NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
Niets menschelijks vreemd
van
DtNSDAG 20 SEPT. '27
.TWEEDE BLAD.
Kinderhuwelijken.
In. „De 'O'pwekker" schrijft dr. Krae-
nier over kinderhuwelijken, of liever
j nog over de ongewenschte consekwen-
ties van de thans gevolgde methode
tot het tegengaan daarvan.
Dr. Kraemer schrijft, na te hebben
Uiteengezet, hoezeer de plechtigheid
der huwelijksvoltrekking in het alge
meen in de Mohammedaansche wereld
aan decorum ingeboet heeft, het vol
gende:
„&og stuitender zijn de regelingen,
die hier en daar door plaatselijke be-
stuursoverheden worden toegepast tot
tegengang van kinderhuwelijken.
„Er zijn plaatsen, waar de bruid dan
achtereenvolgens voor het desahoofd
voor den amil (moskeebeambte, on-
j 'deigesfchikt aan den penghoeloe), den
assisteart-wedana en soms ook nog den
j wedaba moet worden gevoerd, opdat
•■deze autoriteiten zich kunnen overtui
gen. of zij groot genoeg is om te trou
wen.
Is dit op zichzelf al stuitend, waar
hefc vaders de volle zeggingschap over
hvmne dochters ontzegt en dus voor
opstelt, dat de zorg voor de belan
gen hunner dochter niet bij hen ver-
trouwü is, nog stuitender wordt het
door de aantasting van de vrouwelijke
ingetogenheid, die toch nog algemeen
als een deugd wordt beschouwd. Im
mers het feit, dat zij in het huwelijk
zulten treden, is reeds voldoende om
bij meisjes het schaamtegevoel op te
wekken.
„Hoezeer moeten zij dan gestuit wor
dfen door dien verplichten rondgang
bij de autoriteiten om zich te laten be-
•kijken.
„En was het alleen maar bekijken,
het zou al erg genoeg zijn. Maar op
meerdere plaatsen blijft het daar niet
hij. Soms acht een autoriteit het en
kel aanzien van zoo'n meisje niet vol
doende. Hij moet maten opnemen en
zich zelfs overtuigen of de ontwikke
ling van b.v. de boezems al wijst op
de mogelijkheid van een volledige vol
trekking van het huwelijk.
Men zou dit slechts een misbruik
kunnen noemen, dat niet noodzakelij]:
behoefde voort te spruiten uit de toe
passing der maatregelen tot tegengang
"wan kinderhuwelijken. Maar dit argu
ment is slechts van theoretische waar
'de mi bovendien niet steekhoudend,
want het houdt geen rekening met de
menschelijke natuur en met de gering,
schatting welke bij gezagsambtenaren
en. beambten haast algemeen heerscht
t.o.v. het volk. welke geringschatting
overigens slechts het gevolg is van
het hier bestaande bestuursstelsel, dat
zelfs nu nog ruimte geeft aan opvat-
tingenover herstel van hormatgebrui-
ken, die in een meer verlicht verleden
werden afgeschaft.
„Maar ook afgezien daarvan is een
ingrijpen der overheid op deze wijze
niet te "wettigen, want het maakt in
breuk^ op een godsdienstig recht van
Islamieten. En er is goddelijke wijs
heid gelegen in elk der goddelijke
voorschriften in den Koran geopen
baard".
'KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
D r Fe t a 1te Amsterdam, (vacatu
re Ch, Hunningher), T. G. van Reeu-
Wi.jk, te Hillegersberg; Joh. Stehou-
wer„ te Weesp en J. C. Romeyn, te
iWorkum.
Beroepen: te Veendam: J. J.
[Thomson voorganger bij den Protes
tantenbond te Varsseveld. Te Loon
c£) Zand: J. H. Koster, te Montfoort.
Te Wilsum: W. Wesseldijk, te Bol
der swoude. Te Hoorn: N. Zwiep, te
Oostzaan.
Aangenomen: naar Delft, H.
Brandt, te Lage Zwaluwe.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: naar Heinen-
oord, R. Brouwer, te Herwijnen.
Bedankt: Voor Andel, Giessen-
Rijswijk, E. Douma, te Oostkapelle.
