NIEUWE LEIDSCHE COURANT WAT DE BLADEN ZEGGEN. Niets menschelijks vreemd van DtNSDAG 20 SEPT. '27 .TWEEDE BLAD. Kinderhuwelijken. In. „De 'O'pwekker" schrijft dr. Krae- nier over kinderhuwelijken, of liever j nog over de ongewenschte consekwen- ties van de thans gevolgde methode tot het tegengaan daarvan. Dr. Kraemer schrijft, na te hebben Uiteengezet, hoezeer de plechtigheid der huwelijksvoltrekking in het alge meen in de Mohammedaansche wereld aan decorum ingeboet heeft, het vol gende: „&og stuitender zijn de regelingen, die hier en daar door plaatselijke be- stuursoverheden worden toegepast tot tegengang van kinderhuwelijken. „Er zijn plaatsen, waar de bruid dan achtereenvolgens voor het desahoofd voor den amil (moskeebeambte, on- j 'deigesfchikt aan den penghoeloe), den assisteart-wedana en soms ook nog den j wedaba moet worden gevoerd, opdat •■deze autoriteiten zich kunnen overtui gen. of zij groot genoeg is om te trou wen. Is dit op zichzelf al stuitend, waar hefc vaders de volle zeggingschap over hvmne dochters ontzegt en dus voor opstelt, dat de zorg voor de belan gen hunner dochter niet bij hen ver- trouwü is, nog stuitender wordt het door de aantasting van de vrouwelijke ingetogenheid, die toch nog algemeen als een deugd wordt beschouwd. Im mers het feit, dat zij in het huwelijk zulten treden, is reeds voldoende om bij meisjes het schaamtegevoel op te wekken. „Hoezeer moeten zij dan gestuit wor dfen door dien verplichten rondgang bij de autoriteiten om zich te laten be- •kijken. „En was het alleen maar bekijken, het zou al erg genoeg zijn. Maar op meerdere plaatsen blijft het daar niet hij. Soms acht een autoriteit het en kel aanzien van zoo'n meisje niet vol doende. Hij moet maten opnemen en zich zelfs overtuigen of de ontwikke ling van b.v. de boezems al wijst op de mogelijkheid van een volledige vol trekking van het huwelijk. Men zou dit slechts een misbruik kunnen noemen, dat niet noodzakelij]: behoefde voort te spruiten uit de toe passing der maatregelen tot tegengang "wan kinderhuwelijken. Maar dit argu ment is slechts van theoretische waar 'de mi bovendien niet steekhoudend, want het houdt geen rekening met de menschelijke natuur en met de gering, schatting welke bij gezagsambtenaren en. beambten haast algemeen heerscht t.o.v. het volk. welke geringschatting overigens slechts het gevolg is van het hier bestaande bestuursstelsel, dat zelfs nu nog ruimte geeft aan opvat- tingenover herstel van hormatgebrui- ken, die in een meer verlicht verleden werden afgeschaft. „Maar ook afgezien daarvan is een ingrijpen der overheid op deze wijze niet te "wettigen, want het maakt in breuk^ op een godsdienstig recht van Islamieten. En er is goddelijke wijs heid gelegen in elk der goddelijke voorschriften in den Koran geopen baard". 'KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. D r Fe t a 1te Amsterdam, (vacatu re Ch, Hunningher), T. G. van Reeu- Wi.jk, te Hillegersberg; Joh. Stehou- wer„ te Weesp en J. C. Romeyn, te iWorkum. Beroepen: te Veendam: J. J. [Thomson voorganger bij den Protes tantenbond te Varsseveld. Te Loon c£) Zand: J. H. Koster, te Montfoort. Te Wilsum: W. Wesseldijk, te Bol der swoude. Te Hoorn: N. Zwiep, te Oostzaan. Aangenomen: naar Delft, H. Brandt, te Lage Zwaluwe. GEREF. KERKEN. Aangenomen: naar Heinen- oord, R. Brouwer, te Herwijnen. Bedankt: Voor Andel, Giessen- Rijswijk, E. Douma, te Oostkapelle. CHR. GEREF. GEM. Beroepen: Te 's-Gravendeel, J. L. de Vries, te Rijnsburg. Te Aals meer, H. Biesma, te Groningen. EVANG. LUTH. GEM. Beroepen: Te Middelburg—Vlis- singen, G. J.