NIEUWE LEIDSCHE COURANT WAT DE BLADEN ZEGGEN. Niels menschelijks vreemd van VRIJDAG 19 AUG. 1927 is. TWEEDE BLAD. Meer liefde. Nu juist den laatsten tijd Protes® tanten en Roomsch-Katholieken nog al eens op gespannen voet met elkaar blijken te staan, mag ook wel eens de aandacht worden gevestigd op uitin gen van verdraagzaamheid. Te Leu ven heeft kort geleden de orde-geeste lijke pater Lebbe, Lazarist, een voor dracht gehouden, waarin hij de vol gende stellingen ontwikkelde: 1. de macht van het Protestantisme niet onderschatten: het is nu een maal een geweldig feit in de geschie denis van het Christendom; 2. niet meenen, dat wij het Protes tantisme verslagen hebben door het als onlogisch te brandmerken. Edele zielen, die leven en sterven voor Christus, zijn ook bij hen te vinden. Roekeloos zou het zijn de zendelingen niet te goeder trouw te noemen; 3. ook tegen hen moeten wij de Christelijke liefde beoefenen. Zij zijn onze broeders, en in liefde moeten wij tot hen gaan; 4. rekening houden met de honder den vooroordeelen, waarin zij zijn grootgebracht en die heel veel ver ontschuldigen. Een inzender in de „Maasbode" haalt deze uitingen met instemming aan en voegt er aan toe: „Dit mag wel eens goed verstaan worden in Holland. Wat is het niet treurig, zoo dikwijls in onze bladen te lezen hoe on.-re niet-katholieke landgenooten dikwijls op een onchris telijke wijze met de pen bestreden worden". Cbineezen uit Ned.-Indië. In het Soerabaiasch Hbld. van 13ü ■Juli treffen wij een stuk aan over ge- {desïilusioneerdte jonge Chineezen uit? iNed Indië, die in een vlaag van entv liousiasme haar China waren getrokj Iken. Het volgende is aan 'dat artikel ont leend f Tal van jongelieden verklaarden gich beveid naar het vaderland te ver- Trekken, teneinde hun leven voor de [vrijheid van het land do te offeren. Al waren er onder hen velen, zoo niet de meesten, hier geboren, toch: klacht men het vaderland te kunnen (dienen. i Het comité Jie [oeng Fan te Bataviai 0at zich voorhamelijk~belastte met de propaganda, wakkerde dit enthousias me aan, en zoo vertrokken voor en na [verscheiden jongelieden naar China; Dit aantal is voor Java toch zeker op imeer dan honderd" te stellen. Onder hen bevondeffi zich zelfs zeer gegoede lieden. Wij kennen verschillende gevallen van pngens, die hun studie aan dei H. B. S. afbraken, teneinde naar China te kunnen trekken. Zij koesterden het ÜJdee, dat zij in China na een korte; vooropleiding in een officiersrang zon (den kunnen worden gepïaatst, in het Zuidelijke leger. Doch helaas, hoe zijn (deze jonge menschen gedesillusion- neerd; [Wij hadden met een d/azer zoo juist uiG •China teruggekeerde jongelieden een Onderhoud, waarbij nij ons uitvoerig vertelde van het Vbven, dat door dei jeupiigie militairen in China werd ge- De militaire -school bleek niet meer te zijn dan eetdee erbarmelijke hutten "ergens in eea dorp, in de "buurt van Canton. Daar was men met eenige hon derden jongelieden van 1725 jaar, [afkomstig^ van verschillende provin cies in LJhina, alsmede van Cockin- iChina, Korea en Neder landsch-Indië. bijeen. De verhouding tusschen de „echte" iChineezen en die van overzeesche ge westen en Korea, was buitengemeen [slecht. De eersten beschouwden de laatsten als niet-volwaardig, omdat, zij uiter aard niet in staat waren CKineesch te (spreken. I Men plaagde en sarde hen en sprak van inlanders, onbeschaafden, wilden. Deze staat van zaken was met be paald aangenaam en deed ook weldra- de liefde voor de Zuidelijken verdwij nen. l De „ligging" was eveneens buiten gemeen slecht. Van eenige accomoda te was geen sprake. In de hutten