NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
Niets menschelijks vreemd
DONDERDAG 18 AUG. 1927
TWEEDE BLAD.
„Intermezzo"-regeering.
Onder het hoofd „Groeiende ontevre
denheid" wijdt het door prof. Aalberse
geleide „Centrum" een artikeltje aan
de ontevredenheid in Limburg over
de houding der regeering ten aanzien
van de industrie aldaar. Deze zou zich
„opgeofferd aan Holland" achten.
Er is een sterk groeiende onte
vredenheid, veel sterker dan waar
van men zich in het Noorden be
wust is.
Hier is gevaar in niet9-doen, ge
vaar vooral in woorden zonder da
den.
Mr. W. H. de Beaufort schreef
eens een hard woord („Geschiedkun
dige Opstellen", II, 31).
Staatsman, als historicus ge
vormd, schreef hij:
„Wie in oogenblikken van crisis
aan het roer van den Staat geplaatst
is, moet partij kiezen. Ontbreekt het
hem daartoe aan moed en vastheid
van overtuiging, dan is terugtreden
plichtmatig. Kan hij hiertoe niet be
sluiten, dan wordt een smadelijke
val onvermijdelijk.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Bedankt: voor Dinteloord (toez.)
en Prinseland (toez.) J. H. van .Pad
denburg, te Elspeet.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: te Sybran'daburen,
H. v. d. Zanden, te Wapenveld; te
Middelburg (vacature J. H. Telkamp),
J. R. Goris, te Apeldoorn.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. G. Venema hoopt 28 Augustus
a.s. afscheid te nemen van de Ned.
Herv. Kerk te Appingedam, om 4
September te Loosduinen intrede te
dogn. Bevestiger is Ds. Verhagen, te
Wateringen*
Ds:. J. J.. Kuypen,. em.-pred. te Ave-
reest, hoopt 4 September intrede te
doen in de Ned. Herv. Kerk te Düssen
(N.-Br.)^ na bevestigd te zijn door den
Consulent, Ds. J. R. B. Feykes, te
Sleeuwijk.
Wegens vertrek naar Denekamp
nam Ds. J. Hofker Zondagavond, na
een ruim 6-jarig verblijf, afscheid van
de Ned. Herv. Gemeente te Nieuw-
dorp, sprekende over Rom. 16 27.
De scheidende leeraar werd harte
lijk toegesproken door ouderling J.
Boot liamens den Kei'keraad en door
Ds. X. C. Elenbaas van Eikerzee als
consilient.
Toegezongen werd de zegenbede uit
Psalm 121.
RECHTS EN LINKS.
Men schrijft aan de RotterdDs.
W. van Doorn (vrijzinnig), predikant
der Ned. Herv. Gemeente te Nieuw-
veen (Z,-H.), heeft afstand gedaan
van zijn preekbeurten in de vacature
bij de rechtzinnige Ned. Herv. Ge
meente van Noorden. Uit erkentelijk
heid hiervoor collecteerde men te
Noorden een gift van honderd gulden.
Hét aantal hoorders, dat Ds. van
Doorn te Noorden had, bedroeg vijf
zes.
MISLUKTE STEENLEGGING.
Het V. D.-bureau meldt uit Amers
foort:
Gistermiddag 4 uur zou Dr. Annie
Besant den eersten steen leggen voor
het gebouw d.er Theosofische Loge
aan de Rege#tesselaan, nabij het sta
tion. Wel arriveerde Aaria, algemeen
secretaris dier Theosofische Vereeni-
ging, maar niet Dr. Annie Besant, die
door haar chauffeur naar de Interna
tionale .School voor Wijsbegeerte te
Oud-Lensden was gereden.
Daar niemand vindende, keerde ze
direct naar haar woonplaats te Hui
zen terug. Do eerste steen zou nu he
den in den voormiddag .worden ge
legd, daar Dr. Annie B.esant in den
namiddag vertrekt voor haar rond
reis in Noord-Europa.
LUIDSPREKERS IN DEN DOM TE
KEULEN.