CHR. GEREF. GEM.
Beroepen: Te 's-Gravendeel, J.
L. de Vries, te Rijnsburg. Te Aals
meer, H. Biesma, te Groningen.
EVANG. LUTH. GEM.
Beroepen: Te Middelburg—Vlis-
singen, G. J.è Duyvendak, te Bussum.
OUD GEREF. GEM.
Beroepen: Te Rijssen: J. v. d.
Wier, te Scheveningen.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Zondagmorgen werd Ds. H. C. B i -
nee, overgekomen uit Murmerwou-
de, in zijn nieuwe gemeente, de Chr.
Geref. Kerk te Zaandam, bevestigd
door Ds. J. B. droes, van Eussum.
Bevestiger bad tot tekst Jes. 52 7
Na de bevestiging werd den nieu
wen leeraar Psalm 134 3 toegezon
gen. Des avonds deed Ds. Binee zijn
intrede met een rede over de woorden
uit 2 Cor. 5 19—21.
De nieuwe leeraar werd toegespro
ken door ouderling Van der Werf, wel
ke liet zingen Psalm 132 6 en 9; door
Ds. Croes werd namens de classis Am
sterdam het woord gevoerd. Beide
keeren was het kerkgebouw geheel
gevuld.
Zondagochtend j.l. werd Ds.
Popma, overgekomen van Eng wie
rum, in de Geref. Kerk te Nieuwen-
dam, bevestigd door Prof. Dr. J. Wa
terink, met een predikatie over Ex.
4:20b: „en Mozes nam den staf Gods
in zijne hand".
In den avonddienst deed Ds. Popma
zijn intrede met een predikatie over
Psalm 89 1G: „Welgelukzalig is het
volk, hetwelk het geklank kent: O
Heere! zij zullen in het licht Uws aan-
schijns wandelen".
Na de predikatie werd gesproken
door ouderling J. Kater, namens ker-
keraad en gemeente; door Ds.
Schweitzer namens de classis Zaan
dam en de Kerk van Amsterdam-
Noord (Buiksloot); door den heer G.
van Zeggelaar, van Ransdorp, die ge
durende de vacature de catchisa-
ties heeft waargenomen, en ten slotte
door Prof. Waterink, als bevestiger.
Zondag werd Ds. J. G. W. Goed
hard, overgekomen van Leiden,, in do
Ned. Herv. Kerk te Zeist tot het
ambtswerk ingeleid door Prof. Dr. D.
Plooy, hoogleeraar te Amsterdam, die
tot grondslag vai; zijn bevestigingsre
de had gekezen Efeze 4:1.
Des avonds deed de nieuwe leeraar
zijn intrede, sprekende over 1 Petrus
2 4 en 5.
Na afloop van zijne predikatie richt
te Ds. Goedhard zich tot onderschei
dene corporaties en personen en werd
daarop toegesproken door Ds. Bartle-
ma als Praeses van den Kerkeraad en
mede namens Ds. Bouthoorn als col
lega en door Ds. Geerling, em.-pred.
van Zeist, in wiens vacature Ds. Goed
hard werd beroepen.
KERKBOUW.
Te Helder zal op dezelfde plaats
waar de tegenwoordige staat een ge
heel nieuwe Geref. Kerk worden ge
bouwd. Kosten 125.000.
Ds. H. HASPER.
Ten vervolge op een vorig bericht
'deelt het „Hbld." mede, dat Ds. H.
Hasper, te Heemstede, zich thans, met
zijn gezin, heeft doen inschrijven als
lid van de Geref. Kerk te Haarlem
binnen het Herstelde Verband.
DE ZAAK-Dr. VAN LEEUWEN.
28 September zal te Drachten een
vergadering gehouden worden van de
classis Drachten, waar op verzoek van
cle Gen. Synode te Groningen, zal be
handeld worden de zaak van Dr. N. D.
van Leeuwen, predikant te Harkema-
Opeinde.
P. METTAU.
De heer P. Mettau, gepens. Ned.
