NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Niets menscheiijks vreemd
j van
DINSDAG 30 AUG. 1927
4 TWEEDE BLAD,
WflT DE BLUDEN ZEGGEN.
jZwak punt.
il In een polemiek met Ide Chr. Hist.
„Banier" over die Chr. Hist, politiële
schrijft „Friesch Daigfolaldi" o.m.:
De „Banier" is van oordeel, 'dat het
standpunt der Antirevolutionairen erg
zwalk: is, wijl de consciëntie wisselen|d
is met de personen.
Daartegenover acht het blad het
Standpunt Ider Unie sterk', dat
aan 'n Roorrïsch of Socialistisch Over-
heildspersoon bij' dé wet den plicht
wil zien opgelegd, om Protestantsch-
Ghristelijfc te regeeren.
Daar treedt een der Christelijk His*
.toxische voormannen op en acht
het noodig, een parlementair kabinet
Colijti uit den zadel te lichten, eeni
kleurloos Kabinet daarvoor in de
plaats te schuiven, een Protestantsch
Ministerr van onderwijs te vervangen
'door een Roomschen collega, in de;
opleiding van de predikanten der Her
vormde Kerk1 te doen voorzien door
©em Katholiek minister.
Alles om het Protestantsch-Chris-
telyk karakter van ons land te redden.
2a,g men het ooit dwazer
Want het is niet een rood1 Minister,,
zelfs niet een Roomsche, die aldusi
)de Christelijk Historische grondslagen
van ons volksleven „beveiligt", maar
het is een C. H. man bij uitnemendi
held, die de politiek leidt in zoocia-
i ïiigen weg, dat de Unie onder dat
iProtestantsch Christelijk niemendal
verstaat^ dan een laten rusten der prin-
cipieele vraagstukken.
En, om met de Barnier te spreken,
„Üie het beter weet, zegge het nu
maar".
Be Koningin en de Radio.
i i Het Vaderland schrijft1:
Naar aanleiding van ons artikel over
het eventueel uitzenden tan de Troon
rede door Hilversum, vestigt men onzel
aandacht op een kort stukje in De
Aetherbode van 21 Aug. j.l., waarin
wordt gezegd, dat daarvoor de mede-
weiking der Regeering noodig is, en
het vermoeden wordt uitgesproken.
dat deze zich het vorig jaar tégen een
'dergelijke uitzending zc-u hebben ver-
klaar d
Dat 'de medewerking der Regeeringj
j noodig is, was ons natuurlijk niet on-
bekend. Al is het laatste woord oven
'deze zaak uiteraard bij de Koningin
zelf, het ligt voot de hand, dat de
Regeering haar adviseert. En wij" ho
pen, da.t dit advies ditmaal gun
stig zal zijn. Wij zien waarlijk niet in,
Wat er tegen kan zijn, om aan het ster
ke verlangen van het grpotste deel!
jdes volks te voldoen. En Wij herhalen,.
|dat er tweeërlei wórdt bereikt: in de
eerste plaats zullen vele duizenden nu
eens de stem der Koningin kunnen
hooren en in de tweede plaats zal da
belangstelling voor de troonrede en
de daarin opgenomen onderwerpen er
(ongetwijfeld door worden geprikkeld.
Men heeft gezegd: het zou niet aan-
'genaam voor de Koningin zijn, als het
'gespróken woord slecht zou overko
men.
j Dit argument gaat niet op. Menl
'heeft het ook niet laten gelden tegen
over de Indien, waar het veel meer
op zijn plaats zou geweest zijn.
i En bovendien is de uitzending wei
met dergelijke waarborgen te omrin
gen, dat zij onmogelijk slecht kan zijn
Wij herhalen daarom ons advies:
men zende dit iaar óf de. opening den
I iStaiten-Generaal in haar geheel, óf de
i Troonrede alleen door Hilversum uit.
En met vreugde en ontroering zul
len honderd duizenden Nederlanders
in en buiten ons land de stem iderr Ko-
ningin beluisteren.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Dirksland-, R.
'Steenbeek te Wapenveld.