Nadat men met voorloopige proeven
goede resultaten bereikt had. zal men
binnenkort op den kansel in den Keul-
schen Dom een microfoon plaatsen.
Het gesproken woord zal dan door
middel van deze microfoon en een
twintigtal luidsprekers in den gehee-
len Dom goed verstaanbaar zijn.
OP ZOEK NAAR HET MANNA.
De correspondent van „De Tel."
meldt uit Jeruzalem aan dit blad. dat
een wetenschappelijke expeditie van
wege de Hebreeuwsche Universiteit
aldaar vorige maand is uitgegaan
naar het schiereiland Sinai, om onder
zoekingen te doen naar den waren
aard van het „manna".
In een bericht aan het Joodsche Te
legraaf Agentschap verklaarde de ex
peditie, dat het manna niet door se
cretie uit de tamarisk (Hebreeuwsch:
eseel) ontstaat wat dikwijls wordt
gemeend maar dat het manna door
secretie ontstaat uit de coccidea, pa
rasieten, die op de tamarisk leven.
De expeditie merkte de productie
van manna gedurende geheel het on
derzoek op. ook op plaatsen waar in
de literatuur niet gerept wordt van
tamarisk-manna. De expeditie heeft
zeer veel materiaal meegebracht over
dit onderwerp.
BINNENLAND.
MINISTER KAN NAAR BRUSSEL.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken vertrok gisteren naar Brussel.
De Nederlandsche Bond van Vee
handelaren deelt mede, dat naar aan
leiding der door België in te voeren
maatregelen ter bestrijding der run-
dcrentuberculose, de Veeartsenijkun-
digen dienst in Den Haag verzocht
kenbaar te maken hoe de Nederland
sche veehandel, voorzoover hii daar
bij betrokken is, tegenover deze maat
regelen staat.
Hierop is geantwoord, dat het hem
voorkomt, dat hierdoor de toestand
zal terugkeeren, die jaren geleden
reeds werd afgeschaft.
Deze toestand zal weder oen belem
mering vormen voor onzen export en
verhooging der prijzen voor den Bel
gischen consument met zich mede
brengen. Voorts zal hij, zoowel aan
deze als aan gene zijde der grens uit
lokken tot ontduikingen, waarvan we
der het gevolg zal worden, dat de
maatregelen niet, althans - slechts in
zeer geringe mate, aan hun doel zul
len beantwoorden
Met zijn bekende activiteit vertrok
Minister Kan reeds Woensdagmorgen
vroeg naar Brussel, teneinde te
trachten deze nieuwe belemmering te
voorkomen, althans een meer prakti
sche regeling te verkrijgen.
Omtrent de conferentie tusschen de
ministers Kan en Baels wordt het
volgende gemeld:
Deze ontmoeting had niet hoofdza
kelijk ten doel besprekingen te voe
ren over de jongste Belgische maat
regelen ter bestrijding der rundvee-
tuberculose bij den invoer in België.
De reis van Minister Kan stond
reeds vast, alvorens deze maatrege
len werden getroffen. Wel is deze
aangelegenheid besproken geworden,
doch niet minder aandacht is besteed
aan het treffen van collectieve Neder-
landschBelgische maatregelen voor
den export van bloembollen en plan
ten naar de Vereenigde Staten en den
export van varkensvleesch naar En
geland.
Een Belga-telegram uit Brussel
meldt d.d. 17 dezer:
Minister Kan bracht heden een be
zoek aan het Holland-huis. Na afloop
van de conferentie tusschen de Minis
ters Kan en Baels, die besprekingen
hebben gevoerd over land- en tuin
bouw- en vee-aangelegenheden, werd
door den Raad van Beheer van het
Holland-huis aan heide ministers een
lunch aangeboden.
DE BELGISCHE GFZANT TE
'S-GRAVENHAGE.
