Gewijde en Ongewijde Historie. DE SPELONK VAN MACHPELA. Sara was op 127-jarigen leeftijd te Kirjath-Arba, het latere Hebron, ge- stprven en Abraham, nadat hij de rouwplechtigheid vervuld en Sara be klaagd en beweend heeft, begeeft zich naar de „zónen Heths", die gezeten zijn op de kussens van den divan in Hebrons poortgebouw. Hij laat zijn mat door een zijner slaven voor zich uitrollen en neerleggen, en zet zich daarna ernstig zwijgend bij hen neder. Dan volgt op plechtige wijze de be groeiing die door de fijnbeschaafde Hethieten even hoffelijk beantwoord wordt. Vervolgens deelt Abraham het doel van zijn bezoek mede: „Ik ben slechts een vreemdeling en inwoner bij u", zoo zegt hij, „geeft mij recht op een graf bij u, opdat ik mijn doode begrave." De Hethieten buigen beleefd en bie den hem het gevraagde aan als een geschenk: „Hoor ons, mijn heer. gij zijt een aanzienlijk vorst in het mid den van ons; begraaf uwe doode in de uitgelezenste onzer graven; niemand onzer zal u verhinderen om in zijn graf uwe doode te begraven". Natuurlijk gaat Abraham op dit grootmoedige aanbod niet in; hij weet als Babyloniër veel te goed, dat het bier slechts een vorm van wellevend heid betreft waarvan de bedoeling is, dat de Hethieten geen bezwaar heb ben onder nader overeen te komen voorwaarden een graf van één hunner aan Abraham af te staan. Abraham staat op en buigt zich voor de Hethieten, dan zet hij de onder handeling voort. Hij heeft reeds een bepaald graf op het oog: de spelonk van Machpela, toebehoorende aan Efron, den zoon van Zochar. Doch Abraham richt zich niet rechtstreeks tot Efron, hoewel ook deze aanwezig was, maar de Oostersche hoffelijkheid in acht nemend, vraagt hij of de an dere Hethieten zijn verzoek willen on dersteunen en overbrengen bij Efron: „Indien het met uwen wil is, dat ik mijne doode begrave, hoort mij dan en weest mijn voorspraak bij Efron, den zoon van Zochar, dat hij mij geve de spelonk van Machpela, die hij heeft aan het einde van zijn akker. Voor de geldswaarde drage hij mij die in uw tegenwoordigheid over tot een erfbe- grafenis. Efron, die onder zijn stamgenooten zit, is natuurlijk te beleefd om die door Abraham gevraagde voorspraak af te wachten. Hij staat op, buigt zich voor Abraham, en richt zich dan tot dezen in de volgende bewoordingen: „Neen, mijn heer, hoor mij; den akker geef ik u en ook de spelonk die daar in is geef ik u. In de tegenwoordigheid mijns volks geef ik u die; begraaf uw doode." Natuurlijk weet Efron wel, dat Abra ham dit edelmoedige aanbod niet als ernst zal opvatten. Het woord is thans weer aan Abraham. Deze maakt op nieuw een diepe buiging naar de He thieten en zegt dan tot Efron: „Dat het u slechts behage mij aan te hoo- ren. Ik zal u het geld voor den akker betalen. Neem het van mij, zoo zal ik mijn doode aldaar begraven." De twee partijen hebben elkaar be grepen, zoo blijkt uit dit woord. Efron weet, dat Abraham een rotsgraf be geert, en Abraham weet, dat Efron de spelonk niet verkoopt zonder den akker er bij. Nu moet over den prijs onderhandeld worden. „Mijn heer", «oo zegt Efron tot Abra ham, „luister naar mij, wat is een be drag van vier honderd sikkels gewicht zilver tusschen mannen als u en ik?" Efron vraagt voor zijn akker een niet geringe som; in ons geld een bedrag van 600 a 700, doch een betere ver gelijking is dat in het oude Babylonië een huis ongeveer ƒ30 kostte. In normale omstandigheden