ha!d men nlanken aangebracht van onge veer 60 c.M. breedte, waarop twee man moesten plaats nemen, op die wijze kwam van nachtrust bijna niets.i Men sliep, omldat de oefeningen zoo zwaar waren. Maar andersl Het eten was eveneens erbarmelijk; Van broederschap was geen sprake, tenjüjl 'de vrijheid ook een ding was, waarop zij niet te dikwijls koriden re kenen. Als 'de jeugdige krijgshelden hun best hadden gedaan, hun exercities netjes hadden uitgevoerd, hun kleede ren zelf keurig hadden 'gewasschen hoewel daar niet zoo erg streng op gelet werd mochten zij des Zon dags naar Canton, om hun restant ga ge k raison van twee dollars op te maken. Geen wonder, dat velen deserteer den en dat' de rest het verlangen te kennen gaf, naar hun land terug te keeren. Door toedoen van de familie is men, ■erin geslaagd verscheidene jongelie den op de boot te zetten, doch niet al len zijn zoo gelukkig. Hiervoor werd indertijd gela ingezameld. Zoodra er voldoende geld is, zal dit worden op- tezonden en kunnen de jongens naac et ouderlijk huis terugkeeren. Een groote hinderpaal voor Indi sche Chineesche jongelieden om ip China iets te bereiken is gelegen m 'de omstandigheid, dat zij de taal niet machtig zijn. Zij beginnen echter in den regel dep dienst als gemeen soldaat. Wat dit be- teekent kan men zich voorstellen, ais men weet, dat duizenden en duizenden verhongerde koelies als soldaat voor de zuidelijke legers zijn aangeworven. Men begrijpt, dat de Indische Chinee sche jongelieden zich bezwaarlijk tus schen dergelijk uitschot thuis kunnen voelen KERK EN SCHOOL. HES. EEBV. KERK. Beroepen, te Burum: W. Okken, te Urk. A a ii g e n o rn >e- n, naar Birdaard: A. C. H. Vollenweider, te Cubaard. Naar IJlst (Fr.): Ph. Peter, te Amstel veen (Nieuwer-Amstel). Bedankt, voor Loon op Zand: A. F. P. Pop, te Vaassen bij Apel doorn. Voor Wedde (toezegging): J. Speckmann, te Aduard. Voor Oene (Vel.): B. G. C. Steenbeek, te Wierden. Voor Oosterwolde (Geld.): P. Kuyl- man, te Houten (U.). GEREF. KERKEN. Beroepen, te Bergum: W. H. v. d. Vegt, te Drachtster-Compagnie; te Oegstgeest, (2e predikantsplaats) Dr. D. J. van Katwijk, te Schipluiden. GEREF. GEM. Bedankt, voor Charlois: J. Fraanje, te Barneveld. EEN BEZWAARSCHRIFT. Eenige leden der Geref. Kerk te Ka- tendrecht (Rotterdam Zuid) hebben aan de Generale Synode in Nederland te Groningen den volgenden brief ge schreven; Ondergeteekende, belijdend lid der Geref, Kerk te Katendrecht, sedert maanden gebukt gaande onder de moeilijkheden, welke in onze kerken zijn ontstaan door en ten gevolge van de besluiten en beslissingen der Bui tengewone Generale Synode, gehou den te Assen in 1926. Ernstig betreurende de breuk welke is ontstaan tusschen zonen en doch- teren van hetzelfde huis, overtuigd dat deze breuk haar oor zaak vindt in onze lauwheid en lief deloosheid en dus een gevolg is van onze zonden op kerkelijk terrein, verzoekt uwe vergadering met den grootsten nadruk toch vooral midde len te beramen, welke kunnen leiden tot "herstel van die gebroken eenheid, en bidden God uwe vergadering lief de en wijsheid te schenken om zulke stappen te doen, dat de broeders en zusters, die van ons gestooten werden, weder terugkeeren. opdat het weder om worde één kudde en één Herder. DE KLOK VAN SEROOSKERKE. Ds. J. Gispen, predikant te Gronin gen, becritiseert in de „Bazuin" de handeling der Synode van de Ned. Herv. Kerk inzake de klok van Se- rooskerke (W-) „En welk gewichtig en wereldschok kend besluit nam nu de Haagsche Sy node? Bij haar was een roerende klacht ingekomen. In Serooskerke wordt de klok in den toren, eigendom van de burgerlijke