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
1 03 —O—
I De liefde die twee harten verbindt,
isi den oceaan van Homerus gelijk,
die de twee aardhelften in een cirkel
besluit. Hij woelt en golft. Waar is de
plaats van zijn oorsprong te zoeken;
of hier of daar? Wie zal het zeggen?
Vrouw Dorothea had de Gallische
moederlijke trots in de werkplaats
van haar zoon gebracht. Thans dacht
Sirona ook aan haai- en haren echt
genoot en zijn huis, boven welks deur
een spreuk in steen gebeiteld stond,
die zij dagelijks uit haar slaapkamer
had gezien. Zij kon geen Grieksch le-
zen, doch Polycarpus' zuster, Mar-
thana, had haar meer dan eens ge
zegd wat zij beduidde: „Beveel den
Heer uwe wegen en hoop op Hem",
luidde het opschrift. Deze woorden
zeide zij zichzelve nu een- en ander
maal voor, en daarbij teekende zij al
lerlei schoone droombeelden voor de
toekomst, die steeds scherper omtrek
ken en helderder kleuren aannamen.
Zij zag zich met Polycarpus ver-
eenigd als de dochter van Petrus en
Dorothea in het huis van den senator.
Nu had zij een recht op de kinderen,
die haar liefhadden en die haar zoo
dierbaar waren. Zij stond de diakones
Bedankt: Voor Helder (toez.), Mr
L. N. Zillinger Molenaar te De
ijp en Graft. i 1
GEREF. KERKEN.
Beroenen: Te Ari'del, Giessen-
Rijswijk, E. Douma .te Oostkapelle.
Aangenomen: Nnar Zwartsluis,
P. de Feijter te Boornbergum (Fr.)
Naar Schoonhoven, J. Hoekstra te
DaJfsen.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Zierik'zee, H. Hoo-
gen'doorn te Bunschoten en P. Smit
te Boskoop. Te Schiedam, D. J. van!
Brummen te Driebergen en J. A. Rie-
kel te Sliedrëoht.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. W. E. van Duin, laatstelijk!
predikant bijl 'de Geref. Kerk van Haaf
lemmermeer-Oostzijde. hoopt Zondag
18 Sept. a.s. bevestigd te worden als
predikant bij de Geref. Kerk binnen
Hersteld Verband te Amsterdam-Zuid!
voor den arbeid in Nederland.
Ds. H. van Elven, te Ooster Nij-
kerk, hoopt D. V. Zondag 9 October
a.s. afscheid te nemen van de Ned;.
Herv. Gem. te Ooster-Nijkerk en Zon
dag 16 October a.s. zijn intrede te-
|doen te Moercapelle, na bevestigd ta
zijn door Ds. J. A. van Nie, van Zet
ten.
Ds. A. Rolloos, Geref. predi
kant der Geref. Kerk van Zwijndrecht,
'hoopt, na langen tijd ongesteld te zijn
geweest, binnenkort weer voor zijn
gemeente op te treden.
Na een vijf jarig verblijf nam Ds.
G. Yenema Zondag afscheid van zijn
gemeente te Appmgedam, om te ver
trekken naar de Ned. Herv. gemeente
te Loosduinen.
De scheidende leeraar bepaalde zijn
gehoor bij het woord uit Hand. 20:19
18. i
Woorden van dank werden tot Ds.
Yenema gericht door den w.n. con
sulent, Ds. j. D. Derksen en door
ouderling G. L. Bouwman, namens
'kerkeraad en gemeente.
Den scheidenden predikant werd
staande toegezongen de zegenbede uit
Ps. 121.
A.s. Zondag zal Ds. Venema te Loos
duinen zijn intrede doen.
Ds. W. Steunenberg, overgeko
men van de Geref. Kerk van Heeren
veen, werd Zondagavond door Ds. F.
H. van Loon, van Haarlemmermeer.
(Sloterwegj in de Geref. Kerk van Ka
lend recht (Rotterdam) bevestigd als
derde Dienaar des .Woords aldaar.
Ds. G. VAN DOKSSEN. f
Zondag is te Druten overleden da
heer G. van Dorssen, em. predikant,
in den ouderdom van bijna 85 jaar.
