NIEUWE LEIDSCHE COURANT WAT DE BLADEN ZEGGEN. Niets menschelijks vreemd DONDERDAG 18 AUG. 1927 TWEEDE BLAD. „Intermezzo"-regeering. Onder het hoofd „Groeiende ontevre denheid" wijdt het door prof. Aalberse geleide „Centrum" een artikeltje aan de ontevredenheid in Limburg over de houding der regeering ten aanzien van de industrie aldaar. Deze zou zich „opgeofferd aan Holland" achten. Er is een sterk groeiende onte vredenheid, veel sterker dan waar van men zich in het Noorden be wust is. Hier is gevaar in niet9-doen, ge vaar vooral in woorden zonder da den. Mr. W. H. de Beaufort schreef eens een hard woord („Geschiedkun dige Opstellen", II, 31). Staatsman, als historicus ge vormd, schreef hij: „Wie in oogenblikken van crisis aan het roer van den Staat geplaatst is, moet partij kiezen. Ontbreekt het hem daartoe aan moed en vastheid van overtuiging, dan is terugtreden plichtmatig. Kan hij hiertoe niet be sluiten, dan wordt een smadelijke val onvermijdelijk. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Bedankt: voor Dinteloord (toez.) en Prinseland (toez.) J. H. van .Pad denburg, te Elspeet. GEREF. KERKEN. Beroepen: te Sybran'daburen, H. v. d. Zanden, te Wapenveld; te Middelburg (vacature J. H. Telkamp), J. R. Goris, te Apeldoorn. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Ds. G. Venema hoopt 28 Augustus a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Kerk te Appingedam, om 4 September te Loosduinen intrede te dogn. Bevestiger is Ds. Verhagen, te Wateringen* Ds:. J. J.. Kuypen,. em.-pred. te Ave- reest, hoopt 4 September intrede te doen in de Ned. Herv. Kerk te Düssen (N.-Br.)^ na bevestigd te zijn door den Consulent, Ds. J. R. B. Feykes, te Sleeuwijk. Wegens vertrek naar Denekamp nam Ds. J. Hofker Zondagavond, na een ruim 6-jarig verblijf, afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te Nieuw- dorp, sprekende over Rom. 16 27. De scheidende leeraar werd harte lijk toegesproken door ouderling J. Boot liamens den Kei'keraad en door Ds. X. C. Elenbaas van Eikerzee als consilient. Toegezongen werd de zegenbede uit Psalm 121. RECHTS EN LINKS. Men schrijft aan de RotterdDs. W. van Doorn (vrijzinnig), predikant der Ned. Herv. Gemeente te Nieuw- veen (Z,-H.), heeft afstand gedaan van zijn preekbeurten in de vacature bij de rechtzinnige Ned. Herv. Ge meente van Noorden. Uit erkentelijk heid hiervoor collecteerde men te Noorden een gift van honderd gulden. Hét aantal hoorders, dat Ds. van Doorn te Noorden had, bedroeg vijf zes. MISLUKTE STEENLEGGING. Het V. D.-bureau meldt uit Amers foort: Gistermiddag 4 uur zou Dr. Annie Besant den eersten steen leggen voor het gebouw d.er Theosofische Loge aan de Rege#tesselaan, nabij het sta tion. Wel arriveerde Aaria, algemeen secretaris dier Theosofische Vereeni- ging, maar niet Dr. Annie Besant, die door haar chauffeur naar de Interna tionale .School voor Wijsbegeerte te Oud-Lensden was gereden. Daar niemand vindende, keerde ze direct naar haar woonplaats te Hui zen terug. Do eerste steen zou nu he den in den voormiddag .worden ge legd, daar Dr. Annie B.esant in den namiddag vertrekt voor haar rond reis in Noord-Europa. LUIDSPREKERS IN DEN DOM TE KEULEN. Nadat men met voorloopige proeven goede resultaten bereikt had. zal men binnenkort op den kansel in den Keul- schen Dom een microfoon plaatsen. Het gesproken woord zal dan door middel van deze microfoon en een twintigtal luidsprekers in den gehee- len Dom goed verstaanbaar zijn. OP ZOEK NAAR HET MANNA. De correspondent van „De Tel." meldt uit Jeruzalem aan dit blad. dat een wetenschappelijke expeditie van wege de Hebreeuwsche Universiteit aldaar vorige maand is uitgegaan naar het schiereiland Sinai, om onder zoekingen te doen naar den waren aard van het „manna". In een bericht aan het Joodsche Te legraaf Agentschap verklaarde de ex peditie, dat het manna niet door se cretie uit de tamarisk (Hebreeuwsch: eseel) ontstaat wat