è Duyvendak, te Bussum. OUD GEREF. GEM. Beroepen: Te Rijssen: J. v. d. Wier, te Scheveningen. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Zondagmorgen werd Ds. H. C. B i - nee, overgekomen uit Murmerwou- de, in zijn nieuwe gemeente, de Chr. Geref. Kerk te Zaandam, bevestigd door Ds. J. B. droes, van Eussum. Bevestiger bad tot tekst Jes. 52 7 Na de bevestiging werd den nieu wen leeraar Psalm 134 3 toegezon gen. Des avonds deed Ds. Binee zijn intrede met een rede over de woorden uit 2 Cor. 5 19—21. De nieuwe leeraar werd toegespro ken door ouderling Van der Werf, wel ke liet zingen Psalm 132 6 en 9; door Ds. Croes werd namens de classis Am sterdam het woord gevoerd. Beide keeren was het kerkgebouw geheel gevuld. Zondagochtend j.l. werd Ds. Popma, overgekomen van Eng wie rum, in de Geref. Kerk te Nieuwen- dam, bevestigd door Prof. Dr. J. Wa terink, met een predikatie over Ex. 4:20b: „en Mozes nam den staf Gods in zijne hand". In den avonddienst deed Ds. Popma zijn intrede met een predikatie over Psalm 89 1G: „Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent: O Heere! zij zullen in het licht Uws aan- schijns wandelen". Na de predikatie werd gesproken door ouderling J. Kater, namens ker- keraad en gemeente; door Ds. Schweitzer namens de classis Zaan dam en de Kerk van Amsterdam- Noord (Buiksloot); door den heer G. van Zeggelaar, van Ransdorp, die ge durende de vacature de catchisa- ties heeft waargenomen, en ten slotte door Prof. Waterink, als bevestiger. Zondag werd Ds. J. G. W. Goed hard, overgekomen van Leiden,, in do Ned. Herv. Kerk te Zeist tot het ambtswerk ingeleid door Prof. Dr. D. Plooy, hoogleeraar te Amsterdam, die tot grondslag vai; zijn bevestigingsre de had gekezen Efeze 4:1. Des avonds deed de nieuwe leeraar zijn intrede, sprekende over 1 Petrus 2 4 en 5. Na afloop van zijne predikatie richt te Ds. Goedhard zich tot onderschei dene corporaties en personen en werd daarop toegesproken door Ds. Bartle- ma als Praeses van den Kerkeraad en mede namens Ds. Bouthoorn als col lega en door Ds. Geerling, em.-pred. van Zeist, in wiens vacature Ds. Goed hard werd beroepen. KERKBOUW. Te Helder zal op dezelfde plaats waar de tegenwoordige staat een ge heel nieuwe Geref. Kerk worden ge bouwd. Kosten 125.000. Ds. H. HASPER. Ten vervolge op een vorig bericht 'deelt het „Hbld." mede, dat Ds. H. Hasper, te Heemstede, zich thans, met zijn gezin, heeft doen inschrijven als lid van de Geref. Kerk te Haarlem binnen het Herstelde Verband. DE ZAAK-Dr. VAN LEEUWEN. 