gemeente, geluid ook voor de godsdienstoefening van de Gereformeerden! De commissie, die over deze ontroerende klacht te ad- viseeren had, stelde zeer verstandig voor op deze zaak niet in te gaan, daar de toren geen kerkelijk eigendom was. Maar de Synode was het met dit advies niet eens. Zoo iets komt toch niet te pas, dat de klok geluid wordt voor de godsdienstoefeningen van niet Hervormde Christenen. En nu had de gemeenteraad dat vreeselijk feit wel toegestaan. Maar er zijn in Nederland nog hoogere autoriteiten dan gemeen teraden. En de hoogeerwaarde Synode besloot aan de autoriteiten te verzoe ken, dat besluit van dien dorps-ge meenteraad alsjeblieft te willen vernie tigen. Is het niet om te lachen? Zeg nu nog eens iets ten nadeele van de verdraagzaamheid der Haagsche Sy node! Is het nu niet zonneklaar, dat er maar één Kerk in Nederland waar dig genoeg is om haar saamkomsten door klokgelui te doen voorafgaan, ook al hangt die klok in een toren, die eigendom is van een burgerlijke ge meente? Leve de synthese!" CHRISTELIJK GEREFORMEERDE JONGELINGSVEREENÏGINGEN. Woensdag is te Utrecht in de Chr. Gerei. Kerk de bondsdag gehouden van bovengenoemde jongelingsver- eenigingen. *Een schare afgevaardig den uit heel Nederland vulde het rui me gebouw. De vergadering stond onder leiding van den voorzitter, Ds. H. Janssen, leger- en vlootpredikant, die de ope ningsrede hield en sprak over: Geest drift. Tot bestuursleden werden herko zen de aftredende heeren Ds. Berk- hoff, van Amsterdam; Ds. v. d. Mei den, van Dordt; en v. Dongen, van Rotterdam. Afgevaardigden waren aanwezig van den Bond van Knapenvereenigin- gen, van den Bond van Geref. Jonge- lingsvereenigingen, van het Nederl. Jongelingsverbond en van den Herv. Geref. Bond, die allen het woord voer den. Het verslag van den bondssecreta- ris leverde weinig bijzonders; het aan tal vereenigingen en leden klom ge regeld. In de middagvergadering sprak Ds. G. Salomons, uit Amersfoort, over: ,.De nieuwe wereldleeraar der theo- sophen". De spreker zette uiteen, dat de be ginselen der Orde van de Ster in het Oosten theosophisch-pantheSstisch van aard zijn. Daarna stelde hij de vraag wie is die nieuwe wereldleer aar? en vervolge.is: wat is hij? Wel ke twee vragen uitvoerig werden be handeld; spr. bracht daarbij breed critiek uit op deze theosophische be weging. Aan de discussie werd door enkele personen deelgenomen. De heer A. Bikker, die eerstdaags naar het zendingsterrein in Indië zal uitgezonden worden als de eerste zen deling der Chr. Geref. Kerk, en die tot dusver lid van het hoofdbestuur van den bond was, werd aan het einde van de vergadering toegesproken en toegezongen. In de avondvergadering trad als spreker op Ds. N. Visser, van Leeu warden, met een rede over: „Als goud beproefd". DE BEHEERSKWESTIE IN DE NED. HERV. GEM. TE PEPERGA. Kerkvoogden en notabelen van Pe- perga en de als zoodanig voor Peper- ga c.a. benoemde personen hebben besloten, het gerezen geschil langs minnelijken weg op te lossen en het aanhangige proces en alle daarmede Gisteren werd te Medemblik de jaarvergadering gehouden van Historisch Ge nootschap „Oud Westfriesland. Onder presidium van Dr. G. C. van Balen Blanken. Het gezelschap voor het Raadhuis. in verband staande rechtskwesties als vervallen te beschouwen. Bij de daartoe te ontwerpen rege ling moesten de kwestie der veroor zaakte schade en kosten en de verde re beheersverhoudingen allereerst onder de oogen worden gezien. Daarnaast echter diende het be- bezwaar ondervangen van de inder tijd uit hun lidmaatschap ontzette personen, die zich daardoor mede wegens de publicaties