De correspondent van de Msb. te
Brussel seint aan zijn blad:
Wij vernemen, dat ondanks de be
noeming van Prins de Ligne tot Bel
gisch gezant te Washington en on
danks het feit, dat de ministerraad
reeds heeft geconfereerd over een
eventueele benoeming van den heer
Van Zuylen, directeur van het depar
tement van buitenlandsche zaken,
mede-onderhandelaar in het Belgisch-
Nederlandsch verdrag tot opvolger
van Prins de Ligne te Den Haag, de
regeering thans de mogelijkheid over
weegt, Prins de Ligne als Belgisch
gezant te Den Haag te handhaven,
om de hervatting v. de Nederlandsch-
Belgische onderhandelingen te verge
makkelijken.
HERDENKINGSPENNING.
De N.V. Ateliers voor Edelsmeed-
en Penningkunst, voorheen Konink
lijke Begeer, te Voorschoten, heeft
naar aanleiding van de eerste passa-
giersvlucht van Nederland naar Ne-
derlandsch-Indië, een penning gesla
gen, geboetseerd cloor den heer C. J.
van der Hoef.
De gietpenning is 120 mM. in door
snede. De voorzijde draagt in sterk
relief een arend met heel licht wol
motief de keerzijde vertoont het op
schrift: Ter herinnering aan de eerste
passagiersvlucht van Nederland naar
iSoderlandsch-Indië en terug, 1927.
WINKELSLUITING.
De Kamer van Koophandel voor
Noordelijk Overijssel heeft een adres
gezonden aan den Minister van Ar
beid, Handel en Nijverheid naar aan
leiding van het voorontwerp van wet
op de winkelsluiting en het werktij
denbesluit voor winkels.
Opgemerkt wordt o.a., dat het voor
ontwerp er klaarblijkelijk geen reke
ning mede houdt, dat de arbeid, die
in winkels wordt verricht, een geheel
ander karakter draagt dan de arbeid
in fabrieken en werkplaatsen en over
't algemeen als veel minder intensief
moet worden aangemerkt.
Ook komt het der Kamer onjuist
voor, dat aan de gemeenteraden de
bevoegdheid wordt gegeven te bepa
len dat de winkels nog een extra mid
dag in de week gesloten moeten zijn.
Het gevolg zal zijn dat de winkelier
in de een© gemeente bevoorrecht zal
zijn boven zijn naburigen concurrent.
Art. 5 van het Werktijdenbesluit
beperkt den werktijd van een arbei
der in winkels tot 9 uur per dag en 50
uren per week.
Naar de meening der Kamer dient
de arbeidstijd per dag minstens op 10
uur en per week minstens op 55 uren
te worden gesteld, waarmee de groot
ste bezwaren tegen de voorgestelde
regeling zouden zijn ondervangen.
UIT ONZE INDIEN.
HET GEZAG MISBRUIKT.
Het is een pijnlijke zaak, die welke
thans voor het Hooggerechtshof wordt
behandeld. Twee Sumatraansche be-
stuurmannen staan terecht voor „mis
bruik van gezag", weswege zij cloor
den landraad te Padang tot gevange
nisstraf zijn veroordeeld. Zij zouden,
in hun functie van districtshoofd en
onderdistrictshoofd, door mishande
ling verdachten tot een bekentenis
hebbeng edwongen. Als het waar is,
hebben zij straf verdient.
Maarschrijft de „Loc":
de helft van de „aanklagers" bestaat
uit beruchte communisten;
een deel der getuigen kan niet ver
schijnen wijl bet ook uit communisten
bestaat;
en de „beklaagden" zijn twee be
proefde dienaren van ons bestuur, die
tientallen jaren ons gezag getrouw
hebben gediend, de één heeft 29 jaren
dienst en de ander 23 jaren
Zoodat zich daar voor ons hoogste
rechtscollege staan te verantwoorden
twee inlandsche bestuursdienaren van
beproefde trouw, met medailles voor
langdurigen landsdienst op de borst
aangeklaagd door lieden waarvan 't
meerendeel tot de ongure oproerma
kers van het Soloksche behoort. Hier
is iets stuitends'in. Het recht moet
zijn beloop hebben.... maar het ware
in dit bijzondere geval een daad van
wijs beleid geweest indien men had
zorg gedragen, dat zulk een zaak niet
voor den rechter werd gebracht, doch
administratief was afgehandeld.