zouden kooper en verkooper aan het loven en bieden gegaan zijn, tot zij ten slotte het over den prijs eens werden. Abra ham doet dit niet: om zijn vorstelijken rijkdom en om den rouw die in zijn hart is. Hij haalt als eenig antwoord uit zijn gordel den kleinen unster voor het wegen van geld en den leeren bui del en weegt den Hethiet het gevraag de toe, in de gangbare munt van dien tijd: kleine klompjes gedegen zilver van ongeveer gelijk gewicht, voorzien Leidsche Penkrassen. Amice, Ik weet niet of je al eens van Me vrouw Grundy gehoord hebt. In elk geval zult ge ze wel nooit tegen het lijf geloopen zijn, want ze bestaat slechts in de verbeelding. Mevrouw Grundy is een persoon uit een oud Rngelsch blijspel, waarin op zeer eigenaardige wijze gegeeseld wordt de karakterlooze menschenvrees, die we tegenwoordig maar al te veel overal aantreffen. Mevrouw Grundy is de ver persoonlijking van al het conventio- neele in de wereld, van „de mode", van „het gebruik", van „het fatsoen". „Wat zal Mevrouw Grundy er van zeggen?" is de telkens terugkeerende vraag in het blijspel. Deze vraag is er een die al heel wat goede, verstandi ge gedachten heeft vernietigd. Mevrouw Grundy is, heerscheres op aarde. Het lijkt wel of men een alge- meene overeenkomst getroffen heeft, toch vooral geen gebruik te maken van eigen hersens, maar liever die van zijn buurman te gebruiken. Ook zelfstandigheid is uit de mode. Men verloochent alle karakter door deze dwaze eenvormigheid. Men is onmon dig in alle zaken, overal moet Mevr. Grundy om raad gevraagd. Het onaf hankelijk denken en handelen is. door het altijd leunen op het oordeel en de handelingen van andere menschen ge- van den stempelslag van Karkhemisj, het groote Hethietische handelscen trum aan den Eufraat. Natuurlijk wordt van deze transac tie een behoorlijk contract opgemaakt in Babylonisch spijkerschrift op een kleitafeltje. En nu begraaft Abraham zijn gelief de doode in de grafspelonk van Mach pela. Later werd ook hijzelf daar ge legd, en Izak en Rebekka. en Lea en Jakob. En thans, na veertig eeuwen, rusten zij daar nog. De Mohammeda nen hebben over het graf van den ook voor hen heiligen patriarch Abraham een moskee gebouwd. Met angstvallig heid waken zij. opdat geen onbevoeg de daar binnentreedt. Doch wie zal zeggen, welke verras sende resultaten een onderzoek van dit graf zou teweegbrengen! BINNENLAND. HET POLITIE-TOEZICHT OP DE NOORDZEE. Eenige dagen geleden kreeg de Bee- dersvereeniging voor de Nederland- sche haringvisscherij de mededeeling, dat de minister van marine den com mandanten der politiekruisers had gelast, het terrein op en be-Oosten dc Doggersbank tot in de Duitsche Bocht, voor zoover bevischt door Hollandsche vaartuigen, geregeld te bekruisen, het geen vanzelf inhield een meer inten sief toezicht. Een en ander hield mede verband met door Deensche snurre vaaders bij den commandant van den Deenschen politiekruiser Diana inge diende klachten over last en schade, hun berokkend door Hollandsch trei- lers. Gelijktijdig gewerd de Reedersver- eeniging het bericht, dat het in dienst stellen van een derden politiekruiser gedurende het tijdvak SeptemberDe cember, zooals in vorige jaren ge schiedde, uit een personeelsoogpunt zeer bezwaarlijk zou zijn en dat daar toe derhalve niet eerder zou worden overgegaan dan na gebleken dringen de noodzakelijkheid. Het hoofdbestuur der Reedersver- eeniging voor de