NIEUWE LEIDSCHE COUR® WAT DE BLADEN ZEGGEN. Niets mensciieiijks vreemd DINSDAG 9 AUG. 1927 TWEEDE BLAD. Oudegeest exit. Bij het uittreden van Oudegeest uit het Intern. Verbond van Vakvereeni- gingen teekent ,,De Tijd" o.m. het vol gende aan; „Het groote mogendheid-3pelen van het I.V.V. heeft niet lang geduurd. Van al de mooie plannen is niets terecht gekomen. De boycot tegen Hongarije is mis lukt. De „Federation of Labour", de Ame- rikaansche vakcentrale, weigerde zich bij het I.V.V. aan te sluiten, omdat de heeren van Amsterdam zich voor so cialisatie der productiemiddelen had den uitgesproken. Het „Haagsche Vredescongres" werd een grandiose mislukking. Er heersch- te verdeeldheid als nooit tevoren. Em. van der Velde stond er tegenover Karl Radek; voorzitter Thomas, de bezadig de Engelsch'e patriot, tegenover Edo Fimmen, den halven bolsjewiek, die de versleten leuze verkondigde, dat „de arbeiders geen vaderland hebben". Toch werden er, natuurlijk met alge- meene stemmen resoluties aangeno men. De algemeene werkstaking zou voortaan „het" middel zijn om alle mi litair geweld te voorkomen of te bre ken. Enkele weken later werd het Roer gebied door Fransche en Belgische troepen bezet. De Duitschers gingen in staking. De Fransche en Belgische ..ca merades" zorgden echter voor het transport van troepen en oorlogstuig. Van der Velde en Jouhaux waren hun beloften vergeten en zwegen. Alleen Fimmen kwam in verzet. Hij schreef zijn artikel over de zwarte Januari maand, verliet het secretariaat van het I.V.V., liep naar de communisten over en begon als secretaris van de Inter nationale Transportarbeidersfederatie (I.T.F.) aan de bolschewistische cellen- bouwerij in de socialistische vakbewe ging. Sedert dien duurt de strijd in het I, V.V. tusschen Amsterdam en Moskou voort. Gesteund door de Duitschers en Franschen trachtte Oudegeest de boi- schewieken er uit te houden. De En- gelschen, die naar verhouding het grootste deel der kosten van hét I.V.V. betalen, coquetteerden inmiddels met Moskou, en het slot van den strijd is dat Oudegeest door de Engelschen ge dwongen wprdd heen te gaan. Het communisme wint veld. Twee wegen slechts staan voor het I.V.V. nu open: of de leiding van Moskou geheél aanvaardeh, of scheuring. In beide gevallen is het I.V.V. voor het zoogenaamd gematigde socialisme verloren. Vergankelijk zijn 's werelds roem en grootheid. Oudegeest, die onlangs in Genève zich een hooghartige houding tegen over de Christelijke Vakbeweging durf de veroorloven, is nu door andere machtswellustelingen, die sterker ble ken dan hij, van zijn voetstuk gegooid. Dat is het beeld van den klassenstrijd. Ook de komische noot ontbreekt hier niet Onlangs heeft de heer Albarda na mens de S.D.A.P. een verzoekschrift naar Stockholm gezonden om voor het I.V.V. een Nobelprijs voor den.vre de te vragen!" „De Standaard" zegt er dit van: Hoogmoed komt voor den val. Het fel bewogen incident op het con gres van het Internationaal Vakver bond te Parijs, dat den heer Oudegeest vdn zijn hoogen post deed tuimelen, roept de herinnering op aan het „hoog moed komt voor den val". Niet op den heer Oudegeest persoon lijk wordt dit toegepast. Te zeer zijn wij overtuigd van de wreede tragiek, die schuilt in het op dergelijke wijze verlaten van een ar beid, waaraan men is gehecht, dan- dat wij ons met zeker leedvermaak zouden verheugen in dit conflict. Daarvan weerhoudt ook de indruk, dien het verslag van het gebeurde wekt. De kwade trouw van zijn medebe stuurslid, die drie jaren lang een brief onderschepte om dien op een geschikt moment tegen deü heer Oudegeest te kunnen uitspelen, ergert heel wat meer dan diens onvoorzichtigheid om zijn antipathie tegen de Russen al te veel te doen blijken. De hoogmoed, dien wij signaleerden, zit dan