Herv. godsdienstonderwijzer te Am
sterdam, vierde Zaterdag in goede ge
zondheid zijn negentigsten verjaar
dag. De heer Mettau, die veel met wij
len Ds. J. H. Wiersma heeft samen
gewerkt doet, volgens het „Hbl.", ook
nu nog met opgewektheid huisbezoek
in zijn vroegere wijk, de Oosterpark-
buurt.
EVANGELISATIE.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te
Scheveningen heeft aan Ds. J. G. B'een-
stra op zijn verzoekeervol ontslag
verleend' als licl en voorzitter van de
commissie voor evangelisatie en in
zijn plaats benoemd Ds. G, O. Donner.
ZENDINGS-TENTOONSTELLING.
In de eerste week van October zal
te Bussum een Zendings-tentoonstel-
ling gehouden worden, georgani
seerd door de Zendings-Vereeniging
Naarden^Bussum.
Men beschikt daartoe over een groo-
te verzameling voorwerpen van Java,
Suriname en Nieuw-Guinea, betrek
king hebbende op het godsdienstig en
dagelijksch leven uer inlanders, w.o.
vele afgodsbeelden en voorwerpen ge
bruikelijk bij het verrichten van gods
dienstige handelingen. Vele dezer
merkwaardige dingen zijn door in
boorlingen afgestaan aan de zendelin
gen bij overgang tot het Christendom.
De tentoonstelling zal verdeeld wor
den in 4 af deelingen. Vier thans in
ons - land vertoevende zendelingen
zullen bij elk dezer afdeelingën, in
verband staande met het terrein waar
zij gearbeid hebben, interessante me-
dedeelingen doen.
DE NED. HERV. KERK EN DE
ZUIDERZEE-PROVINCIE.
Op uitnoodiging van het hoofdbe
stuur der Vereeniging van Kerkvoog
dijen in de Ned. Herv. Kerk hebben de
volgende personen zitting genomen
in de commissie voor cle behartiging
der stoffelijke belangen van de Ned.
Herv. Kerk. in de toekomstige Zuider-
zeeprovincie: de heeren: J. A. Bakker,
lid der Tweede Kamer, te Menaldurn;
mr. C. J. Bartels, te Amersfoort; mr.
•E. J. Beumer, lid der Tweecle Kamer,
te 'Utrecht; mr. P. Droogleever For-
tuyn, lid der Tweede Kamer, te 's-
Gravenhage; ds. D. Eilerts de Haan,
te I-Ieilo; Jhr. mr. A. W. van Holthe
tot Echten, bestuurslid der Federatie
van Diakonieën, te Assen; mr. L. M.
de Jong Schouwenburg, te Amster
dam; ds. B. Klein Wassink, te Bath-
men; M. G. de Kruyff, Burgemeester
van Franeker-; J. M. Krijger, Jr., lid
der Tweede Kamer, te \s-Gravenhage;
mr. W. Tj. van der Ley, te Heeren
veen; P. J. Nahuysen, voorzitter van
den Gbr. Nat; Werkmansbond, te
Utrecht; G. J. A. Rüys, te Amersfoort;
mr. J. Schokking, burgemeester van
Katwijk; prof. mr. P. Scholten, te
Amsterdam; prof. dr. J. R. Slotenma
ker de Bruine, te 's-Gravenhage; mr.
A. A. de Veer, lid, der Eerste Kamer
en Wethouder van Middelburg; ir. C.
W. E. van Voorst van Beest, te Maars-
sc-n; Joh. Weener, te Utrecht; C. Wild
schut, te Haarlem; ds. D. Zoete, te
Lemmer.
Prof. dr. J. R. Slotemaker de Brui
ne, te 's-Gravenhage, heeft zich bereid
verklaard het voorzitterschap te aan
vaarden.
PROF. ALBERT SCHWEITZER.