daaromtrent in eer en goeden naam voelden aan getast. De kerkeraad, gevraagd om een openbaar te maken verklaring van rehabilitatie, heeft geen termen kunnen vinden, hierop toestemmend to antwoorden. Wel meende hij te mo gen verklaren, dat de ontwikkeling van het geschil door hem feet leed wezen was gezien. Waar bovendien het classicaal bestuur van Leeuwar den de bedoelde lidmaten als zooda nig heeft doen handhaven en in het. maken van een overeenkomst, die in de gemeente algemeen voldoening zal wekken, op zich zelf reeds een reha bilitatie van alle betrokkenen ligt be sloten, hebben de bezwaarde lidma ten met de verklaring van den kerke raad als tegemoetkoming genoegen genomen. De ontworpen regeling is thans goedgekeurd en de overeenkomst ge sloten. BOND VOOR EVANGELISATIëN. De 35ste jaarlijksche vergadering van den Bond voor Evangelisatiën in- en ten bate van de Ned. Herv. Kerk zal 6 September gehouden worden te Amsterdam. LEGAAT. Wijlen mej. E. de Vries heeft aan de Chr. Geref. Kerk te Sneek 6000 gelegateerd. UIT DE OMGEVING. AARLANDER7EEN. De Zomerschouw in den Zuid- en Noordeinderpolder zal 18 Augustus ge houden worden. Uitslag van de aanbesteding; voor de verbouwing v£,n den watermolen no. 1, in de droogmakerij: M. S. v. d. Voort f 728 J. v. dl Lijn 876i H. Vergunst 493 Gebr. v. Vliet 450 Het werk is aan 'de laagste in schrijvers gegund. De Gymnastiekvereeniging Turü lust wist té Lisse 5 medailles van het 5-jarig bestaan van de Gymnastiekver eeniging Roda aldaar, te bemachti gen. Een automobilist nam uit da Idorpsgarage een auto en ging daarmee! uit toeren. Buiten het dorp gekomen, zat hij spoedig in de wetering. Hij zelf kwam vrij. Het gerei werd later uit het water gehaalcf. De muziekvereeniging „Crescen do" uit Alphen aan den Rijn hield de zer dagen een muzikale rondgang dooi: ons dorp. Een en ander was ten bate der kas. Om brand te voorkomen, moesti de landbouwer C. T. Kempenaar zijn hooiberg gedeeltelijk uitwerpen. ALPHEN AAN DEN RIJN. De Chr. zangvereen. „Sursunn Corda" uit de voormalige gemeentö; Oudshoorn, behaalde op het concours te Huizen in de 2de afa. een 2de prijs met"155 punten. Voor het examen Landbouwkun dige L. O. slaagde aan de Landbouw Hoogeschool te Wageningëri onzd plaatsgenoot" J. \V. Hoornenborg, De 18-jarige schippersknecht H. uit Hillegom is bij de spoorbrug over de Gouwe van zijn schip gegleden en verdronken. Het lijk is eenigen tijd later opge haald. Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten, van welke de afzen ders onbekend zijn, terugontvangen in de eerste helft der maand Augustus 1927. B ri even binnenland Boschwachter Heide-Mij., Texel. Briefkaarten binnenland: Fam. Th. Penders, 'Wijk Maastricht? A. Osinga, Hendrik Ido Ambacht; A. Ammerlaan, Nieuwer Amstel; een briefkaart zonder adres. Briefkaarten buitenland Martha Zill, r Duitschland. KATWIJK AAN DEN RIJN. Bij het begin der Voorstraat zak te een geheel met kisten aardappelen opgeladen wa^en van den tuinder A. v. d. E. in elkaar. Een bijzonder hei ca was, dat alle piepers in dé kisten ble ven en geen ongeval zich voordeed, temeer daar het op dit smalle verkeers punt geschiedde. Alleen materieele schade. Waar de prijs der bloemkool I.L Maandag was voor 1ste kwaliteit toC f 24,10, is het wel vermeldenswaar,dv dat deze Woensdag, dus 2 dagen later; liep tot 48,90. Een dergelijke verhoo ging in zoon kort tijdvak is wel nim mer voorgekomen. KOUDEKERK. Door de politie en den keurings veearts is bij den slager C. G. G. in de Hoogewaard alhier, wederom een partij ondeugdelijk vleesch hl beslag genomen en tegen hem proces-verbaal opgemaakt. Reeds