Nederlandsche ha ringvisscherij heeft zich thans met 'n adres tot den minister van binnenland sche zaken en landbouw gewend, waarin wordt herinnerd aan zijn in vorige jaren bij de regeering ingedien de adressen, houdende klachten over het vernielen van Hollandsche haring netten door Deensche snurrevaaders. Het is alleszins begrijpelijk, aldus het adres dat wanneer schepen, van mechanische kracht voorzien, zooals treilers en snurrevaaders, elkaar reeds last en schade berokkenen, zij weinig zullen doen om het vischtuig van onze drijfnetharingvisschers te sparen. Voorts wordt gewezen op het feit, dat onze haringvisschers de laatste ja ren niet meer zoo Oostelijk van de Doggersbank durven te visschen uit vrees voor verlies van netten, tenge volge van de stoomtreilers en snurre vaaders, die daar hun bedrijf uitoefe nen en er niet tegenopzien, door de haringnetten te stoomen, en er in te ankeren of af te kappen. Het hoofdbestuur der reedersver- eeniging juicht daar-om een intensie ver politietoezicht op en be-Oosten de Doggersbank ten zeerste toe, doch meent, dat dit alleen te bereiken valt door uitbreiding van het aantal po litiekruisers gedurende de maanden SeptemberDecember. Bij hernieu wing roept bet dan ook de medewer king van de regeering in. om den da tum van indienststelling van een der den kruiser te bespoedigen. CHR. WERKGEVERSVEREENIGING. Het programma voor de jaarverga dering van de Chr. Werkgeversveri eeniging, op 6 en 7 September a.s. te Scheveningen in het Kurhaus te hou den, is thans verschenen. Het is een keurig boekske met verschillende mooie foto's. Dinsdagmiddag zal Mr. H. Bijleveld het welkomstwoord spreken. De heer F. L. v. d. Bom spreekt hierna de openingsrede uit, waarna Dr. J. A. Nederbragt de beteekenis der Econ. Volkenbondsconferentie voor de Ned. Handelspolitie zal laten zien. 's Avonds is er een diner. Woens dagmorgen wordt per auto de Hof stad bezichtig, waarna om 11 uur de huishoudelijke vergadering aanvangt. storven. Men durft den levenwekken- den adem van eigen, dikwijls ener gieke persoonlijkheid niet meer op zich in te laten werken. Je zult misschien zeggen, Amice, dat ik een beetje aan 't doordraven ben en daar is misschien ook wel iets van aan. Maar ik schrijf dit alles niet zonder aanleiding. Je weet evengoed als ik, dat er genoeg voorbeelden zijn om te bewijzen wat ik hierboven neer schreef. t Van de week kon ik in de tram nog toevallig nog een gesprek afluisteren tusschen drie jongelui, met een heel conventioneelen spraak en op het ge zicht de trekken van een nerveuze overgevoeligneid. Deze energieke jon gens spraken met diepen ernst over de waarde van een nieuw parfum, waarvan de een vond, dat het een zeer gedistingeerde geur had. Zie je, Amice, toen heu ik een groo te pijp tabak, van Nelle No. 9 opge stoken en een groote rookwolk naar de gedistingeerde gezichten geëmissio- neerd. Gelukkig dat we onder onze jongens nog andere elementen hebben. Daar zijn er nog genoeg onder, die heio ven stoere Calvinisten te worden, die lak hebben aan alle mevrouwen Grun dy, die leven zullen naar het gevleu gelde woord van Bismarck; „Wij vree zen God en niemand anders op de we reld". 