28 September zal te Drachten een vergadering gehouden worden van de classis Drachten, waar op verzoek van cle Gen. Synode te Groningen, zal be handeld worden de zaak van Dr. N. D. van Leeuwen, predikant te Harkema- Opeinde. P. METTAU. De heer P. Mettau, gepens. Ned. Herv. godsdienstonderwijzer te Am sterdam, vierde Zaterdag in goede ge zondheid zijn negentigsten verjaar dag. De heer Mettau, die veel met wij len Ds. J. H. Wiersma heeft samen gewerkt doet, volgens het „Hbl.", ook nu nog met opgewektheid huisbezoek in zijn vroegere wijk, de Oosterpark- buurt. EVANGELISATIE. De Kerkeraad der Geref. Kerk te Scheveningen heeft aan Ds. J. G. B'een- stra op zijn verzoekeervol ontslag verleend' als licl en voorzitter van de commissie voor evangelisatie en in zijn plaats benoemd Ds. G, O. Donner. ZENDINGS-TENTOONSTELLING. In de eerste week van October zal te Bussum een Zendings-tentoonstel- ling gehouden worden, georgani seerd door de Zendings-Vereeniging Naarden^Bussum. Men beschikt daartoe over een groo- te verzameling voorwerpen van Java, Suriname en Nieuw-Guinea, betrek king hebbende op het godsdienstig en dagelijksch leven uer inlanders, w.o. vele afgodsbeelden en voorwerpen ge bruikelijk bij het verrichten van gods dienstige handelingen. Vele dezer merkwaardige dingen zijn door in boorlingen afgestaan aan de zendelin gen bij overgang tot het Christendom. De tentoonstelling zal verdeeld wor den in 4 af deelingen. Vier thans in ons - land vertoevende zendelingen zullen bij elk dezer afdeelingën, in verband staande met het terrein waar zij gearbeid hebben, interessante me- dedeelingen doen. DE NED. HERV. KERK EN DE ZUIDERZEE-PROVINCIE. Op uitnoodiging van het hoofdbe stuur der Vereeniging van Kerkvoog dijen in de Ned. Herv. Kerk hebben de volgende personen zitting genomen in de commissie voor cle behartiging der stoffelijke belangen van de Ned. Herv. Kerk. in de toekomstige Zuider- zeeprovincie: de heeren: J. A. Bakker, lid der Tweede Kamer, te Menaldurn; mr. C. J. Bartels, te Amersfoort; mr. •E. J. Beumer, lid der Tweecle Kamer, te 'Utrecht; mr. P. Droogleever For- tuyn, lid der Tweede Kamer, te 's- Gravenhage; ds. D. Eilerts de Haan, te I-Ieilo; Jhr. mr. A. W. van Holthe tot Echten, bestuurslid der Federatie van Diakonieën, te Assen; mr. L. M. de Jong Schouwenburg, te Amster dam; ds. B. Klein Wassink, te Bath- men; M. G. de Kruyff, Burgemeester van Franeker-; J. M. Krijger, Jr., lid der Tweede Kamer, te \s-Gravenhage; mr. W. Tj. van der Ley, te Heeren veen; P. J. Nahuysen, voorzitter van den Gbr. Nat; Werkmansbond, te Utrecht; G. J. A. Rüys, te Amersfoort; mr. J. Schokking, burgemeester van Katwijk; prof. mr. P. Scholten, te Amsterdam; prof. dr. J. R. Slotenma ker de Bruine, te 's-Gravenhage; mr. A. A. de Veer, lid, der Eerste Kamer en Wethouder van Middelburg; ir. C. W. E. van Voorst van Beest, te Maars- sc-n; Joh. Weener, te Utrecht; C. Wild schut, te Haarlem; ds. D. Zoete, te Lemmer. Prof. dr. J. R. Slotemaker de Brui ne, te 's-Gravenhage, heeft zich bereid verklaard het voorzitterschap te aan vaarden. PROF. ALBERT SCHWEITZER. Over Prof. Albert Schweitzer, die morgenavond in de Remonstrantsche kerk te Amsterdam een lezing met lichtbeelden houdt over zijn zendings werk in Afrika, schrijft Ds. W. Ma ckenzie in het Predikbeurtenblad: „Het is een voorrecht om dezen man te kunnen leeren kennen. Want is hij niet een van de grootste mannen van onzen tijd? Men weet het, hoe hij, die professor was in de theologie, en de schrijver van verschillende alom be kende werken, doctor in de philoso- phie, bekend organist en orgelbouwer schrijver van een groot boek over Bach, arts is geworden om het lij den der negers in Equatoriaal Afrika te lenigen. Hij gevoelde zoo ontzet