ook niet bij den vertrekkenden secretaris, maar bij het Internationaal Vakverbond zelf. Brallend werd het gezegd, dat de millioenen van het moderne Vakver bond de wereld zouden regeeren en den vrede aan de wereld zouderi ge ven. De socialistische arbeiders der we reld zouden vormen een onweerstaan- baren muur, waarop het geweld, cle krijgsmacht zich zou te pletter loopen. Als door de machthebbers naar de wapenen werd gegrepen, zou het inter nationaal proletariaat hun de tanden laten zien. Door staking en boycot zou alle krijgsactie worden verhinderd en het bureau van het I.V.V. zou vormen de trotsche vredesburcht. December 1922 belegde het I.V.V. zijn internationale ontwapeningscongres in Den Haag; dat Het. Volk met trots deed uitroepen: dit congres beteekent een keerpunt in de geschiedenis der menschheid, het „nooit meer oorlog" zal werkelijkheid worden. Bittere ontgoocheling volgde. Geen vier weken later begonnen Frankrijk en België hun actie tegen de Ruhr. De Fransche en Belgische vakgenoo- teh lieten de krijkstoerusting stil be gaan. De met zooveel ophef aangekondigde boycot tegen Hongarije mislukte. Binnen den kring van het I.V.V. zelf was het al strijd en conflicten. Eerst trokken de Amerikanen zich terug. De Engelschen vormden een aparte partij. De houding tegenover de Russische bolsjewieken aan te nemen, voerde tot verbitterde debatten. Op het congres, thans te Parijs hij een, is alle eenheid zoek en bederft on verkwikkelijk krakeel het samenzijn. Wat werd aangekondigd als een ver heven vredesburcht, blijkt een vergif tigde krijgshaard. Zoo kwam hoogmoed ten val. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen; Te Helder (toez.), Mr. J. L. N. Zillinger Molenaar, te De Graft en De Bijp. Aangenomen: Naar Haarlo, E. K. Groeneveld, te Wieringerwaard Kolhorn. Naar Visvliet c.a., H. G. Th. Ravesteyn, te Midwolda. Bedankt: Voor Werkendam, B. Tuinstra, te Beesd. Voor Soesterberg, E. 'Warmolts, te Heerde. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Zwartsluis, P. de Feijter, te Boornbergum. Bedankt: Voor Oudemirdum e.a.,_ H. M. de Ploeger, te Appelscha. EVANG. LUTH. GEM. Beroepen; Te MonnikendamDe Hijp. P. H. Borgers, cand. te Amster dam. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Het afscheid van Ds. K. Groen van' de Chr. Geref. Kerk te Baarn is be paald op Zondag 28 Augustus en zijn bevestiging en intrede te Nieuwpoort op Zondag 11 September. Bevestiger zal zijn Ds. J. A. Riekel, van Slie- drecht. Ds. S. E. Wesbonk te Jutrijp Hommerts, die het beroep aannam naar de Geref. Kerk te Hoorn, hoopt 18 September a.s. aldaar zijn intrede te doen en te worden bevestigd door Ds. H. M. Dethmers van Sneek. Ds. J. C. Neelemans, te Eikerzee, liobpt 18 September des middags in trede te doen in de Ned. Herv. Kerk teKrabbendijke na des morgens be vestigd te zijn door Ds. G. A. van der Hooft, te Overschie. Na een zesjarige ambtsbediening aldaar nam Ü3. T. Kloosterman Zon dag afscheid van zijn gemeente, de Ned. Herv. te Voorburg om naar Leeu warden te vertrekken. Hij deed dit met een predikatie over 1 Joh. 2 28 „En nu, kinderkens, blijft in Hem". Na de preek werd Ds. Kloosterman toege sproken door ouderling C. M. Broek man namens den kerkeraad; cand. A. Sonneveld namens catechisanten en gemeente; Ds. J. F. Röth, van Scheve- ningen, als consulent; Ü3. B. C. Verha gen, van Wateringen, namens den ring en door Ds. D. Zoete, van Lemmer, vice president van de Simode, als oud-leer meester. De gemeente zong Ps. 1214. Ds. S. E. WESBONK. Ds. S. E. Wesbonk, predikant bij de Geref. Kerk van JutrijpHommerts, die een beroep aannam naar Hoorn, heeft in de afgeloopen week met gun stig gevolg een operatie ondergaan. PROMOTIERECHT THEOL. SCHOOL TE KAMPEN. Ter Kerkeraadsvergadering van de Geref. Kerk van Delft