Over Prof. Albert Schweitzer, die
morgenavond in de Remonstrantsche
kerk te Amsterdam een lezing met
lichtbeelden houdt over zijn zendings
werk in Afrika, schrijft Ds. W. Ma
ckenzie in het Predikbeurtenblad:
„Het is een voorrecht om dezen man
te kunnen leeren kennen. Want is hij
niet een van de grootste mannen van
onzen tijd? Men weet het, hoe hij, die
professor was in de theologie, en de
schrijver van verschillende alom be
kende werken, doctor in de philoso-
phie, bekend organist en orgelbouwer
schrijver van een groot boek over
Bach, arts is geworden om het lij
den der negers in Equatoriaal Afrika
te lenigen. Hij gevoelde zoo ontzet
tend de verantwoordelijkheid der cul
tuurvolken tegenover de kleurlingen
en hun leed en verwording, dat hij
niet anders kon, dan hun zich geheel
toewijden. En hij is naar Afrika ge
gaan en heeft daar onder onheschrif-
felijk groote moeilijkheden zijn werk
gedaan en aldoor uitgebreid in Chris
tus' naam. Maar er zullen niet velen
meer zijn, die hiervan niet weten.
Wie kent niet: ,,Aan den zoom van
het oerwoudhet boek. waarin hij
op ontroerend eenvoudige wijze van
zijn leven en strijd onder de negers
vertelt, gelijk hij het deecl in het ver
volg hierop: „Opnieuw naar Lamba-
rene". En wie kent niet dat fijne
boekje, waarin hij vau zichzelf en zijn
levensgroei vertelt: „Uit mijn jeugd".
'Wie cleze boeken nog niet las. hij
doe het heden. En dan zal hij het ver
langen in zich voelen opkomen, dezen
man zelf te ontmoeten.
Het is wel een heel bijzonder zen
dingswerk, dat Albert Schweitzer
doet. Bij hem vraagt men niet naar
een richting, hij staat boven de rich
tingen als een ootmoedig en levend
Christen. Bij hem vraagt, men niet
naar nationaliteit, hij is een van de
meest internationale menschen. In
hem brandt Christus' licht
DE KERKGANGERS NAAR HUIS
GEZONDEN!
Te Zwijndrecht daalde vorige week
Zondag, tegen het uur van aanvang
van de avondgodsdienstoefening, G
uur, een luchtballon. Het geheele
dorp stroomde naar de plaats heen
waar de ballon was neergedaald.
Toen Ds. Trillaard in de Hervormde
Kerk den kansel betrad, waren er
slechts een dozijn kerkgangers aan
wezig, zoodat de predikant het raad
zaam oordeelde, onmiddellijk na den
voorzang, 'maar weer de pas aange
vangen godsdienstoefening te sluiten
en daarop verlieten de 12 kerkgangers
het kerkgebouw, zoo lezen wij in De
Hoeksche Waard.
Ook de opkomst in de Geref. Kerk,
waar Ds. Rolloos voorging, wras zeer
slecht door de daling van den lucht
ballon.
DE VRIJE UNIVERSITEIT.
De rector van de Vrije Universiteit
verzoekt te willen mededeelen. dat
Woensdagmorgen, wanneer de in
schrijving plaats vindt der aanko
mende studenten, geen andere stu
denten in het Universiteitsgebouw
worden toegelaten, behalve die inwo
nend zijn in het Hospitium. Voorts
dat op Woensdagmiddag, na afloop
van de overdracht van het rectoraat,
als naar gewoonte beneden in het ge
bouw voor den Werkenden Stand een
ontmoetingsèamenkomst zal plaats
hebben van hoogleeraren en studen
ten, waarbij ook de aankomende stu-
denteo verwacht worden.
AMSTERDAMSCKE UNIVERSITEIT.
Gistermorgen heeft prof. dr. H. BrUg
mans in een plechtige bijeenkomst in
de aula der Amsterdamsehe Universi
teit het rectoraat overgedragen aan
zijn opvolger prof. dr. H. Burger, met
een rede, waarin hij de lotgevallen der
Universiteit in het aïgeloopen acade
miejaar naging.
UTRECHTSCHE UNIVERSITEIT.
Gistermiddag droeg prof. dr. A.
Noordtzij als rector-magnificus het
rectoraat over aan zijn opvolger prof.
dr. R. J. H. Ovink. in het groot audi
torium der Rijks Universiteit te U-
trecht, waarbij prof. Noordtzij een re
de hield, waarin hij de lotgevallen van
de Udrechtsche Universiteit in het af-
geloopen jaar naging. Spr, wees er
o.m. op. dat zich 2332 studenten heb
ben laten inschrijven, een toeneming
van bijna 150. Spr. acht dit benau
wend en hij juicht het allerminst toe,
dat we in Nederland 11.000 studenten
hebben.
