had, zou hij niet hebben geschre ven zcoals «hij deed. Want dat de z~e3 scheppingsdagen geen dagen waren in eigenlijken zin, is nooit mijn gevoelen geweest én wordt door mij niet geleerd. Het spreekt vanzelf, dat ik overigens cp het schrijven van den heer A. van Diggelen niet inga, wijl dit niet op mijn weg ligt". BINNENLAND. HET EINDE VAN DEN ZOMERTIJD. Men verzoekt ons' er aan te herinne ren, dat de zomertijd hier te lande zal eindigen den 2den .October a,s. te 3 uur in den voormiddag, dus in den nacht van Zaterdag op Zondag a.s. Wie dus nog schikkingen heeft te treffen doe dat uiterlijk Zaterdag, AANVULLING TIJDELIJKE BETREK KINGEN AAN GPENB. LAGERE SCHOLEN. Op de vragen van den heer van Za- delhoff betreffende dé toepassing van art. 56, 4de en 5de lid, der Lager-on- clerwijswet 1920 ten aanzien van de vervulling van tijdelijke betrekkingen aan openbare lagere scholen, heeft de heer Waszink, minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen, het vol gende geantwoord: Het antwoord op deze vraag: (Is de 'Minister van meening, dat, ook voor de vervulling van tijdelijke betrekkin gen aan openbare lagere scholen, art. 56, 4de lid, der Lager-onderwijswet 1920 van toepassing is?) luidt bevesti gend. De wet verleent ondergeteekende niet het recht, het voorschrift van ar tikel 56, 4de lid, der Lager-onderwijs wet 1920 voor tijdelijke ««betrekkingen van korten duur in het algemeen bui ten werking te stellen. Indien echter door plotselinge ontstentenis van on derwijzend personeel, hetzij door ziek te of anderszins, onmiddellijk in een opengevallen plaats tijdelijk moet wor den voorzien, kan dit voor ondergetee kende een gewichtige reden zijn,- om lieve, trouwe Lily zoo vroeg heenge gaan, de hulpeloozen alleen achter latende? „En wat wilde je dan studeeren? Laat me eens precies weten, wat je wilt, wat je hoopt, opdat ik je weer leggen kan." Ze moest zeggen, wat ze wilde en hoopte? In duidelijke woorden samen vatten, wat dringend en heftig haar ziel bewoog? Deze eiscli deed haar van schrik verstommen. Was dat te zeg gen? Wat wilde ze eigenlijk? Vrijheid? Neen, dat was een nietszeggend woord. Waarom, waartoe vrijheid? Wat daar mede beginnen? Ze gevoelde zich niet geketend en gebonden. Haar ziel haak te niet naar avontuurlijke gebeurtenis sen, die voor het vaderoog verborgen moesten blijven. Wat was eigenlijk vrijheid, hoe kon ze dit begrip in ver band brengen met de gistende onrust in haar binnenste? Neen, het woord vrijheid drukte niets uit. Het leek hier een holle phrase. Wetenschap? Ze had meer geleerd en gelezen, dan duizend anderen jon gen meisjes mogelijk is. Haar kalm leventje, de boekenschat van haar va der, een onverzadelijke belangstelling in alles wat met aardrijkskunde en geschiedenis samenhing, waren haar helpers geweest. Ze kon ervan over tuigd zijn, met een korte studie van methodistischen aard, het examen voor onderwijzeres gemakkelijk, bijna spelend te doen. En niemand en niets verhinderde haar, haar hersens steed3 AAN HET ZOEKLICHT. - V~1 Leiden, 28 Sept. 1927. „Staat en Kerk", het officieel orgaan van de Hervormd Geref. Staatspartij, komt weer eens met een onthulling: „Het Socialisme groeit' met den dag en de jeugdorganisaties in het Roode Kamp groeien en bloeien naar hartelust. Dank zij Schaepman, voor wien kort geleden een standbeeld werd opgericht. (We lazen niet, dat toen het Partijbestuur van de S.D. A.P. tegenwoordig was. Niet erg erkentelijk. Schaepman leverde im mers dat roode moes. grdtig opge slorpt door Kuyper en Lohman en hunne volgelingen. Aan het drieman schap, en voornamelijk aan Schaep man heeft de S.D.A.P. haar opkomst te danken!) Wij schrijven dii als een door slaand bewijs, dat Rome niets geeft om den geestelijken nood van de So cialisten," Van „doorslaan" gesproken, de schrijver van dezen onzin slaat inder daad door als een blinde vink. Maar heeft de redactie van genoemd orgaan er wel eens over nagedariit, dat er in derdaad