tend de verantwoordelijkheid der cul tuurvolken tegenover de kleurlingen en hun leed en verwording, dat hij niet anders kon, dan hun zich geheel toewijden. En hij is naar Afrika ge gaan en heeft daar onder onheschrif- felijk groote moeilijkheden zijn werk gedaan en aldoor uitgebreid in Chris tus' naam. Maar er zullen niet velen meer zijn, die hiervan niet weten. Wie kent niet: ,,Aan den zoom van het oerwoudhet boek. waarin hij op ontroerend eenvoudige wijze van zijn leven en strijd onder de negers vertelt, gelijk hij het deecl in het ver volg hierop: „Opnieuw naar Lamba- rene". En wie kent niet dat fijne boekje, waarin hij vau zichzelf en zijn levensgroei vertelt: „Uit mijn jeugd". 'Wie cleze boeken nog niet las. hij doe het heden. En dan zal hij het ver langen in zich voelen opkomen, dezen man zelf te ontmoeten. Het is wel een heel bijzonder zen dingswerk, dat Albert Schweitzer doet. Bij hem vraagt men niet naar een richting, hij staat boven de rich tingen als een ootmoedig en levend Christen. Bij hem vraagt, men niet naar nationaliteit, hij is een van de meest internationale menschen. In hem brandt Christus' licht DE KERKGANGERS NAAR HUIS GEZONDEN! Te Zwijndrecht daalde vorige week Zondag, tegen het uur van aanvang van de avondgodsdienstoefening, G uur, een luchtballon. Het geheele dorp stroomde naar de plaats heen waar de ballon was neergedaald. Toen Ds. Trillaard in de Hervormde Kerk den kansel betrad, waren er slechts een dozijn kerkgangers aan wezig, zoodat de predikant het raad zaam oordeelde, onmiddellijk na den voorzang, 'maar weer de pas aange vangen godsdienstoefening te sluiten en daarop verlieten de 12 kerkgangers het kerkgebouw, zoo lezen wij in De Hoeksche Waard. Ook de opkomst in de Geref. Kerk, waar Ds. Rolloos voorging, wras zeer slecht door de daling van den lucht ballon. DE VRIJE UNIVERSITEIT. De rector van de Vrije Universiteit verzoekt te willen mededeelen. dat Woensdagmorgen, wanneer de in schrijving plaats vindt der aanko mende studenten, geen andere stu denten in het Universiteitsgebouw worden toegelaten, behalve die inwo nend zijn in het Hospitium. Voorts dat op Woensdagmiddag, na afloop van de overdracht van het rectoraat, als naar gewoonte beneden in het ge bouw voor den Werkenden Stand een ontmoetingsèamenkomst zal plaats hebben van hoogleeraren en studen ten, waarbij ook de aankomende stu- denteo verwacht worden. AMSTERDAMSCKE UNIVERSITEIT. Gistermorgen heeft prof. dr. H. BrUg mans in een plechtige bijeenkomst in de aula der Amsterdamsehe Universi teit het rectoraat overgedragen aan zijn opvolger prof. dr. H. Burger, met een rede, waarin hij de lotgevallen der Universiteit in het aïgeloopen acade miejaar naging. UTRECHTSCHE UNIVERSITEIT. Gistermiddag droeg prof. dr. A. Noordtzij als rector-magnificus het rectoraat over aan zijn opvolger prof. dr. R. J. H. Ovink. in het groot audi torium der Rijks Universiteit te U- trecht, waarbij prof. Noordtzij een re de hield, waarin hij de lotgevallen van de Udrechtsche Universiteit in het af- geloopen jaar naging. Spr, wees er o.m. op. dat zich 2332 studenten heb ben laten inschrijven, een toeneming van bijna 150. Spr. acht dit benau wend en hij juicht het allerminst toe, dat we in Nederland 11.000 studenten hebben. GRONINGSCHE UNIVERSITEIT. Bij