meermalen is G. voor een gelijk feit veroordeeld, zoo dat dit muisje nog wel een staartje zal hebben. In het gezin van den wagenma ker A. Z. alhier, doen zich verschijn selen voor van" vermoedelijke vleesch- vergiftiging van vleesch, afkomstig van den slager C. P. aan den Hoogen Rijndijk, onder de gemeente Hazers- woude. Door den inspecteur van de volksgezondheid is een onderzoek in gesteld. RIJNSBURG. Alhier geraakte een voor een brik gespannen hit op hol, waardoor de voerman D. v. E., van de kar viel, ge lukkig zonder zich ernstig te kwetsen. Spoedig was hulp bij de hand, die de hit kon grijpen, zoodat het ongeval nogal goed afliep. Het 4-jarig dochtertje van G. v. V. viel aan de Noordzijde in de Vliet. Gelukkig werd het ongeval opgemerkt T. van Sterkenburg sprong de kleine na en mocht haar ongedeerd op het droge brengen. FEUILLETON. Een episode uit geschiedenis van de Christenen *bp het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 54. o In vroeger jpd&n was het niet zelden gebeurd dat xij, wanneer de een den ander had Ontstemd, en er twist tus schen hen "geweest was, onverzoend naar bed waren gegaan. Maar hoe ouder z-/) werden, des te minder kwam djft, voor, en sedert langen tijd had gfjr_«n schaduw de volkomene eenighe&d van hun huwelijksleven verstoe,rd. Toe7_i zij voor drie jaren, na het hu welijk van hun oudsten zoon, te za- mev. aan het venster stonden, onder het opzien naar den sterrenhemel, was Petrus dicht aan haar zijde gaan sVLian en had gezegd: „Zie hoe die Wandelaars daarboven zoo stil en ^vreedzaam hunne banen beschrijven, zonder elkander ooit aan te raken of af te stooten! Zoo vaak ik eenzaam in de stilte van den nacht bij hun vrien delijk licht uit de steengroeve naar huis ging, heb ik over allerlei dingen gedacht. Misschien is er eens een tijd geweest, waarin de sterren zich wild door elkander bewogen. De een kruist den weg van de ander, en bij die botsingen zijn er misschien vele in stukken gevlogen. Toen schiep de Heer de menschen, en de liefde kwam in de wereld en vervulde hemel en aarde. De Allerhoogste gebood de sterren onze nachten te verhelderen. Thans begon iedere ster de baan van de andere te ontzien, en het gebeurde al zeldzamer dat de eene ster tegen de andere stootte, tot eindelijk ook de kleinste en snelste zich hield aan haar weg en haar uur, en het schitte rende heir daarboven zoo eendrach tig was als ontelbaar. De liefde en het gemeenschappelijk doel hadden dit wonder uitgewerkt, want wie een an- dér liefheeft, wil hem geen nadeel doen, en wie gerpepen is met hulp van een ander een werk te voltooien, ciie hindert hem niet en houdt hem niet op. Wij beiden hebben reeds sedert lang de rechte banen gevonden, en gebeurt het soms dat de een den weg van den ander wil kruisen, dan hou den de liefde, en stellig ook onze ge meenschappelijke plicht om het le venspad der kinderen met rein licht te beschijnen, den voet terug". Dorothea had deze woorden niet vergeten. Zij kwamen haar voor den geest, toen Petrus haar heden zoo hartelijk de hand toestak, en terwijl zij nu hare rechterhand in die van haar echtgenoot legde, zeide zij: „Om des lieven vredes wil moge het dan goed zijn. Eén ding kan ik toch niet verzwijgen: weekhartige zwakheid is anders uw gebrek niet, maar Poly- carpus zult gij toch geheel en al be derven". „Laat hem, laten wij hem blijven die hij is!" hernam Petrus en kuste zijn vrouw op het voorhoofd. „Is het niet zonderling, hoe wij onze rollen verwisselen? Gisteren hebt gij mij tot zachtheid jegens den jongen aange maand, en heden#..." „Heden ben ik strenger dan gij", viel Dorothea hem in