GRONINGSCHE UNIVERSITEIT.
Bij de overdracht van het rectoraat
aan zijn opvolger, hield de aftredende
Rector-magnificus der Universiteit te
Groningen, prof. dr. J. de Zwaan, een
rede, getiteld: „Eenige beschouwingen
over de vraag naar het wezen des
Christendoms".
LANBBOUWEOOGESCH0OL.
Gistermiddag heeft de Rector-mag
nificus der Landbouwhoogeschool.
prof. A. te 'Weehei in een openbare ver
gadering verslag gegeven van de lot-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 20 September 1927.
Wat een moeite doen sommige men
schen toch om een wezen te vinden,
dat de tusschenschakel vormt tus-
sehen mensch en aap; Darwinisten in
de praktijk.
Onlangs was er een sergeant-ma
joor die toch heusch een orang pen-
dek in de Iflk.nenlanden van Sumatra
gezien moest hebben. Aneta deed het
der wereld kond.
Heel jammer wordt ook dat nieuws
al weer van onwaarde door de nadere
inlichtingen van Prof. Dubois.
Prof. Dubois meent, dat hier sprake
kan zijn van een beer en- van een
orang oetan. Met 't oog op de opgege
ven lengte en omdat ook gesproken
wordt van een bruinharige gedaante,
is het niet waarschijnlijk, dat de ser
geant een beer heeft gezien. De daar
levende kleine beer is zwart. Het zal
daarom wel een orang oetan zijn ge
weest.
Het is zeer begrijpelijk, zei prof. Du
bois, dat de waarnemer, die in het stil
le oerwoud plotseling een mensch-ach-
tige gedaante ziet verschijnen en weer
verdwijnen, meent een menschelijk
wezen te hebben aanschouwd, maar
zijn gevolgtrekking, is naar alle waar
schijnlijkheid onjuist. Het is wel ze
ker, dat er geen andere menschelijke
wezens op aarde bestaan dan die wij
kennen. En wat de waarnemingen in
#Indië betreft, is het van belang, dat
nog geen deskundige dezen „orang
pendek" heeft gezien.
Alle mooie verwachtingen, dat men
nu eindelijk „de aapmensch" gezien
zou hebben, alweer de bodem ingesla
gen.
Zou men nu eindelijk niet eens aan
nemen wat Prof. Dubois verklaart, dat
er geen andere menschelijke wezens
op aarde zijn dan die wij kennen? Al
len van eenen bloede, zegt ons Gods
Woord.
OBSERVATOR.
gevallen der Hoogeschool in het afge-
loopen studiejaar en vervolgens het
rectoraat overgedragen aan zijn opvol
ger prof. ir. J^ W. Dieperink.
TECHNISCHE HOOGESCHOOL.
In de rede, waarmede prof. ir. W. H,
L. Janssen van Raay gisteren de waar
digheid van rector-magnificus aan
prof; ir. N. C. Kist overdroeg, deelde
hij mede, dat het getal studenten in de
cursus 19201921 zijn hoogtepunt,
ruim 2400 bereikte, daarna ongeveer
drie jaar op dit punt bleef staan en
in de vier volgende jaren snel afnam
tot 1479 in het afgeloopen studiejaar
of een weinig meer dan in den cursus
1915—1916.
De graad van natuurkundig
ingenieur.
De rector-magnificus merkte voorts
op. dat sinds eenige jaren tot de vro
me wenschen behoort ook nog de in
stelling van den graad van natuur
kundig ingenieur, naast de ingenieurs
diploma's, die thans reeds bestaan.
Spr. zette de wenschelijkheid van de
zen graad nader uiteen, en besloot met
de verklaring, vernomen te hebben,
dat aan het Departement van Onder
wijs, voorbereidingen getroffen zijn,
om een en ander te regelen.
Het repeteeren.