werd door een der leden een voorstel ingediend, om adhaesie te betuigen met het voorstel van Leiden om aan de Theol. School het promotierecht ie verleenen. Het voorstel werd echter niet in behande ling genomen. GliTEN EN LEGATEN. Dr. M. J. A. de Vrijer, Ned. Herv. predikant te Amsterdam, heeft van een dame buiten Amsterdam duizend gulden ontvangen voor den bouw van de Willem de Zwijger-kerk in plan- Zuid, GODSDIENSTONDERWIJZER. De heer D. Tamminga, te Kampen, heeft voor zijn benoeming tot gods dienstonderwijzer te Gorredijk be dankt. PASTORIEBOUW. Door den architect Adr. C. Lengkeek Wzn., te Hilligersberg, is aanbesteed het bouwen van een pastorie voor re kening van de Geref. Kerk van Slik kerveer. Ingekomen waren II biljetten. Hoogste inschrijver was J. Heyden en Zonen, IJselmonde, 12,720; op één na laagste inschrijver F. Singewald. Rid derkerk 10.998; laagste inschrijver P. Verdoorn en A. v. d. Wilt, Rotterdam ƒ10.286. KERKBOUW. De Kerkvoogdij der Ned. Herv. Ge meente te Wierden is voornemens het volgend jaar over te gaan tot den bouw van een nieuwe kerk. DE SCHREEUW VAN EEN KINDERZIEL. Dr. H. A. van Andel, missionair pre dikant van de Javaansche Kerk van Solo, deelde onlangs in een schrijven aan de Zendingsvrienden in Neder land mede, dat hij vgji een Javaansch meisje een vraag kreeg, waardoor hij een blik kreeg in het zieleleven van dit kind. Schriftelijk werd ze ingediend, on gekunsteld doch ontróerend ernstig. „Als we in Christus gelooven, maar we mogen niet gedoopt worden van onze ouders, telt Hij ons dan ook tot de Zijhen, als Hij op de aarde terug komt?" 't Is te verstaan, dat Dr. v. A. hier aan toevoegt: „Ik weet niet, of deze vraag vu zoo heftig aangrijpt, als ze mij aangreep. Ik heb al mijn zelfbeheersching noo dig gehad om daarop te antwoorden. Uit ae diepte roep ik tot U, o Heere. Een kinderziel in verdrukking, die schreeuwt om eeuwig leven. O, als gij denkt aan uw eigen kinderen; aan uw blijdschap, als zij met beslistheid! Christus als hun Heiland aannemen; Idan zal ook uw hart ontroerd worden over den moeilijken strijd van de kin deren in een niet Christelijk la^d. Welk een zegen, ook voor uw kin deren, met zulke kinderen te leeren meeleven. Ik hoop, dat hét gebéd in den dienst! des Wootfds en uw persoonlijk gebed de geestelijke noóden van de kinde ren zullen opdragen aan onzen He melse hen .Vaaer. En dat gij uw kinderen zult leeren bidden voor die geestelijk verdrukte kinderen. Wii. gelooven immers in de kracht van het gebed? O, vergeet vooral die kinderen niet" DAT IS ALLES. Onder dit opschrift vertelt Dr. Gun ning in Fhiël: Na een prediking kwam een 'dame mij zeggen, dat zij zoo ongerust was over haar ziel. Het klonk mij als he- melmuziek in de ooren. Gewoonlijk hooren wij niets, of 't oude Satans liedje, dat wij „zoo heerlijk mooi" ge- Ereekt hebben. Hier was nu eens een ekommerde ziel. Den volgenden morgen bezocht ik! haar. U wilt, dat ik eens met u over het belang van uw ziel spreek O ja, ik zou zoo gaarne een Chris1 tin worden. ik vind het heerlijk, dat u dat wenscht, maar gelooft u zelf iets te kunnen doen God zegt, dat gij zondig zijt en verdoemeiijk m Zijn oogen. ik las haar toen enkeie Schriftuur plaatsen voor en zeide: Ziet u deze teksten? Ja, ik zie ze, dominee. Gelooft u, dat ze waarheid bevat ten en uods meening over uzeive uit drukken ja, antwoordde zij. .YVeinu, wat verdient gij dan vol gens die woorden anders dan den eeuwigen dood? Kunt gij iets anders verwachten? Neen, onmogelijk. YV emu mevrouw, wanneer ik die woorden aanneem als direct van God komende en tot u persooniijkt sta mij dan toe nog een beetje verder, te lezen „Maar Goa bevestigt Zijn liefde jegens u, dat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren. Wij keer :den ons een ïegeujk naar onzen