BIJZONDER ONDERWIJS.
Deze \v_ek_ zullen niet minder dan
idrie nieuwe -uhr. scholen te 's-Graven-
hage worden geopend.
riedeinfmiddag is de Chr. Bewaar
school in het kuindorp'ta Schayehingen
Oiticieel in gebruik, genomen. Vrijdag-
fcriddag zal ern half drie de O. G. Hel-
•dnngschool aan het Distelvinkenplein
en cm 2 uur te Scheveningen de H.
Colrjnschool worden geopend. Bij de
opening van laatstgenoemde schooi zal
-do oud-Minister het woord voeren.
Gemeenteraad Leiden.
(Vervolg zitting van gisteren).
40. Verordening, regelende de sa
menstelling en den werkkring van de
Commissie van bijstand voor het on
derwijs.
Hierbij werden behandeld de amen-
dementen-Verweij.
Algemeene beschouwingen worden
niet gehouden.
De artt. 1 tot en met 7 worden vast
gesteld.
De heer Ver we ij (S.D.) prijst de
kortheid en duidelijkheid dezer ver
ordening maar meent dat toegang
van de leden tot de scholen gewaar
borgd moet worden.
De Voorzitter hoewel erken
nende de goede bedoeling van den
voorsteller, meent dat er bezwaar te
gen bestaat. De Commissieleden heb
ben zonder toestemming van het be
treffende bestuur geen toegang tot de
ter zijde bij al hare bezigheden, en
ontving lof en tevreden blikken tot
dank. In het huis haars vaders had
zij geleerd de handen te roeren, en
hier kon zij weder toonen wat zij ver
mocht. Polycarpus zag met verbazing
en bewondering toe en zeide haar, dat
zij even handig als schoon was, en be
loofde een tweede Dorothea te wor
den. Vervolgens ging' zij met hem in
zijn werkplaats, en bracht daar orde
in alles wat zoo wild door elkander
lag en stofte het af, terwijl hij elk
harer bewegingen met zijn blikken
volgde, en dan voor haar bleef staan
en zijn armen opende, wijd wijd
Zij verschrikte, drukte de handen
voor haar oogen en wierp zich aan
zijn geliefde borst, die zoo vol liefde
voor haar was. Zij wilde onder het
storten van heete tranen hare armen
slaan om den hals van den dierbaren
jongeman. Doch daar verdween reeds
het vriendelijk droombeeld, want een
vluchtig schijnsel van licht verlichtte
de donkere ruimte der spelonk, en
spoedig daarop hoorde zij het door de
rotswanden van haar verblijf getem
perde, doffe rollen van een donder
slag.
Geheel tot de werkelijkheid terug
gekeerd, luisterde zij naar buiten, ter
wijl zij zich aan den ingang van het
hol plaatste. Het begon reeds don
ker te worden, en uit de duistere wol
ken, die rondom de toppen van den
berg als een ontzaglijke sluier van
zwartfloers schenen te hangen, vielen
zware regendruppels neder. Paulus
bijzondere scholen. Eveneens is het
Iwijelachtig' of Curatoren van het
Gymnasium de toegang moeten toe
staan. Voor wat de L. scholen aan
gaat is het de vraag of de gemeente
lijke verordening uitbreiding mag ge
ven aan het desbetreffende artikel der
wet. In de vierde plaats vraagt Spr.
zich af of het getal koks de spijsbe
reiding hier niet zullen bederven. De
taak der Comm. is meer beperkt en
bedoelt naar Spr. meent alleen hulp
hij het onderwijsbeleid, niet zoozeer
de detailleering.
Spr .geeft den heer Verweij in over
weging het voorstel terug te nemen
en in portefeuille te houden. Laat eerst
de Comm. eens werken.
Spr. wil- den Raad er op voorberei
den dat het niet uitgesloten is dat de
Kroon deze verordening zal vernieti
gen. Spr. wil toezeggen dat de Com
missie voor een onderzoek in loco
steeds hulp zal ontvangen v. B. en W.