dikwijls wordt gemeend maar dat het manna door secretie ontstaat uit de coccidea, pa rasieten, die op de tamarisk leven. De expeditie merkte de productie van manna gedurende geheel het on derzoek op. ook op plaatsen waar in de literatuur niet gerept wordt van tamarisk-manna. De expeditie heeft zeer veel materiaal meegebracht over dit onderwerp. BINNENLAND. MINISTER KAN NAAR BRUSSEL. De Minister van Binnenlandsche Zaken vertrok gisteren naar Brussel. De Nederlandsche Bond van Vee handelaren deelt mede, dat naar aan leiding der door België in te voeren maatregelen ter bestrijding der run- dcrentuberculose, de Veeartsenijkun- digen dienst in Den Haag verzocht kenbaar te maken hoe de Nederland sche veehandel, voorzoover hii daar bij betrokken is, tegenover deze maat regelen staat. Hierop is geantwoord, dat het hem voorkomt, dat hierdoor de toestand zal terugkeeren, die jaren geleden reeds werd afgeschaft. Deze toestand zal weder oen belem mering vormen voor onzen export en verhooging der prijzen voor den Bel gischen consument met zich mede brengen. Voorts zal hij, zoowel aan deze als aan gene zijde der grens uit lokken tot ontduikingen, waarvan we der het gevolg zal worden, dat de maatregelen niet, althans - slechts in zeer geringe mate, aan hun doel zul len beantwoorden Met zijn bekende activiteit vertrok Minister Kan reeds Woensdagmorgen vroeg naar Brussel, teneinde te trachten deze nieuwe belemmering te voorkomen, althans een meer prakti sche regeling te verkrijgen. Omtrent de conferentie tusschen de ministers Kan en Baels wordt het volgende gemeld: Deze ontmoeting had niet hoofdza kelijk ten doel besprekingen te voe ren over de jongste Belgische maat regelen ter bestrijding der rundvee- tuberculose bij den invoer in België. De reis van Minister Kan stond reeds vast, alvorens deze maatrege len werden getroffen. Wel is deze aangelegenheid besproken geworden, doch niet minder aandacht is besteed aan het treffen van collectieve Neder- landschBelgische maatregelen voor den export van bloembollen en plan ten naar de Vereenigde Staten en den export van varkensvleesch naar En geland. Een Belga-telegram uit Brussel meldt d.d. 17 dezer: Minister Kan bracht heden een be zoek aan het Holland-huis. Na afloop van de conferentie tusschen de Minis ters Kan en Baels, die besprekingen hebben gevoerd over land- en tuin bouw- en vee-aangelegenheden, werd door den Raad van Beheer van het Holland-huis aan heide ministers een lunch aangeboden. DE BELGISCHE GFZANT TE 'S-GRAVENHAGE. De correspondent van de Msb. te Brussel seint aan zijn blad: Wij vernemen, dat ondanks de be noeming van Prins de Ligne tot Bel gisch gezant te Washington en on danks het feit, dat de ministerraad reeds heeft geconfereerd over een eventueele benoeming van den heer Van Zuylen, directeur van het depar tement van buitenlandsche zaken, mede-onderhandelaar in het Belgisch- Nederlandsch verdrag tot opvolger van Prins de Ligne te Den Haag, de regeering thans de mogelijkheid over weegt, Prins de Ligne als Belgisch gezant te Den Haag te handhaven, om de hervatting v. de Nederlandsch- Belgische onderhandelingen te verge makkelijken. HERDENKINGSPENNING. De N.V. Ateliers voor Edelsmeed- en Penningkunst, voorheen Konink lijke Begeer, te Voorschoten, heeft naar aanleiding van de eerste passa- giersvlucht van Nederland naar Ne- derlandsch-Indië, een penning gesla gen, geboetseerd cloor den heer C. J. van der Hoef. De gietpenning is 120 mM. in door snede. De voorzijde draagt in sterk relief een arend met heel licht wol motief de keerzijde vertoont het op schrift: Ter herinnering aan de eerste passagiersvlucht van Nederland naar iSoderlandsch-Indië en terug, 1927. WINKELSLUITING. De Kamer van Koophandel voor Noordelijk Overijssel heeft een adres gezonden aan den Minister van Ar beid, Handel en Nijverheid naar aan leiding van het voorontwerp van wet op de winkelsluiting en het werktij denbesluit voor