weg, maar God neetc ons aller ongerechtig heid op Hem doen aanioopen". ,Ver staat gij die beloftenissen Gods? ja, ik versta ze, zeide zij met toe nemende belangstelling. En geiooft gij, dat die woorden al'cs uilalukken, wat God voor u ge- GJc.n heeft r ia zeker, ik geioof dat die woor den \an God. komen, en dat Jezus C hijSIus mijn zonden gedragen heeft. einu mevrouw, zeide ik toen, cat l ahes. lac.iou» ziiri wii beiden neergeknield en zr> heeft vrede gevonden. En zij neeft dien vrede benouden. En zij zal weidra, m dien vrede sterven en neen- gaan naar het .Vaderhuis. Gemeenteraad Leiden. (Slot.) 1. Benoeming van een Curator van het Gymnasium. De heer Heemskerk (R.-K.) vraagt een besloten zitting ten einde inlichtingen te verkrijgen o^er de voordrachten van B. en W., waarop de vergadering wordt geschorst. Na heropening der vergadering te 3 uur wordt benoemd Prof. Dr. J. A. J. Barge met 22 van de 26 uitgebrach te stemmen. 2. Benoeming van een leeraar(es) in het Hoogduitsch aan het Gymnasium Benoemd wordt Mej. C. M. de Haas, Dra. in de Germaansche taal- en let terkunde aan de R.H.B.S. te Hel mond, met 14 van de 26 uitgebrachte stemmen; 12 op den heer J. C. de Wilde, no. 2 der voordracht. 3. Benoeming van een onderwijzer in de lichamelijke oefening bij het openbaar lager onderwijs. Benoemd wordt de heer J. H. Koers te Almelo met 24 van de 26 uitge brachte stemmen. 4. Benoeming van een Commissaris van de Gemeentelijke Bank van Le-e- ning. Benoemd wordt de heer Th. B. J. Wilmer, aftredende. 5. Benoeming van een Stadsgenees heer tot 1 Januari 1928. Benoemd wordt Dr. P. J. M. Niemer, met 18 van de 26 uitgebrachte stem men. 6. Praeadvies op het verzoek van Prof. Dr. D. C. Hesseling, om ontslag als Curator van het Gymnasium. Mevr. Van Itallievan E inb- den (V.D.) zou willen dat in de ko mende vacature een vrouw werd be noemd. Daarna conform het advies van B. en W. besloten» 7. Praeadvies op het verzoek van Mej. B. C. G. Numan, om eervol ont slag als Directrice van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Aangenomen. 8. Praeadvies op het verzoek van A. Wisse, om eervol- ontslag als leer- aar aan de Kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen. Aangenomen. 9. Praeadvies op het verzoek van H. W. Blote, om eervol ontslag als Stads-geneesheer en als Schoolarts. Aangenomen. 10. Balans en Verlies- en Winstre kening, dienst 1926, van de Gemeen telijke Bank van Leening. De heer Wilmer verlaat tijdens de ze behandeling de vergadering. Het punt wordt aangenomen. 11. Balansen en Verlies- en Winst rekeningen, drenst 1926, van de Ste delijke Fabrieken van Gas en Elek triciteit. Aangenomen. 12. Suppletoir© begrooting, dienst 1926, van de gestichten „Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest". Aangenomen. 13. Balans en Verlies- en Winstre kening, dienst 1926, van de gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest" De heer Dubbeldeman (S.D.) merkt op, dat de Commissie deze re kening nog niet behandeld'heeft. Het bestuur der stichtingen heeft tijd ge noeg gehad om ook de Commissie er in te kennen. Spr. stelt voor alsnog de Commissie te hooren. De Voorzitter merkt op, dat de rekening juist van de Commissie is ontvangen. De heer Dubbeldeman meent dat ze niet behandeld is; het waren slechts voorloopige cijfers. YVeth. Reime ringer zegt, dat de rekening in de Commissie is be handeld. De Lieer Dubbeldeman meent dat dit geen behandeling is geweest; er waren slechts voorloopige cijfers. De Voorzitter zegt dat dit een beschuldiging is aan het adres van Voorzitter en Secretaris, die niet zon der meer kan passeeren. De heer Heemskerk (R.-K.) wil liever nu dit punt op de gewone wijze afdoen. Laat de heer Dubbeldeman in de Commissie protesteeren. De Voorzitter is het daarmee eens. De heer Wilbrink (C.