In de buitengewone vergadering van
den Senaat der Technische Hooge
school heeft prof. ir. W. H. L. Janssen
van Raay de aandacht nog eens geves
tigd op het euvel van het z.g. „repe
teeren", waardoor Delft zoo spr. zeide,
berucht was.
UIT ONZE INDIEN.
DE SAREKAT ISLAM.
In een vergadering van de P.S.I. heeft
fTjokroaminoto verklaard, dat de actie
van de P. S. I. niet gericht was op om
verwerping, van he t gezag, ofschoon een
^onafhankelijk Indië hete in de ven'a
toekomst wenschelijk voorkomt. Hij ver*-
klaarde zich voldaan over de tegemoet
koming van de regeering inzake gods
dienstige kwesties, ender meer ten op
zichte van de kinderhuwelijken.
FEUILLETON.
Een «piso.de uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
80 o—
Sn den weeken toon van Sirona's
stem klonk hij dit verhaal diep mede
lijden. Terwijl .zij de ouders mede
deelde, wat haar zoon wedervaren
was, welden er tranen in haar oogen.
Petrus en Dorothea luisterden naar
haar als naar een zanger, die in treur
gewaad op een omfloerde harp een
lied zingt van hoop en wederzien.
„Spoedig, spoedig, Marthana!" riep
Dorothea levendig en met fonkelende
oogen, eer Sirona haar verhaal nog
geëindigd had. „Geef dadelijk de mand
hier met zwachtels. Ik zal den koorts
drank. zelf mengen".
Petrus was de Gallische genaderd
en vroeg haar zacht: „Is het werke-
lijk niet erger dan gij het daar voor
stelt? Hij leeft en Paulus
„Paulus zegt", vulde Sirona aan,
„dat de zieke bij een goede verple
ging in weinige weken genezen zal
zijn".
„En gij kunt mij tot hem brengen?"
«O, ik, ik", riep de Gallische, en
'Sloeg zich met de hand voor het voor
hoofd. „Het zal mij zeker niet geluk
ken den weg terug te vinden, want ik
heb geen enkel merkteeken gezien.
Doch wacht, vóór ons heeft een klui
zenaar uit Memphis, die voor eenige
weken gestorven is.
„De oude Serapion?" vroeg de se
nator.
Zoo heet hijl riep Sirona. „Weet gij
zijn hol?"
„Hoe kan ik het weten?" antwoord
de Petrus. „Maar misschien kan Aga-
pitus.
„De bron, waaruit ik het water
schepte om' Polycarpus' wond af te
koelen, noemde Paulus de patrijzen-
bron".
„De patrijzenbron", herhaalde de
senator, „die ken ik!"
Na een diepe ademhaling nam hij
zijn staf en riep Dorothea toe: „Maak
gij den drank, het verband,, fakkels
en een goede draagstoel gereed; in-
tusschen zal ik bij buurman Magadon
aankloppen en hem om slaven verzoe
ken".
„Laat mij u geleiden", verzocht
Marthana.
„Neen, neen, gij moet bij moeder
blijven".
„Denkt gij dan dat ik hier zal zit
ten wachten?" vroeg Dorothea. „Ik
ga met u".
„Daar blijft hier genoeg voor u te
doen", antwoordde Petrus met een af
werend gebaar, „en wij zullen snel
moeten stijgen".
„Het is zoo, ik zou u kunnen op
houden", zuchtte de bezorgde moeder,
„maar neem het meisje met u; zij
heeft een zachte, gelukkige hand",
>,Het zij zoo, als gij dit goed oor
oordeelt", antwoordde de senator en
verliet het vertrek.
Terwijl moeder en dochter kwamen
en gingen, ten.'einde alles voor den
nachtelijken tocht gereed te maken,
hadden zij toch tijd om menige vraag
en menig vriendelijk woord tot Siro
na te richten. Marthana plaatste, zon
der haar arbeid te staken, spijs en
drank voor de vermoeide op de tafel,
waaraan zij zich had neergevleid,
doch zij, bevochtigde ter nauwernood
de lippen.