geen enkele pa"ij in Neder land is, die zoozeer haar best doet, Rome en de S.D.A.P. naar elkaar toe te drijven en dan gezamenlijk op het za del te heffen. Tot meerdere glorie van Ds. Ling- beek en zijn „Protestantisme" OBSERVATOR. gebruik te maken van de bevoegdheid welke hem is verleend bij het vijfde lid van dit artikel. Aangezien hierbij elk geval op zich zelf moet wórden beoordeeld, kan on dergeteekende niet hij voorbaat verkla ren, of in het algemeen van deze be voegdheid een ruim gebruik zal wor den gemaakt., TELLING VAN DIENSTSTUKKEN DOOR DE GEMEENTEBESTUREN. De Minister, van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft aan de ge meentebesturen medegedeeld, dat zij wederom een telling van verzonden dienststukken moeten houden en wel gedurende de week van 17 tot en met 22 October. Het resultaat van de tel ling moet vóór 15 November aan den Minister door tusschenkomst van Ge deputeerde Staten worden opgegeven. In verband met de in den loop van dit jaar gehouden verkiezingen voor de Provinciale Staten en de Gemeen teraden wil de Minister bovendien gaarne een opgaaf ontvangen van de aantallen stukken, die daarop betrek king hebben gehad. In het belan£ van een beperking van uitgaven wijst de Minister gemeentebesturen nog op de moge lijkheid, in velé gevallen van kaart- iormulieren gebruik te maken. Ver schillende mededeelingen van onbe- langrijken inhoud kunnen als brief kaart verzonden worden. Behalve de besparing op de portokosten, wordt hiermede ook een bezuiniging op het materieel verkregen. FINANCIEELE VERHOUDING VAN RIJK EN GEMEENTEN. Naar aanleiding van verschillende verzoeken van gemeentebesturen, in gekomen bij het. bureau van de Staats commissie inzake de financieele ver houding van Rijk en Gemeenten heeft dit bureau zich thans in verbinding gesteld met alle gemeentebesturen, ten einde van deze Gemeentebesturen een overzicht te verkrijgen van het bedrag der Rijksuitkeering, dat benoodigd zou wezen, wanneer de door de Staatscom missie voorgedragen grondslagen wer den berekend op de basis van de cij fers, vastgesteld in' de goedgekeurde gemeenterekening 1926. De berekenin gen van het bureau gemaakt in den zomer van 1926 koflden slechts worden gedaan met inachtneming van de toen laatstelijk vastgestelde gemeentereke ning 1924. De berekeningen zijn dus verouderd. Daarenboven zijn de ver strekte gegevens niet in het bijzonder door Gedep. Staten gecontroleerd. Het ligt in de bedoeling van het bu reau thans aan Gedep. Staten een niet officieele controle te verzoeken en daarna de gegevens opnieuw te ver werken. meer te vullen met allerlei weten schappen. Zelfstandigheid?. Was het dat mis schien? Drukte zij zich juist en duide lijk uit, wanneer ze zeide: Ik wenscli mijn kunde.op materieele wijze te ge bruiken en ze daarom slechts te ver meerderen, en ze door studie tot ver krijging van den doctorstitel te kro nen, om geld te verdienen? Neen, dat was slechts een uiterlijke wensch, in gegeven door den financieelen toe stand, waarin ze zich bevonden. „Hoe zal ik uitdrukken, wat ik wil?" dacht ze opgewonden. „Hoe zal ik met woorden zeggen, dat -ik geloof, dat er ook voor een vrouw een toestand van volkomen innerlijke zekerheid bereik baar is, waarin ze werkzaam en be wust deelneemt aan de voorkomende zaken, aan de ontwikkeling der gehee- le menschheid, aan den vooruitgang der cultuur?" Zij was het zich bewust, dat ef een man op de wereld" was, wien haar ge- heele wezen in gloeiend verlangen te gemoet vloog. Als hij kwam en riep: „Wees de mijne!" jubelend zou ze zich aan hem overgeven. En ze dacht het zich heerlijk, schouder aan schouder met hem te arbeiden in zegenrijke, en merkbare bezigheid. Daden te volbren gen, waardoor het geheele'geslacht ge- eerd zou worden en die, behalve voor het tegenwoordige7, ook voor de toe komst beteekenis kregen. Was het dus misschien de eerzucht, dl© in haar brandde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5