De heer V e r w e ij meent dat de be
zwaren voor een deel voortkomen uit
de houdinga van B. on W. die de
noodzakelijkheid van deze Comm.
niet hebben gevoeld.
Dat bij de wet deze soort Comm.
niet worden genoemd bewijst nog
r.iet dat ze onbestaanbaar zijn.
Spr. trekt zijn amendement in.
De geheele verordening wordt aan
genomen.
41 Praeadvies op het voorstel van
den heer Groeneveld, om het Markt
wezen als afzonderlijk bedrijf in te
richten.
De heer Groeneveld (S.D.) zegt
dat het er minder toe doet in welken
vorm de overzichtelijke cijfers wor
den geproduceerd, daarom wil Spr.
zijn voorstel intrekken. Spr. maakt
aanmerking op de langzamen gang
waarmede 'n stuk Spr. bereikte; dit
was gedateerd April 1927 en bereikte
-Spr. enkele dagen geleden.
Het voorste! van B. en W. wordt
aangenomen.
42. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ten behoeve van het aan
brengen van eenige verbeteringen aan
het schoolgebouw aan den Maresin-
gel.
Aangenomen.
43. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ten behoeve van de elec-
l.rische verlichting en den aanleg
van trottoirs in de Janvossensteeg.
De heer Groeneveld (S.D.) dringt
op spoed aan.
De Voorzittter zegt dat toe.
Daarna wordt dit voorstel aangeno
men.
44. Praeadvies op het voorstel van
den lieer Van Eek, in zake de instel
ling van een arbeidsreserve van amb
tenaren en werklieden, tevens prae
advies op een desbetreffend verzoek
van het Comité ter Behartiging van
de Algemeene Belangen van Over
heidspersoneel (A.C.O.P.).
De heer Baart (S.D.) vestigt er de
aandacht op dat hc-t voorstel is inge
diend 8 Juni 1921. Gezien het advies
ware het mogelijk geweest in 24 uur
dit klaar te maken.
Spr. acht de reserve heslist noodig.
Voor den gemeentedienst wordt in de
cene afdeoling personeel ontslagen, en
door een andere afdeeling nieuw per
soneel aangenomen. Reeds daarom
zou het noodig zijn.
In sommige bedrijven moeten over
uren gemaakt worden. Daarvoor zou
men reserve-personeel kunnen ge
bruiken.
Tegenover de stelling in de stuk
ken, dat zooveel mogelijk gestreefd
wordt naar vaste aanstelling, staat
dat er nog velen steeds in tijdelijken
dienst zijn.
Thans is niet verwezen naar elders
mot de opmerking dat het zoo duur
is. Spr. wil opmerken dat het in Am
sterdam en Den Haag goed werkt. In
Utrecht is men er nu ook toe overge
gaan om met een reserve van 40 man
1e beginnen.
Bij het marktwezen heeft men gere
geld losse werklieden, die kon men
betrekken uit de reserve.
Spr. heeft een lijstje van 100 losse
werklieden, wel niet groot voor Lei
den maar toch nog van voldoende
omvang om daarop een reserve te ba
seeren. Men meent aan de Lichtfa
brieken te kunnen komen tot perso
neelsvermindering, maar dat staat
nog lang niet vast.
De heer Van Eek (S.D.) deelt me-
was nergens te zien, maar daar stond
de maaltijd nog, die hij voor haar had
gereed gemaakt. Zij had sedert het
ontbijt niets gegeten; zij wilde nu de
melk opdrinken, maar deze was zuur
geworden en niet te gebruiken, doch
zij had aan ^en stukje brood en eeni
ge dadels volkomen genoeg.
Toen de bliksemstralen en donder
slagen steeds korter op elkander be
gonnen te volgen, en de duisternis
hand over hand toenam, overviel
haar een groote angst, en zij schoof
het eten ter zijde en zag tegen den
berg op, welks.toppen nu eens geheel
in nacht gehuld waren, dan weder,
als badende in een zee van licht, dui
delijker dan bij dag te zien waren.