de overdracht van het rectoraat aan zijn opvolger, hield de aftredende Rector-magnificus der Universiteit te Groningen, prof. dr. J. de Zwaan, een rede, getiteld: „Eenige beschouwingen over de vraag naar het wezen des Christendoms". LANBBOUWEOOGESCH0OL. Gistermiddag heeft de Rector-mag nificus der Landbouwhoogeschool. prof. A. te 'Weehei in een openbare ver gadering verslag gegeven van de lot- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 20 September 1927. Wat een moeite doen sommige men schen toch om een wezen te vinden, dat de tusschenschakel vormt tus- sehen mensch en aap; Darwinisten in de praktijk. Onlangs was er een sergeant-ma joor die toch heusch een orang pen- dek in de Iflk.nenlanden van Sumatra gezien moest hebben. Aneta deed het der wereld kond. Heel jammer wordt ook dat nieuws al weer van onwaarde door de nadere inlichtingen van Prof. Dubois. Prof. Dubois meent, dat hier sprake kan zijn van een beer en- van een orang oetan. Met 't oog op de opgege ven lengte en omdat ook gesproken wordt van een bruinharige gedaante, is het niet waarschijnlijk, dat de ser geant een beer heeft gezien. De daar levende kleine beer is zwart. Het zal daarom wel een orang oetan zijn ge weest. Het is zeer begrijpelijk, zei prof. Du bois, dat de waarnemer, die in het stil le oerwoud plotseling een mensch-ach- tige gedaante ziet verschijnen en weer verdwijnen, meent een menschelijk wezen te hebben aanschouwd, maar zijn gevolgtrekking, is naar alle waar schijnlijkheid onjuist. Het is wel ze ker, dat er geen andere menschelijke wezens op aarde bestaan dan die wij kennen. En wat de waarnemingen in #Indië betreft, is het van belang, dat nog geen deskundige dezen „orang pendek" heeft gezien. Alle mooie verwachtingen, dat men nu eindelijk „de aapmensch" gezien zou hebben, alweer de bodem ingesla gen. Zou men nu eindelijk niet eens aan nemen wat Prof. Dubois verklaart, dat er geen andere menschelijke wezens op aarde zijn dan die wij kennen? Al len van eenen bloede, zegt ons Gods Woord. OBSERVATOR. gevallen der Hoogeschool in het afge- loopen studiejaar en vervolgens het rectoraat overgedragen aan zijn opvol ger prof. ir. J^ W. Dieperink. TECHNISCHE HOOGESCHOOL. In de rede, waarmede prof. ir. W. H, L. Janssen van Raay gisteren de waar digheid van rector-magnificus aan prof; ir. N. C. Kist overdroeg, deelde hij mede, dat het getal studenten in de cursus 19201921 zijn hoogtepunt, ruim 2400 bereikte, daarna ongeveer drie jaar op dit punt bleef staan en in de vier volgende jaren snel afnam tot 1479 in het afgeloopen studiejaar of een weinig meer dan in den cursus 1915—1916. De graad van natuurkundig ingenieur. De rector-magnificus merkte voorts op. dat sinds eenige jaren tot de vro me wenschen behoort ook nog de in stelling van den graad van natuur kundig ingenieur, naast de ingenieurs diploma's, die thans reeds bestaan. Spr. zette de wenschelijkheid van de zen graad nader uiteen, en besloot met de verklaring, vernomen te hebben, dat aan het Departement van Onder wijs, voorbereidingen getroffen zijn, om een en ander te regelen. Het repeteeren. In de buitengewone vergadering van den Senaat der Technische Hooge school heeft prof. ir. W. H. L. Janssen van Raay de aandacht nog eens geves tigd op het euvel van het z.g. „repe