de rede. „Wie kon ook vermoeden dat een oude grauwbaard, even als Ezau zijn erf deel voor een schotel met linzenbrei, voor een lachend vrouwengezicht van klei de plichten van zijn vaderlijk rechtersambt zou vergeten?" „En wien zal het in den zin ko men", antwoordde Petrus, om in den zelfden Toon van zijn vrouw te spre ken, „dat een zoo teedere moeder als gij zijt, haar lijfelijken zoon kan ver- oordeelen, omdat hij bezig is door een daad, een daad die zijn meester hem zou kunnen benijden, den vrede zij ner ziel terug te vinden?" „Ik heb het wel opgemerkt", her nam Dorothea, „Sirona's beeld heeft u getroffen, en gij meent dat onze jongen daar wonder wat groots heeft tot stand gebracht. Ik heb niet veel verstand van het kneden van klei en van het beeldhouwerswerk, en wil u dus niet tegenspreken. Maar indien het gezichtje van het blonde kopje wat minder aanvallig was, en Poly- carpus eens niets bijzonders had vervaardigd, zou dat zelfs in 't min ste iets veranderen in hetgeen hij be rispelijks gedaan en gevoeld heeft? Zeker niet! Maar zoo zijn de mannen, zij vragen alleen naar het gevolg." „En dat met alle recht", antwoord de Petrus, „wanneer dat gevolg niet al spelende, maar door groote inspan ning werd nagestreefd. Wie heeft, dien zal gegeven worden, en wien God een ziel heeft gegeven, rijker aan kostelijke gaven dan die van anderen, wien goede geesten helpen om het grootste tot stand te brengen, dien zal veel vergeven worden van hetgeen ook een zachter rechter ongaarne zal voorbijzien in den minder begaafde, die zich kwelt en inspant en toch niets goeds weet te voltooien. Wees nu maar weder vriendelijk tegen den jongen. Weet gij wel wat u van hem te wachten staat? Gij hebt in uw le ven veel goeds gedaan, en vaak wij zen raad gegeven, en ik en de kinde ren en niemand in deze plaats zullen dit ooit vergeten. Maar dat gij aan Polycarpus het aanzijn hebt gegeven, daarvoor verzeker ik u, zullen de bes ten u danken, die thans leven en in volgende eeuwen zullen geboren wor den!" „En dan wil men beweren", sprak Dorothea, „dat elke moeder vier oogen heeft voor de bijzondere gaven barer kinderen. Is dit waar, dan heb ben de vaders er zeker tien, en gij wel zooveel als die Argus, van wien de heidensche sage verteltMaar daar komt Polycarpus." Petrus ging zijn zoon tegemoet en gaf hem de hand, doch zeker op een andere wijze dan gewoonlijk. Ten minste het scheen Dorothea toe, als ontving haar echtgenoot den jonge ling niet gèlijk te voren, als vader, en lieer, maar als een vriend, die .een met hem gelijkstaand vriend en ambtgenoot begroet. Zoodra Polycarpus ook haar groet te, kleurde zij tot. over de ooren, want in haar gemoed ontwaakte de vrees, dat haar zoon haar voor onbillijk en dwaas zou houden, wanneer hij aan den avond van gisteren dacht. Wel dra kwam zij weder tot die kalmte en zekerheid, die haar eigen waren, tben Polycarpus bleek geheel de oude te zijn, en zij las in zijn oogen. dat hij voor haar hetzelfde gevoelde als gis teren en altijd. „De liefde", dacht zij, „wordt door het onrecht niet uitge- bluscht, gelijk vuur door water. Ze vlamt nu eens meer, dan weder min der helder op, al naar den stand van den wind, maar niets kan haar ge heel verstikken dan ten laatste de dood". Polycarpus was op den berg ge weest, en Dorothea was geheel ge-» rustgesteld, toen hij vertelde wat hem derwaarts had gevoerd. Reeds lang had hij'plan gehad een Mozes te ont werpen. Toen hij gisteren zijn vadér had verlaten, bleef hem het beeld van den verheven, waardigen man onaf gebroken voor den geest 9taan. CW.ordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5