Toen Marthana den korf met artse
nijen en linnen zwachtels, met wijn
en zuiver water hacl gevuld, en dien
aan de Gallische liet zien, zeide de
laatste: „Leen mij een paar van uw
sandalen, want de mijne zijn geheel
gescheurd, en zonder schoeisels kan
ik de mannen niet volgen, want do
steenen zijn scherp en snijden in het
vleesch".
Marthana zag nu voor het eerst,
dat de voeten van hare vriendin be
bloed waren, nam haastig de lamp
van de tafel, plaatste haar op den
grond en zeide, terwijl zij naast Siro
na nederknielde, en hare sierlijke
blanke teenen met de hancl omvatte,
ten einde de kwetsuren van haar voet
zolen te onderzoeken: „Kijk eens,
daar zijn waarlijk drie groote diepe
wonden 1"
Dadelijk nam Marthana een bekken
ter hand, wies de sneden in Sirona's
voetzolen zorgvuldig uit, en terwijl zij
den gewonden voet met linnen ban
den omwikkelde, ging Dorothea naar
heiden toe en zeide: „Ware Polycar
pus nu maar hier; deze rol is vol
doende om u beiden te verbinden".
Een zacht blosje kleurde Sirona's
wangen. Dorothea verschrikte over
haar eigen woorden en Marthana
drukte in het geheim de Gallische de
rechterhand.
Toen het verband goed bevestigd
was, beproefde Sirona of zij gaan
kon, maar dit gelukte haar zóó slecht,
dat Petrus, die met zijn vriend Ma
gadon, diens zonen en een aantal.sla
ven was teruggekeerd, haar ernstig
verbieden moest hem te begeleiden.
Hij hield zich overtuigd, dat hij ook
zonder haar zijn zoon wel vinden zou,
want een der lieden van zijn buur
man had den ouden Serapion vaak
brood en olie gebracht, en kende zijn
hol.
Alvorens de senator met zijn doch
ter het vertrek verliet, fluisterde hij
zijn vrouw eenige woorden toe, na
derde met haar de Gallische en vroeg:
„Weet gij wat uw echtgenoot weder
varen is?"
Sirona knikte toestemmend en ant
woordde: „Ik heb het van Paulus ge
hoord. Nu hen ik geheel verlaten".
„Dat zijt gij niet", zeide Petrus. „Gij
zult onder ons dak bescherming en
liefde vinden, als in het huis van uw
eigen vader, zoolang het u hij ons be
valt. Geen dank, want wij staan diep
bij u in de schuld. Tot wederziens.
vrouw. Ik wenschte wel dat wij Poly
carpus reeds hier benéden hadden, en
dat gij zijn wond hadt gezien. Kom,
Marthana, de oogenblikken zijn kost
baar!"
Toen Sirona en Dorothea alleen wa
ren, zeide de laatste: „Ik ga thans een
slaapplaats voor u gereed maken,
want gij zult zeer vermoeid zijn".
„Neen, neen", smeekte de andere.
„Ik wil met u waken en wachten,
want ik zou stellig niet kunnen sla
pen, vóór ik weet hoe het hem gaat"
Deze woorden werden met zooveel
warmte en ijver uitgesproken, dat
cle diakones de jonge vrouw dankbaar
de hand reikte. Daarop zeide zij: „Ik
laat u eenigen tijd alleen, want mijn
hart is vol zorg. Ik wil om hulp voor
hem en om moed en kracht voor mij-
zelve bidden".
„Neem mij met u", smeekte Sirona
zacht. „Toen ik in nood was, heb ik
mijn hart voor uw goeden liefderijken
God uitgestort, en ik wil nooit meer
tot een anderen bidden. De gedachte
alleen aan Hem versterkt en vertroost
mij, en zoo ooit, clan heb ik in deze
ure Zijn vriendelijken bijstand noo-
dig".
„Mijn kind, mijn dochter", riep de
diakones diep bewogen, boog zich
over haar heen, kuste haar op voor
hoofd en mond, en leidde haar aan de
hand naar haai' stille slaapvertrek.
„Hier bid ik het liefst", zeide zij,
„ofschoon hier geen beeld en geen
altaar staat. Mijn God is overal, en
hij weet mij aan elke plaat9 te sto-
den".
CWora^.seoekiiJt