teeren", waardoor Delft zoo spr. zeide, berucht was. UIT ONZE INDIEN. DE SAREKAT ISLAM. In een vergadering van de P.S.I. heeft fTjokroaminoto verklaard, dat de actie van de P. S. I. niet gericht was op om verwerping, van he t gezag, ofschoon een ^onafhankelijk Indië hete in de ven'a toekomst wenschelijk voorkomt. Hij ver*- klaarde zich voldaan over de tegemoet koming van de regeering inzake gods dienstige kwesties, ender meer ten op zichte van de kinderhuwelijken. FEUILLETON. Een «piso.de uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 80 o— Sn den weeken toon van Sirona's stem klonk hij dit verhaal diep mede lijden. Terwijl .zij de ouders mede deelde, wat haar zoon wedervaren was, welden er tranen in haar oogen. Petrus en Dorothea luisterden naar haar als naar een zanger, die in treur gewaad op een omfloerde harp een lied zingt van hoop en wederzien. „Spoedig, spoedig, Marthana!" riep Dorothea levendig en met fonkelende oogen, eer Sirona haar verhaal nog geëindigd had. „Geef dadelijk de mand hier met zwachtels. Ik zal den koorts drank. zelf mengen". Petrus was de Gallische genaderd en vroeg haar zacht: „Is het werke- lijk niet erger dan gij het daar voor stelt? Hij leeft en Paulus „Paulus zegt", vulde Sirona aan, „dat de zieke bij een goede verple ging in weinige weken genezen zal zijn". „En gij kunt mij tot hem brengen?" «O, ik, ik", riep de Gallische, en 'Sloeg zich met de hand voor het voor hoofd. „Het zal mij zeker niet geluk ken den weg terug te vinden, want ik heb geen enkel merkteeken gezien. Doch wacht, vóór ons heeft een klui zenaar uit Memphis, die voor eenige weken gestorven is. „De oude Serapion?" vroeg de se nator. Zoo heet hijl riep Sirona. „Weet gij zijn hol?" „Hoe kan ik het weten?" antwoord de Petrus. „Maar misschien kan Aga- pitus. „De bron, waaruit ik het water schepte om' Polycarpus' wond af te koelen, noemde Paulus de patrijzen- bron". „De patrijzenbron", herhaalde de senator, „die ken ik!" Na een diepe ademhaling nam hij zijn staf en riep Dorothea toe: „Maak gij den drank, het verband,, fakkels en een goede draagstoel gereed; in- tusschen zal ik bij buurman Magadon aankloppen en hem om slaven verzoe ken". „Laat mij u geleiden", verzocht Marthana. „Neen, neen, gij moet bij moeder blijven". „Denkt gij dan dat ik hier zal zit ten wachten?" vroeg Dorothea. „Ik ga met u". „Daar blijft hier genoeg voor u te doen", antwoordde Petrus met een af werend gebaar, „en wij zullen snel moeten stijgen". „Het is zoo, ik zou u kunnen op houden", zuchtte de bezorgde moeder, „maar neem het meisje met u; zij heeft een zachte, gelukkige hand", >,Het zij zoo, als gij dit goed oor oordeelt", antwoordde de senator en verliet het vertrek. Terwijl moeder en dochter kwamen en gingen, ten.'einde alles voor den nachtelijken tocht gereed te maken, hadden zij toch tijd om menige vraag en menig vriendelijk woord tot Siro na te richten. Marthana plaatste, zon der haar arbeid te staken, spijs en drank voor de vermoeide op de tafel, waaraan zij zich had neergevleid, doch zij, bevochtigde ter nauwernood de lippen. Toen Marthana den korf met artse nijen en linnen zwachtels, met wijn en zuiver water hacl gevuld, en dien aan de Gallische liet zien, zeide de laatste: „Leen mij een paar van uw sandalen, want de mijne