Dikwijls scheidde een bliksemschicht,
met een scherp geteekende vurige
snede, het wolkgordijn met ongeloof
lijke snelheid vaneen; vaak klonk de
donder door de stille woestenij als
bazuingeschal, dat zich dreunend,
ratelend en langzaam wegstervend
van rots tot rots voortplantte.
Opeens schenen het licht en de slag
tegelijk van den hemel neder te da
len. De rots, waarin hare spelonk was,
beefde. In gebogen houding en be
vende trek zij zich in het binnenste
hoekje van haar hol terug, en telkens,
wanneer de enge ruimte plotseling
verhelderd werd, verschrikte zij.
Eindelijk volgden de bliksemstra
len elkander na langere tusschenpoo-
zen op; de stem van den donder ver
loor hare vrees-aanjagende kracht, en
teen de stormwind het onweder ver-
de, dat bij de taakverdeeling den hr.
Baart, is toegewezen de verdediging
van, dit voorstel. Maar Spr. wil. als
maker van het voorstel nog gaarne
daar iets aan toevoegen.
Spr. meent dat de invoering van 'de
personéelreserve in het belang is van
het personeel, maar niet alleen voor
het personeel maar ook van de ge
meente; in het belang van den arbeid.
Het brengt arbeidsvreugde, nu die ar
beidsvreugde steeds meer dreigt te
verdwijnen. Er komt contact, voort
durend contact tusschen den arbeid
en den arbeider. Spr. noemt een voor
beeld van een ingenieur, die technisch
bekwaam maar stug van karakter
was en een ander ingenieur die tech
nisch minder bekwaam maar soepel
en gemakkelijk van karakter was.
Deze laatste bereikte meer dan de eer
ste. Dat contact nu wordt door de in
stelling van de arbeidsreserve in de
hand gewerkt.
Het is geen gemak voor de dienst
hoofden omdat zij dan niet meer ge
heel vrij zijn, maar daar staat tegen
over dat zij beschikken over een ca
tegorie van min of meer geschoolde
krachten.
Het voorbeeld van Amsterdam is
spoedig gevolgd door andere steden.
Dat heeft ook voor Leiden wat te
zeggen.
Spr.. meent dat de reserve van de
gemeente ook door particulieren kan
worden benut, b.v. voor wachtdien
sten.
Men zegt, da't de arbeiders in Over
heidsdienst worden voorgetrokken.
Spr. geeft toe dat er een zekere sti
mulans moet zijn voor beide, maar
do bestaanszekerheid kan het best
door de gemeente worden aangevat.
De wachtgeldregeling kan dan groo-
tendeels vervallen, in elk géval is het
beter om. door arbeid het bestaan te
verzekeren dan door wachtgeld zon
der arbeid.
Het arbeid-rekken, zooals nu wel
eens voorkomt, zal worden voorko
men.
Ook voor ambtenaren kan deze ar
beidsreserve gelden, al zal men zoo
veel mogelijk naar doelmatige ver
deeling moeten zoeken. Tenslotte moet
alle werk liever zijn dan werkloos
heid Spr. dringt aan op aanneming
van zijn voorstel.
De heer Heemskerk (R.-K.)
meent dat arbeidsvreugde niet bevor
derd wordt door deze regeling. Het
gemis aan arbeidsvreugde heeft een
andere oorzaak. De arbeid is meer ge
mechaniseerd, maar bovenal er
heerscht groote ontevredenheid over
de geheele wereld.
De arbeidsvoorwaarden moeten
goed zijn maar die worden door de
personeel-reserve alleen niet goed ge
maakt.
Voor de voorstanders van deze per-
soneels-reserve heeft de afdoening de
zer zaak misschien te lang geduurd,
maar wie geen groot voorstander is,
is blij dat men wat ang en nauwkeu
rig gewikt en gewogen heeft Het mo
ge voor andere steden nöodig zijn, de
getallen voor Leiden nopen daartoe
niet. Onder de ongeveer 100 personen
zijn er heel wat die als leerlingen enz.
afvallen; nog niet de helft van deze
menschen blijft als volkomen werk
lieden over Wanneer het niet alle vol
komen werklieden zijn, dan moeten
ze niet in de reserve worden opgeno
men. Spr. is er in de Comm. tegen ge
weest en ook als raadslid tegen.