winkels. Opgemerkt wordt o.a., dat het voor ontwerp er klaarblijkelijk geen reke ning mede houdt, dat de arbeid, die in winkels wordt verricht, een geheel ander karakter draagt dan de arbeid in fabrieken en werkplaatsen en over 't algemeen als veel minder intensief moet worden aangemerkt. Ook komt het der Kamer onjuist voor, dat aan de gemeenteraden de bevoegdheid wordt gegeven te bepa len dat de winkels nog een extra mid dag in de week gesloten moeten zijn. Het gevolg zal zijn dat de winkelier in de een© gemeente bevoorrecht zal zijn boven zijn naburigen concurrent. Art. 5 van het Werktijdenbesluit beperkt den werktijd van een arbei der in winkels tot 9 uur per dag en 50 uren per week. Naar de meening der Kamer dient de arbeidstijd per dag minstens op 10 uur en per week minstens op 55 uren te worden gesteld, waarmee de groot ste bezwaren tegen de voorgestelde regeling zouden zijn ondervangen. UIT ONZE INDIEN. HET GEZAG MISBRUIKT. Het is een pijnlijke zaak, die welke thans voor het Hooggerechtshof wordt behandeld. Twee Sumatraansche be- stuurmannen staan terecht voor „mis bruik van gezag", weswege zij cloor den landraad te Padang tot gevange nisstraf zijn veroordeeld. Zij zouden, in hun functie van districtshoofd en onderdistrictshoofd, door mishande ling verdachten tot een bekentenis hebbeng edwongen. Als het waar is, hebben zij straf verdient. Maarschrijft de „Loc": de helft van de „aanklagers" bestaat uit beruchte communisten; een deel der getuigen kan niet ver schijnen wijl bet ook uit communisten bestaat; en de „beklaagden" zijn twee be proefde dienaren van ons bestuur, die tientallen jaren ons gezag getrouw hebben gediend, de één heeft 29 jaren dienst en de ander 23 jaren Zoodat zich daar voor ons hoogste rechtscollege staan te verantwoorden twee inlandsche bestuursdienaren van beproefde trouw, met medailles voor langdurigen landsdienst op de borst aangeklaagd door lieden waarvan 't meerendeel tot de ongure oproerma kers van het Soloksche behoort. Hier is iets stuitends'in. Het recht moet zijn beloop hebben.... maar het ware in dit bijzondere geval een daad van wijs beleid geweest indien men had zorg gedragen, dat zulk een zaak niet voor den rechter werd gebracht, doch administratief was afgehandeld. Een vonnis geveld over trouwe amb tenaren wegens „gezagsmisbruik" op aanklacht van moordenaars en com munisten dat is waarlijk„het gezag misbruikt". WQEKERBANKJES. Het Nieuws van den "Dag v. N.-I., schrijft een artikel, waarin het blad onthult, dati n de Preanger reeds ja renlang clandestien woekei'bankjes bestaan, die door inlandsche bestuurs ambtenaren gecontroleerd zouden wor den. Reeds in Juni 1926 werd dit euvel ontdekt, maar het woekert thans nog voort. Bij sommige bankjes betalen de inleggers 100 pet. en de bevolking zou door inlandsche ambtenaren gedwon gen worden zich tot deze banken te wenden. DE SAREKAT ISLAM. Het aanstaande congres van de Sa- rekat Islam zoo schreef de Loc. medio Juli, zal van bijzondere beteekenis zijn, daar den laatsten tijd in talrijke afdeelingen teekenen zijn waar te ne men, die wijzen op een nieuwe oriën teering en wil ind ien zin, dat de Sa- rekat Islam wel blijft: godsdienstig, dat wil zeggen Islamietisch, van grond slag en karakter, maar dat de vereeni ging haar plaats als nationalistische organisatie zal hernemen. In dien zin wordt door velen het verschijnsel begrepen, dat de P.S.L vóórgaat hij het streven naar eenheid der Inlandsche beweging, zooals dat is uitgedrukt in de Perhimpoenan Rajat Indonesia. De gi'oote S. I.