-H.) is het daarmede niet eens. De Commissie moet behoorlijk op de hoogte zijn. Het schijnt dat dit hier niet is ge beurd. De heer Dubbeldeman stélt voor het punt aan te houden en de rekening door de Commissie eerst opnieuw te doen behandelen. Dit voorstel wordt aangenomen met 19 tegen 6 stemmen. 14. Balans en Verlies- en Winstre kening, dienst 1926, van het Grondbe drijf. Aangenomen. 15. Balans en Verlies- en Winstre kening, dienst 1926, van den Gemeen telijken Reinigings- en Ontsmettings- dienst. Aangenomen. 16. Balans en Verlies- en Winstre kening, dienst 1926, van het Gemeen telijk Waschbureau. Aangenomen. 17. Begrooting, dienst 1928, van den Keuringsdienst van Waren voor het district Leiden. Aangenomen. 18. Voorstel tot aankoop van een stukje grond met transformatorge bouwtje en toegangspad aan de Leeuwerikstraat, Sectie P. no. 1457. Aangenomen. 19. Voorstel: a. tot het doen van afstand aan de YVaalsch Hervormde gemeente vaü de rechten op den toren van de YVaal- sctre kerk; b. tot het doen van afstand aan de FEUILLETON. Een episode uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 45. o- „Binnen vijf of zes dagen", ant woordde deze. De visscher Ali, dien Ik eens een doorn uit den voet heb getrokken, verhaalde mij in het ge heim,, toen ik gisteren naar de kerk ging, dat de Blemmyers zich achter de zwavelbergen verzamelden. Als zij zich teruggetrokken hebben, zal het hoog tijd worden Hermas vrijheid te geven-naar Alexandrië te gaan. Mijn broeder leeft nog, en zal hem om mijnentwil als een boezemvriend opnemen; want ook deze is gedoopt". „Hij mag dan de catechetensckool Id. de- hoofdstad bezoeken, en wan neer hij.... wanneer hij „Dat zal wel terecht komen", viel Pauliis hem in de rede. „Allereerst komt het er op aan hem van hier te laten gaan, om hem £ijn weg te doen zoeken. Qjjdenkt, dat er in den he mel een eerezaal is voor de zoodani- gen, die nooit struikelen, en onder de ze zoudt gij Hermas gaarne opgeno men zien. Dat doet mij denken aan een arts in Corinthe, die .•rich beroemde dat hij geschikter was dan alle zijn ambtgenooten, want hij Üad nog geen enkelen zieke verloren. En de man had gelijk, want geen mensch of beest had zich ooit aan I zijn handen durven toevertrouwen. Laat Hermas zijn jeugdige krachten beproeven, en wanneer hij geen pries ter wordt, maar een dapper krijgs man als zijn voorvaderen, dan kan hij toch als zoodanig zijn God eerlijk dienen. Maar we hebben nog den tijd eer het zoovere is. Zoolang hij af wezig is, zal ik in uwe verpleging voorzien. Gij hebt, gelijk ik zie, nog water in de kruik". „Deze werd reeds tweemaal voor mij gevuld", antwoordde de oude man. „De bruine herderin, die zoo vaak de geiten drenkte aan onze bron, kwam eerst in de vroegte en daarna nauwlijks een uur geleden bij mij. Zij vroeg naar Hermas en bood zich daarop zelve aan water voor mij te scheppen, zoolang hij afwezig zou z.ijn. Zij is zoo schuw als een vogel en vloog naar boven, nadat zij de kruik hier neder had gezet". „Zij behoort aan Petrus, en zal haar geiten niet lang alleen durven laten", zeide Paulus. „Nu ga ik heen om wat wortelen voor u te zoeken als toespijs. Met den wijn zal het vooreerst wel uit zijn. Zie mij eens goed aan! Voor welk een groot zondaar houdt gij mij wel? Denk u maar het ergste van mij, en toch zult gij wellicht nog erger dingen hooren. Doch daar komen twee mannen. Wacht! De een is Hilarion, een der acolythen van den bisschop, en de ander Pachomius uit Memphis, die zich eerst onlangs op den berg heeft neergezet. Zij ko- men hierheen en de Egyptenaar draagt een kruikje. Ik zou wel willen dat het weder wijn bevatte te uwer versterking". De beide vrienden zouden niet lang in het onzekere blijven omtrent het doel der naderenden. Beiden keerden, nadat