's Middags spreekt de heer J. R. Snoeck Henkemans over de Ziekte verzekering en Mr. J. A. de Wilde het slotwoord. Om zes uur is er receptie van het gemeentebestuur. ZUIDERZEESTEUNWET. De ZuiderzeevisscherijraaJ verga derde dezer dagen te Enkhuizen. De besprekingen liepen hoofdzakelijk over de gevolgen van de reeds uitge voerde Zuiderzeewerken en van de voorgenomen afsluiting der Zuider zee. Verscheidene visschers ondervin den reeds geruimen tijd ernstig de na- deelige gevolgen, terwijl het in iwer- king treden der artikelen 5 en volgen de der Zuiderzeesteunwet nog steeds op zich laat wachten. Daar deze wet werd afgekondigd 29 Juni 1925 en her haald aandringen, zoowel van de zij de van den Zuiderzeevisscherijraad als van andere zijde, op het in wer king treden van alle artikelen dier wet nog steeds niet het gewenschte gevolg heeft gehad, is het niet te ver wonderen, dat zich onder de visschers een geest van verbittering begint te verspreiden. Besloten werd o.a. een bespreking aan te vragen met de sub-commissie „visscherij" van de Generale Commis sie, ingesteld volgens art. 3 der Zui derzeesteunwet, teneinde deze sub commissie uiteen te zetten, hoe drin gend noodig het is, dat voor ver schillende zich voordoende omstan digheden, als gevolg van de voorge nomen afsluiting, een voorziening wordt getroffen. HET LEGER IN NED.-INDIë. Volgens „De Volkskrant" publiceert het bestuur van het R.-K. Werklie denverbond de volgende waarschu wing: „In den laatsten tijd wordt meer dan gewone propaganda gemaakt voor het werven van jongemannen ten bate van het leger in Nederl. Oost-Indië. Zoolang evenwel in Indië in de kazernes toestanden bestaan, welke voor de jongens een zeer ern stig beletsel zijn om te blijven leven, zöoals dat, naar onze beginselen, be hoort, waarschuwen wij dringend de ouders en hunne jongens tegen het aangaan een er verbintenis. „De toestanden zijn er zoo, dat de jongens, menschelijkerwijze gespro ken, zedelijk haast zeker ten onder gaan". VLEESCH VOOR SCHEEPS- PROVISIE. Naar „De Slagerscourant" ver neemt, is bij wijze van proef, tot na der order toegestaan, dat de bepalin gen der wet van 27 April 1884 St.bl. no. 103, toepassing vinden bij uitvoer van vleesch uitsluitend bestemd voor scheepsprovisie, indien in een aangif te is begrepen één rund, één kalf of één nuchter kalf. De bestemming voor scheepsprovisie zal duidelijk moeten blijken. „DE GLINDHORST" FAILLIET? De te Utrecht gevestigde vereeni- ging tot duurzame verzorging van miderjarigen, die het bekende opvoe dingsgesticht „De Glindhorst" be heert, is volgens „Het Volk", dezer dagen failliet verklaard. Land- en Tuinbouw. GEEN MOND- EN KLAUWZEER IN NEDERLAND. „De Slagerscourant" schrijft: „Zelden zal in vakkringen met meer genoegen een bericht zijn vernomen als de mededeeling, dat gedurende de week van 31 Juli tot 7 Aug. j.l. in Ne derland geen gevallen van mond- en klauwzeer zijn voorgekomen. Eindelijk is dan het gelukkige oogen- blik gekomen, waarop vele jaren te- vergeeft gewacht is. Als wij ons niet vergissen, dan heeft het mond- en klauwzeer sedert 1918 zonder tusschen poozen in ons land gewoed. Wat dit beteekent? Vraagt het aan hen, die in „het vak" zitten en zij zullen u mede- deelen, dat deze gevreesde veeziekte hun duizenden en duizenden guldens schade berokkend heeft. En nu?Oppassen is de bood schap! Laat nu vooral niet weer ge beuren wat ons in de laatste jaren is overkomen. Daartoe kunnen allen, sla- Toch is hun getal hier in Leiden zeer klein. Kijk nu b.v. eens naar Delft. Daar zijn momenteel vier flink georganiseerde jongelingsvereenigin- gen op Geref. grondslag, (ik noem deze maar als voorbeeld) terwijl