Een vonnis geveld over trouwe amb
tenaren wegens „gezagsmisbruik" op
aanklacht van moordenaars en com
munisten dat is waarlijk„het
gezag misbruikt".
WQEKERBANKJES.
Het Nieuws van den "Dag v. N.-I.,
schrijft een artikel, waarin het blad
onthult, dati n de Preanger reeds ja
renlang clandestien woekei'bankjes
bestaan, die door inlandsche bestuurs
ambtenaren gecontroleerd zouden wor
den. Reeds in Juni 1926 werd dit euvel
ontdekt, maar het woekert thans nog
voort. Bij sommige bankjes betalen de
inleggers 100 pet. en de bevolking zou
door inlandsche ambtenaren gedwon
gen worden zich tot deze banken te
wenden.
DE SAREKAT ISLAM.
Het aanstaande congres van de Sa-
rekat Islam zoo schreef de Loc. medio
Juli, zal van bijzondere beteekenis
zijn, daar den laatsten tijd in talrijke
afdeelingen teekenen zijn waar te ne
men, die wijzen op een nieuwe oriën
teering en wil ind ien zin, dat de Sa-
rekat Islam wel blijft: godsdienstig,
dat wil zeggen Islamietisch, van grond
slag en karakter, maar dat de vereeni
ging haar plaats als nationalistische
organisatie zal hernemen.
In dien zin wordt door velen het
verschijnsel begrepen, dat de P.S.L
vóórgaat hij het streven naar eenheid
der Inlandsche beweging, zooals dat is
uitgedrukt in de Perhimpoenan Rajat
Indonesia.
De gi'oote S. I.-activiteit van den
laatsten tijd maakt zulk een congres
van te meer beteekenis, omdat het ook
binnen de P.S.L zelf, inzonderheid ten
aanzien van de onderlinge verhouding
der leiders, klaarheid kan brengen.
Over de plaats van het congres, zoo
meldde men aan de Loc. was men het
nog niet eens. Aangewezen was: Bata
via, maar daartegen kwamen velen in
verzet. Waarschijnlijk leek, dat weer
Jog ja gekozen zou worden.
Tijdens dit congres zal ook de in
stallatie plaats hebben van de Mad-
jelis Oelama (Islam Instituut). Den
datum willen velen verschuiven tot
October; dan zal hadji Salim weer te
rug zijn. Over diens positie, na al het
geen gebeurd is, is nog weinig bekend.
Tot de ten congresse te bespreken
onderwerpen behooren: het politiek
program, de internationale Islam-be-
weging, de Maihs, de houding tegen
over de Liga tegen Koloniale Onder
drukking en t.o.v. de z.g. Aziatische
eenheidsbeweging.
DE NATIONALISTISCHE
BEWEGING.
Te Bandoeng is een openbare bü-
eenkomst gehouden van verschillener©
nationalistische organisaties.
Het onderwerp van bespreking was
de huiszoeking en de beslaglegging op
het eigendom Van Indonesische studen
ten in Nederland.
De vergadering stond onder leiding
van ir. Soekavno. Ook werdi gesproken
over de Liga tegen Koloniale Onder
drukking.
Een steuncomité werd opgericht ten
behoeve van de studenten, bij1 wie da
huiszoeking geschied is. 1
Voorzitter van dit comité is 'doktei*
Samsi uit Batavia.
Een vijfhonderd personen waren opi
de vergadering aanwezig en onder hen!
bevonden zich de heérén Van der Plaa
van het Bureau van Advies van Inland
sche Zaken, en Stokvis, inspecteur v,
het Middelbaar Onderwijs.
UIT DE OMGEVING.
ALKEMADE,
Qiesnesnteraad.
De Raad dezSr gemeente vergaderde
gistermiddag te 3 uur. yoorzitter de
Burgemeester.
Tegenwoordig 10 van de 11 leden.
Afwezig met kennisgeving de heer van
Dooren.