zij bet hol van Stephanus be reikt hadden, Paulus zoo opzettelijk den rug toe, dat het ieder in het oog moest vallen. Ja, de acolyth maakte voor hem een kruis over het voor hoofd, als hield hij het voor noodig zich tegen booze invloeden te vrijwa ren. De Alexandrijn begreep hem, trad terug en zweeg, toen Hilarion den kranken Stephanus in naam van den bisschop mededeelde, dat Paulus schuldig was aan zeer zware zonden, en dat hij als een schurftig schaap van het verkeer met de kudde van den bisschop, en alzoo van de verple ging van een vroom christen moest uitgesloten blijven, tot hij volledig boete zou hebben gedaan. „Wij weten, mijn vader, door Petrus", zoo eindigde bij zijn rede, „dat uw zoon over zee is gezonden; daar gij echter verple ging noodig hebt, zoo zendt Agapi- tus u door m ijzijn zegen en wijn ter versterking. Deze jongeling zal bij u blijven, en u van liet noodige voor zien tot Hermas terugkeert". Daarop overhandgde hij de kruik met wijn aan den ouden man, die ver stomd en bewogen nu eens hem, dan weder Paulus aanzag. Het hart van den laatsten brak, toen zich de dienaar van den bis schop andermaal tot hem richtte, en hem een teeken gaf zich te verwijde ren, terwijl hij uitriep: „Weg van hier!" Hoevele vriendschappelijke banden, hoevele volgaarne bewezene en dank baar aangenomen diensten vernietig de dat bevel! Maar Paulus gehoor zaamde onverwijld en ging den kran ke voorbij. Hunne blikken ontmoet ten elkander, en beiden merkten zij op, dat er tranen welden in het oog van den vriend. „Paulus, riep de kranke, terwijl bij den heengaande, wien hij zoo gaarne elke schuld vergaf, beide handen toe stak. Doch de Alexandrijn sloeg zijn hand niet in de zijne, maar hij wend de zich af en steeg, in een richting waar geen gebaande weg was, zonder om te zien haastig den berg op. Daar na daalde hij weder af naar het dal, altijd voortgaande tot hem de steile helling van den hollen weg, die aan de zuidzijde van den berg naar de oase leidt, gebood stil te staan. De zon stond nog hoog en het was gloeiend heet. Druipnat van zweet en geheel buiten adem, leunde hij met den rug tegen den gloeienden porfier- wand, bedekte zijn gelaat met de handen, en trachtte tot zichzelven te komen, te denken en te bidden. Maar lang te vergeefs, want in plaats van vreugde te gevoelen over het leed, dat hij vrijwillig op zich genomen had, pijnigde de ellende der eenzaamheid zijner ziel, en in zijn binnenste weer klonk de klagende roepstem van den oude als een vermaning, en deed hem twijfelend vragen of zijn daad wel goed was, waardoor hij toch de bes ten en reinsten bedrogen en gedron gen had onrechtvaardig jegens hem te handelen. Zijn hart kromp ineen van angst en pijn, doch toen hij zich eindelijk weder bewust werd, hoezeer hij leed naar lichaam en ziel, begon hij opnieuw moed te scheppen; en er speelde zelfs een glimlach om zijn lippen, toen hij in zichzelven prevel de: „Goed zoo, goed zoo; hoe meer het wee doet, des te zekerder vind ik ge nade. En danl als de oude man van Hermas had moeten beleven, wat hij van mij moest hooren, gerechte hemel, ik geloof dat het zeker zijn dood geweest zou zijn! Toch zou ik wel willen, dat het zonder datdat het is nu eenmaal zoo zonder dat bedrog had kunnen geschieden 1 Ik ben reeds als heiden een voorstan der van waarheid geweest, en heb den leugen in mijzelven en anderen zoo diep verfoeid, als vader Abraham een moord; hoewel ook deze zijn zoon Izaak ter slachting voerde, wijl de Heer het hem gebood. En Mozes, toen hij den opzichter versloeg, en Elias, en Debora, en Judith? Ik heb niet veel minder op mij genomen dan zij, en mijn leugen zal mij wel vergeven worden, gelijk het hun niet is toege rekend dat zij bloed vergoten". Gforoit vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5