er hier maar twee zijp en Delft toch waarlijk niet zooveel grooter gemeente heeft dan Leiden. We mogen evenwel aan onze jon gens en meisjes niet de lof onthouden die hen toekomt. De Jeugdraad hier in Leiden doet al zijn best om door organisatie van alle vereenigingen die op Geref. grondslag staan, een zoo goed mogelijke actie te voeren. In 't najaar zullen weer allen die in aan merking komen om lid te zijn van een jongelings-, meisjes- of knapenvereeni ging op den zooeven genoemden grond slag, worden bezocht en we zullen dan maar hopen, dat velen voor bet ver- eenigingswerk gewonnen zullen wor den. Het is een loffelijk streven. Ik weet natuurlijk evengoed als ieder an der, dat de vereeniging geen voorwaar de behoeft te zijn om een goed Calvi nist te worden, maar 't is toch ook weer zoo, dat de vereeniging dikwijls bewaart voor het groote gevaar van onzen tijd, waarin men moet kunnen dansen, flirten, cocktails drinken, uit gaan. spelen en wedden. Hoevele van onze voormannen heb ben hun kennis niet gedeeltelijk of grootendetls te danken aan de J.V. en ger zoowel als veehandelaar, mede werken. Hoe dikwijls is het immers reeds gebeurd, dat er besmet, vee op de markt aangevoerd was. Ondanks dat, heeft de Ned. Bond van Veehan delaren, wanneer er wegens het heer- schen van mond- en klauwzeer een veemarkt gesloten werd, alles in het werk gesteld, om deze weer open te krijgen. Veestallen, markten en abat toirs werden meermalen de bronnen ge noemd, waar de ziektekiemen ontston den. Iemand, die het kan weten zei ons, dat 60 pet. van de economische malaise die de veehandel in de laat ste jaren meemaakt, op rekening van het mond- en klauwzeer geboekt moet worden. De vraag rijst, of de overige 40 pet. niet te wijten zijn aan het feit, dat men steeds met ziek vee bleef reizen en trekken, en zoo is het, het heeft den velen, die het goed met „het vak" nieenen, altijd gehinderd, dat men het zieke vee niet thuis liet. En tochvan heinde en ver ging men er mede op stap. De gezonde dieren uit de koppels werden verkocht, met het droevig gevolgd, dat ook deze ziek werden. Evenwel ons land is thans van „smetten vrij". Waarom zouden wij dan nog verder herinneren aan het geen gebeurd is. Veel beter is het, om het oog op de toekomst gericht te hou den. 'Welk een mooie taak ligt hier weer voor de vakbonden weggelegd! Het begrip „tegenwerking" moet uit het levenswoordenboek van iederen slager en veehandelaar verdwijnen. Elke gedachte aan vrees voor oogen- blikkelijke schade moet gebannen en medegewerkt moet worden tot het ziekte-vrijhouden van den Nederland - schen veestapel. Wanneer men dan ook weer eens op de hoogte is van eenig geval van mond- en klauwzeer, laat men dan niemand ontzien, doch onverwijld den veeartsenijkundigen dienst daarvan op de hoogte te bren gen. Natuurlijk zal zich wel eens weer een ziekte-geval voordoen, doch zoo erg als het was behoeft het niet meer tè worden, wanneer wij allen een wa kend oog in het zeil houden. Het feit. dat Nederland momenteel ziektevrij is, heeft alreeds invloed op onzen export. Er is al wat meer han del op het buitenland. En wat zal men er in Engeland wel van zeggen, dat er in Nederland thans geen enkel ziekte-geval is? Laten wij-hopen, dat het zoo zal blijven. Niet alleen, dat de veehandel daardoor gevrijwaard blijft voor groote verliezen; ook de slager heeft al heel wat schade gele den door afkeuring van slachtafval- len