De heer Wilbrink (C.-H.) be
spreekt ook het argument der ar
beidsvreugde. Wanneer de enkelen
wat meer zekerheid krijgen zal dit op
de massa geen invloed hebben.
Voor ernstige bedreiging door per
soneelsvermindering behoeft niet te
worden gevreesd.
Spr. heeft vrees dat de personeels-
reserve ons zal brengen wat de
wachtgeldregeling heeft gebracht: on
geschikte krachten op bepaalde plaat
sen.
Aan de Lichtfabrieken moet men
soms losse krachten aannemen. On
der deze zijn er vele die voor andere
diensten niet geschikt zijn. In andere
steden, waar de getallen 10 maal groo-
ter zijn, kan het stelsel goed werken,
maar niet voor een klein korps. De
arbeidsreserve zal naast de arbeids
beurs komen te staan. Spr. is tegen
het voorstel-Van Eek, omdat het in
der en verder naar het zuiden joeg
stierf die stem geheel weg.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Het was stikdonker in Sirona's hol,
akelig donker, en hoe zwarter de
nacht, die haar omgaf, zich vertoon
de, des te hocger steeg haar angst.
Van tijd tot tijd sloot zij de oogen zoo
stijf dicht als zij kon, want clan was
het haar als zag zij een purperachtig
schijnsel, en gelijk een drenkeling
naar den oever, zoo smachtte zij in
dit uur naar licht. Daarbij kwelden
schrikbeelden van allerlei aard hare
ziel. Als Paulus haar nu eens verla
ten en aan haar lot prijs gegeven had?
Als Polycarpus bij het onweder den
berg eens doorzocht had om haar te
vinden, en door de duisternis misleid
in een afgrond was gestort of door
een bliksemstraal gedood? Als eens-
de rotsmassa, die over den ingang
van het hol hing, door den storm los
raakte, en nederstortte, en haar den
ingang naar buiten versperde? Dan
was zij levend begraven; dan moest
zij eenzaam versmachten zonder hem,
dien zij liefhad, wedergezien en hem
gezegd te hebben, dat zijn vertrouwen
hem niet bedroog.
Door zulke gedachten vreeselijk ge
kweld, verzamelde zij a] hare krach
ten, en ging zij al tastend naar bui
ten in de vrije lucht, terwijl de wind
haar tegenwoei. In die sombere een
zaamheid, in dat akelig donker, kon
zij het niet langer uithouden. Reeds
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 30 Aug. 1927.
Het Vrijzinnig Weekblad „Kerk en
Volk" geeft een nabetrachting op de
Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk
Het blad noemt de beslissingen dei-
Synode een „hoos en schrijft daar
dit van:
....„Zoo was de orthodoxe over-
machtswillekeur losgebroken over
onze kerk. Zij kon huishouden naar
haar aard. Eenige weken lang
heersehte zij ongebreideld en kon
de tuinen en hoven en gebouwen
onzer kerkelijke reglementen toe
takelen al naar haar grilligen aard
het haar ingaf.
Nu is de hoos voorbij. -
Voorloopig althans.
Wij komen nu weer buiten om de
stormschade op te nemen.
Gelukkig: alles ligt nog niet te
gen den grond, Maar veel is toch
ontworteld en vernield. Oude knoes
tige eiken, die 't landschap sierden
en heugenis droegen van vele
eeuwen, (de Walen).
Ook is door het land. dat door
noesten vlijt was geëffend en ontgon
nen een diepe geul geslagen en zoo
dra de regenvloed komt, zal het
water in woeste vaart de geul veran
deren in een rivier, wier onstuimig,
door sluizen onbeheerd water hoe
langer hoe meer het goede land zal
doen afbrokkelen, (groote Synode,
reorganisatie-commissie).
Zoo staan wij in een ten deele
verwoest landschap 1
Maarwij aarzelen geen secon
de en tijgen aan 't werk, want niet
blinde redelooze machten zullen ten
slotte heerschen, maar de kracht,
die God ons geeft om naar redé en
geweten aan Zijn Wil vorm en ge
staltenis te geven".