Na opening der vergadering ihet het
gebruikelijke gebed worden de notu
len van de vorige vergadering gelezen
en onveranderd goedgekeurd. Aan de
orde de agenda: le. Aanbieding ge
meenterekening dienst 1926. B. en W.
bieden de door den gemeente-ontvan
ger opgemaakte rekening aan, sluiten
de Gewone Dienst in ontvangst met
183.547.37 en in uitgaaf met
ƒ165.265.4534, alzoo een batig saldo
van 18.281.92. De kapitaaldienst sluit
in ontvangst met 48.450.34 en in uit
gaaf met 46.554.36, alzoo een batig
saldo van 1895.98. De rekening zal in
de eerste zitting van September in
handen worden gesteld met een in die
vergadering te benoemen commissie.
2e. Vaststelling raadsbesluit tot on-
derhandsche verhuring van een drie
tal woningen te Oude Wetering. B. en
W. stellen den Raad voor de drie wo
ningen welke indertijd zijn aange
kocht aan de tegenwoordige huurders
bij de week te verhuren voor een maxi
mum huurtijd van 3 jaren.
De heer Horsman acht de termijn
van 3 jaren in verband met het doel
waarvoor deze huisjes zijn aangekocht
wel wat te lang. De voorzitter ant
woordt, dat de huisjes bij de week on
gezegd kunnen worden, doch dat Ged.
Staten in het raadsbesluit een termijn
wenschen bepaald te zien. Hierna
wordt z.h.s. het voorstel van B. en W.
aangenomen.
3e. Wijziging begrooting. dienst 1927.
De voorzitter deelt mede, dat
deze wijziging verband houdt met de
opname van een patiënt in het krank
zinnigengesticht St. Bavo te Noordwij-
kerhout, zoodat de begrooting dient
gewijzigd te worden'.
Goedgekeurd.
4. Reclames schoolgeld. Een vijftal
reclames tegen den aanslag in hét
schoolgeld worden afgehandeld.
5é. Vaststelling suppletoir kohier
Hondenbelasting. Het kohier wordt
door den Raad vastgesteld met een be
drag ad 10.
6e. Ingekomen stukken en mededee-
lingen. Tot de ingekomen stukken be
hoorden o.m. een schrijven van heeren
Ged. Staten houdende goedkeuring
raadsbesluit tot wijziging van de be
grooting dienst 1927 en tót verlenging
van den ontruimingstermijn van de
woning D 764.
Op het adres van T. J. de Graaf te
Rijpwetering houdende verzoek om in
aanmerking te mogen komen voor de
volle reiskosten voor zijn kind dat de
christelijke school te Leiden bezoekt,
als bedoeld bij art. 13 der Lager Onder
wijswet stellen B. en W. voor afwij
zend te beschikken en te handhaven
het door den Raad indertijd genomen
besluit om een tegemoetkoming te ge
ven van 75 pet. van de kosten der ge
maakte reiskosten daar B. en W. v?/.
meening zijn, dat adressant wel ih
staat is zelf 25 pet. bij te dragen. Con
form het voorstel Wordt besloten.
De rekening van het algemeen bur
gerlijk Armbestuur van Rijpwetering
wordt aangeboden sluitend met een
batig saldo van 1605.55. B. en tV. ste.l
len voor deze rekening goed te keuren.
De heer Bontje merkt naar aanlei
ding hiervan op, dat hij bij het nazien
der ontvangsten een post heeft gevon
den van ƒ150, door de Woningbouw
vereniging betaald voor erfpacht van
een stuk land. Daar de gemeente goed
moet staan voor de financieele tekor
ten, vraagt spr. of pogingen in het
werk kunnen gesteld worden om van
ditr echt af te komen.
De heer de Vette vindt dat het
Armbestuur beter dit land kan ver
huren dan de woningbouwvereni
ging. Nu brengt dit land slechts ƒ50
op, terwijl wanneer het armbestuur
dit land zelf verhuurt, het zeer zeker
ƒ100 ervan zal trekken. Besloten
wordt bij de terugzending der reke
ning de aandacht van het Armbestuur
hierop te vestigen en de woningbouw
vereniging uit te noodigen zich bin
nen 8 of 14 dagen met bet armbestuur
in verbinding te stellen, ten einde te
trachten van deze erfpacht ontheven
te worden. Hierna wordt de rekening
goedgekeurd.