als kop, pooten en tong." BLOEMBOLLEN. De uitvoer van onze bloembollen bedroeg over Juli 66.745 K.G. voor een bedrag van 82.273 tegen 170560 K.G. voor 231.425 in Juli 1926. GLAS IN DE KAAS. Het komt zoo nu en dan voor, meldt „De Producent", dat een kaasfabri kant midden in de kaas een houten kokertje, of iets dergelijks doet, waar in hij een briefje sluit, met verzoek aan den verbruiker van de kaas, hem eens te willen melden, hoe ze hem bevallen is, enz. Hoewel in de meeste gevallen zoo iets zal geschieden voor de mop, is dit toch heel onjuist. Be halve dat de kaas er minderwaardig door worden kan, zou het ook als mid del kunnen worden gebruikt, om ach ter de namen van afnemers te komen. Geheel onjuist is het echter, wan neer men zoo'n briefje in een fleschje doet. Thans is er een Hollandsche kaashandelaar, die uit Duitschland de mededeeling kreeg, dat een afne mer zich had laten opereeren vanwe ge glas in de maag, ten gevolge van fijne glasschilfertjes, die van het ver splinterde fleschje in de kaas waren achtergebleven. Deze hoer, die door het briefje dus prachtig voor zijn adres heeft gezorgd, zal al deze kosten te betalen hebben, welke niet gering zullen zijn. Aardig heid of moedwil, het is een groote on voorzichtigheid. PREDIKBEURTEN. AARLANDERVEEN. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Da Klomp. hoevelen die niet op de J.V. gaan. wor den niet onverschillig voor God en godsdienst en keeren zich af van hun moeders God. Ik geloof niet, dat ik het momenteel te zwart voorstel. Amice. Nu ik toch bezig ben over de jeugd- actie te schrijven, wil ik het nog even hebben over iets wat de Geref. Jeugd raad reeds lang als een ideaal voor de oogen heeft gezweefd, n.l. een Ge ref. Jeugdhuis. Kijk, Amice, daar heb ik in 't begin nog al een zwaar hoofd in gehad (de stichting 't Jeugdhuis bestaat al eeni- gen tijd, zooals je weet) omdat ik bang was dat men door een dergelijke stich ting het karakter van de eigenlijke Geref. Jeugdbeweging over het hoofd zou zien. Vroeger, een veertig jaar ge leden zou men ook aan zooiets niet get- dacht hebben. Onze moderne tijd stelt echter andere eischen, ook voor onze jongelui. De jeugdbeweging moet mid den in het publieke leven staan. Er moet gecentraliseerd worden. Helder moet de lamp van jong-Holland, dat de voetstappen van zijn vaderen, de Cal vinisten, drukken wil, branden, daar waar iedereen ze zien kan, opdat de jonge menschen getrokken worden door het licht, 't Is waar. onze jeugd beweging moet niet in de eerste plaats gaan evangeliseeren, zij heeft aller eerst een opvoedend karakter, maar dat neemt niet weg, dat velen, die van huis uit lid behooren te zijn van de Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. H. Moolhuizen. Chr. Geref. Kerk v.m. 10.30 en des avonds 7.30 uur Preeklezen. NIEUWVEEN. Geref. Kerk: v.m. 10 en 's B/vond'. 7 uur Ds. Speelman. Ned Herv. Evangelisatiev.m. 10 cn 's avonds 7 uur deTtser d? Jonj. NIEUWKOOP. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.?o en 's avonds 7.30 uur Ds. W. J. Keiler. Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Preeklezen. NOORDEN. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.30 uur Ds. G. A. Pott van Bcd->graven. Geref. Kerk v.m., 10.30 en 's avonds 7.30 uur Preeklezen. TER AAR. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. G. Enkelaar. Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. G. van Heiningen. ZEVENHOVEN. Ntd. Herv. Kerk: 11.111. a 3 0 uur Ds.. M. D. Goeman van Zu: d .rdorp. Collecte voor de Inw. Zending inN.-H. Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Dr. Ubbinki BOSKOOP. Geref. Kerk: v.m. 10 en n.m. 6 uur Ds. Pol te Rijsoord. Gebouw „_-ai.&-.u-i" v.m. 9.30 uur en n.m. 6 uur Ds. dBrain uit Alfeih. Evangel.lokaal Dwars-Nieuwsir. v.m. 9.30 en n.m1. 6 uur Ds. Luteijn te VTaar- •dingen. HAZERSWOUDE. Ned Herv. Kerk v.m. 1030 en, 's avond:. 7.30 uur Ds. Luuring. Geref. Kerk y.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. Gispen. KATWIJK AAN DEN RIJN. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Boïiee. Geref. Kerk vm 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Aalberis uit Wormerveer. NOORDWIJK AAN ZEE. Ncd. Herv. Kerk: v.m. ió uur Ds. P. Gijzel van A.m:t:rdam en n.m. 5 uur Dr. J. J. Wcldendorp te Warmond. Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. Kcers. NOORDWIJK BINNEN. Ncd iferv. Kerk: v.m. 10 on n.m. 5 uur Ds. v. Balen van Kage. Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. Wov.dsira te Leiderdorp. NOORD WIJKERHOUT. Ncd Herv. Kerk: v.m. 10 uur de Eer- waai de heer Sideiius te Katwijk. WOUBRUGGE. Ncd, Herv. Kerk v.m. 10 uur de Eerw. heer van den Berg van Grrjps- kerk en 's avond; 7.30 uur Ds. Kjjne. Geref. Kerk v.m. 10 en 's avonds 7 uur Ds. Nauta. LEIDERDORP. Ncd Herv. Kerk: v.m. ip uur do heer van d?r Meer van Noord wijk a. Zee en n.m. 6.30 uur Ds. Mondt. KOUDEKERK. Ned. Herv. Kerk v.m. 10 en n.m. 6,30 uur Ds. Israël. Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 7 uur Ds.. Huizing van Harlingen. RIJNSBURG Chr. Geref. Kerk v.m. 9.30 en n.m, 5 uur Doc. J. J. van der Scnuit ie Apel doorn. WASSENAAR. Ned. Herv. Kerk: v.m. 10 uur de heer de Jong uit 's-Gravenhage en n.m. 5.30 uur Ds. Ysbrand; van '1 er Heiden. Kievitskerk: v.m. 10 uur Ds. Hoek van Amsterdam. Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. v. d. Heyden. VOORSCHOTEN. Ned. Herv. Kerk: v.m. 10 uur Ds. H. P. Brand: van Lage Zwaluwe. Geref. Kerk: v.m. 10 uur Ds. J. H. Landwehr, Emer. Pred. van Rotterdam en n.mi. 3 uur Ds. E. H. Broekstra. van Rmisburg. Geref. Gem.: Ambachtshuis, n.m. 5 uur Preeklezen. Geref. Jeugdvereenigingen krachtens doop en opvoeding en dit nalaten om dat ze in de Jongelings- of Meisjes- vereen. een stijve harkenclub zien of omdat het toch niets uitwerkt, opge wekt worden door 't zien van de frl9- sche jonge .blijde kracht van onze Ger. Jeugd, Daarom, Amice, vind ik een Jeugdhuis van zoo groot belang, niet omdat men er kan schaken en dam men en gezellig samenzijn, maar om de centralisatie van het jeugdleven, dat de jongens en meisjes elkaar beter leeren kennen en waardeeren en te zamen eendrachtig hun kracht kun nen toonen tegenover de georganiseer de jeugd van den vijand. Je begint al op leeftijd te komen. Amice, maar ik weet zeker, dat je met je jonge hart nog evenzeer verlangt naar de vervulling van dit ideaal. Me vrouw Grundy moet van onze jeugd geweerd worden. Haar allerjammer- lijkste denkbeelden vormen tezamen het kleed, het klatergouden circus-bor duursel van de wereld, bedekt hou dende het doodzieke lichaam van on zen tijd. Onze jonge menschen moe ten leeren Mevrouw Grundy te ver achten om daarentegen als christenen te strijden, te werken, te lijden, te le ven, zich niet te storen aan de men schen, maar aan God alleen. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6