-activiteit van den laatsten tijd maakt zulk een congres van te meer beteekenis, omdat het ook binnen de P.S.L zelf, inzonderheid ten aanzien van de onderlinge verhouding der leiders, klaarheid kan brengen. Over de plaats van het congres, zoo meldde men aan de Loc. was men het nog niet eens. Aangewezen was: Bata via, maar daartegen kwamen velen in verzet. Waarschijnlijk leek, dat weer Jog ja gekozen zou worden. Tijdens dit congres zal ook de in stallatie plaats hebben van de Mad- jelis Oelama (Islam Instituut). Den datum willen velen verschuiven tot October; dan zal hadji Salim weer te rug zijn. Over diens positie, na al het geen gebeurd is, is nog weinig bekend. Tot de ten congresse te bespreken onderwerpen behooren: het politiek program, de internationale Islam-be- weging, de Maihs, de houding tegen over de Liga tegen Koloniale Onder drukking en t.o.v. de z.g. Aziatische eenheidsbeweging. DE NATIONALISTISCHE BEWEGING. Te Bandoeng is een openbare bü- eenkomst gehouden van verschillener© nationalistische organisaties. Het onderwerp van bespreking was de huiszoeking en de beslaglegging op het eigendom Van Indonesische studen ten in Nederland. De vergadering stond onder leiding van ir. Soekavno. Ook werdi gesproken over de Liga tegen Koloniale Onder drukking. Een steuncomité werd opgericht ten behoeve van de studenten, bij1 wie da huiszoeking geschied is. 1 Voorzitter van dit comité is 'doktei* Samsi uit Batavia. Een vijfhonderd personen waren opi de vergadering aanwezig en onder hen! bevonden zich de heérén Van der Plaa van het Bureau van Advies van Inland sche Zaken, en Stokvis, inspecteur v, het Middelbaar Onderwijs. UIT DE OMGEVING. ALKEMADE, Qiesnesnteraad. De Raad dezSr gemeente vergaderde gistermiddag te 3 uur. yoorzitter de Burgemeester. Tegenwoordig 10 van de 11 leden. Afwezig met kennisgeving de heer van Dooren. Na opening der vergadering ihet het gebruikelijke gebed worden de notu len van de vorige vergadering gelezen en onveranderd goedgekeurd. Aan de orde de agenda: le. Aanbieding ge meenterekening dienst 1926. B. en W. bieden de door den gemeente-ontvan ger opgemaakte rekening aan, sluiten de Gewone Dienst in ontvangst met 183.547.37 en in uitgaaf met ƒ165.265.4534, alzoo een batig saldo van 18.281.92. De kapitaaldienst sluit in ontvangst met 48.450.34 en in uit gaaf met 46.554.36, alzoo een batig saldo van 1895.98. De rekening zal in de eerste zitting van September in handen worden gesteld met een in die vergadering te benoemen commissie. 2e. Vaststelling raadsbesluit tot on- derhandsche verhuring van een drie tal woningen te Oude Wetering. B. en W. stellen den Raad voor de drie wo ningen welke indertijd zijn aange kocht aan de tegenwoordige huurders bij de week te verhuren voor een maxi mum huurtijd van 3 jaren. De heer Horsman acht de termijn van 3 jaren in verband met het doel waarvoor deze huisjes zijn aangekocht wel wat te lang. De voorzitter ant woordt, dat de huisjes bij de week on gezegd kunnen worden, doch dat Ged. Staten in het raadsbesluit een termijn wenschen bepaald te zien. Hierna wordt z.h.s. het voorstel van B. en W. aangenomen. 3e. Wijziging begrooting. dienst 1927. De voorzitter deelt mede, dat deze wijziging verband houdt met de opname van een patiënt in het krank zinnigengesticht St. Bavo te Noordwij- kerhout, zoodat de begrooting dient gewijzigd te worden'. Goedgekeurd. 4. Reclames schoolgeld. Een vijftal reclames tegen den aanslag in hét schoolgeld worden afgehandeld. 5é. Vaststelling suppletoir kohier Hondenbelasting. Het kohier wordt door den Raad vastgesteld met een be drag ad 10. 6e. Ingekomen stukken en mededee- lingen. Tot de ingekomen stukken be hoorden o.m. een schrijven van heeren Ged. Staten houdende goedkeuring raadsbesluit tot wijziging van de be grooting dienst 1927 en tót verlenging van den ontruimingstermijn van de woning D 764. Op het adres van T. J. de Graaf te Rijpwetering houdende verzoek om in aanmerking te mogen komen voor de volle reiskosten voor zijn kind dat de christelijke school te Leiden bezoekt, als bedoeld bij art. 13 der Lager Onder wijswet stellen B. en W. voor afwij zend te beschikken en te handhaven het door den Raad indertijd genomen besluit om een tegemoetkoming te ge ven van 75 pet. van de kosten der ge maakte reiskosten daar B. en W. v?