Rondvraag. De heer de Vette zegt
dat het portaal van de woning bij de
wed. Weening weer stukgereden is.
De voorzitter zegt herstelling
toe. Verder bespreekt de heer de Vette
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen, op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
53.) o
„Zóó, ja zóó alleen ontstaan de
groote wenken der kunst", zeide hij
tot zichzelven. „Had de Heer mij met
zulke gaven begenadigd, als deze be
zit, waarlijk, geen vader, geen god
heid ha/Cl mij kunnen dwingen mijn
Ariadne!, onvoltooid te laten. De hou
ding yan het lichaam was toch zoo
slecht, niet, zou ik meenen, maar de
kop* het hoofdJa, wie zulk een
bee7id als dat daar vormen kan, diens
blikken en handen worden door hei
lige) genieën der kunst geleid. Hij, die
dit hoofd heeft gemaakt, hij zal nog
ln later dagen geroemd worden naast
de 'groot© meesters van Athene. Hij,
ja hij. barmhartige hemel, hij, die
daar staat, is mijn lijfelijke zoon
Een zalig gevoel, zooals hij sedert
zijn jeugd niet had ondervonden, ver
vulde zijn hart, en de ijver van Doro
thea kwam hem voor deels beklagens
waardig, deels belachelijk te zijn.
Eerst toen zijn zoon naar den hamei-
greep, plaatste hij zich tusschen het
beeld en zijn vrouw, en zeide vrien
delijk: „Wij kunnen met de vernieti
ging van dit. kunstwerk toch nog wel
wachten tot morgen. Vergeet het mo
del, mijn jongen, nadat gij er zoo ge
lukkig gebruik van hebt gemaakt. Ik
weet een betere geliefde voor u. de
kunst, wie alles toebehoort, wat de
Allerhoogste schoons heeft geschapen;
de kunst waarop een Agapitus niet
smalen kan, hédr geheel en onver
deeld
Polycarpus vloog zijn vader in de
armen, en d© anders zoo ernstige man
zichzelven nauwelijks meester, kuste
het voorhoofd, de oogen en de beide
wangen van den jongeling.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Omstreeks den middag van den vol
genden dag tracl de senator het
vrouwenvertrek binnen en richtte
reeds op den drempel de vraag tot
zijn vrouw, die aan het weefgestoelte
zat: „Waar is Polycarptis Ik vond
hem niet bij Antonius, die bezig is
het altaar op te stellen. Ik dacht hem
bij u te vinden."
„Na de kerk bezocht Te hebben,"
antwoordde Dorothea, „heeft hij den
berg bestegen. Loop eens in de werk
plaats, Marthana, en zie of uw broe
der al terug is."
Hare dochter gehoorzaamde vol
gaarne en spoedig aan dit bevel, want
zij had haren broeder innig lief, in
wien zij den schoonsten en besten van
alle mannen meende te zien.
Zoodra de echtgenooten alleen wa
ren, zeide Petrus, terwijl hij zijn
vrouw hartelijk en vrijmoedig de
hand toestak „Nu, moeder, sla toe
Dorothea aarzelde een oogenblik en
zag hem aan, als wild© zij vragen
„Zal eindelijk uw trots u vergunnen,
mij niet langer onrecht aan te doen?"
Dat was een verwijt, maar waarlijk
geen streng, anders toch zou men dien
vriendelijken trek om haar lippen niet
hebben kunnen opmerken, waarmede
zij als het ware zeggen wilde „Gij
kunt toch niet lang boos op mij zijn
het is daarom goed, dat alles weder
wordt gelijk het wezen moet."
Er had inderdaad een verkoeling
plaats gehad, want sedert dat beide
echtgenooten elkander in d© werk
plaats hadden ontmoet, gingen zij
als twee vreemden naast elkander.