zijn geheel gescheurd, en zonder schoeisels kan ik de mannen niet volgen, want do steenen zijn scherp en snijden in het vleesch". Marthana zag nu voor het eerst, dat de voeten van hare vriendin be bloed waren, nam haastig de lamp van de tafel, plaatste haar op den grond en zeide, terwijl zij naast Siro na nederknielde, en hare sierlijke blanke teenen met de hancl omvatte, ten einde de kwetsuren van haar voet zolen te onderzoeken: „Kijk eens, daar zijn waarlijk drie groote diepe wonden 1" Dadelijk nam Marthana een bekken ter hand, wies de sneden in Sirona's voetzolen zorgvuldig uit, en terwijl zij den gewonden voet met linnen ban den omwikkelde, ging Dorothea naar heiden toe en zeide: „Ware Polycar pus nu maar hier; deze rol is vol doende om u beiden te verbinden". Een zacht blosje kleurde Sirona's wangen. Dorothea verschrikte over haar eigen woorden en Marthana drukte in het geheim de Gallische de rechterhand. Toen het verband goed bevestigd was, beproefde Sirona of zij gaan kon, maar dit gelukte haar zóó slecht, dat Petrus, die met zijn vriend Ma gadon, diens zonen en een aantal.sla ven was teruggekeerd, haar ernstig verbieden moest hem te begeleiden. Hij hield zich overtuigd, dat hij ook zonder haar zijn zoon wel vinden zou, want een der lieden van zijn buur man had den ouden Serapion vaak brood en olie gebracht, en kende zijn hol. Alvorens de senator met zijn doch ter het vertrek verliet, fluisterde hij zijn vrouw eenige woorden toe, na derde met haar de Gallische en vroeg: „Weet gij wat uw echtgenoot weder varen is?" Sirona knikte toestemmend en ant woordde: „Ik heb het van Paulus ge hoord. Nu hen ik geheel verlaten". „Dat zijt gij niet", zeide Petrus. „Gij zult onder ons dak bescherming en liefde vinden, als in het huis van uw eigen vader, zoolang het u hij ons be valt. Geen dank, want wij staan diep bij u in de schuld. Tot wederziens. vrouw. Ik wenschte wel dat wij Poly carpus reeds hier benéden hadden, en dat gij zijn wond hadt gezien. Kom, Marthana, de oogenblikken zijn kost baar!" Toen Sirona en Dorothea alleen wa ren, zeide de laatste: „Ik ga thans een slaapplaats voor u gereed maken, want gij zult zeer vermoeid zijn". „Neen, neen", smeekte de andere. „Ik wil met u waken en wachten, want ik zou stellig niet kunnen sla pen, vóór ik weet hoe het hem gaat" Deze woorden werden met zooveel warmte en ijver uitgesproken, dat cle diakones de jonge vrouw dankbaar de hand reikte. Daarop zeide zij: „Ik laat u eenigen tijd alleen, want mijn hart is vol zorg. Ik wil om hulp voor hem en om moed en kracht voor mij- zelve bidden". „Neem mij met u", smeekte Sirona zacht. „Toen ik in nood was, heb ik mijn hart voor uw goeden liefderijken God uitgestort, en ik wil nooit meer tot een anderen bidden. De gedachte alleen aan Hem versterkt en vertroost mij, en zoo ooit, clan heb ik in deze ure Zijn vriendelijken bijstand noo- dig". „Mijn kind, mijn dochter", riep de diakones diep bewogen, boog zich over haar heen, kuste haar op voor hoofd en mond, en leidde haar aan de hand naar haai' stille slaapvertrek. „Hier bid ik het liefst", zeide zij, „ofschoon hier geen beeld en geen altaar staat. Mijn God is overal, en hij weet mij aan elke plaat9 te sto- den". CWora^.seoekiiJt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5