/. meening zijn, dat adressant wel ih staat is zelf 25 pet. bij te dragen. Con form het voorstel Wordt besloten. De rekening van het algemeen bur gerlijk Armbestuur van Rijpwetering wordt aangeboden sluitend met een batig saldo van 1605.55. B. en tV. ste.l len voor deze rekening goed te keuren. De heer Bontje merkt naar aanlei ding hiervan op, dat hij bij het nazien der ontvangsten een post heeft gevon den van ƒ150, door de Woningbouw vereniging betaald voor erfpacht van een stuk land. Daar de gemeente goed moet staan voor de financieele tekor ten, vraagt spr. of pogingen in het werk kunnen gesteld worden om van ditr echt af te komen. De heer de Vette vindt dat het Armbestuur beter dit land kan ver huren dan de woningbouwvereni ging. Nu brengt dit land slechts ƒ50 op, terwijl wanneer het armbestuur dit land zelf verhuurt, het zeer zeker ƒ100 ervan zal trekken. Besloten wordt bij de terugzending der reke ning de aandacht van het Armbestuur hierop te vestigen en de woningbouw vereniging uit te noodigen zich bin nen 8 of 14 dagen met bet armbestuur in verbinding te stellen, ten einde te trachten van deze erfpacht ontheven te worden. Hierna wordt de rekening goedgekeurd. Rondvraag. De heer de Vette zegt dat het portaal van de woning bij de wed. Weening weer stukgereden is. De voorzitter zegt herstelling toe. Verder bespreekt de heer de Vette FEUILLETON. Een episode uit de geschiedenis van de Christenen, op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 53.) o „Zóó, ja zóó alleen ontstaan de groote wenken der kunst", zeide hij tot zichzelven. „Had de Heer mij met zulke gaven begenadigd, als deze be zit, waarlijk, geen vader, geen god heid ha/Cl mij kunnen dwingen mijn Ariadne!, onvoltooid te laten. De hou ding yan het lichaam was toch zoo slecht, niet, zou ik meenen, maar de kop* het hoofdJa, wie zulk een bee7id als dat daar vormen kan, diens blikken en handen worden door hei lige) genieën der kunst geleid. Hij, die dit hoofd heeft gemaakt, hij zal nog ln later dagen geroemd worden naast de 'groot© meesters van Athene. Hij, ja hij. barmhartige hemel, hij, die daar staat, is mijn lijfelijke zoon Een zalig gevoel, zooals hij sedert zijn jeugd niet had ondervonden, ver vulde zijn hart, en de ijver van Doro thea kwam hem voor deels beklagens waardig, deels belachelijk te zijn. Eerst toen zijn zoon naar den hamei- greep, plaatste hij zich tusschen het beeld en zijn vrouw, en zeide vrien delijk: „Wij kunnen met de vernieti ging van dit. kunstwerk toch nog wel wachten tot morgen. Vergeet het mo del, mijn jongen, nadat gij er zoo ge lukkig gebruik van hebt gemaakt. Ik weet een betere geliefde voor u. de kunst, wie alles toebehoort, wat de Allerhoogste schoons heeft geschapen; de kunst waarop een Agapitus niet smalen kan, hédr geheel en onver deeld Polycarpus vloog zijn vader in de armen, en d© anders zoo ernstige man zichzelven nauwelijks meester, kuste het voorhoofd, de oogen en de beide wangen van den jongeling. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Omstreeks den middag van den vol genden dag tracl de senator het vrouwenvertrek binnen en richtte reeds op den drempel de vraag tot zijn vrouw, die aan het weefgestoelte zat: „Waar is Polycarptis Ik vond hem niet bij Antonius, die bezig is het altaar op te stellen. Ik dacht hem bij u te vinden." „Na de kerk bezocht Te hebben," antwoordde Dorothea, „heeft hij den berg bestegen. Loop eens in de werk plaats, Marthana, en zie of uw broe der al terug is." Hare dochter gehoorzaamde vol gaarne en spoedig aan dit bevel, want zij had haren broeder innig lief, in wien zij den schoonsten en besten van alle mannen meende te zien. Zoodra de echtgenooten alleen wa ren, zeide Petrus, terwijl hij zijn vrouw hartelijk en vrijmoedig de hand toestak „Nu, moeder, sla toe Dorothea aarzelde een oogenblik en zag hem aan, als wild© zij vragen „Zal eindelijk uw trots u vergunnen, mij niet langer onrecht