In hun slaapvertrek, op weg naar de
kerk en bij het ontbijt hadden zij niets
meer met elkander gesproken, dan
wat de welvoegelijkheid vorderde en
noodzakelijk scheen, om hun «twee
spalt voor de kinderen en bedienden
te verbergen. Tusschen hem en haar
had tot hiertoe, als iets dat vanzelf
sprak en nimmer onder woorden be
hoefde gebracht te worden, een af
spraak bestaan, waarop nauwelijks
een enkele maal inbreuk was ge
maakt, namelijk, dat de eene niets in
hare kinderen prees, wat de ander af
keurenswaardig achtte en omgekeerd.
En wat was er gebeurd in dezen
nacht! Op haar streng doemvonnis
was gevolgd, dat haar man den mis
dadiger had omhelsd. Zóó hard was
zij nog bij geen gelegenheid, zóó
weekhartig en teeder daarentegen
was Petrus, zoover zij zich herinne
ren kon, nog nooit jegens een harer
zonen geweest. Toch had zij over zich
kunnen verkrijgen, haar man in het
bijzijn van Polycarpus niet te weer
spreken en zwijgend met hem d©
werkplaats te verlaten. „Als wij aan
stonds in het slaapvertrek alleen
zijn", dacht zij, „zal ik hem doen ge
voelen, zooals het behoort, hoezeer
hij onrecht had, en zal hij zich moe
ten verantwoorden".
Maar zij had dat voornemen niet
uitgevoerd, want zij gevoelde, dat er
in haar echtgenoot iets moest om
gaan, dat zij niet begreep. Waarom
anders hadden na het gebeurde, toen
hij met de lamp in de hand de smalle
trap afdaalde, zijn meestal zoo ern
stige oogen thans zoo zacht en vrien
delijk gekeken, zijn strenge lippen
zoo recht gelukkig zich tot lachen
kunnen plooien?
Dikwijls had hij tot haar gezegd,
dat zij in zijn ziel kon lezen als in een
open boek, maar zij kon zich niet
verhelen, dat er in dat werk toch en
kele bladzijden waren, waarvan zij
den zin niet vermocht te vatten. Zon
derling! Altijd en altijd weder stuitte
zij op die onverstaanbare aandoenin
gen zijner ziel, wanneer er sprake
was van afgodsbeelden en onheilige
tempéls der heidenen, en de ontwer
pen en werken van hare zonen. Pe
trus was toch ook de zoon van een
vroom christen. Zijn grootvader was
echter een Grieksch© heiden gewaest,
en misschien stroomde er iets van
diens bloed in zijn aderen, dat haar
beangstigde, daar zij het niet kon
overeenbrengen met de leer van Aga
pitus, hoewel zij het niet waagde er
tegen op te komen. Want haar mah,
die zoo spaarzaam was in woorden,
zag er nooit zoo vroolijk en onbe
zorgd uit, als wanneer hij met zijn
zonen en hun vrienden, die hij dik
wijls in de oase vergezelde, over deze
dingen spreken kon
Het kon toch niet iets zondigs zijn,
wat het gelaat van haar echtgenoot
thans weder, en juist in dit oogenblik
verjongde en verheerlijkte. „Ze zijn
toch mannen", zeide zij tot zichzelve,
„en hebben zeker wel een en ander
op ons vrouwen voor. Ziet vader er
niet uit als op onzen bruiloftsdag?
Polycarpus is zijn evenbeeld dat zegt
ieder. Doch wanneer ik thans den
ouden man aanzie, en mij voor den
geest breng hoe de jongen er straks
uitzag, toen hij mij verklaarde waar
om hij niet laten kon Sirona's beeld
te maken, dan moet ik toch zeggen,
dat mij zulk een gelijkenis nog in
mijn leven niet is voorgekomen.
Hij had haar vriendelijk een „goe
den nacht" toegeroepen en de lamp
uitgedoofd. Zij had hem gaarne een
hartelijk woord gezegd, want het trof
en verheugde haar, dat hij er zoo blij
moedig uitzag. Maar dat was dan
toch te veel geweest, na hetgeen hij
haar in de werkplaats had toege
voegd, onder het oog van haar zoon.