Naar reden en geweten vorm en ge
staltenis geven aan Gods wil. Daar
mede zal de Vrijzinnigheid wel scher
per eigen zwakheid hebben geteekend
menschelijke berekening en men-
schelijk werk bestand zijn tegen
een orkaan, zal de menschelijke rede
vorm en gestaltenis kunnen geven
aan Gods wil.
Het 1 -eld van de- hoos is kostelijk
maar ontzettendI
OBSERVATOR.
den grond alleen bedoelt baantjes, te
scheppen.
De heer Eikerbout (A.-R.) meent
ook dat het getal arbeiders van Lei
den te klein is orn tot deze persp-
i.eels-reserve te besluiten. Het aantal
overuren is hier eigenlijk nog veel te
hoog. Men kan op plantsoenen ge
makkelijk dat getal overuren verklei
nen, desnoods door eenige uitbrei
ding van de vaste formatie. Spr. is in
het algemeen voor uitbreiding van de
vaste aanstelling.
Wethouder Re imerin g er deelt
mede, clat alleen in Amsterdam'volle
dige gegevens omtrent de arbeidsre
serve zijn te verkrijgen. Maar die ge
gevens zijn niet maatgevend voor een
kleine stad. Zelfs in Amsterdam js
men niet in staat om al die menschen
emplooy te bezorgen.
Zelfs heeft Amsterdam geen per-
sonee.lsresjrve voor- Ambtenaren,-
daarom is- ook voor Ambtenaren in
een kleine stad een arbeidsreserve-
niet te aanvaarden.
Wat Leiden aangaat heeft men Je
de laatste maanden steeds meer ge
streefd naar vaste aanstelling. Het
lijstje van losse arbeiders is al veel
kleiner dan de heeren hier gebruikten
Spr. ontraadt het voorstel-Van Eek.
De heer Baart (S.D.) laakt het
vergoelijken van liet langzame afdoen
dezer zaak door den heer Heemskeak.
Spr. zegt dat het niet de bedoeling is
baantjes te scheppen. Indertijd werden
aan de lichtfabrieken een groot aan-
tal personen op wachtgeld gezet.
De heer Huurman (A.-R.) Dat
was een bijzondere omstandigheid
die niet weer voor komt.
De heer Baart is daarop zc-o ge-
rust niet. Spr. is bevreesd, dat de po
litiek van de gemeente er toe- zal lei
den, dat men later op een lager loon
de menschen weer aanneemt.
Met de deskundigheid van de per
sonen behoeft men het niet zoo nauw
had zij den uitgang der spelonk be
reikt, toen zij voetstappen hoorde, dxö
haar schuilplaats schenen te naderen.
Zij verschrikte opnieuw. Wie waag
de het in dezen pikdonkeren nacht
van de eene rots op de andere te.
klimmen? Kwam Paulus misschien
terug? Was hij het, of wel Polycar
pus, die haar zocht?
Als verbijsterd drukte zij beide
handen tegen haar hart. Zij gevoelde
zich gedrongen om te roepen, maar
waagde het toch niet. Hare tong wei
gerde haar den dienst. Met angstige
spanning luisterde zij naar het geluid
der slappen, die recht vóór haar uit,
meer en meer naderden.
De nachtelijke wandelaar merkte
cle schemering op van haar wit ge
waad en riep haar bij den naam.
Het was Paulus. Zij gevoelde zich
verlicht en haalde weder adem, toen
zij zijne stem herkende en zijn groet
beantwoordde.
„Bij zulk noodweer", zeide de Ana
choreet, „is het, geloof ik, beter hier
binnen dan buiten; want dat het in de
open lucht niet bijzonder aangenaam
is, heb ik ondervonden".
„Maar ook hier in het hol", ant
woordde Sirona, „is het verschrikke
lijk geweest. Ik heb mij vreeselijk
bang gemaakt, want ik was zoo alleen
in het akelig donker. Had ik mijn
hondje nog maar bij mij gehad, dat
was ten minste een levend wezen".
(W.ordt vervolgd.)