aan te doen?" Dat was een verwijt, maar waarlijk geen streng, anders toch zou men dien vriendelijken trek om haar lippen niet hebben kunnen opmerken, waarmede zij als het ware zeggen wilde „Gij kunt toch niet lang boos op mij zijn het is daarom goed, dat alles weder wordt gelijk het wezen moet." Er had inderdaad een verkoeling plaats gehad, want sedert dat beide echtgenooten elkander in d© werk plaats hadden ontmoet, gingen zij als twee vreemden naast elkander. In hun slaapvertrek, op weg naar de kerk en bij het ontbijt hadden zij niets meer met elkander gesproken, dan wat de welvoegelijkheid vorderde en noodzakelijk scheen, om hun «twee spalt voor de kinderen en bedienden te verbergen. Tusschen hem en haar had tot hiertoe, als iets dat vanzelf sprak en nimmer onder woorden be hoefde gebracht te worden, een af spraak bestaan, waarop nauwelijks een enkele maal inbreuk was ge maakt, namelijk, dat de eene niets in hare kinderen prees, wat de ander af keurenswaardig achtte en omgekeerd. En wat was er gebeurd in dezen nacht! Op haar streng doemvonnis was gevolgd, dat haar man den mis dadiger had omhelsd. Zóó hard was zij nog bij geen gelegenheid, zóó weekhartig en teeder daarentegen was Petrus, zoover zij zich herinne ren kon, nog nooit jegens een harer zonen geweest. Toch had zij over zich kunnen verkrijgen, haar man in het bijzijn van Polycarpus niet te weer spreken en zwijgend met hem d© werkplaats te verlaten. „Als wij aan stonds in het slaapvertrek alleen zijn", dacht zij, „zal ik hem doen ge voelen, zooals het behoort, hoezeer hij onrecht had, en zal hij zich moe ten verantwoorden". Maar zij had dat voornemen niet uitgevoerd, want zij gevoelde, dat er in haar echtgenoot iets moest om gaan, dat zij niet begreep. Waarom anders hadden na het gebeurde, toen hij met de lamp in de hand de smalle trap afdaalde, zijn meestal zoo ern stige oogen thans zoo zacht en vrien delijk gekeken, zijn strenge lippen zoo recht gelukkig zich tot lachen kunnen plooien? Dikwijls had hij tot haar gezegd, dat zij in zijn ziel kon lezen als in een open boek, maar zij kon zich niet verhelen, dat er in dat werk toch en kele bladzijden waren, waarvan zij den zin niet vermocht te vatten. Zon derling! Altijd en altijd weder stuitte zij op die onverstaanbare aandoenin gen zijner ziel, wanneer er sprake was van afgodsbeelden en onheilige tempéls der heidenen, en de ontwer pen en werken van hare zonen. Pe trus was toch ook de zoon van een vroom christen. Zijn grootvader was echter een Grieksch© heiden gewaest, en misschien stroomde er iets van diens bloed in zijn aderen, dat haar beangstigde, daar zij het niet kon overeenbrengen met de leer van Aga pitus, hoewel zij het niet waagde er tegen op te komen. Want haar mah, die zoo spaarzaam was in woorden, zag er nooit zoo vroolijk en onbe zorgd uit, als wanneer hij met zijn zonen en hun vrienden, die hij dik wijls in de oase vergezelde, over deze dingen spreken kon Het kon toch niet iets zondigs zijn, wat het gelaat van haar echtgenoot thans weder, en juist in dit oogenblik verjongde en verheerlijkte. „Ze zijn toch mannen", zeide zij tot zichzelve, „en hebben zeker wel een en ander op ons vrouwen voor. Ziet vader er niet uit als op onzen bruiloftsdag? Polycarpus is zijn evenbeeld dat zegt ieder. Doch wanneer ik thans den ouden man aanzie, en mij voor den geest breng hoe de jongen er straks uitzag, toen hij mij verklaarde waar om hij niet laten kon Sirona's beeld te maken, dan moet ik toch zeggen, dat mij zulk een gelijkenis nog in mijn leven niet is voorgekomen. Hij had haar vriendelijk een „goe den nacht" toegeroepen en de lamp uitgedoofd. Zij had hem gaarne een hartelijk woord gezegd, want het trof en verheugde haar, dat hij er zoo blij moedig uitzag. Maar dat was dan toch te veel geweest, na hetgeen hij haar in de werkplaats had toege voegd, onder het oog van haar zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5